31 juli is de Ka Hae Hawaii Day, oftewel de Hawaiiaanse Vlagdag. De dag werd in 1990 in het leven geroepen door de toenmalige gouverneur John Waihe’e en is sindsdien ieder jaar gevierd.
Ongetwijfeld niet geheel toevallig is deze dag ook een feestdag voor de Hawaiiaanse royalisten, die er naar streven het in 1893 terzijde geschoven koningshuis weer in ere te herstellen. Deze dag heeft als naam Lā Ho’iho’i Ea, wat zoveel betekent als Soevereiniteitsherstel-dag. Drie jaar geleden werd op deze dag in het stadspark Thomas Square in Honolulu een metershoog standbeeld onthuld van koning Kamehameha III.
De vlag
Vlag van Hawaii(1816-heden)
De vlag van Hawaii is een beetje een vreemde. Mensen die hem nooit eerder gezien hebben kunnen zich niet voorstellen dat dát de Hawaiiaanse vlag is. Het doek vertoont acht gelijke horizontale banen: wit, rood, blauw, wit, rood, blauw, wit en rood. Het gekke zit ‘m in de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton.
Er was echter de nodige Britse aanwezigheid geweest in de Stille Oceaan, te beginnen met de reizen van kapitein James Cook, die de Hawaii-eilanden in 1778 ‘ontdekte’. Hij noemde ze overigens de Sandwich Eilanden. Cook’s Britse opvolger George Vancouver deed de eilanden eind 18e eeuw ook aan.
James Cook (1728-1779), schilderij uit ca. 1775 door Nathaniel Dance-Holland (1735-1811) (National Maritime Museum, Greenwich) / George Vancouver (1757-1798) door een onbekende schilder (National Portrait Gallery, Londen)
Volgens de overlevering zou hij koning Kamehameha I een Britse vlag hebben gegeven en wel een red ensign, de Britse zeevlag.
Red ensign
Dit als teken van vriendschap met koning George III. De vlag werd vervolgens enthousiast uitgehangen van verschillende belangrijke gebouwen. Toen de koning duidelijk werd gemaakt dat dit gezien kon worden als een te pro-Britse houding, besloot hij een Amerikaanse vlag vanuit zijn huis te laten wapperen. Dit op zijn beurt leidde weer tot protesten van Britse hoogwaardigheidsbekleders aan het hof van Kamehameha. Kennelijk had hij er daarna genoeg van, want de vlag die vervolgens in 1816 uit de bus rolde, was een soort van samensmelting van beide vlaggen.
Kaart van de Hawaii-eilanden
De acht strepen staan voor de verschillende eilanden: Hawai’i, O’ahu, Kuau’i, Kaho’olawe, Lana’i, Maui, Moloka’i en Ni’ihau. Er is ook ooit een versie geweest met negen strepen (voor het mini-eiland Nihoa) en een met zeven strepen (waarbij een van de ‘onbelangrijkere’ eilanden niet gerepresenteerd werd, óf Kaho’olawe óf Ni’ihau).
Wallis en Futuna is een Frans overzees gebiedsdeel en bestaat uit twee eilandengroepen in de Stille Oceaan, tussen Tuvalu in het noordoosten en Fiji in het zuidwesten.
Wallis is het grootste eiland en tevens hoofdeiland van de Walliseilanden. Zo’n 20 onbewoonde eilandjes liggen eromheen.
230 km ten zuidwesten van Wallis liggen de twee zogenaamde Hoornse Eilanden, met Futuna als grootste en Alofi als kleinste eiland.
Wallis (Uvea in het Polynesisch) heeft ruim 8.000 inwoners, ruim 1.000 van hen wonen in de hoofdstad Mata Utu (Matāʻutu in het Polynesisch). Futuna heeft ruim 3.000 inwoners en Alofi slechts 2 (voor zover bekend!).
Hoofdstad Mata Utu vanuit de lucht, in het midden het dubbele rode dak, het Koninklijk Paleis van Uvea (Wallis) en rechts de Cathédrale Notre-Dame-de-l’Assomption de Matâ’Utu, gebouwd tussen 1952 en 1959 (publiek domein)
De eilanden waren al bewoond en vormden drie koninkrijkjes voordat de eerste Europeanen opdoken in de 17e eeuw. Het waren de Nederlanders Willem Schouten en Jacob le Maire die tijdens hun ontdekkingsreis van 1616 Futuna en Alofi ‘ontdekten’ en daarmee op de kaart konden zetten. Ze noemden de eilanden de Hoornse Eylanden, naar Hoorn, de plaats waar ze vandaan kwamen. De twee eilanden samen hebben die naam ook in het Frans behouden als les Îles Horn, ook wel les Îles de Horne.
V.l.n.r.: Willem Schouten (1567-1625), tekening van Matthäus Merian de Oude, 1625 / Jacob le Maire (±1585-1616), ingekleurde kopie naar een tekening uit Antonio de Herrera’s “India Occidentales” uit 1622 / Samuel Wallis (1728-1795), schilder onbekend (alle: publiek domein)
Wallis moest langer wachten op ‘ontdekking’. Het is vernoemd naar de Britse ontdekkingsreiziger Samuel Wallis die in 1767, nadat hij eerst Tahiti aandeed, langs het eiland zeilde wat nu zijn naam draagt.
Het waren de Fransen die als eerste Europeanen de eilanden koloniseerden, door middel van missionarissen die vanaf 1837 trachtten de bevolking tot het katholicisme te bekeren, wat uiteindelijk ook lukte.
Dat niet alles pais en vree was blijkt wel uit het feit dat de missionarissen in 1842 om Franse bijstand vroegen vanwege rebellie van de bevolking.
De Fransen hielden de eilanden in bezit en op 5 april 1887 tekende Koningin Amelia Tokagahahau Aliki van Uvea (Wallis) onder druk een overeenkomst waarbij het eiland officieel een Frans protectoraat werd.
Koning Anise Tamole van Sigave (het westelijke deel van Futuna) en Koning Soane Malia Musulamu van Alo (het oostelijk deel van Futuna plus Alofi) tekenden op 16 februari 1888.
Wallis en Futuna werd ingedeeld bij de veel westelijker gelegen Franse kolonie Nieuw-Caledonië. Vanaf 29 juli 1961 werden de eilanden losgekoppeld van Nieuw-Caledonië als territoire d’outre mer (overzees territorium). Vanaf deze datum is ook de status van de drie koninkrijken, die nog steeds bestaan, verankerd. Wallis en Futuna kent geen erfopvolging: koningen worden gekozen.
De macht van de koningen is grotendeels symbolisch, maar ze hebben rechtsprekende macht, een overlevering uit de stammentijd, maar tegenwoordig beperkt zich dat tot niet-criminele zaken. Voorts hebben de koningen ook een zetel in de adviesraad, die verder bestaat uit drie mensen die door de Hoge Administrateur (uit Frankrijk) worden aangewezen. De Franse president Emmanuel Macron is het staatshoofd.
De laatste administratieve verandering dateert van 28 maart 2003 als Wallis en Futuna een collectivité d’outre mer (overzees land) worden.
Vanwege de beperkte mogelijkheden op de eilanden zijn veel inwoners in de loop der jaren naar het grotere en welvarender Nieuw-Caledonië geëmigreerd. Zo’n 18.000 van hen wonen en werken er, waardoor er dus meer Wallisiens en Futuniens wonen dan op de eilanden zelf (ruim 11.000 inwoners).
De vlag De Franse vlag, de Tricolore, is de officiële vlag, maar er is sinds 1985 wel degelijk een vlag voor de eilanden, de officieuze dus en die zien we hier vandaag.
Links: Vlag van Wallis en Futuna / Rechts: Alternatieve versie van de vlag
De vlag is rood met een wit omzoomde Tricolore in het kanton. Midden op het rode veld, aan de vluchtzijde, is een wit vierkant met daarin een rood andreaskruis, waardoor er optisch vier naar elkaar gerichte driehoeken ontstaan.
De vier driehoeken symboliseren de drie koninkrijken met hun koningen, plus de Franse administrateur (en staat daarmee dus voor Frankrijk).
De kleur rood staat voor moed en het wit voor de zuiverheid van idealen. Dit is de meest gebruikte versie van de vlag, maar er bestaat nog een tweede versie, waarbij het andreaskruis is vervangen door een zogenaamd kruis pattée in wit. In feite hebben we dan echter te maken met de vlag van het eiland Wallis (of Uvea) en komen we tegelijk bij de oorsprong van de vlag.
V.l.n.r.: Vlag van Uvea (Wallis) / Vlag van Sigave / Vlag van Alo
Uvea De vlag begon zijn leven als koninklijke standaard van Koning (Laveluain in het Wallisisch) Soane-Patita Vaimua van Uvea (Wallis), die twee keer op de troon zat, eerst tussen 1826 en 1829 en daarna van 1830 tot en met 1858.
Links: De koninklijke standaard van Soane-Patita Vaimua / Rechts: “Palaver voor het Koninklijk Paleis, Sagato Soane-plein te Mata Utu (Wallis), 1900”, tekening uit “À travers l’Océanie Centrale auteur du monde” uit 1907 door M.P. de Myrica
Deze vlag, mét Tricolore in het kanton werd uiteindelijk de eilandvlag en wordt in die versie ook als koninklijke vlag gevoerd (de eerste van de 3 koninklijke vlaggen boven)
Sigave De andere twee koninkrijken hebben hun eigen vlag. Sigave (het westelijk deel van Futuna) heeft een vlag die diagonaal in tweeën gedeeld is, van de onderkant van de mastzijde naar de bovenkant van het uitwaaiende gedeelte, rood boven, zwart onder. De wit omrande Tricolore bevindt zich in het kanton. Over het rood-zwarte vlak is een gele cirkel geplaatst met daarin twee gekruiste zwarte speren met daar tussenin een groen palmblad, volgens de overlevering symbool voor de eerste koning van Sigave, wiens kaken en tanden in een palmblad werden bewaard.
Alo Alo, het koninkrijk dat het oostelijk deel van Futuna beslaat, plus het ernaast gelegen eiland Alofi, heeft een rode vlag met de Tricolore in het kanton. In het midden van het veld is een groen gearceerd palmblad met daaroverheen in geel een knots en een bijl. De knots en bijl staan symbool voor de dood van missionaris Pierre Chanel, die de inwoners van Futuna tot het katholicisme trachtte te bekeren. Hij werd op 37-jarige leeftijd bij een aanval met een knots en een bijl in 1841 vermoord.
Links: Pierre Chanel (1803-1841) als heilige / Rechts: De moord op Pierre Chanel op een gebrandschilderd raam
Paus Leo XIII verklaarde hem zalig op 17 november 1887, zodat hij nu als Sint Pierre Chanel bekend staat.
De Faeröerders houden wel van een feestje in de zomer, wanneer de zon pas tegen half elf ondergaat. Olavsøka wordt dan ook over meerdere dagen uitgesmeerd, maar de eigenlijke dag is vandaag, op 29 juli.
De dag herinnert aan de Noorse koning Olaf II Haraldsson, die in 1030 de dood vond in de Slag bij Stiklestad. Eén jaar daarvoor was hij verdreven en afgezet door de Deense koning Knut. Olaf vluchtte naar Zweden en in 1030 trachtte hij zijn land te heroveren, maar op 29 juli sneuvelde hij op het slagveld. Slechts één jaar later werd hij door bisschop Grimkjell heilig verklaard.
Het festival wordt altijd op de avond van 28 juli officieel geopend met een optocht en speeches in het centrum van de hoofdstad Tórshavn. De middag daarvoor zijn dan al de populaire roeiwedstrijden gehouden.
Op 29 juli zelf is er opnieuw een optocht, nu van alle Faröerse politici, de korpschef van de politie, priesters en vertegenwoordigers uit Denemarken, naar de kathedraal van Tórshavn, waar men een dienst bijwoont. Daarna loopt het gezelschap naar het parlementsgebouw, waar men buiten naar een concert luistert. Dit alles dient dan om de opening van het nieuwe parlementaire jaar in te luiden.
Verder zijn er diverse sportwedstrijden, volksdansen en tentoonstellingen.
De vlag
Merkið, de vlag van de Faeröer
De Faeröerse vlag is er een uit de Scandinavische vlaggenfamilie, duidelijk herkenbaar aan het liggende Scandinavische kruis. Andere vlaggen uit deze ‘familie’ zijn die van Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, IJsland, Shetland en Åland. De vlag heeft een officiële naam, namelijk Merkið, wat zoveel betekent als teken of banier.
De vlag heeft een wit veld, wat volgens de ontwerpers staat voor de schuimkoppen van de zee en de prachtig heldere hemel boven de Faeröer, daaroverheen een rood Scandinavisch kruis, blauw gebiest: deze twee kleuren komen veel voor op de verschillende Scandinavische vlaggen en geven dus de verbondenheid weer.
De vlag werd in juni 1919 ontworpen door drie in Kopenhagen woonachtige Faeröerse studenten, Jens Oliver Lisberg, Janus Øssursson en Pauli Dahl. De vlag werd vervolgens genaaid door Ninna Jacobsen en voor het eerst op de Faeröer gehesen op 22 juni 1919 tijdens een trouwpartij, en wel in Fámjin, het geboortedorp van Jens Oliver Lisberg.
De drie ontwerpers van de Merkið, v.l.n.r.: Jens Oliver Lisberg (1896-1920), Janus Øssursson (1896-1964) en Pauli Dahl (1898-1977) (publiek domein)
Tot die tijd had de archipel een onofficiële vlag gebruikt met de afbeelding van een schaap op een blauw veld, met daaromheen een brede rode rand, die niet algemeen gebruikt werd.
De Faeröerse “schaaps-vlag”
De officiële vlag was die van Denemarken, de Dannebrog. Vanaf de jaren dertig werd de nieuwe vlag steeds algemener onder de autochtone Faeröerders, maar niet bij de Deense burgers, die vasthielden aan de Dannebrog.
Het keerpunt in de status van de vlag werd veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 9 april 1940 was Denemarken bezet gebied, maar de Faeröer bleven vanwege hun geografische ligging buiten schot. Op 11 april bezette het Verenigd Koninkrijk de archipel om het zo tegen Duitse aanvallen te kunnen beschermen. Om de Faeröerse schepen goed van de Deense te kunnen onderscheiden bepaalden de Britten dat Merkið hiervoor gebruikt zou worden. De datum was 25 april 1940 en daarmee hebben we de oorsprong te pakken van deze feestdag. Toen de Faeröer na de Tweede Wereldoorlog hun autonomie verkregen, op 23 maart 1948, kreeg de vlag zijn langverwachte officiële status.
De allereerste Merkið, te zien in de kerk van Fámjin op Suðuroy
En hoe verging het prototype van erk van Merkið uit 1919 het? Welnu, heel goed, de vlag bestaat nog en wordt gekoesterd. Ze is ingelijst en wel te zien in de kerk van Fámjin op het zuidelijke eiland Suðuroy.
De Fiestas patrias de Perú (meervoud, want het feesten gaat morgen nog door) herdenken in de eerste plaats de onafhankelijkheid uit 1821 (vandaag) en in de tweede plaats is het een eerbetoon aan de militairen en de politie (morgen).
Peru was, net als het grootste deel van Zuid-Amerika, ooit onderdeel van het Spaanse koloniale rijk. In de 19e eeuw echter was de Spaanse macht tanende, politieke onrust in Europa en de Mei-revolutie in Argentinië in 1810, brachten het hele continent in een revolutionaire sfeer.
V.l.n.r.: José de la Serna (1770-1832) / Joaquín de la Pezuela, markies van Viluna (1761-1830) / José de San Martín (1778-1850) op een foto uit 1848, gemaakt in Parijs / Simón Bolívar (1783-1830)
Na een interne machtsstrijd in 1821, waarbij de Spaanse generaal José de la Serna zijn directe baas, onderkoning Joaquín de la Pezuela afzette en verving, kreeg hij al gauw te maken met het oprukkende leger van de Argentijnse generaal José de San Martín. Twee jaar daarvoor had hij, samen met zijn Chileense collega Bernardo O’Higgins Chili bevrijd. Nu was de beurt aan Peru. Onderkoning De la Serna hield niet lang stand en verliet de hoofdstad Lima op 12 juli 1821. San Martín bracht de stad snel onder zijn controle en riep op 28 juli de onafhankelijkheid uit.
“La proclamación de la Independencia”, waarop we José de San Martín op de rug zien terwijl hij de onafhankelijkheid van Peru uitroept, schilderij uit 1904 van Juan Lepiani (1864-1932)
Hij nam de leiding van het land, maar droeg die in 1822 over aan Simón Bolívar, de grote Libertador van Zuid-Amerika. Hij was Venezolaan van geboorte en was al president van zijn eigen land geweest, wat hij zelf mee had helpen bevrijden. Generaal San Martín trok zich terug en liet het aan Bolívar over om de rest van Peru te bevrijden, inclusief Alto Peru, het tegenwoordige Bolivia (naar hem vernoemd). Dat doel werd in 1824 bereikt.
De feestdag van vandaag begint normaliter met een mis, een Te Deum, onder leiding van de aartsbisschop van Peru, om 9.00 precies. De president is daarbij aanwezig. Daarna is het de beurt aan de politiek. De president gaat dan in een open auto naar het parlement, toegejuicht door zijn aanhangers. Aldaar houdt hij een soort troonrede, hij legt verantwoording af voor het afgelopen jaar en ontvouwt plannen voor de toekomst. Daarna keert hij terug naar het presidentieel paleis, het Casa de Pizarro, voor verdere ceremoniële taken. Dit jaar gebeurt dat opnieuw op kleinere schaal vanwege de coronacrisis. Perunanen worden opgeroepen vooral thuis te vieren.
Het Casa de Pizarro oftewel het Palacio de Gobierno del Perú in hoofdstad Lima
De vlag
De Peruaanse vlag is een verticale driekleur in rood, wit, rood. In het midden van de witte baan is het staatswapen geplaatst. Een eenvoudiger versie zonder het staatswapen wordt door de bevolking gebruikt.
De kleuren komen van de voor onafhankelijkheid strijdende generaal José de San Martín: toen hij in 1820 in rustmoment na een gevecht met de Spanjaarden een vlucht flamingo’s over zag vliegen met witte borst en rode vleugeltippen, riep hij (volgens de overlevering althans): “Zie, dat is de vlag van de vrijheid!”.
De vlag ging echter de eerste jaren door een aantal transformaties: van vier rood-witte driehoeken, naar horizontale banen (met een Inca-zon in het midden), toen naar een verticale versie en uiteindelijk naar het huidige model met staatswapen op 25 februari 1825, vanaf 31 maart 1950 ook zonder wapen voor algemeen gebruik.
V.l.n.r.: vlag nr. 1 (oktober 1820-maart 1822), nr. 2 (maart 1822-mei 1822), 3 (mei 1822-februari 1825)
Het wapen bestaat uit een in drieën gedeeld schild: twee voorstellingen bovenin en één onderin. Ze staan voor fauna, flora en bodemschatten. De fauna is vertegenwoordigd door een vicuña (een soort lama), de flora door een cinchona-boom en de bodemschatten door een hoorn des overvloeds, waar gouden en zilveren munten uit komen. Boven het wapen bevindt zich een lauwerkrans met bladeren van de steeneik. Rondom het wapen bevinden zich twee takken die onderin samengebonden zijn met een rood-wit-rood lint. De linkertak bestaat uit palm-, de rechter uit laurierbladeren.
Met regionaal besluit nr. 30/78/M van 28 juli 1978, geratificeerd op 12 september dat jaar, werd de Madeirese vlag vastgesteld en goedgekeurd. Het besluit was een logisch gevolg van de op 1 juli 1976 verworven autonome status van de Madeira archipel door moederland Portugal. De archipel in de Atlantische Oceaan bestaat uit de twee hoofdeilanden, Madeira en Porto Santo en de onbewoonde eilandengroepen Ilhas Desertas en Ilhas Selvagens.
Kaart van de Madeira-archipel
De vlag
Vlag van Madeira (1978-heden)
De vlag van Madeira is een verticale driekleur in blauw, geel, blauw. Midden in de gele baan is in wit en rood omrand, het kruis van de Orde van Christus geplaatst. Het kruis herinnert aan twee ridders van die orde, in dienst van Hendrik de Zeevaarder. Deze twee, Tristão Vaz Teixeira en João Gonçalves Zarco strandden in 1419 in een storm op Madeira en werden daarmee min of meer de ‘ontdekkers’ van de archipel.
Tristão Vaz Teixeira (ca. 1395-1480) en João Gonçalves Zarco (1395-1472)
Hoewel het officieel nooit is toegegeven, lijken de kleuren als twee druppels water op de vlag van het Madeira Bevrijdingsfront (Frente de Libertaçao do Arquipélago da Madeira), dat actief was tussen 1974 en 1976, tijdens de Anjerrevolutie in Portugal.
Vlag van het bevrijdingsfront Frente de Libertaçao do Arquipélago da Madeira
Daar werd uiteindelijk een einde gemaakt aan het militaire en autoritaire bewind, waarmee de weg vrij was voor de gewenste autonomie van de archipel. De vlag van het bevrijdingsfront is eveneens een verticale driekleur in blauw, geel en blauw, alleen het geel neigt wat meer naar oker. In de gele baan staan in dit geval vijf zogenaamde quinas, die ook op de vlag van Portugal voorkomen. De quina is een blauw schild met vijf witte stippen, die staan voor de vijf wonden van Jezus.
Saba is het kleinste eiland van de voormalige Nederlandse Antillen. Tot 1986 bestonden de Antillen uit zes eilanden. In dat jaar werd Aruba met zijn Status aparte een eigen land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Kaart van Saba
De vijf overige Antillen werden in 2010 ontbonden. Curaçao en (de Nederlandse helft van) Sint Maarten werden net als Aruba ook eigen landen. Bleven over: Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die als bijzondere gemeenten onderdeel van Nederland zelf werden, maar toch ook weer apart, omdat ze nogal een eind van Nederland af liggen. Over de bestuursrechtelijke positie van de drie eilanden is het laatste woord nog niet gezegd. Vooralsnog worden ze bestuurd als zogenaamde Caribisch openbare lichamen.
Doordat Saba nu kort door de bocht gezegd dus eigenlijk in Nederland ligt, is de Vaalserberg (332,4 m) niet langer het hoogste punt van het land, maar is dat nu Mount Scenery (887 m).
In de laatste week van juli/eerste week van augustus, worden op Saba (én op Sint Eustatius) op de maandag in die week, het Caribisch Carnaval gevierd. Maar het blijft dus niet beperkt tot één dag. Ook in het weekend zijn er al de nodige festviteiten geweest. Hoogtepunt is altijd de kleurrijke carnavalsoptocht in de hoofdstad The Bottom. Dit jaar is het de 45e keer dat het carnaval gevierd wordt, het staat ook wel bekend als het Saba Summer Festival.
Carnaval 2021 op Saba (fotograaf onbekend)
Aanleiding voor de carnavalsdagen op Saba en Statia (zoals Sint Eustatius plaatselijk wordt aangeduid) is de afschaffing van de slavernij in het koninkrijk, in 1863.
De vlag
Vlag van Saba (1985-heden)
Tot de ontmanteling van de Nederlandse Antillen in 2010 gebruikte Saba de vlag van de Nederlandse Antillen, tot 1986 met zes sterren, na de Status aparte van Aruba, met vijf sterren.
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen, links: 1954-1986, rechts: 1986-2010
De vlag van Saba kwam er nadat er op 15 oktober 1984 besloten werd om zowel een eigen vlag als een eigen wapen te laten ontwerpen. Tevens mocht een eigen volkslied niet ontbreken.
Voor wat de vlag betreft: er kwamen 130 ontwerpen binnen. Een comité onder leiding van Will Johnson, met als leden Frank Hassell, Patsy Johnson en Shirley Smith, kwam in 1985 uiteindelijk met een shortlist van drie ontwerpen. Van deze drie bleek er één heel snel favoriet: het ontwerp van de toen 18-jarige Edmond Johnson. Op Saba Day van dat jaar (6 december) werd de eilandvlag voor het eerst gehesen. De vlag werd de eerste 25 jaar dus naast die van de Nederlandse Antillen gebruikt.
De vlag heeft als basis een wit veld. In de vier hoeken zijn driehoeken geplaatst, twee rode boven en twee blauwe onder, waardoor er in het midden een ruit ontstaat. In die ruit is een gouden (of gele) vijfpuntige ster geplaatst.
De kleuren rood, wit en blauw tonen de verbondenheid met Nederland. Verder staat het rood symbool voor moed, eenheid en besluitvaardigheid. Het blauw symboliseert de zee. Het wit had oorspronkelijk op zich verder geen betekenis, maar wordt tegenwoordig gezien als symbool voor vrede. De ster staat voor het eiland zelf, waarbij de geelgouden kleur aangeeft dat het eigen grondgebied als een kostbaar bezit wordt ervaren.
Op 26 juli 1788, nu dus 233 jaar geleden, werd New York de 11e staat die zich aansloot bij de unie van de oorspronkelijke 13 staten, die het begin vormt van de onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika. Op de blauwe vlag is het staatszegel van New York afgebeeld, wat sinds 1778 in gebruik is.
Kaart van de staat New York
De vlag
Vlag van de staat New York (1896/1901-heden)
Het staatszegel laat twee schilddraagsters zien: – met links: Vrijheid met een Frygische muts (ook wel vrijheidsmuts genoemd) op een staf. – aan haar voeten: de gevallen Britse kroon. – met rechts: Justitia, geblinddoekt (voor onpartijdigheid). – in haar linkerhand: een weegschaal (voor wijsheid en redelijkheid). – in haar rechterhand: een zwaard.
Opvallend detail: de gevallen Britse kroon
Het schild laat laat een landschap zien met de Hudson Rivier, een berglandschap (de Catskills), daarachter de zon en op de Hudson twee vaartuigen: een driemaster en een sloep met zeil. Boven het schild is een wereldbol te zien met daar bovenop een adelaar.
Het geheel is geplaatst op een wit lint met het staatsmotto ‘excelsior’ (alsmaar hoger). Een curiositeit is dat het staatszegel wanneer niet op de vlag afgebeeld, de zon een gezichtje geeft, maar op de vlag wordt dit weggelaten.
Eerste versie van de vlag van de staat New York (1896-1901)
Het ontwerp van het staatswapen stamt uit 1778 en werd officieel goedgekeurd in 1882. Het is daarmee ouder dan de vlag, die dateert van 8 april 1896. Deze vlag was vaalgeel van kleur. Dit beviel niet en op 2 april 1901 werd dat veranderd in blauw. Op een kleine wijziging in 1906 na is de vlag daarna onveranderd gebleven.
In 1824 was Costa Rica één van de vijf federale staten die samen de República Federal de Centroamérica (ook wel Provincias Unídos del Centro de América genaamd) vormden De andere vier waren El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua.
Kaart van de Republica federal de Centroamérica (ook wel Provincias Unídos del Centro de América genoemd) (kaart uit “Travels in Central America” van Robert Glasgow Dunlop, 1847)
Deze staat was in 1823 ontstaan nadat deze regio zich bevrijd had van de Spaanse overheersers. De verschillende staten vormden bepaald geen eenheid en kwamen op een gegeven moment met elkaar in conflict, wat leidde tot een burgeroorlog tussen 1838 en 1840. Nicaragua scheidde zich in 1838 eenzijdig af en de republiek viel daarna in slow-motion uit elkaar. Het doek viel in 1841, waarna Midden-Amerika grotendeels de staatkundige vorm kreeg die het nu nog heeft.
We spoelen weer even terug naar het begin van deze kortstondige staat. In 1824 werd er een referendum gehouden in de Nicaraguaanse provincie Guanacaste, of ze bij Nicaragua wilden blijven of zich wilden aansluiten bij Costa Rica. Dit land had op het laatste zijn zinnen gezet.
Costa Rica met de provincie Guanacaste in rood
Van de drie belangrijkste steden in Guanacaste kozen Nicoya en Santa Cruz vóór aansluiting bij Costa Rica en Liberia tegen. Daarmee was het pleit beslecht en annexeerde Costa Rica dit deel van Nicaragua. De federale republiek ging er mee akkoord en op 25 juli 1824 werd Guanacaste onderdeel van Costa Rica, een niet onaanzienlijk gebied van ruim 10.000 km2.
De 25e juli is een officiële feestdag in Costa Rica.
De vlag
Vlag van Costa Rica – met en zonder wapen
De Costa Ricaanse (staats)vlag is een horizontale vijfkleur: in het midden een brede rode baan, die net zo hoog is als de 2×2 banen erboven en eronder, respectievelijk blauw-wit en wit-blauw. in de rode baan, links van het midden bevindt zich het staatswapen. Daarnaast wordt ook de civiele vlag gebruikt, met als enig verschil dat het wapen hierop ontbreekt.
De Argentijnse vlag heeft direct invloed gehad op vlagontwerpen van andere Midden- en Zuid-Amerikaanse staten.
Vlag van Argentinië
De van 1823 tot 1838 bestaande staat Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) gebruikte een vlag die in wezen een kopie was van die van Argentinië, zij het met zijn eigen staatswapen.
Vlag van de Verenigde Provincies van Centraal Amerika
Toen deze staat uiteenviel in 1838 in de huidige nog bestaande landen Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua en Costa Rica, namen alle vijf landen de blauwe strepen (in verschillende tinten) mee naar hun eigen vlaggen, alleen Costa Rica voegde een rode streep toe. Verder is ook de vlag van Uruguay op die van Argentinië gebaseerd, niet alleen het blauw-wit, maar ook de sol de mayo. Ook Paraguay heeft het blauw-wit overgenomen, maar heeft net als Costa Rica een rode baan toegevoegd.
De vlaggen van Guatemala, Honduras en El SalvadorDe vlaggen van Nicaragua, Costa Rica, Uruguay en Paraguay
Zoomen we verder even in op de vlag van Costa Rica: de rode baan werd in 1848 toegevoegd, na de Franse Revolutie van dat jaar. Mét de rode baan erbij had de Costa Ricaanse vlag nu de revolutionaire kleuren van de Franse tricolore, terwijl ook de blauwe en witte kleuren van de oude vlag bleven bestaan.
Het ontwerp van de vlag was van Patricia Fernández, de vrouw van president José María Castro Madriz.
Het staatswapen stond in 1848 nog middenin de vlag, in 1906 volgde er een aanpassing: het werd verder naar de broekingszijde verplaatst, iets verkleind en in een witte ovaal geplaatst, verder werden er een aantal militaristische symbolen verwijderd plus een hoorn des overvloeds.
Wapen van Costa Rica
Het wapen van Costa Rica is gevat in een golvende sierrand en laat het land in een soort van minivorm zien, ingeklemd tussen de Caribische Zee en de Stille Oceaan, ieder van een zeilschip voorzien. Verder zijn er drie vukanen afgebeeld met rookpluimpjes erboven (sinds 1998) en zeven sterren. De sterren staan voor het aantal provincies (tot 1964 waren dat vijf sterren voor vijf provincies). Verder zien we links een rijzende zon en boven het tafereel een witte banderol met daarop de naam van het land: Republica de Costa Rica. Boven de wapenrand zien we dan nog een lichtblauwe, naar achteren gestrikte blauwe banderol, waarop de tekst: America Central.
De kleuren in de vlag worden als volgt uitgelegd: blauw staat voor de hemel, kansen, idealisme en vasthoudendheid; wit staat voor vrede, wijsheid en geluk; rood staat voor het verspilde bloed van de martelaren in oorlogstijd en voor de warmte en vrijgevigheid van het Costa Ricaanse volk.
Guanacaste
De provincie Guanacaste heeft een relatief recente vlag. Hij dateert van 1974 en debuteerde op de Día de Guanacaste van datzelfde jaar. De vlag is een ontwerp van Eddie Alvarado Herrera (1936), een leraar Engels uit Tilarán, in stad in dezelfde regio.
Eddie Alvarado Herrera (1936), ontwerper van de vlag van Guanacaste
Het is een horizontale driekleur in blauw-wit-groen, met een rode driehoek aan de broekingszijde. De kleuren blauw, wit en rood komen van de vlag van Costa Rica en het groen staat voor de pampa’s van de provincie.
Eén jaar te laat beginnen vandaag dan toch echt de Olympische Zomerspelen 2020 in de Japanse hoofdstad Tokio. Vanwege de coronapandemie werd vorig jaar maart besloten de Spelen met een jaar uit te stellen, waarbij de naam Tokyo 2020 behouden bleef.
Gezien het feit dat de pandemie ook dit jaar nog niet onder controle is, niettegenstaande een wereldwijde vaccinatiecampagne, bleef het lange tijd onduidelijk of de Spelen ook nu niet moesten worden afgeblazen. Ondanks protesten is er toch voor gekozen het vierjaarlijkse wereldwijde sportevenement door te laten gaan, maar wel met een nooit eerder vertoonde bepaling: de Olympische Zomerspelen worden voor het eerst zonder publiek gehouden. Op het moment dat dit besluit werd genomen (8 juli), was de noodtoestand in Tokio van kracht, i.v.m. de voortdurende hoge besmettingscijfers. Het is niet geheel uitgesloten dat bij sportwedstrijden buiten de hoofdstad beperkt publiek zal kunnen worden toegelaten.
Hoewel de Spelen de 32e Olympiade worden genoemd, zijn dit eigenlijk de 29e (moderne) Spelen, nadat het evenement in 1896 nieuw leven werd ingeblazen. Dit als gevolg van drie niet doorgegane edities tijdens de twee wereldoorlogen uit de 20e eeuw. Hoe dan ook: vandaag gaan de Spelen opnieuw van start en wel met de gebruikelijke openingsceremonie, die deze keer anders dan anders zal zijn door het ontbreken van publiek. Hetzelfde geldt ook voor de sluitingsceremonie op 8 augustus.
De vlag
De Olympische vlag (1920-heden)
De vlag van de Olympische Spelen is wit met vijf in elkaar gevlochten ringen, drie boven, twee onder, in de kleuren blauw, geel, zwart, groen en rood. Dit kan haast niet anders dan een van de bekendste vlaggen ter wereld zijn: er zullen maar weinig mensen zijn die de vlag met de gekleurde ringen niet onmiddellijk herkennen.
Uiteraard zijn er Olympische vlaggen in soorten en maten: de ‘officiële’ Olympische vlag is de vlag die van de ene gaststad naar de volgende verhuist en die doorgaans voordat de Spelen werkelijk beginnen in het plaatselijke stadhuis te zien is en moet niet verward worden met de enorme Olympische vlag die boven alles uit torent in een stadion, die na de Spelen onmiddellijk afgedankt wordt. Vaak wordt zo’n vlag daarna tentoongesteld.
Het logo
Als de Zomerspelen vorig jaar normaal doorgang hadden gevonden dan had de vlag toen zijn eeuwfeest beleefd, want hij werd geïntroduceerd tijdens de Spelen van 1920 in Antwerpen. Dat betekent tevens dat de vijf daaraan voorafgaande edities van de moderne Spelen het zonder dit symbool deden waar we nu zo aan gewend zijn geraakt.
Het originele ontwerp van Pierre de Coubertin uit 1913 (publiek domein)
Het logo met de ringen is echter iets ouder dan 1920. Het werd in 1913 ontworpen door de Franse baron Pierre de Coubertin, die toentertijd voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité(IOC) was. Hij was de grote instigator van de moderne Olympische Spelen, waarvan de eerste editie in 1896 plaatsvond in de Griekse hoofdstad Athene, waarmee tevens de link werd gelegd met de Olympische Spelen van de Klassieke Oudheid, die in Olympia werden gehouden, tussen (naar we nu aannemen) 776 v. Chr. tot en met 393 na Chr.
Links: Pierre de Coubertin (1863-1937), ongedateerde, ingekleurde foto (publiek domein) / Rechts: Het graf van Pierre de Coubertin op het Cimétière Bois-de-Vaux in Lausanne, Zwitserland, compleet met ‘zijn’ Olympische ringen (publiek domein)
Hoewel nogal eens wordt aangenomen dat de ringen van De Coubertin’s ontwerp de vijf continenten symboliseerden (Europa, Afrika, Azië, Amerika en Oceanië), lagen de bedoelingen van De Coubertin toch net iets anders: Zelf schreef hij daarover in de augustus-editie van 1913 van het blad Olympique:
“…de zes kleuren (met de witte achtergrond) gecombineerd vertegenwoordigen op deze wijze de vlaggen van ieder land op aarde, zonder uitzondering. Het blauw en geel van Zweden, het blauw en wit van Griekenland, de driekleuren van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Duitsland, België, Italië, Hongarije plus het geel en rood van Spanje zijn vertegenwoordigd, net als de innovatieve vlaggen van Brazilië en Australië en die van het oude Japan en het moderne China. Dit is echt een internationaal symbool”
Hiermee was er een logo dat tevens op een vlag gebruikt kon worden. We mogen er vanuit gaan dat dat bij de 6e Olympiade geweest zou zijn. Deze Spelen van 1916 zouden in Berlijn plaatsvinden. Ondanks het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 gingen de voorbereidingen hiervoor gewoon door: men ging er vanuit dat de oorlog niet zo lang zou duren. Maar dit bleek te optimistisch gedacht, de oorlog sleepte zich voort tot 1918 en de 6e Olympiade werd afgelast.
Het Olympisch Stadion in Antwerpen op de openingsdag 20 april 1920, toen de Olympische vlag debuteerde (publiek domein)
Zodoende was het de 7e Olympiade (er werd dus gewoon doorgenummerd) van 20 april tot 12 september 1920 gehouden in Antwerpen, waar de Olympische vlag voor het eerst werd gehesen. (Berlijn was als organiserende stad “nicht mehr im Frage”, na de nederlaag van Duitsland in de Eerste Wereldoorlog en het land was dan ook uitgesloten van deelname in 1920, net als Oostenrijk).
Over een vlag die kwijtraakte en weer boven water kwam(Antwerpen-vlag nr.1)(1920)
De allereerste officiële Olympische vlag uit 1920, die bekend staat als de Antwerpen-vlag, bestaat nog steeds, na jarenlang spoorloos te zijn geweest. We spoelen even vooruit naar 1997: tijdens een diner georganiseerd door het Amerikaans Olympisch Comité, interviewde een journalist de toen 100-jarige Hal Haig Prieste, die in 1920 een bronzen plak voor de V.S. had gewonnen bij het platform-duiken. De journalist merkte op dat het IOC niet kon achterhalen wat er met de originele Olympische vlag van 1920 was gebeurd. “Daar kan ik je mee helpen”, was het antwoord van Prieste, “die zit in m’nkoffer”.
Links: Affiche voor de Olympische Zomerspelen 1920 in Antwerpen (publiek domein) / Rechts: Duke Kahanamoku (1890-1968) (Library of Congress / publiek domein)
Prieste vertelde vervolgens dat hij, opgehitst door een nachtelijke weddenschap met landgenoot Duke Kahanamoku*, tegen het einde van de Spelen in Antwerpen in de vlaggenmast van het stadion was geklommen en de vlag had gestolen.
*Duke Kahanamoku behaalde in 1920 twee gouden medailles: één bijhet 100 m zwemmen en de andere bij het estafette-zwemmen
Dat het IOC niet wist wat er met de vlag gebeurd was is een ietwat curieus, want dat de vlag gestolen was moet bekend zijn geweest, omdat Prieste betrapt werd door de politie tijdens zijn actie. Maar wellicht doelden ze op het feit dat ze niet wisten wat er vervólgens met de vlag gebeurde: Prieste liep sneller dan de politie en ontkwam met de vlag als zijn trofee.
Het Olympisch Stadion te Antwerpen in 1920 (publiek domein)
Met een speciale ceremonie tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney overhandigde (de toen inmiddels 103-jarige) Prieste de vlag uit 1920 aan toenmalig IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch.
De 103-jarige Hal Haig Prieste (1896-2001) met de door hem ontvreemde oervlag van de Olympische Spelen, bij de overhandiging aan IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch op 11 september 2000 te Sydney, een paar dagen voor het begin van de Zomerspelen (publiek domein)
De vlag werd vervolgens tentoongesteld in het Olympisch Museum in Lausanne in Zwitserland, maar bleef daar niet. Vanaf het begin van de ‘herontdekking’ had de stad Antwerpen ook belangstelling voor de vlag. De stad was succesvol in zijn pogingen voor een terugkeer: in 2004 keerde de vlag terug naar de Scheldestad. Vanaf 2013, toen Antwerpen Europese Sporthoofdstad was, was de vlag in de entreehal van het stadhuis te bewonderen. Vanwege de renovatie van het gebouw (vanaf 2017) is de vlag nu onderdeel van de collectie van het MAS (Museum aan de Stroom) in het noorden van de stad.
Antwerpen-vlag nr. 2(1924)
Het was de bedoeling dat de Olympische vlag van 1920 naar de volgende gaststad Parijs zou verhuizen, maar omdat de officiële vlag zoek was, moest er een nieuw exemplaar gemaakt worden. Deze tweede vlag werd eveneens Antwerpen-vlag genoemd, naar het waarom wordt nog steeds gegist: één verklaring is dat de vlag nu eenmaal debuteerde in Antwerpen, een andere is dat de nieuwe vlag in Antwerpen werd gemaakt.
Opening van de Olympische Zomerspelen 1924 in het Stade Olympique Yves-du-Manoir te Colombes, vlakbij Parijs, door de voorzitter van het Comité Olympique Français, graaf Justinien Clary (1860-1933); of de Olympische vlag, die over het spreekgestoelte is gedrapeerd, ‘dé’ nieuwe ‘Antwerpen-vlag’ is, vertelt de historie niet (publiek domein)
Hoe dan ook: dit nieuwe exemplaar wapperde in 1924 voor het eerst tijdens de openingsceremonie in het Stade Olympique Yves-du-Manoir in Colombes, een voorstad van Parijs. Deze nieuwe officiële versie zou het uithouden tot en met de Zomerspelen van 1984 in Los Angeles, waarna de vlag na 60 jaar ‘met pensioen mocht’.
Links: Affiche van de 1e editie van de Olympische Winterspelen in 1924 in Chamonix, Frankrijk, een ontwerp van Auguste Matisse (1866-1931) (publiek domein) / Rechts: Officiële Olympische eedaflegging door de vertegenwoordigers van de 16 deelnemende landen aan de Winterspelen van 1924 in Chamonix (publiek domein)
1924 was tevens het debuut van de Olympische Winterspelen die tot en met 1992 in hetzelfde jaar als de Zomerspelen werden gehouden, toen er besloten werd ze los te koppelen, zodat de Winterspelen in de andere even jaren dan die van de Zomerspelen plaatsvinden (zie ook verderop).
Seoul-vlag(1988)en Rio de Janeiro-vlag (2016)
Voor de 24e Olympiade in 1988 in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul kwam er dus een nieuwe vlag, die dan ook bekend staat als de Seoul-vlag. Ze deed 24 jaar dienst, tot en met de 30e Olympiade in Londen in 2012.
De vlag die nu in gebruik is (met franje langs de randen) debuteerde tijdens de Zomerspelen van 2016 in Rio De Janeiro in Brazilië, maar werd aan het einde van de Zomerspelen in Londen in 2012 al overhandigd aan burgemeester Eduardo Paes van Rio de Janeiro.
12 augustus 2012: tijdens de sluitingsceremonie van de Zomerspelen in Londen ontvangt burgemeester Eduardo Paes van Rio de Janeiro, Brazilië, de nieuwe officiële Olympische vlag, compleet met franje langs de randen (screenshot)
Deze vlag is nu te bewonderen in het stadhuis van Tokio, het Tōkyō-to Chōsha.
Zoals boven vermeld, werden de Olympische Winterspelen voor het eerst gehouden in 1924 en wel in Chamonix, Frankrijk. Tot 1952 werden voor de Winterspelen geen speciale vlaggen vervaardigd.
Links: Logo van de Olympische Winterspelen van 1952 in Oslo, Noorwegen (publiek domein) / Rechts: De Oslo-vlag (publiek domein)
Bij die Spelen, gehouden in en rond de Noorse hoofdstad Oslo, kreeg voorzitter van het IOC, Sigfrid Edström, uit handen van burgemeester Brynjulf Bull, een Olympische vlag overhandigd, die net als bij de Zomerspelen overgedragen zou worden aan de volgende organiserende stad.
Aldus geschiedde, maar daar moet wel bij aangetekend worden dat de vlag alleen gebruikt werd bij de openingsceremonies. Normaliter was de vlag opgeborgen in een vitrine met daarbij de namen van alle gaststeden op bronzen plaquettes. Voor de sluitingsplechtigheden werd een replica gebruikt. In 2014 werd de Oslo-vlag met pensioen gestuurd.
IOC-voorzitter Thomas Bach overhandigt de (nieuwe) officiële vlag van de Winterspelen aan burgemeester Chen Jining van de Chinese hoofdstad Beijing, waar de editie van 2022 zal plaatsvinden (sluitingsceremonie van de Winterspelen 2018 in PyeongChang, Zuid-Korea, op 25 februari 2018 / screenshot)
In 2018, bij de Winterspelen in het Zuid-Koreaanse PyeongChang, bood de stad het IOC een nieuwe officiële vlag aan en deze is inmiddels doorgegeven aan gaststad Beijing, waar de Winterspelen van 2022 zullen plaatsvinden.
Olympische Jeugdspelen
Sinds 2010 zijn er ook Olympische Jeugdspelen voor 14- tot 18-jarigen. Deze Spelen (zowel Zomer- als Winterspelen) worden ook iedere vier jaar gehouden, maar precies omgekeerd als de ‘volwassen’ Spelen: de Zomer Jeugdspelen vinden dus plaats in het zelfde jaar als de Olympische Winterspelen en de Winter Jeugdspelen in het jaar van de Olympische Zomerspelen.
Logo van de Olympische Jeugdspelen
De eerste zomer-editie vond plaats in Singapore van 14 tot 26 augustus 2010. Eén dag voor de opening overhandigde IOC-voorzitter Jacques Rogge de officiële vlag voor de Jeugdspelen aan premier Lee Hsien Loong van Singapore.
Hoewel her en der vermeld wordt dat deze Olympische vlag naast de ringen ook de naam van de gaststad en het jaar van de Spelen laat zien, is daar op foto’s niets van waar te nemen! En dat zou ook vreemd zijn, want ook deze vlag is een doorgeef-vlag. In 2014 waren de Zomer Jeugdspelen in Nanjing (China) en in 2018 in Buenos Aires (Argentinië).
Links: Logo van de Olympische Zomer Jeugdspelen van 2018 in Buenos Aires, Argentinië (publiek domein) / Rechts: Voorlopig logo van de uitgestelde Olympische Zomer Jeugdspelen van 2026 in Dakar, Senegal (publiek domein)
De editie 2022, te houden in Dakar (Senegal), is wegens de coronapandemie vervallen en vooruit geschoven naar 2026.
Logo van de Olympische Winter Jeugdspelen 2020 in Lausanne, Zwitserland (publiek domein)
De eerste Winter Jeugdspelen werden gehouden van 13 tot 22 januari 2012 in Innsbruck (Oostenrijk). De 2016 en 2020 edities waren in respectievelijk Lillehammer (Noorwegen) en Lausanne (Zwitserland). In 2024 wordt het evenement in de provincie Gangwon (Zuid-Korea) gehouden. Ook bij deze Spelen wordt de vlag doorgegeven aan de volgende stad (of provincie, zoals voor 2024).
Een heel verhaal! Maar hebben we nu alles gehad? Nee, want een goeie twee weken na de sluiting van de Olympische Zomerspelen beginnen de Paralympische Spelen 2020, die ook met een jaar waren uitgesteld.
Paralympische vlag
Over de vlag en het logo van de Paralympische Spelen is heel wat te vertellen en dat gaat dan ook gebeuren! Dinsdag 24 augustus gaat dit sportevenement van start: dan wordt de Paralympische vlag niet alleen in Tokio gehesen, maar ook bij Vlagblog en kunt u alles lezen over de nog maar korte, maar nogal stormachtige geschiedenis van vlag en logo.
Impressies van de openingsceremonie (screenshots)
De Japanse vlag wordt het stadion binnengedragenLinks: De vlag is gehesen / Rechts: Keizer Naruhito van Japan kijkt nauwlettend toeOlympische ringen van houtVuurwerk na de openingsactHet Refugee Olympic Team komt uit onder de Olympische vlag en bestaat uit 29 sporters uit 11 landen: Afghanistan, Congo, Democratische Republiek Congo, Eritrea, Irak, Iran, Kameroen, Soedan, Syrië, Venezuela en Zuid-Soedan Links: Binnenkomst van het Arubaanse team / Rechts: Binnenkomst van het Surinaamse teamBinnenkomst van het Nederlandse teamTijdens de binnenkomst van het Nederlandse team schakelt de regie even naar de eretribune met Thomas Bach, de ere-voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité en keizer Naruhito van JapanOmdat Rusland vanaf 2019 voor vier jaar geschorst werd voor deelname aan internationale sportmanifestaties door het World Anti-Doping Agency, vanwege manipulaties met dopingcontroles , is er een tijdelijke oplossing bedacht om Russische atleten die alle officiële en onafhankelijke dopingcontroles hebben ondergaan, toch deel te laten nemen, dit gebeurt onder de letters R.O.C. (Russian Olympic Committee), met een speciale vlag: de Russische kleuren verbeeld als het Olympisch vuur, met eronder de Olympische ringenEveneens een geval apart is Taiwan: deze eilandstaat wordt door China beschouwd als een afvallige provincie en kan daardoor noch onder die naam, noch onder z’n vlag uitkomen; een oplossing werd gevonden door Taiwan ‘Chinese Taipei’ te noemen (Taipei is de hoofdstad van Taiwan), dit alles onder een speciale vlag, waarin het ‘witte zon-symbool’ van de Taiwanese vlag is verwerkt met daaronder de Olympische ringenBinnenkomst van het Chinese teamBinnenkomst van het het team van Tuvalu in exotische uitdossingBinnenkomst van het team van Tonga met de goed-geöliede taekwondo vlagdrager Pita TaufatofuaBinnenkomst van het team van Vanuatu met een niet minder ingevette vlagdrager: roeier Riilio RiiLinks: Binnenkomst van het Palestijnse team / Rechts: Binnenkomst van het Liechtensteinse teamLinks: Binnenkomst van het Belgische team / Rechts: Binnenkomst van het Luxemburgse teamPortugal zorgde voor een wilde show met de nationale vlag in de hoofdrol!Links: Binnenkomst van het Amerikaanse team / Rechts: Binnenkomst van het Franse teamDe hekkensluiters: binnenkomst van het team van gastland JapanKeizer Naruhito en IOC-ere-voorzitter Thomas Bach applaudisseren voor het Japanse teamOpnieuw vuurwerk!De Olympische eed-afleggingLinks: Een fors exemplaar vlag met daarboven het logo van Tokyo 2020 gemaakt van grote blokken / Rechts: Een wereldbol bestaande uit drones hangt boven de arenaKeizer Naruhito verklaart de Spelen voor geopendDe Olympische ‘stadionvlag’ (niet te verwarren met het officiële exemplaar met de franje langs de zijden!) wordt de arena binnengebrachtDe vlag arriveert bij het hoofdpodium met een pagode-achtig bouwwerk, wat symbool staat voor Mount FujiEn de Olympische vlag wappert!Het slotstuk: het ontsteken van het Olympisch vuur op ‘Mount Fuji’, door de Japanse tennister Naomi Osaka: de Olympische Spelen 2020 zijn begonnen!
21 juli 1831 was de dag waarop Leopold van Saksen-Coburg-Gotha als koning van het sinds een jaar daarvoor onafhankelijke België werd geïnstalleerd. De huidige koning Filip is de 7e koning der Belgen uit dit geslacht.
Links: Koning Leopold I (1790-1865) / Rechts: Koning Filip (1960)
Sinds 1890 wordt de Nationale Feestdag op 21 juli gevierd. Vorig jaar was dat al in aangepaste vorm wegens de coronacrisis. Daar de pandemie nog steeds niet onder controle is, ondanks de vaccinatiecampagne, was eerder al besloten de Nationale Feestdag opnieuw in afgeslankte vorm te vieren. Onverwacht kwam daar vorige week nog een crisis overheen in de vorm van de verwoestende overstromingen in het noordoosten van België, waarbij ook 31 doden te betreuren waren. Weinig reden voor een uitbundige viering en die zal er dan ook niet zijn. Gisteren was een dag van rouw in België., waarbij in het hele land de vlaggen halfstok hingen. Om 12 uur loeiden de sirenes en aansluitend werd er een minuut stilte gehouden. Om 13.00 uur werd er een toespraak van de koning uitgezonden op radio en tv.
Doorgaans vinden op de avond vóór de Nationale Feestdag al enige activiteiten plaats: gepland waren een preludeconcert in Bozar, het Paleis voor Schone Kunsten en het traditionele Bal National op het Vossenplein in Brussel, maar die zijn afgelast.
’s Morgens komt de koninklijke familie bijeen voor een dankdienst, het zogenaamde Te Deum in de Sint-Michiels-en-Sint-Goedelekathedraal in Brussel. ’s Middags is er vanaf 14.40 uur het traditionele militair en burgerlijk defilé voor het Koninklijk Paleis in Brussel, dat echter is ingekort van 40 naar 26 minuten.
Naar verwachting zal de halfzus van de koning, prinses Delphine van Saksen-Coburg (tot vorig jaar beter bekend als Delphine Boël) voor het eerst bij een officiële koninklijke gebeurtenis aanwezig zijn, samen met haar partner James O’Hare.
Prinses Delphine en haar partner James O’Hare op de koninklijke tribune (screenshot)
Haar biologische vader, koning Albert II had altijd ontkend dat zij z’n dochter was, maar na een jarenlange juridische strijd en een positieve DNA-test erkende de gepensioneerde Belgische vorst op 27 januari 2020 dat hij inderdaad haar vader is. Sindsdien is prinses Delphine door zowel koning Albert als koning Filip ten paleize ontvangen en sinds 1 oktober 2020 mag ze zich Prinses van België noemen, met het predicaat Koninklijke Hoogheid.
Koningin Mathilde en Koning Filip van België (screenshot)
Nog een opvallend detail is dat kroonprinses Elisabeth mee zal defileren. Ze loopt als kadet van de Koninklijke Militaire School mee. Vorig jaar doorliep zij daar een opleiding.
Kroonprinses Elizabeth als kadet van de Koninklijke Militaire School tijdens het defilé, waarbij ze het hoofd naar de koninklijke tribune wendt (screenshot)Twee enorme Belgische vlaggen worden al abseilend neergelaten vanaf de dakrand van het Koninklijk Paleis (screenshot)Vlaggen van formaat! (screenshot)
De vlag
Vlag van België, ‘standaard-model’ (1831-heden)
De vlag van België had in 1830 nog horizontale banen: rood, geel en zwart. Onder invloed van de Franse ‘Tricolore’, ook een revolutionaire vlag, werden de strepen op 23 januari 1831 gekanteld, met het rood dus aan de broekingzijde.
Links: eerste Belgische vlag (1830) / Rechts: tweede, gekantelde versie, met het rood aan de broekingszijde
De laatste wijziging was later dat jaar, op 12 oktober, toen de kleurenvolgorde werd omgedraaid, dus: zwart, geel rood. Het opmerkelijke is dat deze wijziging niet in de Belgische Grondwet werd opgenomen: in Artikel 193 staat nog steeds te lezen dat de kleuren rood, geel en zwart zijn! De kleuren zelf zijn afkomstig uit het wapen van Brabant: een zwart schild met een gouden leeuw met tong en klauwen in rood.
Wapen van Brabant (historische versie met hertogelijke kroon)
Afmetingen
Curieus zijn de afmetingen van de Belgische vlag, die zijn 13:15 (hoewel dit niet exact zo in de Grondwet staat), maar dat is zo ongebruikelijk, dat deze maatvoering buiten officiële instanties eigenlijk niet voorkomt. In het straatbeeld zal men de officiële versie dus eigenlijk weinig zien, maar wordt de standaardmaat voor een vlag van 2:3 gebruikt.
Links: de officiële versie van de Belgische vlag (13:15) / Rechts: de ‘paleis’-versie (4:3)
Maar er is meer, er is nóg een maat, de koninklijke: het Koninklijk Paleis te Brussel en het Kasteel van Laeken, net buiten de hoofdstad, voeren hoog in de top vlaggen met de verhoudingen 4:3, maar dat heeft te maken met het perspectief voor de man of vrouw in de straat die ver omhoog moet kijken om de vlag te zien.