Tagarchief: Union Jack

Australië – Anzac Day / Anzac-dag (1916)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Anzac-dag is een officiële dag in zowel Australië als Nieuw-Zeeland, die zijn oorsprong in de Eerste Wereldoorlog heeft.
De naam “Anzac” komt van Australian and New Zealand Army Corps, een gecombineerde militaire eenheid van Australiërs en Nieuw-Zeelanders, opgericht in 1914. Soldaten van deze eenheid stonden bekend als Anzacs.

Kaart van een deel van het Ottomaanse Rijk waarop we zowel het Gallipoli-schiereiland zien (linksonder) alsmede Constantinopel (het tegenwoordige Istanboel) aan de Bosporus (net boven de Zee van Marmara), die uitkomt in de Zwarte Zee (© The Daily Telegraph, 1915, Sir George Grey Special Collections, Auckland Libraries, New Zealand Map 4866)

De dag van 25 april zelf grijpt terug op het jaar 1915, toen de Anzacs onderdeel waren een geallieerde poging om Constantinopel (nu Istanboel), de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk (nu Turkije) te veroveren en de zeeroute naar Rusland veilig te stellen.
De Turken waren in de Eerste Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland.
De opzet van de geallieerde troepen (naast Australië en Nieuw-Zeeland o.a. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Rusland en de Verenigde Staten) was om eerst het Gallipoli-schiereiland te veroveren, zodat de weg vrij zou zijn naar de Zwarte Zee.

Het Gallipoli-schiereiland (publiek domein)

De landing van de geallieerde troepen van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Australië en Nieuw-Zeeland op het schiereiland op die 25e april, waarbij men verwachtte snel te kunnen doorstoten richting Constantinopel. Dit bleek echter een misrekening.

Geallieerde landing op 25 april 1915 op het Gallipoli-schiereiland (foto: Charles Bean, gepubliceerd in “The Anzac Book”, Cassell Publishers, 1916)

Men had niet gerekend op grote tegenstand, maar het Ottomaanse leger, onder leiding van Mustafa Kemal (later bekend als Atatürk, de grondlegger en eerste president van het tegenwoordige Turkije), bleek niet te verslaan, de zomerhitte en winterkou deden de rest.
Wat een snelle expeditie had moeten worden, zou zich maar liefst acht maanden voortslepen en ging ten koste van grote aantallen slachtoffers aan beide zijden. Het restant van de geallieerde troepen werd in de loop van december 1915 en in de eerste dagen van 1916 teruggetrokken, de campagne was mislukt.

Ottomaanse bevelhebbers, vierde van links: Mustafa Kemal (Atatürk) (circa 1881-1938) (publiek domein)

Aan geallieerde zijde betrof het aantal doden ruim 51.000 en 120.000 gewonden. Aan Australische zijde ging het om 7.594 doden en 18.500 gewonden en aan Nieuw-Zeelandse zijde om 3.431 doden en 4.140 gewonden.
De cijfers aan de Ottomaanse kant waren vergelijkbaar: 56.643 doden en 97.007 gewonden.

25 april 1916, de eerste Anzac-dag in Australië: een optocht met uit Europa teruggekeerde militairen in Macquarie Street in Sydney (foto: George Bell / publiek domein)

De gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld maakten in zowel Australië als Nieuw-Zeeland diepe indruk en 25 april werd in beide landen al snel de dag waarop de doden herdacht werden.
Direct vanaf de eerste herdenking in 1916 werd de dag Anzac-dag genoemd.
Hoewel Australië de dag officieel als herdenkingsdag invoerde in 1921, duurde het tot 25 april 1927 voordat alle Australische staten de dag gezamenlijk vierden.

Australische troepen wachten op 25 maart 1941 in Alexandrié (Egypte) op het moment van inscheping met bestemming Griekenland, waar opnieuw samengewerkt zou worden met de Nieuw-Zeelanders (foto: George Silk)

Het was gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarin Australiërs en Nieuw-Zeelanders opnieuw actief aan de geallieerde strijd deelnamen, dat het in 1916 opgedoekte korps in Griekenland nieuw leven werd ingeblazen.
Vanaf 1942 wordt Anzac-dag jaarlijks herdacht bij het uit 1941 daterende Australian War Memorial in de hoofdstad Canberra.

Anzac-dag 2012 bij het Australian War Memorial in Canberra (foto: Kerry Olchin)

Hoewel de naam Australian and New Zealand Army Corps na de Tweede Wereldoorlog niet meer gebruikt werd, werd de militaire samenwerking tussen de twee landen gecontinueerd, waarbij de afkorting Anzac tegenwoordig tussen haakjes achter de naam van het desbetreffende korps of bataljon gezet wordt.

Anzac-dag poster (publiek domein)

De populariteit van de herdenkingsdag nam in de jaren vijftig tot en met tachtig van de vorige eeuw afnam, maar nam vanaf de jaren negentig juist weer toe.
Een bekende traditie op Anzac-dag is het “gunfire breakfast” (“geweervuur-ontbijt”), koffie met rum, een herinnering aan een ochtendritueel dat vaak vooraf ging voordat men ten strijde trok.
’s Middags marcheren militairen veelal in parades in steden en dorpen.

Australische soldaten van het 5th Battalion, Royal Australian Regiment, marcheren in een parade in het bij Darwin gelegen Palmerston, Northern Territory op Anzac-dag, 25 april 2013 (foto: 2nd Lt. Savannah Moyer)

Naast Nieuw-Zeeland en Australië is Anzac-dag ook een officiële herdenkingsdag in Tonga, Christmas Island, de Cocoseilanden, de Cookeilanden, Niue, Norfolkeiland en Tokelau.

Anzac-dag 2021 op Norfolkeiland met de bemanning van het Australisch marine-bevoorradingsschip de HMAS Sirius (foto: Defence Australia)
Kaart van Australië (© freeworldmaps.net)

De vlag

Australië - vlag
De vlag van Australië (1901-heden)

De Australische vlag is een zogenaamde Britse blue ensign, een egaal blauwe vlag met de Union Flag of Union Jack in het kanton. Ieder Gemenebest-land dat een blue ensign als nationale vlag voert, zoals Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld ook doet, gebruikt de vluchtzijde voor zijn eigen symbolen.

australie 01
V.l.n.r.: De Britse blue ensign / National Colonial Flag of Australia (1823/1824-1831) / Australian Federation Flag (1831-1901)

In 1823 of 1824 kreeg Australië voor het eerst z’n eigen vlag, de National Colonial Flag of Australia. De basis was de vlag van Engeland, een wit veld met het Saint George’s cross (Sint Joriskruis), de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton en vier witte sterren op de armen van het kruis (voor de vier grootste sterren van het Zuiderkruis-sterrenbeeld).
De directe opvolger hiervan was de Australian Federation Flag van 1831. Het kruis van de eerste vlag veranderde van rood naar blauw en er werd een ster toegevoegd, zodat het hele Zuiderkruis nu vertegenwoordigd was.
Er bleef echter vraag naar een geheel nieuwe vlag en net na de eeuwwisseling was het zover.

De ontwerpwedstrijd van 1901

De vlag kwam er na een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven op 29 april 1901. Er kwamen 32.823 inzendingen binnen en uiteindelijk werd er gekozen voor een combinatie van vijf inzendingen die heel erg op elkaar leken. Ze hadden alle de blue ensign als leeg canvas gekozen en dat vervolgens ‘beladen’ (zoals dat heet) met onder het kanton de Commonwealth Star, (toen nog met zes punten) voor de staten en territories, plus vijf sterren in het uitwaaiende gedeelte als symbool voor het Zuiderkruis-sterrenbeeld (de sterren Acrux, Becrux, Gacrux, Delta Crusis en Epsilon Crucis).

Australië - vlagcommissie
De vijf juryleden + twee officials, v.l.n.r.: Captain Edie, Captain Mitchell, J.S. Blackham (samensteller van de tentoonstelling), Captain Evans, Captain Clare, G. Stewart (heraldisch specialist) & Lieutenant Thompson

Het winnende ontwerp kon rekenen op £ 200* (nu zo’n € 17.852), maar omdat er vijf winnaars waren, moest het prijzengeld verdeeld worden en ontving ieder ‘slechts’ £ 40*  (€ 3.570).
*) In 1901 werd in Australië nog met het Britse pond sterling betaald, vanaf 1910 werd dat het Australische pond, in 1966 opgevolgd door de Australische dollar

Australië - Ivor William Evans.png
De jongste prijswinnaar: Ivor William Evans (1887-1960)
australie 03
Foto’s van de prijswinnaars gepubliceerd in de Review of Reviews, waarbij de redactie kennelijk geen foto van Ivor William Evans voorhanden had en daarom een foto van zijn vader publiceerde, v.l.n.r.: Evan Evans (vader van Ivor William Evans), Leslie John Hawkins (1883-1966) en Egbert John Nuttall (1866-1963)

De winnaars waren Ivor William Evans, een 14-jarige schooljongen uit Melbourne (de enige die ook echt een vlag had gemaakt, wellicht geholpen door zijn vader, die zelf vlaggenmaker was), Leslie John Hawkins, een tiener die in Sydney voor opticien studeerde, Egbert John Nuttall, een architect uit Melbourne, Annie Dorrington, een kunstenares uit Perth en William Stevens, een scheepsofficier uit Auckland, Nieuw-Zeeland.

australie 04
V.l.n.r.: Annie Dorrington (1866-1926) & William Stevens (1866-1928) / Het winnende ontwerp, toen nog met een zespuntige Commonwealth Star 
australie 11
Hedendaagse interesse in Ivor William Evans in stripvorm (© Department of the Prime Minister and Cabinet)

Gezien het aantal inzendingen werd besloten een tentoonstelling samen te stellen waar een groot aantal ontwerpen te bewonderen viel. In de Review of Reviews van 20 september 1901 verbaast de journalist die de expositie bezoekt zich over de diversiteit.

australie 06
De Review of Reviews van 20 september 1901 (© Australian National Flag Association) / De expositie (publiek domein)

Zo ontdekt hij naast de talloze Union Flags of Union Jacks die op de juiste wijze in het kanton zijn geplaatst ook exemplaren die alle andere hoeken van de vlag bezetten en zelfs een waarbij de Britse vlag uit elkaar getrokken is, met in iedere hoek een deel en een kaart van Australië en Nieuw-Zeeland in het midden en vier foto’s van passagiersschepen op de armen van het kruis.

Australië - Ontwerp met uit elaar getrokken Union Jack
De ‘uit elkaar getrokken’ Union Flag of Union Jack met Australië en Nieuw-Zeeland in het midden

De verslaggever vergaapt zich ook aan een ontwerp waar vanuit het uitwaaiende gedeelte van de vlag zes handen te zien zijn, die met hun wijsvingers allemaal wijzen naar de symbolische figuur van Britannia die “zich niet bewust lijkt te zijn van een gebrek aan winterkleding”. (Helaas lijkt hier geen foto van te zijn gemaakt).
En ook de kangoeroe was ruim vertegenwoordigd!

australie 05
Twee van de vele kangoeroe-ontwerpen

Op 3 september 1901 werd de vlag voor het eerst gehesen. Dat gebeurde bij de Royal Exhibition Building in Melbourne. De vrouw van de gouverneur-generaal, Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow, maakte de namen van de winnaars bekend en ontvouwde vervolgens de vlag, die toen op de koepel van het majestueuze gebouw werd gehesen.

australie 07
Links: Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow (1867-1937) / De Royal Exhibition Building te Melbourne, gebouwd 1879-1880, rond 1900

Een kleine wijziging was er op 8 december 1908, toen de Commonwealth Star van zes naar zeven punten ging, voor de Papoea’s en eventuele toekomstige territories. In de jaren daarna is er nog wat gemorreld met het aantal punten van de verschillende sterren, totdat in 1909 het ontwerp definitief was. Sindsdien is de vlag ongewijzigd.

Australië - vlag rood
De Australische red ensign (1901-heden)

Naast de blauwe versie van de vlag werd er ook een rode gemaakt, wat niet zo ongewoon is, zo’n red ensign wordt normaliter gebruikt door de koopvaardij. Het curieuze is dat dit in Australië  aanvankelijk niet zo was. Zowel de blauwe als rode versie werden door elkaar gebruikt, dus ook aan land. Op een gegeven moment waren er meer rode dan blauwe vlaggen in omloop.

Zo werd er ook onder een red ensign tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten in Europa. Een van deze vlaggen wapperde in 1917 bij het hoofdkwartier van Generaal William Birdwood aan het westelijk front.
Na de oorlog keerde de rode vlag terug en kreeg een plaatsje in de kathedraal van Newcastle in New South Wales. Na enkele tientallen jaren begon de vlag echter zo slecht te worden, dat ze in de opslag verdween. En vervolgens vergeten.
Tot enkele jaren geleden deken Stephen Williams van de kathedraal stuitte op een kartonnen doos bij het reorganiseren van de grote inloopkluis. In de doos zat een plastic zak, waarin een een andere plastic zak, die op zijn beurt een derde zak bleek te bevatten, waarin een onduidelijke bruinrode massa van iets dat wel op confetti leek.

Links: De vrijwel verteerde restanten van de zogenaamde Birdwood-vlag / Rechts: De oude vlag na de restauratie van 2017 (foto’s: Jake Sturmer)

Bij nadere beschouwing begon het te dagen dat dit wellicht de restanten van de historische red ensign waren. Die aanname was correct. De uit elkaar vallende zijden fragmenten werden overgedragen aan restaurateur Julian Bickersmith in Sydney, die meer oude vlaggen onder handen had gehad, maar nooit zoiets. Achttien maanden lang werkten Bickersmith en zijn team aan deze enorme puzzel.
In 2017 zat de klus erop en keerde de vlag terug naar de kathedraal, waar ze op 30 juli werd gezegend. De vlag staat nu bekend als de Birdwood-vlag.

Scheiding van blauw en rood

Vanaf de jaren ’40 van de vorige eeuw werd de blauwe versie gepropageerd als de enige juiste en in 1953 werd dit vastgelegd in de Flags Act, waarbij de rode versie aan de koopvaardij werd toegewezen.

Er zijn al diverse pogingen ondernomen om tot een nieuwe Australische vlag te komen, één zonder de Britse unievlag. Tot nu toe zijn die pogingen niet succesvol gebleken. In een enquête uit 2004 bleek 32% voorstander te zijn van een nieuwe vlag, maar een overgrote meerderheid van 57% was tegen, 11% had geen mening.

Uit een onderzoek van 2013, 9 jaar later dus, bleek op de vraag welk nationaal symbool het meeste betekent voor Australiërs, de vlag als eerste uit de bus te komen. 95% is trots op de vlag en 50% zelfs heel trots.

Overige vlaggen

Overigens kent Australië nog een aantal vlaggen, waarbij de twee luchtvaartvlaggen zijn afgeleid van de nationale vlag.

australie 08
V.l.n.r.: Royal Australian Air Force ensign (1982-heden) / Australian Civil Aviation ensign (1948-heden) / White ensign (1967-heden)

De eerste is de Royal Australian Air Force ensign. Twee eerder versies gingen hier aan vooraf in 1922 en 1948. De huidige versie werd ingevoerd op 6 mei 1982. De vlag is gelijk aan de nationale vlag, maar dan in luchtmacht-blauw. Rechtsonder in de vlucht is een rode kangoeroe op een wit veld in een blauwe cirkel geplaatst.

De tweede is de Australian Civil Aviation ensign, de burgerluchtvaart dus, waarvan de eerste versie in 1935 werd ingevoerd. De huidige vlag stamt uit 1948 en heeft dezelfde kleur als de luchtmachtvlag en de Britse vlag in het kanton, maar is verder duidelijk anders. Het veld wordt in vieren gedeeld door een blauw kruis met witte randen en de sterren van het Zuiderkruis zijn hier 45 graden gekanteld, waardoor de kleinste ster op de rechterkant van de balk staat.

De derde is de white ensign, vlag van de marine en tevens oorlogsvlag. Omdat het veld hier wit is zijn de sterren in blauw uitgevoerd. Deze vlag verving de eerste marinevlag die vanaf 1911 in gebruik was.

Qua ontwerp totaal anders is de vlag van de Australian Defense Force. Deze vlag werd in gebruik genomen op 14 april 2000 en is de vlag voor de gezamenlijke strijdkrachten. Het is een verticale driekleur in donkerblauw-rood-lichtblauw, met in het midden de volgende symbolen in geel: de Commonwealth Star en de boemerang staan voor Australië, het anker, de zwaarden en de gespreide vleugels voor marine, land- en luchtmacht.

australie 09
V.l.n.r.: Australian Defense Force Flag (2000-heden) / Aboriginese-vlag (1995-heden) / Torres Strait Islanders-vlag (1995-heden)

De vlag voor de Aborigines stamt uit 1971, maar werd pas officieel aangenomen op 14 juli 1995. Het is een horizontale tweekleur in zwart en donkerrood met een gele cirkel in het midden. De vlag werd ontworpen door Harold Thomas, zelf een Aborigine.
De kleur zwart staat voor de Aborigines, het roodbruin voor de kleur van de aarde en de gele cirkel symboliseert de zon.

En dan hebben we nog de Torres Strait Islander Flag, ontworpen door Bernard Namok in 1992, maar ook op 14 juli 1995 werd ingevoerd, op dezelfde dag als de vlag voor de Aborigines.
De Torres Straiteilanden bevinden zich tussen Cape York (de noordoostelijke punt van Australië) en Papoea-Nieuw-Guinea.
De vlag is een horizontale driekleur in groen-blauw-groen, waarbij de smalle groene banen van het blauw worden gescheiden door zwarte balken. In het midden in wit een traditionele hoofdtooi in wit met daar binnenin een witte vijfpuntige ster.

australie 12
V.l.n.r.: Locatie van de Torres Straiteilanden, tussen Cape York en Papoea-Nieuw-Guinea / Twee Torres Strait Islanders, ieder getooid met een dhari (© tbarttravels.com) / Een dhari in het Queensland Museum in Brisbane (foto: Jeff Wright)

De groene banen staan voor het grondgebied, het blauw voor de Torres Strait. De twee zwarte balken symboliseren de eilandbevolking, terwijl de de vijfpuntige ster voor de vijf eilandengroepen staat: Western, Eastern, Central, Port Kennedy en Mainland en hij staat tevens voor navigatie. De hoofdtooi, een dhari genaamd, staat voor de inheemse bevolking. De witte kleur van dhari en ster samen symboliseren vrede.

Het mysterie van de verdwenen vlag

Tot besluit: sinds begin 2017 is de Australian National Flag Association (ANFA) een zoektocht gestart naar de eerste officiële vlag die op 3 september 1901 op de koepel van de Royal Exhibition Building in Melbourne werd gehesen.
Niemand lijkt te weten wat er met deze historische vlag is gebeurd. De vlag zou aan een museum zijn geschonken, maar aanknopingspunten wanneer dat gebeurd zou zijn en om welk museum het gaat, zijn er niet.
Voorzitter Allan Pidgeon van de ANFA riep daarom ieder museum, archief en particulieren op naar het historische artefact te gaan zoeken.
De vlag is te herkennen aan de zespuntige Commonwealth Star en aan de afmetingen: de vlag zou 11 x 5,5 m groot zijn.

De allereerste vlag van Australië (voordat ze uit het zicht verdween!) (publiek domein)

Een paar jaar terug dook er een foto op van de verloren vlag, die volgens de beschrijving een aantal jaren ná het debuut in 1901 is genomen.
Helaas is de vlag tot op heden nog niet boven water (dus checkt allen uw zolders!).

Nieuw-Zeeland – Anzac Day / Rā o ngā Hōia / Anzac-dag (1916)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Anzac-dag is een officiële dag in zowel Nieuw-Zeeland als Australië, die zijn oorsprong in de Eerste Wereldoorlog heeft.
De naam “Anzac” komt van Australian and New Zealand Army Corps, een gecombineerde militaire eenheid van Australiërs en Nieuw-Zeelanders, opgericht in 1914. Soldaten van deze eenheid stonden bekend als Anzacs.

Kaart van een deel van het Ottomaanse Rijk waarop we zowel het Gallipoli-schiereiland zien (linksonder) alsmede Constantinopel (het tegenwoordige Istanboel) aan de Bosporus (net boven de Zee van Marmara), die uitkomt in de Zwarte Zee (© The Daily Telegraph, 1915, Sir George Grey Special Collections, Auckland Libraries, New Zealand Map 4866)

De dag van 25 april zelf grijpt terug op het jaar 1915, toen de Anzacs onderdeel waren een geallieerde poging om Constantinopel (nu Istanboel), de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk (nu Turkije) te veroveren en de zeeroute naar Rusland veilig te stellen.
De Turken waren in de Eerste Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland.
De opzet van de geallieerde troepen (naast Nieuw-Zeeland en Australië o.a. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Rusland en de Verenigde Staten) was om eerst het Gallipoli-schiereiland te veroveren, zodat de weg vrij zou zijn naar de Zwarte Zee.

Het Gallipoli-schiereiland (publiek domein)

De landing van de geallieerde troepen van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Australië op het schiereiland op die 25e april, waarbij men verwachtte snel te kunnen doorstoten richting Constantinopel. Dit bleek echter een misrekening.

Geallieerde landing op 25 april 1915 op het Gallipoli-schiereiland (foto: Charles Bean, gepubliceerd in “The Anzac Book”, Cassell Publishers, 1916)

Men had niet gerekend op grote tegenstand, maar het Ottomaanse leger, onder leiding van Mustafa Kemal (later bekend als Atatürk, de grondlegger en eerste president van het tegenwoordige Turkije), bleek niet te verslaan, de zomerhitte en winterkou deden de rest.
Wat een snelle expeditie had moeten worden, zou zich maar liefst acht maanden voortslepen en ging ten koste van grote aantallen slachtoffers aan beide zijden. Het restant van de geallieerde troepen werd in de loop van december 1915 en in de eerste dagen van 1916 teruggetrokken, de campagne was mislukt.

Ottomaanse bevelhebbers, vierde van links: Mustafa Kemal (Atatürk) (circa 1881-1938) (publiek domein)

Aan geallieerde zijde betrof het aantal doden ruim 51.000 en 120.000 gewonden. Aan Nieuw-Zeelandse zijde ging het om om 3.431 doden en 4.140 gewonden en aan Australische zijde om 7.594 doden en 18.500 gewonden.
De cijfers aan de Ottomaanse kant waren vergelijkbaar: 56.643 doden en 97.007 gewonden.

25 april 1916, de eerste Anzac-dag in Nieuw-Zeeland, hier in Petone, vlakbij Wellington (Collectie Alexander Turnbull Library, Wellington)

De gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld maakten in zowel Nieuw-Zeeland als in Australië diepe indruk en 25 april werd in beide landen al snel de dag waarop de doden herdacht werden.
Direct vanaf de eerste herdenking in 1916 werd de dag Anzac-dag genoemd.
Vanaf 1920 werd Anzac-dag een officiële wettelijk vastgestelde herdenkingsdag in Nieuw-Zeeland.
Het was gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarin Nieuw-Zeelanders en Australiërs opnieuw actief aan de geallieerde strijd deelnamen, dat het in 1916 opgedoekte korps in Griekenland nieuw leven werd ingeblazen.

Anzac-herdenkingspostzegel uit 1965 bij de 50-jarige herdenking van de landing op Gallipoli, op de zegel is de landingsplaats afgebeeld (© New Zealand Post Office)

Hoewel de naam Australian and New Zealand Army Corps na de Tweede Wereldoorlog niet meer gebruikt werd, werd de militaire samenwerking tussen de twee landen gecontinueerd, waarbij de afkorting Anzac tegenwoordig tussen haakjes achter de naam van het desbetreffende korps of bataljon gezet wordt.

Anzac-dag poster (publiek domein)

De populariteit van de herdenkingsdag nam in de jaren vijftig tot en met tachtig van de vorige eeuw af, o.a. te wijten aan het verbod op commerciële activiteiten, maar nam vanaf de jaren negentig juist weer toe, met het afschaffen van het verbod.
Een bekende traditie op Anzac-dag is het “gunfire breakfast” (“geweervuur-ontbijt”), koffie met rum, een herinnering aan een ochtendritueel dat vaak vooraf ging voordat men ten strijde trok.
’s Middags marcheren militairen veelal in parades in steden en dorpen.

Anzac-dag-herdenking bij het National War Memorial (1932) in Wellington (fotograaf onbekend)

Naast Nieuw-Zeeland en Australië is Anzac-dag ook een officiële herdenkingsdag in Tonga, Christmas Island, de Cocoseilanden, de Cookeilanden, Niue, Norfolkeiland en Tokelau.

Anzac-dag 2018 bij het Hooggerechtshof in Avarua, de hoofdstad van de Cookeilanden, rechtsboven is de vlag van de Cookeilanden nog net zichtbaar (fotograaf onbekend)
Kaart van Nieuw-Zeeland (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag van Nieuw-Zeeland (1869-heden)

De vlag van Nieuw-Zeeland is een Britse blue ensign met vier rode sterren aan de vluchtzijde.

Vanaf 1840 werd de Britse blue ensign gebruikt, een vlag met een blauw veld en de Union Flag of Union Jack in het kanton.

Links: Vlag van Nieuw-Zeeland (1840-1867), de blue ensign / Rechts: Vlag van Nieuw-Zeeland (1867-1869)

Vanaf 1867 werd aan de vluchtzijde een eigen symbool toegevoegd, NZ in rode letters, met een wit kader eromheen. Vanaf 23 oktober 1869 verschijnen dan de huidige sterren, die daarmee het NZ vervangen. Het was een ontwerp van de Nieuw-Zeelandse marine-officier Sir Albert Hastings Markham.

Links: Sir Albert Hastings Markham (1841-1918), foto uit 1904 (publiek domein) / Rechts: Leerlingen Jack en Rewi Moynihan hijsen de Nieuw-Zeelandse vlag bij de Shannon School (Noordereiland) in 1901 (publiek domein)

De vier rode sterren, wit omzoomd, stellen het sterrenbeeld Zuiderkruis voor. Net als in het sterrenbeeld worden de sterren naar onderlinge grootte afgebeeld: de grootste onderin, de kleinste aan de vluchtzijde en de overige twee daar net tussenin.
Het gaat dan om de sterren Acrux, Becrux (ook wel Mimosa genaamd), Gacrux en Delta Crucis. Een vijfde, kleinere ster, Epsilon Crucis, wordt wel afgebeeld op de Australische vlag, maar niet op de Nieuw-Zeelandse.

Links: Sterrenbeeld het Zuiderkruis / Rechts: Kaart van het Zuiderkruis (© IAU and Sky Telescope Magazine / Roger Sinnott & Rick Fienberg)

Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw gingen er steeds meer stemmen op voor een nieuwe vlag. Op 11 maart 2014 kondigde toenmalig premier John Key een referendum aan voor 2015, waarin het volk een keus had tussen vijf vlagontwerpen (de shortlist).
Op de 11e december kwam de winnaar uit de bus, de zogenaamde Silver Fern Flag, een ontwerp van Kyle Lockwood.

Links: De Silver Fern Flag / Rechts: Ontwerper Kyle Lockwood (1977) (© flag.govt.nz)

De silver fern (Cyathea dealbata), zilveren boomvaren in het Nederlands, is een van de symbolen van Nieuw-Zeeland. De varen verdeelt de vlag diagonaal in tweeën. Het vlak aan de broekingszijde is zwart, dat aan de vluchtzijde blauw met de gehandhaafde rode sterren uit 1869.

Tussen 3 en 24 maart 2016 werd vervolgens een 2e referendum gehouden, waarin de Nieuw-Zeelanders hun keus konden uitspreken voor de nieuwe Silver Fern Flag of voor handhaving van de ‘oude’ vlag.
De uitslag van dit referendum was 56,7% voor de bestaande vlag en 43,3% voor de nieuwe, waarbij dus alles bij het oude bleef.
Desalniettemin is de Silver Fern her en der in het straatbeeld te zien, weliswaar officieus, maar wel populair.

Links: Tino Rangatiratanga (Maori-vlag) / Rechts: Linda Munn, een van de ontwerpers van de vlag

Naast deze twee vlaggen is er nog een derde belangrijke vlag in Nieuw-Zeeland, nl. die van de Maori, de oorspronkelijke bewoners van het land (dat zij Aotearoa noemen). Deze vlag, Tino Rangatiratanga genaamd, werd in 1990 ontworpen door Hiraina Marsden, Jan Smith en Linda Munn. De traditionele kleuren van Nieuw-Zeeland, zwart, wit en rood zijn hier gebruikt (net als bij de Silver Fern).

De vlag laat een witte balk zien die op 1/3 van de broeking deels tot bijna een cirkel inkrult. Boven de balk is het veld zwart, eronder rood. Het symboliseert de natuurlijke balans, zoals actief/passief, mannelijk/vrouwelijk, aarde/lucht, enz.

Overige vlaggen

Naast deze vlaggen is er nog een fiks aantal andere vlaggen in gebruik in Nieuw-Zeeland. Hieronder een kleine dwarsdoorsnee:

Links: Red ensign van Nieuw-Zeeland (koopvaardijvlag) / Rechts: White ensign van Nieuw-Zeeland (marinevlag)
Links: Luchtmachtvlag van Nieuw-Zeeland / Rechts: Burgerluchtvaartvlag van Nieuw-Zeeland
Links: Politievlag van Nieuw-Zeeland / Rechts: Koninklijke standaard van Nieuw-Zeeland, met de gekroonde letter E van de vorig jaar overleden Koningin Elizabeth II

Verenigde Staten – Dutch-American Friendship Day / Nederlands-Amerikaanse Vriendschapsdag (1982)

Dit is een dag die meestal zonder enig feestgedruis komt en weer gaat, zonder dat iemand er erg in heeft.

Toch is het een feestdag die ooit officieel in het leven is geroepen en wel door wijlen president Reagan in 1982. Op 19 april dat jaar begon toenmalig koningin Beatrix haar staatsbezoek aan de V.S. Ze werd met pomp and circumstance zoals dat heet, ontvangen door het echtpaar Reagan in de tuin van het Witte Huis.

Koningin Beatrix houdt een toespraak op de South Lawn van het Witte Huis, met president Reagan links naast haar, links op de foto Prins Claus en First Lady Nancy Reagan, 19 april 1982 (screenshot).

Dat het staatsbezoek precies op 19 april 1982 begon was niet toevallig. Op diezelfde datum, precies 200 jaar eerder werd John Adams in de Staten Generaal te Den Haag ontvangen en geïnstalleerd als gevolmachtigd minister/ambassadeur van de toen 6 jaar oude onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika (toen nog 13 stuks) en maakte zijn opwachting bij stadhouder Willem V.

John Adams
John Adams (1735-1826), portret door Gilbert Stuart (1755-1828) (© foreignpolicy.com)

Adams bleef op zijn post tot en met 30 maart 1788 en keerde daarna terug naar de V.S. om er vice-president te worden onder president George Washington en vanaf 1789 tot en met 1797 als tweede president van de nog jonge republiek diende.

Akte van traktaat en vriendschap en commercie met een separate conventie te ‘s-Gravenhage, gesloten tussen de Staten Generaal en de Verenigde Staten van Amerika, ondertekend op 8 oktober 1782, waarmee Nederland (toen nog onder de naam Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) de V.S. officieel erkende, naast het lakzegel rechts zien we de handtekening van John Adams, de Nederlandse ondertekenaars zijn George van Randwyck, Bartolomeus van den Santheuvel, Pieter van Bleiswijk (de raadspensionaris), Willem Carel Hendrik van Lynden van Blitterswijk, Derk Jan van Heeckeren van Brandenburg,, Joan van Kuffeler, Frederik Gijsbert van Dedem en Herman Tjassens (Collectie Nationaal Archief, Den Haag)

In Reagan’s rede in 1982 memoreerde hij dat de ononderbroken relatie tussen Nederland en de Verenigde Staten de langste en vreedzaamste van alle Amerikaanse betrekkingen met andere landen was.

Vervolgens zei hij: ‘Als erkenning voor deze lange en vruchtbare relatie tussen onze landen en volken, stel ik hierbij de 19e april in als Dutch American Friendship Day en roep alle Amerikanen op deze dag in acht te nemen met daarvoor geschikte ceremonies en activiteiten’.

Het was waarschijnlijk het ene oor in en het andere uit bij de Amerikanen (én de Nederlanders dito trouwens), want het is een van die sluimerende herdenkingsdagen die wel op papier bestaan en verder slechts bij een handjevol mensen bekend is.

De vlag

Vlag van de Verenigde Staten van Amerika (The Stars and Stripes), 1960-heden

De vlag van de Verenigde Staten is ongetwijfeld één van de bekendste in de wereld. Hij begon z’n leven als Britse vlag, de 13 rood-witte strepen waren in die vlag al aanwezig, maar het blauwe vlak aan de broekingszijde, waar nu de 50 sterren te zien zijn, bevatte toen de Engelse vlag.

Links: Grand Union Flag (1775-1777) / Rechts: Replica van de Grand Union Flag (publiek domein)

Op 14 juni 1777 werd de vlag officieel veranderd, de Engelse vlag werd uit het kanton verwijderd. Ervoor in de plaats kwamen 13 sterren, die net als de strepen voor de 13 koloniën stonden.
In de Flag Resolution werd echter niet gespecificeerd hoe de vlag er precies uit diende te zien. In plaats van 7 rode en 6 witte strepen, konden het ook 6 rode en 7 witte strepen zijn.
Ook de rangschikking van de sterren stond niet vast, waardoor er verschillende versies ontstonden, zoals de voorbeelden hieronder: de Francis Hopkinson-variant en de Betsy Ross-versie.

Links: Francis Hopkinson (1737-1791) door een onbekende artiest, waarschijnlijk vóór 1850 (publiek domein) / Rechts: Betsy Ross (1752-1836), detail uit een chromolithografie uit 1893 door Charles W. Weisgeber (1856-1932) afkomstig uit “Birth of our nation’s flag” (publiek domein)

Francis Hopkinson was vlaggenontwerper (maar ook auteur en componist) bij de Marine, Betsy Ross uit Philadelphia was een stoffeerder voor het Continentale leger en produceerde uniformen, tenten en vlaggen.

Twee vlaggen uit de periode 1777-1795 – Links: De Francis Hopkinson-variant / Rechts: De Betsy Ross-variant

Toen in 1795 twee nieuwe staten zich bij de Unie voegden werd de vlag opnieuw veranderd: nu met 15 rood-witte strepen en 15 sterren.

Links: Versie met 15 sterren en 15 strepen (1795-1818) / Rechts: Versie met 20 sterren en 13 strepen (1818-1819)

Het volgende ontwerp dateert van 1817: inmiddels waren nog eens vijf nieuwe staten toegetreden, maar men leek het wat te gortig te vinden nog meer strepen toe te voegen. Er werd besloten terug te keren naar de oorspronkelijke 13 strepen en alleen het aantal sterren uit te breiden naar 20. Deze vlag werd officieel ingevoerd op 4 juli 1818.

Sinds die tijd zijn met het toetreden van steeds meer staten dus alleen sterren toegevoegd in het kanton.
Hawaii was de laatste staat tot nu toe in 1959. Het huidige model met 50 sterren werd ingevoerd op 4 juli 1960.

Amerikaanse postzegels met de vlag erop zijn er in vele soorten en maten, links: First-Class postzegel uit 2007, rechts: Postzegel uit 2019, ontwerp van Antonio Alcala

Belize – Baron Bliss Day / Baron Bliss-dag (1927)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Vandaag viert Belize Baron Bliss Day, een officiële feestdag. De dag werd ingesteld kort na de dood van Henry Edward Ernest Victor Bliss, 4e baron van Bliss in 1926, toen het land nog bekend stond onder de naam Brits Honduras.

Belize map
Locatie Belize (© slickrock.com)

In 1964 kreeg de toenmalige Britse kolonie zelfbestuur. In 1973 werd de naam van het land in Belize veranderd, waarna het op 21 september 1981 onafhankelijk werd.

Kaart van Belize (© freeworldmaps.net)

Terug naar de baron van Bliss. Geboren in 1869 in Buckinghamshire in Engeland, raakte hij in 1911 deels verlamd, waarschijnlijk door polio en kwam daardoor in een rolstoel terecht. Hij had inmiddels zakelijk goed geboerd en zat er mede door de erfenis van zijn vader (die in 1890 was overleden) warmpjes bij.

Zijn grootste hobby was zeilen en in 1920 liet hij z’n vrouw in Engeland achter om aan een lange zeiltocht te beginnen. Of hij van tevoren wist dat hij niet meer terug zou keren is niet bekend, maar dat is wel wat er gebeurde!

Baron Bliss (1869-1926) (© guidetobelize.info)

De baron zeilde naar het Caribisch gebied en heeft die regio nooit meer verlaten. Hij woonde vervolgens vijf jaar op de Bahamas en vertrok toen naar Trinidad. Hier bleef hij maar kort en op het moment dat hij weer vertrok, had hij een ernstige voedselvergiftiging opgelopen. Nadat hij op Jamaica weer enigszins hersteld was, besloot hij op een uitnodiging in te gaan van zijn vriend Willoughby Bullock, procureur-generaal in Brits Honduras.

Baron Bliss in zijn rolstoel op zijn jacht de Sea King (publiek domein)

Zodoende arriveerde Bliss op 14 januari 1926 in de haven van Belize City. Zijn gezondheid verbeterde verder en in de weken daarna verkende hij de kust van de Britse kolonie en gaf zich over aan zijn hobby: vissen. Hij voelde zich helemaal in zijn element.

Baron Bliss op de Sea King (publiek domein)

Helaas zou dat niet lang duren. In de tweede week van februari werd hij ziek en artsen stelden vast dat hij niet lang meer te leven had. Op 17 februari veranderde hij zijn testament en liet vastleggen dat het grootste deel van zijn fortuin zou worden nagelaten aan Brits Honduras. Op 9 maart overleed hij op zijn boot, waarna hij begraven werd in Belize City.

Links: Baron Bliss Light een uit 1885 daterende vuurtoren van 16m hoogte, in Belize City, na de dood van de baron naar hem vernoemd (© belezenen.com) / Rechts: Graf van Baron Bliss naast de vuurtoren, geheel volgens zijn laatste wens werd hij vlakbij zee begraven in de buurt van een vuurtoren (© stereoscopie.fr)

Na aftrek van inkomstenbelasting voor de Britse schatkist en toelages voor zijn vrouw en personeel, bleef er ruim een half miljoen pond over voor Brits Honduras. Dit geld werd vastgezet in een trustfonds, waarbij een deel hiervan in aandelen werd belegd. Van de rente werden (en worden) allerlei projecten in Brits Honduras/Belize betaald, waarvan vooral de gezondheidszorg en het onderwijs geprofiteerd hebben.

Een vast vedrag was bestemd voor een jaarlijkse zeilwedstrijd en die wordt tot op heden nog steeds gehouden op Baron Bliss Day.
Sinds 2010 staat deze dag ook bekend onder de naam National Heroes and Benefactors Day (Nationale Helden en Weldoeners-dag), maar dat ligt toch minder makkelijk in de mond!

De vlag

Vlag van Belize (1981-heden)

De vlag is blauw met het staatswapen in het midden en twee rode banen, boven en onder.

Vanaf 1870 tot aan de onafhankelijkheid in 1981 gebruikte Brits Honduras (Belize vanaf 1973) een Britse blue ensign, met de Union Flag of Union Jack in het kanton en het symbool voor de kolonie (de zogenaamde badge) op het uitwaaiende gedeelte.

Vlag Brits Honduras tot 1981
Vlag van Brits Honduras/Belize 1870-1981

De badge is een in drieën gedeeld schild, waarop linksboven opnieuw de Union Flag of Union Jack, rechtsboven vier werktuigen (twee bijlen en twee zagen) en onderin een driemaster met volle zeilen en de red ensign (de Britse handelsvlag) voerend. Dit geheel vormde de ‘kleine’ versie van het staatswapen. Het ‘grote’ wapen is uitgebreider met o.a. twee schildhouders en een wapenspreuk.

Badge Brits Honduras
Badge van Brits Honduras

De huidige vlag is bijna identiek aan de vlag die vanaf 1950 gevoerd werd door de People’s United Party (PUP), die streefde naar onafhankelijkheid van de toenmalige kolonie. Die vlag was blauw met daarop het ‘grote’ staatswapen.
Sinds 1967 is het wapen enigszins aangepast, dus laten we daar eerst eens naar kijken:

Vlag PUP
De onofficiële vlag van Brits Honduras/Belize van de PUP (1950), voorloper van de huidige vlag

De eerste versie van het ‘grote’ rijkswapen werd ingesteld op 28 januari 1907. De verschillen vanaf 1967 in het ‘kleine’ wapenschild: de Union Flag of Union Jack is verdwenen. Er zijn nog steeds vier werktuigen te zien, maar nu verdeeld over de twee bovenste schildvakken. In plaats van twee bijlen en twee zagen zien we nu een voorhamer en een roeispaan (linksboven) en een zaag en een bijl (rechtsboven). Het schip onderin is gehandhaafd.

Belize groot wapen
Het rijkswapen van Brits Honduras/Belize, 1967-heden

De twee schildhouders zijn heel ongebruikelijk: het zijn twee personen met ontbloot bovenlijf, die tot 1967 een bruine huidskleur hadden en nu blank (soms ook geel) en bruin gekleurd zijn. De linker man heeft een bijl over zijn schouder, de rechter een roeispaan. Samen met het schild zijn ze op een ondergrond van gras geplaatst.

Mahonieboom Swietenia mahagoni (publiek domein)

Boven het schild torent een mahonieboom en de onderkant wordt gevormd door een witte banderol met daarop de tekst Sub umbra floreo (Ik bloei in de schaduw). Het wapen wordt omkranst door een cirkel van 25 bladeren.

Bladeren van de mahonieboom (publiek domein)

Veel van de symboliek heeft te maken met de houtindustrie en dan speciaal die in mahoniehout.

Mahoniehout (publiek domein)

Bij de onafhankelijkheid in 1981 werden twee smalle horizontale banen toegevoegd, één boven, één onder, voor de oppositiepartij, de United Democratic Party (UDP).

Wales – Dydd Gwyl Dewi Sant / Saint David’s Day / Sint Davidsdag

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

1 maart is de nationale feestdag van Wales. Het is de dag waarop (volgens de overlevering) Sint David stierf in 569, maar andere bronnen vermelden 588 of 589. Tijdens zijn leven stichtte hij een Keltische kloostergemeenschap in Glyn Rhosyn, in het westen van Pembrokeshire, waar nu St. David’s Cathedral staat.

St David's Cathedral
Saint David’s Cathedral (© britannia.com)

Sinds de 18e eeuw wordt 1 maart als een feestdag gevierd in Wales, hoewel de verering van Sint David op die dag al eeuwen plaatsvond.

Sint David
Sint David – detail van een gebrandschilderd raam van William Burgess (1827-1881) in Castell Coch in Cardiff

De dag wordt gevierd met optochten en parades die cultuur en erfgoed van Wales laten zien, de grootste daarvan wordt gehouden in Cardiff.

Unknown
Optocht op Saint David’s Day in Cardiff, de Welshe hoofdstad (© stdavidsday.com)

Naast de Welshe vlag, die overal te zien is, is ook de vlag van Sint David zelf aanwezig, een zwarte vlag met een geel liggend kruis.

Vlag Sint David
Vlag van Sint David

De vlag

Vlag van Wales (1953-heden)

De vlag van Wales heeft een naam, hij heet Y Draig Goch (De Rode Draak) en het is duidelijk waarom. De draak vult het hele vlagdoek tegen een horizontaal in tweeën gedeelde achtergrond van wit en groen. De draak is als symbool van Wales terug te voeren tot de 4e eeuw, vanaf de 7e eeuw werd het als symbool geadopteerd door Cadwaladr, koning van Gwynedd.

Cadwaladr
Koning Cadwaladr (± 655-682), gebrandschilderd raam in de Saint Cadwaladr-kerk in Llanggadwaladr, Anglesey (© stainedglass.llgc.org.uk)

De draak komt in ieder geval vanaf 1807 op een vlag voor, maar dan op een geheel wit veld. In 1953 wordt dit veranderd in twee banen van wit en groen.

vlag-wales-1807
Vlag van Wales (1807-1953)

De kleuren wit en groen zijn die van het Welshe vorstenhuis Llewellyn, maar ook van de Engelse Tudors. De vlag werd op 23 februari 1959 officieel erkend.

Kaart van Wales (© freeworldmaps.net)

Hoewel de vlaggen van Engeland, Schotland en Noord-Ierland de Britse Unievlag (Union Flag  of Union Jack) vormen, komt Wales niet op die vlag voor. De reden daarvoor is dat Wales reeds eeuwen daarvoor was ingelijfd als integraal onderdeel van het koninkrijk Engeland.

Union Flag
De Britse Union Flag of Union Jack

Canada – Flag Day / Jour du Drapeau / Vlagdag (1996)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vlagdag in Canada herdenkt dat de huidige Maple Leaf Flag voor het eerst werd gehesen in 1965.
De feestdag zelf bestaat echter pas sinds 1996 bij Koninklijk Besluit, ingebracht door Gouverneur-Generaal Roméo LeBlanc, na een voorstel van premier Jean Chrétien.
Hoewel deze dag een officiële feestdag is, is het geen vrije dag voor de Canadezen

Kaart van Canada (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag Canada
Vlag van Canada (1965-heden)

Tussen 1868 en 1965 voerde Canada als vlag een red ensign, een rode vlag met in het kanton de Britse Union Flag of Union Jack. Op het uitwaaiende gedeelte was het Canadese wapen afgebeeld.
In totaal waren er drie versies van deze vlag, omdat zowel in 1921 als in 1957 het wapen gewijzigd werd, waardoor dus ook de vlag aangepast diende te worden.

canada drie vlaggen
De drie Canadese red ensigns, van links naar rechts: 1868-1921, 1921-1957 en 1957-1965 (zoek de verschillen!)

Vanaf 1963 kwam er een discussie op gang om het Britse model te vervangen voor een eigen ontwerp. In 1964 culmineerde dit in het zogenaamde Great Flag Debate. Een belangrijk punt van aandacht waren de te gebruiken symbolen: moest de Britse Unievlag er opnieuw bij? Of de fleur-de-lys voor de Franstalige Canadezen? Men wilde liever geen Frans-Canadese en Engels-Canadese sentimenten aanwakkeren.
Uiteindelijk werd er voor een symbool gekozen dat in alle versies van het staatswapen voorkwam: de maple leaf (esdoornblad) en waar de meesten zich in konden vinden. In het wapen kwam (en komt nog steeds) de maple leaf voor met drie bladeren. Voor de vlag werd voor een enkel blad gekozen.

george stanley
George F.G. Stanley (1907-2002), ontwerper van de Canadese vlag (© Canadian Encyclopedia)

Na 6 maanden van discussies en 33 politieke debatten werd uit de ruim 4000 ontwerpen die van historicus en schrijver George Stanley op 15 december 1964 goedgekeurd in het Canadese House of Commons, met 163 stemmen voor en 78 tegen.

Als officieel staatshoofd van Canada had Koningin Elizabeth II het laatste woord, hoewel dat strikt genomen niet meer dan een formaliteit was. Op 28 januari 1965 echter werd de koninklijke goedkeuring gegeven en op 15 februari dat jaar werd de vlag voor het eerst gehesen op Parliament Hill in Ottawa.

debuut
Het debuut van de vlag op 15-2-1965, Parliament Hill, Ottawa (© National Film Board of Canada)

Malta – Festa Nawfraġju San Pawl / Feast of Saint Paul’s Shipwreck / Feest van de Schipbreuk van Sint Paulus (60 na Chr.)

De 10e februari is een Maltese feestdag en herinnert aan de schipbreuk van de apostel Paulus (ca. 3 na Chr.-ca 64 na Chr.).

Paulus was een vroeg-christelijk kerkleider. In het jaar 57 werd hij in Jeruzalem gearresteerd na beschuldigingen dat hij heidenen in de Tempel had toegelaten.

Hij werd gevangengezet in de havenstad Caesarea (vlakbij het tegenwoordige Haifa) en eind 59 werd hij met enkele andere gevangenen op een Romeins schip gezet om in Rome berecht te worden.

Het schip kwam echter in een storm terecht voor de kust van Malta en leed schipbreuk. De eilanders vingen de drenkelingen gastvrij op.

Paulus2
Paulus dankt God na de schipbreuk (lllustratie door onbekende kunstenaar, naar een gravure van Gustave Doré uit circa 1880, publiek domein)

Grote verbazing onder de Maltezers toen Paulus, terwijl hij een vuur maakte, door een giftige slang in zijn hand werd gebeten, maar hij daar totaal geen last van ondervond.

Paulus
Schilderij van Cornelis Troost (1696-1750): Paulus wordt gebeten door de slang (publiek domein)

Reputatie als een heelmeester kreeg hij kort daarna, toen hij de ernstig zieke vader van de Maltese gouverneur Publius door handoplegging genas. Ook andere zieken werden door hem op deze manier genezen.

Drie maanden later, als de winter voorbij is, wordt de reis in 60 voortgezet, waarna Rome wordt bereikt. Om het verhaal af te maken: Paulus verbleef er nog een paar jaar onder huisarrest, totdat hij bij zijn proces schuldig werd bevonden en werd onthoofd.

Processie in hoofdstad Valletta (publiek domein)

Deze dag wordt doorgaans gevierd met Kerkdiensten, processies en familiebijeenkomsten.

De vlag

Vlag Malta (1964-heden)

Voor de onafhankelijkheid in 1964 was Malta een Britse Kroonkolonie en had het een hele trits aan vlaggen, waarbij de eerste een Britse red ensign is met een St. George’s Cross en de vier overige blue ensigns zijn met verschillende badges in het uitwaaiende gedeelte, hoewel twee ervan alleen op details verschillen.

vlaggenparade malta
De Maltese kroonkolonie-vlaggenparade, van links naar rechts: vlag tot 1875, 1875-1898, 1898-1923, 1923-1943, 1943-1964

De huidige vlag van Malta is ingevoerd op bij de onafhankelijkheid op 21 september 1964. Het is een verticale tweekleur, wit aan de broekingszijde, rood aan de vlucht. In de bovenhoek van de broekingszijde is het George Cross afgebeeld.

De kleuren wit en rood gaan ruim negen eeuwen terug: het zijn de kleuren van de Normandische graaf Roger de Hauteville, die in 1090 het eiland bezette. Hij is beter bekend als Roger I van Sicilië (van 1071 tot 1101 was hij grootgraaf van Sicilië).

Het George Cross (Sint Joriskruis) werd Malta door koning George VI verleend op 15 april 1942. Het is de hoogste Britse niet-militaire onderscheiding. Het was bedoeld als huldeblijk aan de bevolking voor de betoonde moed tijdens Duitse en Italiaanse luchtaanvallen.

Links: het George Cross / Rechts: Malta bestaat uit het gelijknamige hoofdeiland plus Gozo en het kleine Comino (© freeworldmaps.net)

De onderscheiding werd ingesteld door koning George VI op 24 september 1940 en wordt maar zelden verleend. Het kruis is zilverkleurig, met armen van gelijke lengte. In een cirkel middenin het kruis is de beeltenis van Sint Joris te zien terwijl hij de draak verslaat. Het randschrift rond de afbeelding luidt: For gallantry (Voor dapperheid).

Sri Lanka – නිදහස් දිනය / Onafhankelijkheidsdag (1948)

Op 4 februari 1948 eindigde de koloniale Britse tijd en werd Sri Lanka (toen nog Ceylon geheten) een onafhankelijk dominion binnen het Gemenebest, vandaag dus 75 jaar geleden.

Onafhankelijkheidsceremonie op 4 februari 1948 in de Independence Hall in Colombo (publiek domein)

In 1972 werd de staatsvorm gewijzigd: het land werd een republiek binnen het Gemenebest en veranderde de naam in Sri Lanka, wat zoveel als ‘schitterend eiland’ betekent.

De vlag

Vlag van Sri Lanka (1972-heden)

De vlag van Sri Lanka heeft een geel (gouden) veld met twee vakken: het kleinere veld aan de broekingszijde heeft twee balken in groen en saffraan, het grotere vlak is kastanjebruin met een naar de broeking gekeerde gele (gouden) leeuw met een opgeheven zwaard in een van zijn klauwen. In de hoeken van dit grotere veld vier bladeren van de bodhiboom, diagonaal naar elkaar toegekeerd.

Tot 4 februari 1948 had Ceylon als Britse kolonie een blue ensign (met de Union Jack of Union Flag in het kanton). In het uitwaaiende gedeelte het toenmalige symbool voor Ceylon: een olifant voor een zogenaamde dagoba, een koepelvormig bouwwerk met relieken van Boeddha of van een heilige.

Blue ensign van Brits Ceylon (1815-1948)
Badge Ceylon
Het symbool (“badge”) voor Ceylon op de blue ensign

Op die bewuste 4e februari werd de eigen vlag voor het eerst gehesen en wel om 07.30 precies, precies zoals astrologen het hadden uitgerekend.

Vlag van het dominion Ceylon (1948-1951)

De vlag van 1948 lijkt op de huidige vlag, maar dan zonder de verticale banen aan de broeking.
Het hele beeld werd gevuld met de gouden leeuw met zwaard in een van de klauwen. Dit was de vlag van het Singhalese koninkrijk Kandy (in gebruik tot 1815).
De vlag ondervond vanaf 1948 onmiddellijk veel kritiek van de moslims en de Tamils. Beide groepen voelden zich niet vertegenwoordigd.

Vlag van het dominion Ceylon (1951-1972)

Nadat een commissie zich over de kwestie gebogen had, werden in 1951 de twee vertikale banen toegevoegd. Groen voor de moslimgemeenschap, oranje voor de Tamils.

Links: Een bodhiboom, ook wel banyan genaamd (Ficus religiosa) (© publiek domein) / Rechts: Blad van de bodhiboom (© publiek domein)

In 1972 werd met de naamsverandering van Ceylon naar Sri Lanka ook de vlag weer aangepast. De vier boeddhistische torenspitsjes die in de hoeken van het veld met de gouden leeuw diagonaal naar elkaar toewezen, werden vervangen door vier bladeren van de bodhiboom (ook wel banyan genaamd), een binnen het hindoeïsme heilige boom. Vanaf 1978 worden deze bladeren ‘naturalistischer’ afgebeeld. Sinds die tijd is de vlag onveranderd.

Noord-Ierland – Domhnach na Fola / Bloody Sunday (1972)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Bloody Sunday is de naam die werd gegeven aan zondag 30 januari 1972, toen het Britse leger 26 ongewapende demonstranten neerschoot in Derry, Noord-Ierland’s tweede stad.
De dag staat ook wel bekend onder de naam Bogside Massacre (Bogside Bloedbad), naar het stadsdeel Bogside waar dit alles plaatsvond.

Overzichtskaart van een deel van de wijk Bogside in Derry ten tijde van het bloedbad, met de namen van de doden en gewonden (© PA Graphics)

Op die 30e januari 1972, vandaag 51 jaar geleden, vond er een door de Britten verboden demonstratie voor burgerrechten plaats, meer specifiek tegen het zonder proces gevangenzetten van personen die het Britse leger verdacht van banden met de Irish Republican Army (IRA), een militante organisatie die strijd voerde voor aansluiting van Noord-Ierland bij de Ierse Republiek.
De demonstratie was geïnitieerd door de protestantse politicus Ivan Cooper en georganiseerd door de Northern Ireland Civil Rights Association (NICRA) en hoewel er ook protestanten meeliepen was het merendeel van de betogers katholiek.

De demonstratie vóór het bloedbad (fotograaf onbekend)

De demonstratie, die van Bishop’s Field naar de Guildhall in het centrum van Derry had moeten lopen, bestond uit zo’n 10.000 tot 15.000 mensen.
Toen het Britse leger de demonstratie kort na vier uur ’s middags de toegang tot het centrum probeerde te ontzeggen met opgeworpen barricades, ging het mis, de spanning liep op en er ontstonden schermutselingen, die uiteindelijk uitmondden in de schietpartij door het 1st Batallion Parachute Regiment.

Father Edward Daly (1933-2016) wappert met een bebloede witte vlag om de gewonde Jackie Duddy (17) doorgang te verlenen., kort hierna zou Duddy overlijden en Father Daly hem de laatste sacramenten geven (screenshot)

26 jongens en mannen raakten gewond, waarvan er 13 overleden (een 14e slachtoffer bezweek vier maanden later alsnog aan zijn verwondingen).
Veel van de slachtoffers werden in de rug door kogels geraakt toen ze op de vlucht sloegen, anderen terwijl ze trachtten gewonden te helpen.
Gewonden vielen er door rondvliegende scherven, kogels, rubberkogels en de wapenstok. Twee mensen werden omver gereden door legervoertuigen.
Alle slachtoffers waren katholiek.

De veertien slachtoffers van Bloody Sunday (publiek domein)
Voorpagina van de Irish Independent van 31 januari 1972 (© Irish Independent)

De onderzoeken

Twee dagen hierna besloot de regering in Londen dat er een officieel onderzoek moest komen naar het bloedbad.
Het rapport van dit onderzoek, het Widgery Inquiry (naar de Lord Chief Justice Widgery), verscheen ongewoon snel, al op 19 april.
De belangrijkste conclusie was dat de militairen “niet schuldig” konden worden geacht aan de dood van de slachtoffers. Volgens de Lord Chief Justice kon de soldaten wel “roekeloos” gedrag worden verweten, maar deze diskwalificatie bleef zonder strafrechtelijke gevolgen.

Links: Het Widgery Inquiry uit 1972 (publiek domein) / Rechts: John Passmore Widgery (1931-1981), Lord Chief Justice of England and Wales (publiek domein)

Het rapport werd door velen in Noord-Ierland met ongeloof ontvangen en werd gezien als ‘witwas”-actie. Op veel muren in de regio verscheen de leus “Widgery washes whiter”.

Aan de vooravond van het Goedevrijdagakkoord van 1998 (een belangrijke stap in het Noord-Ierse vredesproces), werd er overeengekomen alsnog een grondig onderzoek naar Bloody Sunday te laten doen.

Links: Het volumineuze Saville Inquiry uit 2010 (foto: Paul Faith) / Rechts: Lord Mark Saville (1936) (foto: Paul Faith)

Dit onderzoek, het Saville Inquiry (naar de voorzitter Lord Saville) was grondig en het verscheen dan ook pas na twaalf jaar, op 15 juni 2010 en was het het duurste en langste in de Britse justitiële geschiedenis.
De conclusies stonden lijnrecht tegenover die van de Widgery Inquiry.
Volgens Lord Saville was de dood van de veertien betogers “onrechtvaardig en onverdedigbaar”.
Het rapport concludeerde dat soldaten leugens hadden verzonnen in een poging hun daden te verhullen. En verder dat in tegenstelling tot eerdere beweringen, dat betogers stenen en benzinebommen naar de soldaten hadden gegooid voordat er een schot viel, niet klopten.

Premier David Cameron (1966) terwijl hij in het Lagerhuis namens de Britse regering zijn excuses aanbiedt voor de gebeurtenissen van Bloody Sunday, 15 juni 2010 (screenshot)

Premier David Cameron noemde de conclusies “schokkend” en op 15 juni 2010 bood hij in het Lagerhuis namens de Britse regering zijn excuses aan.
Hoewel er pogingen zijn gedaan om individuele soldaten berecht te krijgen, is dat tot nu toe onsuccesvol gebleken.

Het op 26 januari 1974 onthulde monument met de namen van de 14 slachtoffers van Bloody Sunday, Joseph’s Place, Derry (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van Noord-Ierland (1953-1972 cq heden)

Zelden hoeft men in Noord-Ierland te graven naar allerlei kwesties waar protestanten en katholieken het niet over eens zijn, hoewel er sinds het Goedevrijdagakkoord van 1998 veel verbeterd is.

Kwesties zijn er ook rond de Noord-Ierse vlag, die ooit officieel was, maar het nu niet meer is. Totdat er een officiële nieuwe vlag is (maar daarover verderop meer), zullen we het moeten doen met de zogenaamde Ulster Banner.

De vlag is wit met een rood Sint-Joriskruis (net als de vlag van Engeland), maar de Noord-Ierse vlag heeft twee extra symbolen: midden op het kruis zien we een witte zespuntige ster met daarin een geopende rode hand. Daarboven is de kroon van Sint-Edward (de Britse kroningskroon) afgebeeld.
De vlag was tussen 1953 en 1972 in gebruik bij het Noord-Ierse parlement en tevens gepropageerd als civic flag (een vlag voor algemeen gebruik).
Toen echter in 1972 het parlement werd opgeschort en in 1973 afgeschaft, werd de vlag buiten gebruik gesteld.
Maar waar kwam de vlag vandaan?

Historie

De oorsprong van de vlag gaat terug tot 1924 en was het gevolg van een Royal Warrant (Koninklijk Volmacht) voor Noord-Ierland om een eigen wapen te (laten) ontwerpen wat desgewenst ook op een vlag kon worden afgebeeld.

Ontwerper van de Noord-Ierse vlag Sir Neville Wilkinson (1869-1940) met zijn vrouw Lady Betty Wilkinson (1878-1957) in 1936 (publiek domein)

Het wapen werd ontworpen door Sir Neville Wilkinson van de Ulster King of Arms (de Noord-Ierse heraldische instantie). Het werd tussen1924 en 1972 gebruikt door de Noord-Ierse regering.

Het wapen van Noord-Ierland, compleet met schildhouders, in gebruik bij de Noord-Ierse regering (1924-1973)

Naast het wapen werd ook een vlag ontworpen met dezelfde symbolen. Op zowel wapen als vlag werden symbolen gebruikt die heel ver terug gaan. Hoe ver is onbekend, maar in ieder geval tot 1264.

In dat jaar werd Walter de Burgh de eerste earl (graaf) van het Graafschap Ulster. Daarmee werden het wapen van de De Burgh-familie (een rood kruis op een geel veld) samengevoegd met die van het over-kingdom Ulaid (een samenvoeging van verschillende koninkrijken). Het over-kingdom voerde als symbool de Rode Hand van Ulster (Lámh Dhearg Uladh), De oorsprong van dit symbool is onbekend, maar moet een oud Keltisch symbool zijn geweest.

Links: Locatie van het ‘over-kingdom’ Ulaid in het noordoosten van Ierland (publiek domein) / Rechts: Zegel uit de 12e eeuw met de Rode Hand (© National Library of Ireland)

De symbolen gingen in de 12e eeuw over op de familie Ó Néill (tegenwoordig O’Neill) toen zij het koningschap over Ulster aanvaardden. Een van de oudst bewaarde afbeeldingen van de Rode Hand (op een zegel) stamt uit deze tijd.
Het wapen kwam daarna ook als symbool op een vlag terecht en staat nu bekend als The Flag of Ulster, een van de historische provincies van Ierland.

Historische vlag van Ulster

De vlag is geel met een liggend rood kruis, in het midden een wit schild met een geopende rode hand.

Zowel vlag als wapen die in 1924 uit de bus kwamen rollen borduurden voort op deze vlag. Het rode kruis werd overgenomen (maar op de vlag versmald, zodat het op het Engelse Sint-Joriskruis ging lijken) en tevens lijkt het wit uit de Engelse vlag overgenomen te zijn.

Vlag van Noord-Ierland, eerste versie met heraldische Tudorkroon (1924-1953)

De Rode Hand kreeg in plaats van een schild- een stervorm. De zes punten verwijzen naar de zes graafschappen van Noord-Ierland: Fermanagh, Tyrone, Derry, Antrim, Down en Armagh.
De kroon die erboven werd gezet was een heraldische Tudorkroon.

Hoewel de vlag dus officieel sinds 1924 bestond lijkt ze nauwelijks te zien te zijn geweest. Dat veranderde met de (her)introductie in 1953, naar aanleiding van de kroning van Koningin Elizabeth II.
De enige verandering die werd doorgevoerd betrof de kroon: de Tudorkroon werd vervangen door de kroon van Sint-Edward, de Britse kroningskroon.
Deze verandering was een ietwat merkwaardig, omdat het Noord-Ierse wapen (zie eerdere afbeelding) dat dezelfde heraldische Tudorkroon heeft, onveranderd bleef.

De kroon van Sint-Edward uit 1661, een van de Britse regalia, die alleen gebruikt wordt voor de kroning van de vorst of vorstin (publiek domein)

Na 1972

Na afschaffing van de vlag als overheidsvlag in 1972, werd de Britse Union Flag of Union Jack de officiële vlag van Noord-Ierland en is dat nu nog.
De eigen vlag verdween echter niet uit beeld en wordt nog steeds veel gebruikt, maar dan voornamelijk door de zogenaamde Loyalists of Unionisten, een protestantse bevolkingsgroep.
Tevens wordt de vlag nog immer gebruikt bij verschillende sportmanifestaties, zoals de Commonwealth Games, de PGA Tour (golf) en door de FIFA (de internationale voetbalorganisatie).

Dat de vlag veelal door verschillende groepen protestanten wordt gebruikt heeft tot gevolg dat katholieken haar als (te) Engels zien en op hun beurt gebruiken zij doorgaans de vlag van de Ierse Republiek (een verticale driekleur van groen, wit en oranje).
De verschillende vlaggen geven vaak de afbakening van ofwel protestantse en katholieke wijken aan en worden veelal aan lantaarnpalen gehangen, of eromheen gewikkeld of erop geschilderd.

Links: Begrenzing van een protestantse wijk d.m.v. de Union Jack en de Ulster Banner (fotograaf onbekend) / Rechts: Begrenzing van een katholieke wijk met de vlag van de Ierse Republiek (fotograaf onbekend)

Dat Noord-Ierland momenteel officieel geen eigen vlag heeft is opvallend, maar daar lijkt inmiddels verandering in te gaan komen.
In december vorig jaar publiceerde de Commission on Flags, Identity, Culture and Tradition (FICT) een 168 pagina’s tellend rapport* (kosten: £ 800.000) waarin een aanbeveling werd gedaan voor een eigen Noord-Ierse vlag voor algemeen gebruik.
De commissie stelde voor dat de vlag uitingen van Britishness and Irishness zou moeten bevatten en tevens de diversiteit van Noord-Ierland zou moeten tonen.

Links: Voorpagina van het rapport uit december 2021 om tot een eigen Noord-Ierse vlag te komen / Rechts: Voorzitter van de commissie, professor Dominic Bryan (fotograaf onbekend)

Kritiek op het rapport van verschillende kanten was overigens niet mals, o.a. vanwege de kosten( en omdat er nog geen actieplan voor Stormont (de Noord-Ierse Assemblee) aan is gekoppeld.

*) Zoals de titel al doet vermoeden handelt het rapport niet uitsluitend over een nieuwe vlag en het algemeen gebruik van vlaggen in Noord-Ierland, maar ook over de identiteit van de verschillende bevolkingsgroepen, hun cultuur en identiteit en poogt handvatten te geven voor een harmonieuzere samenleving.

Afdeling curiosa

Nog twee onofficiële curiosa staan hieronder afgebeeld. De zwart-wit foto toont de vlag van het Verenigd Koninkrijk met in het midden de wapenschildversie van het Rode Hand-symbool. De foto is ongedateerd maar zal vermoedelijk in de eerste helft van de 20e eeuw zijn genomen.
Zoals we kunnen zien hangt de vlag bij het kantoor van de Belfast Telegraph. Deze krant had een kantoor in Fleet Street in Londen.

Links: De onofficiële vlag bij het kantoor van de Belfast Telegraph in Fleet Street, London (publiek domein) / Rechts: Onoffiiciële Noord-Ierse vlag met de Britse Union Jack of Union Flag in het kanton

De afbeelding rechts toont een andere onofficiële vlag. Op de Noord-Ierse vlag (versie 1924-1973, want met Tudorkroon) is het kanton voorzien van de Britse Union Jack of Union Flag.
Deze vlag is duidelijk pro-Brits en zal dus zijn ontsproten aan het brein van een Loyalist of Unionist.

Canada – Flag Gets Royal Consent / Vlag Koninklijk Goedgekeurd (1965)

Vandaag is het 58 jaar geleden dat Koningin Elizabeth II in haar rol als Canadees staatshoofd goedkeuring verleende aan de nieuwe vlag.

De vlag

Vlag Canada
Vlag van Canada (1965-heden)

Tussen 1868 en 1965 voerde Canada als vlag een red ensign, een rode vlag met in het kanton de Britse Union Flag of Union Jack. Op het uitwaaiende gedeelte was het Canadese wapen afgebeeld.
In totaal waren er drie versies van deze vlag, omdat zowel in 1921 als in 1957 het wapen gewijzigd werd, waardoor dus ook de vlag aangepast diende te worden.

canada drie vlaggen
De drie Canadese red ensigns, van links naar rechts: 1868-1921, 1921-1957 en 1957-1965 (zoek de verschillen!)

Vanaf 1963 kwam er een discussie op gang om het Britse model te vervangen voor een eigen ontwerp. In 1964 culmineerde dit in het zogenaamde Great Flag Debate. Een belangrijk punt van aandacht waren de te gebruiken symbolen: moest de Britse Unievlag er opnieuw bij? Of de fleur-de-lys voor de Franstalige Canadezen? Men wilde liever geen Frans-Canadese en Engels-Canadese sentimenten aanwakkeren.
Uiteindelijk werd er voor een symbool gekozen dat in alle versies van het staatswapen voorkwam: de maple leaf (esdoornblad) en waar de meesten zich in konden vinden. In het wapen kwam (en komt nog steeds) de maple leaf voor met drie bladeren. Voor de vlag werd voor een enkel blad gekozen.

george stanley
George F.G. Stanley (1907-2002), ontwerper van de Canadese vlag (© Canadian Encyclopedia)

Na 6 maanden van discussies en 33 politieke debatten werd uit de ruim 4000 ontwerpen die van historicus en schrijver George Stanley op 15 december 1964 goedgekeurd in het Canadese House of Commons, met 163 stemmen voor en 78 tegen.

Canadese parlementsleden met hun favoriete vlagontwerp na maanden van discussies, Ottawa, december 1964 (© Library and Archives Canada)

Als officieel staatshoofd van Canada had Koningin Elizabeth II het laatste woord, hoewel dat strikt genomen niet meer dan een formaliteit was. Op 28 januari 1965 echter werd de koninklijke goedkeuring gegeven.

debuut
Het debuut van de vlag op 15-2-1965, Parliament Hill, Ottawa (© National Film Board of Canada)