De 28e februari is Kalevala-dag, de Finse cultuurdag en een officiële feestdag, tevens de Finse Vlagdag. De datum is die van het voorwoord in de eerste editie van de Kalevala uit 1835.
Kalevala, eerste editie uit 1835
Het boek Kalevala is een verzameling van mondeling overgeleverde volkspoëzie en groeide al snel na publicatie uit tot het Finse nationale epos. Het leidde tot de ontwikkeling van de Finse identiteit.
Het boek werd samengesteld en geschreven door Elias Lönnrot (1802-1884), een Finse taalwetenschapper, journalist en dichter. Daarnaast was hij ook arts en botanist. Tussen 1828 en 1835 reisde Lönnrot het hele land door, op zoek naar oude volksverhalen, die veelal mondeling waren doorgegeven.
Elias Lönnrot (1802-1884) (publiek domein)
Uiteindelijk resulteerde dit in de eerste editie van de Kalevala, die zoals gezegd verscheen in 1835, met als titel Kalewala, taikka Wanhoja Karjalan Runoja Suomen Kansan muinoisista ajoista (De Kalevala of Oud Karelische gedichten uit de vroegere tijden van Finland).
Het boek was al gauw een groot succes en er volgden toen snel vertalingen, zoals in het Zweeds (1841) en het Frans (1845).
In 1849 publiceerde Lönnroth een nieuwe, uitgebreidere editie, en het is deze editie die we nu nog kennen. In 1852 werd deze versie in het Duits vertaald, waardoor het werk nog meer bekendheid kreeg. De eerste volledige vertaling in het Engels volgde in 1888.
De eerste Nederlandse editie was een bewerking voor kinderen in 1905. En hoewel er daarna verschillende Nederlandse vertalingen het licht zagen, waren die geen van allen compleet. Pas in 1985 kwam er een volledige Nederlandse editie op de markt.
Inmiddels is de Kalevala in ruim 60 talen vertaald, waarmee het het meest vertaalde Finse boek is.
Wat de Kalevala-dag zelf betreft: die werd voor het eerst gevierd in 1860 door de Universiteit van Helsinki. In de jaren ’20 van de vorige eeuw werd het tevens de Finse Vlagdag, die ook nog officieel werd bevestigd in een decreet uit 1978. Er is een speciale Kalevala Vereniging, die jaarlijks activiteiten organiseert. Zo werden er bijvoorbeeld in 2009 tien componisten en kunstenaars uitgenodigd hún muzikale of artistieke interpretaties te geven op de gedichten in de Kalevala.
Logo van de Kalevalaseura, de Kalevala Vereniging
De dag leent zich ook uitstekend voor Finse culturele uitingen in de rest van de wereld en vooral op die plekken waar Finse emigranten ooit neerstreken, zoals bijvoorbeeld in het noorden van de Verenigde Staten.
De vlag
Vlag van Finland (1918-heden)
De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies). Deze afbeelding dient nog steeds als staatswapen.
Vlag van Finland (1917-1918)
Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.
Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd. De vlag heeft ook een naam: Siniristilippu (De blauwe kruis vlag).
De staat
Naast de ‘gewone’ vlag voert Finland ook een staatsvlag, die door de overheid gebruikt wordt. Deze is grotendeels gelijk aan de nationale vlag, maar in het midden van het blauwe kruis is het staatswapen afgebeeld: de gele Finse leeuw op de kromsabel.
Staatsvlag van Finland
Ook de Finse president voert zijn of haar eigen vlag. de basis is opnieuw de nationale vlag, maar nu uitgevoerd als zwaluwstaart, waardoor de vlag uitloopt in drie punten. In de broektop is een Finse onderscheiding afgebeeld: De Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse. De Finse president (sinds 2012 is dat Sauli Niinistö) is tevens grootmeester van deze ridderorde.
Links: de Finse Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse / Rechts: Vlag van de president van Finland met de Orde van het Vrijheidskruis
De op 7 november 1917 begonnen Oktober-revolutie in Rusland woelde zoveel om dat de Finse senaatsvoorzitter Pehr Evind Svinhufvud zijn kans schoon zag om Finland los te weken uit de Russische greep. Op 4 december diende hij het voorstel voor een onafhankelijkheidsverklaring in bij het parlement, wat op 6 december het voorstel aannam en bekrachtigde.
Op 31 december erkende de nieuwe sovjetrussische regering Finland’s onafhankelijkheid. Vanaf 1919 was Finland door de meeste landen als soevereine staat erkend.
De vlag
Vlag van Finland (1918-heden)
De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies). Deze afbeelding dient nog steeds als staatswapen.
Vlag van Finland (1917-1918)
Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.
Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd. De vlag heeft ook een naam: Siniristilippu (De blauwe kruis vlag).
De staat
Naast de ‘gewone’ vlag voert Finland ook een staatsvlag, die door de overheid gebruikt wordt. Deze is grotendeels gelijk aan de nationale vlag, maar in het midden van het blauwe kruis is het staatswapen afgebeeld: de gele Finse leeuw op de kromsabel.
Staatsvlag van Finland
Ook de Finse president voert zijn of haar eigen vlag. de basis is opnieuw de nationale vlag, maar nu uitgevoerd als zwaluwstaart, waardoor de vlag uitloopt in drie punten. In de broektop is een Finse onderscheiding afgebeeld: De Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse. De Finse president (sinds 2012 is dat Sauli Niinistö) is tevens grootmeester van deze ridderorde.
Links: De Finse Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse / Rechts: Vlag van de president van Finland met de Orde van het Vrijheidskruis
De Faeröerders houden wel van een feestje in de zomer, wanneer de zon pas tegen half elf ondergaat. Olavsøka wordt dan ook over meerdere dagen uitgesmeerd, maar de eigenlijke dag is vandaag, op 29 juli.
Koning Olaf sneuvelt in de Slag bij Stiklestad op 29 juli 1030, een werk uit 1860 van Peter Nicolai Arbo (1831-1892) voor het boekBilleder af Norges Historie tegnede af P.N. Arbo og ledsaget af en kort opplysende Text efter P.A. Munch(uitgave: Christian Tønsberg) (publiek domein)
De dag herinnert aan de Noorse koning Olaf II Haraldsson, die in 1030 de dood vond in de Slag bij Stiklestad. Eén jaar daarvoor was hij verdreven en afgezet door de Deense koning Knut. Olaf vluchtte naar Zweden en in 1030 trachtte hij zijn land te heroveren, maar op 29 juli sneuvelde hij op het slagveld. Slechts één jaar later werd hij door bisschop Grimkjell heilig verklaard.
Het festival wordt altijd op de avond van 28 juli officieel geopend met een optocht en speeches in het centrum van de hoofdstad Tórshavn. De middag daarvoor zijn dan al de populaire roeiwedstrijden gehouden.
Ongedateerde foto van de viering van Ólavsøka in het centrum van Tórshavn (publiek domein)
Op 29 juli zelf is er opnieuw een optocht, nu van alle Faröerse politici, de korpschef van de politie, priesters en vertegenwoordigers uit Denemarken, naar de kathedraal van Tórshavn, waar men een dienst bijwoont. Daarna loopt het gezelschap naar het parlementsgebouw, waar men buiten naar een concert luistert. Dit alles dient dan om de opening van het nieuwe parlementaire jaar in te luiden.
Verder zijn er diverse sportwedstrijden, volksdansen en tentoonstellingen.
De vlag
Merkið, de vlag van de Faeröer
De Faeröerse vlag is er een uit de Scandinavische vlaggenfamilie, duidelijk herkenbaar aan het liggende Scandinavische kruis. Andere vlaggen uit deze ‘familie’ zijn die van Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, IJsland, Shetland en Åland.
De vlag heeft een officiële naam, namelijk Merkið, wat zoveel betekent als teken of banier. De vlag heeft een wit veld, wat volgens de ontwerpers staat voor de schuimkoppen van de zee en de prachtig heldere hemel boven de Faeröer, daaroverheen een rood Scandinavisch kruis, blauw gebiest: deze twee kleuren komen veel voor op de verschillende Scandinavische vlaggen en geven dus de verbondenheid weer.
De vlag werd in juni 1919 ontworpen door drie in Kopenhagen woonachtige Faeröerse studenten, Jens Oliver Lisberg, Janus Øssursson en Pauli Dahl. De vlag werd vervolgens genaaid door Ninna Jacobsen en voor het eerst op de Faeröer gehesen op 22 juni 1919 tijdens een trouwpartij, en wel in Fámjin, het geboortedorp van Jens Oliver Lisberg.
De drie ontwerpers van de Merkið, v.l.n.r.: Jens Oliver Lisberg (1896-1920), Janus Øssursson (1896-1964) en Pauli Dahl (1898-1977) (publiek domein)
Tot die tijd had de archipel een onofficiële vlag gebruikt met de afbeelding van een schaap op een blauw veld, met daaromheen een brede rode rand, die niet algemeen gebruikt werd.
De Faeröerse “schaap-vlag”
De officiële vlag was die van Denemarken, de Dannebrog. Vanaf de jaren dertig werd de nieuwe vlag steeds algemener onder de autochtone Faeröerders, maar niet bij de Deense burgers, die vasthielden aan de Dannebrog.
Het keerpunt in de status van de vlag werd veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 9 april 1940 was Denemarken bezet gebied, maar de Faeröer bleven vanwege hun geografische ligging buiten schot. Op 11 april bezette het Verenigd Koninkrijk de archipel om het zo tegen Duitse aanvallen te kunnen beschermen. Om de Faeröerse schepen goed van de Deense te kunnen onderscheiden bepaalden de Britten dat Merkið hiervoor gebruikt zou worden. De datum was 25 april 1940 en daarmee hebben we de oorsprong te pakken van deze feestdag. Toen de Faeröer na de Tweede Wereldoorlog hun autonomie verkregen, op 23 maart 1948, kreeg de vlag zijn langverwachte officiële status.
En hoe verging het prototype van Merkið uit 1919? Welnu, heel goed, de vlag bestaat nog en wordt gekoesterd. Hij is ingelijst en wel te zien in de kerk van Fámjin op het zuidelijke eiland Suðuroy.
Vandaag een historische vlag uit Scandinavië, van de Unie van Kalmar. Dit samenwerkingsverband bestond tussen 1397 en 1523 en was een personele unie in Scandinavië tussen de koninkrijken Denemarken, Zweden en Noorwegen onder één monarch.
Een kaart van het gebied laat zien dat het om een enorm gebied ging: Tot Denemarken behoorden ook Sleeswijk Holstein (nu Duits) en Skåneland (het zuidwesten van Zweden), tot het Zweedse grondgebied hoorde ook een deel van het tegenwoordige Finland. Het Noorse grondgebied echter was het grootst: naast het eigen land, behoorden ook verschillende overzeese gebieden tot het Noorse rijk: Groenland, IJsland, de Faeröer, plus Shetland- en Orkneyeilanden ten noorden van Schotland.
De 126 jaar dat de drie landen verenigd waren in de Unie, verliepen niet zonder problemen en er waren verscheidene interrupties en schermutselingen. De landen waren legaal nog steeds onafhankelijk, maar naar buiten toe werd er zoveel mogelijk als eenheid geopereerd. Maar waar kwam dit modern klinkende idee vandaan?
Aanloop
Hoe de Unie tot stand kwam is een redelijk gecompliceerd verhaal, dat alle elementen van een echte soap in zich heeft. Brein achter de Unie van Kalmar was de Deense Koningin Margrethe I. De Noord-Duitse expansie onder leiding van de invloedrijke Hanzesteden was haar een doorn in het oog. Om hieraan weerstand te kunnen bieden vatte het idee van een Scandinavische unie bij haar post.
Ongedateerd schilderij van Margrethe I (1353-1412) door een onbekende schilder (Collectie National Museum, Stockholm)
Margrethe was in 1363 getrouwd met Haakon VI van Noorwegen, toen zij 10 jaar oud was en hij 23. Dat lijkt bizar, maar er werd strategisch getrouwd en naar leeftijden (laat staan liefde) werd niet gekeken. Haakon werd twintig jaar eerder, in 1343, toen hij 3 jaar oud was, ‘medekoning’ met zijn vader Magnus IV en in 1362 werd hij ‘medekoning’ van Zweden. Toen hij dus in 1363 trouwde met de 10-jarige Margrethe van Denemarken, was er via hem al een link tussen Denemarken, Noorwegen (met zijn vele overzeese gebieden) en Zweden (waartoe ook een deel van Finland behoorde).
In 1364 verloren Haakon en zijn vader Magnus de Zweedse troon aan de Duitse Albert von Mecklenburg, die na aandringen van de Zweedse adel (bij wie Magnus niet populair was) en verschillende Hanzesteden, het vader en zoon-koppel versloeg.
Olaf
Vader Magnus overleed in 1374 en zijn zoon Haakon zes jaar later in 1380, op 40-jarige leeftijd. Margrethe bleef als weduwe achter met haar 10-jarige zoon Olaf. Officieel erfde Olaf dus de troon van Denemarken en Noorwegen (en die van Zweden, maar daar zat Albert inmiddels op), maar omdat hij nog minderjarig was, trad Margrethe als regentes op. Steun van de adel was essentieel, maar door grond en kastelen te beloven aan de edelen, wist ze een meerderheid achter zich te krijgen. Olaf overleed echter onverwacht op 16-jarige leeftijd in 1387, dus zat Margrethe naast haar verdriet ook met een probleem.
Erik van Pommeren
Niet voor één gat te vangen, adopteerde ze haar 5-jarige neefje Erik van Pommeren, een kleinzoon van haar oudere zus Ingeborg, als haar eigen zoon. In Zweden ondertussen, wankelde de troon van Albrecht von Mecklenburg, hij overlaadde zijn Duitse vrienden met burchten en kastelen en dat zat de Zweedse adel absoluut niet lekker.
Beeltenis van Albrecht III (±1338-1412), hertog van Mecklenburg, koning van Zweden op zijn graftombe in de Munster van Bad Doberan (Duitsland) (publiek domein)
In 1388 werd hij afgezet en droeg de adel de macht over aan Margrethe. Albrecht gaf zich echter niet zo maar gewonnen en trok een jaar later ten strijde, maar werd verslagen door de troepen van Margrethe. Vanaf dat moment had Margrethe de macht in zowel Denemarken, Noorwegen en Zweden (en daarmee een deel van Finland).
Standbeeld uit 1961-65 van Axel Poulsen (1887-1972) van Koningin Margrethe I met haar neefje Erik van Pommeren in Viborg (Denemarken) (publiek domein)
Als ‘voorschot’ op wat nog komen ging, werd Erik van Pommeren in 1389 (toen hij zeven jaar oud was) tot koning van Noorwegen uitgeroepen. In 1396, werd hij tevens koning van Denemarken en Zweden, al die tijd regeerde zijn oudtante Margrethe.
Het officiële document uit 1397 van de kroning van Erik van Pommeren als koning van Denemarken, Noorwegen en Zweden (foto: Tom Jersø)
Een jaar later, op 17 juni1397, werd hij in Kalmar (in het zuiden van Zweden) officieel gekroond, vijftien jaar oud. Op deze dag werd ook de Unie van Kalmar in het leven geroepen, die de koninkrijken met elkaar verenigde onder één vorst, Erik van Pommeren.* *) Doordat de drie koninkrijken in het verleden allemaal al koningen met de naam Erik gehad hadden, had Erik van Pommeren verschillende Romeinse cijfers achter zijn naam: zo was hij Erik VII in Denemarken, Erik III In Noorwegen en Erik XIII in Zweden.
De kroning van Erik van Pommeren als koning op 13 juni 1397, met links prominent in beeld Margrethe I, kleurenlitho uit 1898 door Rasmus Christiansen (1863-1940) (publiek domein)
De eigenlijke machthebber echter, was (nog steeds) zijn adoptiemoeder Margrethe, die daarmee de machtigste vrouw in Europa werd, hoewel dat een publiek geheim was.
De Unie van Kalmar
De uniebrief of oprichtingsdocument van de Unie van Kalmar, gedateerd 17 juni 1397, in tegenstelling tot de koningsbrief zien we dat hier de oorspronkelijke zegels onderaan het document zijn verdwenen (foto: Tom Jersø)
De uniebrief uit 1397 werd mede ondertekend door 67 edelen, bisschoppen en andere geestelijken uit Denemarken, Zweden en Noorwegen. Er stond onder meer in: ‘Een bestendige, onverbreekbare eenheid, vrede en bondgenootschap, zodanig dat de rijken nooit meer gescheiden worden, zo God het wil.’ Verder werd bepaald dat de koning altijd begeleid moest worden door leden van alle drie de rijksraden, waar hij ook verbleef. Dit moest ervoor zorgen dat de belangen van de drie koninkrijken altijd behartigd werden.
Zoals gezegd was het Margrethe naast haar dynastieke belangen ook te doen om een tegenwicht te kunnen bieden aan de Noord-Duitse expansie van de succesvolle Hanzesteden. Met een verenigd blok van alle Scandinavische landen, kon ze een grotere vuist maken en kon men niet om dit machtsblok heen.
Koningin Margrethe I, afgietsel van een albasten buste uit het Sankt Annen Museum in Lübeck, wellicht vervaardigd door Johannes Junge als voorbereiding op haar beeltenis op haar tombe (fotograaf onbekend)
Zelfs na het volwassen worden van Erik van Pommeren in 1400, bleef de situatie zoals-ie was: Margrethe bleef stug doorregeren, hoewel Erik in naam koning was. Dat Margrethe zich als vrouw zich zo kon laten gelden, is opmerkelijk, gezien de normaliter onderdanige positie van vrouwen ten opzichte van mannen. Uit beschrijvingen komt ze naar voren als een knappe verschijning, met donker haar, donkere ogen en een ‘intimiderende blik’, waarbij ze een ‘aura van absoluut gezag’ uitstraalde. Ze was zeer energiek, doortastend en zeer autocratisch. Daarnaast wordt ze ook beschreven met termen als wijs, diplomatiek en vriendelijk.
Beeltenis van Koningin Margrethe I (1353-1412) op haar tombe in de Kathedraal van Roskilde (publiek domein)
Zo wist ze zich kennelijk vrij moeiteloos te handhaven. Haar dood in 1412, toen ze 59 jaar oud was, moet vrij plotseling geweest zijn, hoewel niet 100% zeker is waaraan ze overleed. Mogelijke scenario’s zijn: de pest of vergiftiging door Erik van Pommeren.
Koning Erik had nu ‘het rijk alleen’ en nam de leiding van de Unie van Kalmar over. Na een aantal impopulaire oorlogen (en daardoor invoering van hogere belastingen) kwamen de Zweedse en Deense boeren in opstand, en in 1439 werd de kinderloze Erik van Pommeren afgezet.
Erik I (1382-1459), hertog van Pommeren, koning van Denemarken, Noorwegen en Zweden, ongedateerd olieverfportret door een onbekende schilder (Collectie Nationaal Museum, Stockholm)
Vervolgens werd Christiaan van Beieren als koning gekozen door de adel, maar het kwam daarna eigenlijk niet echt meer goed tussen de verschillende koninkrijken (en dus ook niet met de Unie van Kalmar). Het was een komen en gaan van koningen (na Christoffel van Beieren waren dat Christiaan I, Johan en Christiaan II) en veldtochten, belegeringen en oorlogen.
Christiaan II (1481-1559), koning van Denemarken, Noorwegen en Zweden, schilderij uit circa 1523-1530 door Lucas Cranach de Oude (1472-1553) (Collectie Museum der bildende Künste, Leipzig)
Toen de Deense Koning Christiaan II (officieel dus ook koning van de Unie) een aantal Zweeds edelen en geestelijken van ketterij beschuldigde, liet hij hij 82 van hen executeren op 8 en 9 november 1520, een gebeurtenis die de geschiedenis inging als het ‘Stockholms bloedbad’. De executies leidden tot een massale opstand, en al een jaar later raakte de koning Zweden kwijt. Op 5 juni 1523 liet de Zweedse rebellenleider Gustav Vasa zich tot Zweeds koning kronen, vandaag 499 jaar geleden.
Gustav Vasa (1496-1560), koning van Zweden, ongedateerd portret uit 1557/58 door een onbekende schilder (Collectie Gripsholms Slott, Zweden)
Met het uitroepen van Vasa als koning van Zweden kwam er eind aan 126 jaar Unie van Kalmar. Op papier bestond de Unie nog tot 1536, maar het functioneerde niet meer als voorheen. In 1536 ‘verlaagde’ de Deense koning Noorwegen tot een Deense provincie. De Noorse overzeese gebieden IJsland, Groenland en de Faeröer werden het bezit van de Deense Kroon, waarmee zelfs op papier de Unie ophield te bestaan.
Wapen
Voordat we naar de vlag gaan eerst iets over het wapen. Erik van Pommeren gebruikte in zijn tijd als koning van de verenigde koninkrijken in de Unie van Kalmar een zegel met de verschillende wapens van zijn rijk en we zien het hieronder afgebeeld. Naar aanleiding van dit wapen heeft de heraldicus Alain Thébault in 2014 een reconstructie gemaakt hoe zijn wapen eruit gezien zou kunnen hebben.
Interessant is ook een 16e eeuws wandtapijt, waar Erik op is afgebeeld, waarbij zijn wapen onderin wordt weergegeven.
“Erik, de 9e Prins van Pommeren”, wandtapijt uit circa 1581-84, uit een serie waarvan er nog 15 zijn overgebleven, met de beeltenis van Deense vorsten, gemaakt door Nederlandse wevers in Helsingør, naar tekeningen van de Vlaming Hans Knieper (?-1587) voor Kasteel Kronborg, op de achtergrond Deense schepen, aan zijn voeten een kroon en scepter, daaronder een wapenschild, dat we hieronder vergroot zien weergegeven (Collectie Nationalmuseet, Kopenhagen)Hier zien we het wapen in detail: het is verticaal gehalveerd, met links (heraldisch rechts) drie gouden kronen op een blauw veld, die we kennen als het wapen van Zweden, maar in dit geval waarschijnlijk voor de de drie koninkrijken uit de Unie van Kalmar staan, rechts (heraldisch links) zien we de klimmende griffioen van Pommeren (Collectie Nationalmuseet, Kopenhagen)
De vlag
Vlag van de Unie van Kalmar (1397-1523)
Zoveel als we over de Unie van Kalmar weten (bovenstaande tekst is nog maar een fractie wat er over te vertellen valt), zo weinig weten over de vlag! Toch zien we haar hierboven: een gele vlag met een rood Scandinavisch kruis.
Probleem is dat de unievlag nergens afgebeeld is, laat staan dat er één bewaard is gebleven.
Aan de priesters van Vadstena schrijft Koning Erik: “…rykins/rykens baner swa som ær eth røth kors oppa eth gulth fiæld”, dus “de vlag van de rijken” (meervoud), zijnde “een rood kruis op een gouden (of geel) veld”. De priesters van Kalmar laat hij het volgende weten:“…rikesens baneer swa som ær eth røth kors vti eth gult feld”, wat in iets andere bewoordingen dezelfde omschrijving geeft.
En daar moeten we het mee doen!
Dank aan Jan Oskar Engene uit Noorwegen, die me de citaten van Koning Erik toespeelde, oorspronkelijk gepubliceerd in Heraldisk Tidsskrift, No. 76, 1997, p. 245, in een artikel van Nils G. Bartholdy.
De vijfde juni is een officiële feestdag in Denemarken. Grundlovsdag (Grondwetdag) herdenkt 5 juni 1849, de dag waarop Denemarken een constitutionele monarchie werd. Koning Frederik VII zette op deze dag zijn handtekening onder de nieuwe grondwet.
De eerste pagina van de Deense Grondwet van 1849, de tekst op de voorpagina luidt: “Wij, Frederik de Zevende, bij de gratie Gods, Koning van Denemarken, de Wenden en de Gauten, Hertog van Sleeswijk, Holstein, Stormarm, Dithmarschen, Lauenburg en Oldenburg, verklaar aan allen…” (publiek domein)
Het absolute koningschap uit 1665 werd hiermee afgeschaft. Hetzelfde gebeurde in Nederland één jaar eerder in 1848 met de Grondwetherziening onder leiding van Thorbecke.
Koning Frederik VII (1808-1863), schilderij door August Schløtt (1823-1895) / “Den grundlovgivende Rigsforsamling”, de Deense parlementsleden op 23 oktober 1848, geschilderd tussen 1861 en 1865 door Constantin Hansen (1804-1880) (Collectie Slot Frederiksborg, Hillerød
Verdere aanpassingen waren er in Denemarken in 1866, 1915 (algemeen vrouwenkiesrecht) en 1953. Bij die laatste wijzigingen van 1915 en 1953 gebeurde de ondertekening opnieuw op de vijfde juni.
Het is in Denemarken een grotendeels politieke dag, met speeches en bijeenkomsten door politieke partijen. Eigenlijk is het maar een halve vrije dag: winkels en instellingen zijn ’s morgens nog geopend, maar ’s middags dicht.
De vlag
Dannebrog, de vlag van Denemarken
De Deense vlag behoort tot de oudste vlaggen ter wereld en de oudste nationale vlag die continu in gebruik is gebleven, in ieder geval sinds de 14e eeuw. De vlag bestaat uit een rood veld met een wit Scandinavisch kruis. Er zijn verschillende legendes in omloop over het ontstaan van de vlag.
De bekendste daarvan verhaalt van een vlag die uit de hemel neerdaalde op 15 juni 1219 bij de slag bij Lyndanisse (het tegenwoordige Talinn, hoofdstad van Estland). De vlag, die opgevangen werd door aartsbisschop Anders Sunesen,was een teken van nieuwe hoop tijdens deze slag (een kruistocht tegen Estland), onder aanvoering van de Deense koning Waldemar II. De strijd, die tot dat moment niet bijster succesvol was verlopen voor Waldemar, werd door deze goddelijke interventie alsnog in zijn voordeel beslecht.
Het is maar een legende natuurlijk, wat de precieze oorsprong van de vlag is, valt niet meer te achterhalen.
De vlag heeft een naam, Dannebrog, wat zoveel als Deense banier betekent. Met zijn Scandinavische kruis stond hij model voor verschillende Noordse vlaggen, zoals Noorwegen, Zweden, Finland, Åland, Faeröer, IJsland, Orkney en Shetland.
V.l.n.r.: de vlaggen van Noorwegen, Zweden, Finland en ÅlandV.l.n.r.: de vlaggen van Faeröer, IJsland, Orkney en Shetland
Sinds 1854 is het vlaggebruik in de wet opgenomen en sinds die tijd kan iedere Deen die dat wil de vlag uitsteken.
De koninklijke standaard van Koningin Margrethe II
De koningin gebruikt haar persoonlijke vlag (standaard), een variatie op de Dannebrog: het model is een zogenaamde zwaluwstaart met twee punten en het koninklijke wapen op een wit vierkant over het centrum van het kruis geplaatst.
Deze Finse feestdag staat ook bekend onder de naam Mikael Agricolan Päivä (Mikael Agricola-dag). Agricola was de grondlegger van het Fins in geschreven vorm. De 9e april is zijn sterfdag.
Mikael Agricola werd geboren als Mikael Olavinpoika (= zoon van Olav) rond 1510 in een boerengezin in het zuid-Finse dorpje Torsby. Over zijn jeugd is niet veel bekend, maar waarschijnlijk was het gezin waarin hij opgroeide met nog drie zussen, niet onbemiddeld. Op school viel hij bij zijn onderwijzers al snel op door zijn aanleg voor taal en de rector van de school adviseerde om hem door te sturen naar de Latijnse School in Vyborg (tegenwoordig een Russische stad, net over de Finse grens). De school onderwees niet alleen in talen, maar er hoorde ook een gedeeltelijke priesteropleiding bij. Of Mikael van huis uit Fins of Zweeds sprak is niet meer na te gaan, feit is dat hij beide talen vloeiend sprak, dus wellicht is hij tweetalig opgegroeid.
In het 16e eeuwse door Zweden overheerste Finland was de Finse taal ondergeschikt aan het Zweeds. De taal van de overheid was het Zweeds, de taal in de kerk Latijn en de taal van de handel het Middelnederduits. Tijdens zijn studie in Vyborg nam hij de naam achternaam Agricola (= boer) aan. Het was in die tijd niet ongebruikelijk om een achternaam te kiezen die teruggreep op het beroep van de vader. In Vyborg kwam hij ook onder de invloed van de nog prille Reformatie en woonde lutherse diensten bij.
Afgestudeerd en wel toog hij in 1528 naar Turku, toen het centrum van Zweeds Finland en zetel van het bisdom. Hij kwam in dienst bij bisschop Martinus Skytte, als klerk. Hoewel hij dus in dienst was van de rooms-katholieke kerk, liet het lutheranisme hem niet los.
Links: Martinus (Martti) Skytte, detail van een zuil in Hauho met zijn portret in steen, een werk van Tauno Wirkkala / Rechts: Peter (Pietari) Särkilahti, afgebeeld op een historische roman over zijn leven uit 1913 door Santeri Ivalo (1886-1937), uitgeverij WSOY
In Turku kwam hij in contact met Petrus Särkilahti, de eerste Finse student van Maarten Luther, een enthousiast verspreider van Luther’s ideeën en geloofsopvattingen. Toen Särkilahti vroegtijdig stierf in 1529, zag Agricola het als zijn taak om diens werk voort te zetten. Opvallend genoeg werd hij daarin niet tegengewerkt door zijn baas, de bisschop van Turku, die zelf steeds meer opschoof richting lutheranisme.
In 1531 werd Agricola tot priester gewijd en in 1536 stuurde bisschop Skytte hem naar Wittenberg in Duitsland voor een verdere studie onder Maarten Luther himself. Tevens studeerde hij er Grieks onder Luther’s medewerker Philipp Melanchthon.
V.l.n.r.: Maarten Luther (1483-1546), olieverfportret uit 1526 van Lucas Cranach de Oude (1472-1553) (Collectie The Phoebus Foundation) / Philipp Melanchthon, geboren als Philipp Schwarzerdt (1497-1560), olieverfportret uit 1543 van Lucus Cranach de Oude (1472-1553) (Collectie Schloss Gottorf) / Gustav Vasa, koning van Zweden (1496-1560), portret uit 1542 door Jacob Binck (1500-1569) (Collectie Universiteit van Uppsala)
Zowel Luther als Melanchthon waren onder de indruk van Agricola en maakten dat kenbaar aan de Zweedse koning Gustav Vasa. Toen Agricola de koning vervolgens schriftelijk om een stipendium vroeg voor verdere studies, werd dat ingewilligd. Het stelde hem in staat zich verder te verdiepen in het Grieks, door bijvoorbeeld de complete werken van Aristoteles aan te schaffen en te bestuderen.
Vervolgens komen we dan bij het punt waardoor Agricola nog steeds nationale faam geniet en waar hij al jaren over had nagedacht: hij begon met het in het Fins vertalen van het Nieuwe Testament vanuit de Griekse grondtekst. Dit was uiteraard een megaklus, zeer zeker omdat het Fins als geschreven taal niet gebruikt werd. Hij begon ermee in Duitsland in 1537, maar het duurde tot 1548 eer zijn werk af was.
Links: Mikael Agricola, hier afgebeeld terwijl hij aan zijn vertaling van het Nieuwe Testament werkt, houtgravure van Albert Edelfelt (1854-1905) / Rechts: Standbeeld van Mikael Agricola voor de kathedraal van Turku, een werk uit 1952 van Oskari Jauhiainen (1913-1990)
Als een soort vingeroefening in het Finse schrift publiceerde hij in 1543 een boekje van 16 pagina’s, met de titel Abckiria , wat een soort beginnersboek voor de Finse taal was. Het bevatte zowel het alfabet, alsmede oefeningen en tot slot een catechismus. De catechismus bevatte de 10 geboden, de geloofsbelijdenis en het Onze Vader.
Links: Voorplat Abckiria (1543) / Rechts: Voorplat Se Wsi Testamenti (1548)
In 1539, dus twee jaar nadat hij in Duitsland met zijn bijbelvertaling begon, keerde hij terug naar Finland, waar hij werd aangesteld als rector van de kathedraalschool van Turku. Dit beviel hem maar matig, hij omschreef zijn leerlingen als “ongetemde dieren”, maar hij hield genoeg tijd over om verder te werken aan de vertaling van het Nieuwe Testament. Hij trouwde in Turku met Pirjo Olavintytär en kreeg een zoon Christian met haar.
In 1543 was de Finse vertaling Se Wsi Testamenti in principe af, maar toen volgden er nog vijf jaar van verbeteringen en correcties, zodat het uiteindelijk in 1548 verscheen. In totaal 718 pagina’s, verlevendigd met vele illustraties. Tevens introduceerde hij veel nieuwe woorden, waarvan sommige de tand des tijds hebben doorstaan, andere niet.
Finse schoolplaat van de hand van Albert Gebhard (1869-1937), waarop Mikael Agricola de Finse vertaling van het Nieuwe Testament aanbiedt aan de Zweedse koning Gustav Vasa (publiek domein)
In 1554 werd Agricola door koning Gustav Vasa benoemd tot bisschop van Turku, zonder toestemming aan paus Julius III te vragen. Sinds zijn voorganger Martinus Skytte was het rooms-katholieke geloof steeds meer ‘verlutheraniseerd’, onder Agricola zette dit verder door, zodat hij wel gezien wordt als de eerste Lutherse bisschop van Finland.
In 1557 leidde Agricola een vredesdelegatie naar Moskou om te trachten de Russisch-Zweedse Oorlog (1554-1557) te beëindigen. De delegatie was succesvol en leidde tot het Verdrag van Novgorod op 2 april. Op de terugweg echter werd Agricola ziek en op 9 april stierf hij in Uusikirkko (tegenwoordig in Rusland, vlakbij Vyborg).
“Agricolan kuolema” (“De dood van Agricola”), schilderij uit 1917 van de hand van Joseph Alanen (1885-1920) (Collectie Tempere Kunstmuseum)
Naast sterfdag van Agricola is de 9e april ook de geboortedag van Elias Lönnrot (1802-1884), schrijver en verzamelaar van oude volksverhalen, die Finlands bekendste epos de Kalevala samenstelde (1835).
De vlag
Vlag van Finland (1918-heden)
De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies). Deze afbeelding dient nog steeds als staatswapen.
Vlag van Finland (1917-1918)
Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.
Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd. De vlag heeft ook een naam: Siniristilippu (De blauwe kruis vlag).
De staat
Naast de ‘gewone’ vlag voert Finland ook een staatsvlag, die door de overheid gebruikt wordt. Deze is grotendeels gelijk aan de nationale vlag, maar in het midden van het blauwe kruis is het staatswapen afgebeeld: de gele Finse leeuw op de kromsabel.
Staatsvlag van Finland
Ook de Finse president voert zijn of haar eigen vlag. de basis is opnieuw de nationale vlag, maar nu uitgevoerd als zwaluwstaart, waardoor de vlag uitloopt in drie punten. In de broektop is een Finse onderscheiding afgebeeld: De Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse. De Finse president (sinds 2012 is dat Sauli Niinistö) is tevens grootmeester van deze ridderorde.
Links: De Finse Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse / Rechts: Vlag van de president van Finland met de Orde van het Vrijheidskruis
De 28e februari is Kalevala-dag, de Finse cultuurdag en een officiële feestdag, tevens de Finse Vlagdag. De datum is die van het voorwoord in de eerste editie van de Kalevala uit 1835.
Kalevala, eerste editie uit 1835
Het boek Kalevala is een verzameling van mondeling overgeleverde volkspoëzie en groeide al snel na publicatie uit tot het Finse nationale epos. Het leidde tot de ontwikkeling van de Finse identiteit.
Het boek werd samengesteld en geschreven door Elias Lönnrot (1802-1884), een Finse taalwetenschapper, journalist en dichter. Daarnaast was hij ook arts en botanist. Tussen 1828 en 1835 reisde Lönnrot het hele land door, op zoek naar oude volksverhalen, die veelal mondeling waren doorgegeven.
Elias Lönnrot (1802-1884) (publiek domein)
Uiteindelijk resulteerde dit in de eerste editie van de Kalevala, die zoals gezegd verscheen in 1835, met als titel Kalewala, taikka Wanhoja Karjalan Runoja Suomen Kansan muinoisista ajoista (De Kalevala of Oud Karelische gedichten uit de vroegere tijden van Finland).
Het boek was al gauw een groot succes en er volgden toen snel vertalingen, zoals in het Zweeds (1841) en het Frans (1845).
In 1849 publiceerde Lönnroth een nieuwe, uitgebreidere editie, en het is deze editie die we nu nog kennen. In 1852 werd deze versie in het Duits vertaald, waardoor het werk nog meer bekendheid kreeg. De eerste volledige vertaling in het Engels volgde in 1888.
De eerste Nederlandse editie was een bewerking voor kinderen in 1905. En hoewel er daarna verschillende Nederlandse vertalingen het licht zagen, waren die geen van allen compleet. Pas in 1985 kwam er een volledige Nederlandse editie op de markt.
Inmiddels is de Kalevala in ruim 60 talen vertaald, waarmee het het meest vertaalde Finse boek is.
Wat de Kalevala-dag zelf betreft: die werd voor het eerst gevierd in 1860 door de Universiteit van Helsinki. In de jaren ’20 van de vorige eeuw werd het tevens de Finse Vlagdag, die ook nog officieel werd bevestigd in een decreet uit 1978. Er is een speciale Kalevala Vereniging, die jaarlijks activiteiten organiseert. Zo werden er bijvoorbeeld in 2009 tien componisten en kunstenaars uitgenodigd hún muzikale of artistieke interpretaties te geven op de gedichten in de Kalevala.
Logo van de Kalevalaseura, de Kalevala Vereniging
De dag leent zich ook uitstekend voor Finse culturele uitingen in de rest van de wereld en vooral op die plekken waar Finse emigranten ooit neerstreken, zoals bijvoorbeeld in het noorden van de Verenigde Staten.
De vlag
Vlag van Finland (1918-heden)
De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies). Deze afbeelding dient nog steeds als staatswapen.
Vlag van Finland (1917-1918)
Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.
Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd. De vlag heeft ook een naam: Siniristilippu (De blauwe kruis vlag).
De staat
Naast de ‘gewone’ vlag voert Finland ook een staatsvlag, die door de overheid gebruikt wordt. Deze is grotendeels gelijk aan de nationale vlag, maar in het midden van het blauwe kruis is het staatswapen afgebeeld: de gele Finse leeuw op de kromsabel.
Staatsvlag van Finland
Ook de Finse president voert zijn of haar eigen vlag. de basis is opnieuw de nationale vlag, maar nu uitgevoerd als zwaluwstaart, waardoor de vlag uitloopt in drie punten. In de broektop is een Finse onderscheiding afgebeeld: De Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse. De Finse president (sinds 2012 is dat Sauli Niinistö) is tevens grootmeester van deze ridderorde.
Links: de Finse Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse / Rechts: Vlag van de president van Finland met de Orde van het Vrijheidskruis
De op 7 november 1917 begonnen Oktober-revolutie in Rusland woelde zoveel om dat de Finse senaatsvoorzitter Pehr Evind Svinhufvud zijn kans schoon zag om Finland los te weken uit de Russische greep. Op 4 december diende hij het voorstel voor een onafhankelijkheidsverklaring in bij het parlement, wat op 6 december het voorstel aannam en bekrachtigde.
Op 31 december erkende de nieuwe sovjetrussische regering Finland’s onafhankelijkheid. Vanaf 1919 was Finland door de meeste landen als soevereine staat erkend.
De vlag
Vlag van Finland (1918-heden)
De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies). Deze afbeelding dient nog steeds als staatswapen.
Vlag van Finland (1917-1918)
Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.
Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd. De vlag heeft ook een naam: Siniristilippu (De blauwe kruis vlag).
De staat
Naast de ‘gewone’ vlag voert Finland ook een staatsvlag, die door de overheid gebruikt wordt. Deze is grotendeels gelijk aan de nationale vlag, maar in het midden van het blauwe kruis is het staatswapen afgebeeld: de gele Finse leeuw op de kromsabel.
Staatsvlag van Finland
Ook de Finse president voert zijn of haar eigen vlag. de basis is opnieuw de nationale vlag, maar nu uitgevoerd als zwaluwstaart, waardoor de vlag uitloopt in drie punten. In de broektop is een Finse onderscheiding afgebeeld: De Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse. De Finse president (sinds 2012 is dat Sauli Niinistö) is tevens grootmeester van deze ridderorde.
Links: De Finse Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse / Rechts: Vlag van de president van Finland met de Orde van het Vrijheidskruis
De Faeröerders houden wel van een feestje in de zomer, wanneer de zon pas tegen half elf ondergaat. Olavsøka wordt dan ook over meerdere dagen uitgesmeerd, maar de eigenlijke dag is vandaag, op 29 juli.
De dag herinnert aan de Noorse koning Olaf II Haraldsson, die in 1030 de dood vond in de Slag bij Stiklestad. Eén jaar daarvoor was hij verdreven en afgezet door de Deense koning Knut. Olaf vluchtte naar Zweden en in 1030 trachtte hij zijn land te heroveren, maar op 29 juli sneuvelde hij op het slagveld. Slechts één jaar later werd hij door bisschop Grimkjell heilig verklaard.
Het festival wordt altijd op de avond van 28 juli officieel geopend met een optocht en speeches in het centrum van de hoofdstad Tórshavn. De middag daarvoor zijn dan al de populaire roeiwedstrijden gehouden.
Op 29 juli zelf is er opnieuw een optocht, nu van alle Faröerse politici, de korpschef van de politie, priesters en vertegenwoordigers uit Denemarken, naar de kathedraal van Tórshavn, waar men een dienst bijwoont. Daarna loopt het gezelschap naar het parlementsgebouw, waar men buiten naar een concert luistert. Dit alles dient dan om de opening van het nieuwe parlementaire jaar in te luiden.
Verder zijn er diverse sportwedstrijden, volksdansen en tentoonstellingen.
De vlag
Merkið, de vlag van de Faeröer
De Faeröerse vlag is er een uit de Scandinavische vlaggenfamilie, duidelijk herkenbaar aan het liggende Scandinavische kruis. Andere vlaggen uit deze ‘familie’ zijn die van Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, IJsland, Shetland en Åland. De vlag heeft een officiële naam, namelijk Merkið, wat zoveel betekent als teken of banier.
De vlag heeft een wit veld, wat volgens de ontwerpers staat voor de schuimkoppen van de zee en de prachtig heldere hemel boven de Faeröer, daaroverheen een rood Scandinavisch kruis, blauw gebiest: deze twee kleuren komen veel voor op de verschillende Scandinavische vlaggen en geven dus de verbondenheid weer.
De vlag werd in juni 1919 ontworpen door drie in Kopenhagen woonachtige Faeröerse studenten, Jens Oliver Lisberg, Janus Øssursson en Pauli Dahl. De vlag werd vervolgens genaaid door Ninna Jacobsen en voor het eerst op de Faeröer gehesen op 22 juni 1919 tijdens een trouwpartij, en wel in Fámjin, het geboortedorp van Jens Oliver Lisberg.
De drie ontwerpers van de Merkið, v.l.n.r.: Jens Oliver Lisberg (1896-1920), Janus Øssursson (1896-1964) en Pauli Dahl (1898-1977) (publiek domein)
Tot die tijd had de archipel een onofficiële vlag gebruikt met de afbeelding van een schaap op een blauw veld, met daaromheen een brede rode rand, die niet algemeen gebruikt werd.
De Faeröerse “schaaps-vlag”
De officiële vlag was die van Denemarken, de Dannebrog. Vanaf de jaren dertig werd de nieuwe vlag steeds algemener onder de autochtone Faeröerders, maar niet bij de Deense burgers, die vasthielden aan de Dannebrog.
Het keerpunt in de status van de vlag werd veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 9 april 1940 was Denemarken bezet gebied, maar de Faeröer bleven vanwege hun geografische ligging buiten schot. Op 11 april bezette het Verenigd Koninkrijk de archipel om het zo tegen Duitse aanvallen te kunnen beschermen. Om de Faeröerse schepen goed van de Deense te kunnen onderscheiden bepaalden de Britten dat Merkið hiervoor gebruikt zou worden. De datum was 25 april 1940 en daarmee hebben we de oorsprong te pakken van deze feestdag. Toen de Faeröer na de Tweede Wereldoorlog hun autonomie verkregen, op 23 maart 1948, kreeg de vlag zijn langverwachte officiële status.
De allereerste Merkið, te zien in de kerk van Fámjin op Suðuroy
En hoe verging het prototype van erk van Merkið uit 1919 het? Welnu, heel goed, de vlag bestaat nog en wordt gekoesterd. Ze is ingelijst en wel te zien in de kerk van Fámjin op het zuidelijke eiland Suðuroy.
De vijfde juni is een officiële feestdag in Denemarken. Grundlovsdag Grondwetdag) herdenkt 5 juni 1849, de dag waarop Denemarken een constitutionele monarchie werd. Koning Frederik VII zette op deze dag zijn handtekening onder de nieuwe grondwet.
Koning Frederik VII (1808-1863), schilderij door August Schløtt (1823-1895) / “Den grundlovgivende Rigsforsamling”, de Deense parlementsleden op 23 oktober 1848, geschilderd tussen 1861 en 1865 door Constantin Hansen (1804-1880), te zien in Slot Frederiksborg te Hillerød
Het absolute koningschap uit 1665 werd hiermee afgeschaft. Hetzelfde gebeurde in Nederland één jaar eerder in 1848 met de Grondwetherziening onder leiding van Thorbecke. Verdere aanpassingen waren er in Denemarken in 1866, 1915 (algemeen vrouwenkiesrecht) en 1953. Bij die laatste wijzigingen van 1915 en 1953 gebeurde de ondertekening opnieuw op de vijfde juni.
Het is in Denemarken een grotendeels politieke dag, met speeches en bijeenkomsten door politieke partijen. Eigenlijk is het maar een halve vrije dag: winkels en instellingen zijn ’s morgens nog geopend, maar ’s middags dicht.
De vlag
Dannebrog, de vlag van Denemarken
De Deense vlag behoort tot de oudste vlaggen ter wereld en de oudste nationale vlag die continu in gebruik is gebleven, in ieder geval sinds de 14e eeuw. De vlag bestaat uit een rood veld met een wit Scandinavisch kruis. Er zijn verschillende legendes in omloop over het ontstaan van de vlag.
De bekendste daarvan verhaalt van een vlag die uit de hemel neerdaalde op 15 juni 1219 bij de slag bij Lyndanisse (het tegenwoordige Talinn, hoofdstad van Estland). De vlag, die opgevangen werd door aartsbisschop Anders Sunesen,was een teken van nieuwe hoop tijdens deze slag (een kruistocht tegen Estland), onder aanvoering van de Deense koning Waldemar II. De strijd, die tot dat moment niet bijster succesvol was verlopen voor Waldemar, werd door deze goddelijke interventie alsnog in zijn voordeel beslecht.
Het is maar een legende natuurlijk, wat de precieze oorsprong van de vlag is, valt niet meer te achterhalen.
De vlag heeft een naam, Dannebrog, wat zoveel als Deense banier betekent. Met zijn Scandinavische kruis stond hij model voor verschillende Noordse vlaggen, zoals Noorwegen, Zweden, Finland, Åland, Faeröer, IJsland, Orkney en Shetland.
V.l.n.r.: de vlaggen van Noorwegen, Zweden, Finland en ÅlandV.l.n.r.: de vlaggen van Faeröer, IJsland, Orkney en Shetland
Sinds 1854 is het vlaggebruik in de wet opgenomen en sinds die tijd kan iedere Deen die dat wil de vlag uitsteken.
De koninklijke standaard van Koningin Margrethe II
De koningin gebruikt haar persoonlijke vlag (standaard), een variatie op de Dannebrog: het model is een zogenaamde zwaluwstaart met twee punten en het koninklijke wapen op een wit vierkant over het centrum van het kruis geplaatst.