Tagarchief: Panama

Ecuador – Independencia de Cuenca / Onafhankelijkheid van Cuenca (1820)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

In 1820 was Ecuador onderdeel van Gran Colombia, een Spaanse kolonie die bestond uit de tegenwoordige landen Colombia, Ecuador, Panama, Venezuela, het noorden van Peru en het noordwesten van Brazilië.

Kaart van Gran Colombia in 1820, verdeeld in drie departementen: Quito, Cundinamarca en Venezuela. Uit de ‘Atlas Geográfico e Histórico de la República de Colombia’ uitgave 1890, door kaartenmaker Agostino Codazzi (1793-1859). (publiek domein)

Begin 19e eeuw, na bijna 300 jaar Spaanse overheersing begon de roep voor onafhankelijkheid steeds groter te worden.
In 1809 lukte het vooraanstaande burgers uit Quito (nu Ecuador’s hoofdstad) korte tijd de gevestigde Spaanse orde omver te werpen.
De aanleiding was echter niet anti-Spaans, maar anti-Frans!

Spanje was onder de voet gelopen door Napoleon Bonaparte en had de Spaanse koning Ferdinand VII afgezet. Joseph Bonaparte, Napoleon’s broer, kwam op de Spaanse troon.
De hoogopgeleide bovenlaag van Quito was er van overtuigd dat de militaire en burgerlijke bevelhebbers Joseph Bonaparte als koning wilden erkennen.
De boze burgers waren echter loyaal aan koning Ferdinand. De revolte van 1809 was dus een teken van trouw aan de kolonisator!

De ‘revolutie’ duurde niet lang. Na een militaire interventie werd de oude situatie hersteld. De Spaanse machthebbers vervolgden de opstandelingen, maar troffen daarbij ook veel onschuldige burgers.

Kaart van Ecuador. Hoofdstad Quito zien we in het noorden, Cuenca ligt net iets onder de naam ‘Ecuador’. (© freeworldmaps.net)

Deze gebeurtenis zorgde ervoor dat het sentiment tégen Spanje nu pas echt begon en wel op grotere schaal.
Op 3 november 1820 kwam een groep patriottische revolutionairen o.l.v. Tomás Ordoñez, in opstand in de stad Cuenca. Na hevige gevechten met het koninklijke leger, lukte het hen de plaatselijke kazerne te veroveren.
De volgende dag, 4 november, kregen de opstandelingen hulp vanuit de nabijgelegen stad Chuquipata (nu Javier Loyola geheten), o.l.v. priester Javier Loyola. Ook de inheemse bevolking van buiten de stad bood hulp aan.

Links: Tomás Ordoñez Torres (?-1845) (publiek domein) / Rechts: Francisco Javier Loyola (1753-1820) (publiek domein) / Schilderijen van de hand van Manuel Serrano Chicanos (1882-1957)

In de dagen daarna werd er een revolutionaire raad gevormd, de Consejo de la Sanción. Op 15 november werd er een inderhaast opgestelde grondwet aangenomen en de Republiek Cuenca uitgeroepen.
De vreugde om de onafhankelijkheid was van korte duur. Vanaf 20 november lukte het goed bewapende Spaanse troepen Cuenca weer onder controle te krijgen.

De geest was echter al uit de fles: de bevolking in Ecuador bleef vechten voor zijn onafhankelijkheid.
Een rebellenleger o.l.v. generaal Antonio José de Sucre, lukte het om op 21 februari 1822 de stad zonder schot te veroveren. De Spaanse bevelhebber van de stad, kolonel Carlos Tolrá, die het opstandelingenleger zag naderen, koos ervoor met zijn eenheid te vertrekken.

“Batalla de Pichincha”, waarop de beslissende Slag bij Pichincha is afgebeeld. Te paard: aanvoerder Antonio José de Sucre. Let ook op de revolutionaire blauw-witte vlag. Muurschildering in het Palacio de Carondelet in Quito door Luis Rodolfo Peñaherrera Bermeo (1936-2016). (publiek domein)

De beslissende slag in de onafhankelijkheidsstrijd vond een paar maanden later plaats, op 24 mei 1822 en staat nu bekend als de Slag bij Pinchincha, waarbij Ecuadoriaanse tropen, opnieuw onder bevel van generaal Antonio José de Sucre de Spaanse troepen onder Melchior Aymerich versloeg.

Links: Antonio José de Sucre y de Alcalá (1795-1830), schilderij in het Palacio Federal Legislativo in Caracas, Venezuela, van Martín Továr y Továr (1827-1902) (publiek domein) / Rechts: Melchior Aymerich (1754-1836) (publiek domein)

De strijd was hevig: aan Spaanse kant vielen er zo’n 400 doden, tegen 200 voor de rebellen.
Eén dag later, op 25 mei, tekende Spanje de overgave.

“La capitulación de Pichincha”, olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860). Melchior Aymerich tekent de Spaanse overgave in het fort El Panecillo op 25 mei 1822, om 14.00 precies. (publiek domein)

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822), te zien op de bij dit artikel afgebeelde muurschildering van de Slag bij Pichincha

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Afbeeldingen van vlag en wapen van Ecuador uit het “Flaggenbuch” van het Oberkommando der Kriegsmarine (1939), bezorgd door Ottfried Neubecker (Verlag der Reichsdruckerei)

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Panama – Día de la Separación – Dag van de Scheiding (1903)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op 28 november 1821 verkreeg het noordwestelijke deel van Zuid-Amerika, inclusief het tegenwoordige Panama, de onafhankelijkheid van Spanje. Dit gebiedsdeel, de republiek Gran Colombia, bestond uit de huidige landen Colombia, Venezuela, Ecuador, het noorden van Peru, het westen van Guyana, het noordwesten van Brazilië en, zoals gezegd, Panama.

Tussen 1899 en 1902 werd in Gran Colombia een oorlog uitgevochten, de zogenaamde Guerra de los Mil Días  (De 1000-daagse Oorlog), een confrontatie tussen de liberale en conservatieve partijen. Het zorgde voor onrust en aspiraties voor onafhankelijkheid in het Panamese deel van de republiek.

Toen de Verenigde Staten in 1903 een overeenkomst sloten over het graven van een kanaal door Panama, in het zogeheten Hay-Herrán Verdrag, en het congres van Gran Colombia dit vervolgens unaniem verwierp, waren de rapen gaar. De Amerikanen verleenden vervolgens openlijk steun aan de onafhankelijkheidsbeweging. Op 3 november 1903 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Colombianen stuurden vervolgens troepen om de Panamezen tot de orde te roepen. Dit liep, mede door tussenkomst van de Amerikanen in de havenstad Colón, waar de troepen zich ontscheepten, op een fiasco uit.

Kaart van Panama (© freeworldmaps.net)

De Amerikanen erkenden de nieuwe onafhankelijke staat Panama op 13 november en Frankrijk volgde een dag later, vlak daarna gevolg door 15 andere landen. Er was geen weg terug meer en er waren geen beletsels meer voor het graven van het Panama-Kanaal.

Kaart van Panama uit 1904, met dwarsdoorsnede van het Panamakanaal (© The American Company, 1904)

De vlag

Vlag van Panama (1904-heden)

De vlag is officieel ingevoerd op 4 juni 1904 en de kleurenkeus, rood, blauw en wit is geënt op die van de Amerikaanse vlag, de grote helpers bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid. Tevens staan ze voor de twee politieke partijen: rood = liberaal, blauw = conservatief. Het wit staat voor de samenwerking tussen de partijen.

De vlag is in vier kwartieren gedeeld: 1e kwartier, de top van de broekingszijde, is wit met een blauwe ster (reinheid en eerlijkheid), 4e kwartier, de onderkant van de vlucht, is wit met een rode ster (gezag en wet). Het 2e en 3e kwartier, de top van de vlucht en de onderkant van de broekingszijde, worden ingenomen door respectievelijk een rood en een blauw vlak, met de betekenis zoals hierboven geschetst.

Er ging nogal wat aan de invoering van de vlag vooraf. Een eerste ontwerp voor een vlag stamt uit 1903, nog vóór de onafhankelijkheidsdag.
Eén van de ingenieurs die zich bezighield met de voorbereidingen voor het graven van het Panamakanaal was de Fransman Philippe Bunau-Varilla. Hij hield zich niet bepaald bij zijn leest, want hij ondernam ook pogingen om een Panamese Grondwet te schrijven. Zijn vrouw, Ida de Brunhoff, liet hij een vlag ontwerpen.

Links: Ida Bunau-Varilla-de Brunhoff (1859-1948) (publiek domein) / Rechts: María de la Ossa Amador-Escobar (1855-1948) (publiek domein)

Haar ontwerp was gebaseerd op de Amerikaanse vlag. Zo nam ze de 13 strepen over, waarbij de witte strepen geel werden. Rood en geel werden gekozen omdat die kleuren ook prominent aanwezig waren (en zijn) in de vlaggen van Colombia en Spanje.
De witte sterren in het blauwe kanton werden vervangen door twee met elkaar verbonden gele zonnen. Deze zonnen stonden symbool voor Noord- en Zuid-Amerika, terwijl het verbindingsstuk, Panama’s (en Midden-Amerika’s) verbindende landmassa symboliseerde.
Het ontwerp vond echter geen genade bij de revolutionaire machthebbers.

Links: Ontwerp voor de Panamese vlag van Ida de Brunhoff (1903) / Rechts: Eerste versie van de huidige Panamese vlag, waarbij de kwartieren anders zijn gerangschikt (1903)

Het eerste model van de huidige vlag werd ook in 1903 ontworpen en wel door aankomend president Manuel Amador Guerrero. Zijn zoon, Manuel Encarnación Amador, tekende de vlag.

Links: Manuel Amador Guerrero (1833-1909) (publiek domein) / Rechts: Manuel Encarnación Amador Terreros (1869-1952) (publiek domein)

Hij ging er vervolgens mee naar zijn moeder, María de la Ossa de Amador met de vraag of zij de vlag kon naaien. Ze kocht rode, witte en blauwe stof en riep de hulp in van haar schoonzuster Angélica Bergamonta de la Ossa en nichtje María Emilia de la Ossa Bergamonta.
Alle drie de vrouwen produceerden zo een vlag, zodat deze op 3 november 1903, de Onafhankelijkheidsdag, in Panama City te zien waren.
Op deze eerste vlaggen waren de vier kwartieren anders gerangschikt. Eind 1903 werd definitief gekozen voor de versie die we nu nog kennen, waarna ze op 4 juni 1904 wettelijk werd vastgesteld.

Ecuador – Independencia de Guayaquil / Onafhankelijkheid van Guayaquil (1820)

Op 9 oktober 1820 was het Ecuador’s grootste stad Guayaquil die na 300 jaar Spaanse overheersing de onafhankelijkheid uitriep. Dit ging bijna zonder bloedvergieten, door het Spaanse garnizoen uit te schakelen. Deze revolte stond onder leiding van een aantal revolutionaire leiders uit het land zelf, bijgestaan door ‘collega’s’ uit Venezuela en Peru.

Independencia de Guayaquil affiche.jpeg
Publiciteits-banner voor de feestdag (© educacionecuadorminesterio.blogspot.com)

Het nieuws van deze bevrijding deed snel de ronde, waarna andere Ecuadoriaanse steden volgden, zoals Portoviejo en Cuenca. De strijd om Quito moest toen echter nog beginnen. De beslissende slag om de hoofdstad, de Batalla de Pichincha, werd geleverd op 24 mei 1822. Het Spaanse leger werd verslagen.

La capitulación de la batalla de Pichincha.JPG
‘La capitulación de la Batalla de Pichincha’ (De overgave na de Slag om Pichincha), olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860)

Ecuador sloot zich vervolgens aan bij de federatie Groot-Colombia (1819-1830), wat mét Ecuador erbij toen bestond uit de huidige republieken Venezuela en Colombia (plus een deel van het tegenwoordige Panama, wat toen bij Colombia hoorde). In 1830 viel de federatie uiteen en werd Ecuador een onafhankelijke republiek.

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822)

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Afbeeldingen van vlag en wapen van Ecuador uit het “Flaggenbuch” van het Oberkommando der Kriegsmarine (1939), bezorgd door Ottfried Neubecker (Verlag der Reichsdruckerei)

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Venezuela – Cinco de julio – Declaración de independencia / 5 juli – Onafhankelijkheidsverklaring (1811)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Op 5 juli 1811 brak er een rebellie uit in Venezuela, dat toen onder Spaans bestuur stond, gevoed door hoge belastingen en het ontbreken van welke autonomie dan ook. De Venezolaanse kolonisten werden geleid door generaal Francisco de Miranda en maakten gebruik van de onrust in Europa en Napoleon’s invasie van Spanje.

Francisco de Miranda (1750-1816), schilderij uit 1874 door Martín Tovar y Tovar (1827-1902) (publiek domein)

Een declaratie van onafhankelijkheid werd door het congres in Caracas geratificeerd op 7 juli. De voornaamste opstellers van het document waren Cristóbal Mendoza en Juan Germán Roscio.

venezuela portretten.jpg
Cristóbal Mendoza (1772-1829), schilderij uit 1825 door Juan Lovera (1776-1841) (Collectie Palacio Municipal de Caracas) / Juan Germán Roscio (1763-1821) door een onbekende schilder, portret uit 1913 (Collectie Palacio Federal Legislativo te Caracas)

De naam voor het nieuwe land: Amerikaanse Confederatie van Venezuela.

Ondertekening van de onafhankelijkheidsverklaring op 7 juli 1811, schilderij van Martín Tovar y Tovar (1827-1902) (Collectie Galeria de Arte Nacional, Caracas)

Spanje liet het er niet bij zitten en het jaar daarop, in 1812, was de opstand de kop ingedrukt. Het zaad voor een onafhankelijk land was echter gezaaid en onder leiding van Zuid-Amerika’s grote ‘bevrijder’ Simón Bolívar, werd het land in 1821 definitief onafhankelijk.

Simón Bolívar door Bustillos Beiner
Reconstructie door Bustillos Beiner van het gezicht van Simón Bolívar, gebaseerd op verschillende beschrijvingen en diverse schilderijen (© curacaochronicle.com)

In eerste instantie onder de noemer Gran Colombia, dat bestond uit de huidige territoria van Venezuela, Colombia, Ecuador, Panama, het noorden van Peru, het westen van Guyana en het noordwesten van Brazilië. Vanaf 1830 is Venezuela echt een apart land. De officiële naam luidt República Bolivariana de Venezuela (Bolivariaanse Republiek Venezuela).

Kaart van Venezuela (© freeworldmaps.net)

Wat de viering van vandaag betreft: Venezolanen hebben eigenlijk al jaren wel iets anders aan hun hoofd dan feestvieren. Vanwege de voortdurende economische en politieke crisis hebben naar schatting inmiddels 6 miljoen mensen Venezuela ontvlucht naar de buurlanden Colombia, Brazilië, Guyana en de noordelijk van Venezuela gelegen eilanden Curaçao en Aruba, plus de eilandrepubliek Trinidad en Tobago.
Covid-19 maakte de situatie voor de bevolking er de afgelopen jaren niet beter op.

De vlag

Vlag van Venezuela (2006-heden)

De Venezolaanse vlag is in basis dezelfde als geïntroduceerd door de eerder genoemde Francisco de Miranda. Het is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood. Acht vijfpuntige witte sterren staan in een halve cirkel in het midden van de blauwe baan.
Het staatswapen is te zien in de gele baan aan de broekingszijde. De kleuren staan voor de rijkdom van het land en de grond, goud, soevereiniteit, harmonie, gerechtigheid, landbouw en de zon (geel), de Caribische Zee en de stranden (blauw) en het bloed dat vloeide in de strijd tegen de Spanjaarden (rood).

venezuela vlaggen 1
Venezolaanse vlaggen in vele verschijningsvormen, v.l.n.r: Gran Colombia (1819-1831) (waar Venezuela een onderdeel van was) / Venezuela (1830-1836) / Venezuela (1836-1859)

De vlag heeft van het begin af aan heel veel verschijningsvormen gehad, vooral in de 19e eeuw. Zonder sterren, mét sterren, sterren in blauw, sterren horizontaal of in een cirkel, met of zonder staatswapen, teveel om op te noemen.

venezuela vlaggen 2
Venezolaanse vlaggenparade (verre van compleet!), v.l.n.r.: 1859-1863 / 1863-1905 / 1930-2006

Vanaf 1930 lijkt de vlag echt op de huidige, maar zonder staatswapen en met zeven sterren (het aantal provincies). In 1954 werd het staatswapen toegevoegd. De laatste verandering was op instigatie van president Hugo Chavez in 2006: er werd een achtste ster toegevoegd, volgens de oorspronkelijke richtlijnen van Simón Bolívar. Die achtste ster staat dan voor de provincie Guayana, die geen Venozolaanse provincie is, maar ruwweg de huidige republiek Guyana plus de eilandrepubliek van Trinidad en Tobago. Ook veranderde hij de looprichting van het witte paard in het staatswapen van rechts naar links.

Het staatswapen

Het staatswapen werd geïntroduceerd op 18 april 1836, in 1954 aan de vlag toegevoegd (maar soms weer weggelaten) en ietwat gewijzigd in 2006.

Wapen van Venezuela (2006-heden)

Het schild is horizontaal in tweeën gedeeld, het bovenste deel ook weer in tweeën. De drie delen hebben de kleuren van de vlag. Het gele vlak toont een zwaard, een sabel en drie lansen en twee nationale vlaggen, bijeengebonden door lauriertakken. Ze staan voor de verdediging van het land en triomfen in oorlog. Het rode vlak laat korenschoven in geel zien, ze staan voor de oorspronkelijke 20 staten in 1836 en voor de rijkdom van het land. Het grotere blauwe vlak toont een wild wit paard, galloperend richting de broekingszijde. Het zou hier eventueel om Palomo kunnen gaan, het witte paard van Simón Bolívar. Het dier staat symbool voor onafhankelijkheid en vrijheid.

Simón Bolívar op zijn paard Palomo, portret uit 1898 door Arturo Michelena (1863-1898) (Collectie Galeria de Arte Nacional, Caracas)

Boven het schild zijn twee gekruiste hoorns van overvloed te zien. Het schild wordt omkranst door een olijftak links en een palmtak rechts, onderin bij elkaar gebonden met een banderol in drie grote lussen in de Venezolaanse kleuren.

Ecuador – Independencia de Cuenca / Onafhankelijkheid van Cuenca (1820)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

In 1820 was Ecuador onderdeel van Gran Colombia, een Spaanse kolonie die bestond uit de tegenwoordige landen Colombia, Ecuador, Panama, Venezuela, het noorden van Peru en het noordwesten van Brazilië.

Kaart van Gran Colombia in 1820, verdeeld in drie departementen: Quito, Cundinamarca en Venezuela. Uit de ‘Atlas Geográfico e Histórico de la República de Colombia’ uitgave 1890, door kaartenmaker Agostino Codazzi (1793-1859). (publiek domein)

Begin 19e eeuw, na bijna 300 jaar Spaanse overheersing begon de roep voor onafhankelijkheid steeds groter te worden.
In 1809 lukte het vooraanstaande burgers uit Quito (nu Ecuador’s hoofdstad) korte tijd de gevestigde Spaanse orde omver te werpen.
De aanleiding was echter niet anti-Spaans, maar anti-Frans!

Spanje was onder de voet gelopen door Napoleon Bonaparte en had de Spaanse koning Ferdinand VII afgezet. Joseph Bonaparte, Napoleon’s broer, kwam op de Spaanse troon.
De hoogopgeleide bovenlaag van Quito was er van overtuigd dat de militaire en burgerlijke bevelhebbers Joseph Bonaparte als koning wilden erkennen.
De boze burgers waren echter loyaal aan koning Ferdinand. De revolte van 1809 was dus een teken van trouw aan de kolonisator!

De ‘revolutie’ duurde niet lang. Na een militaire interventie werd de oude situatie hersteld. De Spaanse machthebbers vervolgden de opstandelingen, maar troffen daarbij ook veel onschuldige burgers.

Kaart van Ecuador. Hoofdstad Quito zien we in het noorden, Cuenca ligt net iets onder de naam ‘Ecuador’. (© freeworldmaps.net)

Deze gebeurtenis zorgde ervoor dat het sentiment tégen Spanje nu pas echt begon en wel op grotere schaal.
Op 3 november 1820 kwam een groep patriottische revolutionairen o.l.v. Tomás Ordoñez, in opstand in de stad Cuenca. Na hevige gevechten met het koninklijke leger, lukte het hen de plaatselijke kazerne te veroveren.
De volgende dag, 4 november, kregen de opstandelingen hulp vanuit de nabijgelegen stad Chuquipata (nu Javier Loyola geheten), o.l.v. priester Javier Loyola. Ook de inheemse bevolking van buiten de stad bood hulp aan.

Links: Tomás Ordoñez Torres (?-1845) (publiek domein) / Rechts: Francisco Javier Loyola (1753-1820) (publiek domein) / Schilderijen van de hand van Manuel Serrano Chicanos (1882-1957)

In de dagen daarna werd er een revolutionaire raad gevormd, de Consejo de la Sanción. Op 15 november werd er een inderhaast opgestelde grondwet aangenomen en de Republiek Cuenca uitgeroepen.
De vreugde om de onafhankelijkheid was van korte duur. Vanaf 20 november lukte het goed bewapende Spaanse troepen Cuenca weer onder controle te krijgen.

De geest was echter al uit de fles: de bevolking in Ecuador bleef vechten voor zijn onafhankelijkheid.
Een rebellenleger o.l.v. generaal Antonio José de Sucre, lukte het om op 21 februari 1822 de stad zonder schot te veroveren. De Spaanse bevelhebber van de stad, kolonel Carlos Tolrá, die het opstandelingenleger zag naderen, koos ervoor met zijn eenheid te vertrekken.

“Batalla de Pichincha”, waarop de beslissende Slag bij Pichincha is afgebeeld. Te paard: aanvoerder Antonio José de Sucre. Let ook op de revolutionaire blauw-witte vlag. Muurschildering in het Palacio de Carondelet in Quito door Luis Rodolfo Peñaherrera Bermeo (1936-2016). (publiek domein)

De beslissende slag in de onafhankelijkheidsstrijd vond een paar maanden later plaats, op 24 mei 1822 en staat nu bekend als de Slag bij Pinchincha, waarbij Ecuadoriaanse tropen, opnieuw onder bevel van generaal Antonio José de Sucre de Spaanse troepen onder Melchior Aymerich versloeg.

Links: Antonio José de Sucre y de Alcalá (1795-1830), schilderij in het Palacio Federal Legislativo in Caracas, Venezuela, van Martín Továr y Továr (1827-1902) (publiek domein) / Rechts: Melchior Aymerich (1754-1836) (publiek domein)


De strijd was hevig: aan Spaanse kant vielen er zo’n 400 doden, tegen 200 voor de rebellen.
Eén dag later, op 25 mei, tekende Spanje de overgave.

“La capitulación de Pichincha”, olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860). Melchior Aymerich tekent de Spaanse overgave in het fort El Panecillo op 25 mei 1822, om 14.00 precies. (publiek domein)

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822), te zien op de bij dit artikel afgebeelde muurschildering van de Slag bij Pichincha

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Panama – Día de la Separación – Dag van de Scheiding (1903)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op 28 november 1821 verkreeg het noordwestelijke deel van Zuid-Amerika, inclusief het tegenwoordige Panama, de onafhankelijkheid van Spanje. Dit gebiedsdeel, de republiek Gran Colombia, bestond uit de huidige landen Colombia, Venezuela, Ecuador, het noorden van Peru, het westen van Guyana, het noordwesten van Brazilië en, zoals gezegd, Panama.

Tussen 1899 en 1902 werd in Gran Colombia een oorlog uitgevochten, de zogenaamde Guerra de los Mil Días  (De 1000-daagse Oorlog), een confrontatie tussen de liberale en conservatieve partijen. Het zorgde voor onrust en aspiraties voor onafhankelijkheid in het Panamese deel van de republiek.

Toen de Verenigde Staten in 1903 een overeenkomst sloten over het graven van een kanaal door Panama, in het zogeheten Hay-Herrán Verdrag, en het congres van Gran Colombia dit vervolgens unaniem verwierp, waren de rapen gaar. De Amerikanen verleenden vervolgens openlijk steun aan de onafhankelijkheidsbeweging. Op 3 november 1903 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Colombianen stuurden vervolgens troepen om de Panamezen tot de orde te roepen. Dit liep, mede door tussenkomst van de Amerikanen in de havenstad Colón, waar de troepen zich ontscheepten, op een fiasco uit.

Kaart van Panama (© freeworldmaps.net)

De Amerikanen erkenden de nieuwe onafhankelijke staat Panama op 13 november en Frankrijk volgde een dag later, vlak daarna gevolg door 15 andere landen. Er was geen weg terug meer en er waren geen beletsels meer voor het graven van het Panama-Kanaal.

Kaart van Panama uit 1904, met dwarsdoorsnede van het Panamakanaal (© The American Company, 1904)

De vlag

Vlag van Panama (1904-heden)

De vlag is officieel ingevoerd op 4 juni 1904 en de kleurenkeus, rood, blauw en wit is geënt op die van de Amerikaanse vlag, de grote helpers bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid. Tevens staan ze voor de twee politieke partijen: rood = liberaal, blauw = conservatief. Het wit staat voor de samenwerking tussen de partijen.

De vlag is in vier kwartieren gedeeld: 1e kwartier, de top van de broekingszijde, is wit met een blauwe ster (reinheid en eerlijkheid), 4e kwartier, de onderkant van de vlucht, is wit met een rode ster (gezag en wet). Het 2e en 3e kwartier, de top van de vlucht en de onderkant van de broekingszijde, worden ingenomen door respectievelijk een rood en een blauw vlak, met de betekenis zoals hierboven geschetst.

Er ging nogal wat aan de invoering van de vlag vooraf. Een eerste ontwerp voor een vlag stamt uit 1903, nog vóór de onafhankelijkheidsdag.
Eén van de ingenieurs die zich bezighield met de voorbereidingen voor het graven van het Panamakanaal was de Fransman Philippe Bunau-Varilla. Hij hield zich niet bepaald bij zijn leest, want hij ondernam ook pogingen om een Panamese Grondwet te schrijven. Zijn vrouw, Ida de Brunhoff, liet hij een vlag ontwerpen.

Links: Ida Bunau-Varilla-de Brunhoff (1859-1948) (publiek domein) / Rechts: María de la Ossa Amador-Escobar (1855-1948) (publiek domein)

Haar ontwerp was gebaseerd op de Amerikaanse vlag. Zo nam ze de 13 strepen over, waarbij de witte strepen geel werden. Rood en geel werden gekozen omdat die kleuren ook prominent aanwezig waren (en zijn) in de vlaggen van Colombia en Spanje.
De witte sterren in het blauwe kanton werden vervangen door twee met elkaar verbonden gele zonnen. Deze zonnen stonden symbool voor Noord- en Zuid-Amerika, terwijl het verbindingsstuk, Panama’s (en Midden-Amerika’s) verbindende landmassa symboliseerde.
Het ontwerp vond echter geen genade bij de revolutionaire machthebbers.

Links: Ontwerp voor de Panamese vlag van Ida de Brunhoff (1903) / Rechts: Eerste versie van de huidige Panamese vlag, waarbij de kwartieren anders zijn gerangschikt (1903)

Het eerste model van de huidige vlag werd ook in 1903 ontworpen en wel door aankomend president Manuel Amador Guerrero. Zijn zoon, Manuel Encarnación Amador, tekende de vlag.

Links: Manuel Amador Guerrero (1833-1909) (publiek domein) / Rechts: Manuel Encarnación Amador Terreros (1869-1952) (publiek domein)

Hij ging er vervolgens mee naar zijn moeder, María de la Ossa de Amador met de vraag of zij de vlag kon naaien. Ze kocht rode, witte en blauwe stof en riep de hulp in van haar schoonzuster Angélica Bergamonta de la Ossa en nichtje María Emilia de la Ossa Bergamonta.
Alle drie de vrouwen produceerden zo een vlag, zodat deze op 3 november 1903, de Onafhankelijkheidsdag, in Panama City te zien waren.
Op deze eerste vlaggen waren de vier kwartieren anders gerangschikt. Eind 1903 werd definitief gekozen voor de versie die we nu nog kennen, waarna ze op 4 juni 1904 wettelijk werd vastgesteld.

Ecuador – Independencia de Guayaquil / Onafhankelijkheid van Guayaquil (1820)

Op 9 oktober 1820 was het Ecuador’s grootste stad Guayaquil die na 300 jaar Spaanse overheersing de onafhankelijkheid uitriep. Dit ging bijna zonder bloedvergieten, door het Spaanse garnizoen uit te schakelen. Deze revolte stond onder leiding van een aantal revolutionaire leiders uit het land zelf, bijgestaan door ‘collega’s’ uit Venezuela en Peru.

Independencia de Guayaquil affiche.jpeg
Publiciteits-banner voor de feestdag (© educacionecuadorminesterio.blogspot.com)

Het nieuws van deze bevrijding deed snel de ronde, waarna andere Ecuadoriaanse steden volgden, zoals Portoviejo en Cuenca. De strijd om Quito moest toen echter nog beginnen. De beslissende slag om de hoofdstad, de Batalla de Pichincha, werd geleverd op 24 mei 1822. Het Spaanse leger werd verslagen.

La capitulación de la batalla de Pichincha.JPG
‘La capitulación de la Batalla de Pichincha’ (De overgave na de Slag om Pichincha), olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860)

Ecuador sloot zich vervolgens aan bij de federatie Groot-Colombia (1819-1830), wat mét Ecuador erbij toen bestond uit de huidige republieken Venezuela en Colombia (plus een deel van het tegenwoordige Panama, wat toen bij Colombia hoorde). In 1830 viel de federatie uiteen en werd Ecuador een onafhankelijke republiek.

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860/1900-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822)

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Venezuela – Día de la bandera / Vlagdag (2006)

Tot 2006 was de Venezolaanse Vlagdag ieder jaar op 12 maart. De datum werd veranderd door de toenmalige president Hugo Chávez en is nu op 3 augustus. Maar waarom 12 maart? En waarom 3 augustus? Dat heeft alles te maken met de ‘bevrijder’ van Venezuela, Francisco de Miranda.
Hij wilde Latijns-Amerika van de Spanjaarden te bevrijden. Via de Verenigde Staten, die officieel neutraal wensten te blijven, reisde hij naar Haïti. Op zijn reizen in 1805 en 1806 stelde hij een huurlingenleger samen. Naast het schip dat hij al had, de Leander, wist hij op Haïti nog twee schepen te bemannen, de Bee en de Bacchus.

Eerste vlag Venezuela
De door Francisco de Miranda ontworpen Venezolaanse vlag

Ondertussen had hij alvast een nieuwe vlag voor het te bevrijden gebied ontworpen, een horizontale driekleur in rood, blauw en geel, dus in basis al de huidige vlag, maar dan omgekeerd. De manschappen van De Miranda zworen trouw aan deze vlag toen hij voor het eerst werd gehesen in Jacmel op Haïti, op 12 maart 1806 (en dat verklaart de eerste datum).

Leander
Replica van de Leander in Caracas

De expeditie verliep niet zoals gepland, daar de Bee en Bacchus op 28 april door de Spanjaarden werden onderschept. Zestig bemanningsleden werden gevangen genomen en tot de dood veroordeeld.
De Miranda ontkwam met de Leander. Via Barbados en Trinidad wist hij zijn uitgedunde leger weer op sterkte te brengen en ondernam een nieuwe poging. Op 3 augustus landde hij in Coro, een nederzetting in het westen van Venezuela, waar hij het aldaar gelegen Spaanse fort wist te veroveren. Het was daar dat de nieuwe vlag voor het eerst op Venezolaanse bodem werd gehesen (en daarmee hebben we de tweede datum).

Het betekende niet het begin van onafhankelijkheid. De Miranda realiseerde zich dat zijn leger te klein was om iets te bereiken. Op de Britse Antillen hoopte hij versterkingen te ronselen, maar dit liep op niets uit. Teleurgesteld vertrok hij naar Engeland. Uiteindelijk werd in het spoor van de onrust die de Napoleontische tijd voortbracht, ook Spanje bezet. Het wakkerde het vrijheidsverlangen in Latijns-Amerika aan. De tijd was rijp.

venezuela portretten
Links: Francisco de Miranda (1750-1816), schilderij van Martín Tovar y Tovar (1827-1902) / Rechts: Simón Bolívar (1783-1830), portret door onbekende schilder

Samen met de eveneens in Europa verblijvende Simón Bolívar reisde hij terug naar Venezuela. Er brak een verwarrende tijd aan, Venezuela werd onafhankelijk verklaard op 5 juli 1811, maar verscheidene provincies bleven trouw aan Spanje. Het zou te ver voeren deze geschiedenis hier in kort bestek uit de doeken te doen.

Feit is dat de nieuw gevormde regering zijn zelf ontworpen vlag als nationale vlag aannam. Tussen 1819 en 1831 was Venezuela onderdeel van de superstaat Gran Colombia (Groot Colombia) samen met Colombia, Ecuador, Panama en delen van Guyana, Peru en Brazilië. Vanaf 1831 is Venezuela dan definitief onafhankelijk.

De vlag

Vlag van Venezuela

De Venozolaanse vlag is in basis dezelfde als geïntroduceerd door de eerder genoemde Francisco de Miranda. Het is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood. Acht vijfpuntige witte sterren staan in een halve cirkel in het midden van de blauwe baan. Het staatswapen is te zien in de gele baan aan de broekingszijde. De kleuren staan voor de rijkdom van het land en de grond, goud, soevereiniteit, harmonie, gerechtigheid, landbouw en de zon (geel), de Caribische Zee en de stranden (blauw) en het bloed dat vloeide in de strijd tegen de Spanjaarden (rood).

venezuela vlaggen 1
Venezolaanse vlaggen in vele verschijningsvormen, v.l.n.r: Gran Colombia (1819-1831) (waar Venezuela een onderdeel van was) / Venezuela (1830-1836) / Venezuela (1836-1859)

De vlag heeft van het begin af aan heel veel verschijningsvormen gehad, vooral in de 19e eeuw. Zonder sterren, mét sterren, sterren in blauw, sterren horizontaal of in een cirkel, met of zonder staatswapen, teveel om op te noemen.

venezuela vlaggen 2
Venezolaanse vlaggenparade (verre van compleet!), v.l.n.r.: 1859-1863 / 1863-1905 / 1930-2006

Vanaf 1930 lijkt de vlag echt op de huidige, maar zonder staatswapen en met zeven sterren (het aantal provincies). In 1954 werd het staatswapen toegevoegd. De laatste verandering was op instigatie van president Hugo Chavez in 2006: er werd een achtste ster toegevoegd, volgens de oorspronkelijke richtlijnen van Simón Bolívar. Die achtste ster staat dan voor de provincie Guayana, die geen Venozolaanse provincie is, maar ruwweg de huidige republiek Guyana plus de eilandrepubliek van Trinidad en Tobago. Ook veranderde hij de looprichting van het witte paard in het staatswapen van rechts naar links.

Het staatswapen

Het staatswapen werd geïntroduceerd op 18 april 1836, in 1954 aan de vlag toegevoegd (maar soms weer weggelaten) en ietwat gewijzigd in 2006.

Wapen Venezuela
Wapen van Venezuela

Het schild is horizontaal in tweeën gedeeld, het bovenste deel ook weer in tweeën. De drie delen hebben de kleuren van de vlag. Het gele vlak toont een zwaard, een sabel en drie lansen en twee nationale vlaggen, bijeengebonden door lauriertakken. Ze staan voor de verdediging van het land en triomfen in oorlog. Het rode vlak laat korenschoven in geel zien, ze staan voor de oorspronkelijke 20 staten in 1836 en voor de rijkdom van het land. Het grotere blauwe vlak toont een wild wit paard, galloperend richting de broekingszijde. Het zou hier eventueel om Palomo kunnen gaan, het witte paard van Simón Bolívar. Het dier staat symbool voor onafhankelijkheid en vrijheid.

Simón Bolívar op Palomino
Simón Bolívar op zijn paard Palomo

Boven het schild zijn twee gekruiste hoorns van overvloed te zien. Het schild wordt omkranst door een olijftak links en een palmtak rechts, onderin bij elkaar gebonden met een banderol in drie grote lussen in de Venozolaanse kleuren.

Ecuador – Independencia de Cuenca / Onafhankelijkheid van Cuenca (1820)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

In 1820 was Ecuador onderdeel van Gran Colombia, een Spaanse kolonie die bestond uit de tegenwoordige landen Colombia, Ecuador, Panama, Venezuela, het noorden van Peru en het noordwesten van Brazilië.

Kaart van Gran Colombia in 1820, verdeeld in drie departementen: Quito, Cundinamarca en Venezuela. Uit de ‘Atlas Geográfico e Histórico de la República de Colombia’ uitgave 1890, door kaartenmaker Agostino Codazzi (1793-1859). (publiek domein)

Begin 19e eeuw, na bijna 300 jaar Spaanse overheersing begon de roep voor onafhankelijkheid steeds groter te worden.
In 1809 lukte het vooraanstaande burgers uit Quito (nu Ecuador’s hoofdstad) korte tijd de gevestigde Spaanse orde omver te werpen.
De aanleiding was echter niet anti-Spaans, maar anti-Frans!

Spanje was onder de voet gelopen door Napoleon Bonaparte en had de Spaanse koning Ferdinand VII afgezet. Joseph Bonaparte, Napoleon’s broer, kwam op de Spaanse troon.
De hoogopgeleide bovenlaag van Quito was er van overtuigd dat de militaire en burgerlijke bevelhebbers Joseph Bonaparte als koning wilden erkennen.
De boze burgers waren echter loyaal aan koning Ferdinand. De revolte van 1809 was dus een teken van trouw aan de kolonisator!

De ‘revolutie’ duurde niet lang. Na een militaire interventie werd de oude situatie hersteld. De Spaanse machthebbers vervolgden de opstandelingen, maar troffen daarbij ook veel onschuldige burgers.

Kaart van Ecuador. Hoofdstad Quito zien we in het noorden, Cuenca ligt net iets onder de naam ‘Ecuador’. (© freeworldmaps.net)

Deze gebeurtenis zorgde ervoor dat het sentiment tégen Spanje nu pas echt begon en wel op grotere schaal.
Op 3 november 1820 kwam een groep patriottische revolutionairen o.l.v. Tomás Ordoñez, in opstand in de stad Cuenca. Na hevige gevechten met het koninklijke leger, lukte het hen de plaatselijke kazerne te veroveren.
De volgende dag, 4 november, kregen de opstandelingen hulp vanuit de nabijgelegen stad Chuquipata (nu Javier Loyola geheten), o.l.v. priester Javier Loyola. Ook de inheemse bevolking van buiten de stad bood hulp aan.

Links: Tomás Ordoñez Torres (?-1845) (publiek domein) / Rechts: Francisco Javier Loyola (1753-1820) (publiek domein) / Schilderijen van de hand van Manuel Serrano Chicanos (1882-1957)

In de dagen daarna werd er een revolutionaire raad gevormd, de Consejo de la Sanción. Op 15 november werd er een inderhaast opgestelde grondwet aangenomen en de Republiek Cuenca uitgeroepen.
De vreugde om de onafhankelijkheid was van korte duur. Vanaf 20 november lukte het goed bewapende Spaanse troepen Cuenca weer onder controle te krijgen.

De geest was echter al uit de fles: de bevolking in Ecuador bleef vechten voor zijn onafhankelijkheid.
Een rebellenleger o.l.v. generaal Antonio José de Sucre, lukte het om op 21 februari 1822 de stad zonder schot te veroveren. De Spaanse bevelhebber van de stad, kolonel Carlos Tolrá, die het opstandelingenleger zag naderen, koos ervoor met zijn eenheid te vertrekken.

“Batalla de Pichincha”, waarop de beslissende Slag bij Pichincha is afgebeeld. Te paard: aanvoerder Antonio José de Sucre. Let ook op de revolutionaire blauw-witte vlag. Muurschildering in het Palacio de Carondelet in Quito door Luis Rodolfo Peñaherrera Bermeo (1936-2016). (publiek domein)

De beslissende slag in de onafhankelijkheidsstrijd vond een paar maanden later plaats, op 24 mei 1822 en staat nu bekend als de Slag bij Pinchincha, waarbij Ecuadoriaanse tropen, opnieuw onder bevel van generaal Antonio José de Sucre de Spaanse troepen onder Melchior Aymerich versloeg.

Links: Antonio José de Sucre y de Alcalá (1795-1830), schilderij in het Palacio Federal Legislativo in Caracas, Venezuela, van Martín Továr y Továr (1827-1902) (publiek domein) / Rechts: Melchior Aymerich (1754-1836) (publiek domein)


De strijd was hevig: aan Spaanse kant vielen er zo’n 400 doden, tegen 200 voor de rebellen.
Eén dag later, op 25 mei, tekende Spanje de overgave.

“La capitulación de Pichincha”, olieverfschilderij van Antonio Salas (1784-1860). Melchior Aymerich tekent de Spaanse overgave in het fort El Panecillo op 25 mei 1822, om 14.00 precies. (publiek domein)

Hoewel het dit jaar precies 200 jaar geleden is dat Cuenca de onafhankelijkheid uitriep, zullen er vanwege de coronacrisis, waarbij in Ecuador inmiddels zo’n 12.000 doden zijn te betreuren, weinig feestelijkheden plaatsvinden.

200e verjaardag van de opstand in Cuenca (© issue.com)

De vlag

Vlag Ecuador
Vlag van Ecuador (1860-heden)

De vlag van Ecuador heeft sinds het land definitief onafhankelijk werd vele verschijningsvormen gekend. Het zou te ver voeren die hier allemaal uitgebreid te bespreken, maar vanwege de grote verscheidenheid een greep uit de vlaggenhistorie:

ecuador eerste vlaggen
V.l.n.r.: De Spaanse koloniale vlag, een zogenaamd Bourgondisch kruis (1534-1820) / De revolutionaire vlag, gebruikt in 1809, de zogenaamde Bandera de la Revolución Quiteña, een omgekeerde versie van de koloniale vlag / De eerste vlag van een onafhankelijk Ecuador (1820-1822), te zien op de bij dit artikel afgebeelde muurschildering van de Slag bij Pichincha

Feit is dat het land met het huidige ontwerp teruggreep op zijn tijd als een van de landen in de federatie Gran Colombia (Groot Colombia), dat dezelfde kleuren gebruikte. Het is dan ook geen toeval dat Venezuela en Colombia vergelijkbare vlaggen hebben, vanwege de gedeelde geschiedenis.

ecuador tweede vlaggen
V.l.n.r.: De vlag van Gran Colombia (1822-1830) / Vlag van Ecuador (1835-1845) / Vlag van Ecuador (1845-1860)

De huidige vlag is een horizontale driekleur in geel, blauw en rood, waarbij de gele baan net zo breed is als de blauwe en rode samen. Het ontwerp werd ingevoerd op 26 september 1860. Op 7 november 1900 werd het rijkswapen toegevoegd. Het geel staat voor zonneschijn, graan en rijkdom, het blauw voor rivieren, zee en lucht en het rood voor het bloed van de patriotten en martelaren.

Wapen Ecuador
Wapen van Ecuador (1845-heden)

Het rijkswapen, wat in het midden van de vlag is afgebeeld, is ingevoerd in 1845. Het is een ovalen afbeelding met daarin een landschap met de ruim 6 km hoge dode vulkaan Chimborazo, met daaronder de rivier de Guayas. Op de rivier is het stoomschip de Guayas te zien, het was in 1841 het eerste zeewaardige stoomschip aan de Zuid-Amerikaanse westkust.

ecuador schepen
Het stoomschip de Guayas (1841-1858) op een oude prent en op een vroege (enigszins geretoucheerde) foto (© Archivo Histórico del Inhima)

Bovenin het tafereel is de zon afgebeeld over een band met de dierenriemtekens van Ram, Stier, Tweelingen en Kreeft, deze verwijzen naar de maanden maart tot en met juli 1845, toen er een revolutie plaatsvond.

Het wapenschild wordt geflankeerd door vier Ecuadoriaanse vlaggen. Tussen de linkse vlaggen steekt een lauriertak, als symbool van grootsheid en tussen de rechtse vlaggen een palmtak, als teken van vrede. Onder het schild is een pijlenbundel afgebeeld, de zogenaamde fasces, die de republikeinse staatsvorm symboliseren. Het geheel wordt bekroond door een condor die met geopende vleugels bovenop het schild zit. De vogel staat voor macht, grootsheid en kracht.

ecuador derde vlaggen
Civiele vlag van Ecuador, zonder wapen / Vlag van Ecuador voor gemeentelijke overheden

Maar wacht! We zijn er nog niet! Zoals in wel meer landen kent Ecuador ook een versie van de vlag zonder staatswapen, voor civiel gebruik. Maar in het geval van Ecuador wordt door de bevolking de staatsvlag net zo vaak gebruikt als de versie zonder. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat de ‘wapenloze’ vlag identiek is aan de staatsvlag van Colombia. Het enige verschil is de ratio, voor Colombia is dat 2:3 en voor Ecuador 1:2. En om het nóg ingewikkelder te maken: de Ecuadoriaanse koopvaardij gebruikt ook de vlag zonder wapen, maar dan in de ratio 2:3, dus hetzelfde als de Colombiaanse staatsvlag.

En nog zijn we er niet, er is nl. ook een speciale vlag voor gemeentelijke instellingen! Deze vlag heeft in plaats van het staatswapen een cirkel van 24 witte vijfpuntige sterren. De sterren staan voor het aantal provincies.

Panama – Día de la Separación – Dag van de Scheiding (1903)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op 28 november 1821 verkreeg het noordwestelijke deel van Zuid-Amerika, inclusief het tegenwoordige Panama, de onafhankelijkheid van Spanje. Dit gebiedsdeel, de republiek Gran Colombia, bestond uit de huidige landen Colombia, Venezuela, Ecuador, het noorden van Peru, het westen van Guyana, het noordwesten van Brazilië en, zoals gezegd, Panama.

Tussen 1899 en 1902 werd in Gran Colombia een oorlog uitgevochten, de zogenaamde Guerra de los Mil Días  (De 1000-daagse Oorlog), een confrontatie tussen de liberale en conservatieve partijen. Het zorgde voor onrust en aspiraties voor onafhankelijkheid in het Panamese deel van de republiek.

Toen de Verenigde Staten in 1903 een overeenkomst sloten over het graven van een kanaal door Panama, in het zogeheten Hay-Herrán Verdrag, en het congres van Gran Colombia dit vervolgens unaniem verwierp, waren de rapen gaar. De Amerikanen verleenden vervolgens openlijk steun aan de onafhankelijkheidsbeweging. Op 3 november 1903 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Colombianen stuurden vervolgens troepen om de Panamezen tot de orde te roepen. Dit liep, mede door tussenkomst van de Amerikanen in de havenstad Colón, waar de troepen zich ontscheepten, op een fiasco uit. De Amerikanen erkenden de nieuwe onafhankelijke staat Panama op 13 november en Frankrijk volgde een dag later, vlak daarna gevolg door 15 andere landen. Er was geen weg terug meer en er waren geen beletsels meer voor het graven van het Panama-Kanaal.

Kaart van Panama uit 1904, met dwarsdoorsnede van het Panamakanaal (© The American Company, 1904)

De vlag

Vlag van Panama (1904-heden)

De vlag is officieel ingevoerd op 4 juni 1904 en de kleurenkeus, rood, blauw en wit is geënt op die van de Amerikaanse vlag, de grote helpers bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid. Tevens staan ze voor de twee politieke partijen: rood = liberaal, blauw = conservatief. Het wit staat voor de samenwerking tussen de partijen.

De vlag is in vier kwartieren gedeeld: 1e kwartier, de top van de broekingszijde, is wit met een blauwe ster (reinheid en eerlijkheid), 4e kwartier, de onderkant van de vlucht, is wit met een rode ster (gezag en wet). Het 2e en 3e kwartier, de top van de vlucht en de onderkant van de broekingszijde, worden ingenomen door respectievelijk een rood en een blauw vlak, met de betekenis zoals hierboven geschetst.

Er ging nogal wat aan de invoering van de vlag vooraf. Een eerste ontwerp voor een vlag stamt uit 1903, nog vóór de onafhankelijkheidsdag.
Eén van de ingenieurs die zich bezighield met de voorbereidingen voor het graven van het Panamakanaal was de Fransman Philippe Bunau-Varilla. Hij hield zich niet bepaald bij zijn leest, want hij ondernam ook pogingen om een Panamese Grondwet te schrijven. Zijn vrouw, Ida de Brunhoff, liet hij een vlag ontwerpen.

Links: Ida Bunau-Varilla-de Brunhoff (1859-1948) (publiek domein) / Rechts: María de la Ossa Amador-Escobar (1855-1948) (publiek domein)

Haar ontwerp was gebaseerd op de Amerikaanse vlag. Zo nam ze de 13 strepen over, waarbij de witte strepen geel werden. Rood en geel werden gekozen omdat die kleuren ook prominent aanwezig waren (en zijn) in de vlaggen van Colombia en Spanje.
De witte sterren in het blauwe kanton werden vervangen door twee met elkaar verbonden gele zonnen. Deze zonnen stonden symbool voor Noord- en Zuid-Amerika, terwijl het verbindingsstuk, Panama’s (en Midden-Amerika’s) verbindende landmassa symboliseerde.
Het ontwerp vond echter geen genade bij de revolutionaire machthebbers.

Links: Ontwerp voor de Panamese vlag van Ida de Brunhoff (1903) / Rechts: Eerste versie van de huidige Panamese vlag, waarbij de kwartieren anders zijn gerangschikt (1903)

Het eerste model van de huidige vlag werd ook in 1903 ontworpen en wel door aankomend president Manuel Amador Guerrero. Zijn zoon, Manuel Encarnación Amador, tekende de vlag.

Links: Manuel Amador Guerrero (1833-1909) (publiek domein) / Rechts: Manuel Encarnación Amador Terreros (1869-1952) (publiek domein)

Hij ging er vervolgens mee naar zijn moeder, María de la Ossa de Amador met de vraag of zij de vlag kon naaien. Ze kocht rode, witte en blauwe stof en riep de hulp in van haar schoonzuster Angélica Bergamonta de la Ossa en nichtje María Emilia de la Ossa Bergamonta.
Alle drie de vrouwen produceerden zo een vlag, zodat deze op 3 november 1903, de Onafhankelijkheidsdag, in Panama City te zien waren.
Op deze eerste vlaggen waren de vier kwartieren anders gerangschikt. Eind 1903 werd definitief gekozen voor de versie die we nu nog kennen, waarna ze op 4 juni 1904 wettelijk werd vastgesteld.