Burgemeester Ihor Terekhov van Charkov heeft gezegd dat de situatie sinds het weekend daar rustiger is sinds Russische raketwerpers die de stad beschoten, werden getroffen door Oekraïens vuur.
Terekhov sprak op een conferentie in Duitsland (die ook bijgewoond werd door president Zelensky), die tot doel heeft Europese landen aan te moedigen Oekraïne te blijven steunen en erin te investeren. De opmerkingen van de burgemeester kwamen twee weken nadat de V.S. en andere westerse landen Oekraïne toestemming hadden gegeven om doelen in Rusland nabij Charkov te raken.
Verdedigende luchtdoelraketten succesvol boven Kiev
Dat de onlangs hervatte militaire hulp vanuit de V.S. inmiddels deels in Oekraïne is gearriveerd bleek gisterochtend vroeg, toen Rusland een grootschalige aanval met raketten en drones op Kiev uitvoerde, waarbij Oekraïne erin slaagde dankzij de geleverde luchtdoelraketten, alle projectielen uit de lucht te schieten.
Typisch voor de recente Russische aanvallen is dat verschillende soorten wapens gecombineerd worden, waaronder drones en kruisraketten, een tactiek die bedoeld is om de luchtverdediging van Oekraïne te overbelasten.
De kruisraketten, gelanceerd vanaf bommenwerpers die in het Russische luchtruim vlogen, waren getimed om gelijktijdig in Kiev aan te komen met een salvo van de veel door de Russen gebruikte Iraanse Shahed-drones.
Bij de gecoördineerde aanval heeft Rusland volgens de Oekraïense luchtmacht ook drie ballistische raketten afgevuurd, een Iskander middellangeafstands-raket, een vanaf de grond gelanceerde ballistische raket en twee vanuit de lucht gelanceerde Kinzhal- of Dagger-raketten, die vanuit vliegtuigen worden afgeschoten en die met een hypersonische snelheid op hun doel afgaan. Volgens zowel Oekraïense als Westerse militaire specialisten is het Patriot-luchtverdedigingssysteem het enige dat Dagger-raketten kan onderscheppen. Oekraïne schoot vijf van de zes raketten en alle 24 Shahed-drones neer, zei de luchtmacht in een verklaring.
Het onderscheppingspercentage van Oekraïne voor drones en raketten was in de eerste maanden van dit jaar gedaald vergeleken met een jaar eerder, omdat de luchtverdedigingsmunitie opraakte en Rusland zijn tactieken aanpaste om de nog bestaande verdediging te ontwijken.
Naast de leveringen door de V.S., organiseert Duitsland een West-Europese donatie van 100 Patriot draagraketten vanuit Duitse, Noorse, Deense en Nederlandse voorraden.
Zelensky in de Bondsdag
Dinsdag hield president Zelensky zijn allereerste toespraak voor de Bondsdag, het Duitse parlement, waarin hij emotionele verwijzingen maakte naar de geschiedenis van verdeeldheid in Duitsland tijdens de Koude Oorlog en opriep tot toekomstige herstelbetalingen van Rusland voor de schade die het land heeft veroorzaakt.
“We zullen deze oorlog beëindigen, in het belang van ons allemaal, van heel Europa. We zullen deze oorlog beëindigen volgens onze voorwaarden”, zei hij. “U kunt begrijpen waarom we zo hard vechten tegen de pogingen van Rusland om ons te verdelen, om Oekraïne te verdelen. Waarom we absoluut alles doen om een muur tussen delen van ons land te voorkomen”, zei hij, verwijzend naar de Berlijnse Muur.
Hij waarschuwde ook voor het gevaar voor de Europese Unie van pro-Russische retoriek, enkele dagen nadat extreemrechtse partijen (waarvan sommige pro-Russisch), winst boekten bij de EU-verkiezingen.
Zelensky kreeg een staande ovatie, maar zijn toespraak werd geboycot door de extreemrechtse AfD- en de extreemlinkse BSW-partijen (die beide grote winsten boekten bij de Europese verkiezingen van zondag). De BSW heeft campagne gevoerd tegen wapenleveranties aan Oekraïne. De AfD typeerde de boycot als een protest tegen Zelensky als ‘oorlogspresident’.
De vlag
De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.
De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.
Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992. De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.
Symbool
Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.
Dia dos Namorados (Dag der geliefden) is een officiële feestdag in Brazilië, maar ook in het voormalige moederland Portugal wordt het wel gevierd.
De dag wordt ook wel de Braziliaanse Valentijnsdag genoemd en lijkt daar ook erg op. Valentijnsdag (14 februari) wordt in Brazilië niet gevierd omdat het dan net carnavalstijd is. De 12e juni is gekozen, omdat dat de vooravond is van Sint Antonius-dag op de 13e.
Antonius van Padua (ca. 1195-1231) kwam oorspronkelijk uit Lissabon, maar stierf op 13 juni 1231 in het tegenwoordig in Italië gelegen Padua. Hij is beschermheilige voor diverse groepen, waaronder geliefden.
Op deze dag geven verliefde koppels elkaar cadeautjes of vieren met een romantisch avondje uit. Tevens is het gebruik dat straten worden versierd of dat er carnavals-achtige optochten zijn en er wordt volop gedanst (samba).
De vlag
De vlag van Brazilië is op het symbool na, de facto onveranderd sinds het begin van het keizerrijk in 1822. De vlag is groen (symbool voor de oerwouden) met een gele ruit (qua kleur symbool voor goud, qua vorm symbool voor diamant). Het keizerlijk wapen wat in de ruit stond werd vervangen door de zuidelijke hemelglobe in blauw, met daaromheen een band met het opschrift ‘Ordem e progresso’ (Orde en vooruitgang).
De sterren
Het aantal sterren op het halfrond houdt gelijke tred met het aantal staten in de federatie. Bij de introductie in 1889 waren dat er 21. Daarna is de vlag nog drie keer aangepast met het creëren van nieuwe deelstaten. Dat gebeurde voor het eerst in 1960 (22 sterren) en opnieuw in 1968 (23 sterren).
Op 11 mei 1992 was de laatste aanpassing. Het aantal sterren is nu 27. De sterren zijn geordend als in de werkelijke sterrenhemel. Hieronder een uitvergroting van de sterrenhemel van de Braziliaanse vlag, waarbij de sterren of sterrengroepen zijn genummerd. Wat is hier allemaal afgebeeld?
Procyron, als enige (dubbel)ster van het sterrenbeeld Kleine Hond
Grote Hond, met als grootste ster Sirius
Canopus, als enige (en helderste) ster van het sterrenbeeld Kiel
Spica, als enige (en helderste) ster van het sterrenbeeld Maagd
Het uitgestrekte sterrenbeeld Waterslang
Het sterrenbeeld Zuiderkruis
Sigma Octantis, als enige ster van het sterrenbeeld Octant
Het sterrenbeeld Zuiderdriehoek
Het sterrenbeeld Schorpioen, met als helderste ster Antares
Ontwerper van de huidige vlag was Raimundo Teixeira Mendes, een Braziliaans filosoof en wiskundige. De vlag staat bekend onder twee namen: Verde e Amarela (Groen en Geel) en Auriverde (Goudgroen).
Andere vlaggen
De presidentiële vlag van Brazilië is groen met daarop het wapen van Brazilië. Dit wapen stamt uit 1889, het jaar waarop het land een republiek werd. Het wapen heeft als centraal embleem een vijfpuntige groen-gele ster met een rood-gele rand. Zoals we al gezien hebben zijn groen en geel de kleuren van Brazilië. In het midden van de ster zien we een blauwe cirkel met geel omcirkeld in het midden vijf vijfpuntige witte sterren, die het sterrenbeeld Zuiderkruis vormen. Dit sterrenbeeld staat ook op de nationale vlag afgebeeld. In de blauwe rand eromheen zien we 27 vijfpuntige witte sterren, symbool voor de 26 deelstaten en het federaal district (de hoofdstad Brasilia).
De ster wordt omkranst door de takken van een koffieplant (links) en van een tabaksplant (rechts). Onder de ster een in drieën geplooide blauwe banderol met daarop de tekst: REPÚBLICA FEDERATIVA DO BRASIL 15 de Novembro de 1889.
De presidentiële vlag is doorgaans te zien bij het presidentieel paleis, het Palácio de Alvorada of boven het werkpaleis Palácio do Planalto.
De vlag van de vice-president van Brazilië is geel met 23 vijfpuntige blauwe sterren die de vlag in vieren delen. In het aldus gevormde kanton of broektop een afbeelding van het Braziliaanse wapen. Waarom de vlag van de vice-president niet net als die van de president 27 sterren toont, lijkt een weinig inconsequent. De 23 sterren horen bij het tijdvak 1968-1992, toen de Braziliaanse vlag nog maar 23 sterren telde. Kennelijk werd het belang van een aanpassing van de vice-presidentiële vlag niet erg groot geacht.
Kamehameha Day is een officiële feestdag in de Amerikaanse staat Hawaii. Het herinnert aan de Hawaiiaanse koning Kamehameha I (circa 1758-1819).
Hij verenigde de verschillende eilanden vanaf zijn ‘eigen’ eiland Hawai’i (The Big Island) tot één Hawaiiaans Rijk. Dat gebeurde vanaf 1795 met de eilanden O’ahu, Molaka’i, Maui en Lana’i. Kaua’i en Ni’ihau volgden in 1810.
Kamehameha Day werd ingesteld op 22 december 1871 door koning Kamehameha V en werd voor het eerst op 11 juni 1872 gevierd. In 1893 werd de Hawaiiaanse monarchie omver geworpen door een groepje Amerikaanse en Europese zakenlui en politici. De laatste koningin, Lili’uokalani werd onder huisarrest geplaatst.
Van 1894 tot 1898 was Hawaii een onafhankelijke republiek. Op 12 augustus 1898 werd het een Amerikaansterritorium en vanaf 21 augustus 1959 de (tot op heden) 50e en laatste staat van de Verenigde Staten.
De vlag
De vlag van Hawaii is een beetje een vreemde. Mensen die hem nooit eerder gezien hebben kunnen zich niet voorstellen dat dát de Hawaiiaanse vlag is. Het doek vertoont acht gelijke horizontale banen: wit, rood, blauw, wit, rood, blauw, wit en rood. Het gekke zit ‘m in de Britse Union Flag ofUnion Jack in het kanton.
Er was echter de nodige Britse aanwezigheid geweest in de Stille Oceaan, te beginnen met de reizen van kapitein James Cook, die de Hawaii-eilanden in 1778 ‘ontdekte’. Hij noemde ze overigens de Sandwich Eilanden. Cook’s Britse opvolger George Vancouver deed de eilanden eind 18e eeuw ook aan.
Volgens de overlevering zou hij koning Kamehameha I een Britse vlag hebben gegeven en wel een red ensign, de Britse zeevlag.
Dit als teken van vriendschap met koning George III. De vlag werd vervolgens enthousiast uitgehangen van verschillende belangrijke gebouwen. Toen de koning duidelijk werd gemaakt dat dit gezien kon worden als een te pro-Britse houding, besloot hij een Amerikaanse vlag vanuit zijn huis te laten wapperen. Dit op zijn beurt leidde weer tot protesten van Britse hoogwaardigheidsbekleders aan het hof van Kamehameha. Kennelijk had hij er daarna genoeg van, want de vlag die vervolgens in 1816 uit de bus rolde, was een soort van samensmelting van beide vlaggen.
De acht strepen staan voor de verschillende eilanden: Hawai’i, O’ahu, Kuau’i, Kaho’olawe, Lana’i, Maui, Moloka’i en Ni’ihau. Er is ook ooit een versie geweest met negen strepen (voor het mini-eiland Nihoa) en een met zeven strepen (waarbij een van de ‘onbelangrijkere’ eilanden niet gerepresenteerd werd, óf Kaho’olawe óf Ni’ihau).
Met de Dia de Portugal bestaat Vlagblog 10 jaar: op 10 juni 2014 begon het blog met deze Portugese feestdag. Het bleef die dag echter bij eensimpele vermelding en een foto van de vlag. Dat is nu wel anders!
De 10e juni is de officiële feestdag van Portugal en heeft officieel een langere naam dan die hierboven, namelijk: Dia de Portugal, de Camões edas Comunidades Portuguesas. Het herinnert aan de dood van het nationale literaire icoon Luís de Camões, op 10 juni 1580 (zijn geboortejaar en -datum zijn onbekend, dus werd gekozen voor zijn sterfdag).
Hij schreef Os Lusíadas (voor het eerst gepubliceerd in 1572), wat wel beschouwd wordt als Portugal’s nationale epische gedicht. Het verhaalt over de 15e eeuwse Portugese ontdekkingsreizen. De Camões wist er alles van, hij was zelf een ervaren reiziger, tot in Zuidoost-Azie toe.
De vlag
De vlag is ingevoerd op 30 juni 1911. Hij is verticaal in tweeën gedeeld, mastzijde groen, vluchtzijde rood. Het groene gedeelte is 2/5 van de vlag, het rood 3/5. Over het midden van de kleurscheiding (iets links van het midden dus) is het Portugese wapen afgebeeld. De kleuren groen en rood zijn afkomstig uit het begin de republikeinse revolutie in 1910. Vanaf de kruiser NRP Adamastor werd in de nacht van 3 op 4 oktober het startsein gegeven in deze strijd.
De vlag die het schip voerde had twee verticale banen rood en groen (omgekeerd aan de huidige vlag dus). Het groen symboliseert de hoop, het rood de Oktoberrevolutie van 1910, die een einde maakte aan de monarchie in Portugal.
Het Portugese wapen gaat veel verder terug en is een van de oudste nationale symbolen ter wereld en is in ieder geval sinds 1134 al op Portugese vlaggen aanwezig. Het toont een wapenschild op een armillarium geplaatst. Het schild herbergt een kleiner schild in wit met daarop weer vijf kleinere schildjes. Deze blauwe schildjes hebben ieder vijf witte punten en staan voor de wonden van Jezus. Het grotere schild is in rood en toont zeven burchten (oorspronkelijk negen), die staan voor Portugese overwinningen. Het armillarium stelt een wereldbol voor, afgebeeld in ringen, die o.a. de evenaar, meridianen en de horizon voorstellen. Het werd in 255 voor Christus uitgevonden en diende als hulpmiddel om plaats en tijd te bepalen.
Overheid
Portugal heeft nogal wat afgeleiden van de nationale vlag voor diverse overheden. Twee ervan hieronder. De eerste is de vlag van de president van de republiek. Dit is een geheel groene versie van de nationale vlag, waarbij het wapen in het midden is gecentreerd. Het is een vrij zeldzame verschijning. Als de president een officiële toespraak houdt, is dat meestal voor een nationale vlag (zie foto aan het begin van dit artikel).
Doorgaans is de vlag wel te zien boven het presidentieel paleis, het Palácio de Belém en soms boven het buitenverblijf São Julião da Barra als de president aanwezig is.
In minivorm is de vlag ook op de dienstauto van de president te zien bij officiële ceremonies, behalve bij buitenlandse staatsbezoeken, dan wordt de nationale vlag als autovlaggetje gebruikt.
Nog zeldzamer is de op 2 februari 1972 ingevoerde vlag van de premier van Portugal. Deze is soms waar te nemen als autovlaggetje. Het is een opvallend ontwerp: het heeft een wit veld, met een andreas- of schuinkruis in groen daaroverheen, met daar bovenop het nationale wapen. De vlag is afgezet met een rode sierrand met een dessin van gouden laurierbladen. De huidige premier van Portugal is Luís Montenegro. Hij trad aan op 2 april 2024.
De Peruaanse Día de la bandera (Vlagdag) herinnert aan de Slag bij Arica op 7 juni 1880. Afgelopen 21 mei kwam de oorlog waarvan deze slag een onderdeel van was, al ter sprake in het het blogbericht over de Día de las Glorias Navales, een Chileense feestdag.
Deze oorlog is de geschiedenis ingegaan als de Guerra del Salitre of Guerra del Pacífico (Salpeteroorlog of Oorlog van de Grote Oceaan), en ontstond in 1879 tussen Chili en Bolivia vanwege een dispuut over door Bolivia opgelegde belastingverhogingen aan een Chileens mijnbouwbedrijf in Antofagasta (toentertijd een Boliviaanse havenstad), terwijl er in 1874 nog was overeengekomen dat de belastingen 25 jaar lang bevroren zouden zijn. Chili weigerde te betalen.
Bolivia verklaarde Chili in maart 1879 de oorlog. Peru werd hierin meegesleept, doordat het een geheim militair bondgenootschap met Bolivia had, zodat Chili op 5 april Peru de oorlog verklaarde. Na een aantal Chileense tegenslagen in het begin van de oorlog, kreeg Chili al spoedig militair de overhand.
In juni van het jaar daarop, in 1880, poogde het Peruaanse leger de zuid-Peruaanse stad Arica tegen de oprukkende Chilenen te verdedigen. De beslissende slag werd geleverd op 7 juni op de 139 meter hoge Morro de Arica.
De Peruaanse kolonel Francisco Bolognesi weigerde zich over te geven, hoewel hij met een leger van 1800 man veruit in de minderheid was, tegenover de 5000 man, aangevoerd door generaal Manuel Baquedano.
Hij liet weten door te vechten tot de laatste kogel was afgevuurd.
Het werd een bloedige slag, waarbij 900 Peruanen het leven lieten, waaronder kolonel Bolognesi en een fiks aantal van zijn mede-officieren. Eén daarvan, kolonel Alfonso Ugarte, werd een nationale held die dag, door ervoor te zorgen dat de Peruaanse vlag niet in handen viel van de Chilenen, door zichzelf met paard en al van de hoge rots te storten.
Aan het einde van de oorlog, in 1884, was de landkaart definitief veranderd: Chili had de complete kustsprovincie Litoral van Bolivia ingenomen (nu de Chileense provincie Antofagasta), waardoor Bolivia een binnenstaat werd. Ook een deel van de zuidelijke kustprovincie van Peru werd Chileens grondgebied, waardoor Arica, waar de slag plaatsvond, definitief Chileens werd.
De heldhaftige verdediging van de Morro de Arica bleef echter voortleven bij de Peruanen en op 30 april 1924 werd besloten dat de 7e juni een officiële feestdag zou worden. De belangrijkste plechtigheid vindt plaats in de hoofdstad Lima, bij het monument voor Francisco Bolognesi.
De vlag
De Peruaanse vlag is een verticale driekleur in rood, wit, rood. In het midden van de witte baan is het staatswapen geplaatst. Een eenvoudiger versie zonder het staatswapen wordt door de bevolking gebruikt.
De kleuren komen van de voor onafhankelijkheid strijdende generaal José de San Martín: toen hij in 1820 in rustmoment na een gevecht met de Spanjaarden een vlucht flamingo’s over zag vliegen met witte borst en rode vleugeltippen, riep hij (volgens de overlevering althans): “Zie, dat is de vlag van de vrijheid!”.
De vlag ging echter de eerste jaren door een aantal transformaties: van vier rood-witte driehoeken, naar horizontale banen (met een Inca-zon in het midden), toen naar een verticale versie en uiteindelijk naar het huidige model met staatswapen op 25 februari 1825, vanaf 31 maart 1950 ook zonder wapen voor algemeen gebruik.
Het wapen bestaat uit een in drieën gedeeld schild: twee voorstellingen bovenin en één onderin. Ze staan voor fauna, flora en bodemschatten. De fauna is vertegenwoordigd door een vicuña (een soort lama), de flora door een cinchona-boom en de bodemschatten door een hoorn des overvloeds, waar gouden en zilveren munten uit komen. Boven het wapen bevindt zich een lauwerkrans met bladeren van de steeneik. Rondom het wapen bevinden zich twee takken die onderin samengebonden zijn met een rood-wit-rood lint. De linkertak bestaat uit palm-, de rechter uit laurierbladeren.
Vorige week werd al duidelijk dat de Russische opmars ten noordoosten van Charkov (die op 10 mei begon) tot stilstand was gekomen. Het initiatief rond het noordelijke front is nu verder in het Oekraïense voordeel beslist. Bij het grensstadje Vovtsjansk worden de Russen nu teruggedrongen. Afgelopen maandag zouden zestig Russische militairen (een halve compagnie) zich hebben overgegeven aan een Oekraïens bataljon.
Dit succes wordt door militaire analisten toegeschreven aan de door de Amerikanen hervatte levering van munitie, specifiek die van artilleriegranaten, waar de laatste maanden zo’n tekort aan was. Nadat het Amerikaanse Congres onlangs zijn blokkade tot levering ophief kon er snel geschakeld worden: de munitie was al voorhanden en diende alleen daadwerkelijk geleverd worden.
Wat volgens dezelfde analisten ook gaat helpen, is de toestemming van president Biden om de Amerikaanse HIMARS-langeafstandsraketten te mogen gebruiken voor militaire doelen in Rusland zelf. Met die toestemming kan bijvoorbeeld het vliegveld van de 40 km van de grens gelegen stad Belgorod een doelwit worden. Vanaf dit vliegveld werd het noorden van Oekraïne de laatste weken bestookt door gevechtsvliegtuigen met o.a. zweefbommen, zonder ook maar de grens te hoeven oversteken. Hoewel veel details nog ontbreken, is inmiddels bekend dat op zondag 2 juni het HIMARS-systeem voor het eerst is ingezet om een op 50 km van de grens gelegen S-300/S-400 systeem op Russisch grondgebied te vernietigen.
De onlangs ingevoerde nieuwe Oekraïense mobilisatiewet lijkt inmiddels ook zijn vruchten af te werpen. Met de verlaging van 27 naar 25 jaar is er een flinke groei aan verse manschappen te zien.
F-16’s
De langverwachte inzet van F-16 gevechtsvliegtuigen, waar Oekraïense piloten de laatste maanden in o.a. Roemenië voor werden opgeleid, is ook aanstaande. Hoewel Oekraïne niet bekend maakt wanneer de vliegtuigen voor het eerst in actie komen, is de verwachting dat dat in de loop van deze maand gebeurt. De levering van tientallen F 16’s (Nederland levert er 24), zal een groot verschil maken bij het verdedigen van het eigen luchtruim.
Dat maakt de locatie(s) van de F-16’s tot een zeer belangrijk doelwit voor de Russen. Die zullen dan ook beschermd gaan worden door Patriot luchtverdedigingssystemen.
De vlag
De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.
De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.
Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992. De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.
Symbool
Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.
Deze dag heet pas zo sinds 1983. Vóór die tijd was 6 juni Svenska flaggans dag.
De geschiedenis hiervan gaat terug tot 1916 toen de dag voor het eerst gevierd werd. Aanleiding was toen de herdenking van wat wordt beschouwd als de stichting van het ‘moderne’ Zweden: de verkiezing van Gustav Vasa als koning van Zweden.
Hoewel het dus een officiële feestdag is sinds 1916, duurde het nog geruime tijd voor het een echt vrije dag was voor iedereen.
De vlag
De vlag is lichtblauw met een goudgeel Scandinavisch kruis daar overheen.
Over het algemeen wordt aangenomen dat de Zweedse vlag de een-na-oudste nationale vlag is, die ononderbroken in gebruik is. De oudste is de Dannebrog, de vlag van Denemarken. En net als de Deense vlag heeft die van Zweden een legende over de oorsprong ervan.
Toen de 12e-eeuwse koning Erik IX in 1157 op kruistocht naar Finland ging om daar de heidenen te kerstenen (samen met de van oorsprong Britse bisschop Henrik), zou hij een gouden kruis aan de blauwe hemel gezien hebben. Hij zag dit als een teken van God en gebruikte daarna het goud (geel) en het blauw als de koninklijke kleuren. Dit soort verhalen deed het vroeger goed, maar ze zijn natuurlijk niet meer dan dat: leuke verhalen. Ook voor de bewuste kruistocht in dat jaar is nooit enig bewijs gevonden.
De oudste historische bronnen stammen uit de 16e eeuw, onder het bewind van de hierboven al eerder genoemde koning Gustav Vasa, ook wel bekend als Gustav I. De vlag wordt voor het eerst beschreven in een koninklijk bevelschrift van 19 april 1562 als ‘gunt udi korssvijs förd eelt påå blot’ (een kruis van goud neergelegd op blauw). De kleuren blauw en geel komen ook voor in het wapen van Zweden.
Het blauw in de vlag was tot 22 juni 1906 donkerder, maar in de ‘vlagwet’ van die datum wordt de kleur officieel omschreven als ‘ljust mellanblå’ (helder lichtblauw). De vlag veranderde in dat jaar sowieso omdat er een einde kwam aan de verbinding met het koninkrijk Noorwegen. In het kanton van de vlag was tussen 1844 en 1905 het zogenaamde ‘unie-symbool’ geplaatst, om de verbinding tussen beide landen aan te geven. In 1906 gingen de landen verder als aparte koninkrijken.
Zoals eerder vermeld is de vlag van het Scandinavische type, net als die van Denemarken, Noorwegen, Finland, IJsland, Faeröer, de Åland Eilanden en de Orkney Eilanden.
Afgeleiden
Twee vlaggen in de Verenigde Staten stammen af van de Zweedse. Van 1638 tot 1655 bezat Zweden in het gebied van de Delaware River de kolonie Nya Sverige (Nieuw-Zweden). In 1655 veroverden hun Nederlandse ‘noorderburen’ dit gebied en lijfden het in bij Nieuw-Nederland.
Dat laat onverlet dat zowel Wilmington, Delaware als Philadelphia, Pennsylvania de Zweedse kleuren in hun vlaggen hebben. Zeker bij Wilmington is dit overduidelijk: het enige verschil met de Zweedse vlag is het stadszegel over het kruis heen.
Bij Philadelphia is het minder duidelijk, maar de verticale banen blauw, geel en blauw zijn wel degelijk een verwijzing naar de Zweedse wortels. Het geel in de vlag is overigens donkerder dan dat van de Zweedse vlag.
Vandaag een historische vlag uit Scandinavië, van de Unie van Kalmar. Dit samenwerkingsverband bestond tussen 1397 en 1523 en was een personele unie in Scandinavië tussen de koninkrijken Denemarken, Zweden en Noorwegen onder één monarch.
Een kaart van het gebied laat zien dat het om een enorm gebied ging: Tot Denemarken behoorden ook Sleeswijk Holstein (nu Duits) en Skåneland (het zuidwesten van Zweden), tot het Zweedse grondgebied hoorde ook een deel van het tegenwoordige Finland. Het Noorse grondgebied echter was het grootst: naast het eigen land, behoorden ook verschillende overzeese gebieden tot het Noorse rijk: Groenland, IJsland, de Faeröer, plus Shetland- en Orkneyeilanden ten noorden van Schotland.
De 126 jaar dat de drie landen verenigd waren in de Unie, verliepen niet zonder problemen en er waren verscheidene interrupties en schermutselingen. De landen waren legaal nog steeds onafhankelijk, maar naar buiten toe werd er zoveel mogelijk als eenheid geopereerd. Maar waar kwam dit modern klinkende idee vandaan?
Aanloop
Hoe de Unie tot stand kwam is een redelijk gecompliceerd verhaal, dat alle elementen van een echte soap in zich heeft. Brein achter de Unie van Kalmar was de Deense Koningin Margrethe I. De Noord-Duitse expansie onder leiding van de invloedrijke Hanzesteden was haar een doorn in het oog. Om hieraan weerstand te kunnen bieden vatte het idee van een Scandinavische unie bij haar post.
Margrethe was in 1363 getrouwd met Haakon VI van Noorwegen, toen zij 10 jaar oud was en hij 23. Dat lijkt bizar, maar er werd strategisch getrouwd en naar leeftijden (laat staan liefde) werd niet gekeken. Haakon werd twintig jaar eerder, in 1343, toen hij 3 jaar oud was, ‘medekoning’ met zijn vader Magnus IV en in 1362 werd hij ‘medekoning’ van Zweden. Toen hij dus in 1363 trouwde met de 10-jarige Margrethe van Denemarken, was er via hem al een link tussen Denemarken, Noorwegen (met zijn vele overzeese gebieden) en Zweden (waartoe ook een deel van Finland behoorde).
In 1364 verloren Haakon en zijn vader Magnus de Zweedse troon aan de Duitse Albert von Mecklenburg, die na aandringen van de Zweedse adel (bij wie Magnus niet populair was) en verschillende Hanzesteden, het vader en zoon-koppel versloeg.
Olaf
Vader Magnus overleed in 1374 en zijn zoon Haakon zes jaar later in 1380, op 40-jarige leeftijd. Margrethe bleef als weduwe achter met haar 10-jarige zoon Olaf. Officieel erfde Olaf dus de troon van Denemarken en Noorwegen (en die van Zweden, maar daar zat Albert inmiddels op), maar omdat hij nog minderjarig was, trad Margrethe als regentes op. Steun van de adel was essentieel, maar door grond en kastelen te beloven aan de edelen, wist ze een meerderheid achter zich te krijgen. Olaf overleed echter onverwacht op 16-jarige leeftijd in 1387, dus zat Margrethe naast haar verdriet ook met een probleem.
Erik van Pommeren
Niet voor één gat te vangen, adopteerde ze haar 5-jarige neefje Erik van Pommeren, een kleinzoon van haar oudere zus Ingeborg, als haar eigen zoon. In Zweden ondertussen, wankelde de troon van Albrecht von Mecklenburg, hij overlaadde zijn Duitse vrienden met burchten en kastelen en dat zat de Zweedse adel absoluut niet lekker.
In 1388 werd hij afgezet en droeg de adel de macht over aan Margrethe. Albrecht gaf zich echter niet zo maar gewonnen en trok een jaar later ten strijde, maar werd verslagen door de troepen van Margrethe. Vanaf dat moment had Margrethe de macht in zowel Denemarken, Noorwegen en Zweden (en daarmee een deel van Finland).
Als ‘voorschot’ op wat nog komen ging, werd Erik van Pommeren in 1389 (toen hij zeven jaar oud was) tot koning van Noorwegen uitgeroepen. In 1396, werd hij tevens koning van Denemarken en Zweden, al die tijd regeerde zijn oudtante Margrethe.
Een jaar later, op 17 juni1397, werd hij in Kalmar (in het zuiden van Zweden) officieel gekroond, vijftien jaar oud. Op deze dag werd ook de Unie van Kalmar in het leven geroepen, die de koninkrijken met elkaar verenigde onder één vorst, Erik van Pommeren.* *) Doordat de drie koninkrijken in het verleden allemaal al koningen met de naam Erik gehad hadden, had Erik van Pommeren verschillende Romeinse cijfers achter zijn naam: zo was hij Erik VII in Denemarken, Erik III In Noorwegen en Erik XIII in Zweden.
De eigenlijke machthebber echter, was (nog steeds) zijn adoptiemoeder Margrethe, die daarmee de machtigste vrouw in Europa werd, hoewel dat een publiek geheim was.
De Unie van Kalmar
De uniebrief uit 1397 werd mede ondertekend door 67 edelen, bisschoppen en andere geestelijken uit Denemarken, Zweden en Noorwegen. Er stond onder meer in: ‘Een bestendige, onverbreekbare eenheid, vrede en bondgenootschap, zodanig dat de rijken nooit meer gescheiden worden, zo God het wil.’ Verder werd bepaald dat de koning altijd begeleid moest worden door leden van alle drie de rijksraden, waar hij ook verbleef. Dit moest ervoor zorgen dat de belangen van de drie koninkrijken altijd behartigd werden.
Zoals gezegd was het Margrethe naast haar dynastieke belangen ook te doen om een tegenwicht te kunnen bieden aan de Noord-Duitse expansie van de succesvolle Hanzesteden. Met een verenigd blok van alle Scandinavische landen, kon ze een grotere vuist maken en kon men niet om dit machtsblok heen.
Zelfs na het volwassen worden van Erik van Pommeren in 1400, bleef de situatie zoals-ie was: Margrethe bleef stug doorregeren, hoewel Erik in naam koning was. Dat Margrethe zich als vrouw zich zo kon laten gelden, is opmerkelijk, gezien de normaliter onderdanige positie van vrouwen ten opzichte van mannen. Uit beschrijvingen komt ze naar voren als een knappe verschijning, met donker haar, donkere ogen en een ‘intimiderende blik’, waarbij ze een ‘aura van absoluut gezag’ uitstraalde. Ze was zeer energiek, doortastend en zeer autocratisch. Daarnaast wordt ze ook beschreven met termen als wijs, diplomatiek en vriendelijk.
Zo wist ze zich kennelijk vrij moeiteloos te handhaven. Haar dood in 1412, toen ze 59 jaar oud was, moet vrij plotseling geweest zijn, hoewel niet 100% zeker is waaraan ze overleed. Mogelijke scenario’s zijn: de pest of vergiftiging door Erik van Pommeren.
Koning Erik had nu ‘het rijk alleen’ en nam de leiding van de Unie van Kalmar over. Na een aantal impopulaire oorlogen (en daardoor invoering van hogere belastingen) kwamen de Zweedse en Deense boeren in opstand, en in 1439 werd de kinderloze Erik van Pommeren afgezet.
Vervolgens werd Christiaan van Beieren als koning gekozen door de adel, maar het kwam daarna eigenlijk niet echt meer goed tussen de verschillende koninkrijken (en dus ook niet met de Unie van Kalmar). Het was een komen en gaan van koningen (na Christoffel van Beieren waren dat Christiaan I, Johan en Christiaan II) en veldtochten, belegeringen en oorlogen.
Toen de Deense Koning Christiaan II (officieel dus ook koning van de Unie) een aantal Zweeds edelen en geestelijken van ketterij beschuldigde, liet hij hij 82 van hen executeren op 8 en 9 november 1520, een gebeurtenis die de geschiedenis inging als het ‘Stockholms bloedbad’. De executies leidden tot een massale opstand, en al een jaar later raakte de koning Zweden kwijt. Op 6 juni 1523 liet de Zweedse rebellenleider Gustav Vasa zich tot Zweeds koning kronen, vandaag 501 jaar geleden.
Met het uitroepen van Vasa als koning van Zweden kwam er eind aan 126 jaar Unie van Kalmar. Op papier bestond de Unie nog tot 1536, maar het functioneerde niet meer als voorheen. In 1536 ‘verlaagde’ de Deense koning Noorwegen tot een Deense provincie. De Noorse overzeese gebieden IJsland, Groenland en de Faeröer werden het bezit van de Deense Kroon, waarmee zelfs op papier de Unie ophield te bestaan.
Wapen
Voordat we naar de vlag gaan eerst iets over het wapen. Erik van Pommeren gebruikte in zijn tijd als koning van de verenigde koninkrijken in de Unie van Kalmar een zegel met de verschillende wapens van zijn rijk en we zien het hieronder afgebeeld. Naar aanleiding van dit wapen heeft de heraldicus Alain Thébault in 2014 een reconstructie gemaakt hoe zijn wapen eruit gezien zou kunnen hebben.
Interessant is ook een 16e eeuws wandtapijt, waar Erik op is afgebeeld, waarbij zijn wapen onderin wordt weergegeven.
De vlag
Zoveel als we over de Unie van Kalmar weten (bovenstaande tekst is nog maar een fractie wat er over te vertellen valt), zo weinig weten we over de vlag! Toch zien we haar hierboven: een gele vlag met een rood Scandinavisch kruis.
Probleem is dat de unievlag nergens afgebeeld is, laat staan dat er één bewaard is gebleven.
Aan de priesters van Vadstena schrijft Koning Erik: “…rykins/rykens baner swa som ær eth røth kors oppa eth gulth fiæld”, dus “de vlag van de rijken” (meervoud), zijnde “een rood kruis op een gouden (of geel) veld”. De priesters van Kalmar laat hij het volgende weten:“…rikesens baneer swa som ær eth røth kors vti eth gult feld”, wat in iets andere bewoordingen dezelfde omschrijving geeft.
En daar moeten we het mee doen!
Dank aan Jan Oskar Engene uit Noorwegen, die me de citaten van Koning Erik toespeelde, oorspronkelijk gepubliceerd in Heraldisk Tidsskrift, No. 76, 1997, p. 245, in een artikel van Nils G. Bartholdy.
Vandaag is het 80 jaar geleden dat de geallieerde landingen in Normandië plaatsvonden, die mede de opmaat tot het einde van de Tweede Wereldoorlog inluidden.
Hoewel ‘D-day’ nu min of meer synoniem is met 6 juni 1944, is het in feite een algemene term tijdens de planning van een militaire operatie, uiteindelijk uitmondend in een datum waarop het daadwerkelijk ‘losgaat’.
Vanwege de 80e ‘verjaardag’ van D-day zijn er vandaag de nodige officiële gasten die de herdenkingen bijwonen, naast de Franse gastheer president Macron, zullen o.a. de presidenten Biden (V.S.) en Zelensky (Oekraïne) erbij zijn, net als de Duitse bondskanselier Scholz. Koninklijke gasten zijn er ook, waaronder ons eigen koninklijk paar, Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima, maar ook de Britse Koning Charles III en Koningin Camilla, uit België worden Koning Filip en Koningin Mathilde verwacht.
De invasie zelf, die tot doel had het vasteland van Europa te bevrijden van de Duitse bezetting, droeg de naam Operation Overlord. Dat dit geen makkelijke operatie zou worden, was van het begin af aan duidelijk. Om een dergelijke verwachte aanval af te slaan was door de Duitsers de Atlantikwall aangelegd, een verdedigingslinie van bunkers, die via de Noordkaap van Noorwegen tot aan de Pyreneeën bij Spanje liep.
De geallieerden kozen in 1944 voor een amfibische operatie, aangevuld met luchtsteun. Voorafgaand hieraan werden er echter eerst afleidingsmanoeuvres uitgevoerd, onder de naam Operation Fortitude, waarbij respectievelijk twee divisies Narvik aanvielen en de zes overige Stavanger, beide in Noorwegen (Operation Fortitude North).
Het andere deel van het plan bestond eruit de Duitsers te laten denken dat de invasie in het Nauw van Calais zou plaatsvinden. Vlakbij Dover werd een geheel fictieve Eerste AmerikaanseLegergroep gecreëerd, compleet met nepgebouwen, nepuitrusting (zoals opblaastanks) en fictief radioverkeer (Operation Fortitude South). Dit plan werd nog verder doorgevoerd door het gebied rond Calais voorafgaand aan de 6e juni zwaar te bombarderen en namaakparachutisten af te werpen.
De invasie moest plaatsvinden bij laag water, om eventuele versperringen goed in het zicht te hebben. Na maanden voorbereiding werd door de Amerikaanse generaal Eisenhower, die het opperbevel had, de datum van 5 juni gekozen. Vanaf 4 juni echter kwam het weer onder invloed van een uitgebreid lagedrukgebied, dat veel wind en neerslag in het Kanaal veroorzaakte. Uiteindelijk bleek het weer te slecht en moest de operatie worden afgeblazen.
Zo kwam het dat de legerleiding zich moest baseren op de verschillende meteorologen, die het niet helemaal met elkaar eens waren in hoeverre de 6e juni geschikt was. Het was uiteindelijk de Britse meteoroloog James Stagg, die Eisenhower kon overtuigen. Volgens zijn berekeningen zou een zwakke rug van hoge druk in de nacht van 5 op 6 juni tijdelijk voor gunstiger condities zorgen, waarna een nieuw lagedrukgebied het weer opnieuw zou doen verslechteren. Eisenhower volgde zijn advies op en Stagg bleek het bij het juiste eind te hebben.
Gezien het toch voornamelijk slechte weer, verwachtten de Duitsers niet dat de geallieerden rond deze tijd zouden aanvallen. Veldmaarschalk Rommel, verantwoordelijk voor de kustverdediging, was op 4 juni zelfs afgereisd naar Duitsland, om daar de 50e verjaardag van zijn vrouw te vieren.
De invasiemacht over zee bestond uit 185.000 man en een vloot van 1.000 schepen en werd voorafgegaan door bombardementen en luchtlandingstroepen. Amerikaanse en Britse schepen waren veruit in de meerderheid, maar de invasievloot werd aangevuld met marineschepen uit Canada, Frankrijk, Griekenland, Nederland, Noorwegen en Polen. De drie luchtlandingsdivisies bestonden uit zo’n 20.000 man, waarbij de Amerikaanse 82nd en 101st in het westen van het landingsgebied landden en de Britse 6th in het oosten. Belangrijke taken voor deze troepen was om een aantal bruggenhoofden in te nemen, zodat het oprukken van troepen doorgang kon vinden.
De 185.000 man invasietroepen (6 divisies met ondersteunende eenheden) werden verdeeld over 90 km kust, waarbij de legerleiding 5 landingsplaatsen had gekozen, 5 stranden, die van west naar oost de codenamen Utah Beach, Omaha Beach, Gold Beach, Juno Beach en Sword Beach hadden gekregen. De landingen werden uitgevoerd door de Amerikaanse 1st, 4th en 29th divisions, de Britse 3rd en 50th divisions en de Canadese 3rd division.
Ondanks het verrassingseffect was de strijd niet bepaald makkelijk, zoals bijvoorbeeld bij Omaha Beach, waar lucht- en zeebombardementen hun doel misten, evenals raketbeschietingen, met als gevolg dat van de Amerikaanse 1st en 29th divisions duizenden militairen sneuvelden.
De meesten van hen zijn begraven op de American Military Cemetery van het nabijgelegen Colleville-sur-Mer. Ruim 93.000 soldaten vonden hier hun laatste rustplaats. Maar makkelijk was het nergens: op Juno Beach liet de helft van de eerste golf van Britse en Canadese soldaten het leven.
Niet alle doelen werden op de eerste invasiedag gehaald, zo was de havenstad Caen nog niet ingenomen en waren de verschillende landingsplaatsen nog niet samengevoegd tot één doorlopend bruggenhoofd. Verantwoordelijk voor de grondtroepen was de Britse generaal, later veldmaarschalk Montgomery.
Op 7 juni was het uiteindelijk gelukt om een doorlopend bruggenhoofd van 35 km te creëren. In de dagen daarna slaagde men erin alle sectoren met elkaar te verbinden, met op 12 juni als laatste: de Slag om Carentan.
Op 17 juni waren er zo’n half miljoen soldaten aan land gebracht, 80.000 voertuigen en 180.000 ton aan voorraden. Op 26 juni lukte het Cherbourg te veroveren. De door de Duitsers zwaar verdedigde stad Caen viel uiteindelijk op 6 augustus, waarna de weg naar Parijs open lag. De Franse hoofdstad werd tussen 19 en 25 augustus veroverd en vormde het sluitstuk van de operatie.
Het aantal doden en gewonden tijdens de gehele Operation Overlord is enorm. Aan Amerikaanse zijde 125.847 doden en gewonden, bij het Verenigd koninkrijk en Canada bedroeg dit aantal 83.045. Daarnaast vielen er ook nog eens 15.000 tot 20.000 Franse burgerdoden. Ook aan Duitse zijde waren de verliezen groot, een schatting van het aantal doden en gewonden ligt rond de 200.000.
Nederlandse inbreng
Zoals gezegd was ook de Nederlandse Koninklijke Marine betrokken bij de invasie en wel met de kanonneerboten Hr.Ms. Flores en Hr.Ms. Soemba. De twee vaartuigen stonden bekend onder de naam de terrible twins, een koosnaam die ze verdiend hadden bij de geallieerde landingen in Italië in 1943. In 1944 namen ze Duitse stellingen onder vuur.
Een heel andere rol speelde de uit 1920 daterende kruiser Hr.Ms Sumatra. Dit schip, dat in 1940 Prinses Juliana en haar dochters naar Canada bracht, werd bij Arromanches tot zinken gebracht en werd daarmee onderdeel van een dam die als golfbreker diende voor de kunstmatige Mulberry-haven. De in Londen opgerichte Prinses Irenebrigade kwam op 8 juni aan land in het invasiegebied. Op 26 augustus bevrijdde deze brigade Pont Audemer, tussen Rouen en Le Havre.
Screenshots van de viering van vandaag
De vlag
De vlag van Normandië is rood met daarop twee zogenaamde ‘gaande leeuwen’ in goud (of geel), blauw getongd en genageld. Het is een heraldische vlag, gebaseerd op het Normandische wapen, waarop dezelfde afbeelding te zien. De officiële omschrijving luidt: ‘de gueules à deux léopards d’or’ (‘rood met twee gouden luipaarden’).
Hoewel de twee dieren dus officieel ‘luipaarden’ genoemd worden, worden ze heraldisch gezien als ‘leeuwen’. Op dezelfde wijze afgebeelde luipaarden/leeuwen op wapens van Engelse koningen worden altijd omschreven als ‘lions léopardé’, ‘geluipaarde leeuwen’ dus. Het feit dat de dieren met manen worden afgbeeld, pleit ook voor leeuwen en niet voor luipaarden. Desondanks is de officiële beschrijving altijd gehandhaafd.
Het Normandische wapen is waarschijnlijk terug te voeren op Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, die er in slaagde in 1066 Engeland te veroveren, waar hij zijn bijnaam ‘de veroveraar’ aan te danken heeft. Daarvoor stond hij als buitenechtelijk kind van hertog Robert de Duivel, bekend als Willem de Bastaard.
Met de verovering van Engeland kwam het wapen ook in Engeland terecht. Tegen de tijd dat Richard Leeuwenhart koning van Engeland was (en tevens hertog van Normandië), eind 12e eeuw, kwam het wapen ook met drie leeuwen voor (waarschijnlijk vanaf 1189 , terwijl de versie met twee leeuwen voor Normandië gehandhaafd bleef.
Hoewel in Engeland door de eeuwen heen verschillende Huizen hebben geregeerd en wapens daarmee ook regelmatig veranderingen ondergingen, bleef er één constante: het rode schild met de gouden leeuwen (inmiddels gestandaardiseerd tot drie leeuwen). Ook het huidige Huis van Windsor heeft de leeuwen prominent op de Koninklijke Standaard, zelfs op twee van de vier kwartieren.
Terug naar Normandië. De naam is te danken aan de Noormannen (ook bekend als Vikingen), die vanuit Scandinavië vanaf plusminus 800 plundertochten ondernamen en overvallen pleegden in grote delen van Europa. De Kanaalkust werd zelfs gekoloniseerd door de Noormannen. De Scandinaviërs vormden echter slechts een kleine bovenlaag, die zich uiteindelijk vermengde met de plaatselijke bevolking.
Normandië was tot 1790 een hertogdom, hierna ging het verder als provincie. In 1956 werd Normandië opgedeeld in twee bestuurlijke regio’s: Basse-Normandie (Laag-Normandië) en Haute-Normandie (Hoog-Normandië). Vanaf 1 januari 2016 zijn deze twee gebieden bestuurlijk weer samengevoegd onder de aloude naam Normandie, waarvan het grondgebied in grote lijnen samenvalt met de streek met dezelfde naam.
Twee of drie?/Drie of twee?
De vlag is populair in Normandië en je komt haar dan ook veelvuldig tegen. Maar zeker rond Coutances zien we ook vlaggen met drie leeuwen in plaats van twee.
Het zijn vlaggen die gebruikt worden door aanhangers van de theorie dat het oorspronkelijke wapen van Normandië drie leeuwen had in plaats van twee. Er wordt daarbij ook verwezen naar de nabij gelegen Kanaaleilanden Jersey en Guernsey, die beide ook drie leeuwen in het wapen hebben.
Dit argument houdt uiteraard geen stand, daar de Kanaaleilanden onder de Britse Kroon vallen, die zoals we gezien hebben, al sinds jaar en dag drie in plaats van twee leeuwen gebruikt. Wat niet wil zeggen dat de ‘drie leeuwen-aanhangers’ geen gelijk zouden kunnen hebben, maar te bewijzen valt het niet. Tegenstanders van de drie leeuwen verwerpen het Jersey en Guernsey-argument door te wijzen op het kleinere Kanaaleiland Sark, wat een wapen met twee leeuwen heeft!
De vlag van Normandië heeft als bijnaam in het Normandisch: ‘Les P’tits Cats’ (‘De Katjes’), terwijl de versie met drie leeuwen ‘Les Treis Cats’ (‘De Drie Katten’) wordt genoemd.
Hebben we dan alles gehad? Nee, er is meer! In 1939 werd er een vlag geïntroduceerd door Jean Adigard des Gautries. Het is de vlag van Sint Olaf, een rode vlag met een geel omzoomd, rood Scandinavisch kruis, waarmee hij de band met de Noormannen wilde onderstrepen, hoewel de Normandiërs net zo goed van de Kelten en de Franken afstammen. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw werd het enigszins vergeten ontwerp omarmd door Le Mouvement Normand (De Normandische Beweging), een politieke organisatie die meer autonomie voor Normandië wil, maar separatisme verwerpt.
De organisatie voegde in het kanton van het ontwerp van Des Gautries ‘Les P’tits Cats’ toe. Deze vlag staat bekend als ‘le Croix de Falaise’ (‘het Kruis van Falaise’), de stad waar Willem de Veroveraar werd geboren.
De vijfde juni is een officiële feestdag in Denemarken. Grundlovsdag (Grondwetdag) herdenkt 5 juni 1849, de dag waarop Denemarken een constitutionele monarchie werd. Koning Frederik VII zette op deze dag zijn handtekening onder de nieuwe grondwet.
Het absolute koningschap uit 1665 werd hiermee afgeschaft. Hetzelfde gebeurde in Nederland één jaar eerder in 1848 met de Grondwetherziening onder leiding van Thorbecke.
Verdere aanpassingen waren er in Denemarken in 1866, 1915 (algemeen vrouwenkiesrecht) en 1953. Bij die laatste wijzigingen van 1915 en 1953 gebeurde de ondertekening opnieuw op de vijfde juni.
Het is in Denemarken een grotendeels politieke dag, met speeches en bijeenkomsten door politieke partijen. Eigenlijk is het maar een halve vrije dag: winkels en instellingen zijn ’s morgens nog geopend, maar ’s middags dicht.
De vlag
De Deense vlag behoort tot de oudste vlaggen ter wereld en de oudste nationale vlag die continu in gebruik is gebleven, in ieder geval sinds de 14e eeuw. De vlag bestaat uit een rood veld met een wit Scandinavisch kruis. Er zijn verschillende legendes in omloop over het ontstaan van de vlag.
De bekendste daarvan verhaalt van een vlag die uit de hemel neerdaalde op 15 juni 1219 bij de slag bij Lyndanisse (het tegenwoordige Talinn, hoofdstad van Estland). De vlag, die opgevangen werd door aartsbisschop Anders Sunesen,was een teken van nieuwe hoop tijdens deze slag (een kruistocht tegen Estland), onder aanvoering van de Deense koning Waldemar II. De strijd, die tot dat moment niet bijster succesvol was verlopen voor Waldemar, werd door deze goddelijke interventie alsnog in zijn voordeel beslecht.
Het is maar een legende natuurlijk, wat de precieze oorsprong van de vlag is, valt niet meer te achterhalen.
De vlag heeft een naam, Dannebrog, wat zoveel als Deense banier betekent. Met zijn Scandinavische kruis stond hij model voor verschillende Noordse vlaggen, zoals Noorwegen, Zweden, Finland, Åland, Faeröer, IJsland, Orkney en Shetland.
Sinds 1854 is het vlaggebruik in de wet opgenomen en sinds die tijd kan iedere Deen die dat wil de vlag uitsteken.
De koning gebruikt zijn persoonlijke vlag (standaard), een variatie op de Dannebrog: het model is een zogenaamde zwaluwstaart met twee punten en het koninklijke wapen op een wit vierkant over het centrum van het kruis geplaatst.