Tagarchief: Peru

Bolivia – Día del Mar / Dag van de Zee

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Deze Boliviaanse herdenkingsdag refereert aan het verlies van de provincie Litoral ten gunste van Chili. De datum van 23 maart is de sterfdag van de Boliviaanse held Eduardo Abaroa.

Moderne bewerking van een een geschilderd portret van een onbekende schilder van Eduardo Abaroa (1838-1879) (publiek domein)

De provicie Litoral, wat nu het noorden van Chili is, was voorheen een deel van Bolivia, en wel het enige stukje Boliviaans grondgebied wat aan de Stille Oceaan grensde, met Antofagasta als belangrijkste havenstad, in een regio die rijk was aan nitraat en guano.

De aanleiding voor de oorlog was een dispuut in 1878 over een verhoging van de belastingen, opgelegd aan een in Antofagasta opererend Chileens mijnbouwbedrijf, de Compañia de Salitres y Ferrocarril de Antofagasta. Volgens een in 1874 gesloten accoord tussen Bolivia en de CFSA zou de belasting minimaal 25 jaar bevroren zijn.

Antofagasta 1876
Gravure van Antofagasta in 1876 naar een foto van Eduardo Clifford Spencer

Toen vier jaar later de Boliviaanse regering in strijd met dit accoord tóch de belastingdruk opvoerde, waren de Chilenen ziedend en weigerden de extra belastingen te betalen. Chili wilde de zaak met Bolivia bespreken, maar het land weigerde dit. De spanning liep op en toen Bolivia aankondigde op 14 februari 1879 beslag te leggen op eigendommen van de CFSA met als doel deze bij opbod te verkopen en zo alsnog extra geld te kunnen binnenhalen, was de maat vol voor Chili, waarna Chileense troepen de stad bezetten.

Peru, dat een geheim militair bondgenootschap had met Bolivia, trachtte als bemiddelaar de spanning te sussen, maar op 1 maart 1879 verklaarde Bolivia Chili de oorlog en riep Peru op grond van het bondgenootschap op om militaire steun te verlenen.

Chili op zijn beurt waarschuwde Peru buiten het conflict te blijven, maar op 5 april liet Peru weten zich aan de zijde van Bolivia te scharen. Dezelfde dag nog verklaarde Chili beide landen de oorlog.

De dag die vandaag herdacht wordt, de 21e mei is die uit het jaar 1879, dus vlak na het begin van de oorlog. Het eerste deel van deze oorlog speelde zich af op zee. Heerschappij over delen van de kustwateren was belangrijk voor het verplaatsen van troepen. Chili stuurde daarom de bulk van zijn marine richting de Peruaanse havenstad Callao, ter hoogte van hoofdstad Lima. Twee oude houten schepen, de Esmeralda en de Covadonga werden naar de Zuid-Peruaanse stad Iquique gestuurd om daar de haven te blokkeren. Inmiddels hadden echter twee moderne Peruaanse marineschepen, de Huáscar en de Independencia ongezien naar het zuiden kunnen varen.

Op 21 mei kwam het tot een confrontatie tussen de vier schepen bij Iquique. De modernere Peruaanse schepen waren in het voordeel en de Esmeralda en de Covadonga werden na een hevige strijd tot zinken gebracht.

De Esmeralda
De Slag bij Iquique: de Esmeralda is zinkende, rechts de Huáscar

143 man man overleefden het niet, 57 werden er krijgsgevangen gemaakt. De Chileense  commandant Arturo Prat Chacón was strijdend ten onder gegaan. De Peruaanse commandant, Miguel Grau Seminario had bewondering voor zijn tegenstander’s heldhaftige optreden en zorgde ervoor dat Prat’s persoonlijke bezittingen, waaronder een dagboek, zijn uniform en zwaard, naar zijn weduwe gestuurd werden, tezamen met een brief waarin zijn heldhaftigheid in de Slag bij Iquique werd beschreven.

Chili portretten 1
Arturo Prat Chacón (1848-1879) en Miguel Grau Seminario (1834-1879)

Wellicht wat merkwaardig om juist deze dag waarbij Peru als overwinnaar uit de bus kwam tot feestdag te verheffen, maar de dag was een keerpunt. De heroïsche verhalen over Prat, die tot het uiterste doorvocht, inspireerden vele jonge Chilenen om zich aan te sluiten bij marine en leger.
De strijd zou dan ook een wending ten gunste van Chili worden en werd zowel op zee als op land uitgevochten. Het Boliviaanse leger trok zich na de Slag bij Tacna op 26 mei 1880 terug. Het Chileense leger bezette in januari 1881 de Peruaanse hoofdstad Lima. Een Peruaanse guerrilla-oorlog veranderde niets meer aan de Chileense overmacht.

Peru tekende het zogenaamde Verdrag van Ancón in oktober 1883, waarbij de vijandelijkheden werden beëindigd en Chili tijdelijk gezag kreeg in de zuidelijke provincies Tacna en Arica. In 1929 werd er definitieve verdeling gemaakt, waarbij Tacna terug ging naar Peru en Chili Arica behield.

Chili landkaartjes
Links de situatie vóór de oorlog, waarbij Bolivia nog toegang tot de Stille Oceaan heeft, rechts de toestand na de oorlog, waarbij de rode lijn het veroverde territorium van Chili aangeeft

Voor wat betreft Bolivia waren de druiven zuur: er werd een wapenstilstand gesloten in 1884 en de Boliviaanse kustprovincie Litoral werd tot Chileens grondgebied verklaard (nu de provincie Antofagasta), waardoor Bolivia zijn enige stukje kust kwijtraakte en een binnenstaat werd.

Kaart van Bolivia (© freeworldmaps.net)

Eduardo Abaroa

De vermoedelijk enige foto van Eduardo Abaroa (1839-1879), hier in gezelschap van zijn dochter Herminia (publiek domein)

Specifiek wordt op deze dag aandacht geschonken aan een groep van 144 burgers, die aan het begin van de oorlog in maart 1879 de Topáter-brug over de rivier de Loa tegen oprukkende Chileense troepen verdedigden. Onder hen was Eduardo Abaroa die op 23 maart, toen de brug in handen viel van de Chilenen, zich weigerde over te geven en geroepenzou hebben “¿Rendirme yo? ¡Que se rinda su abuela, carajo!” (‘Ik mij overgeven? Je grootmoeder zou zich moeten overgeven, klootzak!”), waarna hij gedood werd.
In Chili meent men echter dat hij slechts “¿Quién, yo?” (“Wie, ik?”) gezegd zou hebben.

Standbeeld van Eduardo Abaroa op het Plaza Abaroa in La Paz, hij is afgebeeld op het moment dat hij zich weigert over te geven (foto: Israel Durán / publiek domein)

Hoe het ook zij: sindsdien wordt Abaroa als een held vereerd in Bolivia. Zijn lichaam werd in 1952 gerepatrieerd en met militaire eer herbegraven in La Paz, ten overstaan van tienduizenden mensen.

Links: Munt uit 2017 van 2 bolivianos met het portret van Abaroa (Banco Central de Bolivia) / Rechts: Postzegel van 80 centavos uit 1952 met een afbeelding van een onverzettelijke Abaroa vlak voor zijn heroïsche dood (Correos de Bolivia)


Als held heeft hij inmiddels een standbeeld (op een naar hem genoemd plein) en is hij op postzegels, munten en bankbiljetten afgebeeld en zijn een provincie en een nationaal park naar hem vernoemd.

Bankbiljet van 500 bolivianos uit 1981, met het portret van Eduardo Abaroa (Banco Central de Bolivia)

De Día de Mar wordt doorgaans gevierd met parades in diverse steden, naast een nationale ceremonie in La Paz, op het Plaza Abaroa bij zijn standbeeld, waar de president ook bij aanwezig is.

De vlag

Vlag Bolivia
Vlag van Bolivia (1888-heden)

Bolivia, officieel Plurinationale Staat Bolivia, heeft verschillende vlagontwerpen gehad sinds de onafhankelijkheid, maar de huidige vlag bestaat sinds 14 juli 1888.

De vlag is een horizontale driekleur in rood, geel en groen. In het midden van de gele baan is het staatswapen geplaatst. Het rood staat voor de fauna en de dapperheid van de Boliviaanse soldaat, het geel voor de Inca’s en de bodemschatten, het groen voor de flora, de vruchtbaarheid van de grond en de ontwikkeling van het land. De vlag bestaat ook zonder wapen, voor civiel gebruik.

Staatswapen van Bolivia (1888-heden)

Het staatswapen, vastgesteld op dezelfde dag in 1888, is gebaseerd op dat van 1825. Het bestaat uit een ovalen schild waarop een landschap is afgebeeld. Een groene weide herbergt een alpaca, een korenschoof, een palmboom en achterin een huisje. Daarachter in geel verheft zich de berg Potosí (4.782 m), met een besneeuwde top, met daar achter een blauwe lucht met gele zon. De rand van het schild heeft aan de bovenzijde de naam Bolivia in gele kapitalen op een blauwe achtergrond en aan de onderzijde 10 gele sterren. De 10 sterren staan voor de 10 departementen van het land, waarbij opgemerkt dient te worden dat één van die sterren staat voor de verloren gegane kustprovincie, nu ruwweg overeenkomend met de huidige Chileense regio Antofagasta.

Potosi
De 4.782 m hoge Potosí (© imgrumweb.com)

Achter het schild zien we twee gekruiste kanonnen, aan iedere zijde drie Boliviaanse vlaggen, twee paar geweren, een vrijheidsmuts, een Inca strijdbijl (samen symbool voor de wil tot verdediging), een laurierkrans en bovenop het wapenschild een Andes-condor, klaar voor de vlucht (symbool voor de vrijheid).

Ecuador – Independencia de Cuenca / Onafhankelijkheid van Cuenca (1820)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

In 1820 was Ecuador onderdeel van Gran Colombia, een Spaanse kolonie die bestond uit de tegenwoordige landen Colombia, Ecuador, Panama, Venezuela, het noorden van Peru en het noordwesten van Brazilië.

Kaart van Gran Colombia in 1820, verdeeld in drie departementen: Quito, Cundinamarca en Venezuela. Uit de ‘Atlas Geográfico e Histórico de la República de Colombia’ uitgave 1890, door kaartenmaker Agostino Codazzi (1793-1859). (publiek domein)

Begin 19e eeuw, na bijna 300 jaar Spaanse overheersing begon de roep voor onafhankelijkheid steeds groter te worden.
In 1809 lukte het vooraanstaande burgers uit Quito (nu Ecuador’s hoofdstad) korte tijd de gevestigde Spaanse orde omver te werpen.
De aanleiding was echter niet anti-Spaans, maar anti-Frans!

Spanje was onder de voet gelopen door Napoleon Bonaparte en had de Spaanse koning Ferdinand VII afgezet. Joseph Bonaparte, Napoleon’s broer, kwam op de Spaanse troon.
De hoogopgeleide bovenlaag van Quito was er van overtuigd dat de militaire en burgerlijke bevelhebbers Joseph Bonaparte als koning wilden erkennen.
De boze burgers waren echter loyaal aan koning Ferdinand. De revolte van 1809 was dus een teken van trouw aan de kolonisator!

De ‘revolutie’ duurde niet lang. Na een militaire interventie werd de oude situatie hersteld. De Spaanse machthebbers vervolgden de opstandelingen, maar troffen daarbij ook veel onschuldige burgers.

Kaart van Ecuador. Hoofdstad Quito zien we in het noorden, Cuenca ligt net iets onder de naam ‘Ecuador’. (© freeworldmaps.net)

Deze gebeurtenis zorgde ervoor dat het sentiment tégen Spanje nu pas echt begon en wel op grotere schaal.
Op 3 november 1820 kwam een groep patriottische revolutionairen o.l.v. Tomás Ordoñez, in opstand in de stad Cuenca. Na hevige gevechten met het koninklijke leger, lukte het hen de plaatselijke kazerne te veroveren.
De volgende dag, 4 november, kregen de opstandelingen hulp vanuit de nabijgelegen stad Chuquipata (nu Javier Loyola geheten), o.l.v. priester Javier Loyola. Ook de inheemse bevolking van buiten de stad bood hulp aan.

Links: Tomás Ordoñez Torres (?-1845) (publiek domein) / Rechts: Francisco Javier Loyola (1753-1820) (publiek domein) / Schilderijen van de hand van Manuel Serrano Chicanos (1882-1957)

In de dagen daarna werd er een revolutionaire raad gevormd, de Consejo de la Sanción. Op 15 november werd er een inderhaast opgestelde grondwet aangenomen en de Republiek Cuenca uitgeroepen.
De vreugde om de onafhankelijkheid was van korte duur. Vanaf 20 november lukte het goed bewapende Spaanse troepen Cuenca weer onder controle te krijgen.

De geest was echter al uit de fles: de bevolking in Ecuador bleef vechten voor zijn onafhankelijkheid.
Een rebellenleger o.l.v. generaal Antonio José de Sucre, lukte het om op 21 februari 1822 de stad zonder schot te veroveren. De Spaanse bevelhebber van de stad, kolonel Carlos Tolrá, die het opstandelingenleger zag naderen, koos ervoor met zijn eenheid te vertrekken.

“Batalla de Pichincha”, waarop de beslissende Slag bij Pichincha is afgebeeld. Te paard: aanvoerder Antonio José de Sucre. Let ook op de revolutionaire blauw-witte vlag. Muurschildering in het Palacio de Carondelet in Quito door Luis Rodolfo Peñaherrera Bermeo (1936-2016). (publiek domein)

De beslissende slag in de onafhankelijkheidsstrijd vond een paar maanden later plaats, op 24 mei 1822 en staat nu bekend als de Slag bij Pinchincha, waarbij Ecuadoriaanse tropen, opnieuw onder bevel van generaal Antonio José de Sucre de Spaanse troepen onder Melchior Aymerich versloeg.

Links: Antonio José de Sucre y de Alcalá (1795-1830), schilderij in het Palacio Federal Legislativo in Caracas, Venezuela, van Martín Továr y Továr (1827-1902) (publiek domein) / Rechts: Melchior Aymerich (1754-1836) (publiek domein)

De strijd was hevig: aan Spaanse kant vielen er zo’n 400 doden, tegen 200 voor de rebellen.
Eén dag later, op 25 mei, tekende Spanje de overgave.

“La capitulación de Pichincha”, olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860). Melchior Aymerich tekent de Spaanse overgave in het fort El Panecillo op 25 mei 1822, om 14.00 precies. (publiek domein)

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822), te zien op de bij dit artikel afgebeelde muurschildering van de Slag bij Pichincha

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Afbeeldingen van vlag en wapen van Ecuador uit het “Flaggenbuch” van het Oberkommando der Kriegsmarine (1939), bezorgd door Ottfried Neubecker (Verlag der Reichsdruckerei)

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Panama – Día de la Separación – Dag van de Scheiding (1903)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op 28 november 1821 verkreeg het noordwestelijke deel van Zuid-Amerika, inclusief het tegenwoordige Panama, de onafhankelijkheid van Spanje. Dit gebiedsdeel, de republiek Gran Colombia, bestond uit de huidige landen Colombia, Venezuela, Ecuador, het noorden van Peru, het westen van Guyana, het noordwesten van Brazilië en, zoals gezegd, Panama.

Tussen 1899 en 1902 werd in Gran Colombia een oorlog uitgevochten, de zogenaamde Guerra de los Mil Días  (De 1000-daagse Oorlog), een confrontatie tussen de liberale en conservatieve partijen. Het zorgde voor onrust en aspiraties voor onafhankelijkheid in het Panamese deel van de republiek.

Toen de Verenigde Staten in 1903 een overeenkomst sloten over het graven van een kanaal door Panama, in het zogeheten Hay-Herrán Verdrag, en het congres van Gran Colombia dit vervolgens unaniem verwierp, waren de rapen gaar. De Amerikanen verleenden vervolgens openlijk steun aan de onafhankelijkheidsbeweging. Op 3 november 1903 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Colombianen stuurden vervolgens troepen om de Panamezen tot de orde te roepen. Dit liep, mede door tussenkomst van de Amerikanen in de havenstad Colón, waar de troepen zich ontscheepten, op een fiasco uit.

Kaart van Panama (© freeworldmaps.net)

De Amerikanen erkenden de nieuwe onafhankelijke staat Panama op 13 november en Frankrijk volgde een dag later, vlak daarna gevolg door 15 andere landen. Er was geen weg terug meer en er waren geen beletsels meer voor het graven van het Panama-Kanaal.

Kaart van Panama uit 1904, met dwarsdoorsnede van het Panamakanaal (© The American Company, 1904)

De vlag

Vlag van Panama (1904-heden)

De vlag is officieel ingevoerd op 4 juni 1904 en de kleurenkeus, rood, blauw en wit is geënt op die van de Amerikaanse vlag, de grote helpers bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid. Tevens staan ze voor de twee politieke partijen: rood = liberaal, blauw = conservatief. Het wit staat voor de samenwerking tussen de partijen.

De vlag is in vier kwartieren gedeeld: 1e kwartier, de top van de broekingszijde, is wit met een blauwe ster (reinheid en eerlijkheid), 4e kwartier, de onderkant van de vlucht, is wit met een rode ster (gezag en wet). Het 2e en 3e kwartier, de top van de vlucht en de onderkant van de broekingszijde, worden ingenomen door respectievelijk een rood en een blauw vlak, met de betekenis zoals hierboven geschetst.

Er ging nogal wat aan de invoering van de vlag vooraf. Een eerste ontwerp voor een vlag stamt uit 1903, nog vóór de onafhankelijkheidsdag.
Eén van de ingenieurs die zich bezighield met de voorbereidingen voor het graven van het Panamakanaal was de Fransman Philippe Bunau-Varilla. Hij hield zich niet bepaald bij zijn leest, want hij ondernam ook pogingen om een Panamese Grondwet te schrijven. Zijn vrouw, Ida de Brunhoff, liet hij een vlag ontwerpen.

Links: Ida Bunau-Varilla-de Brunhoff (1859-1948) (publiek domein) / Rechts: María de la Ossa Amador-Escobar (1855-1948) (publiek domein)

Haar ontwerp was gebaseerd op de Amerikaanse vlag. Zo nam ze de 13 strepen over, waarbij de witte strepen geel werden. Rood en geel werden gekozen omdat die kleuren ook prominent aanwezig waren (en zijn) in de vlaggen van Colombia en Spanje.
De witte sterren in het blauwe kanton werden vervangen door twee met elkaar verbonden gele zonnen. Deze zonnen stonden symbool voor Noord- en Zuid-Amerika, terwijl het verbindingsstuk, Panama’s (en Midden-Amerika’s) verbindende landmassa symboliseerde.
Het ontwerp vond echter geen genade bij de revolutionaire machthebbers.

Links: Ontwerp voor de Panamese vlag van Ida de Brunhoff (1903) / Rechts: Eerste versie van de huidige Panamese vlag, waarbij de kwartieren anders zijn gerangschikt (1903)

Het eerste model van de huidige vlag werd ook in 1903 ontworpen en wel door aankomend president Manuel Amador Guerrero. Zijn zoon, Manuel Encarnación Amador, tekende de vlag.

Links: Manuel Amador Guerrero (1833-1909) (publiek domein) / Rechts: Manuel Encarnación Amador Terreros (1869-1952) (publiek domein)

Hij ging er vervolgens mee naar zijn moeder, María de la Ossa de Amador met de vraag of zij de vlag kon naaien. Ze kocht rode, witte en blauwe stof en riep de hulp in van haar schoonzuster Angélica Bergamonta de la Ossa en nichtje María Emilia de la Ossa Bergamonta.
Alle drie de vrouwen produceerden zo een vlag, zodat deze op 3 november 1903, de Onafhankelijkheidsdag, in Panama City te zien waren.
Op deze eerste vlaggen waren de vier kwartieren anders gerangschikt. Eind 1903 werd definitief gekozen voor de versie die we nu nog kennen, waarna ze op 4 juni 1904 wettelijk werd vastgesteld.

Ecuador – Independencia de Guayaquil / Onafhankelijkheid van Guayaquil (1820)

Op 9 oktober 1820 was het Ecuador’s grootste stad Guayaquil die na 300 jaar Spaanse overheersing de onafhankelijkheid uitriep. Dit ging bijna zonder bloedvergieten, door het Spaanse garnizoen uit te schakelen. Deze revolte stond onder leiding van een aantal revolutionaire leiders uit het land zelf, bijgestaan door ‘collega’s’ uit Venezuela en Peru.

Independencia de Guayaquil affiche.jpeg
Publiciteits-banner voor de feestdag (© educacionecuadorminesterio.blogspot.com)

Het nieuws van deze bevrijding deed snel de ronde, waarna andere Ecuadoriaanse steden volgden, zoals Portoviejo en Cuenca. De strijd om Quito moest toen echter nog beginnen. De beslissende slag om de hoofdstad, de Batalla de Pichincha, werd geleverd op 24 mei 1822. Het Spaanse leger werd verslagen.

La capitulación de la batalla de Pichincha.JPG
‘La capitulación de la Batalla de Pichincha’ (De overgave na de Slag om Pichincha), olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860)

Ecuador sloot zich vervolgens aan bij de federatie Groot-Colombia (1819-1830), wat mét Ecuador erbij toen bestond uit de huidige republieken Venezuela en Colombia (plus een deel van het tegenwoordige Panama, wat toen bij Colombia hoorde). In 1830 viel de federatie uiteen en werd Ecuador een onafhankelijke republiek.

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822)

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Afbeeldingen van vlag en wapen van Ecuador uit het “Flaggenbuch” van het Oberkommando der Kriegsmarine (1939), bezorgd door Ottfried Neubecker (Verlag der Reichsdruckerei)

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Peru – Fiestas Patrias de Perú / Nationale Peruaanse Dagen (1821)

Twee vlaggen vandaag, vlag 2:

De Fiestas patrias de Perú (meervoud, want het feesten gaat morgen nog door) herdenken in de eerste plaats de onafhankelijkheid uit 1821 (vandaag) en in de tweede plaats is het een eerbetoon aan de militairen en de politie (morgen).

Peru was, net als het grootste deel van Zuid-Amerika, ooit onderdeel van het Spaanse koloniale rijk. In de 19e eeuw echter was de Spaanse macht tanende, politieke onrust in Europa en de Mei-revolutie in Argentinië in 1810, brachten het hele continent in een revolutionaire sfeer.

peru portretten
V.l.n.r.: José de la Serna (1770-1832) / Joaquín de la Pezuela, markies van Viluna (1761-1830) / José de San Martín (1778-1850) op een foto uit 1848, gemaakt in Parijs / Simón Bolívar (1783-1830)

Na een interne machtsstrijd in 1821, waarbij de Spaanse generaal José de la Serna zijn directe baas, onderkoning Joaquín de la Pezuela afzette en verving, kreeg hij al gauw te maken met het oprukkende leger van de Argentijnse generaal José de San Martín. Twee jaar daarvoor had hij, samen met zijn Chileense collega Bernardo O’Higgins Chili bevrijd. Nu was de beurt aan Peru. Onderkoning De la Serna hield niet lang stand en verliet de hoofdstad Lima op 12 juli 1821. San Martín bracht de stad snel onder zijn controle en riep op 28 juli de onafhankelijkheid uit.

San Martin roept de onafhankleijkheid van Peru uit
“La proclamación de la Independencia”,  waarop we José de San Martín op de rug zien terwijl hij de onafhankelijkheid van Peru uitroept, schilderij uit 1904 van Juan Lepiani (1864-1932)

Hij nam de leiding van het land, maar droeg die in 1822 over aan Simón Bolívar, de grote Libertador van Zuid-Amerika. Hij was Venezolaan van geboorte en was al president van zijn eigen land geweest, wat hij zelf mee had helpen bevrijden. Generaal San Martín trok zich terug en liet het aan Bolívar over om de rest van Peru te bevrijden, inclusief Alto Peru, het tegenwoordige Bolivia (naar hem vernoemd). Dat doel werd in 1824 bereikt.

Optocht Peru Fiestas patrias
Optocht tijdens de Fiestas Patrias in Lima met Peruaanse vlaggen zonder wapen (© peru21.pe)

De feestdag van vandaag begint normaliter met een mis, een Te Deum, onder leiding van de aartsbisschop van Peru, om 9.00 precies. De president is daarbij aanwezig. Daarna is het de beurt aan de politiek. De president gaat dan in een open auto naar het parlement, toegejuicht door zijn aanhangers. Aldaar houdt hij een soort troonrede, hij legt verantwoording af voor het afgelopen jaar en ontvouwt plannen voor de toekomst. Daarna keert hij terug naar het presidentieel paleis, het Casa de Pizarro, voor verdere ceremoniële taken.

Casa de pizarro, peru
Het Casa de Pizarro oftewel het Palacio de Gobierno del Perú in hoofdstad Lima

De vlag

Vlag van Peru (1825-heden) mét en zonder wapen

De Peruaanse vlag is een verticale driekleur in rood, wit, rood. In het midden van de witte baan is het staatswapen geplaatst. Een eenvoudiger versie zonder het staatswapen wordt door de bevolking gebruikt.

De kleuren komen van de voor onafhankelijkheid strijdende generaal José de San Martín: toen hij in 1820 in rustmoment na een gevecht met de Spanjaarden een vlucht flamingo’s over zag vliegen met witte borst en rode vleugeltippen, riep hij (volgens de overlevering althans): “Zie, dat is de vlag van de vrijheid!”.

San Martin met flamingo's
Artists impression van José de San Martín en de flamingo’s (© ojo.pe)

De vlag ging echter de eerste jaren door een aantal transformaties: van vier rood-witte driehoeken, naar horizontale banen (met een Inca-zon in het midden), toen naar een verticale versie en uiteindelijk naar het huidige model met staatswapen op 25 februari 1825, vanaf 31 maart 1950 ook zonder wapen voor algemeen gebruik.

peru vlaggenparade
V.l.n.r.: vlag nr. 1 (oktober 1820-maart 1822), nr. 2 (maart 1822-mei 1822), 3 (mei 1822-februari 1825)

Het wapen bestaat uit een in drieën gedeeld schild: twee voorstellingen bovenin en één onderin. Ze staan voor fauna, flora en bodemschatten. De fauna is vertegenwoordigd door een vicuña (een soort lama), de flora door een cinchona-boom en de bodemschatten door een hoorn des overvloeds, waar gouden en zilveren munten uit komen. Boven het wapen bevindt zich een lauwerkrans met bladeren van de steeneik. Rondom het wapen bevinden zich twee takken die onderin samengebonden zijn met een rood-wit-rood lint. De linkertak bestaat uit palm-, de rechter uit laurierbladeren.

Het wapen op de vlag van Peru

Venezuela – Cinco de julio – Declaración de independencia / 5 juli – Onafhankelijkheidsverklaring (1811)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Op 5 juli 1811 brak er een rebellie uit in Venezuela, dat toen onder Spaans bestuur stond, gevoed door hoge belastingen en het ontbreken van welke autonomie dan ook. De Venezolaanse kolonisten werden geleid door generaal Francisco de Miranda en maakten gebruik van de onrust in Europa en Napoleon’s invasie van Spanje.

Francisco de Miranda (1750-1816), schilderij uit 1874 door Martín Tovar y Tovar (1827-1902) (publiek domein)

Een declaratie van onafhankelijkheid werd door het congres in Caracas geratificeerd op 7 juli. De voornaamste opstellers van het document waren Cristóbal Mendoza en Juan Germán Roscio.

venezuela portretten.jpg
Cristóbal Mendoza (1772-1829), schilderij uit 1825 door Juan Lovera (1776-1841) (Collectie Palacio Municipal de Caracas) / Juan Germán Roscio (1763-1821) door een onbekende schilder, portret uit 1913 (Collectie Palacio Federal Legislativo te Caracas)

De naam voor het nieuwe land: Amerikaanse Confederatie van Venezuela.

Ondertekening van de onafhankelijkheidsverklaring op 7 juli 1811, schilderij van Martín Tovar y Tovar (1827-1902) (Collectie Galeria de Arte Nacional, Caracas)

Spanje liet het er niet bij zitten en het jaar daarop, in 1812, was de opstand de kop ingedrukt. Het zaad voor een onafhankelijk land was echter gezaaid en onder leiding van Zuid-Amerika’s grote ‘bevrijder’ Simón Bolívar, werd het land in 1821 definitief onafhankelijk.

Simón Bolívar door Bustillos Beiner
Reconstructie door Bustillos Beiner van het gezicht van Simón Bolívar, gebaseerd op verschillende beschrijvingen en diverse schilderijen (© curacaochronicle.com)

In eerste instantie onder de noemer Gran Colombia, dat bestond uit de huidige territoria van Venezuela, Colombia, Ecuador, Panama, het noorden van Peru, het westen van Guyana en het noordwesten van Brazilië. Vanaf 1830 is Venezuela echt een apart land. De officiële naam luidt República Bolivariana de Venezuela (Bolivariaanse Republiek Venezuela).

Kaart van Venezuela (© freeworldmaps.net)

Wat de viering van vandaag betreft: Venezolanen hebben eigenlijk al jaren wel iets anders aan hun hoofd dan feestvieren. Vanwege de voortdurende economische en politieke crisis hebben naar schatting inmiddels 6 miljoen mensen Venezuela ontvlucht naar de buurlanden Colombia, Brazilië, Guyana en de noordelijk van Venezuela gelegen eilanden Curaçao en Aruba, plus de eilandrepubliek Trinidad en Tobago.
Covid-19 maakte de situatie voor de bevolking er de afgelopen jaren niet beter op.

De vlag

Vlag van Venezuela (2006-heden)

De Venezolaanse vlag is in basis dezelfde als geïntroduceerd door de eerder genoemde Francisco de Miranda. Het is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood. Acht vijfpuntige witte sterren staan in een halve cirkel in het midden van de blauwe baan.
Het staatswapen is te zien in de gele baan aan de broekingszijde. De kleuren staan voor de rijkdom van het land en de grond, goud, soevereiniteit, harmonie, gerechtigheid, landbouw en de zon (geel), de Caribische Zee en de stranden (blauw) en het bloed dat vloeide in de strijd tegen de Spanjaarden (rood).

venezuela vlaggen 1
Venezolaanse vlaggen in vele verschijningsvormen, v.l.n.r: Gran Colombia (1819-1831) (waar Venezuela een onderdeel van was) / Venezuela (1830-1836) / Venezuela (1836-1859)

De vlag heeft van het begin af aan heel veel verschijningsvormen gehad, vooral in de 19e eeuw. Zonder sterren, mét sterren, sterren in blauw, sterren horizontaal of in een cirkel, met of zonder staatswapen, teveel om op te noemen.

venezuela vlaggen 2
Venezolaanse vlaggenparade (verre van compleet!), v.l.n.r.: 1859-1863 / 1863-1905 / 1930-2006

Vanaf 1930 lijkt de vlag echt op de huidige, maar zonder staatswapen en met zeven sterren (het aantal provincies). In 1954 werd het staatswapen toegevoegd. De laatste verandering was op instigatie van president Hugo Chavez in 2006: er werd een achtste ster toegevoegd, volgens de oorspronkelijke richtlijnen van Simón Bolívar. Die achtste ster staat dan voor de provincie Guayana, die geen Venozolaanse provincie is, maar ruwweg de huidige republiek Guyana plus de eilandrepubliek van Trinidad en Tobago. Ook veranderde hij de looprichting van het witte paard in het staatswapen van rechts naar links.

Het staatswapen

Het staatswapen werd geïntroduceerd op 18 april 1836, in 1954 aan de vlag toegevoegd (maar soms weer weggelaten) en ietwat gewijzigd in 2006.

Wapen van Venezuela (2006-heden)

Het schild is horizontaal in tweeën gedeeld, het bovenste deel ook weer in tweeën. De drie delen hebben de kleuren van de vlag. Het gele vlak toont een zwaard, een sabel en drie lansen en twee nationale vlaggen, bijeengebonden door lauriertakken. Ze staan voor de verdediging van het land en triomfen in oorlog. Het rode vlak laat korenschoven in geel zien, ze staan voor de oorspronkelijke 20 staten in 1836 en voor de rijkdom van het land. Het grotere blauwe vlak toont een wild wit paard, galloperend richting de broekingszijde. Het zou hier eventueel om Palomo kunnen gaan, het witte paard van Simón Bolívar. Het dier staat symbool voor onafhankelijkheid en vrijheid.

Simón Bolívar op zijn paard Palomo, portret uit 1898 door Arturo Michelena (1863-1898) (Collectie Galeria de Arte Nacional, Caracas)

Boven het schild zijn twee gekruiste hoorns van overvloed te zien. Het schild wordt omkranst door een olijftak links en een palmtak rechts, onderin bij elkaar gebonden met een banderol in drie grote lussen in de Venezolaanse kleuren.

Bolivia – Día del Mar / Dag van de Zee

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Deze Boliviaanse herdenkingsdag refereert aan het verlies van de provincie Litoral ten gunste van Chili. De datum van 23 maart is de sterfdag van de Boliviaanse held Eduardo Abaroa.

De provicie Litoral, wat nu het noorden van Chili is, was voorheen een deel van Bolivia, en wel het enige stukje Boliviaans grondgebied wat aan de Stille Oceaan grensde, met Antofagasta als belangrijkste havenstad, in een regio die rijk was aan nitraat en guano.

De aanleiding voor de oorlog was een dispuut in 1878 over een verhoging van de belastingen, opgelegd aan een in Antofagasta opererend Chileens mijnbouwbedrijf, de Compañia de Salitres y Ferrocarril de Antofagasta. Volgens een in 1874 gesloten accoord tussen Bolivia en de CFSA zou de belasting minimaal 25 jaar bevroren zijn.

Antofagasta 1876
Gravure van Antofagasta in 1876 naar een foto van Eduardo Clifford Spencer

Toen vier jaar later de Boliviaanse regering in strijd met dit accoord tóch de belastingdruk opvoerde, waren de Chilenen ziedend en weigerden de extra belastingen te betalen. Chili wilde de zaak met Bolivia bespreken, maar het land weigerde dit. De spanning liep op en toen Bolivia aankondigde op 14 februari 1879 beslag te leggen op eigendommen van de CFSA met als doel deze bij opbod te verkopen en zo alsnog extra geld te kunnen binnenhalen, was de maat vol voor Chili, waarna Chileense troepen de stad bezetten.

Peru, dat een geheim militair bondgenootschap had met Bolivia, trachtte als bemiddelaar de spanning te sussen, maar op 1 maart 1879 verklaarde Bolivia Chili de oorlog en riep Peru op grond van het bondgenootschap op om militaire steun te verlenen.

Chili op zijn beurt waarschuwde Peru buiten het conflict te blijven, maar op 5 april liet Peru weten zich aan de zijde van Bolivia te scharen. Dezelfde dag nog verklaarde Chili beide landen de oorlog.

De dag die vandaag herdacht wordt, de 21e mei is die uit het jaar 1879, dus vlak na het begin van de oorlog. Het eerste deel van deze oorlog speelde zich af op zee. Heerschappij over delen van de kustwateren was belangrijk voor het verplaatsen van troepen. Chili stuurde daarom de bulk van zijn marine richting de Peruaanse havenstad Callao, ter hoogte van hoofdstad Lima. Twee oude houten schepen, de Esmeralda en de Covadonga werden naar de Zuid-Peruaanse stad Iquique gestuurd om daar de haven te blokkeren. Inmiddels hadden echter twee moderne Peruaanse marineschepen, de Huáscar en de Independencia ongezien naar het zuiden kunnen varen.

Op 21 mei kwam het tot een confrontatie tussen de vier schepen bij Iquique. De modernere Peruaanse schepen waren in het voordeel en de Esmeralda en de Covadonga werden na een hevige strijd tot zinken gebracht.

De Esmeralda
De Slag bij Iquique: de Esmeralda is zinkende, rechts de Huáscar

143 man man overleefden het niet, 57 werden er krijgsgevangen gemaakt. De Chileense  commandant Arturo Prat Chacón was strijdend ten onder gegaan. De Peruaanse commandant, Miguel Grau Seminario had bewondering voor zijn tegenstander’s heldhaftige optreden en zorgde ervoor dat Prat’s persoonlijke bezittingen, waaronder een dagboek, zijn uniform en zwaard, naar zijn weduwe gestuurd werden, tezamen met een brief waarin zijn heldhaftigheid in de Slag bij Iquique werd beschreven.

Chili portretten 1
Arturo Prat Chacón (1848-1879) en Miguel Grau Seminario (1834-1879)

Wellicht wat merkwaardig om juist deze dag waarbij Peru als overwinnaar uit de bus kwam tot feestdag te verheffen, maar de dag was een keerpunt. De heroïsche verhalen over Prat, die tot het uiterste doorvocht, inspireerden vele jonge Chilenen om zich aan te sluiten bij marine en leger.
De strijd zou dan ook een wending ten gunste van Chili worden en werd zowel op zee als op land uitgevochten. Het Boliviaanse leger trok zich na de Slag bij Tacna op 26 mei 1880 terug. Het Chileense leger bezette in januari 1881 de Peruaanse hoofdstad Lima. Een Peruaanse guerrilla-oorlog veranderde niets meer aan de Chileense overmacht.

Peru tekende het zogenaamde Verdrag van Ancón in oktober 1883, waarbij de vijandelijkheden werden beëindigd en Chili tijdelijk gezag kreeg in de zuidelijke provincies Tacna en Arica. In 1929 werd er definitieve verdeling gemaakt, waarbij Tacna terug ging naar Peru en Chili Arica behield.

Chili landkaartjes
Links de situatie vóór de oorlog, waarbij Bolivia nog toegang tot de Stille Oceaan heeft, rechts de toestand na de oorlog, waarbij de rode lijn het veroverde territorium van Chili aangeeft

Voor wat betreft Bolivia waren de druiven zuur: er werd een wapenstilstand gesloten in 1884 en de Boliviaanse kustprovincie Litoral werd tot Chileens grondgebied verklaard (nu de provincie Antofagasta), waardoor Bolivia zijn enige stukje kust kwijtraakte en een binnenstaat werd.

Kaart van Bolivia (© freeworldmaps.net)

Eduardo Abaroa

De vermoedelijk enige foto van Eduardo Abaroa (1839-1879), hier in gezelschap van zijn dochter Herminia (publiek domein)

Specifiek wordt op deze dag aandacht geschonken aan een groep van 144 burgers, die aan het begin van de oorlog in maart 1879 de Topáter-brug over de rivier de Loa tegen oprukkende Chileense troepen verdedigden. Onder hen was Eduardo Abaroa die op 23 maart, toen de brug in handen viel van de Chilenen, zich weigerde over te geven en geroepenzou hebben “¿Rendirme yo? ¡Que se rinda su abuela, carajo!” (‘Ik mij overgeven? Je grootmoeder zou zich moeten overgeven, klootzak!”), waarna hij gedood werd.
In Chili meent men echter dat hij slechts “¿Quién, yo?” (“Wie, ik?”) gezegd zou hebben.

Standbeeld van Eduardo Abaroa op het Plaza Abaroa in La Paz, hij is afgebeeld op het moment dat hij zich weigert over te geven (foto: Israel Durán / publiek domein)

Hoe het ook zij: sindsdien wordt Abaroa als een held vereerd in Bolivia. Zijn lichaam werd in 1952 gerepatrieerd en met militaire eer herbegraven in La Paz, ten overstaan van tienduizenden mensen.

Links: Munt uit 2017 van 2 bolivianos met het portret van Abaroa (Banco Central de Bolivia) / Rechts: Postzegel van 80 centavos uit 1952 met een afbeelding van een onverzettelijke Abaroa vlak voor zijn heroïsche dood (Correos de Bolivia)


Als held heeft hij inmiddels een standbeeld (op een naar hem genoemd plein) en is hij op postzegels, munten en bankbiljetten afgebeeld en zijn een provincie en een nationaal park naar hem vernoemd.

Bankbiljet van 500 bolivianos uit 1981, met het portret van Eduardo Abaroa (Banco Central de Bolivia)

De Día de Mar wordt doorgaans gevierd met parades in diverse steden, naast een nationale ceremonie in La Paz, op het Plaza Abaroa bij zijn standbeeld, waar de president ook bij aanwezig is.

De vlag

Vlag Bolivia
Vlag van Bolivia (1888-heden)

Bolivia, officieel Plurinationale Staat Bolivia, heeft verschillende vlagontwerpen gehad sinds de onafhankelijkheid, maar de huidige vlag bestaat sinds 14 juli 1888.

De vlag is een horizontale driekleur in rood, geel en groen. In het midden van de gele baan is het staatswapen geplaatst. Het rood staat voor de fauna en de dapperheid van de Boliviaanse soldaat, het geel voor de Inca’s en de bodemschatten, het groen voor de flora, de vruchtbaarheid van de grond en de ontwikkeling van het land. De vlag bestaat ook zonder wapen, voor civiel gebruik.

Staatswapen van Bolivia (1888-heden)

Het staatswapen, vastgesteld op dezelfde dag in 1888, is gebaseerd op dat van 1825. Het bestaat uit een ovalen schild waarop een landschap is afgebeeld. Een groene weide herbergt een alpaca, een korenschoof, een palmboom en achterin een huisje. Daarachter in geel verheft zich de berg Potosí (4.782 m), met een besneeuwde top, met daar achter een blauwe lucht met gele zon. De rand van het schild heeft aan de bovenzijde de naam Bolivia in gele kapitalen op een blauwe achtergrond en aan de onderzijde 10 gele sterren. De 10 sterren staan voor de 10 departementen van het land, waarbij opgemerkt dient te worden dat één van die sterren staat voor de verloren gegane kustprovincie, nu ruwweg overeenkomend met de huidige Chileense regio Antofagasta.

Potosi
De 4.782 m hoge Potosí (© imgrumweb.com)

Achter het schild zien we twee gekruiste kanonnen, aan iedere zijde drie Boliviaanse vlaggen, twee paar geweren, een vrijheidsmuts, een Inca strijdbijl (samen symbool voor de wil tot verdediging), een laurierkrans en bovenop het wapenschild een Andes-condor, klaar voor de vlucht (symbool voor de vrijheid).

Ecuador – Independencia de Cuenca / Onafhankelijkheid van Cuenca (1820)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

In 1820 was Ecuador onderdeel van Gran Colombia, een Spaanse kolonie die bestond uit de tegenwoordige landen Colombia, Ecuador, Panama, Venezuela, het noorden van Peru en het noordwesten van Brazilië.

Kaart van Gran Colombia in 1820, verdeeld in drie departementen: Quito, Cundinamarca en Venezuela. Uit de ‘Atlas Geográfico e Histórico de la República de Colombia’ uitgave 1890, door kaartenmaker Agostino Codazzi (1793-1859). (publiek domein)

Begin 19e eeuw, na bijna 300 jaar Spaanse overheersing begon de roep voor onafhankelijkheid steeds groter te worden.
In 1809 lukte het vooraanstaande burgers uit Quito (nu Ecuador’s hoofdstad) korte tijd de gevestigde Spaanse orde omver te werpen.
De aanleiding was echter niet anti-Spaans, maar anti-Frans!

Spanje was onder de voet gelopen door Napoleon Bonaparte en had de Spaanse koning Ferdinand VII afgezet. Joseph Bonaparte, Napoleon’s broer, kwam op de Spaanse troon.
De hoogopgeleide bovenlaag van Quito was er van overtuigd dat de militaire en burgerlijke bevelhebbers Joseph Bonaparte als koning wilden erkennen.
De boze burgers waren echter loyaal aan koning Ferdinand. De revolte van 1809 was dus een teken van trouw aan de kolonisator!

De ‘revolutie’ duurde niet lang. Na een militaire interventie werd de oude situatie hersteld. De Spaanse machthebbers vervolgden de opstandelingen, maar troffen daarbij ook veel onschuldige burgers.

Kaart van Ecuador. Hoofdstad Quito zien we in het noorden, Cuenca ligt net iets onder de naam ‘Ecuador’. (© freeworldmaps.net)

Deze gebeurtenis zorgde ervoor dat het sentiment tégen Spanje nu pas echt begon en wel op grotere schaal.
Op 3 november 1820 kwam een groep patriottische revolutionairen o.l.v. Tomás Ordoñez, in opstand in de stad Cuenca. Na hevige gevechten met het koninklijke leger, lukte het hen de plaatselijke kazerne te veroveren.
De volgende dag, 4 november, kregen de opstandelingen hulp vanuit de nabijgelegen stad Chuquipata (nu Javier Loyola geheten), o.l.v. priester Javier Loyola. Ook de inheemse bevolking van buiten de stad bood hulp aan.

Links: Tomás Ordoñez Torres (?-1845) (publiek domein) / Rechts: Francisco Javier Loyola (1753-1820) (publiek domein) / Schilderijen van de hand van Manuel Serrano Chicanos (1882-1957)

In de dagen daarna werd er een revolutionaire raad gevormd, de Consejo de la Sanción. Op 15 november werd er een inderhaast opgestelde grondwet aangenomen en de Republiek Cuenca uitgeroepen.
De vreugde om de onafhankelijkheid was van korte duur. Vanaf 20 november lukte het goed bewapende Spaanse troepen Cuenca weer onder controle te krijgen.

De geest was echter al uit de fles: de bevolking in Ecuador bleef vechten voor zijn onafhankelijkheid.
Een rebellenleger o.l.v. generaal Antonio José de Sucre, lukte het om op 21 februari 1822 de stad zonder schot te veroveren. De Spaanse bevelhebber van de stad, kolonel Carlos Tolrá, die het opstandelingenleger zag naderen, koos ervoor met zijn eenheid te vertrekken.

“Batalla de Pichincha”, waarop de beslissende Slag bij Pichincha is afgebeeld. Te paard: aanvoerder Antonio José de Sucre. Let ook op de revolutionaire blauw-witte vlag. Muurschildering in het Palacio de Carondelet in Quito door Luis Rodolfo Peñaherrera Bermeo (1936-2016). (publiek domein)

De beslissende slag in de onafhankelijkheidsstrijd vond een paar maanden later plaats, op 24 mei 1822 en staat nu bekend als de Slag bij Pinchincha, waarbij Ecuadoriaanse tropen, opnieuw onder bevel van generaal Antonio José de Sucre de Spaanse troepen onder Melchior Aymerich versloeg.

Links: Antonio José de Sucre y de Alcalá (1795-1830), schilderij in het Palacio Federal Legislativo in Caracas, Venezuela, van Martín Továr y Továr (1827-1902) (publiek domein) / Rechts: Melchior Aymerich (1754-1836) (publiek domein)


De strijd was hevig: aan Spaanse kant vielen er zo’n 400 doden, tegen 200 voor de rebellen.
Eén dag later, op 25 mei, tekende Spanje de overgave.

“La capitulación de Pichincha”, olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860). Melchior Aymerich tekent de Spaanse overgave in het fort El Panecillo op 25 mei 1822, om 14.00 precies. (publiek domein)

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822), te zien op de bij dit artikel afgebeelde muurschildering van de Slag bij Pichincha

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Panama – Día de la Separación – Dag van de Scheiding (1903)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op 28 november 1821 verkreeg het noordwestelijke deel van Zuid-Amerika, inclusief het tegenwoordige Panama, de onafhankelijkheid van Spanje. Dit gebiedsdeel, de republiek Gran Colombia, bestond uit de huidige landen Colombia, Venezuela, Ecuador, het noorden van Peru, het westen van Guyana, het noordwesten van Brazilië en, zoals gezegd, Panama.

Tussen 1899 en 1902 werd in Gran Colombia een oorlog uitgevochten, de zogenaamde Guerra de los Mil Días  (De 1000-daagse Oorlog), een confrontatie tussen de liberale en conservatieve partijen. Het zorgde voor onrust en aspiraties voor onafhankelijkheid in het Panamese deel van de republiek.

Toen de Verenigde Staten in 1903 een overeenkomst sloten over het graven van een kanaal door Panama, in het zogeheten Hay-Herrán Verdrag, en het congres van Gran Colombia dit vervolgens unaniem verwierp, waren de rapen gaar. De Amerikanen verleenden vervolgens openlijk steun aan de onafhankelijkheidsbeweging. Op 3 november 1903 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Colombianen stuurden vervolgens troepen om de Panamezen tot de orde te roepen. Dit liep, mede door tussenkomst van de Amerikanen in de havenstad Colón, waar de troepen zich ontscheepten, op een fiasco uit.

Kaart van Panama (© freeworldmaps.net)

De Amerikanen erkenden de nieuwe onafhankelijke staat Panama op 13 november en Frankrijk volgde een dag later, vlak daarna gevolg door 15 andere landen. Er was geen weg terug meer en er waren geen beletsels meer voor het graven van het Panama-Kanaal.

Kaart van Panama uit 1904, met dwarsdoorsnede van het Panamakanaal (© The American Company, 1904)

De vlag

Vlag van Panama (1904-heden)

De vlag is officieel ingevoerd op 4 juni 1904 en de kleurenkeus, rood, blauw en wit is geënt op die van de Amerikaanse vlag, de grote helpers bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid. Tevens staan ze voor de twee politieke partijen: rood = liberaal, blauw = conservatief. Het wit staat voor de samenwerking tussen de partijen.

De vlag is in vier kwartieren gedeeld: 1e kwartier, de top van de broekingszijde, is wit met een blauwe ster (reinheid en eerlijkheid), 4e kwartier, de onderkant van de vlucht, is wit met een rode ster (gezag en wet). Het 2e en 3e kwartier, de top van de vlucht en de onderkant van de broekingszijde, worden ingenomen door respectievelijk een rood en een blauw vlak, met de betekenis zoals hierboven geschetst.

Er ging nogal wat aan de invoering van de vlag vooraf. Een eerste ontwerp voor een vlag stamt uit 1903, nog vóór de onafhankelijkheidsdag.
Eén van de ingenieurs die zich bezighield met de voorbereidingen voor het graven van het Panamakanaal was de Fransman Philippe Bunau-Varilla. Hij hield zich niet bepaald bij zijn leest, want hij ondernam ook pogingen om een Panamese Grondwet te schrijven. Zijn vrouw, Ida de Brunhoff, liet hij een vlag ontwerpen.

Links: Ida Bunau-Varilla-de Brunhoff (1859-1948) (publiek domein) / Rechts: María de la Ossa Amador-Escobar (1855-1948) (publiek domein)

Haar ontwerp was gebaseerd op de Amerikaanse vlag. Zo nam ze de 13 strepen over, waarbij de witte strepen geel werden. Rood en geel werden gekozen omdat die kleuren ook prominent aanwezig waren (en zijn) in de vlaggen van Colombia en Spanje.
De witte sterren in het blauwe kanton werden vervangen door twee met elkaar verbonden gele zonnen. Deze zonnen stonden symbool voor Noord- en Zuid-Amerika, terwijl het verbindingsstuk, Panama’s (en Midden-Amerika’s) verbindende landmassa symboliseerde.
Het ontwerp vond echter geen genade bij de revolutionaire machthebbers.

Links: Ontwerp voor de Panamese vlag van Ida de Brunhoff (1903) / Rechts: Eerste versie van de huidige Panamese vlag, waarbij de kwartieren anders zijn gerangschikt (1903)

Het eerste model van de huidige vlag werd ook in 1903 ontworpen en wel door aankomend president Manuel Amador Guerrero. Zijn zoon, Manuel Encarnación Amador, tekende de vlag.

Links: Manuel Amador Guerrero (1833-1909) (publiek domein) / Rechts: Manuel Encarnación Amador Terreros (1869-1952) (publiek domein)

Hij ging er vervolgens mee naar zijn moeder, María de la Ossa de Amador met de vraag of zij de vlag kon naaien. Ze kocht rode, witte en blauwe stof en riep de hulp in van haar schoonzuster Angélica Bergamonta de la Ossa en nichtje María Emilia de la Ossa Bergamonta.
Alle drie de vrouwen produceerden zo een vlag, zodat deze op 3 november 1903, de Onafhankelijkheidsdag, in Panama City te zien waren.
Op deze eerste vlaggen waren de vier kwartieren anders gerangschikt. Eind 1903 werd definitief gekozen voor de versie die we nu nog kennen, waarna ze op 4 juni 1904 wettelijk werd vastgesteld.

Ecuador – Independencia de Guayaquil / Onafhankelijkheid van Guayaquil (1820)

Op 9 oktober 1820 was het Ecuador’s grootste stad Guayaquil die na 300 jaar Spaanse overheersing de onafhankelijkheid uitriep. Dit ging bijna zonder bloedvergieten, door het Spaanse garnizoen uit te schakelen. Deze revolte stond onder leiding van een aantal revolutionaire leiders uit het land zelf, bijgestaan door ‘collega’s’ uit Venezuela en Peru.

Independencia de Guayaquil affiche.jpeg
Publiciteits-banner voor de feestdag (© educacionecuadorminesterio.blogspot.com)

Het nieuws van deze bevrijding deed snel de ronde, waarna andere Ecuadoriaanse steden volgden, zoals Portoviejo en Cuenca. De strijd om Quito moest toen echter nog beginnen. De beslissende slag om de hoofdstad, de Batalla de Pichincha, werd geleverd op 24 mei 1822. Het Spaanse leger werd verslagen.

La capitulación de la batalla de Pichincha.JPG
‘La capitulación de la Batalla de Pichincha’ (De overgave na de Slag om Pichincha), olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860)

Ecuador sloot zich vervolgens aan bij de federatie Groot-Colombia (1819-1830), wat mét Ecuador erbij toen bestond uit de huidige republieken Venezuela en Colombia (plus een deel van het tegenwoordige Panama, wat toen bij Colombia hoorde). In 1830 viel de federatie uiteen en werd Ecuador een onafhankelijke republiek.

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860/1900-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822)

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.