Frans Polynesië – Matari’i i Raro / Ondergang van de Plejaden

Frans Polynesië is een verzamelnaam voor vijf archipels, tezamen 118 eilanden en atollen, waarvan er 67 bewoond zijn. Gelegen in het midden van de Grote Oceaan strekken ze zich uit over zo’n 2.500.000 km², met een landoppervlakte van 4.167 km² (ongeveer 1/10 van Nederland) en een bevolking van 283.000, waarvan het merendeel (174.000) op het hoofdeiland Tahiti woont.

oceania-map
Australië en Oceanië, rechts het uitgestrekte gebied van Frans Polynesië (© freeworldmaps.net)

Als we wat verder inzoomen: de vijf archipels bestaan uit de Genootschapseilanden (die weer onderverdeeld zijn in de Bovenwindse en Benedenwindse Eilanden), de Tuamotu-archipel, de Gambiereilanden, de Marquesaseilanden en de Australeilanden.

Frans Polynesie 06
Kaart van Frans Polynesië

Het zou wat ver voeren om alle eilanden en atollen op te noemen, maar om de bekendste te vermelden:
Genootschapseilanden: Tahiti & Moorea (bovenwinds) en Bora Bora, Raiatea & Huahine (benedenwinds)
Tuamotu-archipel: Puka Puka en Rangiroa
Gambiereilanden: Mangareva
Marquesaseilanden: Nuku Hiva en Tahuata
Australeilanden: Tubuai
Op Tahiti ligt hoofdstad en grootste kern Papeete (Pape’ete in het Tahitiaans) met bijna 137.000 inwoners.

Scan
Een vrolijke vakantiekaart van Tahiti, een eiland bestaand uit de twee schiereilanden Tahiti Nui en Tahiti Iti

De eeuwenlange betrekkelijke rust op de eilanden werd vanaf 1521 voor het eerst verstoord door de Portugese ontdekkingsreiziger Fernão de Magalhães (in het Nederlands soms Ferdinand Magellaan genoemd) toen hij Puka Puka ‘ontdekte’. In 1606 kwam Spanjaard Pedro Fernández de Quirós langs, waarbij hij Rekareka aandeed.

Frans Polynesie 01
V.l.n.r.: Fernão de Magalhães  (Ferdinand Magellaan) (±1480-1521), door een onbekende schilder, collectie Mariner’s Museum / Jacob Roggeveen (1659-1729), fantasieportret / Pedro Fernández de Quirós (1565-1614), fantasieportret

Collega-ontdekkingsreizigers volgden, zoals de Middelburger Jacob Roggeveen, die in 1722 op Bora Bora ‘stuitte’ en de Brit Samuel Wallis, die Tahiti aandeed in 1767.
Vanaf die tijd werden de bezoekjes frequenter. De Fransman Louis Antoine de Bougainville bezocht Tahiti één jaar later en weer één jaar later stond de bekendste van alle ontdekkingsreizigers, de Brit James Cook, daar ‘op de stoep’.

Frans Polynesie 02
V.l.n.r.: Samuel Wallis (1728-1795) door een onbekende schilder / Louis Antoine de Bougainville (1729-1811), door Jean-Pierre Franque (1774-1860) / James Cook (1728-1779), door Nathaniel Dance-Holland (1735-1811), collectie National Maritime Museum, Greenwich

Dit enorm verspreide eilandenrijk kwam niet in één keer in Franse handen, verschillende eilanden en/of eilandengroepen wisselden in de 18e en 19e eeuw nogal eens van kolonisator, voornamelijk Engelsen en Fransen. Nadat Engelse missionarissen in 1803 koning Pomare II van Tahiti en Moorea van Tahiti naar Moorea dwongen te vluchten, werd het christendom geïntroduceerd, vanaf  1834 kregen de Fransen het op Tahiti voor het zeggen toen missionarissen zich er vestigden.

Frans Polunesie 07
Links: Koning Pomare II van Tahiti en Moorea (±1774-1821), gravure uit 1830 van Robert Hicks, naar een tekening van William Ellis uit 1820 / Rechts: Postzegel van 21 francs uit 1976 met het portret van koning Pomare II, een ontwerp van Pierrette Lambert (1928)

 In 1842 roept Frankrijk Tahiti en Tahuata eenzijdig uit tot Franse protectoraten, een jaar later gevolgd door de stichting van de latere hoofdstad Pape’ete. In 1847 tekenen de Fransen en de Engelsen het Verdrag van Jarnac, waarbij werd afgesproken dat de benedenwindse koninkrijken Raiatea, Huahine en Bora Bora onafhankelijk zouden blijven. Lang zou dit niet duren, vanaf 1880 brengt Frankrijk de overige benedenwindse eilanden onder haar bestuur en in 1888 worden de drie koninkrijken ingelijfd. Wat meespeelde was dat Frankrijk bang was dat Duitsland als ‘koloniale laatkomer’ de nog niet geclaimde eilanden wilde inpalmen.
In de jaren ’80 en ’90 van de 19e eeuw volgden ook de officiële innames van de Tuamotu-archipel , de Gambiereilanden, de Marquesaseilanden en als laatste de Australeilanden.

Frans Polynesie 03
Links: Landkaart uit 1937 van de Établissements Français de l’Océanie, zoals Frans Polynesië toentertijd heette (Atlas Colonial Français) / Rechts: Postzegel van 1 centime van de Établissements de l’Océanie

Daarmee was het hele gebied Frans, waarbij het eerst onder de naam Établissements de l’Océanie (Oceanische Vestigingen) door het leven ging. Vanaf 1903 werd dat Établissements Français de l’Océanie (Franse Oceanische Vestigingen).
Vanaf 1946 verkregen de eilanders het Franse staatsburgerschap en wordt het gebied een ‘overzees gebiedsdeel’. In 1957 krijgt het dan de naam waaronder we het nu kennen: Polynésie Française (Frans Polynesië).

De laatste administratieve staats-veranderingen zijn vrij recent. In 2003 wordt Frans-Polynesië een territoire d’outre-mer (overzees territorium) en sinds 2004 is het een collectivité d’outre-mer (overzees land), waarmee het gebiedsdeel voor een groot deel autonoom is geworden. Frankrijk houdt de touwtjes in handen voor wat betreft leger, politie en hoger onderwijs.

Overigens is de bevolking op z’n zachtst gezegd niet gecharmeerd van de naam Frans Polynesië. Een meerderheid kan zich beter vinden in de naam Tahiti et ses Îles (Tahiti en zijn Eilanden) en dat is ook de naam die op de eilanden vaak gebruikt wordt.

Plejaden

Matari’i i Raro is een feest dat het einde van het regenseizoen markeert en het begin van de zuidelijke winter.
De naam Matari’i i Raro is wat moeilijk letterlijk te vertalen. ‘Mata’ betekent ‘oog’, ‘ri’i’ betekent ‘klein’, tezamen dus ‘kleine ogen’. Die ‘kleine ogen’ is de naam die in Frans Polynesië wordt gegeven aan de sterrenverzameling de Plejaden (ook wel Zevengesternte), in het sterrenbeeld Stier (Taurus).
Het woord ‘raro’ heeft verschillende betekenissen, zoals ‘bodem’, ‘onder’ of ‘naar beneden’. Letterlijk zou je de naam dus kunnen vertalen als “Plejaden onder”.

De Plejaden verdelen het Polynesische jaar vanouds in tweeën: op 20 november (21 november in schrikkeljaren), als in deze regio de zon ondergaat, komt deze sterrenhoop net boven de horizon en begint de periode genaamd Matari’i i Ni’a. En u raadt het al: ‘ni’a’ betekent zoveel als ‘boven’, “Plejaden boven” dus.

Foto van de Plejaden, gemaakt door de Hubble-ruimtetelescoop op 1 juni 2004 (© NASA/ESA/AURA Caltech/Palomar Observatory)

Vervolgens blijven de Plejaden zichtbaar tot 18 mei, vandaag, wanneer ze weer onder de horizon verdwijnen.
In de periode van 20 november tot 18 mei is zoals gezegd de regentijd (januari/februari), doorgaans een seizoen van groei van de gewassen en en meer vis in de lagunes.
Vanaf vandaag breekt een drogere en iets minder warme periode aan.
Overigens zijn de festiviteiten niet altijd precies op 18 mei, doorgaans worden ze in het dichtstbijzijnde weekend gepland.

De vlag

Frans Polynesie 04
Vlag van Frans Polynesië (1984-heden)

De vlag van Frans Polynesië is vrij recent, namelijk van 23 november 1984. De Franse vlag, de Tricolore is nog steeds de officiële vlag en volgens de regels mag de Frans Polynesische vlag alleen gevoerd worden samen met de Tricolore. Officieel gebeurt dit uiteraard keurig, officieus minder!

De vlag is een horizontale driekleur in rood-wit-rood, waarbij de witte baan even breed is als de twee rode samen.
In het midden van de witte baan is het wapen van Frans Polynesië afgebeeld: een cirkel bestaande uit een afbeelding van een gestileerde Polynesische kano met een rood zeil. Kano en zeil zijn bruin omlijnd, net als de twee (minieme) personen die op beide zijden van de kano zijn afgebeeld en de vijf op het platform tussen de twee kano-rompen.
De vijf personen op het verbindingsplatform staan symbool voor de vijf archipels van dit  overzeese land.

Frans Polynesië wapen
Wapen van Frans Polynesië

De cirkelvormige achtergrond is horizontaal in tweeën verdeeld: bovenin in geel is de zon afgebeeld met tien stralen rondom, symbool voor leven. De onderste helft is helder blauw en beeldt met vijf golven de Grote Oceaan uit, symbool voor overvloed.

Het ontwerp van de vlag kwam niet zomaar uit de lucht vallen, maar greep terug naar het Koninkrijk Tahiti uit de 19e eeuw, de Pomare-dynastie, waar de eerder aangehaalde koning Pomare II een vertegenwoordiger van was.
Tussen 1822 en 1849 volgde een aantal vlaggen elkaar snel op, waarvan er drie hieronder zijn afgebeeld. De laatste stond model voor de huidige Frans Polynesische vlag en is tevens de vlag van het eiland Tahiti én van het hele bovenwindse geheel van de Genootschapseilanden.

Frans Polynesie 05
Drie van de koninklijke vlaggen, waarvan de laatste nog in gebruik is als vlag van Tahiti en de andere bovenwindse Genootschapseilanden, tevens diende deze vlag als ‘leeg canvas’ voor de vlag van Frans Polynesië

En daarmee zijn we op de verschillende vlaggen van de ver uit elkaar gelegen archipels gekomen. Het zal niemand verbazen dat ze allemaal hun eigen vlag hebben, sterker nog: de meeste eilanden hebben hun eigen vlag, maar het zou wat ver voeren die hier allemaal af te beelden en te bespreken!

Maar de verschillende eilandengroepen dienen we wel even de revue te laten passeren, hieronder staan ze afgebeeld:

Frans Polynesie 07
V.l.n.r.: Vlag van Tahiti en de bovenwindse Genootschapseilanden / Vlag van de benedenwindse Genootschapseilanden / Vlag van de Gambiereilanden
Frans Polynesie 08
V.l.n.r.: Vlag van de Tuamotu-archipel / Vlag van de Marquesaseilanden / Vlag van de Australeilanden
Alle regionale vlaggen op één foto, samen met twee Frans Polynesische en één Franse vlag (fotograaf onbekend)

Noorwegen – Grunnlovsdag / Syttende Mai / Nasjonaldagen / Grondwetdag / Zeventiende Mei / Nationale Dag (1814)

Vijf vlaggen vandaag. Vlag 5:

De 17e mei is de nationale feestdag van Noorwegen. Het is bekend onder verschillende namen: Grunnlovsdag (Grondwetdag), Syttende mai (Zeventiende mei) en Nasjonaldagen (Nationale dag). Het herdenkt de 17e mei 1814 toen in Eidsvoll (ten noordoosten van Oslo) de grondwet werd aangenomen.

Eidsvoll
17 mei 1814: de Noorse grondwet wordt aangenomen in Eidsvoll; olieverfschilderij uit 1885 van Oscar Wergeland, te zien in het Storting (parlementsgebouw) in Oslo

De stichting van Noorwegen als onafhankelijk koninkrijk werd daarmee tevens een feit. Tot 1905 echter deelde Noorwegen zijn monarch met Zweden, de Zweedse koning was tevens koning van Noorwegen. In dat jaar werd de Deense prins Carl uitgenodigd koning van Noorwegen te worden. Hij accepteerde onder de naam Haakon VII.

Haakon VII
Koning Haakon VII (1872-1957) (© kongehuset.no)

Vanaf 1864 werd de nationale dag eigenlijk voor het eerst gevierd op een manier die we heden ten dage nog herkennen: met kinderparades. Tot 1899 waren het uitsluitend jongens, maar vanaf dat jaar lopen de meisjes ook mee. In de hoofdstad Oslo voert de grootste parade langs het koninklijk paleis waar de koninklijke familie (koning en kroonprins met hoge hoed) traditiegetrouw de menigte toezwaait.

Kaart van Noorwegen (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag van Noorwegen (1821-1844/1899-heden)

De Noorse vlag werd aangenomen op 4 mei 1821 en combineert eigenlijk twee vlaggen: die van Denemarken, de Dannebrog en de blauwe kleur uit de Zweedse vlag. Denemarken en Noorwegen waren lange tijd in een personele unie met elkaar verbonden, waarbij de Deense vlag ook in Noorwegen wapperde. Het blauw uit Zweden representeerde in 1821 de band met Zweden, met welk land het op dat moment een koning deelde.

Links: Portret van Frederik Meltzer (1779-1855), portret uit 1850 door Frederik Nicolai Jensen (1818-1870) (Collectie Norsk Folkemuseum, Bygdøy, Oslo) / Rechts: De originele ontwerptekening van Meltzer voor de Noorse vlag

De ontwerper van de vlag, Frederik Meltzer, koos uiteindelijk voor het Scandinavische kruis. In een eerder ontwerp had hij de kleuren rood, wit en blauw horizontaal gerangschikt, net als de Nederlandse vlag. De verbondenheid met de andere Scandinavische landen leek hem echter uiteindelijk belangrijker.

Noors-Zweedse Unievlag (1844-1899)

Tussen 1844 en 1899 had de Noorse vlag in het kanton een gecombineerde afbeelding van de Noors-Zweedse Unie. Vanaf 10 december 1898 wordt de vlag zonder het embleem erkend en is sindsdien niet meer gewijzigd.

Noorse staats- en oorlogsvlag

Naast de standaardversie van de Noorse vlag is er ook een zogenaamde zwaluwstaartvlag of ingehoekte vlag in gebruik. Dit is de staats- en oorlogsvlag.

Nederland – Verjaardag Koningin Máxima (1971)

Vijf vlaggen vandaag. Vlag 4:

Feest vandaag op Paleis Huis ten Bosch: Koningin Máxima viert vandaag haar 53e verjaardag.

Staatsieportret uit 2018 van Koningin Máxima met het saffierdiadeem uit 1881, een geschenk van Koning Willem III aan zijn vrouw Koningin Emma. Er zijn 33 Ceylon saffieren en 655 briljanten in verwerkt. Het kostte destijds 100.000 gulden, de waarde wordt nu op 1 miljoen euro geschat. De broche bevat een saffier van 100 karaat en komt uit het bezit van Koningin Anna Paulowna, de Russische echtgenote van Koning Willem II. (© RVD / fotograaf: Erwin Olaf)

De in Buenos Aires, Argentinië geboren Máxima Zorreguieta leert kroonprins Willem-Alexander in april 1999 kennen tijdens de  jaarlijkse Feria de Abril in de Andalusische hoofdstad Sevilla, Spanje. In de maanden daarna komt het tot een relatie met geheime ontmoetingen in New York (waar Máxima bij de Deutsche Bank werkt), Argentinië en Nederland.

De pers komt er al snel achter, hoewel het dan nog gissen is naar haar achternaam. De naam Herzog doet eerst de ronde, maar kort daarna wordt haar echte naam bekend, Zorreguieta, in eerste instantie frequent verkeerd gespeld als Zorreguita.

Vader

Ook al snel wordt bekend dat haar vader Jorge Zorreguieta (1928-2017) staatssecretaris en minister van landbouw was geweest tijdens het regime van dictator Jorge Videla (1976-1981). Na een uitgebreid onderzoek komt onderzoeker Michiel Baud tot de conclusie dat vader Zorreguieta op de hoogte geweest moet zijn geweest van excessen tijdens het regime, maar dat het “praktisch uit te sluiten is” dat hij betrokken was bij onderdrukking of schendingen van mensenrechten.

De weg is vrij voor de verloving op 30 maart 2001, gevolgd door een tournee van Willem-Alexander en Máxima door alle provincies. Het huwelijk in Amsterdam volgt snel, op 2 februari 2002, waarbij als eis wordt gesteld dat vader Zorreguieta thuisblijft. Het is pijnlijk voor de bruid, zeker ook omdat ook haar moeder besluit niet te gaan, maar het is voor iedereen duidelijk dat het eigenlijk niet anders kan.

maxima01
Koningin Máxima in Vlissingen op 20 februari 2019 (© Vlagblog)

In de kroonprinselijke periode (de wachtkamer voor de troon) wordt Máxima mateloos populair. Het paar krijgt drie dochters en als koningin Beatrix op 30 april 2013 afstand doet van de troon, wordt Máxima koningin-gemalin, een positie die sinds de dood van koning Willem III op 23 november 1890 niet meer voorkwam. Haar voorgangster in die rol was koningin Emma van Waldeck-Pyrmont.

Koningin Máxima in gezelschap van de Britse Koningin Elizabeth II (1926-2022), bij de opening van Royal Ascot op 18 juni 2019 (screenshot)
Koningin Máxima tijdens het galadiner bij het staatsbezoek aan Zweden in 2022

De vlag

1024px-Standard_of_Princess_Maxima_of_the_Netherlands

Tot en met 1908 zagen de koninklijke vlaggen er totaal anders uit. Er waren toen drie modellen: de Koninklijke Standaard (de Nederlandse vlag met het Rijkswapen op de witte baan), een vlag voor de Prinsen der Nederlanden (de Nederlandse vlag met het Rijkswapen op een oranje achtergrond op de witte baan) en een vlag voor de Prinsessen der Nederlanden (bijna gelijk aan die van de Prinsen, alleen in dit geval ingesneden of ingehoekt).

De Koninklijke Standaard (1815-1908)
Links: Vlag voor de Prinsen der Nederlanden (1815-1908) / Rechts: Ingehoekte vlag voor de Prinsessen der Nederlanden (1815-1908)

Dit veranderde allemaal in 1908 op voordracht van Prins Hendrik, de prins-gemaal van Koningin Wilhelmina. Hij interesseerde zich erg voor heraldiek en hij liet in 1902, kort na zijn huwelijk, al weten een voorstander te zijn van een ander, traditioneler systeem van koninklijke vlaggen.

Links: Frederik Henri Alexander Sabron (1849-1916), generaal-majoor der Infanterie, gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie te Breda, minister van Oorlog en ontwerper van het type koninklijke standaarden zoals we ze nu nog kennen (publiek domein) / Rechts: Prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin (1876-1934), de prins-gemaal van Koningin Wilhelmina, bronzen borstbeeld van de hand van Katinka van Rood (1913-2000), in opdracht van Koningin Wilhelmina (1880-1962) vervaardigd, maar pas na haar dood door haar schoonzoon Prins Bernhard in 1963 onthuld op de Soerense Heide op Kroondomein Het Loo (publiek domein)

Hij moest nog even geduld uitoefenen, maar vanaf 1908 ging generaal-majoor F.H.A. Sabron, die veel heraldische kennis bezat, met het verzoek aan de slag en vanaf 27 augustus 1908 deden de modellen zoals we ze nu nog kennen, hun intrede, middels Koninklijk Besluit nr. 87.

Bij haar huwelijk met (toen nog) kroonprins Willem-Alexander op 2 februari 2002, werden de nieuwbakken prinses Máxima zowel een wapen als een koninklijke onderscheidingsvlag verleend.

Staatsblad 42 jaargang 2002 (© Overheid.nl)

Dit ‘besluit’ werd op 25 januari 2002 gepubliceerd in Staatsblad 42 van dat jaar. Om het Staatsblad te citeren:

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, gedaan mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie, van 22 januari 2002, nr. 02M423598; Gelezen het advies van de Hoge Raad van Adel van 17 januari 2002;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Met ingang van het tijdstip van de voltrekking van haar huwelijk met Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem-Alexander Claus George Ferdinand, Prins van Oranje, Prins der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Jonkheer van Amsberg, wordt aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, mevrouw van Amsberg de volgende onderscheidingsvlag verleend:

Een ingehoekte blauwe vlag met een oranje kruis, waarop het gekroonde Rijkswapen, met in het veld linksboven (het broektopkanton) de hoorn van Oranje en in het veld linksbeneden (het broekhoekkanton) een burcht met deur en drie kantelen.

‘s-Gravenhage, 25 januari 2002

Beatrix

Voorwaar een heel verhaal! Maar hoe kwam men nu bij deze vlag?
Het bekendst is natuurlijk de Koninklijke Standaard, gevoerd door het staatshoofd, een oranje vierkant met een blauw kruis, met in het midden het Rijkswapen (tevens Koninklijk Wapen), omgeven door het kruis en het lint van de Militaire Willems-Orde.

De standaard en de onderscheidingsvlaggen voor geboren leden van het Koninklijk Huis zijn altijd oranje met een blauw kruis, waarbij de vlag van de vrouwelijke leden is ingesneden (dit wordt ook wel ingehoekt genoemd), waardoor er een vlag met twee punten ontstaat.

De aangehuwde leden van het Koninklijke Huis voeren een onderscheidingsvlag met de kleuren precies andersom, dus: een blauwe vlag met een oranje kruis. Ook hier geldt: de vlag voor de vrouwelijke leden is ingesneden of ingehoekt.

De Koninklijke Standaard heeft alle kwartieren ‘beladen’, zoals dat heet, waarmee bedoeld wordt dat elk van de vier vakken een symbool heeft (de jachthoorn van het Huis Oranje).

KS WA
De Koninklijke Standaard

Andere onderscheidingsvlaggen lijken op het eerste gezicht wellicht ook vierkant, maar ze onderscheiden zich van de Koninklijke Standaard door hun maat, een verhouding 5:6. Verder zijn ze met slechts twee symbolen beladen, altijd aan de broekings- of mastzijde, tenzij er sprake is van een prins-gemaal, waarvan we er in Nederland een aantal hadden: Prins Hendrik, Prins Bernhard en Prins Claus. Hieronder een aantal vlaggen om het wat aanschouwelijker te maken:

standaarden 1
Koninklijke onderscheidingsvlaggen, van links naar rechts: Prins Hendrik (1909-1934), Prinses Juliana (1909-1948 en 1980-2004), Prinses Beatrix (1938-1980 en 2013-heden; ook haar zusters voeren deze vlag)
standaarden 2
Koninklijke onderscheidingsvlaggen, van links naar rechts: Prins Claus (1966-2002), Prins Constantijn (1969-heden; wijlen Prins Friso had dezelfde vlag), Prinses Laurentien (2001-heden)

In het geval van Koningin Máxima’s onderscheidingsvlag  zien we de jachthoorn van Oranje bovenin en de burcht uit het wapen van haar familie, Zorreguieta, onderin.

1024px-Standard_of_Princess_Maxima_of_the_Netherlands
Koninklijke onderscheidingsvlag Prinses/Koningin Máxima (2002-heden)

Het formaat van haar vlag die vandaag bij Vlagblog wappert, zal niet snel te zien zijn, omdat de Koninklijke Standaard altijd ‘voorrang’ heeft boven de onderscheidingsvlag van de Koningin, als men ten paleize vertoeft.
Als de koningin, zoals vandaag solo een activiteit in het land heeft, is haar vlag wél altijd in mini-versie te zien voorop de hofauto.

(N.B.: Bij de tekst uit het Staatsblad is het gedeelte over het wapen van de toenmalige Prinses Máxima weggelaten).

International Day against Homophobia, Transphobia and Biphobia / Internationale Dag tegen Homofobie, Transfobie en Bifobie (2005)

Vijf vlaggen vandaag. Vlaggen 2 en 3:

Deze dag begon zijn leven in 2005 nog simpel als International Day Against Homophobia (Internationale Dag tegen Homofobie), in 2009 werd dat uitgebreid met Transphobia (Transfobie), in 2015 kwam daar Biphobia (Bifobie) bij.

De dag staat vanaf 2009 ook wel bekend onder de afkorting IDAHOT , een afkorting van de tweede versie van de naam, maar ook IDAHOBIT wordt wel gebruikt, de meeste landen houden het echter bij de eerste afkorting.

IDAHOT-poster (ontwerp: Sofía Miranda Van den Bosch)

Geschiedenis

De oorsprong van de dag ligt in Canada, in de provincie Québec, waar op 1 juni 2003 door de Fondation Émergence een nationale dag tegen homofobie werd georganiseerd.
Het idee werd internationaal omarmd, waarna in 2004 voorbereidingen werden getroffen om de dag vanaf 2005 internationaal te vieren.

Logo van de International Classification of Diseases van de WHO, onder de paraplu van de Verenigde Naties (publiek domein)

Veel landen werden bereid gevonden zich aan te sluiten. De datum werd verschoven van 1 mei naar 17 mei.
Op die dag in 1990 schrapte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit van de internationaal gehanteerde lijst van ziekten (de International Classification of Diseases). Tot die dag stond homoseksualiteit in de lijst gerangschikt als ‘psychische aandoening’.

Het logo van de Internationale Dag tegen Homofobie, Transfobie en Bifobie

Oorspronkelijk werd op deze dag de bewustwording van afkeer jegens homoseksuele mannen en lesbische vrouwen centraal gesteld.
In de loop der jaren werd dit echter breder getrokken: vanaf 2009 werd Transfobia (Transfobie) aan de naam toegevoegd, de afkeer van transgenders.
En in 2015 werd ook Biphobia (Bifobie) toegevoegd, om ook de problemen waar biseksuelen mee (kunnen) kampen onder de aandacht te brengen.

Vanaf het eerste begin verbonden verschillende organisaties zich aan IDAHOT: de International Lesbian and Gay Association (ILGA), de International Gay and Lesbian Human Rights Commission (IGLHRC), de World Congress of LGBT Jews ‘Keshet Ga’avah’ en de Coalition of African Lesbians.

Louis-Georges Tin (1974) eerste voorzitter van IDAHOT (foto: Laurent Salcède)

De in Martinique geboren Fransman en hoogleraar in de moderne literatuur, Louis-Georges Tin, was destijds de aanjager van deze dag en hij fungeerde als voorzitter tot september 2013, waarna hij werd opgevolgd door de Venezolaanse advocaat, professor in de rechten en trans-rechten-activist Tamara Adrián.

Tamara Adrián (1954), de huidige voorzitter van IDAHOT (foto: Anibal Mestre)

Karakter

Het karakter van deze dag is anders dan bijvoorbeeld Gay Pride Day, waarbij de diverse homo-organisaties willen uitdragen dat ze trots zijn op hun seksuele geaardheid en zich er niet voor wensen te schamen, terwijl het er bij IDAHOT juist om gaat aandacht te vragen voor het verschijnsel homo-, bi- en transgenderhaat en de sociale onwenselijkheid daarvan.

Inmiddels wordt er aan IDAHOT in ruim 130 landen aandacht geschonken en worden er activiteiten georganiseerd. Vooral in Europa en Zuid-Amerika is de dag populair.

IDAHOT-poster (ontwerp: Sofía Miranda Van den Bosch)

Thema

Ieder jaar is er een thema en dit jaar is dat “Together always: united in diversity” (“Altijd samen: verenigd in diversiteit”).
Het thema werd bepaald na een uitgebreid overleg met LGBTQIA+-organisaties van over de hele wereld.
Volgens de organisatie maakt dit thema “belangenbehartiging en vieringen in vele vormen mogelijk door mensenrechtenorganisaties, maatschappelijke LGBTQIA+-organisaties, de miljoenen mensen in onze organisaties en onze bondgenoten”.

Een zee van regenboogvlaggen (fotograaf onbekend)

De organisatie stelt verder: “In een tijd waarin de vooruitgang van onze LGBTQIA+-gemeenschappen wereldwijd steeds meer gevaar loopt, is het cruciaal om de kracht van solidariteit, gemeenschap en bondgenootschap van verschillende identiteiten, bewegingen en grenzen heen te erkennen. Als we ons verenigen in al onze mooie verscheidenheid, kunnen we echt verandering teweegbrengen!”

IDAHOT-poster (ontwerp: Sofía Miranda Van den Bosch)

Werk aan de winkel

Dat er nog genoeg werk aan de winkel is blijkt wel uit onderstaande kaart waarop in paars de 71 landen zijn aangegeven waar homoseksualiteit strafbaar is (waarbij de strafmaat uiteen kan lopen van gevangenisstraf tot executie).

Wereldkaart met de landen waar homoseksualiteit strafbaar is (© Human Dignity Trust)

De vlag(gen)

Regenboogvlag (1979-heden)

De internationale regenboogvlag werd in 1978 ontworpen door de Amerikaanse artiest en voorvechter voor homo-rechten Gilbert Baker.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is out-01.png
Gilbert Baker (1951-2017) in 2012 (publiek domein) / Gilbert Baker bij een hele grote versie van de regenboogvlag (© kcur.org)

De eerste versie van de vlag had acht horizontale banen in de kleuren roze-rood-oranje-geel groen-turquoise-indigo-paars, om de diversiteit van de homogemeenschap aan te geven.

Regenboogvlag (1978-1979)

Sommige van deze kleuren waren wat ongebruikelijk bij vlaggenmakers, dus werd het regenboogpalet in 1979 aangepast en teruggebracht naar zes kleuren: rood-oranje-geel-groen-blauw-paars.

En dan zijn we er nog niet: in 2017 werd tijdens Pride Month in Philadelphia een regenboogvlag geïntroduceerd met bovenin twee extra banen: zwart en bruin. De stad wilde hiermee aandacht vragen voor de zwarte homo-gemeenschap en staat nu bekend als de Philadelphia Pridevlag.

Philadelphia Pridevlag (2017)

Een jaar later, in 2018, introduceerde grafisch ontwerper Daniel Quasar nóg een nieuwe versie, waarin hij de kleuren zwart en bruin van de Philadelphia Pridevlag combineerde met het lichtblauw, roze en wit van de Transgendervlag van Monica Helms uit 1999.
De ‘nieuwe’ kleuren verwerkte hij in de standaard regenboogvlag door ze als driehoek aan de broekingszijde toe te voegen.

Links: Daniel Quasar (1990), ontwerper van de Progress Pridevlag / Rechts: Transgendervlag (1999)

Deze vlag staat inmiddels bekend als de Progress Pridevlag en heeft sinds de introductie de wind behoorlijk meegehad, niet in het minst door de vele Black Lives Matter-demonstraties uit 2020 en is inmiddels omarmd door verscheidene homo-organisaties.

Progress Pridevlag (2018)

Daarnaast zijn er natuurlijk talloze regenboogvariaties op nationale en provinciale vlaggen, hieronder een paar voorbeelden:

Links: Regenboogvlag van de Verenigde Staten / Rechts: Regenboogvlag van Brazilië
Links: Regenboogversie van de Union Flag of Union Jack, de vlag van het Verenigd Koninkrijk / Rechts: Regenboogvlag van de provincie Zeeland (ontwerp: Vos Broekema)

Middelburg – Verwoesting Binnenstad (1940)

Vijf vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vandaag 84 jaar geleden brandde een deel van de Middelburgse binnenstad af. Opmerkelijk is dat na al die jaren nog steeds niet duidelijk is wie er verantwoordelijk was voor deze ramp.

Toen op 15 mei 1940 het Nederlandse leger capituleerde voor de Duitse bezetters, gold dat niet voor héél Nederland. De strijd in Zeeland ging gewoon door, onder het afzonderlijke commando van de Commandant Zeeland, schout-bij-nacht Hendrik-Jan van der Stad.

Links: Schout-bij-nacht Hendrik-Jan van der Stad (1887-1970) (© unithistories.com) / Rechts: Jonkheer Johan Willem Quarles van Ufford (1882-1951) (© parlement.com)

Sinds de Duitse inval van 10 mei werden Franse troepen aangevoerd via de haven van Vlissingen, om het Nederlandse leger bij te staan. De commisaris van de koningin, jonkheer Johan Willem Quarles van Ufford, week uit van hoofdstad Middelburg naar Oostburg in Zeeuws-Vlaanderen.

Op 15 mei, de dag van de capitulatie in de rest van het land, vielen Duitse troepen Zeeland binnen en veroverden binnen twee dagen het grootste deel van de provincie. Op 16 mei week ook de Commandant Zeeland uit naar Zeeuws-Vlaanderen, nadat hij het opperbevel over de achtergebleven troepen had overgedragen aan de Franse admiraal Charles Platon.

Admiraal Charles Platon (1886-1944) (publiek domein)

Op 17 mei waren alleen Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen nog onbezet en nu onder Frans militair gezag. Wat er vervolgens precies gebeurde op deze dag is zoals gezegd, niet helemaal duidelijk. Zeker is wel dat ’s ochtends Duitse verkenningsvluchten plastsvonden boven Walcheren. Pas aan het begin van de middag werd er strijd geleverd, waarbij Duitse bommenwerpers Franse en Nederlandse troepen en artillerie-stellingen bestookten.

Middelburg oud
De Markt in Middelburg vóór de Tweede Wereldoorlog, links het stadhuis, rechts de Lange Jan
Marktdag in Middelburg voor de Tweede Wereldoorlog op een ansichtkaart

Hoewel achteraf beweerd wordt dat daarbij ook de Middelburgse binnenstad werd gebombardeerd, waardoor er daarna een grote stadsbrand ontstond, zijn daar nooit sluitende bewijzen voor gevonden.

Wat wel vaststaat is dat de Duitse overmacht te groot was en dat de Franse troepen zich terugtrokken vanaf de Sloedam en Middelburg, richting Vlissingen om vandaar de oversteek naar Zeeuws-Vlaanderen te maken.

Bij gebrek aan brisantgranaten vuurden de Fransen vanuit Breskens zeedoel-granaten af richting het Middelburgse centrum. Zo tegen de 40 stuks. De schade bij het inslaan van dit type granaat is minder verwoestend dan dat van een bom, maar de hoeveelheid energie die vrijkomt is evengoed enorm en zeker is dat er meerdere branden door ontstonden.

Achteraf gezien lijkt het dan ook het waarschijnlijkst dat die verschillende brandhaarden uitgroeiden tot één grote stadsbrand. Middelburg was vanaf 14 mei voor een groot deel geëvacueerd, waardoor er te weinig mensen waren om de branden te blussen, waarbij de harde noordoostenwind niet hielp.

Plattegrond van de Middelburgse binnenstad, het donkere gedeelte markeert het verwoeste gebied (Gemeentewerken Middelburg)

Het trieste resultaat was dat een deel van het historische centrum in vlammen opging, waaronder het stadhuis, het abdij-complex met de hoogste kerktoren van Zeeland, de Lange Jan, de Sint Jorisdoelen en veel winkels, bedrijfspanden en woonhuizen. Het aantal doden bedroeg 11, het aantal verwoeste panden tegen de 600.

Middelburg verwoesting
Verwoestingen in Middelburg: het stadhuis (links) en het abdijcomplex met een gehavende Lange Jan (rechts)

Tegen de avond liet de waarnemend Commandant Zeeland in Middelburg de witte vlag wapperen. Een deel van de Franse troepen ontkwam die dag door vanuit Vlissingen de Westerschelde over te steken naar Breskens. Even goed werden er zo’n 2000 Franse militairen krijgsgevangen gemaakt en aan Nederlandse zijde plusminus 6000.

Links: De Sint Jorisdoelen aan de Balans rond 1897/98 (publiek domein) / Rechts: De uitgebrande Sint Jorisdoelen in 1940 (publiek domein)

Het puin werd in de weken daarna geruimd. Na de Tweede Wereldoorlog werd de binnenstad in fases herbouwd, waarbij niet alles terugkeerde zoals het was, zelfs de stratenloop veranderde deels. Wel gereconstrueerd werden het stadhuis, het abdijcomplex met Lange Jan en de Sint Jorisdoelen.

Stadhuis nu
Het (inmiddels voormalige) stadhuis van Middelburg, nu University College Roosevelt

De vlag

De vlag van Middelburg is rood met een dubbele burchttoren in goud (geel) in het midden.

De vlag van Middelburg

Het curieuze is dat deze vlag, die al eeuwen bestaat, pas sinds april 1974, na overleg met de Hoge Raad van Adel, de officiële Middelburgse vlag werd. Middelburg had tot die tijd namelijk nóg een vlag, een horizontale driekleur van geel, wit en rood, hoewel die in de praktijk eigenlijk al niet meer te zien was, maar in 1962 door vlaggendeskundige Klaes Sierksma nog als officiële vlag in zijn Nederlands vlaggenboek wordt opgevoerd. De vlag met de burchttoren noemt hij echter ook, maar dan onder de noemer ‘andere vlaggen’.

Beide vlaggen zijn echter al in gebruik sinds de Noordelijke Nederlanden zich afscheidden van het Spaanse Rijk en als zeven autonome gewesten samen een republiek vormden.

Waar de geel-wit-rode vlag vandaan kwam staat niet vast, maar hij lijkt op de Koningsvlag die vóór de omwenteling in gebruik was tijdens de regering van keizer Karel V, maar dan in omgekeerde volgorde.

Middelburg oude vlag
De ándere vlag van Middelburg (links) en de koningsvlag uit de tijd van Karel V (rechts)

De geel-wit-rode vlag is o.a. te zien op maritieme schilderijen uit de 16e en 17e eeuw. Hetzelfde kan overigens gezegd worden over de (huidige) rode vlag met burchttoren.

Opnamedatum: 2011-11-28
Detail van een schilderij van Jan van de Venne, getiteld Het vertrek van een hoogwaardigheidsbekleder uit Middelburg (1615), bovenin de mast de rode vlag met burchttoren van Middelburg (en daaronder de Zeeuwse vlag) (© Rijksmuseum)

Dit type vlag, rood met een stadssymbool, komt in deze tijd meer voor, getuige twee andere Zeeuwse stadsvlaggen, die van Vlissingen (die nog steeds bestaat) en die van Veere (niet meer in gebruik). Ze werden meestal als geus op schepen gevoerd, zodat men meteen kon zien waar een schip vandaan kwam.

Middelburg Vlissingen Veere
De vlag van Vlissingen (links) en de voormalige vlag van Veere (rechts)

Overigens nam men het in voorgaande eeuwen niet zo nauw met vlaggen. Van Middelburg (maar ook voor talloze andere steden) komen allerlei vlagvariaties voor. Zo duikt de burchttoren ongekleurd op op een groene vlag, of is hij in het klein afgebeeld op een rood-wit-blauwe vlag. Zelfs een geheel groene vlag komt voor, zonder enig symbool. Zo doen we dat tegenwoordig niet meer!

Middelburg drie maal
Nog meer Middelburgse vlaggen! (zie tekst hierboven)

De gouden dubbele burchttoren op de huidige vlag is afkomstig van het wapen van Middelburg. De oudst bekende afbeelding is op een zegel uit 1299, waarbij de afgebeelde toren er nogal anders uitziet dan de huidige,

Wapen Middelburg
Het wapen van Middelburg

Het huidige stadswapen van Middelburg stamt uit de 16e eeuw en toont een adelaar met de keizerskroon van keizer Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk. Deze kroon is overigens nooit officieel aan de stad verleend om in het wapen opgenomen te worden. Maar omdat de keizer een rechtscollege in Middelburg had, mocht de enkelkoppige adelaar wel apart op een vaandel gevoerd worden, terwijl Maximiliaan zelf een dubbelkoppige adelaar voerde.
Op de een of andere manier is de kroon dus zwevend boven de kop van de adelaar terechtgekomen!

Kroon Lange Jan
De keizerskroon op de Lange Jan (© deskgram.net)

Daarna was het hek van de dam en hebben de Middelburgers de keizerskroon pontificaal als bekroning voor de Lange Jan gebruikt!

Oekraïne – Два роки i дванадцять тижнів війни / Twee jaar en twaalf weken oorlog

Rusland opent nieuw front in het noorden

Waarschijnlijk als gevolg van de achterlopende leveringen aan Oekraïne van wapens uit het Westen, vielen Russische troepen afgelopen vrijdag de noordelijke regio bij Charkov binnen, waarbij negen dorpen werden overrompeld, waarna er een vluchtelingenstroom van enkele duizenden mensen richting Charkov op gang kwam.
De vluchtelingen worden opgevangen bij een hulpcentrum in de stad, waar ze ook te eten krijgen en er wordt onderdak voor hen gezocht.

Kaart van het noordoosten van Oekraïne met de locaties van Charkov (Kharkiv) en Vovchansk, Russisch grondgebied in donkerrood en een deel van het door Rusland veroverde gebied in Oekraïne in lichtrood (screenshot)

Gisteren meldde het Russische leger dat het de noordoostkant van de stad Vovchansk (ruim 17.000 inwoners) was binnengedrongen, 74 km ten oosten van Charkov. De stad lag zwaar onder vuur, met grote schade als gevolg.
Het Oekraïense leger liet weten dat het de vijand teruggedrongen had vanuit de noordelijke buitenwijken van de stad en voegde eraan toe dat het “tactische successen” had geboekt in verschillende gebieden.
De grote vraag is natuurlijk of het Kremlin een poging wil wagen het iets westelijker gelegen Charkov, de tweede stad van het land, aan te vallen en/of te veroveren.

De politie hielp met het evacueren van inwoners van Vovchansk, zoals een oudere blinde vrouw (screenshot)

Oekraïne liet weten dat Rusland “significante troepen” (tot wel vijf bataljons) heeft ingezet in zijn laatste offensief en erkende dat de Russen enig “tactisch succes” hebben gehad.

Inwoners verlaten halsoverkop hun huizen waarbij ze weinig spullen kunnen meenemen (screenshot)

In een verklaring gisteravond zei het Oekraïense leger dat Rusland sinds het begin van de dag meer dan honderd soldaten had verloren, eraan toevoegend dat de strijdkrachten oude posities aan het herstellen waren en dat reservetroepen naar de regio Charkov werden verplaatst om de verdediging te versterken.

Screenshot uit een door het Russische leger geschoten video tijdens hun inval in het noorden


In twaalf gebieden zouden momenteel gevechten gaande zijn en zou het zwaartepunt zich hebben verplaatst naar Staritsa, een dorp ten westen van Vovchansk.

Een Russische tank lost een schot bij het oprukken in Noord-Oekraïne (screenshot / Российский Добровольческий Корпус / Russisch Vrijwilligerskorps)

Hoewel het onwaarschijnlijk wordt geacht dat deze Russische grensoverschrijding zal leiden tot de verovering van Charkov, vergroot de Russische aanpak van deze nieuwe, noordoostelijke frontlijn alleen maar de angst voor de bewoners.

President Zelensky gedurende zijn recentste videoboodschap, waarin de inval in het noorden uiteraard aan bod kwam (screenshot)

Belgorod

De Russische inval in Noord-Oekraïne kan zeker ook verband houden met de frequente Oekraïense beschietingen op de vlakbij de grens liggende Russische stad Belgorod.

Terwijl reddingswerkers al ter plaatse waren stortte de middensectie van het flatgebouw nog verder in, waardoor de aanwezigen het op een lopen moesten zetten (screenshot)

Tijdens een Oekraïense raketaanval afgelopen zondag, werd door de Russische luchtafweer een raket uit de lucht geschoten, waarna de brokstukken een flatgebouw raakten. Een sectie van het tien verdiepingen tellende gebouw stortte vervolgens in.
Dertien mensen kwamen hierbij om het leven en zeker twintig raakten er gewond.

Reddingswerkers bij de deels ingestorte flat in Belgorod (TACC/TASS / screenshot)

Nieuwe Russische defensieminister

Na de frauduleuze herverkiezing van Vladimir Poetin als president van Rusland in maart en zijn beëdiging vorige week dinsdag, vond de Russische leider het tijd voor een wissel op het ministerie van Defensie.

Sergej Sjojgoe (1955) (screenshot)

De 68-jarige minister van Defensie Sergej Sjojgoe wordt vervangen door de 65-jarige Andrei Belousov.
Sjojgoe, een persoonlijke vriend van Poetin, is benoemd tot secretaris van de Veiligheidsraad van de Russische Federatie.
Omdat de Russische president wil dat “het ministerie van Defensie openstaat voor innovatie en nieuwe ideeën”, koos hij voor de econoom Andrei Belousov.

Andrei Belousov (1959), de nieuwe Russische minister van Defensie (screenshot)

In de vorige regering was hij eerste vice-premier en had hij verschillende functies op economisch gebied, waarbij hij ook Poetin’s adviseur voor economische zaken was.

Blinken

In Oekraïne ondertussen, was er dinsdag een ontmoeting tussen president Zelensky en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Anthony Blinken.

President Zelensky met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken, tijdens zijn bezoek op 14 mei (screenshot)

Tijdens een toespraak in de Polytechnische Universiteit van Kiev zei hij dat de Russische president Poetin moet betalen voor de wederopbouw van wat hij in Oekraïne heeft vernietigd.
Hij voegde eraan toe dat Washington de macht heeft om Russische bezittingen in de V.S. in beslag te nemen en deze zal gebruiken om Oekraïne te helpen herbouwen en dat het land “dichter bij de NAVO” komt.
Aan president Zelensky kon Blinken nog eens beloven dat de broodnodige militaire hulp “nu onderweg is”.

Kaart van Oekraïne (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag van Oekraïne (1992-heden)

De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.

Ook in 1918/1919 lag Oekraïne (toen de West-Oekraïense Nationale Republiek) onder vuur, zoals op deze prent wordt weergegeven: een Russische bolsjewiek in het noorden, een Rus van het Witte Leger (anti-sovjet) in het oosten met de Russische vlag met dubbelkoppige adelaar, een Poolse soldaat (liggend) naast een Hongaarse (in het rood) in het westen en twee Roemeense soldaten in het zuiden; we zien in het midden een vroege afbeelding van de Oekraïense vlag, de tekst onderin luidt “Wereldvrede in Oekraïne” (publiek domein)

De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd  bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.

Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.

In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.

De grootste Oekraïense vlag meet 40 x 60 meter en weegt 300 kilo, hier zijn we die vlag vóór de oorlog in Charkov (fotograaf onbekend)

Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992.
De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.

Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
De tentoongestelde ‘eerste’ vlag in het parlementsmuseum van Oekraïne (© rada.gov.ua)
Nóg een groot exemplaar van de nationale vlag (foto: Angelina Shostak, Facebook)

Symbool

Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.

Oekraïense troepen met de nationale vlag (© mil.gov.ua)

Paraguay – Día de la Independencia / Onafhankelijkheidsdag (1811)

Een nationale feestdag in Paraguay en wel de Onafhankelijkheidsdag.

De geschiedenissen van de verschillende Zuid-Amerikaanse landen zijn vaak behoorlijk ingewikkeld en met elkaar verweven en ook niet altijd even simpel uit de doeken te doen. Dus ik zal trachten de eenvoudige versie weer te geven.

Vlag Rio de la Plata
Vlag van het Onderkoninkrijk Río de la Plata (1776-1812)

Zoals bekend mag worden verondersteld was in de 18e eeuw een groot deel van Zuid-Amerika in Spaanse handen. In 1776 stelde de Spaanse koning Carlos III het Onderkoninkrijk van de Río de la Plata in. Dit gebied bestond uit delen van de huidige landen Argentinië, Bolivia, Uruguay, Paraguay en Rio Grande do Sul (het zuiden van het huidige Brazilië). Hoofdstad was Buenos Aires.

Onderkoninkrijk
Het Onderkoninkrijk van Río de la Plata (in geel) en een deel van het Onderkoninkrijk van Perú (in licht oranje)

Het Spaanse Rijk kwam danig op z’n kop te staan in de tijd van Napoleon, waarbij een groot deel van Spanje uiteindelijk bezet werd door Frankrijk. Dit bleef natuurlijk niet onopgemerkt in de kolonies en revoluties broeiden. Na de Mei-revolutie van 1810 in Buenos Aires en de vorming van een voorlopige regering, de Primera Junta, trachtte men het hele gebied onder centraal gezag te krijgen.

Het nieuwe bewind stuurde kolonel José de Espinola op pad naar de hoofdplaats, Asunción van de provincie Paraguay, om dit gebied ook onder controle van Buenos Aires te stellen. In Asunción was men echter niet van plan zich dat te laten welgevallen: de lokale gouverneur, Bernardo de Velasco y Huidobro, wenste trouw te blijven aan de Spaanse koning Ferdinand VII. Kolonel De Espinola werd de provincie uitgejaagd.

Links: Bernardo de Velasco y Huidobro (1742-1821), geschilderd in 1890 door Guillermo da Re (1867-1910) / Rechts: Manuel Belgrano (1770-1820) tijdens een bezoek aan Londen 1815 geportretteerd door François Casimir Carbonnier (1787-1873) (Collectie Museo Municipal de Artes Plásticas Dámaso Arce de Olavarría te Buenos Aires)

Uiteindelijk besloot Buenos Aires in september 1810 troepen te sturen om de provincie eronder te krijgen. Onder leiding van generaal Manuel Belgrano vielen de revolutionairen de gezagsgetrouwe troepen van Paraguay aan. De militaire campagne van Belgrano was geen succes: hij werd verslagen bij de Slag van Tacuarí en bij de Slag van Paraguarí. Gouverneur Velasco had zich bij deze slagen niet bepaald onderscheiden: hij vluchtte van het strijdtoneel weg.
Revolutionaire groepen in Paraguay, bestaande, uit de Creoolse elite, onder leiding van Fulgencio Yegros en Pedro Juan Caballero begonnen zich echter nu ook te roeren en keerden zich tegen gouverneur Velasco.
Toen deze vervolgens hulp zocht bij de Portugezen in Brazilië in ruil voor de macht, was de maat vol.

Links: Fulgencio Yegros y Franco de Torres (1780-1821) door een onbekende schilder (publiek domein) / Rechts: Pedro Juan Caballero (1786-1821) door een onbekende schilder (publiek domein)

Op 14 maart 1811 trokken Creoolse militairen op naar het gouverneurspaleis, het Cabildo en stelden een ultimatum aan Velasco. Hun eisen waren: overgave van het Cabildo, alle wapens en de installatie van een driekoppige junta, waarbij Velasco mocht aanblijven, maar twee Creolen naast zich moest dulden.
Velasco strubbelde eerst tegen, maar toen er acht kanonnen op het plein voor het Cabildo werden opgesteld, koos hij eieren voor zijn geld. Hij accepteerde het ultimatum in de vroege ochtend van de 15e mei. En daarmee hebben we de aanleiding voor de dag van vandaag.

Overigens duurde het nog tot 12 oktober 1813 voordat de Republiek Paraguay werd uitgeroepen. Argentinië echter weigerde zich erbij neer te leggen en het was pas na de Paraguayaanse Oorlog, waarbij Paraguay hulp kreeg van het Keizerrijk Brazilië, dat de definitieve onafhankelijkheid gegarandeerd werd op 25 november 1842.

Kaart van Paraguay (© freeworldmaps.net)

De vlag

Voorzijde van de vlag van Paraguay
Keerzijde van de vlag van Paraguay

De vlag van Paraguay heeft officieel twee verschillende kanten, net als die van de Amerikaanse staat Oregon. Hoewel die laatste dubbelzijdige vlag zich in de Vlagblog-collectie bevindt, is dat niet het geval met Paraguay, simpelweg omdat er niet de hand op te leggen is. Alleen in het land zelf kom je de officiële dubbelzijdige versie tegen, meestal bij overheidsgebouwen. Dubbelzijdige vlaggen zijn uiteraard niet erg praktisch, omdat ze duurder zijn om te maken en ook zwaarder, wat het wapperen niet ten goede komt!

De vlag is een horizontale driekleur in rood, wit en blauw. In het midden van de witte baan aan de voorzijde is het rijkszegel geplaatst. Het rijkszegel heeft in het midden een vijfpuntige gouden ster en is geplaatst in een blauwe cirkel. Deze cirkel wordt omkranst door palm- en olijftakken op een witte cirkel. Daar weer omheen bevindt zich een rode cirkel met in goud en in kapitalen de tekst Republica del Paraguay.  Hier omheen ligt dan nog een witte cirkel, omkaderd door een zwarte cirkel.

Op de achterkant van de vlag staat in het midden van de witte baan het zegel van het Ministerie van Financiën. Het is een witte cirkel, omkaderd in blauw en rood. In de cirkel is een gouden leeuw geplaatst; achter dit dier is een gouden speer te zien met een rode Frygische muts (symbool voor de vrijheid) er bovenop. In de cirkel boven de afbeelding in kapitalen de tekst Paz y justicia (Vrede en gerechtigheid).

paraguay symbolen naast elkaar
De symbolen op de vlag: het rijkszegel (voorkant) en het zegel van het Ministerie van Financiën (achterkant)

Over waar het rood, wit en blauw van deze vlag vandaan komen zijn verschillende theorieën, maar het waarschijnlijkst is dat Paraguay’s eerste president, José Gaspar Rodriguez de Francia de kleuren introduceerde, als groot bewonderaar van de Franse Revolutie. Daarmee zouden ze dus ‘geleend’ zijn van de Franse tricolore en vervolgens een slag gedraaid naar horizontaal. Maar ook het ‘lenen’ van de Nederlandse vlag wordt niet uitgesloten.

De Francia
President José Gaspar Rodriguez de Francia (1766-1840) (© rtv.com.py)

De eerste versie van deze vlag werd ingevoerd op 15 augustus 1812, waarbij de witte baan iets breder was dan de rode en de blauwe. Op 27 november 1842 werd de vlag opnieuw vastgesteld, nu met drie banen van dezelfde breedte. Het rijkszegel miste toen nog de rode cirkel met de tekst, die werd toegevoegd in 1883. Hoewel alleen bij de officiële (overheids)versies van de vlag, is nog vermeldenswaardig dat de verhoudingen van hoogte en breedte 11:20 zijn.

Het presidentieel paleis, het Palacio de López (1894), in de hoofdstad Asunción, met de vlag in top (screenshot)

Seborga – Giorgio I scelto come primo principe di Seborga / Giorgio I gekozen als eerste prins van Seborga (1963)

Prins Giorgio I van Seborga, ongedateerde foto (publiek domein)

Vandaag is het 61 jaar geleden dat mimosa-teler Giorgio Carbone werd gekozen als eerste prins van het ministaatje Seborga, waarmee hij Prins Giorgio I werd en Italië plotseling een vorstendom binnen z’n grenzen had.

Links: Ligging van Seborga in de Italiaanse regio Ligurië (publiek domein) / Rechts: Seborga’s burgemeester Pasquale Regni (1951) (© Comune di Seborga)

Voor alle duidelijkheid: de claim van het stadje, met een bevolking van zo’n 300 inwoners, wordt door niemand erkend.
Volgens Italië is het een Italiaanse gemeente met een Italiaanse burgemeester, Pasquale Regni.

Kaart met alle gemeenten van de provincie Imperia (het meest westelijke deel van de regio Legurië), de kleine gemeente Seborga is net ten westen van het veel grotere Sanremo te vinden (© provincia.imperia.it)

Dat neemt niet weg dat Seborga zijn claim sinds 1963 stug vol blijft houden en niets achterwege heeft gelaten om alles wat bij het uiterlijk vertoon van een vorstendom hoort in het leven te roepen, dus zijn er grenswachten (af en toe), eigen munten, postzegels en nummerborden en nog veel meer.
Maar waar komt dit allemaal vandaan?

Seborga (publiek domein)

Claim

Giorgio Carbone kwam in 1963 met een theorie nadat hij bepaalde archieven van het Vaticaan had ‘gevonden’.
Volgens Carbone was Seborga sinds 954 al een onafhankelijke staat en was het vanaf 1079 een prinsdom binnen het Heilige Roomse Rijk, waarbij de abten van het klooster tevens prinsen van het staatje waren.
De gevonden documenten leken erop te wijzen dat Seborga in 1729 nooit officieel in het bezit was geweest van het Huis van Savoye (het Koninkrijk Sardinië) en daarmee in 1861 illegaal was opgenomen in het Koninkrijk Italië tijdens de unificatie, waarmee het dus nog steeds een onafhankelijk prinsdom moest zijn.

Welkomstbord aan de Italiaans-Seborgiaanse grens (publiek domein)

Giorgio I

Carbone was beslist iemand die zijn plaatsgenoten enthousiasmeerde en bij de daarop volgende prinselijke verkiezing van 14 mei 1963 voor een ‘staatshoofd’, werd hij als prins gekozen, waarmee hij voortaan door het leven ging als Zijne Grootheid (Sua Tremendità) Prins Giorgio I van Seborga.

Prins Giorgio I, ongedateerde foto (publiek domein)

Hij formeerde een kabinet van ministers en/of raadgevers en voerde een eigen munt in, de luigino, die (alleen in Seborga) naast de Italiaanse lire kon worden gebruikt en dezelfde waarde had.
Uiteraard kwamen er ook een vlag (daar komen we straks natuurlijk nog over te spreken) en een staatswapen met de wapenspreuk Sub Umbra Sedi (Ik zat in de schaduw).

Plattegrond van Seborga (© OpenStreetMap)

Dat dit alles het stadje geen windeieren heeft gelegd is wel zeker: toeristen komen graag naar Seborga om toch een keer in het mini-landje te zijn geweest en voor de populaire souvenirs: munten, postzegels, (nep)paspoorten, (nep)nummerborden en (uiteraard!) vlaggen.
Bovendien ligt het op korte afstand van populaire kustplaatsen als Monaco, Menton, Ventimiglia en Sanremo.

Populaire souvenirs uit Seborga met het staatswapen (© Principato di Seborga)

Als men al dacht dat dit prinsdom na een tijdje een stille dood zou sterven, kwam men toch bedrogen uit! Giorgio vervulde zijn rol met veel plezier en overtuiging en hij bleef dan ook 46 jaar lang Prins van Seborga tot aan zijn dood op 25 november 2009, waarna er een nieuwe prins werd gekozen.
Tot aan die verkiezingen werd er een tijdelijke regent aangesteld: Alberto Romano.

Marcello I

Dat de inwoners niets tegen nieuwkomers hadden, bleek uit de verkiezing van 25 april 2010, waarbij de van oorsprong Zwitsers/Italiaanse Marcello Menegatto (erfgenaam van een kousen-imperium) als nieuwe prins werd gekozen, waarna hij door het leven ging als Prins Marcello I, niet als Zijne Grootheid zoals zijn voorganger, maar door het wat gebruikelijkere Zijne Doorluchtige Hoogheid (net als de prinsen van Monaco).

Links: Staatsieportret van Prins Marcello I, de tweede prins van Seborga (publiek domein) / Rechts Prins Marcello (1978) met de kroon van Seborga (publiek domein)

Zijn vrouw, de uit Duitsland afkomstige Nina Menegatto-Döbler werd zijn minister van Buitenlandse Zaken.
Hoewel Prins Giorgio nog voor het leven prins was, werd de termijn voor regerend prins of prinses nu op zeven jaar vastgesteld.

Prins Marcello I en zijn vrouw Nina Menegatto, de minister van Buitenlandse Zaken (fotograaf onbekend)

Tijdens de ‘regering’ van Prins Marcello raakte zijn huwelijk met buitenlandminister Nina in het slop en in 2019, twee jaar na zijn herverkiezing in 2017, trad hij af. Het paar scheidde en Marcello vertrok naar Catalonië.

Verkiezingen 2019

De verkiezing van 10 november in volle gang (publiek domein)

Dus nog maar twee jaar na de laatste verkiezing konden de bewoners van Seborga op 10 november 2019 opnieuw naar de stembus.

Op 27 oktober, in aanloop naar de verkiezing werden de beide kandidates aan het volk gepresenteerd (publiek domein)

De strijd ging dit keer tussen twee vrouwen: Nina Menegatto, die na haar scheiding van Prins Marcello in Seborga was gebleven en Laura di Bisceglie, de dochter van Prins Giorgio.

Laura di Bisceglie brengt haar stem uit (publiek domein)

De opkomst bij de verkiezing was 78,95%, 122 stemmen gingen naar Nina Menegatto en 69 naar haar uitdaagster Laura di Bisceglie, waarmee Seborga een nieuw staatshoofd had: Prinses Nina, die na haar verkiezing de vier leden van de Kroonraad benoemde: Mauro Carassale, Sabina Tomassoni, Giovanni Fiori en Luca Pagani.
De overige vijf leden van de Kroonraad werden rechtstreeks door de inwoners gekozen.

Nina Menegatto brengt haar stem uit (publiek domein)

Nina

De prinses beschikt zeer zeker over de nodige kwalificaties. Geboren in 1978 als Nina Döbler in Kempten (Beieren), studeerde ze aan het Institut Monte Rosa in Montreux (Zwitserland) en haalde daarna een MBA in marketing aan de Internationale Universiteit van Monaco.
Naast haar moedertaal Duits, spreekt ze vloeiend Italiaans, Engels en Frans.

Hoewel al in functie sinds eind 2019, werd Prinses Nina pas op 20 augustus 2020 (de Nationale Feestdag) ingehuldigd, waarbij ze de eed zwoer en de sleutels van de stad uitgereikt kreeg (foto: publiek domein)

Nina ging voortvarend aan de slag en kwam met een te verwezenlijken 10-puntenplan. Om een paar punten te noemen: terugvordering van de documenten waaruit de onafhankelijkheid van het vorstendom Seborga blijkt, intensivering van de promotie van Seborga via de klassieke en sociale media en buitenlandse vertegenwoordigers, de oprichting van een gemeenschappelijke online-winkel om het prinsdom middels Seborga-souvenirs op de kaart te zetten en de voortzetting van het bouwproject voor een luxe hotel in Seborga.

20 augustus 2021: presentatie van de nieuwe munten met de beeltenis van Prinses Nina en van het nieuwe wapen (rechts) van de Corpo delle Guardie (het Gardekorps) (publiek domein)
Een munt van 1½ luigino met de beeltenis van Prinses Nina (publiek domein)
Prinses Nina met de prinselijke kroon op haar hoofd, die, zoals we hier kunnen zien, een ietwat te groot is om echt te dragen! (© Principato di Seborga)

Toerisme

Het toerisme is sinds Seborga ‘onafhankelijk’ is een belangrijke bron van inkomsten.

Links: Toeristisch paspoort van Seborga (© Principato di Seborga) / Rechts: Seborga’s munt, de luigino (meervoud: luigini) is onderverdeeld in 100 centesimo en populair bij veel muntenverzamelaars, de munten dienen naast de euro ook als betaalmiddel in Seborga, bankbiljetten zijn nooit uitgegeven (© Principato di Seborga)

Dat uit zich in de uitgave van eigen munten, postzegels, (onofficiële) paspoorten, nummerborden, sleutelhangers, petjes en mondkapjes waar verzamelaars en souvenirjagers tuk op zijn.

Nummerborden uit Seborga uit 1997 en 2004 (publiek domein)
Nummerborden uit Seborga, links een plaat uit 2013, rechts een diplomatiek nummerbord (CD = Corpi Diplomatici) (publiek domein)

Daarnaast wordt de grens met Italië in het toeristenseizoen bewaakt door het Corpo della Guardie (Gardekorps), zowel te voet als te paard. Het korps is ook van de partij bij officiële functies en verkiezingen.

Grensbewaking door de Corpo della Guardie, allemaal vrijwilligerswerk (publiek domein)

Dit alles neemt niet weg dat Seborga officieel gewoon een Italiaanse gemeente is met een burgemeester en een gemeenteraad. Maar op alle fronten wordt er goed met elkaar samengewerkt.

De vlag

Vlag van Seborga (1997-heden)

De vlag van Seborga werd ingevoerd in 1997 en bestaat uit twee delen: de mastzijde heeft een wit vlak dat ongeveer eenderde van de vlag inneemt. Op dit witte veld is de ‘kleine’versie van het wapen van Seborga geplaatst: een wit omzoomd schild in blauw met daaroverheen een wit, zogenaamd “Grieks” kruis.
Erboven een kroon in goud (geel) en rood.
Het grotere, uitwaaiende gedeelte van de vlag bestaat uit een wit veld met negen horizontale balken in blauw.

Eerdere vlaggen

Blauw en wit zijn de kleuren van Seborga, die tot zeker de 12e eeuw terug gaan. Tot 1729 had Seborga een vlag die diagonaal verdeeld was van de bovenkant van de mastzijde naar de onderkant van het uitwaaiend gedeelte, wit boven, blauw onder.
In 1729 werd Seborga met 14 km² land daaromheen, verkocht (illegaal volgens Seborga), aan het Koninkrijk Sardinië (dat in 1861 opging in het Koninkrijk Italië) en kennelijk is de vlag toen in onbruik geraakt.

Links: De historische vlag van Seborga / Rechts: Vlag van Seborga (1995-1997)

Enige onduidelijkheid lijkt er te zijn over wanneer de blauw-witte vlag weer in gebruik kwam, maar op enig moment zal dit toch gebeurd zijn.
Eveneens onduidelijk is het wanneer de eerste vlag van het onafhankelijke prinsdom is ingevoerd, officieel zou dit in 1995 geweest moeten zijn, waarmee die versie maar twee jaar bestaan zou hebben, daar de huidige vlag uit 1997 stamt.

Ongedateerde foto van Prins Giorgio met (waarschijnlijk) een vroege (?) versie van de vlag van 1995-1997 (publiek domein)

Daar Seborga al sinds 1963 ‘onafhankelijk’ is, zou het voor de hand gelegen hebben gelijk een onderscheidende vlag in te voeren. Toch lijkt dat niet gebeurd te zijn, hoewel één ongedateerde foto van Prins Giorgio (hierboven) erop lijkt te wijzen dat er wel degelijk een aparte vlag bestond, een voorloper van de vlag die tussen 1995 en 1997 in gebruik was? Het is de historische vlag van Seborga met het (uitgebreide) wapen in het midden, maar dan in mini-vorm!

Links: De vlag van Seborga tussen 1995 en 1997 (publiek domein) / Rechts: Een speciale versie van de 1995/1997-vlag met gouddraad thuis bij Prins Giorgio, wellicht gebruikt als persoonlijke standaard (publiek domein)

De versie die tussen 1995 en 1997 in gebruik was, is hieraan gelijk maar dan met het (uitgebreide) wapen in groot formaat.

Foto van Prins Giorgio, gemaakt op 25 januari 2008, met de huidige, in 1997 ingevoerde vlag van Seborga (publiek domein)

Het is niet de enige verwarring, want in de Algemene Statuten van het prinsdom wordt in artikel 4, dat over de vlag gaat, nog steeds de historische vlag beschreven: “De vlag van Seborga bestaat uit twee driehoeken in wit en blauw”.

Een kleine concentratie Seborga-vlaggen! (publiek domein)

Prinselijke standaard

Prinses Nina heeft de beschikking over een persoonlijk wapen en een persoonlijke standaard, ontworpen door heraldicus Ezio Forcella.
De standaard is, zoals gebruikelijk bij vorstelijke vlaggen vierkant en toont het (basis)wapen van Seborga, een wit ‘Grieks’ kruis op een blauw veld met daaroverheen het speciaal voor haar ontworpen wapen.

Links: Prinselijke standaard van Prinses Nina / Rechts: Wapen van Prinses Nina

Dat wapen bestaat uit een langgerekte ruitvorm, die in drieën gedeeld is. Het centrale deel bestaat uit een zwarte balk met drie rode rozen met gele hartjes. De balk is aan beide kanten geel omzoomd en loopt van de linkerbovenzijde naar de rechteronderzijde.
De twee resterende delen zijn identiek en laten een schaakbordpatroon zien van lichtblauwe en witte blokken.

Staatsieportret van Prinses Nina, met links de vlag van Seborga en rechts haar prinselijke standaard, op het ordelint dat ze draagt, is de grote versie van het wapen van Seborga afgebeeld (© Principato di Seborga)

Geel en zwart zijn de traditionele kleuren van Zwaben, een streek in Zuid-Duitsland die gedeeltelijk in Beieren en in Baden-Württemberg ligt en waar Prinses Nina vandaan komt.
De roos is in de heraldiek een symbool voor adel, moed en verdienste.
De blauw-witte blokken verwijzen naar de (maritieme) seinvlag voor de letter N (voor Nina). De N-seinvlag heeft eveneens een blauw-wit schaak- of blokkenpatroon.

Recente foto van Prinses Nina: op 7 mei verwelkomde ze een delegatie van kinderen die Seborga bezochten en aanwezig waren bij het traditionele kanonvuur dat elke eerste zondag van de maand wordt uitgevoerd (© Principato di Seborga)

Wapen

Kijken we tot slot nog even naar het wapen van Seborga. Zoals we al zagen zijn er twee versies: het ‘kleine’ wapen, zoals het ook op de vlag staat afgebeeld en dat bestaat uit het schild met de kroon erboven.

Links: ‘Klein’ wapen van Seborga / Rechts: ‘Groot’ wapen van Seborga

Het complete of ‘grote’ wapen van Seborga toont het wapenschild op een gekroonde hermelijnen mantel met op een gouden (of gele) banderol de wapenspreuk Sub Umbra Sedi (Ik zat in de schaduw).
Deze ietwat curieuze wapenspreuk schijnt op z’n minst terug te gaan tot 1261.
In een uit dat jaar afkomstige Regels en Voorschriften van Seborga komt het al voor. Het zou een uitspraak geweest zijn van Prins-Abt Aicardo, die, toen hij Seborga bezocht en langs het steile en zonnige pad dat naar de stad leidde, in de schaduw onder de olijfbomen en kastanjes rond Seborga had kunnen uitrusten.

Seborga vanuit de lucht (publiek domein)

Minnesota – Statehood / Toetreding als staat (1858) / Introduction of New State Flag / Introductie Nieuwe Staatsvlag

Vandaag is het 166 jaar gelden dat Minnesota als 32e staat toetrad tot de Verenigde Staten van Amerika.
Wat de dag speciaal maakt is dat de staat vandaag een nieuwe vlag invoert. De staatsvlag van 1983 (gebaseerd op een ontwerp uit 1893) komt daarmee te vervallen.

Kaart van Minnesota (freeworldmaps.net)

Minnesota Territory

De noordelijke regio waar Minnesota ligt, werd vanouds bevolkt door verschillende indianenstammen, zoals de Sioux en de Ojibwe.
Na de komst van de Europeanen in Amerika werd het gebied tot halverwege de 18e eeuw gecontroleerd door Frankrijk, daarna door het Verenigd Koninkrijk.
Amerikaans werd het gebied op 3 maart 1849, nog niet als staat maar als territorium.
Het grondgebied van het Minnesota Territory was aanzienlijk groter dan de huidige staat Minnesota, wat goed te zien is op de kaart hieronder.

Kaart van het Minnesota Territory (in groen), van de westelijk van het huidige Minnesota gelegen staten North en South Dakota behoorde een flink deel ook tot het territorium (© CJLippert / publiek domein)

Het territorium besloeg het hele groene gebied. De huidige staatsgrenzen zijn in donkergroen aangegeven. Het grootste gedeelte van wat nu North Dakota is, behoorde tot het territorium. Van het huidige South Dakota hoorde ongeveer de helft tot het gebied.
De grijze lijnen op de kaart geven de grenzen van de negen counties uit die tijd weer.

Op 11 mei 1858 werd het oostelijk deel van het territorium onder de naam Minnesota als 32e staat toegelaten tot de Verenigde Staten. Het westelijke deel bleef verweesd achter. Het duurde tot 2 maart 1861 tot dit gebied het Dakota Territory werd. In 1889 werd dit territorium in tweeën gesplitst en ontstonden de staten North en South Dakota.

De vlag

Vlag van Minnesota (2024)

De vlag die vandaag ingevoerd wordt zien we hierboven. Ze bestaat uit twee delen: de mast- of broekzijde heeft een ingehoekt donkerblauw vlak met een witte achtpuntige ster, de vluchtzijde is lichtblauw.
Het donkerblauwe vlak representeert de vorm van de staat.
De ster staat voor de Poolster (North Star). Minnesota staat bekend als the North Star State.
Hoe het tot een nieuwe vlag kwam zien we verderop, eerst duiken we de vlaggeschiedenis van Minnesota in.

Eerste vlag (1893 – deel 1)

Toen Minnesota in 1858 als staat werd toegelaten was er nog geen sprake van een vlag.
Pas in 1891 werd van staatswege het invoeren van een vlag besproken en dat had alles te maken met de in 1893 te houden Wereldtentoonstelling in Chicago. Met een vlag zou Minnesota zich kunnen onderscheiden.
Er werd een comité gevormd dat het een en ander moest voorbereiden. Deze club bestond geheel uit mannen, maar het echte werk (“women’s work”, zoals het comité het verwoordde) werd uitbesteed aan vrouwen.

Deze groep van vrouwelijke vrijwilligsters kreeg de naam Women’s Auxiliary Board of Minnesota. Dit comité schreef een ontwerpwedstrijd uit.
Van de 200 ingezonden ontwerpen werd in februari 1893 een winnaar gekozen. Winnares was Amelia Hyde Center (1861-1918), die hiermee een prijs van $15 won (wat met ruim $500 dollar anno nu overeenkomt).

De Women’s Auxiliary Board of Minnesota, met het winnende ontwerp in het midden, we zien bovenaan Mrs. Frances B. Clarke, de vier dames daaronder: Mrs. George Forsyth, Mrs. Francis Crosby, Mrs. Henry Hasenwinkle en Mrs. A.A. White, de vier dames onderin tenslotte: Mrs. F.L. Greenleaf, Mrs. A.T. Stebbins, Mrs. L.P. Hunt en Mrs. H.F. Brown (Tekening gepubliceerd in de St. Paul Daily Globe op 13 oktober 1893)

Het comité stelde de wetgevende macht voor het ontwerp nog vóór de Wereldtentoonstelling goed te keuren, wat ook geschiedde, eind maart 1893 was het officieel.

Het winnende ontwerp was zowel voor de hand liggend als opvallend.
Het voor de hand liggende was dat het vlagontwerp het (groot)zegel uit 1849 midden op de vlag plaatste. Van dat soort statenvlaggen waren (en zijn!) er meer in de Verenigde Staten, maar liefst dertig (vanaf vandaag één minder dus).
Amerikaanse vlaggenkundigen noemt dit soort vlaggen schertsend SOB’s (Seal On a Bedsheet / Zegel op een een bedlaken).
Het ongewone was dat de vlag verschillende kleuren had voor voor- en achterzijde.
De voorzijde was wit en voorzien van het grootzegel van Minnesota, de achterzijde was geheel blauw, zonder afbeelding.
Hieronder zien we het originele ontwerp van Amelia Hyde Center.

Ontwerp van de eerste vlag van Minnesota uit 1893 (© mnflag.tripod.com/1893)

De keuze voor de vlag was groot nieuws in Minnesota en de regionale St.Paul Daily Globe pakte er groot mee uit en deelde een tekening van het ontwerp (die helaas op de kop stond!).

Voorpagina van de St.Paul Daily Gobe van 31 maart 1893, waarin het nieuws over de vlag naar buiten werd gebracht (om het ontwerp te bekijken moest de krant wel even ondersteboven worden gehouden) (© Library of Congress / publiek domein)

Het eerste exemplaar van de vlag was een zijden exemplaar, waarop de afbeelding met de hand was geborduurd door de van oorsprong Noorse zusters Pauline en Thomane Fjelde, die daarmee een gouden medaille verdienden. De vlag is bewaard gebleven en we zien haar hieronder.

Het met de hand geborduurde eerste exemplaar van de vlag van Minnesota, met franje langs de randen (© mnopedia.org)

Het zegel

Voor een bespreking van de vlag is het zinnig eerst naar het prominent op de vlag afgebeelde (groot)zegel te kijken. Het zegel is verscheidene malen aangepast, zoals in 1971 en 1983, maar bleef in basis hetzelfde. Hieronder zien we versies uit 1876 en 1983.

Links: Zegel van Minnesota getekend door Henry Mitchell in 1876, uit zijn serie The State Arms of the Union /Rechts: Laatste versie van het zegel van Minnesota uit 1983

Het zegel werd in 1849 ontworpen door Henry Hastings Sibley (1811-1891) en was dus al in gebruik gedurende de periode van het Minnesota Territory. En hoewel het bij de toetreding als staat in 1858 had moeten worden veranderd en er al een nieuw ontwerp klaarlag, bleef het zegel ongewijzigd. Dat kwam omdat Sibley zelf de eerste gouverneur werd en hij stug vasthield aan zijn eigen ontwerp, dat toen door sommigen al als controversieel werd gezien.
Hij hield zijn poot stijf en in 1861 werd zijn ontwerp alsnog officieel gecontinueerd en in 1893 op de vlag geplaatst.

Henry Hastings Sibley (1811-1891), bonthandelaar en eerste gouverneur van Minnesota, circa 1870 (publiek domein)

Op het zegel staat een ploegende boer afgebeeld die kennelijk bereid is ‘zijn’ land te verdedigen (het geweer) en zich klaarblijkelijk ook voorbehoudt net zoveel bos te kappen als hij nodig acht (bijl en boomstronk), tevens symbool voor de houtindustrie.
Op de achtergrond zien we een indiaan te paard, die naar het zich laat aanzien ‘vrijwillig’ uit de regio vertrekt.
Verder zien we het officiële motto van Minnesota: ‘L’étoile du Nord’ (‘Poolster’).
Hoewel het in de 19e eeuw door de meeste blanken nog heel gewoon gevonden werd dat er richting het westen steeds meer land ‘ingepikt’ werd, lag dat voor de inheemse bevolking natuurlijk totaal anders. De afbeelding liet in hun optiek zien hoe zij, de oorspronkelijke bewoners, van hun land werden verjaagd.
Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw begon hier op grotere schaal aandacht voor te komen.
Daarna duurde het echter nog tot vorig jaar voor er echt actie werd ondernomen. Mike Freiberg, Huis-afgevaardigde voor de Democratische Partij, diende een wetsvoorstel in voor een geheel nieuw zegel.

Het nieuwe zegel van Minnesota met een ijsduiker als centraal motief

Uit diverse ontwerpen werd op 5 december 2023 een winnaar gekozen. Dit ontwerp is van de hand van Ross Bruggink en heeft als centraal element een ijsduiker (de ‘state bird’), verder zien we de Poolster en twee Amerikaanse rode dennen.

Ross Bruggink (2006), ontwerper van het nieuwe zegel van Minnesota (Facebook)

Het officiële motto van de staat (‘L’étoile du Nord’) is voortaan in de Dakota-taal te zien en luidt: ‘Mini Sóta Makoce’.
Net als de vlag is het zegel vanaf vandaag officieel.

Eerste vlag (1893 – deel 2)

Terug naar de vlag van 1893. Naast het zegel voegde ontwerpster Amelia Hyde Center nog het een en ander toe.

Vlag van Minnesota voorzijde (1893-1957)

Het zegel wordt omkranst door een Cypripedium acaule (‘Mocassin flower’), daar doorheen kringelt een rood lint met bovenin de tekst ‘L’étoile du Nord’ (‘Poolster’), het staatsmotto.
Tevens op het lint twee jaartallen: 1819 en 1893.
1819 verwijst naar de ingebruikname van Fort Snelling (oorspronkelijk Fort Saint Anthony genaamd) en 1893 naar het ‘geboortejaar’ van de vlag.
De linten waaieren onder het zegel wijd uiteen, eronder de naam Minnesota in goud.
Ook in goud zijn 19 vijfpuntige sterren, zodanig gegroepeerd dat ze tezamen een ster op de achtergrond vormen.
Het getal 19 verwijst naar Minnesota als 19e staat ná de oorspronkelijke 13.
Bovenaan op het zegel het jaartal 1858, het jaar van de toetreding als staat.
Zoals gezegd: de achterzijde van de vlag was een egaal blauw veld.
In later jaren zou die ‘kale’ blauwe achterkant meestentijds ook voorzien worden van het ontwerp van Amelia Hyde Center.

Voor- en achterzijde van een vlag van Minnesota uit circa 1950, waarbij we kunnen zien dat de blauwe achterzijde eveneens het versierde zegel laat zien (© mnflag.tripod.com/1893)

Tweede vlag (1957)

Dat een vlag met twee verschillend gekleurde zijden niet erg praktisch is qua productie en kosten, zal eenieder begrijpen.
Toch duurde het nog tot 1957 voordat de vlag werd aangepast. Aanleiding was het eeuwfeest als V.S.-staat in 1958.

Vlag van Minnesota (1957-1983)

De vlag werd (een donkerder) blauw aan beide zijden, waarmee dus afscheid werd genomen van het wit. Tevens werd de Cypripedium acaul enigszins aangepast naar de variatie die in Minnesota voorkomt.
Tevens kwam de naam Minnesota op de onderrand van het zegel te staan.

Derde vlag (1983)

In 1983 werd de vlag opnieuw gereviseerd. Het zegel kreeg een mini-‘make-over’ en de blauwe kleur werd aanzienlijk lichter.

Het is deze vlag die vandaag vervangen wordt.

Vierde vlag (2024)

En daarmee komen we dan bij de dag van vandaag: de introductie van de nieuwe vlag van Minnesota.
Mike Freiberg, die we hierboven al tegenkwamen bij het veranderen van het staatszegel, was ook een van de aanjagers om de vlag te vervangen, die hij kenschetste als een “rommelige genocidale puinhoop”.
De in 2023 ingestelde State Emblems Commission kreeg de opdracht een nieuwe vlag (en een nieuw zegel, zie boven) te laten ontwerpen.
Het publiek werd gevraagd met ontwerpen te komen en dat gebeurde massaal: er kwamen maar liefst 2.128 ontwerpen binnen. Zes ontwerpen gingen op 21 november 2023 door naar de shortlist.

Andrew Prekker (1999), toont op een iPad zijn ontwerp waar de nieuwe vlag op gebaseerd is (fotograaf onbekend)

Op 15 december werd uiteindelijk gekozen voor het ontwerp van Andrew Prekker, dat evengoed nog enigszins werd aangepast, tot op 19 december de laatste wijzigingen werden goedgekeurd.

Links: Het ontwerp van Andrew Prekker / Rechts: Het daarvan afgeleide eindresultaat, de nieuwe vlag van Minnesota

Op 27 december keurden de leden van de State Emblems Commission in hun laatste vergadering het eindverslag goed, waarna zowel vlag als zegel definitief waren.

In ‘vlaggenland’ is de aanpassing van de vlag met vreugde begroet. Zo liet Ted Kaye van de North American Vexillological Association (NAVA) weten het ontwerp uitstekend te vinden en voegde eraan toe dat het hoogstwaarschijnlijk een plek in de top 10 van Amerikaanse vlaggen zou krijgen bij een rondvraag onder de leden van de vlaggenorganisatie.

Micronesia – Constitution Day / Grondwetdag (1979)

Micronesia (met een a op het eind) is een onafhankelijke staat van 607 eilanden in de Grote Oceaan. Het land vormt samen met Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen de regio Micronesië (met een e op het eind). Die twee bijna gelijke namen maken het een beetje verwarrend, officieel heet het land dan ook Federatieve Staten van Micronesia (Federated States of Micronesia).
Die federatieve staten (of deelstaten) waar het land uit bestaat, zijn Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae.

Micronesia map
Kaart van de Federatieve Staten van Micronesia / Inzet: Het gebied ten opzichte van de regio (publiek domein)

Het totale landoppervlak is 702 km², verspreid over zo’n 2.900 km. De bevolking bedroeg bij een schatting uit 2016 104.937 inwoners.

micronesie03
Links: Parlementsgebouw van Micronesia in Palikir (Pohnpei) (© Sven Mueller) / Rechts: Vliegveld van Pohnpei (© Mike LaMonaca)

De hoofdstad is Palikir op het eiland Pohnpei (4.645 inwoners), maar de grootste plaats is Weno (zo’n 14.000 inwoners) op het gelijknamige eiland, onderdeel van deelstaat Chuuk.

SONY DSC
De hoofdstraat in Weno (Chuuk) (© Chris B.)

De complete regio Micronesië kent een roerige geschiedenis. De eersten die de rust in de uitgestrekte archipel kwamen verstoren waren de Portugezen in de 16e eeuw, op zoek naar kruideneilanden. De Spanjaarden kwamen hierna en zij claimden het gebied in 1574 en maakten het onderdeel van het Kapiteinschap Generaal van de Filipijnen. Eeuwenlang bleef dit zo, totdat Spanje na zijn nederlaag in de Spaans-Amerikaanse oorlog (1898) de Micronesische eilanden in 1899 verkocht aan Duitsland. Dit land voegde het gebied toe aan zijn kolonie Duits-Nieuw-Guinea.

Duits Micronesië map
Kaart uit 1905 van de Duits-Micronesische archipel (© publiek domein)

Lang duurde dit niet, want in 1914, tijdens de Eerste Wereldoorlog, werden de eilanden veroverd door Japan. Deze situatie bleef zo tot 1919, waarna de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) er een speciaal gebied van maakte: het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied onder bestuur van het Japanse Keizerrijk.

Japanse landkaart van het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied, wat tussen 1920 en 1945 onder Japans bestuur stond (© M. .Fujita, Shin Nihon Zucho, (Toko Shoin,1934), National Diet Library Digital Collection / publiek domein)

In 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, vond in dit gebied de Amerikaanse Operation Hailstone plaats, een van de belangrijkste zeeslagen. Een belangrijk deel van de Japanse vloot lag namelijk in de Truk Lagoon (tegenwoordig Chuuk Lagoon) . De twee dagen durende slag had als resultaat dat er een flink aantal bevoorradings- en vrachtschepen werd vernietigd en -niet onbelangrijk- tevens zo’n 250 gevechtsvliegtuigen buiten gevecht werden gesteld. Ook (haven)installaties en een duikboot-basis werden vernield. De Amerikanen bezetten de eilanden in deze regio vervolgens.

Truk Lagoon
Operation Hailstone: Amerikaanse bommenwerper boven het eiland Truk (nu: Chuuk), midden rechts zijn rookwolken zichtbaar boven Truk Lagoon, februari 1944 (© publiek domein)

Na de Tweede Wereldoorlog (1947) werd de archipel opnieuw een mandaatgebied, nu namens de Verenigde Naties, onder de naam Trust Territory of the Pacific Islands. Het bestuur was in handen van de Verenigde Staten.
Op 10 mei 1979 ondertekenden vier van de zeven eilandgebieden, Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae, een nieuwe grondwet, waarbij ze zich verenigden tot Federatieve Staten van Micronesia (Federated States of Micronesia of FSM). Zoals hiervoor al aangehaald: Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen sloten zich hier niet bij aan.
Die 10e mei wordt nu als Constitution Day (Grondwetdag) gevierd.

Net als Palau en de Marshalleilanden tekenden de FSM de Compact of Free Association (Verbond van Vrije Samenwerking) met de Verenigde Staten. Dit leidde op zijn beurt tot onafhankelijkheid op 3 november 1986, zij het nog steeds in associatie met de Verenigde Staten. Dit land is verantwoordelijk voor defensie van de FSM.

De enige andere archipel uit de Trust Territory of the Pacific Islands van 1947, die nog niet zelfstandig is, is die van de Noordelijke Marianen. Dit is een afzonderlijk, niet-onafhankelijk territorium (gemenebest) van de Verenigde Staten, met de naam The Commonwealth of the Northern Mariana Islands (CNMI).

De vlag

Micronesia vlag
Vlag van Micronesia (1978-heden)

De vlag van Micronesia is een schoolvoorbeeld van eenvoud. De vlag is hemelsblauw met vier witte vijfpuntige sterren, die elk naar een windrichting wijzen.
Het blauw staat voor de Grote Oceaan (en is niet toevallig hetzelfde blauw als dat van de Verenigde Naties), de vier sterren staan symbool voor de vier federatieve staten Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae. 

Trust Territory of the Pacific Islands vlag
Vlag van de Trust Territory of the Pacific Islands (1962-1978)

De vlag vloeide eigenlijk voort uit die van de Trust Territory of the Pacific Islands, die een dergelijke vlag had, maar dan een iets donkerder blauw en met zes sterren. Dit was een ontwerp uit 1962 van de toen 22-jarige Gonzalo Santos uit Saipan (Noordelijke Marianen), maar geboren in Yap. Hij won er een ontwerpwedstrijd mee en verdiende daarmee een prijs van $250,-.

Micronesië - Gonzalo Santos
Ontwerper van de vlag van de Trust Territory of the Pacific Islands, Gonzalo Santos (1940-2009), voor zijn winnende ontwerp. Hij wordt gefeliciteerd door de voorzitter van de Council of Micronesia, Dwight Heine. Rechts naast Santos is de Hoge Commisaris voor het Trust-gebied, Maurice Wilfred Goding. (© nava.org)

Kosrae, nu een aparte deelstaat, was toen onderdeel van Pohnpei en zij deelden dus één ster op deze vlag. De overige vijf sterren waren voor Yap, Chuuk, Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen. De vlag werd goedgekeurd door de Verenigde Staten in 1965, hoewel hij al voor het eerst gehesen werd op 24 oktober 1962. De oorspronkelijke symboliek was: de kleur blauw voor vrijheid en trouw, het wit van de sterren vrede.
Deze vlag was in gebruik tot en met 1978.

Omdat de huidige vlag van Micronesia duidelijk voortkomt uit die van het voormalige Trust-gebied, is Gonzalo Santos in feite ook de ‘vader’ van deze vlag.

Uiteraard hebben ook de vier federatieve staten elk hun eigen vlag:

micronesie01
Links: Vlag van Yap, een ontwerp van John Gilinung uit 1981 / Rechts: Vlag van Chuuk, een ontwerp van Ophin Reselap uit 1979
micronesie02
Links: Vlag van Pohnpei, een ontwerp van Rosendo Alex uit 1977 / Rechts: Vlag van Kosrae, een ontwerp van Nena T. Lonno uit 1981

Wat hangt daar toch?