De 17e mei is de nationale feestdag van Noorwegen. Het is bekend onder verschillende namen: Grunnlovsdag (Grondwetdag), Syttende mai (Zeventiende mei) en Nasjonaldagen (Nationale dag). Het herdenkt de 17e mei 1814 toen in Eidsvoll (ten noordoosten van Oslo) de grondwet werd aangenomen.
17 mei 1814: de Noorse grondwet wordt aangenomen in Eidsvoll; olieverfschilderij uit 1885 van Oscar Wergeland, te zien in het Storting (parlementsgebouw) in Oslo
De stichting van Noorwegen als onafhankelijk koninkrijk werd daarmee tevens een feit. Tot 1905 echter deelde Noorwegen zijn monarch met Zweden, de Zweedse koning was tevens koning van Noorwegen. In dat jaar werd de Deense prins Carl uitgenodigd koning van Noorwegen te worden. Hij accepteerde onder de naam Haakon VII.
Vanaf 1864 werd de nationale dag eigenlijk voor het eerst gevierd op een manier die we heden ten dage nog herkennen: met kinderparades. Tot 1899 waren het uitsluitend jongens, maar vanaf dat jaar lopen de meisjes ook mee. In de hoofdstad Oslo voert de grootste parade langs het koninklijk paleis waar de koninklijke familie (koning en kroonprins met hoge hoed) traditiegetrouw de menigte toezwaait.
Maar: zoals overal ter wereld, zullen ook deze -redelijk massale- parades en vieringen vandaag – net als vorig jaar- doorgaan, toch zal er zoals ieder jaar wél een parade bij het Koninklijk Paleis zijn, waarbij iedereen de gepaste afstand dient te bewaren (in Noorwegen is dat één meter). En ook de koninklijke familie zal zijn opwachting maken op het balkon van het paleis.
De Noorse koninklijke familie op het paleisbalkon, v.l.n.r.: Prinses Ingrid Alexandra, Prins Sverre Magnus, Prinses Mette-Marit, Kroonprins Haakon, Koningin Sonja en Koning Harald V (screenshot)
De vlag
Vlag van Noorwegen (1821-1844/1899-heden)
De Noorse vlag werd aangenomen op 4 mei 1821 en combineert eigenlijk twee vlaggen: die van Denemarken, de Dannebrog en de blauwe kleur uit de Zweedse vlag. Denemarken en Noorwegen waren lange tijd in een personele unie met elkaar verbonden, waarbij de Deense vlag ook in Noorwegen wapperde. Het blauw uit Zweden representeerde in 1821 de band met Zweden, met welk land het op dat moment een koning deelde.
Links: Portret van Frederik Meltzer (1779-1855), portret uit 1850 door Frederik Nicolai Jensen (1818-1870) (Collectie Norsk Folkemuseum, Bygdøy, Oslo) / Rechts: De originele ontwerptekening van Meltzer voor de Noorse vlag
De ontwerper van de vlag, Frederik Meltzer, koos uiteindelijk voor het Scandinavische kruis. In een eerder ontwerp had hij de kleuren rood, wit en blauw horizontaal gerangschikt, net als de Nederlandse vlag. De verbondenheid met de andere Scandinavische landen leek hem echter uiteindelijk belangrijker.
Noors-Zweedse Unievlag (1844-1899)
Tussen 1844 en 1899 had de Noorse vlag in het kanton een gecombineerde afbeelding van de Noors-Zweedse Unie. Vanaf 10 december 1898 wordt de vlag zonder het embleem erkend en is sindsdien niet meer gewijzigd.
Noorse staats- en oorlogsvlag
Naast de standaardversie van de Noorse vlag is er ook een zogenaamde zwaluwstaartvlag of ingehoekte vlag in gebruik. Dit is de staats- en oorlogsvlag.
Een nationale feestdag in Paraguay en wel de Onafhankelijkheidsdag.
De geschiedenissen van de verschillende Zuid-Amerikaanse landen zijn vaak behoorlijk ingewikkeld en met elkaar verweven en ook niet altijd even simpel uit de doeken te doen. Dus ik zal trachten de eenvoudige versie weer te geven.
Vlag van het Onderkoninkrijk Río de la Plata (1776-1812)
Zoals bekend mag worden verondersteld was in de 18e eeuw een groot deel van Zuid-Amerika in Spaanse handen. In 1776 stelde de Spaanse koning Carlos III het Onderkoninkrijk van de Río de la Plata in. Dit gebied bestond uit delen van de huidige landen Argentinië, Bolivia, Uruguay, Paraguay en Rio Grande do Sul (het zuiden van het huidige Brazilië). Hoofdstad was Buenos Aires.
Het Onderkoninkrijk van Río de la Plata (in geel) en een deel van het Onderkoninkrijk van Perú (in licht oranje)
Het Spaanse Rijk kwam danig op z’n kop te staan in de tijd van Napoleon, waarbij een groot deel van Spanje uiteindelijk bezet werd door Frankrijk. Dit bleef natuurlijk niet onopgemerkt in de kolonies en revoluties broeiden. Na de Mei-revolutie van 1810 in Buenos Aires en de vorming van een voorlopige regering, de Primera Junta, trachtte men het hele gebied onder centraal gezag te krijgen.
Het nieuwe bewind stuurde kolonel José de Espinola op pad naar de hoofdplaats, Asunción van de provincie Paraguay, om dit gebied ook onder controle van Buenos Aires te stellen. In Asunción was men echter niet van plan zich dat te laten welgevallen: de lokale gouverneur, Bernardo de Velasco y Huidobro, wenste trouw te blijven aan de Spaanse koning Ferdinand VII. Kolonel De Espinola werd de provincie uitgejaagd.
Links: Bernardo de Velasco y Huidobro (1742-1821), geschilderd in 1890 door Guillermo da Re (1867-1910) / Rechts: Manuel Belgrano (1770-1820) tijdens een bezoek aan Londen 1815 geportretteerd door François Casimir Carbonnier (1787-1873) (Collectie Museo Municipal de Artes Plásticas Dámaso Arce de Olavarría te Buenos Aires)
Uiteindelijk besloot Buenos Aires in september 1810 troepen te sturen om de provincie eronder te krijgen. Onder leiding van generaal Manuel Belgrano vielen de revolutionairen de gezagsgetrouwe troepen van Paraguay aan. De militaire campagne van Belgrano was geen succes: hij werd verslagen bij de Slag van Tacuarí en bij de Slag van Paraguarí. Gouverneur Velasco had zich bij deze slagen niet bepaald onderscheiden: hij vluchtte van het strijdtoneel weg. Revolutionaire groepen in Paraguay, bestaande, uit de Creoolse elite, onder leiding van Fulgencio Yegros en Pedro Juan Caballero begonnen zich echter nu ook te roeren en keerden zich tegen gouverneur Velasco. Toen deze vervolgens hulp zocht bij de Portugezen in Brazilië in ruil voor de macht, was de maat vol.
Op 14 maart 1811 trokken Creoolse militairen op naar het gouverneurspaleis, het Cabildo en stelden een ultimatum aan Velasco. Hun eisen waren: overgave van het Cabildo, alle wapens en de installatie van een driekoppige junta, waarbij Velasco mocht aanblijven, maar twee Creolen naast zich moest dulden. Velasco strubbelde eerst tegen, maar toen er acht kanonnen op het plein voor het Cabildo werden opgesteld, koos hij eieren voor zijn geld. Hij accepteerde het ultimatum in de vroege ochtend van de 15e mei. En daarmee hebben we de aanleiding voor de dag van vandaag.
Overigens duurde het nog tot 12 oktober 1813 voordat de Republiek Paraguay werd uitgeroepen. Argentinië echter weigerde zich erbij neer te leggen en het was pas na de Paraguayaanse Oorlog, waarbij Paraguay hulp kreeg van het Keizerrijk Brazilië, dat de definitieve onafhankelijkheid gegarandeerd werd op 25 november 1842.
De vlag
De vlag van Paraguay heeft officieel twee verschillende kanten, net als die van de Amerikaanse staat Oregon. Hoewel die laatste dubbelzijdige vlag zich in de Vlagblog-collectie bevindt, is dat niet het geval met Paraguay, simpelweg omdat er niet de hand op te leggen is. Alleen in het land zelf kom je de officiële dubbelzijdige versie tegen, meestal bij overheidsgebouwen. Dubbelzijdige vlaggen zijn uiteraard niet erg praktisch, omdat ze duurder zijn om te maken en ook zwaarder, wat het wapperen niet ten goede komt!
De vlag is een horizontale driekleur in rood, wit en blauw. In het midden van de witte baan aan de voorzijde is het rijkszegel geplaatst. Het rijkszegel heeft in het midden een vijfpuntige gouden ster en is geplaatst in een blauwe cirkel. Deze cirkel wordt omkranst door palm- en olijftakken op een witte cirkel. Daar weer omheen bevindt zich een rode cirkel met in goud en in kapitalen de tekst Republica del Paraguay. Hier omheen ligt dan nog een witte cirkel, omkaderd door een zwarte cirkel.
Voor- en achterkant van de vlag van Paraguay
Op de achterkant van de vlag staat in het midden van de witte baan het zegel van het Ministerie van Financiën. Het is een witte cirkel, omkaderd in blauw en rood. In de cirkel is een gouden leeuw geplaatst; achter dit dier is een gouden speer te zien met een rode Frygische muts (symbool voor de vrijheid) er bovenop. In de cirkel boven de afbeelding in kapitalen de tekst Paz y justicia (Vrede en gerechtigheid).
De symbolen op de vlag: het rijkszegel (voorkant) en het zegel van het Ministerie van Finaciën (achterkant)
Over waar het rood, wit en blauw van deze vlag vandaan komen zijn verschillende theorieën, maar het waarschijnlijkst is dat Paraguay’s eerste president, José Gaspar Rodriguez de Francia de kleuren introduceerde, als groot bewonderaar van de Franse Revolutie. Daarmee zouden ze dus ‘geleend’ zijn van de Franse tricolore en vervolgens een slag gedraaid naar horizontaal. Maar ook het ‘lenen’ van de Nederlandse vlag wordt niet uitgesloten.
De eerste versie van deze vlag werd ingevoerd op 15 augustus 1812, waarbij de witte baan iets breder was dan de rode en de blauwe. Op 27 november 1842 werd de vlag opnieuw vastgesteld, nu met drie banen van dezelfde breedte. Het rijkszegel miste toen nog de rode cirkel met de tekst, die werd toegevoegd in 1883. Hoewel alleen bij de officiële (overheids)versies van de vlag, is nog vermeldenswaardig dat de verhoudingen van hoogte en breedte 11:20 zijn.
Micronesia (met een a op het eind) is een onafhankelijke staat van 607 eilanden in de Grote Oceaan. Het land vormt samen met Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen de regio Micronesië (met een e op het eind). Die twee bijna gelijke namen maken het een beetje verwarrend, officieel heet het land dan ook Federatieve Staten van Micronesia (Federated States of Micronesia). Die federatieve staten (of deelstaten) waar het land uit bestaat, zijn Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae.
Kaart van de Federatieve Staten van Micronesia / Inzet: Het gebied ten opzichte van de regio (public domain)
Het totale landoppervlak is 702 km², verspreid over zo’n 2.900 km. De bevolking bedroeg bij een schatting uit 2016 104.937 inwoners.
De hoofdstad is Palikir op het eiland Pohnpei (4.645 inwoners), maar de grootste plaats is Weno (zo’n 14.000 inwoners) op het gelijknamige eiland, onderdeel van deelstaat Chuuk.
De complete regio Micronesië kent een roerige geschiedenis. De eersten die de rust in de uitgestrekte archipel kwamen verstoren waren de Portugezen in de 16e eeuw, op zoek naar kruideneilanden. De Spanjaarden kwamen hierna en zij claimden het gebied in 1574 en maakten het onderdeel van het Kapiteinschap Generaal van de Filipijnen. Eeuwenlang bleef dit zo, totdat Spanje na zijn nederlaag in de Spaans-Amerikaanse oorlog (1898) de Micronesische eilanden in 1899 verkocht aan Duitsland. Dit land voegde het gebied toe aan zijn kolonie Duits-Nieuw-Guinea.
Lang duurde dit niet, want in 1914, tijdens de Eerste Wereldoorlog, werden de eilanden veroverd door Japan. Deze situatie bleef zo tot 1919, waarna de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) er een speciaal gebied van maakte: het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied onder bestuur van het Japanse Keizerrijk.
In 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, vond in dit gebied de Amerikaanse Operation Hailstone plaats, een van de belangrijkste zeeslagen. Een belangrijk deel van de Japanse vloot lag namelijk in de Truk Lagoon (tegenwoordig Chuuk Lagoon) . De twee dagen durende slag had als resultaat dat er een flink aantal bevoorradings- en vrachtschepen werd vernietigd en -niet onbelangrijk- tevens zo’n 250 gevechtsvliegtuigen buiten gevecht werden gesteld. Ook (haven)installaties en een duikboot-basis werden vernield. De Amerikanen bezetten de eilanden in deze regio vervolgens.
Na de Tweede Wereldoorlog (1947) werd de archipel opnieuw een mandaatgebied, nu namens de Verenigde Naties, onder de naam Trust Territory of the Pacific Islands. Het bestuur was in handen van de Verenigde Staten. Op 10 mei 1979 ondertekenden vier van de zeven eilandgebieden, Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae, een nieuwe grondwet, waarbij ze zich verenigden tot Federatieve Staten van Micronesia (Federated States of Micronesia of FSM). Zoals hiervoor al aangehaald: Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen sloten zich hier niet bij aan. Die 10e mei wordt nu als Constitution Day (Grondwetdag) gevierd.
Net als Palau en de Marshalleilanden tekenden de FSM de Compact of Free Association(Verbond van Vrije Samenwerking) met de Verenigde Staten. Dit leidde op zijn beurt tot onafhankelijkheid op 3 november 1986, zij het nog steeds in associatie met de Verenigde Staten. Dit land is verantwoordelijk voor defensie van de FSM.
De enige andere archipel uit de Trust Territory of the Pacific Islands van 1947, die nog niet zelfstandig is, is die van de Noordelijke Marianen. Dit is een afzonderlijk, niet-onafhankelijk territorium (gemenebest) van de Verenigde Staten, met de naam The Commonwealth of the Northern Mariana Islands (CNMI).
De vlag
Vlag van Micronesia (1978-heden)
De vlag van Micronesia is een schoolvoorbeeld van eenvoud. De vlag is hemelsblauw met vier witte vijfpuntige sterren, die elk naar een windrichting wijzen. Het blauw staat voor de Grote Oceaan (en is niet toevallig hetzelfde blauw als dat van de Verenigde Naties), de vier sterren staan symbool voor de vier federatieve staten Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae.
Vlag van de Trust Territory of the Pacific Islands (1962-1978)
De vlag vloeide eigenlijk voort uit die van de Trust Territory of the Pacific Islands, die een dergelijke vlag had, maar dan een iets donkerder blauw en met zes sterren. Dit was een ontwerp uit 1962 van de toen 22-jarige Gonzalo Santos uit Saipan (Noordelijke Marianen), maar geboren in Yap. Hij won er een ontwerpwedstrijd mee en verdiende daarmee een prijs van $250,-.
Kosrae, nu een aparte deelstaat, was toen onderdeel van Pohnpei en zij deelden dus één ster op deze vlag. De overige vijf sterren waren voor Yap, Chuuk, Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen. De vlag werd goedgekeurd door de Verenigde Staten in 1965, hoewel hij al voor het eerst gehesen werd op 24 oktober 1962. De oorspronkelijke symboliek was: de kleur blauw voor vrijheid en trouw, het wit van de sterren vrede. Deze vlag was in gebruik tot en met 1978.
Omdat de huidige vlag van Micronesia duidelijk voortkomt uit die van het voormalige Trust-gebied, is Gonzalo Santos in feite ook de ‘vader’ van deze vlag.
Uiteraard hebben ook de vier federatieve staten elk hun eigen vlag:
Links: Vlag van Yap, een ontwerp van John Gilinung uit 1981 / Rechts: Vlag van Chuuk, een ontwerp van Ophin Reselap uit 1979Links: Vlag van Pohnpei, een ontwerp van Rosendo Alex uit 1977 / Rechts: Vlag van Kosrae, een ontwerp van Nena T. Lonno uit 1981
Europadag, ingevoerd in 1985, herdenkt het Schumanplan van 9 mei 1950, vandaag 71 jaar geleden. Op die dag bracht Robert Schuman, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk een plan naar buiten dat zou leiden tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Deze voorloper van de EU ging van start op 25 juli 1952 met de zes oer-leden van de huidige EU: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland (West-Duitsland) en Italië.
Een tweede organisatie werd door dezelfde landen in het leven geroepen op 25 maart 1957: de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA of Euratom). Het doel: het bevorderen van vreedzame toepassingen van atoomenergie.
Europese regeringsleiders bijeen om te vergaderen over de oprichting van Euratom en de EEG, v.l.n.r.: Achiel van Acker (België), Konrad Adenauer (West-Duitsland), Guy Mollet (Frankrijk), Antonio Segni (Italië), Willem Drees (Nederland) en Joseph Bech (Luxemburg)
Op 1 januari 1958 werd een derde laag opgericht: de EEG, de Europese Economische Gemeenschap, opnieuw door dezelfde zes landen. Er werd met de oprichting een gemeenschappelijke markt gecreëerd. De EEG zou uiteindelijk tot twaalf landen groeien.
De drie organisaties kwamen in 1967 samen onder één Raad, één Commissie en één budget. In 1993 werd middels het Verdrag van Maastricht de naam gewijzigd in Europese Gemeenschap (EG), na 2009 Europese Unie (EU). De organisatie heeft inmiddels 28 lidstaten. Nu de veelbesproken Brexit een feit is, is het aantal leden 27.
Vanwege de corona-pandemie, zal Europadag ook dit jaar grotendeels online gevierd worden. Zo is er een conferentie over de toekomst van Europa, die digitaal te volgen is, of om actief aan mee te doen, via celebrateeurope.net. Thema’s waar uit gekozen kan worden om over mee te praten beslaan een breed scala aan onderwerpen: -Klimaatverandering en milieu -Gezondheid -Een sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en werkgelegenheid -De EU in de wereld -Waarden en rechten, rechtstaat, veiligheid -Digitale transformatie -Europese democratie -Migratie -Onderwijs, cultuur, jeugdzaken en sport -Overige ideeën
De vlag(gen)
De EU-vlag (1985-heden)
De Europese Unie-vlag is officieel in gebruik sinds 1985, maar het ontwerp, een blauw vlak met twaalf gouden sterren in een cirkel, stamt al uit 1955. Het basis-idee kwam van de Fransman Arsène Heitz (1908-1989) en de Belg Paul Lévy (1910-2002) werkte het verder uit.
De twaalf sterren zijn puur symbolisch en staan dus niet voor het aantal lidstaten van destijds. Het is een getal wat in sommige culturen staat voor eenheid en perfectie. Verder komt het voor in het aantal uren op de klok, het aantal maanden in een jaar, het aantal tekens in de astrologische dierenriem. De sterren staan in een cirkel omdat die specifiek voor eenheid en gelijkheid staat.
Voorloper
Een directe voorloper van de EU-vlag is die van de Europese Beweging, opgericht op 17 juli 1947. In zekere zin is deze beweging dus óók een voorloper van de EU, maar toch ook weer niet helemaal.
De Europese Beweging was eigenlijk radicaler in zijn streven dan de EU (en zijn directe voorgangers) en was -en is!- kort door de bocht gezegd, voor een verregaande integratie. De beweging bestaat nog steeds en heet nu de European Movement International.
De oer-versie van de vlag van de Europese Beweging (links) en de uiteindelijke versie (rechts)
De vlag bestaat uit een grote groene letter E (voor Europa) op een wit veld. Dit ontwerp (waarschijnlijk door Churchill’s schoonzoon Ducan Sandys) was voor het eerst te zien als logo bij het Congres voor Europa in de Ridderzaal in Den Haag in mei 1948.
Overzicht van de Ridderzaal te Den Haag op 9 mei 1948 tijdens de speech van Winston Churchill, in aanwezigheid van Kroonprinses Juliana en Prins Bernhard en een giga-E op de schouw (screenshot)
Later dat jaar bij een vervolgvergadering in Straatsburg was de E weer present, maar nu in groen (voor hoop). Als vlag wapperde hij voor het eerst 1949 in Londen bij de European Economic Congress. Sommigen zagen niets in het idee van de beweging en noemden de vlag ‘Churchill’s onderbroek’. Churchill was namelijk een groot voorstander.
De E-vlag werd uiteindelijk niet als symbool gekozen door de EEG/EG/EU. De vlag bleef echter wel bestaan, zij het enigszins ‘slapend’.
Hij werd niet vaak gezien, maar af en toe dook hij toch weer op, zoals in juni 1985, toen in Milaan meer dan 100.000 mensen demonstreerden om hun steun te betuigen voor het Spinelli-verdrag (een poging om tot een Europese Federatie te komen; het verdrag haalde het niet).
Victory in Europe Day (V-dag in het Nederlands) is natuurlijk niet een typisch Londens feest of een exclusief Engelse aangelegenheid. Het markeert het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op 7 mei 1945 werd de capitulatie van het gehele Duitse leger in Reims getekend door generaal Alfred Jodl.
Krantenkoppen: ‘Vrijheid’ (links) en ‘Duitsland kapt ermee’ (rechts) (screenshots)VE Day in Londen
De volgende dag, 8 mei, was het nieuws algemeen bekend in Europa. In Londen liep de bevolking massaal uit en dromde samen voor Buckingham Palace waar premier Winston Churchill op het balkon toegejuicht werd, tesamen met de de Britse koninklijke familie.
8 mei 1945, het balkon van Buckingham Palace – Links: kroonprinses Elizabeth, Winston Churchill en koning George VI / Rechts: kroonprinses Elizabeth, koningin Elizabeth, Winston Churchill, koning George VI en prinses Margaret (screenshots)8 mei 1945 – Links: Mensen dansen op straat in Londen / Rechts: Grote drukte voor de hekken van Buckingham Palace tijdens de balkonscène (screenshots)8 mei 1945 – Links: Winston Chuchill zwaait naar de toegestroomde menigte / Rechts: Winston Churchill (hier op de rug gezien) toast op de overwinning in Whitehall (screenshots)
In sommige landen werd de bevrijding eerder gevierd, zoals Nederland en Denemarken (5 mei) of later, zoals in Rusland (9 mei), maar feest was het!
Feestelijkheden zijn in verband met de corona-crisis voornamelijk online. Zo zal bijvoorbeeld de RAF Association, een liefdadigheidsorganisatie, vanaf 10.00 uur een programma via zijn Facebook-pagina aanbieden, zoals een licht fitness-programma, een quiz en een singalong.
Links: Tommy-beeldje / Rechts: Vlag VE Day (beiden: Royal British Legion Industries)
De Royal British Legion Industries viert het met een veelheid aan koopwaar, zoals vlaggen, vlaggetjes, vlaglijnen, stickers, Tommy-beeldjes (verpersoonlijking van de Britse soldaat), t-shirts, speldjes en bierglazen. De organisatie vraagt om op deze dag de speciale vlaggen te laten wapperen, of de beeldjes voor het raam te zetten en de ramen vol te plakken met stickers.
De vlag
Vlag van The City of London
Omdat Londen een grote rol speelde in de Tweede Wereldoorlog vandaag de vlag van Engelands hoofdstad. Strikt genomen heeft Londen twee vlaggen: één (onofficieel!) voor Greater London, afgeleid van het inmiddels afgeschafte wapen van de Greater Coucil of London en één voor The City of London. Die laatste wappert vandaag.
V.l.n.r.: Het voormalige wapen van de Greater Coucil of London / Onofficiële vlag van Greater London / Vlag van Engeland
De vlag is vrijwel gelijk aan die van Engeland: een wit veld met een St. George’s cross(Sint Joriskruis) in rood. Het enige verschil is dat de vlag van Londen een rood zwaard heeft in het kanton. Het zwaard zou terug te voeren zijn op de beschermheilige van Londen, de heilige Paulus, die door het zwaard onthoofd werd. De Engelse vlag is al heel oud en gaat in ieder geval terug tot de 13e eeuw. Het is een van de drie vlaggen die over elkaar heen gelegd de vlag van het Verenigd koninkrijk vormen, de Union Flag of Union Jack.
Union Flag of Union Jack, de vlag van het Verenigd Koninkrijk
Op 7 mei 1259 verleende aartsbisschop Konrad von Hochstaden aan Keulen stapelrecht. In de Middeleeuwen was dit een belangrijk recht voor steden. Het hield in dat goederen die via een bepaalde stad vervoerd werden, daar gedurende een aantal dagen moesten worden opgeslagen en te koop aangeboden. In het geval van Keulen was dat drie dagen voor goederen die via de Rijn vervoerd werden.
V.l.n.r.: Konrad von Hochstaden (1198/1205-1261), illustratie in een 19e eeuws boek van de architectuur-auteur Max Hasak / Beeld van Konrad von Hochstaden (midden) aan het Rathaus van Keulen / De curieuze steunbeer onder het beeld van Konrad von Hochstaden, een knaap in een auto-fellatio-pose (!). Waarom dit beeldhouwwerk precies onder de figuur van Konrad van Hochstaden staat? Onbekend, maar waarschijnlijk toeval! (publiek domein)
Keulen was zeker niet de enige stad die dit recht had, In Duitsland waren dat onder meer Münden, Mainz, Maagdenburg, Frankfurt am Main, Berlijn en Erfurt. Veel Hanzesteden hadden het recht ook, zoals Rostock, Lübeck, Hamburg en Bremen. In Nederland had Dordrecht vanaf 1299 stapelrecht, net als o.a. de Hanzesteden Zwolle en Groningen stapelrecht. In Zeeland waren vier steden ‘lid van de club’: Middelburg, Vlissingen, Veere en Reimerswaal.
Keulen eind 15e eeuw uit “Scheldelschen Weltchronik” (publiek domein)
Het stapelrecht zorgde doorgaans voor een behoorlijke welvaart in een stad. In 1815 werd het op het Congres van Wenen afgeschaft.
De vlag
Vlag van Keulen
De vlag van Keulen bestaat uit 2 horizontale banen rood en wit, de Hanzekleuren. In het midden van de vlag is het stadswapen van Keulen geplaatst. Het is in de vorm van een wapenschild, waarbij de bovenkant (het schildhoofd) rood is en de rest van het schild (ongeveer tweederde) wit, opnieuw de Hanzekleuren dus. Overigens worden de kleuren rood en wit in de heraldiek aangeduid als keel en zilver.
Het rode schildhoofd toont drie gouden kronen, het witte veld elf hermelijnstaartjes verdeeld in rijen van vijf, vier en twee. De kronen verwijzen naar de Drie Koningen (ook wel de Drie Wijzen genaamd). Botresten van de wijzen worden als relikwieën sinds 1164 in de kathedraal van Keulen bewaard. Sinds die tijd heeft Keulen de kronen in zijn wapen.
De Heilige Ursula vlak voor zij dodelijk door een pijl wordt getroffen, net buiten de muren van Keulen, schildering op paneel van Hans Memling (1430/1440-1494) (detail van de Ursulaschrijn uit het Sint Jansklooster te Brugge)
De elf hermelijnstaartjes worden ook wel als ‘tranen’ aangeduid. Zij verwijzen naar de legende van de Heilige Ursula, die in 383 samen met haar tien vrouwelijke reisgenoten in Keulen door Atilla de Hun zou zijn vermoord. De elf tranen zijn sinds de 16e eeuw in het wapen opgenomen.
De vlag is overigens nooit exact omschreven en komt daarom in verschillende variaties voor, doch in basis verschillen ze alleen in detaileringen.
Vandaag 76 jaar geleden, op 5 mei 1945 werd de Duitse capitulatie getekend in Hotel De Wereld in Wageningen. Daarmee kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland. De bevrijding verliep in fases: op 12 september 1944 werden de eerste (Zuid-Limburgse) dorpen door Amerikaanse troepen bevrijd. Maastricht volgde twee dagen later. Diezelfde herfst volgde de bevrijding van Zuid-Nederland, met een hevige strijd in Zeeland, de Slag om de Schelde.
De Nederlandse vlag gaat in top boven de toren van het Stadhouderlijk Kwartier aan het Binnenhof, Den Haag (screenshot)
Noord- en Midden-Nederland gingen een hongerwinter tegemoet, de bevrijding daar kwam in de lente van 1945. En dan komen we weer op de 5e mei uit. Overigens was toen nog niet heel Nederland bevrijd: op de eilanden Texel en Schiermonnikoog kon de bevrijding pas op respectievelijk 20 mei en 11 juni worden gevierd.
Feestvierende burgers, mei 1945 (screenshots)Het laatste nummer van de Vliegende Hollander van 10 mei 1945 (deze krant werd vanaf mei 1943 door de RAF op hun weg naar Duitsland, gedropt boven Nederland)Warm onthaal van de bevrijders (screenshot)
Voor het tweede jaar op rij zal er vanwege de pandemie opnieuw een aangepast programma zijn. De 14 Bevrijdingsfestivals zijn via een livestream te zien: een afwisseling van zang, dans, muziek, theater en gesprekken over vrijheid. De Ambassadeurs van de Vrijheid zijn dit jaar Davina Michelle, Tino Martin en Jonna Fraser. Ze treden zelf ook op, net als Typhoon, Suzan & Freek en Milow.
De 5 mei-lezing wordt dit jaar uitgesproken door de Duitse bondskanselier Angela Merkel. Vanwege de corona-maatregelen zal ze niet zelf aanwezig zijn, maar via een video-verbinding vanuit Berlijn. De lezing staat gepland om 12.00 uur, vanuit het Kunstmuseum in Den Haag. Lijfelijk wél aanwezig is demissionair premier Mark Rutte, die na Merkel’s rede samen met haar en een aantal studenten in discussie gaat over het begrip ‘vrijheid’.
Bondskanselier Angela Merkel tijdens de 5 mei-lezing (screenshot)
De jaarlijkse H.M. van Randwijklezing in de Sint Jacobskerk in Vlissingen vindt dit jaar in een aangepaste versie plaats. In plaats van een lezing zal Clairy Polak drie eerdere sprekers interviewen: advocaat Inez Weski, cultuurhistoricus en auteur David van Reybrouck en journalist Peter Vandermeersch.
Commentaar overbodig! (screenshot)
Wat de vlag betreft: die gaat vandaag in top (zonder oranje wimpel).
De vlag
Vlag van Nederland
De Nederlandse vlag is een horizontale driekleur in rood-wit-blauw en stamt in oorsprong uit de 16e eeuwse vrijheidsstrijd onder Willem van Oranje tegen de Spaanse overheersers. De eerste versie is de Prinsenvlag, die verschillende verschijningsvormen kende, maar in het begin bijna altijd met oranje in plaats van het nu gebruikte rood.
De kleuren oranje, wit en blauw zelf zouden van de livreikleuren van Willem van Oranje kunnen komen, maar ook zijn er theorieën dat de kleuren ontleend zijn aan het wapen van Zeeland.
Portret van Willem van Oranje door Anthonie Mor, rond 1554
Zeker is in ieder geval dat geleidelijk aan, tussen 1597 en 1630 het oranje steeds meer werd vervangen door het rood. De reden daarvoor is waarschijnlijk dat de oranje baan in de vlag de neiging had te snel te verkleuren en daarmee bijna onzichtbaar werd. Ook op zee was de oranje baan in de vlag vaak moeilijk te onderscheiden. Rood had dat probleem als ‘sprekender’ kleur niet.
Pas op 19 februari 1937 werden de kleuren van de Nederlandse vlag bij Koninklijk Besluit vastgelegd: De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw. Op 16 augustus 1948 werden de kleuren ten behoeve van de marine iets exacter vastgesteld: helder vermiljoen, wit en kobaltblauw.
Op 4 mei vindt zoals ieder jaar de Nationale Dodenherdenking plaats. Tot 1961 was dit om de doden die tijdens de Tweede Wereldoorlog gevallen waren, te herdenken, maar vanaf dat jaar werd het breder getrokken en worden ook de gevallenen van andere militaire conflicten en vredesmissies herdacht.
Net ala vorig jaar zal de nationale herdenking in Amsterdam aangepast zijn vanwege de corona-pandemie. Voorafgaand aan de kranslegging is er van 18.50 uur tot 19.20 uur een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk. In aanwezigheid van de Koning en de Koningin. Hier houdt schrijfster Roxane van Iperen de 4 mei-voordracht Stemmen uit het diepe. Sopraan Laetitia Gerards verzorgt een optreden met enkele leden van het Metropole Orkest.
Zicht vanuit het Koninklijk Paleis op de Dam over de stad (screenshot)
Hierna volgt de plechtigheid bij het Nationaal Monument op de Dam. Het plein zal net als vorig jaar niet publiek toegankelijk zijn. De enige aanwezigen naast de kransleggers, sprekers en muzikanten, zijn de vertegenwoordigers van verschillende groepen oorlogsgetroffenen en nabestaanden.
De officiële delegatie met Koning en Koningin voorop, steekt het Damplein over, onder het wakend oog van het beeld Vrede, bovenop het timpaan van het Koninklijk Paleis (screenshot)
Vlak voor 20.00 uur zullen Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima als eersten een krans leggen bij het Nationaal Monument.
Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima bij de kranslegging (screenshot)
Aansluitend speelt adjudant John Bessems het Taptoe-signaal. Dit luidt de twee minuten stilte om 20.00 uur in, gevolgd door het volkslied.
Overzicht van het Damplein vanaf het Nationaal Monument, met het Koninklijk Paleis op de achtergrond (screenshot)Zicht op het Damplein vanuit de koepel van het Koninklijk Paleis, nog net zichtbaar het beeld Vrede met olijftak (screenshot)
Hierna zal spoken word-artiest Amara van der Elst spreken. Vorig jaar won ze de landelijke editie van De Kunstbende in de categorie Theater.
André van Duin tijdens zijn toespraak (links) en het moment waarop hij een luchtkus naar zijn in 2020 overleden partner Martin Elferink stuurt (rechts) (screenshots)
Na de kranslegging door de eerste generatie oorlogsgetroffenen zal André van Duin een toespraak houden, gevolgd door de kranslegging van de autoriteiten. Het slot van het programma is het defilé van de aanwezigen langs de kransen om 20.20 uur.
Vlagprotocol (voor tweede jaar op rij gewijzigd)
Normaliter: het vlagprotocol voor de 4e mei is verankerd in de officiële vlaghijsinstructie van de Rijksoverheid. Dat houdt in dat de vlag om 18.00 uur gehesen wordt. Bij het hijsen dient de vlag eerst tot bovenin de top te komen, om daarna zover te zakken tot er een ruimte ontstaat, waar theoretisch nog een vlag zou passen (de symbolische en onzichtbare vlag van de dood). Daarmee hangt de vlag halfstok.
Net als vorig jaar echter, is het vlagprotocol voor de Dodenherdenking van dit jaar aangepast. Dat houdt in dat iedereen die in het bezit is van een Nederlandse vlag, opgeroepen wordt die de HELE DAG, vanaf zonsopkomst, uit te hangen.
De vlag dient weer gestreken te worden tegen zonsondergang, waarbij ze opnieuw eerst weer in top gaat en daarna pas naar beneden.
Vlaggen halfstok bij de Hofvijver in Den Haag, met zicht op het Binnenhof (screenshot)
Op 4 mei wordt, zoals dat heet ‘uitgebreid’ gevlagd, wat inhoudt dat de vlag op alle Rijksgebouwen gehangen wordt.
NB: Voor de geschiedenis van de Nederlandse vlag: zie de post van morgen (Bevrijdingsdag)
De Grondwetsdag herdenkt de 3e mei 1791, toen de voor die tijd democratische grondwet werd ingevoerd, na een periode van onrust en anarchie in het Pools-Litouwse Gemenebest (de samensmelting van het Koninkrijk Polen met het Groothertogdom Litouwen in 1569).
Het Pools-Litouwse Gemenebest in zijn grootste omvang in 1618. De kleuren geven de verschillende grenzen aan die het gemenebest kende tussen 1569 en 1918. De huidige grenzen zijn in het gebied ingetekend met de namen van de landen ter identificatie.
De moderne grondwet was de Pruisische en Russische buren echter een doorn in het oog. Het leidde tot de Pools-Russische oorlog van 1792, waarbij de Russen het Gemenebest binnenvielen en tot de zogenaamde Tweede Verdeling van Polen in hetzelfde jaar, waarbij het Pools-Litouwse grondgebied grote delen land moest afstaan aan Rusland en Pruisen. En na de Derde Verdeling in 1795, waarbij opnieuw Rusland, Pruisen, maar nu ook Oostenrijk profiteerden, hield de Poolse (en Litouwse) soevereiniteit de facto op te bestaan tot 1918.
Tweede Poolse Republiek (1918-1939)
In april 1919 werd tijdens de Tweede Poolse Republiek de 3e mei ingevoerd als nationale feestdag. Vanaf de Tweede Wereldoorlog werd de viering verboden. Pas na de val van het communisme in 1989, werd de 3e mei opnieuw ingevoerd als nationale feestdag, voor het eerst in 1990. In 2007 sloot Litouwen zich bij Polen aan door de 3e mei ook als nationale feestdag in te voeren en sinds dat jaar vinden er ook gezamenlijke herdenkingen plaats.
Polen (1945-heden)
De 3e mei is een vrije dag in Polen met normaliter vele festiviteiten, parades, speeches en concerten. Uiteraard is dat met de nog voortdurende corona-crisis op een laag pitje gezet. In Chicago en omgeving, waar zich veel Poolse emigranten hadden gevestigd, wordt de dag al gevierd sinds 1892 en staat bekend als Polish Constitution Day, compleet met parades. Vanwege de pandemie ging de parade in 2020 niet door. Dit jaar kan er iets meer, maar merendeels zal het het online-event worden.
De Poolse vlag is een horizontale tweekleur in wit en rood en komt voor mét en zónder staatswapen. De kleuren rood en wit komen al in de tijd van het Hertogdom Warschau (1807-1815) voor, maar ook het Poolse wapen vertoont deze kleuren.
De Poolse vlag mét en zónder wapen
Vanaf 1830 is het wit-rood de officieuze Poolse vlag, vanaf 1918 officieel. De adelaar op het staatswapen (als wapen bekend sinds 1295) werd in 1944 van zijn kroon ontdaan, maar op 29 december 1989 kreeg hij hem weer terug, als teken van Polen’s hernieuwde soevereiniteit.