Op 15 maart 1820 werd Maine toegelaten tot de Unie van de Verenigde Staten van Amerika als 23e staat. Tot die tijd was Maine een onderdeel van Massachusetts. De inwoners van Maine waren echter niet erg tevreden met de mate van bescherming vanuit Massachusetts gedurende de tweede oorlog met Groot-Brittannië in 1812, the War of 1812. Verder waren de Mainers over het algemeen veel liberaler dan de Massachusettsans en dus werd de stap gewaagd en werd statehood aangevraagd.
De Verenigde Staten voerden in die tijd een precair toelatingsbeleid uit, waarbij nauwlettend het evenwicht tussen slave states en free states in de gaten werd gehouden. Een gebied wat zich aanmeldde voor de Unie moest van tevoren hierin een keus maken. Verder moest een gebied tenminste 60.000 inwoners hebben. Nadat Alabama tot de Unie was toegetreden in 1819 was er weer een evenwicht in slavenstaten en vrije staten. Toen het Congres de toelating van slave state Missouri in 1820 goedkeurde, moest dat evenwicht direct hersteld worden met een free state en dat werd Maine.
De vlag
Vlag van Maine (1909-heden)
De vlag van Maine is er een uit de serie statenvlaggen met staatswapen of -zegel erop en werd ingevoerd op 23 februari 1909, waarmee de eerste vlag uit 1901 werd vervangen.
De meeste vlaggen met staatszegel (meer dan de helft van alle staten) hebben een donkerblauw veld en Maine vormt hierop geen uitzondering. Een wettelijke beschrijving van de vlag bestaat niet en daarom is de afbeelding van het wapen, hoewel in de basis overal hetzelfde, toch enigszins variabel qua uitvoering.
Het staatswapen van Maine
Het schild in het midden heeft een zwierige rococo-rand. De afbeelding op het schild is een naturalistische voorstelling van een dennenboom (afkomstig van de eerste vlag) met een in de schaduw van de boom rustende eland. Een bos vormt de achtergrond. Er zijn twee menselijke schildhouders: een boer met een zeis aan de broekingszijde en een zeeman met een anker aan de vluchtzijde.
Boven het schild is de Poolster afgebeeld in een vijfhoekige stralenkrans. Tussen schild en stralenkrans is een rode banderol te zien met de tekst Dirigo (Ik leid), het staatsmotto. Een tweede banderol, ditmaal in lichtblauw, is onder het schild geplaatst, met hierop in kapitale witte letters Maine.
Algemeen wordt aangenomen dat het globale ontwerp van parlementslid Benjamin Vaughn (1751-1835) is, terwijl de uitwerking ervan van de hand van Bertha Smouse (?-1839) is.
De vlag is niet bijster populair, maar wetsvoorstellen in 1991 en 1997 om de vlag te vervangen door de originele uit 1901 haalden het niet.
In 2001 onderzocht de Amerikaanse vlaggenvereniging North American Vexillological Association (NAVA) hoe het stond met de populariteit van de staten- en territoria-vlaggen van de V.S. en de provincievlaggen van Canada. Van de in totaal 72 vlaggen eindigde Maine op de niet bijster hoge 60e plaats.
Ze kwam al een aantal malen ter sprake: de eerste vlag van Maine: ze was in gebruik tussen 21 maart 1901 en 23 februari 1909 en was vaalgeel met een dennenboom en een blauwe ster bovenin de broekingszijde. Smaken verschillen natuurlijk, maar in een statenverbond met veel vlaggen die nogal op elkaar lijken, is dit ontegenzeggelijk een opvallender vlag, dankzij de eenvoud en de kleur. Dus wie weet, ooit…?
Vandaag is het 187 jaar geleden dat Texas de onafhankelijkheid uitriep, waarbij het zich afscheidde van Mexico. Als onafhankelijk land zou Texas bijna 10 jaar bestaan, in 1845 sloten de Texanen zich aan bij de oostelijke buur, de Verenigde Staten van Amerika.
“The Republic of Texas 1836” van cartograaf Harvey Fletcher uit 1985 laat Texas als onafhankelijk land zien (txtraders.com)
Voor het hoe en waarom moeten we nog iets verder terug in de tijd: na de Europese expansie van het Amerikaanse continent, maakte het gebied wat we nu als Texas kennen, deel uit van het vicekoninkrijk Nieuw-Spanje, een Spaanse kolonie, die sinds 1530 bestond. Van 1685 tot 1689 maakte Texas kortstondig deel uit van de Franse kolonie Fort Saint Louis. Na die vier jaar kwam Texas weer terug bij het Spaanse vicekoninkrijk.
Een belangrijk onderdeel van de Spaanse bezittingen in Amerika was Mexico. Aan het begin van de 19e eeuw groeide hier het verlangen naar zelfstandigheid. Na een ruim 10 jaar durende oorlog met Spanje riep Mexico in 1821 de onafhankelijkheid uit. Vanaf die tijd vormde Texas met Coahuila (nu in Mexico) de staat Coahuila y Tejas.
Op uitnodiging van de Mexicaanse overheid emigreerden in de jaren hierna veel Anglo-Amerikanen naar Coahuila y Tejas, zodat er uiteindelijk meer Engelstalige dan Spaanstalige bewoners waren. De Anglo-Amerikanen werden Texians genoemd, de Spaanstaligen Tejanos.
Vlag van de Mexicaanse staat Coahuila y Tejas, waarvan niet zeker is of de twee sterren op de witte middenbaan bruin of blauw waren
In 1835 schafte de Mexicaanse generaal en dictator Antonio López de Santa Anna de grondwet van 1824 af en ging een centralistisch beleid voeren, waardoor de staten dus minder te zeggen kregen. Er ontstond grote onvrede en dit leidde in oktober 1835 uiteindelijk tot de Texaanse Onafhankelijkheidsoorlog.
Een keerpunt in deze oorlog was de Slag om de Álamo tussen 23 februari en 6 maart 1836. De Álamo was een katholiek missiegebouw in San Antonio, waar Texaanse rebellen zich terugtrokken, nadat het Mexicaanse stadsgarnizoen o.l.v. Antonio López de Santa Anna de stad steeds verder binnendrong. Onder de opstandelingen die zich schuilhielden in de Álamo waren de kolonisten Davy Crockett en Jim Bowie.
De Álamo in San Antonio, nu een museum (foto: Vlagblog, 2014)
De zich verschansende rebellen raakten uiteindelijk door hun munitie heen, waarna de Mexicanen de Álamo bestormden en alle opstandelingen doodden. Strategisch gezien was deze slag niet heel erg belangrijk, maar vanwege het wrede optreden van de Mexicanen zorgde het wel voor een stevige opleving van de strijdlust van de Texanen.
‘The surrender of Santa Anna’, schilderij van William Huddle (1847-1892) uit 1886: het toont de overgave van Santa Anna (staand in blauw-wit tenue) na de Slag bij Jacinto in 1836, aan Sam Houston, leider van de Texaanse opstandelingen, die gewond op een veldbed ligt. (publiek domein)
Op 21 april 1836, werd door de Texanen een beslissende slag geleverd o.l.v. Sam Houston, een van de militaire leiders van de opstandelingen. Bij deze zogenaamde Slag bij Jacinto werden de Mexicaanse troepen verslagen en Santa Anna gevangengenomen, die vervolgens de onafhankelijkheid van de Republiek Texas erkende.
Texaans bankbiljet van één dollar uit 1841 (publiek domein)
Sam Houston werd hierna de eerste president van Texas. Santa Anna mocht in 1837 terugkeren naar Mexico.
Links: Antonio López de Santa Anna (1794-1876) daguerrotype uit circa 1853 (publiek domein) / Rechts: Sam Houston (1793-1863), daguerrotype uit circa 1850 (publiek domein)
In 1840 kwam het Mexicaanse deel aan de andere kant van de westgrens van Texas ook in opstand tegen de regering van Santa Anna. Dit leidde op 17 januari tot het kortstondige bestaan van de Republiek van de Rio Grande. Het grondgebied van deze republiek bestond uit de huidige Mexicaanse staten Coahuila, Nueva Léon en Tamaulipas. Na 283 dagen van onafhankelijkheid (en strijd) veroverden de Mexicanen op 6 november de stad Saltillo, het laatste bolwerk van de rebellen.
Dit alles zorgde ervoor dat de Texanen opnieuw vreesden voor een Mexicaanse poging Texas terug te veroveren. Er werd toenadering gezocht met de Verenigde Staten.
Links: Eén-dollarmunt van de Republiek Texas uit 1836 met een afbeelding van de Álamo (publiek domein) / Rechts: ‘Marriage of Texas’, cartoon uit 1844 dat het ‘huwelijk’ uitbeeldt tussen de Verenigde Staten (in de vorm van Columbia, de vrouwelijke personificatie van de V.S.) en de ‘Lone Star’ (Texas), ingezegend door President John Tyler van de V.S., de adelaar uit het wapen van Mexico kiest verslagen het luchtruim (publiek domein)
Hoewel er verzet was tegen het opgeven van de onafhankelijkheid, bleek bij een referendum in 1845 dat de meeste Texanen voor annexatie waren. Besprekingen leidden uiteindelijk tot vrijwillige aansluiting. Op 29 december 1845 was het zover: met de annexatie door de V.S. werd Texas de 28e staat in de Unie.
De vlag
Vlag van Texas (1838/39-heden)
De vlag van Texas bestaat uit een blauw vlak aan de broekings- of mastzijde, in het midden van dit vlak een vijfpuntige witte ster. De overige 2/3 van de vlag (de vluchtzijde) is verdeeld in twee horizontale banen, wit boven, rood onder.
De vlag werd geïntroduceerd op 28 december 1838 in het Congres van de Republiek Texas, door senator William H. Wharton. Op 25 januari 1839, een maand later dus, werd de vlag officieel goedgekeurd. Wie de vlag ontwierp is onbekend.
Bij de annexatie van Texas door de V.S. in 1845 bleef de vlag van de republiek behouden. Inmiddels is de vlag ongetwijfeld een van de bekendste van alle 50 staten en heeft zelfs een eigen naam: The Lone Star Flag. Deze naam is uiteindelijk ook op de staat overgegaan, waardoor Texas nu bekend staat als The Lone Star State.
Kaart van Texas uit 1874 door Maximilian van Mittendorfer, uitgave Anton R. Roessler, 96 x 99 cm (publiek domein)
In een statuut van 2015 werden de kleuren van de vlag officieel vastgelegd als zijnde die van de vlag van de Verenigde Staten (eveneens een vlag met rood, blauw en wit). Bij de introductie van de vlag in 1838 was er nog geen symbolische betekenis van de kleuren, maar in de Texas Flag Code van 2001 werden ze als volgt toegelicht: blauw staat voor trouw, wit voor zuiverheid en rood voor heldhaftigheid. De ster (Lone Star) staat voor Texas en voor de eenheid onder ‘God, state and country’ (‘God, staat en land’). Bij de vlag hoort sinds 1933 ook een ‘pledge of allegiance’ (‘belofte van trouw’): Honor the Texas flag; I pledge allegiance to thee, Texas, one state under God, one and indivisible (Eer de vlag van Texas; ik zweer trouw aan u, Texas, één staat onder God, één en ondeelbaar).
We kunnen rustig stellen dat de vlag van Texas mateloos populair is. Eenieder die de staat ooit bezocht, zal beamen dat er geen ontkomen aan is: de vlag is overal te zien en wordt met respect behandeld. Deels heeft dit ongetwijfeld met de geschiedenis van Texas te maken. Per slot van rekening hebben we hier van doen met een vlag die al werd ingevoerd toen Texas een onafhankelijk land was.
Texanen houden van groot, groter, grootst, deze zogenaamde “field flag” is daar een mooi voorbeeld van, de vlag heeft een afmeting van 30×45 meter en werd in gebruik genomen in 2007 (foto genomen tijdens een American football-wedstrijd in Dallas op 10 november 2007, tussen Texas Tech en Texas College) (foto: Klobetime / publiek domein)
Dat de Texaanse vlag ook buiten Texas populair is, blijkt wel uit het volgende: in 2001 onderzocht de Amerikaanse vlaggenvereniging North American Vexillological Association (NAVA) hoe het stond met de populariteit van de staten- en territoria-vlaggen van de V.S. en de provincievlaggen van Canada. Van de in totaal 72 vlaggen eindigde Texas op de 2e plaats, alleen New Mexico scoorde hoger.
Het leidt geen twijfel dat Texas zichzelf nog steeds ziet als ‘bijzonder’, wat ongetwijfeld versterkt wordt door de enorme oppervlakte van de staat. Met z’n 696.241 km² is het ± 17x groter dan Nederland. Qua grootte is het vergelijkbaar met Frankrijk, zij het dat Texas een slagje groter is.
Overigens zijn er meer Amerikaanse staten die ooit onafhankelijk waren: zo was Hawaii lange tijd een autonoom koninkrijk, totdat Koningin Liliʻuokalani in 1893 werd afgezet door Amerikaanse zakenlieden en politici (na vervolgens lange tijd een Amerikaans territorium te zijn geweest, werd Hawaii in 1959 een staat). Californië was kortstondig een republiek tussen 14 juni en 9 juli 1846 en Vermont was tussen 1777 en 1791 onafhankelijk onder de naam Vermont Republic.
Vlag van Chili (niet Texas!) (1817-heden)
Een vlag waar de Texaanse weleens mee verward wordt, is de nationale vlag van Chili. Het verschil zit ‘m in de rode baan aan de onderkant: bij de Chileense vlag loopt die helemaal door tot aan de broeking. De vlag van Chili is 22 jaar ouder dan die van Texas, ze werd ingevoerd op 18 oktober 1817.
Vandaag is het 342 jaar geleden dat de Engelse Koning Karel II aan William Penn een landcharter verleende om een schuld van £ 16.000 (anno nu zo’n £ 2 miljoen) te vereffenen. Daarmee is het eigenlijk de geboortedag van de Amerikaanse staat Pennsylvania. De geschiedenis begint echter nog eerder.
De eerste Europeanen die zich in het kustgebied vestigden van wat nu kennen als Delaware en Pennsylvania, waren Zweden en Nederlanders. In 1638 stichtten de Zweden hier de kolonie Nya Sverige, oftewel Nieuw-Zweden. In 1655 veroverden de Nederlanders het deel van de Zweedse kolonie ten oosten van de Delaware River (dit zou later New Jersey worden). Ook het Zweedse Fort Christina, aan de westoever van de Delaware, vlakbij het tegenwoordige Wilmington, kwam hierbij in Nederlandse handen en werd bij de kolonie New Netherland gevoegd.
Links: Kaart door Nicolaas Visscher II (1649-1702) van Nya Sverige (Nieuw-Zweden) uit 1700, ver nadat de kolonie ophield te bestaan (publiek domein) / Rechts: Nieuw-Nederland op zijn toppunt, bestaand uit de Hudson Vallei, Manhattan en het westelijk deel van Long Island(nu deel van New York), het westelijk deel van Connecticut, heel New Jersey, plus kleine stukjes Pennsylvania, Maryland en Delaware. (publiek domein)
In de jaren daarna drongen de Engelsen vanuit hun kolonie Virginia, net zuidelijk van de Nederlandse gebieden, steeds verder op. Dit leidde in 1664 uiteindelijk in de verovering van Nieuw Amsterdam (nu New York) en Fort Casimir (nu New Castle, Delaware). Tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog (1672-1674) werd New York weer terug veroverd en omgedoopt in Nieuw-Oranje, maar dit was van korte duur. Bij de Vrede van Westminster aan het einde van de zeeoorlog, kwam de kolonie opnieuw in Engelse handen en definitief omgedoopt in New York.
William Penn
In Engeland zag Koning Karel II ondertussen met lede ogen aan hoe steeds meer mensen zich aansloten bij de quaker-beweging, ook wel het Religieus Genootschap der Vrienden genaamd. De leden van deze beweging werden als ketters beschouwd, omdat hun leer afweek van die van de Anglicaanse Kerk. Zo weigerden ze om een eed af te leggen, om het even aan wie of voor wat. William Penn, vooraanstaand zoon van de Engelse admiraal met dezelfde naam, sloot zich bij de Quakers aan. Hij was ook goed bevriend met George Fox, de oprichter van de beweging.
Links: William Penn (1644-1718), 18e eeuws portret, maker onbekend (publiek domein) / Rechts: Karel II (1630-1685), koning van Engeland,Schotland en Ierland, olieverfportret uit ±1670 door Peter Lely (1618-1680) (National Maritime Museum, Londen)
Vanwege vervolging door de autoriteiten waagden heel wat Quakers de overtocht naar Noord-Amerika. In 1677 kocht een groep welgestelde Quakers, waaronder William Penn, de koloniale provincie West Jersey, waar ze in alle rust hun leven konden leiden zoals ze wilden. Het trok al gauw een paar honderd extra kolonisten. Penn zelf bleef vooralsnog in Engeland. In de jaren daarna werd de roep om een groter grondgebied voor de Quakers luider. Penn bepleitte hun zaak bij de Kroon en tot zijn grote verbazing was Koning Karel II meer dan toeschietelijk.
Charter
Op 28 februari 1681 verleende hij een landcharter aan William Penn. Het ging om een enorm gebied, ter grootte van 120.000 km2, ten westen en zuiden van New Jersey. Penn werd daarmee in één klap de grootste privé-grootgrondbezitter. Zoals we reeds zagen bij de inleiding, kocht de koning er een schuld van £ 16.000 aan Penn’s (inmiddels overleden) vader mee af. Op 4 maart ondertekende de koning de charter.
‘The birth of Pennsylvania’, door Jean Leon Gerome Ferris (1863-1930), geeft het moment weer waarop Koning Karel II William Penn zijn landcharter overhandigt. Historiserend schilderij uit een serie van 78, getiteld ‘The pageant of a nation’. (publiek domein)
Penn wilde zijn bezit New Wales of Sylvania (Latijn voor ‘bosgebied’) noemen, maar daar stak de koning een stokje voor. Ter nagedachtenis aan Penn’s vader, de admiraal, doopte hij het Pennsylvania (Penn’s bosgebied). Penn junior zat er een beetje mee in zijn maag: hij was bang dat mensen zouden denken dat hij het naar zichzelf had vernoemd. Maar hoe dan ook, de naam bleef.
Pennsylvania eind 17e eeuw (detail van Map of the British Empire in America) (publiek domein)
Penn vestigde zich in 1682 in zijn kolonie, maar was in 1684 weer terug in Engeland, waar het jaar daarop Koning Karel II overleed. Deze werd opgevolgd door zijn broer, Jacobus II. Toen deze zeer katholiek koning in 1688 door zijn schoonzoon, de protestantse Willem III van Oranje-Nassau van de troon werd verdreven (The Glorious Revolution), viel William Penn in ongenade bij het nieuwe koningspaar William en Mary, waardoor hij zijn Amerikaanse kolonie verloor. In 1694 werd dit weer teruggedraaid.
In 1699 keerde Penn terug naar zijn inmiddels behoorlijk gegroeide kolonie en vestigde zich in het door hemzelf in 1681 gestichte Philadelphia. Penn’s vrouw Hannah kon echter niet wennen in Amerika en in 1701 keerde de familie terug naar Engeland. Ver weg van zijn eigen kolonie, raakte hij uiteindelijk door grootschalige zwendel en mismanagement door zaakwaarnemers, in financiële problemen. Hij probeerde tot twee keer toe zijn kolonie terug te verkopen aan de Kroon, maar hij kreeg nul op het rekest. Uiteindelijk stierf hij platzak in 1718.
Links: Hannah Callowhill Penn (1671-1726), de tweede vrouw van William Penn, portret door John Hesselius (1728-1778) / Rechts: Bronzen standbeeld uit 1894 van William Penn, met in zijn linkerhand de landcharter uit 1681; het bekroont de stadhuistoren van Philadelphia en is een werk van Alexander Mine Calder (1846-1923) , het is 11m hoog en weegt 24.198 kg (publiek domein)
Dertien Amerikaanse koloniën verklaarden zichzelf onafhankelijk van de Britse Kroon in 1776, waarna de Amerikaanse Vrijheidsoorlog losbarstte, die uiteindelijk in 1783 in het voordeel van de nieuwe Verenigde Staten werd beslecht. Op 12 december 1787, vijf dagen na Delaware, was Pennsylvania de tweede staat die toetrad tot de nieuwe unie van 13 voormalige koloniën, nu staten.
Pennsylvania heet overigens officieel Commonwealth of Pennsylvania (Gemenebest Pennsylvania), wat het gemeen heeft met Kentucky, Massachusetts en Virginia, juridisch gezien is er geen verschil met de overige 46 staten.
De vlag
Vlag van Pennsylvania (1907-heden)
De vlag van Pennsylvania is blauw met in het midden het wapen van het gemenebest. Het wapen was er eerder dan de vlag. We komen het voor het eerst tegen in 1777, afgebeeld op een bill of credit (een soort kredietbrief) ter waarde van £ 4,00. Het gaat hier nog alleen om het schild.
Links: Vroegst bekende afbeelding van het wapen van Pennsylvania (1777), detail van een bill of credit (publiek domein) / Rechts: Vroegst bekende afbeelding van het volledige wapen (1778), door graveur Caleb Lownes (1754-1828) (publiek domein)
Eén jaar later, in 1778, zien we het wapen terug op een bijbel, maar nu in vol ornaat, mét paarden én adelaar. Weer een paar jaar later zien we het wapen voor het eerst in kleur op een schilderij van George Rutter. Het hoort nu bij de historische collectie van Independence Hall in Philadelphia. De paarden zijn hier nog wit.
Het wapen voor het eerst in volle glorie en in kleur, een schilderij van de hand van George Rutter (vaak ten onrechte vermeld als Jacob Rutter),uit 1785, nu in bezit van Independence Hall (publiek domein)
De vlag dateert van 1798. Na vele artistieke variaties, werd het huidige definitieve ontwerp op 13 juni 1907 wettelijk vastgesteld.
Het wapen heeft een gouden rococorand en is horizontaal in drieën verdeeld. De drie afbeeldingen die we zien komen oorspronkelijk van verschillende county’s. De driemaster bovenin komt van het zegel van Philadelphia County, de ploeg in het midden van het wapen van Chester County en de drie gouden korenschoven onderin van het zegel van Sussex County (nu in Delaware, maar oorspronkelijk gelegen in Pennsylvania).
Het schip staat voor de handel naar alle delen van de wereld, de ploeg is symbool voor Pennsylvania’s rijkdom aan grondstoffen, terwijl de korenschoven staan voor de vruchtbare bodem en tevens voor Pennsylvania’s rijkdom aan menselijke wijsheid.
Bovenop het schild zit een Amerikaanse zeearend, symbool voor Pennsylvania’s trouw aan de Verenigde Staten. Aan weerszijden twee getuigde zwarte paarden als schildhouders. Hoe deze dieren op het wapen terecht zijn gekomen? Niemand lijkt het te weten!
De paarden staan op een losse gouden sierrand, net als het schild in rococostijl. Tussen deze rand en het schild twee gekruiste takken: links (heraldisch rechts) een maïsstengel, rechts (heraldisch links) een olijftak, symbolen voor voorspoed en vrede. Rond de sierrand heen gedrapeerd een rode banderol met het motto van het gemenebest: Virtue, liberty and independence (Deugd, vrijheid en onafhankelijkheid).
Stille dood
In 2005 werd er een wetsvoorstel ingediend (House Bill 179) om in grote gele letters PENNSYLVANIA onderin de vlag toe te voegen. Het Pennsylvania House of Representatives keurde het voorstel goed met 164 stemmen voor en 31 tegen. De senaatscommissie die zich er vervolgens over moest buigen, behandelde het wetsvoorstel niet binnen de zittingstermijn van twee jaar, waardoor het een stille dood stierf, dit tot groot genoegen van alle vlaggendeskundigen, die doorgaans gruwen van namen op vlaggen!
In 2001 onderzocht de Amerikaanse vlaggenvereniging North American Vexillological Association (NAVA) hoe het stond met de populariteit van de staten- en territoria-vlaggen van de V.S. en de provincievlaggen van Canada. Van de in totaal 72 vlaggen eindigde Pennsylvania op de niet bijster hoge 57e plaats.
De stad had op dat moment zo’n 12.000 inwoners (op dit moment ruim 1,6 miljoen voor de stad zelf en een dikke vier miljoen voor de agglomeratie).
Welkomstbord Phoenix aan de stadsgrens in mei 1945 (publiek domein)
Lang voordat Amerika werd ‘ontdekt’, woonden op de plek waar nu Phoenix ligt, verschillende Indianen-stammen. Geschat wordt dat ongeveer vanaf het begin van onze jaartelling de Hohokam hier woonden. Gedurende honderden jaren, tot rond de 14e eeuw, hadden zij een bloeiende civilisatie. Ze legden ruim 200 km aan irrigatiekanalen aan, waarvan sommige nu nog de basis vormen voor hedendaagse irrigatiewerken, zoals het Arizona Canal.
Phoenix in 1885 (Bird’s Eye View of Phoenix, Maricopa Co., sketched by C.J. Dyer, W. Byrnes, Litho. Schmidt, Label & Litho. Co.)
Totdat in deze streek de blanke overheersing de overhand kreeg, midden 19e eeuw, waren het o.a. de Pima Indianen die de streek bevolkten. In 1867 werd de basis gelegd voor de nieuwe stad, op de plek waar eens de Indianenstammen leefden.
Jack Swilling (1830-1878)
Jack Swilling, een Zuidelijke veteraan uit de Amerikaanse Burgeroorlog, settelde zich hier als boer, waarna zich snel een gemeenschap vormde.
“Lord” Phillip Darrell Duppa (1832-1892)
Een van de originele kolonisten, Lord Darrell Duppa, stelde de naam Phoenix voor, “omdat een stad op de ruïnes van een oude civilisatie werd gebouwd”. De naam werd door het county-bestuur goedgekeurd op 4 mei 1868.
De vlag is paars, met het stadslogo, een in cirkelvorm gestileerde witte phoenix, in het midden. De phoenix, waar de stad naar vernoemd is, is de mythologische vogel die door vuur verteerd wordt en daarna uit zijn as herrijst. De vlammen worden in de gestileerde afbeelding gesuggereerd door de in halve cirkels naar boven wijzende vleugelpennen. In Oud-Grieks betekent phoenix “paars” en daarmee hebben we de keuze voor de kleur van de vlag.
Toen er in 1987 besloten werd een nieuw stadslogo in te voeren, werd er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven. Die werd gewonnen door het ontwerpbureau Smit, Ghomlely & Sanft. Dit logo beviel zo goed dat besloten werd het ook op een vlag te plaatsen. Vanaf 1990 vervangt deze logo-vlag de oude van 1921. (Het copyright en handelsmerk van het logo zijn nog steeds eigendom van het ontwerpbureau).
De huidige vlag van Phoenix is niet de eerste. Van 1921 tot 1990 voerde de stad een vlag met een blauw veld met een in een zonnecirkel geplaatste grijze phoenix met uitgestrekte vleugels, daaronder op een in drieën gedeelde banderol in gouden letters City of Phoenix Arizona.
Vlag van Phoenix, 1921-1990
In 2004 hield vlaggenorganisatie NAVA een onderzoek naar de populariteit van Amerikaanse stadsvlaggen. Phoenix kwam hierbij als 4e uit de bus.
Voorzijde van de dubbelzijdige vlagAchterzijde van de dubbelzijdige vlag
Oregon was op 14 februari 1859 de 33e staat die werd toegelaten tot de alsmaar groeiende Verenigde Staten van Amerika. Vanaf 1847 stond het gebied al onder controle van de federale overheid onder de naam Oregon Territory. In de aanloop naar statehood was er in 1857 een staatszegel ontworpen. Het is dit zegel dat we op de vlag terugzien.
De vlag van Oregon is een bijzondere: het is de enige statenvlag die een voor- en achterzijde heeft die van elkaar verschillen. De enige andere vlag met een verschillende voor- en achterzijde is de vlag van Paraguay.
De voorzijde van de vlag vertoont het staatszegel in goud op een donkerblauw veld. In kapitale letters daarboven de tekst State of Oregon en eronder het jaartal 1859, het jaar van toetreding tot de V.S. Het zegel is enigszins hartvormig. Middenin zien we een door twee ossen getrokken huifkar, een zogenaamde Conestoga wagon, een wat groter model dan de standaard huifkar.
Links: Eerste versie van het staatszegel van Oregon uit 1876 / Rechts: Huidige versie van het staatszegel van Oregon
Rondom dit vervoermiddel zien we in het landschap bossen, bergen, een ondergaande zon, een ploeg, een korenschoof en een pikhouweel. In de linkerbovenhoek zien we twee schepen: een uitvarend Engels marineschip en een binnenvarend Amerikaans schip. Onder de huifkar een banier met de tekst The union: deze tekst refereert aan het staatsmotto ten tijde van de introductie van de vlag in 1925. Bovenop het zegel is een Amerikaanse zeearend geplaatst met de vleugels beschermend gespreid. Rondom het zegel 33 sterren, het aantal staten van de V.S. na toetreding van Oregon.
De achterzijde van de vlag laat een bever op een boomstronk zien, uitgevoerd in goud, op hetzelfde donkerblauw van de voorzijde. De bever is state animal sinds 1969.
Oregon was er niet bepaald snel bij met z’n vlag. Toen gouverneur Walter Pierce op 26 februari 1925 Senate Bill 195 tekende, waarmee een statenvlag werd geïntroduceerd, was de staat de laatste van de (toen) 48 staten. Directe aanleiding voor de introductie was de viering van de 150-jarige herdenking van de Slag bij Lexington (19 april 1775), die groots gevierd zou worden in Washington, D.C., met o.a. een parade van alle statenvlaggen. Naaisters Blanche Cox en Marjorie Kennedy naaiden het eerste exemplaar.
Foto uit 1925 met het eerste exemplaar van de vlag van Oregon (publiek domein)
De vlag van Oregon is vanwege zijn tweezijdigheid een uitermate dure vlag om te produceren en los van officiële instanties is de vlag meestal eenzijdig uitgevoerd te zien met het staatszegel op voor- én achterzijde. De officiële, dubbel uitgevoerde versie maakt de vlag ook erg zwaar en er moet dus een behoorlijke bries staan om de vlag te laten wapperen.
In 2001 onderzocht de Amerikaanse vlaggenvereniging North American Vexillological Association (NAVA) hoe het stond met de populariteit van de staten- en territoria-vlaggen van de V.S. en de provincievlaggen van Canada. Van de in totaal 72 vlaggen eindigde Oregon op de niet bijster hoge 62e plaats.
Kaart van Oregon in 1846, één jaar voordat het een Amerikaans territorium werd, dertien later zou het de 33e staat worden (New Universal Atlas – Samuel Augustus Mitchell, 1846, H.N. Burroughs, Pennsylvania)
Pogingen om tot een nieuwe vlag te komen
Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat er al jaren plannen zijn om de vlag te veranderen: niet alleen eenzijdig uitgevoerd, maar ook iets aansprekender. De meeste statenvlaggen met staatszegel erop (en dat zijn er nogal wat in de V.S.) scoren niet erg hoog bij vlaggenliefhebbers. Dagblad The Oregonian organiseerde in 2009 een wedstrijd om een nieuwe statenvlag te ontwerpen.
De krant publiceerde 10 ontwerpen die als kanshebbers werden gezien. Uit deze 10 konden de lezers kiezen. Er kwamen echter veel verzoeken binnen voor een 11e keus: GEEN VAN ALLEN. Van de 9.008 stemmen waren er 1.849 voor die 11e keus en daarmee won het de wedstrijd. Als die 11e keus er niet was geweest, had keuze nr.7 op de lijst gewonnen, hier kwamen 1.791 stemmen voor binnen. Dit ontwerp toont de bever van de achterkant van de huidige vlag met een ster aan de broekingszijde op een blauw veld, zowel boven als onder voorzien van groen-witte balken.
Ontwerp van Randall Gray uit 2009, dat van de shortlist de meeste stemmen kreeg, maar toch niet won…
Ok een poging uit 2013, voorgelegd aan de Senaat, om de vlag op onderdelen te wijzigen, opnieuw met de bever in de hoofdrol. maar ook dit voorstel haalde het niet.
Oregon vlagvoorstel uit 2013, een ontwerp van Matthew Norquist
Een opmerkelijke ‘bijvangst’ tijdens deze pogingen om de vlag te veranderen, was het terugvinden van de eerste vlag uit 1925. Algemeen werd aangenomen dat deze vlag verloren was gegaan bij de brand die het Oregon State Capitol in 1935 verwoestte. Onverwacht dook de vlag op, ingelijst en wel, in een trappenhuis in de Pierce Library in de Eastern Oregon University in La Grande. Kennelijk was iedereen vergeten dat de kleinzoon van gouverneur Walter Pierce de vlag in 1954 aan de bibliotheek had geschonken, toen deze naar zijn opa werd vernoemd.
Toetje
Als toetje de overige 9 ontwerpen van de wedstrijd van The Oregonian:
V.l.n.r.: Ontwerpen van Karen L. Anzinger (1.566 stemmen), Lorraine Bushek (1.019) stemmen, Douglas Lynch (777 stemmen)V.l.n.r.: Ontwerpen van Gerald H. Black (665 stemmen), Eddy Lyons (455 stemmen), Thomas Lincoln (376 stemmen)V.l.n.r.: Ontwerpen van Jaymes Walker (238 stemmen), T.J. Borzner (157 stemmen), John Mothershead (115 stemmen)
53 jaar na Oregon werd op 14 februari 1912 Arizona als 48e staat toegelaten tot de Verenigde Staten van Amerika. De toelating kwam slechts 39 dagen na die van de oostelijke buurstaat New Mexico.
De vlag is horizontaal in tweeën gedeeld, de onderste helft is donkerblauw, de bovenste helft rood. Op de bovenste helft zijn zes vanuit het middelpunt van de kleuren-scheidslijn uitwaaierende gouden (of gele) zonnestralen afgebeeld. Een grote vijfpuntige ster in koperkleur is in het midden van de vlag geplaatst, deels over het snijpunt van de stralen.
Utah (toegelaten in 1896) was de laatste staat die een staatszegel-vlag invoerde, in 1912. De laatste vijf staten (Oklahoma, New Mexico, Arizona, Alaska en Hawaii) kozen andere ontwerpen.
De vlag van Arizona is een ontwerp van kolonel Charles W. Harris, generaal-adjudant in de Arizona National Guard en Nan Hayden, de vrouw van congreslid Carl Hayden. Wat de kleuren betreft, lieten ze zich leiden door de geschiedenis: rond 1540 arriveerde een expeditie van Spaanse conquistadores, onder leiding van Vásquez de Coronado in het gebied wat nu Arizona is, op zoek naar de legendarische Zeven Steden van Cibola. De kleuren die zij voerden waren rood en goud.
Links: Charles Wilfred Harris (1879-1949), ontwerper van de vlag van Arizona, foto uit 1918 (publiek domein) / Rechts: Nan Hayden (1877-1961), die het eerste exemplaar van de vlag naaide (publiek domein)
Het goud kon ook gelinkt worden aan de zon, die immer uitbundig schijnt in Arizona. Het blauw staat voor trouw. De koperkleurige ster herinnert aan de enorme kopervoorraden in de staat. Nan Hayden naaide het eerste exemplaar van de vlag en op 17 februari 1917 werd hij officieel aangenomen door de Arizona State Legislature.
Op 26 januari 1837 werd Michigan de 26e staat van de Verenigde Staten van Amerika. Vanaf 1787 was het grondgebied van wat we nu als Michigan kennen onderdeel van het Northwest Territory van de toen nog maar 11 jaar oude Verenigde Staten. Dit was een groot gebied waar later de staten Ohio, Indiana, Illinois, Wisconsin, het oostelijk deel van Minnesota én dus ook Michigan uit gevormd zouden worden. In 1805 werd werd dit territorium in kleinere gebieden onderverdeeld, waarbij o.a. het Michigan Territory werd gevormd.
Links: Kaart van het Northwest Territory met ingetekende grenzen van de huidige staten / Rechts: Kaart van het Michigan Territory (de rode en blauwe gebieden vormen hier samen de grootste ‘versie’ van dit territorium), splitsing in 1836 in Wisconsin Territory (rood) en Michigan Territory (blauw), vanaf 1837 de staat Michigan
De latere staten Wisconsin en Minnesota vormden toen het westelijk deel van dit grondgebied. Toen de Indiana en Illinois territoria in respectievelijk 1816 en 1818 als staten toetraden tot de Unie, werden delen van Indiana en Illinois toegevoegd aan het Michigan Territory, waardoor het grondgebied flink toenam.
Ook dit gebied werd uiteindelijk weer onderverdeeld: in aanloop naar de toetreding van Michigan als staat, werd het Michigan Territory in 1836 gesplitst in de staat Michigan zoals we het nu nog kennen, terwijl het enorme westelijke deel als het Wisconsin Territory verderging (wat uiteindelijk dus ook weer zou splitsen!).
Michigan is de enige staat die uit twee schiereilanden bestaat: het Lower Peninsula (Benedenschiereiland) en het Upper Peninsula (Bovenschiereiland). De staat grenst aan vier van de vijf Grote Meren: Lake Superior, Lake Michigan, Lake Huron en Lake Erie. De twee schiereilanden zijn sinds 1957 met elkaar verbonden door de Mackinac Bridge, een ruim 8 km lange hangbrug.
Kaart van Michigan
De naam Michigan is afkomstig uit het Ojibwe (een Algonkische taal), het is een afgeleide van het woord mishigami, wat zoveel betekent als “groot water” of “groot meer”.
De vlag
Vlag van Michigan (1911-heden)
De vlag van Michigan toont het staatswapen en maar liefst drie Latijnse spreuken op een donkerblauw veld. Michigan is daarmee onderdeel van een hele serie statenvlaggen met een blauw of donkerblauwe vlag met daarop het staatswapen.
Het wapen van Michigan stamt uit het overgangsjaar 1836, dus nog net voor de officiële toetreding als staat en werd ontworpen door Lewis Cass, die tussen 1813 en 1831 de tweede gouverneur van het Michigan Territory was. Hij haalde inspiratie uit het wapen van de Hudson’s Bay Fur Company, opgericht in 1670.
Links: Het wapen van de Hudson’s Bay Fur Company (tegenwoordig Hudson’s Bay Company) / Rechts: Lewis Cass (1782-1866), gouverneur van het Michigan Territory en ontwerper van het wapen van Michigan, portret uit ± 1855 (publiek domein)
Het wapen bestaat uit een wapenschild met lichtblauwe randen en toont in verschillende kleuren een meer op de voorgrond, een man op een schiereiland die zijn hand in een groet omhoog heft en met zijn andere hand op een geweer leunt. Achter hem licht de hemel geel op bij de opkomende zon. De man symboliseert gastvrijheid en vrede (de opgestoken hand), maar ook de wil tot verdediging van zijn grondgebied (het geweer). Dit blijkt ook uit de tekst op de bovenrand van het schild: Tuebor (Ik zal verdedigen).
Links: Vroege versie van het wapen van Michigan / Rechts: Huidige versie van het wapen van Michigan
Bovenop het schild is een adelaar met uitgespreide vleugels afgebeeld met in zijn linkerklauw een olijftak en in de rechterklauw drie pijlen. De adelaar staat voor de Verenigde Staten. Ook hier hetzelfde symbolisme: de olijftak voor de vrede en de pijlen voor de bereidheid de wapens op te nemen, mocht dat nodig zijn. Boven de adelaar een rode banderol met in witte kapitalen de wapenspreuk van de Verenigde Staten: E pluribus unum (Uit velen één).
De twee schildhouders zijn een wapitihert en een eland in natuurlijke kleuren. Hieronder een dubbele banderol in wit, waarbij de onderzijde breder is dan de bovenzijde. Hierop in zwarte kapitalen het staatsmotto: Si quæris peninsulam amœnam circumspice (Als u een plezierig schiereiland zoekt, kijk om u heen). De vlag werd ingevoerd op 1 augustus 1911 en is de derde vlag van de staat.
Eerdere vlaggen
De eerste vlag werd ingevoerd in 1837, het jaar van toetreding tot de Unie. Van deze vlag is geen enkele afbeelding bekend, het enige wat we weten is dat de voorkant van de vlag het staatswapen toonde, plus een soldaat en een vrouw. Op de andere kant was een portret van de eerste gouverneur, Stevens T. Mason te zien. (De enige andere statenvlag die nu nog een portret toont is die van de staat Washington, dat -uiteraard- George Washington laat zien).
De tweede vlag werd ingevoerd in 1865 en toonde op de voorzijde het staatswapen en op de achterzijde het staatswapen van de V.S., waarschijnlijk als hommage aan Michigan’s loyaliteit jegens de Noordelijke Staten (de Unie) tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Deze vlag was echter officieus en is ook niet overgeleverd voor zover bekend. Wel is er een regimentsvlag uit deze oorlog bewaard gebleven, van The First Michigan Infantry een legeronderdeel dat volledig uit vrijwilligers bestond en in 1861 werd opgericht.
Gouverneur
Vlag van de gouverneur van Michigan (1911-heden)
De gouverneur van Michigan (sinds 1 januari 2019 is dat Gretchen Wittmer, een Democrate) heeft haar eigen vlag: een witte versie van de statenvlag. Wat dat betreft hoort ze bij een minderheid; slechts 16 staten gebruiken een speciale gouverneursvlag.
In 2001 onderzocht de Amerikaanse vlaggenvereniging North American Vexillological Association (NAVA) hoe het stond met de populariteit van de staten- en territoria-vlaggen van de V.S. en de provincievlaggen van Canada. Van de in totaal 72 vlaggen eindigde Michigan op de niet bijster hoge 59e plaats.
Het zorgde er uiteindelijk voor dat op 9 november 2016 een wetsvoorstel werd ingebracht tot de vorming van een commissie die een ontwerpwedstrijd diende uit te schrijven om tot een nieuwe statenvlag te komen. Het voorstel haalde het echter niet, zodat Michigan het nog steeds met de vlag van 1911 moet stellen.
Overigens lieten enthousiaste ontwerpers zich niet onbetuigd, tientallen (ongevraagde) vlagontwerpen waren het resultaat. Hieronder een kleine greep uit de vele ontwerpen.
Georgia is een van de 13 originele staten van de Verenigde Staten van Amerika. Op 2 januari 1788 werd Georgia na Delaware, Pennsylvania en New Jersey de 4e staat van de Unie.
Kaart van Georgia uit 1823, uitgave F. Lucas Jr., Baltimore (publiek domein)
Op 19 januari 1861 scheidde Georgia zich, met nog zes andere zuidelijke staten, weer af, in aanloop naar de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Pas op 15 juli 1870 werd Georgia opnieuw toegelaten tot de Unie.
Links: Het begin van de Verenigde Staten van Amerika: de eerste 13 staten, waaronder Georgia in het zuiden / Rechts: Speldje in de vorm van de staat
Tijdens de laatste presidentsverkiezingen in november 2020, was Georgia een van de felbevochten swing states. Net als de collega-swing states Michigan, Pennsylvania, Nevada en Arizona, die in 2016 nog in meerderheid Republikeins stemden, flipte Georgia naar Democratisch, waarmee kandidaat Joe Biden ruimschoots de overwinning kon opeisen, met een totaal van 306 kiesmannen, tegen 232 voor zittend president Donald Trump.
Hoewel Georgia dus een van de oudste staten is, heeft het een van de recentste vlaggen. De huidige vlag is ingevoerd in 2003 en is de 8e in een lange reeks. Het zou te ver voeren om ze hier allemaal te vermelden. De huidige vlag lijkt veel op de versie die tussen 1920 en 1956 werd gebruikt. In dat jaar werd een nieuwe vlag ingevoerd die tot jarenlange controverses, pijn en onenigheid zou leiden: op de vluchtzijde, die driekwart van de vlag in beslag nam, werd het symbool van de Geconfedereerde Staten van Amerika (de ‘Zuidelijken’) uit de Amerikaanse Burgeroorlog opgenomen, de zogenaamde Confederate Flag(Confederatievlag), een blauw schuinkruis waarop 13 witte sterren, geplaatst op een rood veld.
Links: Vlag van Georgia (1920-1956) / Vlag van Georgia (1956-2001)
De vlag werd als een belediging ervaren door het zwarte deel van de inwoners van Georgia, omdat het teruggreep naar de tijd van de slavernij en onderdrukking van hun bevolkingsgroep. De controverse bleef jarenlang smeulen, maar laaide pas echt op in de jaren ’90 van de 20e eeuw, in de aanloop naar de Olympische Zomerspelen van 1996 in Georgia’s hoofdstad Atlanta.
De Olympische vlag van 1996
Uiteindelijk werd besloten tot een nieuwe vlag, maar wat er in 2001 uit de bus kwam rollen, zou al even controversieel blijken en hooguit een kleine verbetering. Het staatszegel nam nu vrijwel het gehele blauwe veld in, maar de controverse zat ‘m in de banderol onder het zegel, waar vijf kleine vlaggetjes werden afgebeeld: de eerste en laatste van de afgebeelde vlaggen lieten de allereerste en huidige Unievlag zien, nummer twee, drie en vier waren drie van de acht historische vlaggen van Georgia, waarbij nummer vier de vermaledijde vlag uit 1956 was. De ontwerper, Cecil Alexander zag het als een verbetering, maar opnieuw stuitte de vlag op dezelfde controverse als z’n voorganger. De Amerikaanse vlaggenassociatie NAVA vond het een van de slechtste vlagontwerpen die ze ooit had gezien.
Links:Vlag van Georgia (2001-2003) / Rechts: De staatsvlag hoort altijd lager te hangen dan de nationale vlag, de Stars and Stripes (fotograaf onbekend)
Gouverneur Sonny Perdue verordonneerde in 2003 een nieuw vlagontwerp. Op 8 mei 2003 werd de nieuwe vlag goedgekeurd en ingevoerd. Het ontwerp heeft een horizontale driekleur als basis, in de kleuren rood-wit-rood. In een blauw kanton, dat de bovenste twee banen plaatselijk bedekt, is het staatswapen in goud afgebeeld, omringd door 13 witte sterren.
Het wapen bestaat uit twee bogen, ondersteund door drie pilaren. De bovenste boog staat voor de grondwet en draagt dan ook de tekst Constitution. De onderste (steun)boog heeft de tekst Justice (gerechtigheid). Dat laatste woord is dan weer afkomstig uit het staatsmotto Wisdom, justice and moderation. Wisdom (wijsheid) en Moderation (matigheid) vinden we terug rond twee van de drie pilaren. Tussen de tweede en derde pilaar bewaakt een militair in koloniale outfit het geheel. Onder het zegel is de tekst In God we trust te lezen. De 13 sterren verbeelden de oorspronkelijke 13 staten.
Op 30 december 1940 werd de vlag van San Francisco officieel vastgesteld en ingevoerd, maar strikt genomen bestond hij al sinds 14 april 1900. Op deze dag werd een vlag gepresenteerd, bedoeld om door de politie in optochten mee te dragen. Ook voor andere officiële ceremonies werd de vlag, waarvan maar één exemplaar bestond, gebruikt.
Links: Het winnende ontwerp uit 1900 van John Marshall Gamble (1863-1957) in The Chronicle van 15 april 1900 (publiek domein) / Rechts: Robert Ingersoll Aitken (1878-1949), die het winnende ontwerp uitwerkte, foto uit circa 1920 (publiek domein, fotograaf onbekend)
Deze eerste vlag zag er grotendeels uit als de huidige vlag, echter zonder de naam van de stad erop. Het was een ontwerp van politieman John Marshall Gamble. In een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven door burgemeester James D. Phelan, was hij de uiteindelijke winnaar van de ruim 100 inzenders. Hij won er $ 50 mee. De afgebeelde feniks, die uit zijn as herrijst, was al als symbool gebruikt op een stadszegel in 1852, na een grote brand. Het ontwerp van Gamble werd uiteindelijk getekend door Robert Ingersoll Aitken, die eigenlijk beeldhouwer was.
Links: De vlag uit 1900 / Rechts: De vlag uit 1929
Dat de symbolische vogel nu ook op een vlag gebruikt werd, leek bijna profetisch, zes jaar voor de grote aardbeving en de daardoor ontstane brand (18 april 1906). Het enige exemplaar van de vlag werd toen uit het brandende stadhuis gered. In 1926 werd vastgesteld dat de vlag er na al die jaren niet meer representatief uitzag en dat hij vervangen diende te worden, wat in 1929 uiteindelijk gebeurde, mét gouden franje aan de randen (zie verderop).
Vanaf 1940, in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, ontstond vanwege het sterke patriottische gevoel, vraag naar de stadsvlag. Het ‘vermenigvuldigen’ werd officieel goedgekeurd op 30 december, waarbij de vlag tevens voor het eerst exact beschreven werd: ‘Een feniks oprijzend uit de vlammen, waaronder het devies Oro en Paz-Fierro en Guerra in goudgeel op een wit veld, de vlag zelf omkranst met goud. De woorden San Francisco worden horizontaal afgebeeld langs de onderzijde van de vlag, onder de feniks en het devies, in letters van aanzienlijke grootte en blauw van kleur.’
Dat de naam San Francisco plotseling opdook op de vlag, was te danken aan een resolutie, aangenomen op 29 augustus 1938. Het was de stadsbestuurders opgevallen dat velen die ten stadhuize de vlag aanschouwden ‘zich verwonderden over de schoonheid van de vlag, maar zich tevens afvroegen: welke vlag is dit?’ Dit verklaart de naam van de stad op de vlag, iets waar vexillologen (vlagdeskundigen) van gruwen. De nieuwe vlag werd gemaakt naar een afbeelding van de oude vlag en naar de de beschrijving van eerder dat jaar, wat resulteerde in een nieuwe uitvoering met goudgele rand rondom. Deze nieuw toegevoegde rand was uiteraard te danken aan de officiële omschrijving (‘de vlag (…) omkranst met goud’). Wat in de beschrijving waarschijnlijk bedoeld werd met die omkransing van goud, was het in de Verenigde Staten veelvoorkomende verschijnsel van gouden franje aan de randen van de vlag. Veel vlaggen die in gebouwen staan opgesteld hebben zo’n extra ‘verfraaiing’. De oorspronkelijke vlag uit 1900 had dit echter niet (maar die van 1929 wél), waardoor de gele ‘omlijsting’ dus eigenlijk per abuis óp de vlag is terechtgekomen.
Politiechef Michael Gaffney (rechts) draagt de vlag van 1929 over aan Edward Kell van de Society of California Pioneers, 11 juni 1952 (foto: San Francisco Ephemera Collection of the San Francisco Public Library)
De oude vlag van 1929 bestaat overigens nog steeds. Ze werd op 11 juni 1952 door de gemeente overgedragen aan de Society of California Pioneers, een historisch centrum dat al sinds 1850 bestaat en ook een museum beheert. Uit navraag bij het museum blijkt dat de vlag daar nog steeds in de collectie is, maar vanwege de kwetsbaarheid momenteel niet te zien is. Op zich is de vlag nog in een goede conditie op wat vlekjes en kleine beschadigingen na, waar ter zijner tijd een stoffenrestaurateur zich over zal moeten buigen (zie foto).
De vlag van 1929 (Collectie Society of California Pioneers)
Toch lijkt het erop dat dit niet het enige exemplaar van de vlag was. Op de website van WorthPoint, waar antiek, historische voorwerpen en/of verzamelobjecten worden gekocht en verkocht, dook een oude stadsvlag van San Francisco op, die volgens de site zou dateren uit de jaren 1925-1935 en in bezit zou zijn geweest van een vlaggenverzamelaar. De vlag lijkt vrijwel vierkant te zijn, mist opvallend genoeg de gele rand en heeft SAN FRANCISCO in de verkeerde kleur.
De vlag is wit, goudgeel omkaderd, met iets boven het midden een uit een kroon van rode vlammen uitrijzende bruine feniks met gespreide vleugels. Onder deze afbeelding een in drie delen gekrulde banderol, waarop de tekst Oro en paz-Fierro en Guerra (Goud in vredestijd, ijzer in oorlogstijd). Onder de banderol, net boven de goudgele rand in grote blauwe kapitalen: SAN FRANCISCO.
Volgens de eerder genoemde burgemeester Phelan refereert het goud in het devies aan het in Californië gewonnen goud en het ijzer aan het benodigde ijzer in oorlogstijd. Bij gebruik van de vlag binnen, zoals in het stadhuis, heeft de vlag in plaats van de goudgele rand inderdaad de goudgele franje rondom.
De vlag, die dus eerder kennelijk zo’n bewondering oogstte, wordt nu door vlagdeskundigen met andere ogen bezien. Door velen wordt hij als niet meer van deze tijd beschouwd en de naam van de stad op de vlag is hen een gruwel. Hoewel er al veel -ongevraagde- nieuwe ontwerpen voor een stadsvlag zijn gemaakt, zijn er tot nu toe geen officiële plannen om de vlag te moderniseren, toch zijn er al heel wat mensen die hun fantasie de vrij loop lieten (zie hieronder een paar voorbeelden).
Twee ontwerpen voor een nieuwe stadsvlag, links: ontwerp van Shorty Fatz (Samuel Rodriguez), rechts: ontwerp van Rua LupaEn nog twee ontwerpen voor een nieuwe stadsvlag (ontwerpers onbekend)
Sinterklaas is een kinderfeest met cadeaus en surprises, dat in Nederland en België wordt gevierd. In Nederland gebeurt dat doorgaans op de avond van 5 december, waar ook de naam Pakjesavond vandaan komt. In België wordt doorgaans 6 december aangehouden, de naamdag van Sint Nicolaas.
Sinterklaas, officieel Sint Nicolaas, is gebaseerd op de 3e-eeuwse Nicolaas van Myra. Geschreven bronnen uit zijn tijd zijn er niet, dus wat we van Nicolaas weten is gebaseerd op mondelinge overlevering. Vast staat dat hij in ieder geval vanaf de 6e eeuw vereerd werd. De eerste hagiografie (biografie van een heilige), stamt uit de 9e eeuw en werd geschreven door Michaël de Archimandriet, gevolgd door die van Simeon de Logotheet uit de 10e eeuw.
Volgens deze ‘bronnen’ werd Nicolaas rond 280 geboren in Patara, aan de zuidwestkust van het tegenwoordige Turkije. Via het priesterschap werd hij uiteindelijk bisschop van het nabijgelegen Myra. Zoals het heiligen betaamt worden ook aan Nicolaas wonderen toegeschreven, waarvan er in de loop der eeuwen steeds meer bijkwamen. Voor dit blog zou het wat ver voeren om ze allemaal de revue te laten passeren, maar één van de bekendere stamt uit de 11e eeuw en verhaalt over drie theologiestudenten die in een herberg verbleven. De herbergier vermoordde hen, sneed ze in stukken en borg hun vlees op in een ton met pekel.
Sint Nicolaas (hier nog niet in zijn bekende rode tabberd) wekt de drie vermoorde studenten weer tot leven, illustratie afkomstig uit “De Grey Hours” een getijdenboek uit circa 1390 (Collectie National Library of Wales / publiek domein)
Als Nicolaas kort daarop in dezelfde herberg verblijft, droomt hij ’s nachts van de misdaad van de herbergier. Nicolaas roept hem bij zich. Die bekent zijn gruweldaad, waarna Nicolaas zich in gebed tot God wendt, waarna de studenten weer tot leven worden gewekt.
De sarcofaag van Nicolaas in de grotendeels verwoeste Basiliek van Nicolaas in Myra (Sjoehest, 2002)
Nicolaas stierf op 6 december 342 of 352 in Myra, waar hij ook werd begraven. In de eeuwen hierna begon zijn verering en werd hij heilig verklaard en veranderde daarmee dus in Sint Nicolaas. Na een inval door de islamitische Seltsjoeken in dit gebied (in 1087), zou een deel van zijn stoffelijke resten overgebracht zijn naar Bari in Zuid-Italië.
In de loop der eeuwen werd Sint Nicolaas de beschermheilige van kinderen, armen, zeelieden, slagers en kooplieden. In sommige havensteden, zoals Antwerpen en Amsterdam, werd hij de patroonheilige van kerken.
Basiliek van de Heilige Nicolaas (officieel de H. Nicolaas binnen de Veste geheten) is een van de kerken gewijd aan Sint Nicolaas en werd tussen 1884 en 1887 gebouwd naar een ontwerp van architect Adrianus Bleijs (1842-1912) (fotograaf onbekend)
Hoe lang de verbastering van Sint Nicolaas naar Sinterklaas al bestaat is niet bekend, maar reeds in 1283 wordt gesproken over Senter Cloes.
Hoewel er rond zijn naamdag van 6 december al tal van vieringen plaatsvonden in Europa, leek dat nog niet echt op het feest zoals we dat nu kennen. Het oudste gebruik dat we ook nu nog kennen, is het zetten van de schoen, wat vanaf de 15e eeuw al gebruikelijk was. Kinderen zetten ’s avonds hun schoen, gevuld met haver en stro, waarna de ouders dit vervingen door appels, koeken, rozijnen of geld.
“Sint Nikolaas en zijn knecht “
Sinterklaas, zoals we hem nu in Nederland en België kennen, gaat grotendeels terug op een kinderboek van Jan Schenkman Sint Nikolaas en zijn knecht uit 1850.
‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), 1e druk uit 1850, uitgave G. Theod. Bom: kaft en aankomst van de Sint en zijn helper per stoomboot
Sinterklaas is in dit boek bisschop van Spanje en arriveert met zijn knecht per stoomboot (toen heel modern) in Amsterdam.
Illustratie uit ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), 1e druk uit 1850, uitgave G. Theod. Bom: ‘Sint Nikolaas in de school’
Het duo slaat snoepgoed en banket in en rijdt ’s nachts met paarden over de daken, waarbij het zijn knecht is die strooigoed door schoorstenen gooit. Sinterklaas zelf luistert vooral, ook aan deuren, waarbij hij aantekent welke kinderen er lief en stout zijn.
‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), 1e druk uit 1850, uitgave G. Theod. Bom: de Sint strooit met snoepgoed en het vertrek van hem en zijn knecht per luchtballon
Op strooi-avond gaat Sinterklaas de deuren langs, de kinderen zingen voor hem en hij strooit met snoepgoed. Zoals dat ging in de 19e eeuw ontbreken wijze lessen niet: een rijk kind leert dat deugd belangrijker is dan een groot cadeau. Twee jongens die uit de koektrommel stelen dreigt Sinterklaas in een zak te stoppen, maar uiteindelijk vergeeft hij ze. Wat heel apart is, is het einde: Sinterklaas en zijn knecht keren niet terug naar de stoomboot, maar ze vertrekken per luchtballon (toen ook een noviteit, in latere herdrukken wordt het nog moderner, als de ballon vervangen wordt door de trein!).
Links: ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), heruitgave van 1907 / Rechts: ‘Zie de maan schijnt door de bomen’, Sinterklaas rijdt op zijn schimmel over de daken . Illustratie ± 1945 door Sjoerd de Vries (1907-1987)
Het boek sloeg in en het vormt het begin van de vieringen zoals we die nu nog kennen. Sinterklaas kreeg het snel drukker, van één helper in 1850, die dan nog naamloos is, heeft hij in 1880 twee helpers die bekend worden onder de naam Zwarte Piet. Het curieuze is, dat de zwarte helpers eigenlijk Sinterklaas zelf als voorloper hebben: in de Middeleeuwen werd Sinterklaas vaak afgebeeld als een zwarte boeman met rammelende kettingen aan zijn voeten en stond hij bekend als Zwarte Klaas. Uit deze tijd dateert ook ‘de zak’ van Sinterklaas.
De zak van Sinterklaas diende vroeger als afschrikmiddel voor stoute kinderen: die gingen in de zak mee naar Spanje! Het gelijknamige liedje kennen we nog, de zak als ontvoeringsgereedschap niet meer (Reclame uit 1934 van De Gruyter / publiek domein)
Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt Sinterklaas vergezeld door een compleet pietenleger, die allemaal zo hun eigen taak hebben, onder leiding van de Hoofdpiet. Vanaf de 21 eeuw komt het uiterlijk van Zwarte Piet geleidelijk aan meer onder druk te staan in een steeds multiculturelere samenleving. De laatste jaren is er dan ook een duidelijke kentering naar een pietenleger met een heel scala aan kleuren en/of roetvegen. Anno 2022 is Zwarte Piet vrijwel geheel vervangen door dit 21e pietenleger.
Van Sinterklaas naar Santa Claus
Naast Sinterklaas heb je natuurlijk ook nog de Kerstman, die in het Engels Santa Claus heet. De namen Sinterklaas en Santa Claus lijken niet toevallig op elkaar: de één is een verbastering van de ander. Santa Claus, oftewel de Kerstman, zoals wij hem nu kennen is hoogstwaarschijnlijk een Amerikaanse concoctie van twee volksfiguren, Sinterklaas en Father Christmas.
Weggeef-collega’s: ontmoeting tussen de Kerstman en Sinterklaas (fotograaf onbekend)
Gedurende de Nederlandse aanwezigheid in de 17e eeuw in Nieuw-Amsterdam (nu New York) en Nieuw-Nederland (een gedeelte van de Hudsonvallei) was Sinterklaas als traditie al in Amerika aangekomen. De Engelsen hadden hun eigen kolonies ten noorden en zuiden van Nieuw-Nederland en na de machtswissel van 1664 waarbij Nieuw-Amsterdam Engels werd en omgedoopt in New York, begonnen de traditie van Sinterklaas en die van de Engelse Father Christmas langzaam te fuseren.
Father Christmas, de personificatie van Kerstmis gaat in ieder geval terug tot de 15e eeuw, maar had nog niets te maken met het geven van cadeaus. Als de verpersoonlijking van de kerstgeest stond plezier maken, drinken en zingen centraal. Toen deze twee tradities samenkwamen in het noordoosten van Amerika ontstond er langzamerhand een nieuwe figuur.
Schrijver Washington Irving publiceerde in 1809 zijn boek met de nogal lange titel A history of New York from the beginning of the world to the end of the Dutch dynasty. Deze geschiedkundige en politieke satire wordt verteld door de al even fictieve Diedrich Knickerbocker. In het boek wordt Santa Claus geïntroduceerd met Nederlandse Sinterklaasgebruiken.
Links: ‘A history of New York from the beginning of the world to the end of the Dutch dynasty’ door Washington Irving (1783-1859), verteld door Friedrich Knickerbocker, editie uit 1826 (publiek domein) / Rechts: ‘A visit from St. Nicholas’, editie uit 1864 (publiek domein)
In 1823 verschijnt het gedicht A visit from St. Nicholas door een anoniem gebleven schrijver. Hierin komen voor het eerst rendieren en een slee voor en Saint Nick wurmt zich door schoorstenen om mensen cadeautjes te bezorgen.
Het plaatje wordt compleet als tekenaar Thomas Nast Merry Old Santa Claus portretteert op de voorpagina van Harper’s Weekly in januari 1881. The rest is history, zullen we maar zeggen!
De vlag
Sinterklaasvlag
Sinterklaas heeft geen officiële vastgestelde vlag, dus bestaan er Sint-vlaggen in vele soorten en maten. De bekendste attributen van de goedheiligman, zijn diens mijter en bisschopsstaf en die worden dan ook vaak afgebeeld, zoals op de vlag van Vlagblog. De kleuren zijn vrijwel altijd die van zijn uitdossing: rood en geel, tevens de nationale kleuren van Spanje.