Tagarchief: Nederland

Nederland – Koninkrijksdag (1954)

Hoewel Koninkrijksdag geen officiële feestdag is (geen vrije dag dus), wordt er bij overheidsgebouwen wel gevlagd.

Herdenkingspostzegel van 25 cent uit 1969 bij het 25-jarig jubileum van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (publiek domein)

De dag herdenkt de 15e december 1954, toen Koningin Juliana in de Ridderzaal het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden tekende. De dag van vandaag staat dan ook wel bekend onder de naam Statuutdag.

Koningin Juliana (1909-2004) tekent het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in de Ridderzaal, onder toeziend oog van de Directeur van het Kabinet der Koningin, Marie Anne Tellegen (1893-1976) en ceremoniemeester Dirk Georg de Graeff (1905-1986) (publiek domein)

Het Statuut regelde de verhoudingen tussen drie koninkrijksdelen: Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Eén deel van het koninkrijk viel hierbuiten: Nederlands Nieuw-Guinea. De soevereiniteit over dit gebied (een ‘overblijfsel’ van de kolonie Nederlands-Indië) werd in 1962, zij het niet van harte, overgedragen aan Indonesië.

De pagina’s 1 en 4 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, met het Grootzegel van het Koninkrijk, de handtekening van Koningin Juliana zien we op pagina 4 bovenaan (publiek domein)

Heel kort gezegd: in het Statuut werd de gelijkheid van de rijksdelen geregeld, een juridische regeling waar zelfs de Nederlandse Grondwet ondergeschikt aan was.

Links: Close-up van het Grootzegel van het Koninkrijk der Nederlanden onder Koningin Juliana, het is 12 bij 6,7 cm en toont de Koningin staand ten voeten uit met rijksappel en scepter (publiek domein) / Rechts: Herdenkingspostzegel van 10 cent uit 1954 t.g.v. de ondertekening van het Statuut voor het Koninkrijk, een ontwerp van Sem Hartz (1912-1995) (publiek domein)

Reeds voor de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat de klassieke koloniale verhoudingen tussen Nederland en zijn overzeese gebiedsdelen aan vernieuwing toe was.
Voor wat de grootste Nederlandse kolonie Nederlands-Indië betrof: dit land wenste zich na de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog niet langer te schikken naar de Nederlandse wensen en bevelen en riep op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid uit onder de naam Indonesië (en het zou nog tot 27 december 1949 duren eer Nederland officieel de soevereiniteit overdroeg).

Zoals gezegd: het uitgangspunt bij deze staatswijziging was de gelijkwaardigheid van Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen. De verschillende landsdelen werden voortaan als ‘land’ aangeduid. Ieder land behield een gouverneur ter vertegenwoordiging van de Koning, behalve Nederland, want daar zetelde de Koning zelf.

Kaart van Suriname uit de “Schoolatlas der gehele aarde” door P.R. Bos en J.F. Niermeyer, uitgave J.B. Wolters, 1932

Ieder land kreeg een geheel eigen regering en alle landen behalve Nederland, stuurden een gevolmachtigd minister naar Nederland als vertegenwoordiger van de eigen regering voor overleg voor wat betrof de zaken van het Koninkrijk, zoals wijzigingen aan het Statuut, aan de Grondwet (voor zover het zaken van het koninkrijk aanging) en de rijkswetten.

Kaart van de West-Indische Eilanden, oftewel de Nederlandse Antillen, met het Noord-Hollandse eiland Wieringen (nu onderdeel van de Wieringermeer) ter vergelijking van de grootte, uit de “Schoolatlas der gehele aarde” door P.R. Bos en J.F. Niermeyer, uitgave J.B. Wolters, 1932

In principe waren de drie landen hiermee autonoom, op de zogenaamde koninkrijksaangelegenheden na, zoals Buitenlandse Zaken en Defensie.

Herdenkingspostzegels van 7½ cent van de Nederlandse Antillen en Suriname t.g.v. de ondertekening van het Statuut voor het Koninkrijk, een ontwerp van Sem Hartz (1912-1995) (publiek domein)

Het juridisch ontwerp voor de regeling was het werk van Wim van der Grinten, de toenmalige staatssecretaris belast met publiekrechtelijk bedrijfsorganisatie.

V.l.n.r.: Wim van der Grinten (1913-1994) / Willem Kernkamp (1899-1956) / Leendert Donker (1899-1956) (publiek domein)

Verdere betrokkenen bij de totstandkoming van het Statuut waren de ministers Willem Kernkamp (minister van Overzeese Rijksdelen), Leendert Donker (minister van Justitie) en Louis Beel (minister van Binnenlandse Zaken) namens Nederland, Archibald Currie (minister van Algemene Zaken) namens Suriname en Moises Frumencio da Costa Gomez (voorzitter van de Regeringsraad) namens de Nederlandse Antillen.

V.l.n.r.: Louis Beel (1902-1977) / Archibald Currie (1889-1986) / Moises Frumencio da Costa Gomez (1907-1994) (publiek domein)

Groot ceremonieel in de Ridderzaal

De bekrachtiging en ondertekening van het Statuut vonden plaats tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van de Staten Generaal, plus uiteraard de vertegenwoordigers van Suriname en de Nederlandse Antillen.

De plechtigheid werd groots aangepakt. Met groot ceremonieel als ware het een Prinsjesdag in december.
Koningin Juliana en Prins Bernhard arriveerden met de Gouden Koets, voorafgegaan door de Koninklijke Militaire Kapel.

Koningin Juliana en Prins Bernhard luisteren naar de rede van premier Willem Drees (screenshot)
Koningin Juliana op de troon tijdens de plechtigheid, zoals in die tijd te doen gebruikelijk werd door de Rijksvoorlichtingsdienst naar buiten gebracht wat de Koningin op deze dag droeg: een bleu-damasten robe met een stola van zilvervos en een taupe-kleurig kapje met sierlijke paradijsveren (screenshot)

Na aankomst begaven Koningin en Prins zich naar de troonzetels en volgde een toespraak van premier Willem Drees.

De Koningin daalt het troonplatform af voor de ondertekening van het Statuut, ceremoniemeester De Graeff staat klaar om de stoel aan te schuiven (screenshot)

Hierna was het tijd voor de ondertekening en begaf de Koningin zich naar een ronde tafel aan de voet van het troonplatform. De Koningin kreeg de akte voorgelegd door haar Directeur van het Kabinet van de Koningin, Marie Anne Tellegen, onder het toeziend oog van ceremoniemeester Jonkheer Dirk Georg de Graeff.

Links: Koningin Juliana heeft het Statuut getekend en lijkt te peilen of mevrouw Tellegen het zo goed vindt / Rechts: Koningin Juliana legt de pen neer (screenshots)

Na ondertekening van het document liep de Koningin terug naar de troonzetel en tekenden de vertegenwoordigers van de drie landen.

Premier Willem Drees (1886-1988) tekent voor Nederland (screenshot)

Hierna sprak de Koningin een rede uit. Hierin zei ze onder meer:

“In het huidige stadium, waarin wij verkeren, is het onbestaanbaar, dat een overeenkomst als deze, anders dan op basis van volledige vrijwilligheid gegrond zou zijn.
Wat onze drie landen, gelegen in hun grillige geografische driehoek, ook moge scheiden, al wat ons verbindt, kan voeren tot een vruchtbaar samenwerken in het belang van het samenstel der drie: het veelvoud, in het besef dat het heil daarvan altijd uitgaat boven dat der afzonderlijke landen: het enkelvoud”.

Met een driewerf “Leve de Koningin!” werd de ceremonie door de voorzitter van de verenigde vergadering besloten.

Na afloop van de ceremonie werd het ondertekende Statuut door een aantal hoofdrolspelers bekeken, v.l.n.r.: Efraïn Jonckheer (Nederlandse Antillen), Willem Drees (Nederland), Willem Kernkamp (Nederland) en Archibald Currie (Suriname) (publiek domein)

Toen Suriname in 1975 een onafhankelijke republiek werd, verliet dit land het Koninkrijk en daarmee ook het Statuut.
In 1986 gold het Statuut opnieuw voor drie landen toen Aruba het Antilliaanse staatsverband verliet en een eigen land werd.
De laatste wijziging was in 2010 toen de Nederlandse Antillen als entiteit werden opgeheven en Curaçao en Sint Maarten net als Aruba verder gingen als apart land binnen het Koninkrijk.
De overige drie eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba werden “bijzondere gemeenten” van Nederland.

De vier landen van het Koninkrijk der Nederlanden waar het Statuut momenteel betrekking op heeft (publiek domein)

Sindsdien heeft het Statuut dus betrekking op vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

De vlag

Vlag van Nederland

De Nederlandse vlag stamt in oorsprong uit de 16e eeuwse vrijheidsstrijd onder Willem van Oranje tegen de Spaanse overheersers. De eerste versie is de Prinsenvlag, die verschillende verschijningsvormen kende, met een wisselend aantal strepen, maar in het begin bijna altijd met oranje in plaats van het nu gebruikte rood. De kleuren oranje, wit en blauw zelf zouden van de livreikleuren van Willem van Oranje kunnen komen, maar ook zijn er theorieën dat  de kleuren ontleend zijn aan het wapen van Zeeland.

Links: Prinsenvlag met 11 banen / Rechts: Nederlandse vlag met oranje baan

Zeker is in ieder geval, dat geleidelijk aan, tussen 1597 en 1630 het oranje steeds meer werd vervangen door het rood. De reden daarvoor is waarschijnlijk dat de oranje baan in de vlag de neiging had te snel te verkleuren en daarmee bijna onzichtbaar werd. Ook op zee was de oranje baan in de vlag vaak moeilijk te onderscheiden. Rood had dat probleem als ‘sprekender’ kleur niet.

Pas op 19 februari 1937 werden de kleuren van de Nederlandse vlag bij Koninklijk Besluit vastgelegd: De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw. Op 16 augustus 1948 werden de exacte kleuren ten behoeve van de marine iets exacter vastgesteld: helder vermiljoen, wit en kobaltblauw.

Vlag Spaanse Nederlanden

Om in het kort iets te zeggen over twee vlaggen die ook ooit nationale vlaggen waren in wat nu Nederland is:
Vóór de Nederlandse opstand tegen de Spaanse overheersing (de Tachtigjarige Oorlog, 1568-1648) stonden het tegenwoordige Nederland en België sinds 1482 bekend onder de naam Habsburgse of Spaanse Nederlanden.

Links: Vlag van de Habsburgse of Spaanse Nederlanden / Rechts: Kaart van de Spaanse Nederlanden (in oranje), donkerpaars: het Prins-bisdom Luik, roze: het Prinsdom van Stavelot-Malmédy, lichtpaars: het Prins-bisdom van Cambrésis

De vlag die toen gevoerd werd was wit met een rood Bourgondisch kruis, schuingeplaatst in de vorm van twee knoestige stokken. Het lijkt daarmee op het andreaskruis (dat kruis heeft echter geen knoesten).
Met de revolutie van de Noordelijke Nederlanden (nu Nederland) ging dit gebied stukje bij beetje over op het oranje-wit-blauw (zie ook boven).
De Zuidelijke Nederlanden (nu België) bleven de vlag met het kruis gebruiken tot aan 1715, toen dit gebied overging naar Oostenrijk onder de naam Oostenrijkse Nederlanden (met een andere vlag).

Kaart van de Bataafse Republiek in 1801 (door Joostik, gebaseerd op de “Groote historische schoolatlas ten gebruike bij het onderwijs in de vaderlandsche en algemene geschiedenis”, door H. Hattema, 1920) (publiek domein)

Vlag van de Bataafse Republiek

De andere vlag was die van de Bataafse Republiek en daarmee komen we in de tijd van Napoleon.
Daags nadat stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte (19 januari 1795) werd de Bataafse Republiek een feit. Hoewel het op papier een autonome republiek was, was het land in feite een vazalstaat van Frankrijk, eufemistisch een zusterrepubliek genoemd.
Het rood-wit-blauw van de vlag werd gehandhaafd maar in de broektop kwam een afbeelding te staan. Hoewel deze vlag oorspronkelijk als marinevlag werd ingevoerd, werd ze uiteindelijk ook aan land gevoerd.

Vlag van de Bataafse Republiek (1795-1806)

De afbeelding toont een zogenaamde Nederlandse of Bataafse maagd, ook wel de Vrijheidsmaagd genoemd. Haar gouden helm is getooid met veren in de kleur van de Nederlandse of Bataafse vlag. Naast haar zit de Nederlandse of Bataafse leeuw, die enigszins verbijsterd kijkt.
Beiden houden een speer vast, waar bovenop een vrijheidshoed balanceert.
De maagd houdt aan haar andere zijde een schild vast met daarop een Romeinse roedenbundel met bijlen (fasces).
Het hele tafereel is geplaatst op een groene ondergrond met struikgewas en gezien de wapperende sjaal, verentooi en leeuwenmanen lijkt het flink te waaien!

Afbeelding op de vlag van de Bataafse Republiek

De afbeelding op de rode baan kwam weer te vervallen in 1806 toen de Bataafse Republiek door Napoleon werd vervangen door het Koninkrijk Holland, waarbij hij zijn derde broer, Lodewijk Napoleon, op de troon zette.
Dit koninkrijk was maar een kort leven beschoren, Napoleon was ontevreden met zijn broer als koning, die hij ‘te Hollands’ vond worden. Hij zette Lodewijk Napoleon in 1810 af en lijfde Nederland bij zijn in 1804 gevormde Franse Keizerrijk in, waardoor de officiële vlag in Nederland de Franse tricolore werd.

Detail uit een kaart van het Franse Keizerrijk in 1810 na inlijving van Nederland (© Andrein, 2015)

Na een desastreus verlopen veldslag van Napoleon in Rusland, begon het keizerrijk te imploderen en verlieten de Fransen Nederland en werd door de geallieerde Europese machten (het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen) in 1813 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in het leven geroepen: Nederland, België en Luxemburg samen onder Koning Willem I, zoon van de laatste stadhouder Willem V.
En daarmee keerde de Nederlandse driekleur definitief terug.

Geuzen

Links: Geus van de Koninklijke Marine (‘dubbele of prinsengeus’) / Rechts: Geus van de watersport (‘enkele geus’ of ‘geusje’)

Tot slot een bekende verschijning op het water: de van de Nederlandse vlag afgeleide geus. Een geus is een vlag die op een schip gevoerd wordt.
We kennen in Nederland twee geuzen.

De eerste, de dubbele of prinsengeus wordt gebruikt door de Koninklijke Marine.
Het is een zogenaamde gegeerde vlag met twaalf segmenten in rood-wit-blauw, de kleuren van de nationale vlag, die krachtens Koninklijk Besluit 315 van 20 juli 1931 officieel werd vastgesteld, maar is terug te voeren tot de Tachtigjarige Oorlog.

De dubbele of prinsengeus wordt gebruikt als een schip op zon- en feestdagen voor anker of aan de kade ligt, als er een buitenlands marineschip in de haven ligt en als een Nederlands marineschip in een buitenlandse haven ligt, maar dus niet als een schip onderweg is.

Twee marineschepen aan de kade in Willemstad, Curaçao, van het linkerschip (de Hr.Ms. Karel Doorman) zien we de achtersteven met de Nederlandse vlag, het schip rechts voert de dubbele of prinsengeus op de boeg (fotograaf onbekend)

Het eenvoudiger ‘broertje’ van de dubbele of prinsengeus is de enkele geus of geusje, eveneens een gegeerde vlag in rood-wit-blauw, maar dan met acht segmenten in plaats van twaalf.
Deze geus wordt gebruikt binnen de watersport en wel door ronde- en platbodemjachten op de botteloef of kluiverboom en door kotters en andere traditioneel getuigde schepen en jachten op de boegspriet.
Ook motorjachten kunnen de enkele geus voeren en wel op het voorschip, maar alleen indien men eveneens de verenigingsstandaard of clubvlag in de top van een mast en hoger dan de geus heeft gezet.

De watersportetiquette in beeld met drie vlaggen: de Nederlandse vlag op de achtersteven, de verenigingsstandaard of clubvlag hoog aan de mast en de enkele geus of geusje op de boeg (fotograaf onbekend)


Nederland & België – Sinterklaas / Pakjesavond

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Sinterklaas is een kinderfeest met cadeaus en surprises, dat in Nederland en België wordt gevierd. In Nederland gebeurt dat doorgaans op de avond van 5 december, waar ook de naam Pakjesavond vandaan komt. In België wordt over het algemeen 6 december aangehouden, de naamdag van Sint Nicolaas.

Sinterklaas arriveert op zijn schimmel (© indebuurt.nl)

Sinterklaas, officieel Sint Nicolaas, is gebaseerd op de 3e-eeuwse Nicolaas van Myra. Geschreven bronnen uit zijn tijd zijn er niet, dus wat we van Nicolaas weten is gebaseerd op mondelinge overlevering. Vast staat dat hij in ieder geval vanaf de 6e eeuw vereerd werd. De eerste hagiografie (biografie van een heilige), stamt uit de 9e eeuw en werd geschreven door Michaël de Archimandriet, gevolgd door die van Simeon de Logotheet uit de 10e eeuw.

Volgens deze ‘bronnen’ werd Nicolaas rond 280 geboren in Patara, aan de zuidwestkust van het tegenwoordige Turkije. Via het priesterschap werd hij uiteindelijk bisschop van het nabijgelegen Myra.
Zoals het heiligen betaamt worden ook aan Nicolaas wonderen toegeschreven, waarvan er in de loop der eeuwen steeds meer bijkwamen. Voor dit blog zou het wat ver voeren om ze allemaal de revue te laten passeren, maar één van de bekendere stamt uit de 11e eeuw en verhaalt over drie theologiestudenten die in een herberg verbleven. De herbergier vermoordde hen, sneed ze in stukken en borg hun vlees op in een ton met pekel.

Sint Nicolaas (hier nog niet in zijn bekende rode tabberd) wekt de drie vermoorde studenten weer tot leven, illustratie afkomstig uit “De Grey Hours” een getijdenboek uit circa 1390 (Collectie National Library of Wales / publiek domein)

Als Nicolaas kort daarop in dezelfde herberg verblijft, droomt hij ’s nachts van de misdaad van de herbergier. Nicolaas roept hem bij zich. Die bekent zijn gruweldaad, waarna Nicolaas zich in gebed tot God wendt, waarna de studenten weer tot leven worden gewekt.

De sarcofaag van Nicolaas in de grotendeels verwoeste Basiliek van Nicolaas in Myra (Sjoehest, 2002)

Nicolaas stierf op 6 december 342 of 352 in Myra, waar hij ook werd begraven. In de eeuwen hierna begon zijn verering en werd hij heilig verklaard en veranderde daarmee dus in Sint Nicolaas.
Na een inval door de islamitische Seltsjoeken in dit gebied (in 1087), zou een deel van zijn stoffelijke resten overgebracht zijn naar Bari in Zuid-Italië.

In de loop der eeuwen werd Sint Nicolaas de beschermheilige van kinderen, armen, zeelieden, slagers en kooplieden. In sommige havensteden, zoals Antwerpen en Amsterdam, werd hij de patroonheilige van kerken.

Basiliek van de Heilige Nicolaas (officieel de H. Nicolaas binnen de Veste geheten) is een van de kerken gewijd aan Sint Nicolaas en werd tussen 1884 en 1887 gebouwd naar een ontwerp van architect Adrianus Bleijs (1842-1912) (fotograaf onbekend)

Hoe lang de verbastering van Sint Nicolaas naar Sinterklaas al bestaat is niet bekend, maar reeds in 1283 wordt gesproken over Senter Cloes.

Hoewel er rond zijn naamdag van 6 december al tal van vieringen plaatsvonden in Europa, leek dat nog niet echt op het feest zoals we dat nu kennen. Het oudste gebruik dat we ook nu nog kennen, is het zetten van de schoen, wat vanaf de 15e eeuw al gebruikelijk was. Kinderen zetten ’s avonds hun schoen, gevuld met haver en stro, waarna de ouders dit vervingen door appels, koeken, rozijnen of geld.

“Sint Nikolaas en zijn knecht “

Sinterklaas, zoals we hem nu in Nederland en België kennen, gaat grotendeels terug op een kinderboek van Jan Schenkman Sint Nikolaas en zijn knecht uit 1850.

Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), 1e druk uit 1850, uitgave G. Theod. Bom: kaft en aankomst van de Sint en zijn helper per stoomboot

Sinterklaas is in dit boek bisschop van Spanje en arriveert met zijn knecht per stoomboot (toen heel modern) in Amsterdam.

Illustratie uit ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), 1e druk uit 1850, uitgave G. Theod. Bom: ‘Sint Nikolaas in de school’

Het duo slaat snoepgoed en banket in en rijdt ’s nachts met paarden over de daken, waarbij het zijn knecht is die strooigoed door schoorstenen gooit. Sinterklaas zelf luistert vooral, ook aan deuren, waarbij hij aantekent welke kinderen er lief en stout zijn.

‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), 1e druk uit 1850, uitgave G. Theod. Bom: de Sint strooit met snoepgoed en het vertrek van hem en zijn knecht per luchtballon

Op strooi-avond gaat Sinterklaas de deuren langs, de kinderen zingen voor hem en hij strooit met snoepgoed. Zoals dat ging in de 19e eeuw ontbreken wijze lessen niet: een rijk kind leert dat deugd belangrijker is dan een groot cadeau.
Twee jongens die uit de koektrommel stelen dreigt Sinterklaas in een zak te stoppen, maar uiteindelijk vergeeft hij ze.
Wat heel apart is, is het einde: Sinterklaas en zijn knecht keren niet terug naar de stoomboot, maar ze vertrekken per luchtballon (toen ook een noviteit, in latere herdrukken wordt het nog moderner, als de ballon vervangen wordt door de trein!).

Links: ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman (1806-1863), heruitgave van 1907 / Rechts: ‘Zie de maan schijnt door de bomen’, Sinterklaas rijdt op zijn schimmel over de daken . Illustratie ± 1945 door Sjoerd de Vries (1907-1987)

Het boek sloeg in en het vormt het begin van de vieringen zoals we die nu nog kennen. Sinterklaas kreeg het snel drukker, van één helper in 1850, die dan nog naamloos is, heeft hij in 1880 twee helpers die bekend worden onder de naam Zwarte Piet. Het curieuze is, dat de zwarte helpers eigenlijk Sinterklaas zelf als voorloper hebben: in de Middeleeuwen werd Sinterklaas vaak afgebeeld als een zwarte boeman met rammelende kettingen aan zijn voeten en stond hij bekend als Zwarte Klaas. Uit deze tijd dateert ook ‘de zak’ van Sinterklaas.

De zak van Sinterklaas diende vroeger als afschrikmiddel voor stoute kinderen: die gingen in de zak mee naar Spanje! Het gelijknamige liedje kennen we nog, de zak als ontvoeringsgereedschap niet meer (Reclame uit 1934 van De Gruyter / publiek domein)

Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt Sinterklaas vergezeld door een compleet pietenleger, die allemaal zo hun eigen taak hebben, onder leiding van de Hoofdpiet.
Vanaf de 21 eeuw komt het uiterlijk van Zwarte Piet geleidelijk aan meer onder druk te staan in een steeds multiculturelere samenleving. De laatste jaren is er dan ook een duidelijke kentering naar een pietenleger met een heel scala aan kleuren en/of roetvegen.
Anno 2025 is Zwarte Piet vrijwel geheel vervangen door dit 21e pietenleger.

Van Sinterklaas naar Santa Claus

Naast Sinterklaas heb je natuurlijk ook nog de Kerstman, die in het Engels Santa Claus heet. De namen Sinterklaas en Santa Claus lijken niet toevallig op elkaar: de één is een verbastering van de ander. Santa Claus, oftewel de Kerstman, zoals wij hem nu kennen is hoogstwaarschijnlijk een Amerikaanse concoctie van twee volksfiguren, Sinterklaas en Father Christmas.

Weggeef-collega’s: ontmoeting tussen de Kerstman en Sinterklaas (fotograaf onbekend)

Gedurende de Nederlandse aanwezigheid in de 17e eeuw in Nieuw-Amsterdam (nu New York) en Nieuw-Nederland (een gedeelte van de Hudsonvallei) was Sinterklaas als traditie al in Amerika aangekomen.
De Engelsen hadden hun eigen kolonies ten noorden en zuiden van Nieuw-Nederland en na de machtswissel van 1664 waarbij Nieuw-Amsterdam Engels werd en omgedoopt in New York, begonnen de traditie van Sinterklaas en die van de Engelse Father Christmas langzaam te fuseren.

Father Christmas, de personificatie van Kerstmis gaat in ieder geval terug tot de 15e eeuw, maar had nog niets te maken met het geven van cadeaus. Als de verpersoonlijking van de kerstgeest stond plezier maken, drinken en zingen centraal.
Toen deze twee tradities samenkwamen in het noordoosten van Amerika ontstond er langzamerhand een nieuwe figuur.

Schrijver Washington Irving publiceerde in 1809 zijn boek met de nogal lange titel A history of New York from the beginning of the world to the end of the Dutch dynasty. Deze geschiedkundige en politieke satire wordt verteld door de al even fictieve Diedrich Knickerbocker.
In het boek wordt Santa Claus geïntroduceerd met Nederlandse Sinterklaasgebruiken.

Links: ‘A history of New York from the beginning of the world to the end of the Dutch dynasty’ door Washington Irving (1783-1859), verteld door Friedrich Knickerbocker, editie uit 1826 (publiek domein) / Rechts: ‘A visit from St. Nicholas’, editie uit 1864 (publiek domein)

In 1823 verschijnt het gedicht A visit from St. Nicholas door een anoniem gebleven schrijver. Hierin komen voor het eerst rendieren en een slee voor en Saint Nick wurmt zich door schoorstenen om mensen cadeautjes te bezorgen.

V.l.n.r.: ‘Sint Niklaas’, kleurenlitho uit de 19e eeuw van Brepols & Dierckx zoon, Turnhout (© Rijksmuseum) / Father Christmas: ‘Christmas with the yule log’ door Alfred Crowquill (pseudoniem van Alfred Henry Forrester) (1804-1872) (© Illustrated London News, 1848) / ‘Merry Old Santa Claus’ door Thomas Nast (1840-1902), tekening voor de voorpagina van Harper’s Weekly, januari 1881

Het plaatje wordt compleet als tekenaar Thomas Nast Merry Old Santa Claus portretteert op de voorpagina van Harper’s Weekly in januari 1881.
The rest is history, zullen we maar zeggen!

De vlag

Sinterklaasvlag

Sinterklaas heeft geen officiële vastgestelde vlag, dus bestaan er Sint-vlaggen in vele soorten en maten. De bekendste attributen van de goedheiligman, zijn diens mijter en bisschopsstaf en die worden dan ook vaak afgebeeld, zoals op de vlag van Vlagblog.
De kleuren zijn vrijwel altijd die van zijn uitdossing: rood en geel, tevens de nationale kleuren van Spanje.

Suriname – Onafhankelijkheidsdag / Srefidensi Dey (1975)

Jubileum in Suriname vandaag: 50 jaar geleden werd het land op deze dag een onafhankelijke republiek en dat wordt uitgebreid gevierd.
Naast de viering in Suriname zelf zal de Surinaamse gemeenschap in Nederland ook uitgebreid bij deze dag stilstaan.


Nederland had het sinds de koloniale tijd (1667) voor het zeggen hier. Pas in 1954 trad er met de invoering van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden* een theoretische gelijkstelling van de verschillende koninkrijksdelen in werking, waarbij Suriname en de Nederlandse Antillen als gelijkwaardige partners van Nederland werden behandeld, met meer autonomie.

Suriname Statuut 1954.jpg
15 december 1954: Koningin Juliana ondertekent het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in de Ridderzaal onder het toeziend oog van Marie Anne Tellegen, directeur van het Kabinet van de Koningin (screenshot)

Met het verstrijken der jaren werd het verlangen naar een onafhankelijke staat in Suriname echter steeds sterker. Toen in 1974 het progressieve kabinet Den Uyl aantrad was de tijd rijp. In een achteraf gezien behoorlijk rap tempo werden de verschillende hordes genomen om het land politiek en praktisch los te weken van Nederland.
Op 24 november waren Prinses Beatrix, Prins Claus en premier Den Uyl er bij toen tijdens een avond van festiviteiten de Nederlandse vlag voor het laatst gestreken werd en de Surinaamse gehesen. Om middernacht, bij het begin van de 25e november barstte er een groot volksfeest los.

Schermafbeelding 2019-11-22 om 10.38.52.png
25 november 1975, 00.00 uur, in het André Kamperveen Sportstadion in Paramaribo: de Nederlandse vlag is zojuist voor het laatst gestreken (rechts) en de nieuwe Surinaamse vlag gehesen (screenshot)
surinemw 01
Links: Johan Ferrier, de laatste gouverneur van Suriname en vanaf dat moment de eerste president van het land, valt in de armen van parlementsvoorzitter Jagernath Lachmon (screenshot) / Rechts: V.l.n.r.: Minister van Districtsbestuur en Decentralisatie (tevens vice-minister-president) Olton van Gelderen (1921-1990), Kroonprinses Beatrix (1938), President Johan Ferrier (1910-2010) en parlementsvoorzitter Jagernath Lachmon (1916-2001) (screenshot)

Tegelijkertijd werd in Nederland door koningin Juliana in de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch het soevereiniteitsverdrag ondertekend in het bijzijn van vice-premier Van Agt en minister Van der Stoel van Buitenlandse Zaken.

suriname 02
De plechtigheid in Nederland: Koningin Juliana tekent in de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch de onafhankelijkheidsverklaring van Suriname. Op het linkse screenshot is het kabinet Den Uyl achter de vorstin te zien, naast haar de directeur van het Kabinet van de Koningin, mr. Fuus de Graaff (screenshots)

In haar korte toespraak zei de koningin onder meer: “Een wens wordt werkelijkheid nu Suriname zelfstandig en onafhankelijk is geworden. Deze staatkundige ontwikkeling is iets waar ieder volk recht op heeft”.

De vlag

Vlag van Suriname (1975-heden)

De vlag van Suriname werd ingevoerd op 25 november 1975, de dag dat het land onafhankelijk werd van Nederland. Voor het ontwerp was een wedstrijd uitgeschreven waarvoor meer dan 270 inzendingen binnenkwamen. Geen van deze ontwerpen werd uiteindelijk gekozen. Wel kwamen verschillende onderdelen van verschillende inzenders uiteindelijk terug in de vlag.

De gele ster in het midden staat voor eenheid en hoop. De twee groene en één rode baan staan voor de kleuren van de politieke partijen die ten tijde van de onafhankelijkheid aan de macht waren. Het rood staat tevens voor de liefde. De twee witte stroken daartussen staan voor gerechtigheid en vrijheid.

Over de positie van de ster ontstond nog enige discussie. Uiteindelijk werd gekozen voor een placering met twee punten naar beneden, of zoals toenmalig president John Ferrier het zei: “Met beide benen stevig op de grond”.

Eerdere vlag

Om kort nog iets te zeggen over de vorige vlag van Suriname: deze was in gebruik tussen 8 december 1959 en 25 november 1975.

Vlag van Suriname (1959-1975)

Deze vlag was wit met vijf vijf-puntige sterren in een ellips, verbonden door een zwarte lijn. De kleuren van de sterren stonden voor de verschillende bevolkingsgroepen: zwart voor de Creolen, bruin voor de Indiërs, geel voor de Chinezen, rood voor de Indianen en wit voor de blanke Europeanen.

Noni Lichtveld (1929-2017)

Het ontwerp was van illustratrice en schrijfster Noni Lichtveld (1929-2017).

Aanbieding van de vorige vlag van Suriname door de gevolmachtigd minister van Suriname in Nederland, Raymond Henri Pos (1910-1964) aan koningin Juliana op 15 december 1959 in Paleis Soestdijk (foto: Herbert Behrens/© Anefo)
De oude vlag van Suriname (1959-1975)

Sint Eustatius – Statia Day / Statia-dag (1776)

De 16e november is Statia Day op Sint Eustatius (Caribisch Nederland). Statia is de naam die de bewoners over het algemeen gebruiken voor hun eiland. Deze datum herinnert aan een belangrijke historische gebeurtenis in 1776 en is een officiële feestdag.

Statia Day vlaggen.jpg
De vlaggen van de Verenigde Staten, Nederland en Sint Eustatius op Statia Day (fotograaf onbekend)

Het eiland, dat in die tijd al een Nederlandse kolonie was, werd plotseling even wereldnieuws op de 16e november 1776.
De kersverse republiek van de Verenigde Staten van Amerika, had op de 4e juli van dat jaar zichzelf onafhankelijk verklaard. Als gevolg daarvan was het in oorlog geraakt met de Britse kolonisator.
Nederland, in die tijd zelf ook een republiek onder de naam Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, was Engeland’s grote handelsconcurrent en was op de hand van de Amerikaanse vrijheidsstrijders, Er vonden dan ook wapenleveranties plaats, o.a. via Sint Eustatius.

Kaart van SInt Eustatius (Hans Erren – publiek domein)

Op 16 november 1776 kwam het Amerikaanse marineschip de USS Andrew Doria Gallows Bay binnengezeild. Het voerde de nieuwe vlag van de onafhankelijke republiek, de Grand Union Flag, een vlag waarop de toenmalige versie van de Britse Union Flag of Union Jack nog in het kanton voorkwam. (Het volgende jaar, op 14 juni 1777, zou de eerste versie van de Stars and Stripes zijn intrede doen).

sint eustatius 01
Links: De Grand Union Flag (1775-1777) / Rechts: De eerste versie van de Stars and Stripes (1777-1795)

Met het binnenlopen van de baai vuurde de Andrew Doria 13 saluutschoten af. Gouverneur Johannes de Graaf gaf vervolgens opdracht de groet te beantwoorden, waarop er vanaf Fort Oranje 11 saluutschoten werden afgevuurd.

sint eustatius 02
Links: de SS Andrew Doria vuurt saluutschoten af voor  de kust van Sint Eustatius op 16 november 1776, schilderij door Phillips Melville, U.S. Navy Art Collection / Rechts: Gouverneur Johannes de Graaf (1729-1813), door een onbekende schilder, New Hampshire Statehouse

Het lijkt wellicht niet heel bijzonder, maar dat was het toen wel! Het was de eerste keer dat een buitenlandse mogendheid de vlag van de Verenigde Staten eerde met een saluut.
De Amerikanen beschouwden dit als een officiële erkenning van hun onafhankelijkheid.

Fort Oranje.jpg
Sint Eustatius, Fort Oranje (© caribbeanbluebookcom)

Het gevolg liet zich raden: toen de Engelsen dit nieuws vernamen waren ze op z’n zachtst gezegd ‘not amused’.
Het leidde uiteindelijk tot de Vierde Engelse Oorlog (The Fourth Anglo-Dutch War), die van 1780 tot 1784 duurde. De Nederlandse Republiek was toen al over zijn glorietijd heen en de Engelsen zegevierden dan ook. De oorlog was op de Slag bij de Doggersbank na (onbeslist) één grote strafexpeditie, waarbij veel Nederlandse bezittingen in Engelse handen vielen en ook de belangrijke zeeroute naar de Oostzee voor de Nederlanders gesloten was.

Het VOC-monopolie van de specerijhandel vanuit de Molukken legde het loodje, Engeland kreeg een vrije doorvaart op deze route. De economische schade voor de Republiek was enorm.
Ook in de West lieten de Britten zich gelden, uiteraard had men ook zijn oog op Sint Eustatius laten vallen, symbolisch niet onbelangrijk.
In februari 1781 werd het eiland door een grote vloot onder bevel van admiraal George Rodney veroverd, waarbij het eiland geplunderd werd. Sint Eustatius’ economie stortte als een kaartenhuis in elkaar.
In de jaren erna wisselden Engelse en Franse bezetters elkaar af. Na de val van Napoleon in 1815 kwamen de Nederlandse Caribische gebieden weer terug in handen van het toen nieuw gevormde Koninkrijk der Nederlanden.

sint eustatius 03
Links: Plaquette ter nagedachtenis aan de First Salute, aangeboden door president Franklin Delano Roosevelt (1882-1945) in 1939 / Rechts: “The First Salute” van historica Barbara Tuchman (1912-1989) uit 1988, uitgave van Alfred A. Knopf

Even terug naar de 16e november. Bij zijn bezoek aan Sint Eustatius in 1939, bood de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt een herinneringsplaquette aan, waarop de tekst: “Here the sovereignty of the United States of America was first formally acknowledged to a national vessel by a foreign official”.
Historica Barbara Tuchman publiceerde in 1988 een boek over de historische gebeurtenis, getiteld “The first salute”.

De vlag

Vlag Sint Eustatius
Vlag van Sint Eustatius (2004-heden)

Van 19 november 1959 tot 16 november 2004 werd op Sint Eustatius de vlag van de Nederlandse Antillen gebruikt. Deze vlag was voor alle zes de eilanden van de Antillen gelijk. De zes sterren op de blauwe baan stonden voor het aantal eilanden. Toen Aruba in 1986 zijn status aparte kreeg en daarmee zijn eigen vlag, verdween er één ster van de vlag van de Antillen.

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen, links van 1959-1986, rechts van 1986-2010

Op 10 oktober 2010 werden de Nederlandse Antillen ontbonden, waarbij Curaçao en Sint Maarten het voorbeeld van Aruba volgden. De overige drie eilanden, Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden speciale, overzeese gemeenten van Nederland. Sint Eustatius had toen dus al zes jaar een eigen vlag.

Zuwena Suares, ontwerpster van de vlag van Sint Eustatius (foto: Facebook)

Hoewel de vlag werd aangenomen op 29 juli 2004, werd er gewacht tot 16 november 2004 om de vlag voor het eerst officieel te hijsen. Die dag is Statia Day op Sint Eustatius, een officiële feestdag.  De ontwerpster van de vlag is Zuwena Suares. De officiële omschrijving van de vlag luidt:

De vlag is rechthoekig en heeft de kleuren blauw, rood, wit,en goud/geel. De verhouding van de breedte tot de lengte van de vlag is 2:3. De bovenste helft van de vlag is verdeeld in twee gelijkvormige blauwe driehoeken. De lagere helft van de vlag is verdeeld in twee gelijkvormige blauwe driehoeken. In het toppunt van het centrale diamant-vormige witte vlak is een gouden ster, in het midden een groen silhouet van het eiland.

Alida Francis legt op 10 april 2024 de eed af bij haar aantreden als gezaghebber van Sint Eustatius, met naast haar de eilandvlag (fotograaf onbekend)

Het silhouet van het eiland in het midden van de vlag toont prominent de 601 m hoge, slapende stratovulkaan The Quill (een verengelsing van het Nederlandse De Kuil). De laatste uitbarsting van deze vulkaan is waarschijnlijk ergens tussen de jaren 100 en 400 geweest.

Sint Eustatius
Sint Eustatius, met rechts The Quill (© kitlv.nl)

New York City – Aankoop van Manhattan / Purchase of Manhattan (1626)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

In een brief van 5 november 1626 werd de ‘aankoop’ van het eiland Manhattan gemeld aan de Nederlandse Staten Generaal. De prijs bedroeg 60 gulden aan koopwaar, betaald aan de plaatselijke Indianen. De oorspronkelijke bewoners kenden echter het begrip ‘landeigendom’ niet, zij zagen het waarschijnlijk meer als een soort van vergoeding om daar een tijdje te verblijven, iets wat ze zelf precies zo deden, op de maat van de seizoenen.

Unknown.jpeg
De koop van Manhattan door Peter Minuit, naar een schilderij van Alfred Fredericks (publiek domein)

Hoe het ook zij, onder de toenmalige gouverneur van Nederland, Peter Minuit, werd op de zuidpunt van Manna Hatta (nu dus Manhattan) Nieuw Amsterdam gesticht, in 1625.

De originele koopakte van Manhattan, document van de hand van Pieter Schagchen, gedateerd 7 november 1626 (dus twee dagen na de koop), gericht aan de Staten-Generaal (Collectie Nationaal Archief, Den Haag)

Het werd een bloeiende vestiging van de West-Indische Compagnie (WIC) en het gebied bleef Nederlands tot 1664, waarna de Engelsen het stokje overnamen. De naam werd veranderd in New York en ‘the rest is history’.

Waarschijnlijk de oudst bekende afbeelding van Nieuw Amsterdam stamt uit 1650-1654, de tekst luidt “De Stadt Nieuw Amsterdam gelegen op het Eyland Manhattans in Nieuw Nederland” en hoewel de maker niet met zekerheid bekend is, worden ofwel Augustin Herrman ofwel Nicolas Joannes Visscher als mogelijke makers genoemd (Collectie Österreichischen Nationalbibliothek, Wenen / Artanisen / publiek domein)

De vlag

new york 01
Vlag van New York City (1915/1975-heden)

New York City behelst sinds 1898 Manhattan, The Bronx, Brooklyn, Queens en Staten Island, maar in vroeger tijden stond het synoniem voor alleen Manhattan.
De New Yorkse vlag laat zijn Nederlandse ‘roots’ nog steeds zien. De vlag is een verticale driekleur in blauw, wit, oranje, de kleuren van de vlag van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tijdens de stichting van Nieuw Amsterdam in 1625 (maar dan horizontaal).

Dat jaartal is ook te vinden in het stadszegel, wat op het midden van de witte baan is afgebeeld. Het zegel laat een schild zien met daarop de wieken van een molen. Links en rechts van de wieken twee meeltonnen, boven en onder twee bevers.

Er zijn twee schildhouders: de linkse is een Nederlandse zeeman, in zijn rechterhand een schietlood, boven zijn schouder is een jakobsstaf te zien, (een vroeg navigatie-instrument), de rechtse schildhouder is volgens de officiële beschrijving een Manhattan-indiaan, (een tak van de Algonquins), in zijn linkerhand een boog.

Daarboven een adelaar met gespreide vleugels, gezeten op een halfrond.
Het zegel bevat de tekst Sigillum civitatis Novi Eboraci, wat Zegel van de stad New York betekent. Tot 8 januari 1975 stond het jaartal 1664 onder het zegel, het jaar waarin de stad overging in Engelse handen en tot New York werd omgedoopt, maar men vond de stichting door de Nederlanders in 1625 uiteindelijk toch belangrijker.

De vlag werd aangenomen op 27 april 1915, nadat burgemeester John P. Mitchel een commissie had benoemd om een gestandaardiseerd wapen en vlag te ontwerpen voor het 250-jarig bestaan van de stad.
De vlag is daarmee een directe opvolger van zijn voorganger, die tot plusminus 1825 terug gaat, maar hoe deze vlag destijds tot stand kwam is bij gebrek aan documentatie niet bekend, wel dat het daarmee een van de oudste stadsvlaggen van de Verenigde Staten was.

new york 02
Twee variaties van de eerste vlag van New York City (tot 1915)

Die eerdere versie was een witte vlag met daarop het wapen van de stad New York, wat in basis nog hetzelfde wapen is dat nu nog (als stadszegel) op de hedendaagse vlag is te vinden.

De stadsdistricten

Zoals hierboven al vermeld: New York City bestaat uit vijf zogenaamde boroughs of stadsdistricten: Manhattan, The Bronx, Queens, Brooklyn en Staten Island. Twee van deze vlaggen, die van Manhattan en The Bronx, zijn afgeleid van die van de stadsvlag van New York City en daarmee dus weer familie van de Nederlandse vlag.

Schermafbeelding 2019-11-05 om 09.14.58.png
New York City met zijn vijf stadsdistricten: Manhattan (donkerblauw), The Bronx (rood), Queens (oranje), Brooklyn (geel) en Staten Island (paars)

De vlag van Manhattan is grotendeels gelijk aan die van New York City, het verschil zit ‘m in het randschrift van het stadszegel, waarop bij Manhattan de tekst Borough of Manhattan bovenin en November 1 1683 onderin. De datum verwijst naar het vervangen van de provincie New York naar New York County (Manhattan). Het New York zoals we het nu kennen, met de vijf stadsdistricten, stamt uit 1898.

new york 03
De vlaggen van Manhattan en The Bronx

De vlag van The Bronx heeft als basis de driekleur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: oranje-wit-blauw. Midden op de vlag is het wapen geplaatst van de familie Bronck en verwijst naar Jonas Bronck (±1600-1643), een Deense, Zweedse of Faröerse (de geleerden zijn er nog steeds niet uit) emigrant die zich hier vestigde. In eerste instantie pachtte hij in 1639 waarschijnlijk land van de West Indische Compagnie, maar later heeft hij het kennelijk gekocht. Zijn boerderij met grond lag ten zuiden van de huidige 150th Street in deze wijk.
Ook na zijn dood in 1643 bleef dit gebied bekend staan als The Bronck’s Land, wat uiteindelijk verbasterde tot The Bronx.
Het motto op het familiewapen luidt: Ne cede malis (Weersta het slechte).
De vlag stamt uit maart 1912 en werd officieel goedgekeurd op 29 juni 1915.

De vlag van Brooklyn (dat zijn leven begon als Breuckelen) is wit, met in het midden een ovalen schild, omcirkeld door een donkerblauwe rand, waarop bovenin in Oud-Nederlands het motto Een draght mackt maght (Eendracht maakt macht zouden we nu spellen) en onderin Borough of Brooklyn.
Op het schild is Vrouwe Justitia afgebeeld, gekleed in een lang gewaad. Ze draagt een zogenaamde roedenbundel of fasces, een oud Romeins symbool van gezag.
Het is niet precies bekend hoe oud deze vlag is, maar hij gaat in ieder geval terug tot 1860, toen Brooklyn nog een onafhankelijke stad was.

new york 04
De vlaggen van Brooklyn en Queens

De vlag van Queens is een horizontale driekleur in lichtblauw-wit-lichtblauw. Bovenin aan de mastzijde is een gouden kroon met daaronder de tekst Queens Borough 1898. In het midden van de vlag, in een cirkel van gekleurde kralen twee gekruiste bloemen: links een gele tulp, rechts een rode Engelse roos.
De kleuren van de banen komen van het wapen van Willem Kieft, de laatste gouverneur van de kolonie Nieuw-Nederland.
Kieft (1597-1647), die een van de vroege bewoners was van dit gebied, ‘kocht’ hier een stuk land van de inheemse bevolking en betaalde dit met kralen, of wampum, gemaakt van de binnenste spiraal van schelpen.
De tulp staat symbool voor de Nederlandse kolonisten en de Engelse roos (uiteraard) voor de Engelsen die hierna kwamen, maar ook specifiek voor de koninklijke Huizen van York en Lancaster.
De vlag stamt van 3 juni 1913, maar wapperde pas voor het eerst vanaf Borough Hall (het stadhuis) op 14 oktober 1929.

new york 05
Vlag van Staten Island

De vlag van Staten Island (tot 1975 de borough Richmond geheten) is recenter en stamt uit maart 2016. Hij vervangt twee eerdere vlaggen uit 1948 en 1971.
Het veld is beige (zeer ongewoon voor een vlag), met daarop een donkergroene cirkel, verdeeld in een randschrift en een afbeelding. Het randschrift bovenin luidt: 1609 Staten Island 1898 en onderin City of New York.
De allegorische figuur op de binnencirkel stelt de stad voor, die uitkijkt over The Narrows (het zeegat aldaar, hier in blauw afgebeeld) met op het water een kano met drie personen en op de achtergrond een driemaster.
De driemaster is de Halve Maen, waarmee Henry Hudson voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1609, op zoek naar een noordwestelijke doorvaart om de specerij-eilanden in Azië sneller te kunnen bereiken, op de plek van het latere New York stuitte.
De drie mensen in de kano zijn oestervissers. Het tweede jaartal 1898 verwijst naar het jaar waarin Staten Island onderdeel van New York City werd.
Staten Island, vroeger Staaten Eylandt, werd vernoemd naar de Nederlandse Staten Generaal en kreeg zijn naam van Henry Hudson in 1609.

Ook ‘familie’

Tot slot is het wellicht aardig stil te staan bij negen vlaggen uit de staat New York (en één uit Delaware) die ook nu nog zichtbaar hun ‘roots’ hebben uit de tijd dat ze tot Nieuw-Nederland behoorden.

De vlag van Albany, de hoofdstad van de staat New York, heette in de Nederlandse tijd Fort Oranje. De vlag is die van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, oranje-wit-blauw, met het stadswapen in het midden van de witte baan. De vlag stamt uit 1909 en is officieel goedgekeurd in 1916.

new york 06
Vlag van Albany

De vlag van Nassau County (op Long Island, net ten oosten van Queens en Brooklyn) is oranje met in het midden het wapen van de huidige Nederlands Koninklijk Huis, Oranje Nassau, maar ten tijde van Nieuw-Nederland was dit nog het stadhouderlijk familiewapen. Eromheen het randschrift: Nassau County – State of New York.

new york 07
De vlaggen van Nassau County en Ulster County

De vlag van Ulster County (in de Nederlandse tijd Esopus geheten), noordelijk van New York, in de Hudson-vallei, is roodoranje-wit-blauw. De eerste kleur wordt volgens de officiële beschrijving Ulster orange genoemd, terwijl de blauwe kleur Delft blue is.
Het county-wapen/zegel is rood op geel in het midden van de vlag geplaatst. Het randschrift luidt: Seal of Ulster County – State of New York. Onder de afgebeelde Nederlandse kolonist met boerderij en korenschoof, het jaartal 1683.
De vlag stamt uit 1974, officieel ingevoerd in 1976.

Ten oosten van Ulster County ligt Dutchess County. De vlag is rood-wit-blauw met de het stadswapen/zegel in het midden van de witte baan. Het randschrift luidt Dutchess County – seal, de afbeelding toont een ploeg en een korenschoof.

new york 08
De vlaggen van Dutchess County en Westchester County

Westchester County, net ten noorden van The Bronx, met Yonkers als grootste plaats, heeft als vlag een horizontale tweekleur van oranje en blauw met een witte driehoek vanaf de mastzijde.
De witte driehoek bevat in blauw een afbeelding van Vrouwe Justitia (afkomstig van het county-zegel), met daaromheen 25 sterren (voor het aantal steden en dorpen) in dezelfde kleur. Langs de onderrand in witte kapitalen de tekst: Westchester County, New York.
De vlag werd ingevoerd op 1 mei 1939.

Columbia County, ten oosten van de rivier de Hudson heeft een horizontale driekleur in rood-wit blauw, waarbij de witte baan niet meer dan een smalle strook is. De vorm van de vlag is een zogenaamde zwaluwstaart, ook wel een ingehoekte vlag genoemd. De kleuren staan voor zowel de Nederlandse wortels alsook voor  de kleuren van de Verenigde Staten.
Het county-zegel bedekt vrijwel de gehele vlag. Het toont Columbia, staand op een rots, met links achter haar een driemaster op de Hudson en rechts een postkoets. Columbia is de personificatie van het Noord-Amerikaanse continent, een soort van vrouwelijke tegenhanger van Uncle Sam. In haar linkerhand heeft ze een duif en in de andere een wetboek.
Het randschrift luidt: Columbia County – Established 1786.

new york city 01
De vlaggen van Columbia County en Orange County

Orange County, ten zuiden van Ulster County heeft een oranjekleurige vlag met daarop het county-zegel. Het zegel toont een oranjeboom (Rutaceae) met daaronder de datum 1 november 1683. Het randschrift, op een blauwe cirkel, luidt: Orange County – New York. De county is genoemd naar Willem III, prins van Oranje en stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en getrouwd met de Britse koningsdochter Mary Stuart, Vanaf 1689 werd hij samen met zijn vrouw regerend koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland.
De oranje kleur heeft dus alles te maken met de familienaam van Willem III.

Schenectady County, ten noorden van Albany, heeft een horizontale driekleur van oranje-wit-rood, de kleuren van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Prominent in het midden het county-zegel (met toevoegingen) wat op z’n minst redelijk ‘druk’ genoemd kan worden.
Het county-zegel zelf laat een weegschaal en twee gekruiste zwaarden daarboven. Deze symboliseren recht en kracht. Het randschrift luidt: Schenectady County – 1809.
Aan vier zijden van de versieringen buiten het zegel vinden we voorstellingen.
Linksboven: een locomotief en een wagon. Dit is de DeWitt Clinton, de eerste passagiers-stoomlocomotief in de Verenigde Staten. Hij werd gerund door de Mohawk and Hudson Railroad. Het eerste tripje was van Albany naar Schenectady op 9 augustus 1831.
Rechtsboven: een vrachtschip, de Schenectady Boat, een werkpaard uit eind 18e, begin 19e eeuw.
Rechtsonder: bezemmaïs (Sorghum vulgare var. technicum), waar (de naam zegt het al) vroeger bezems van gemaakt werden, een belangrijke industrie hier in de 19e eeuw.
Linksonder: een bliksemschicht en een atoom. Zij staan voor de vroege industrie in de county. De bliksemschicht is het symbool van General Electric, meer specifiek voor Charles Steinmetz, een Duits-Amerikaans elektrotechnisch ingenieur. Hij hield zich o.a. bezig met hoogspanningsverschillen, waaronder blikseminslag, maar hij verbeterde ook elektromotoren.
Het atoom staat voor de eerste atoomcentrale, SM-1, in de V.S., gebouwd door American Locomotive (ALCO) in 1957. Hij werd gebouwd voor militair gebruik in Fort Belvoir. De centrale sloot in 1973 en staat momenteel op de nominatie voor afbraak in 2020.

new york city 02
De vlaggen van Schenectady County en Sussex County, Delaware

Tot slot een county die verder naar het zuiden ligt, in Delaware, waar De Republiek destijds ook handelde en forten bouwde. In dit gebied waren de Zweden ook actief.
De county is Sussex County. De vlag is vrij recent, namelijk uit 1974.
Het is een horizontale driekleur in rood-wit-blauw, waarbij de witte baan breder is dan de rode en de blauwe. In het midden van de witte baan is een korenschoof geplaatst.
De vlag werd ontworpen door William Scott uit Selbyville, Delaware, die lid was van het plaatselijke bicentennial committee, een comité dat de feestelijkheden moest voorbereiden voor de 200ste verjaardag van de Verenigde Staten in 1976. Een eigen county-vlag hoorde daar ook bij.
Als uitgangspunt nam hij de Nederlandse vlag, vanwege de historie van het gebied. De Engelsen die na de Nederlanders dit gebied ontwikkelden, zijn gesymboliseerd met de korenschoof in geel, die van het county-zegel afkomstig is.

New York counties
Zoekplaatje: vindt de 7 hierboven genoemde counties (+ Albany) op deze county map van New York!

Westkapelle – Bevrijding van Westkapelle (1944)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

kaart toen met namen
Zeeland in 1944, goed te zien is dat de enige toegang tot Antwerpen dwars door Nederlands grondgebied gaat: de Westerschelde (© etcetera.plus)

De militaire landingen die in de vroege ochtend van 1 november 1944 op Walcheren plaatsvonden, dit jaar 81 jaar geleden, waren onderdeel van de Operation Infatuate (Operatie Infiltratie), die tot doel hadden de militair zeer belangrijke Westerschelde in handen te krijgen, zodat de grote haven van het reeds bevrijde Antwerpen toegankelijk werd voor de geallieerden.

uncle beach 02 landing
Links: Vertrek van geallieerde troepen vanuit de haven van Breskens, met op de achtergrond Vlissingen (screenshot) / Rechts: Landing op het Slijkstrand in Vlissingen (© NIOD)

Daartoe diende dus het zuidelijke deel van Zeeland (Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Zuid-Beveland) bevrijd te worden, wat uiteindelijk ook lukte. Daarmee waren beide oevers van de Westerschelde in geallieerde handen.

uncle beach 03 strand
Links: Operation Infatuate in volle gang: landing in Vlissingen  (screenshot) / Rechts: Idem, op de achtergrond de Oranjemolen (© Zeeuws Maritiem MuZEEum)
uncle beach 04 strand
Links: Landingen op het Slikstrand bij de Oranjemolen / Rechts: Zicht vanaf Uncle Beach naar het oosten: Brits mortiervuur richting het Groot Arsenaal (rechts ervan), verder naar rechts het begin van de bebouwing van woonwijk Het Eiland (publiek domein)

Een deel van de gesneuvelde militairen viel op Uncle Beach, een ander deel bij gevechten bij de Oranjemolen en tijdens de drie dagen durende guerilla-oorlog in de Vlissingse binnenstad en op de zee-boulevards. Op 3 november was Vlissingen bevrijd, waarna onmiddellijk werd begonnen de zo belangrijke vaarweg van mijnen te ontdoen. Op 28 november liep het eerste konvooi de haven van Antwerpen binnen.

uncle beach 06 soldaat
Links: Verder de stad in: een soldaat nadert over de Nieuwendijk het Keizersbolwerk met het standbeeld van admiraal Michiel de Ruyter (screenshot) / Rechts: Noodbegraafplaats achter de zeedijk bij het Slikstrand/Slikhaventje, voor het grootste deel zijn deze gesneuvelde militairen later herbegraven in Bergen op Zoom, op het British Commonwealth War Grave Cemetery en de ernaast gelegen Canadian War Cemetery (© oorlogsjarenvlissingen.nl)

Op 30 augustus 2019 werd bij Uncle Beach het Namenmonument onthuld. Het is een ontwerp van de Vlissingse kunstenaar Hans Bommeljé (1958). De Stichting Oorlogsjaren in Vlissingen bracht het benodigde geld bijeen via donaties en sympathisanten.

Om even bij deze 1e november te blijven: net als bij Vlissingen vonden bij Westkapelle geallieerde landingen plaats. Vandaag is het 81 jaar geleden dat de stad door de bondgenoten werd bevrijd en waarmee voor de geteisterde bevolking het einde van de Tweede Wereldoorlog aanbrak.
Een maand ervoor, op 3 oktober 1944, werd de zeedijk aan de zuidkant van Westkapelle door Britse bommenwerpers verwoest, waardoor het zeewater de stad en het (schier)eiland instroomde. Deze inundatie was bedoeld om de Duitse bezetter sneller te kunnen verslaan. Het bombardement zelf zorgde er voor dat Westkapelle zowat van de kaart werd geveegd en 180 inwoners vonden de dood.

Westkapelle gat zeedijk.jpg
Het gat in de Westkapelse zeedijk (publiek domein)

Zoals gezegd: op 1 november kwamen de geallieerden in landingsvoertuigen aan land, na hevige vuurgevechten over en weer. Westkapelle, of wat er nog van over was, was toen op zes inwoners na, verlaten: de rest van de bevolking was inmiddels geëvacueerd. In oktober 1945 werd het gat in de dijk definitief gedicht.

Westkapelle inname 1944.jpg
1 november 1944: Duitse krijgsgevangenen in de Zuidstraat in Westkapelle, op de achtergrond de vuurtoren (publiek domein)

Naast Westkapelle werden vandaag 79 jaar geleden ook Domburg, Aagtekerke, Grijpskerke en Noord-Beveland (behalve Wissenkerke) bevrijd. In Zeeuws-Vlaanderen viel Sluis in geallieerde handen.

De vlag

Vlag van Westkapelle (1969-heden)

De vlag van Westkapelle is een verticale driekleur van blauw-wit-geel, met een burcht over de scheidslijn van het blauw en het wit, over diezelfde scheidslijn gehalveerd in geel en blauw.
De burcht is een brede toren met een geopende poort, met een smallere toren daarboven, beiden zijn voorzien van drie kantelen.
Zowel de kleuren als de burcht zijn afkomstig uit het wapen van Westkapelle.

Vergetelheid

De vlag werd op 10 februari 1969, na raadpleging met de Stichting voor Banistiek en Vlaggenkunde, door de gemeenteraad van Westkapelle middels een raadsbesluit vastgesteld.
De officiële beschrijving luidt: Drie banen van blauw, wit en prinsengeel, evenwijdig aan de vlaggenstok, met op de snijlijn van blauw en wit (ter hoogte van 4/5 van de vlaghoogte) een burcht uit het gemeentewapen, geel op blauw, en blauw op wit van kleur’.

De officiële beschrijving van de vlag van Westkapelle, zoals te vinden in het archief van de Hoge Raad van Adel

De vlag raakte echter nooit echt ‘ingeburgerd’ en zo kon het gebeuren dat de driekleur in de vergetelheid terechtkwam.
Na de gemeentelijke herindeling van 1997, waarbij Westkapelle onderdeel van de Gemeente Veere werd, was de vlag inmiddels kennelijk uit het collectief geheugen verdwenen.

Een nieuwe vlag

vlag westkapelle
Fantasievlag van Westkapelle

Ergens rond de eeuwwisseling moet iemand -wie vermeldt de historie niet- bedacht hebben, dat Westkapelle toch eigenlijk een eigen vlag diende te krijgen (hoewel die dus al bestond).
In een uitgave van de Veersekrant werd vervolgens een oproep geplaatst dat bij “voldoende inschrijvingen tegen een gereduceerde prijs een officiële vlag van de gemeentekern” besteld kon worden. De getoonde vlag was zwart met het gekroonde stadswapen in het midden met de naam WESTKAPELLE in kapitalen op het terras (het gele vlak onder de drie torens).

Waar kwam deze vlag nu vandaan? Willeboord Verhulst, destijds secretaris van de dorpsraad, liet mij daar in 2019 het volgende over weten: “Iemand heeft een afbeelding van het wapen van Westkapelle van het internet gedownload en gekopieerd naar een Worddocument. Bij deze actie kwam het wapen automatisch in het midden van de pagina te staan en werd de achtergrond automatisch donkergrijs gekleurd”, wat in het uiteindelijke ontwerp dus zwart werd.
De vlag was dus een fantasievlag, ontsproten aan de geest van een creatieve inwoner.

Onofficieel

Bij de dorpsraad werd er vervolgens een verzoek ingediend om dit ontwerp de officiële vlag te maken. Hierop werd negatief gereageerd omdat het absoluut niet aan de eisen van de heraldiek voldeed en doordat Westkapelle geen zelfstandige gemeente (stad) meer was en dus de aanvraag bij voorbaat al afgewezen zou worden.

Dat hield productie van de vlag echter niet tegen: officieel of niet, hij kwam in de verkoop en werd o.a. verkocht in Het Polderhuis, het uiterst populaire museum van Westkapelle.

Grote verrassing in 2021, toen iemand van Museum Het Polderhuis in de geschiedenis dook en er achter kwam dat er wel degelijk een officiële vlag van Westkapelle bestond. Daarmee verdween de zwarte fantasievlag geruisloos van het toneel en werd de officiële in productie genomen. De ‘nieuwe oude’ vlag is na ruim 50 jaar nu wél omarmd en is in het Westkapelse straatbeeld te zien.
Opvallend verschil met de officiële beschrijving door de Hoge Raad van Adel is de stilering van de burcht: er zijn minder kantelen, het venster is verdwenen en het gele vlak in de poort is bij de witte baan getrokken.

Wapen

Dan komen we bij het wapen wat zowel de basis vormt voor de officiële vlag als voor de latere fantasievlag. Het stadswapen (historisch gezien is Westkapelle een stad) is officieel vastgesteld en wel op 31 juli 1817. Het Besluit van de Hoge Raad van Adel luidt: Lazuur, beladen met drie burgten van zilver, waarvan het bovenste deel van goud, staande op een terras van goud. Het schild gedekt met een kroon van goud met elf paarlen.

westkapelle01
Links: Wapen van Westkapelle / Rechts: Westkapelle, gelegen op de Westkaap van Walcheren in 1999 (fotograaf onbekend)

Het wapen is heraldisch niet helemaal juist, omdat twee kleuren die niet bij elkaar gebruikt horen te worden (de metalen goud en zilver) hier verenigd zijn (dit wordt wel een zogenaamd raadselwapen genoemd). Desalniettemin heeft de Hoge Raad van Adel er verder niet over gezeurd en het goedgekeurd. Alsof al die controverses nog niet genoeg zijn: de betekenis van de drie burchten staat ook niet vast. Volgens vlaggendeskundige Klaes Sierksma (1918-2007) zou het wapen gevormd zijn na de vondst van een Romeinse grafsteen, waarna de legende ontstond dat hier een tempel gestaan had. (Nederlands vlaggenboek, 1962).
J.C. de Man verhaalt in 1901 dat Westkapelle drie maal verplaatst is: het eerste is verdronken, het tweede in 1377 verwoest en afgebroken en het derde is de stad die we nu nog kennen. Vandaar de drie burchten.

Controverse genoeg dus, zeker als je bedenkt dat stadszegels uit de 16e en 17e eeuw niet erg lijken op dat wat we nu zien. Die uit de 16e eeuw laat een gesloten stadspoort zien met drie torens met een ster boven iedere toren. Die uit de 17e eeuw een stadspoort met drie openingen met daarboven een puntdak met daarop een kruis.

Dit alles maakt het ook wel weer leuk natuurlijk: voer voor discussies!

Met dank aan Willeboord Verhulst en Jan Roelse

Amsterdam 750 jaar

De datum van 27 oktober voor de viering van 750 jaar Amsterdam is te wijten aan de oudste vermelding van de stad die bewaard is gebleven.
In het document van 27 oktober 1275 verleent graaf Floris V ‘Amestelledamme’  tolvrijheid.

Het document van 27 oktober 1275, waarin graaf Floris V Amsterdam tolprivileges verleent (Collectie Stadsarchief Amsterdam / Artanisen – publiek domein)

De Latijnse tekst van het tolprivilege luidt: “Florentius, comes Hollandie, universis presentes literas inspecturis salutem. Noverit uuiversitas vestra, quod nos homines, manentes apud Amestelledamme, in restitutionem damnorum, que nos et homines nostri ipsis fecimus, abhinc deinceps ab omni exaclione nostri telonii cum bonis suis propriis, que deduceid seu eleclueunt per totam terram nostram, duximus eximendos. In cujus rei testimonium presens scriptum sigillo nosiro fecimus communiri. Datum apud Leyden Dominica ante diem Symonis et Jude apostolorum, anno Domini MCC… ducentesimo septuagesimo quirdo.”

Penning (ook wel ‘kopje’ genoemd), met het portret van graaf Floris V (1254-1296), waarschijnlijk geslagen tussen 1256 en 1258, het randschrift luidt: +COMES HOLLANDIE (Graaf van Holland) (© Numinsantica / publiek domein)

Vertaling: “Floris, graaf van Holland, maakt hierbij aan alle mensen bekend dat wij onze mensen van Amestelledamme, vanwege de schade die wij en onze troepen hun hebben toegebracht, vrijstelling van tol geven. Zij mogen met hun eigen goederen tolvrij door ons land varen of terugkeren. Tot getuigenis hiervan hebben wij dit geschrift van ons zegel voorzien. Gegeven te Leiden op zondag, de dag vóór het feest van de apostelen Simon en Judas, in het jaar des Heren 1275.”

Met het verlenen van tolprivilege konden handelaren nu bijvoorbeeld hun eigen goederen voordeliger vervoeren over de Hollandse wateren. Als bewijs dat de kooplieden uit Amsterdam kwamen en dus geen tol hoefden te betalen, kregen ze een afschrift van het tolprivilege mee. De gunstige tolvrijstelling bleef van kracht toen Amsterdam in 1300 (of kort daarna) stadsrechten kreeg.

Artist impression van Amsterdam na het opwerpen van de dam in de Amstel (Mikko Kriek/BCL-Archeological Support)

Hoewel de viering van 750 jaar Amsterdam gevierd wordt, is de stad in werkelijkheid ouder. Rond het jaar 1000 werden de oevers van de rivier de Amstel waarschijnlijk al bewoond. Geschat wordt dat tussen 1250 en 1275 bij de monding van de Amstel in het IJ een dam met sluizen werd aangelegd, waar de stad zijn naam aan ontleend.

Beeltenis van Gwijde van Avesnes (±1253-1317), bisschop van Utrecht, op zijn graftombe in de Utrechtse Domkerk (© Pepijntje / publiek domein)

Zoals hierboven al vermeldt is niet exact bekend wanneer Amsterdam stadsrechten kreeg, maar het zou kunnen dat de Utrechtse bisschop Gwijde van Avesnes die stadsrechten verleende rond 1300-1301 omdat hij in een handvest uit die tijd spreekt over ‘onsen poiteren van Aemstelredamme’ (Onze poorters van Amsterdam). Hij noemt de burgers nadrukkelijk ‘poorters’, hetgeen erop wijst dat er stadsrechten waren verleend. 

Kaart van Amsterdam van 1662 of later: “Amstelodami veteris et novissimae urbis accuratissima delineatio” / geteeckent ende op ’t papier gebracht door Daniel Stalpaert, Stadts architect, ’t Amsteldam : gedruckt bij Nicolaes Visscher”, waarop te zien is dat de aanleg van de grachtengordels nog gaande is (Collectie Bibliotheek Universiteit van Amsterdam / Daniël Stalpaert – publiek domein)

Gedurende de Gouden Eeuw (een term die vanwege de slavernij bij sommigen tegenwoordig negatieve gevoelens oproept), die min of meer samenvalt met de 17e eeuw, groeide de stad uit tot de machtigste van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en een van de belangrijkste haven- en handelssteden ter wereld.

Plattegrond van Amsterdam (© kaartenenatlassen.nl)

Tussen 1794 en 1813 werd Nederland bezet door Frankrijk. Toen Napoleon’s broer Lodewijk Napoleon als koning van het land werd aangesteld (Het Koninkrijk Holland), verklaarde deze bij zijn intrede op 23 juni 1806 in Den Haag, dat Amsterdam voortaan de hoofdstad zou zijn.

Aankomst van Willem I in Amsterdam in 1813

Vanaf 1813, als de zoon van de laatste stadhouder Willem V terugkeert, blijft het land een koninkrijk en wordt het samengevoegd met België en Luxemburg als het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (onder koning Willem I), waarbij Amsterdam de rol van hoofdstad voortaan diende te delen met Brussel. Na de afscheiding van België in 1830, is Amsterdam opnieuw de enige hoofdstad, hoewel regering en hof in Den Haag zouden blijven.

Het officiële logo van Amsterdam 750 (amsterdam750.nl)

De viering

Met de eigenlijke ‘verjaardag’ van vandaag wordt het jubileumjaar ‘Amsterdam 750’ officieel afgesloten.

De muzikale finale van Amsterdam 750 vindt plaats op het Museumplein (iamsterdam.com)

De dag begint’s morgens vroeg al met een taart van 75 meter lengte, die om 7.50 uur op de Dam zal worden aangesneden door burgemeester Halsema. De in totaal 7.500 punten worden vervolgens op diverse plekken in de stad uitgedeeld.

Burgemeester Halsema deelt taart uit (screenshot)

De ‘Nationale Viering’ (zeg maar de grote finale) is ’s avonds op het Museumplein in aanwezigheid van het koninklijk paar en de prinses van Oranje.
Het zal bestaan uit een ‘gevarieerd muziekprogramma van klassiek tot pop en van Nederlandstalig tot dance’. Het moet een ode worden ‘van bekende Nederlandse artiesten aan de jarige stad’.

Onder de optredende artiesten zijn onder meer Bente, Roxeanne Hazes, Yves Berendse, Remy van Kesteren, Karsu, Kris Kross Amsterdam, Maan, Willeke Alberti en Wibi Soerjadi. Er zal in ‘verrassende duo’s’ worden opgetreden, ‘waarbij steeds één artiest optreedt op het podium van een grote koepeltent op het Museumplein en een andere artiest vanaf een iconische plek in de stad’.
Als ceremonieel einde van de viering ontsteekt de koning na afloop van de optredens symbolisch het licht van Amsterdam.

De vlag

De vlag van Amsterdam is een horizontale driekleur van rood-zwart-rood, met in de middelste baan drie korte, witte Andreaskruisen, ze werd officieel aangenomen op 5 februari 1975, hoewel de vlag al veel langer meegaat.

De kleur rood stamt van het wapen van Amsterdam, dat rond 1280 werd ingevoerd en dat door de eeuwen heen heel wat gedaanteverwisselingen heeft gehad, maar waarbij het wapen zelf altijd gelijk bleef, op de dikte van de kruisen na.

Wapen van Amsterdam (±1280-heden)

Het wapenschild is in feite een verticale versie van de vlag. De officiële beschrijving van de Hoge Raad van Adel luidt:

In keel* een pal van sabel*, beladen met drie verkorte St. Andrieskruisen van zilver*, paalsgewijze gerangschikt. Het schild gedekt met de Rudolphinische Keizerlijke kroon en van weêrszijden vastgehouden door twee van keel* getongde leeuwen in natuurlijke kleur, staande op een piedestal of console, vergezeld van het devies Heldhaftig Vastberaden Barmhartig.

*de heraldische termen keel, sabel en zilver staan voor rood, zwart en wit

Versie van het Amsterdamse wapen uit 1816

De kruisen

Hoewel het niet te bewijzen valt, gaan veel historici ervan uit dat de drie andreaskruisen afkomstig zijn van het wapen van de familie Persijn.
Zo moet Jan Persijn († 1283) bij de prille geschiedenis van Amsterdam betrokken zijn geweest en wordt hij als stichter van “die plaatse” (de huidige Dam) genoemd.

Het familiewapen van Persijn met negen andreaskruisen

Amstelveen en Ouder-Amstel, die ook bezit waren van de familie Persijn, hebben vergelijkbare wapens en vlaggen.

De vlaggen van Amstelveen en Ouder-Amstel

Er zijn ook andere theorieën: zo zouden de kruisen kunnen staan voor drie doorwaadbare plaatsen in de Amstel. Of voor de drie plagen waar de stad gedurende de geschiedenis mee te kampen had: vuur, water en de pest (maar deze theorie is op het merendeel van dorpen en steden in de Lage Landen van toepassing).

Verschijningsvormen

De vlag heeft nogal wat verschijningsvormen gehad, hieronder staan een aantal varianten:

Links: Stadsvlag op een vlaggenkaart van 1785 / Rechts: Stadsvlag op een vlaggenkaart uit circa 1710-1715
Links: 17e eeuw / Rechts: 16e eeuw
Links: Rood-wit-blauwe variant / Rechts: 17e eeuw

En hoewel de vlag dus pas in 1975 officieel werd vastgesteld, was het de rood-zwarte-rode versie die gedurende de 20e eeuw de standaardversie werd.

Dagprogramma van 11 augustus 1928 van de Olympische Spelen in Amsterdam, waarop we de huidige versie van de Amsterdamse vlag zien afgebeeld (© International Olympic Committee / publiek domein)

De vlag is uitermate populair en is dan ook overal in Amsterdam aan te treffen en is op ontelbare souvenirs en T-shirts afgebeeld en de andreaskruisen zijn niet weg te denken op de bekende amsterdammertjes.

Amsterdammertjes (fotograaf onbekend)

Coming-outdag (1988)

Drie verschillende regenboogvlaggen vandaag.

Coming-outdag is in 1988 in de Verenigde Staten begonnen om aandacht te besteden aan openlijk uitkomen van LHBT’ers (lesbienne, homo, biseksueel of transgender) voor het seksuele geaardheid of genderidentiteit: de coming-out.

De datum van 11 oktober werd gekozen vanwege de precies een jaar daarvoor gehouden Second National March on Washington for Lesbian and Gay Rights. (De First March vond plaats op 14 oktober 1979).

In de Second March van 1987 liepen 500.000 mensen mee. Directe aanleiding was een uitspraak van het Federale Hooggerechtshof (Supreme Court) waarin de ‘rechtmatigheid van een verbod op sodomie’ (homoseksuele handelingen) erkend werd.

Links: Jean O’Leary (1948-2005) (© lgbtqnation.com) / Rechts: Rob Eichberg (1945-1995)

Hierna werd besloten er een jaarlijks terugkerend evenement van te maken, een nationale actiedag om het ‘uit de kast komen’ in het zonnetje te zetten. Aanjagers hiervan waren psycholoog Rob Eichberg van de zelfhulpgroep The Experience en Jean O’Leary, directeur van de National Gay Rights Advocates.

Zodoende werd op 11 oktober 1988 de eerste National Coming Out Day gevierd in 18 staten van de VS. Er was direct een enorme media-aandacht en kunstenaar Keith Haring, toen op het toppunt van zijn roem, ontwerp het inmiddels iconische logo.

Het Coming-out Day-logo van Keith Haring (1958-1990) uit 1988

Daarna ging het snel en vanaf 1990 hadden alle 50 staten hun coming-outdag.
Van nationaal werd het al gauw internationaal en inmiddels is het een dag die gevierd wordt door o.a. Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zwitserland, Polen, Kroatië, Canada en Australië.

In Nederland is het ondertussen een traditie om gemeentelijk op deze dag de regenboogvlag te hijsen. In 2014 deden hier 38 gemeentes aan mee, het jaar daarop waren het er al 80 en in 2016 steeg het aantal naar 144. Op provinciaal niveau gebeurt dit bij 9 van de 12 provincies.

Dat de dag nog uitermate nodig is blijkt wel uit het feit dat er door verschillende landen geprobeerd de LHBTIQ+-rechten in te perken of terug te draaien, zoals in de Verenigde Staten, Hongarije en Slowakije.

De vlag(gen)

Regenboogvlag (1979-heden)

De internationale regenboogvlag werd in 1978 ontworpen door de Amerikaanse artiest en voorvechter voor homo-rechten Gilbert Baker.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is out-01.png
Gilbert Baker (1951-2017) in 2012 (publiek domein) / Gilbert Baker bij een hele grote versie van de regenboogvlag (© kcur.org)

De eerste versie van de vlag had acht horizontale banen in de kleuren roze-rood-oranje-geel groen-turquoise-indigo-paars, om de diversiteit van de homogemeenschap aan te geven.

Regenboogvlag (1978-1979)

Sommige van deze kleuren waren wat ongebruikelijk bij vlaggenmakers, dus werd het regenboogpalet in 1979 aangepast en teruggebracht naar zes kleuren: rood-oranje-geel-groen-blauw-paars.

En dan zijn we er nog niet: in 2017 werd tijdens Pride Month in Philadelphia een regenboogvlag geïntroduceerd met bovenin twee extra banen: zwart en bruin. De stad wilde hiermee aandacht vragen voor de zwarte homo-gemeenschap en staat nu bekend als de Philadelphia Pridevlag.

Philadelphia Pridevlag (2017)

Een jaar later, in 2018, introduceerde grafisch ontwerper Daniel Quasar nóg een nieuwe versie, waarin hij de kleuren zwart en bruin van de Philadelphia Pridevlag combineerde met het lichtblauw, roze en wit van de Transgendervlag van Monica Helms uit 1999.
De ‘nieuwe’ kleuren verwerkte hij in de standaard regenboogvlag door ze als driehoek aan de broekingszijde toe te voegen.

Links: Daniel Quasar (1990), ontwerper van de Progress Pridevlag / Rechts: Transgendervlag (1999)

Deze vlag staat inmiddels bekend als de Progress Pridevlag en heeft sinds de introductie de wind behoorlijk meegehad, niet in het minst door de vele Black Lives Matter-demonstraties uit 2020 en is inmiddels omarmd door verscheidene homo-organisaties.

Progress Pridevlag (2018)

Daarnaast zijn er natuurlijk talloze regenboogvariaties op nationale en provinciale vlaggen, hieronder een paar voorbeelden:

Links: Regenboogvlag van de Verenigde Staten / Rechts: Regenboogvlag van Brazilië
Links: Regenboogversie van de Union Flag of Union Jack, de vlag van het Verenigd Koninkrijk / Rechts: Regenboogvlag van de provincie Zeeland (ontwerp: Vos Broekema)

De Zeeuwse variant zien we vandaag ook aan de mast.

Alkmaar – Alkmaar Ontzet (1573)

Op de 8e oktober 1573 kwam er een einde aan een belegering van de stad die zeven weken had geduurd.

Banier van de 8 October Vereeniging “Alkmaar Ontzet” (© Operettegezelschap Odeon Alkmaar)

De belegering vond plaats tijdens de Nederlandse vrijheidsstrijd, de Tachtigjarige Oorlog. (1568-1648), waarbij de Noordelijke Nederlanden zich tegen het hardvochtige bewind van de Spaanse koning Filips II keerden. De zeer katholieke Filips moest niets hebben van de reformatorische beweging die in de Nederlanden steeds meer voet aan de grond kreeg. Filips’ grote tegenstander in de Nederlanden was prins Willem van Oranje.

Links: Willem van Oranje (1533-1584), portret uit 1555 van Anthonie Mor (1519-1575) (Collectie Museumlandschaft Hessen Kassel) / Rechts: Filips II, koning van Spanje, Heer der Nederlanden (1527-1598), portret uit 1557 van Anthonie Mor (1519-1575) (Collectie El Escorial)

In eerste instantie trokken zowel de Noordelijke als de Zuidelijke Nederlanden (het tegenwoordige België) gezamenlijk op tegen Spanje, maar na 1576 groeiden de landsdelen uit elkaar, doordat de Reformatie in het noorden beter stand hield dan in het zuiden. Het zuiden zou uiteindelijk Spaans blijven tot 1713.

In 1573, vijf jaar na het begin van de Tachtigjarige Oorlog, richten de pijlen van het Spaanse leger zich op Alkmaar. Het jaar ervoor was de stad begonnen met het versterken van de ontoereikende verdedigingswerken. Maar er was veel tijd mee gemoeid en toen de Spanjaarden in juli en augustus 1573 de stad naderden, waren eigenlijk alleen de wallen en bastions in het zuidwesten gereed. Voor het ontwerp tekende vestingbouwkundige Adriaen Anthonisz., die in 1573/1574 tevens burgemeester van Alkmaar was.

Van de rest van de vestingwerken was de tijd te kort geweest om ze gereed te krijgen. Er waren grote hoeveelheden aarde, modder, bouwpuin en vuilnis voor nodig.
De nog niet aangepakte wallen aan de noordzijde, met de Friese Poort, stamden uit 1551. In allerijl was er een bastion aan de binnenzijde aangelegd. De overige stadspoorten werden volgestort met puin.
Aan de oostkant lag de stad onbeschermd. De daar aanwezige zoutketen werden gebruikt om haastig wallen op te werpen.

De Friese Poort in Alkmaar detail van een plattegrond van vóór het Beleg (Regionaal Archief Alkmaar)

Begin juli, toen de Spanjaarden reeds optrokken richting Alkmaar, vroeg prins Willem van Oranje het Alkmaarse stadsbestuur te willen overwegen de vermaarde watergeus Jacob Cabeliau, die ook bij de inname van Den Briel (1 april 1572) aanwezig was geweest, als tijdelijk gouverneur en bevelhebber te aanvaarden. Na veel twijfel werd hier gevolg aan gegeven en werd Cabeliau in de stad ontvangen.

Op 21 augustus werd Alkmaar door de Spaanse troepen omsingeld. Een dag later werd de aanval reeds ingezet. Aan beide zijden vielen er slachtoffers, maar de verdediging hield het.

De belegering van Alkmaar, ets (tussen 1573-1590) door Frans Hogenberg (voor 1540-1590), de tekst onderin luidt: ALCMAR ein statt gar woll bekhant. // Im reichen und feisten Hollandt. // Ist von dem Spansen regiment. // Belegert gar starck und behendt. // Beschoßen und besturmet worden // Daß seie alles drinnen ermorden // Est ist in aber nitt gelungen // Dan seie zum abzugk seind gezwungen. // Nach dem seie werden seher geschwecht // Dan seie zwei altter tausend knecht // In diesem zugk verloren haben // Deren vil seind bliben in den graben. (Collectie Prentenkabinet Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam)

Op 23 augustus vroeg Cabeliau om versterkingen en maakte zich sterk bij geuzenleider Diederik Sonoy om de dijken door te steken, wat echter toen (nog) niet gebeurde.

Links: Jacob Cabeliau (1527-1574) in gezelschap van collega-watergeus Jan Bonga (±1520-1580), afbeelding door een anonieme kunstenaar, naar Johannes Hilverdink (1825-1899) / Rechts: Diederik Sonoy (1529-1597), miniatuurportret van Isaac Oliver (±1565-1617)

Vanaf 25 augustus tot half september werden verscheidene Spaanse schijnaanvallen op de stad uitgevoerd, om de Alkmaarders in verwarring te brengen.

Beleg van Alkmaar, 18 september 1573, Spaanse troepen bestormen de stad, schilderij van Herman ten Kate (1822-1891) uit 1862 (Collectie Stedelijk Museum Alkmaar)

De grote Spaanse aanval vond plaats op 18 september, maar men wist de aanval af te slaan door de tegenstanders te belagen met stenen, gloeiende pek, kalk, kokend water, dakpannen en brandend stro. Niet alleen mannen vochten mee, maar ook vrouwen deden een duit in het zakje, waaronder de 16-jarige Trijn Rembrands.

In een verslag uit 1661 over het beleg van Alkmaar schrijft auteur Petrus de Lange over de strijdende vrouwen dat ze ‘alles met groote nyverheydt aendroegen’ en over Trijn Rembrands dat ze de soldaten en burgers ‘moedt onder de ribben gesproken’ had en ‘als een man nevens vele gestreden’ had.
Over haar leven is verder nauwelijks iets bekend, maar ze wordt wel de Kenau Hasselaar van Alkmaar genoemd.

Links: Kenau Hasselaar (1526-1588/1589), portret uit ± 1580 door een anonieme schilder (Frans Halsmuseum, Haarlem) / Rechts: Trijn Rembrands (±1557-1638), fantasieportret op een schoorsteenstuk uit 1777, door een anonieme schilder; daar er geen natuurgetrouwe portretten van Trijn Rembrands bestaan, moet de onbekende schilder gedacht hebben haar naar voorbeeld van haar beroemde Haarlemse ‘collega’ Kenau Hasselaar af te beelden (Collectie Stedelijk Museum Alkmaar)

Ook tijdelijk gouverneur Cabeliau wordt geroemd doordat hij de strijdende burgers wist aan te moedigen en te inspireren, ondanks zijn toen inmiddels zwakke gezondheid (een half jaar later overleed hij te Alkmaar).

Beleg van Alkmaar door de Spanjaarden, gezien vanuit het noorden, schilderij uit 1580 door Pieter Adraensz. Cluyt (?-1586) (Collectie Stedelijk Museum Alkmaar)

Op 23 september, vijf dagen na de grote aanval, terwijl de Spanjaarden hun wonden nog aan het likken waren, werden op bevel van Sonoy dan uiteindelijk de dijken doorgestoken en de sluizen opengezet, waarna de Spaanse troepen in de modder bleven steken.

Beleg van Alkmaar door de Spanjaarden, gezien vanuit het zuiden, schilderij uit 1580 door Pieter Adraensz. Cluyt (?-1586) (Collectie Stedelijk Museum Alkmaar)

Uiteindelijk besloot bevelhebber Don Frederik (zoon van de Spaanse landvoogd, de hertog van Alva) het beleg op te breken en zich met zijn troepen terug te trekken. De laatste manschappen vertrokken op 8 oktober en daarmee hebben we de datum van deze Alkmaarse feestdag bereikt.

Links: Don Frederik (Don Fadrique Álvarez de Toledo, 4e hertog van Alva) (1537-1585), zoon van landvoogd Alva, door een onbekende schilder, 17e eeuws (Collectie Monasterio de Sancti Spiritus el Real, Toro) / Rechts: Landvoogd Alva (Fernando Álvarez de Toledo, 3e hertog van Alva), landvoogd van de Nederlanden tussen 1566 en 1573, portret uit 1549 van Anthonie Mor (1519-1575), eerder toegeschreven aan Titiaan (Collectie Museo del Prado, Madrid)

Jaarlijks wordt het Ontzet van Alkmaar gevierd: één van de tradities van de viering is het eten van zuurkool met z’n allen. Dat ‘met z’n allen’ gebeurt doorgaans op het Canadaplein.
Maar ook de Alkmaarse horeca laat zich niet onbetuigd door zuurkoolmaaltijden aan te bieden.

De vlag

Vlag van Alkmaar (1920-heden)

De vlag van Alkmaar is een rood-witte vlag en heeft een officiële beschrijving, die luidt:

De Alkmaarse vlag zal bestaan uit drie witte en drie rode banen om en om, in de linker bovenhoek een rood veld ter grootte van drie banen, waarop een getrouwe weergave van de burcht uit het officiële stadswapen van Alkmaar.

Links: Eén van de twee wapenschilden van Alkmaar op het bordes van het stadhuis (© Vlagblog) / Rechts: Het originele ontwerp van de Alkmaarse vlag, de tekst luidt: Notulen Burgemeester en Wethouders 1920 (800) 27 augustus “Burgemeester en Wethouders: …bepalen, dat de Alkmaarsche vlag zal bestaan uit drie witte en drie roode banen om en om, aan den linkerbovenhoek een rood veld, ter grootte van drie banen, waarop de Burcht in zilver…” (Collectie Regionaal Archief Alkmaar)

De vlag werd op 27 augustus 1920 als stadsvlag aangenomen bij besluit van burgemeester en wethouders, voorafgaand aan een bezoek van koningin Wilhelmina aan Alkmaar op 11 september.

Koningin Wilhelmia op het bordes van het stadhuis van Alkmaar, geflankeerd door twee leeuwen met het wapen van Alkmaar, achter de koningin staat burgemeester Willem Wendelaar, 11 september 1920 (screenshot)

Merkwaardig genoeg is de vlag op foto’s en een uitgebreid beeldverslag van Pathé Cinéma van die dag, nergens te zien!
De vlag werd opnieuw aangenomen, nu als gemeentevlag, op 26 februari 2002.

Zoals gezegd is de vlag afgeleid van het wapen van Alkmaar, een witte burcht op een rood veld, dat ver teruggaat. Het werd waarschijnlijk in 1254 verleend door graaf Willem II van Holland, toen Alkmaar van hem stadsrechten kreeg.
Als zodanig is het wapen her en der in de stad te zien, o.a. bij het bordes van het stadhuis.

Op 26 juni 1816 werd het ‘grote’ Alkmaarse wapen vastgesteld, waarbij het wapen twee schildhouders kreeg en versieringen. Op 14 juli 1956 werd er een nieuwe versie vastgesteld, vrijwel gelijk aan die van 1816, maar nu met wapenspreuk op een wit lint.
De officiële beschrijving van de Hoge Raad van Adel luidde:

Tweemaal het wapen van Alkmaar, links de versie uit 1816, rechts die uit 1956

In keel een ronde, gekanteelde en geopende burcht van zilver, voorzien van een valdeur van hetzelfde en verlicht van sabel. Het schild gedekt door een lauwerkrans van sinopel en gehouden door twee leeuwen van keel. Wapenspreuk; ‘Alcmaria victrix’ in latijnse letters van keel op een wit lint.

Vrij vertaald: een burcht van zilver (of wit) op een rood veld, het schild wordt vastgehouden door twee rode leeuwen, daarboven een groene lauwerkrans. Op een wit lint onder het wapen de tekst Alcmaria victrix (Alkmaar is de overwinnaar), een duidelijke verwijzing naar 1573.

De Alkmaarse vlag is zeer populair en is dan ook overal in de oude binnenstad te zien.


Luxemburg – Trounwiessel / Changement de règne / Troonswissel

Twee vlaggen vandaag (+ één extra). Vlaggen 1a + 1b:

Abdicatie van groothertog Henri

Op 23 juni vorig jaar (de Nationale Feestdag) liet de Luxemburgse groothertog Henri weten dat hij vanaf 8 oktober vorig jaar een stapje terug zou doen, als aanloop naar zijn definitieve abdicatie.

Het logo van de troonswissel van vandaag

Op die 8e oktober trad zijn oudste zoon en opvolger, erfprins Guillaume, aan als ‘luitenant-vertegenwoordiger’, wat in feite neerkwam op een regentschap. En hoewel hij dus de dagelijkse taken van Henri overnam, bleef die laatste nog steeds het officiële staatshoofd.

Officieel portret van het nieuwe groothertogelijke paar, Guillaume en Stéphanie (foto: Cour Grand Ducale)

Dat verandert vandaag. Op deze dag zal Henri de acte van abdicatie tekenen, waardoor Guillaume de nieuwe Luxemburgse groothertog wordt en diens vrouw Stéphanie de nieuwe groothertogin.
Mocht hij ‘genummerd’ door het leven willen gaan, dan is hij vanaf vandaag groothertog Guillaume V.
De eerste drie Guillaumes (= Willem) waren de Nederlandse koningen Willem I, ,II en III, die tevens groothertog van Luxemburg waren.

Het groothertogelijk paleis in Luxemburg-stad (© EEJCC / publiek domein)

De abdicatie vindt plaats om 10.00 uur in het groothertogelijk paleis in Luxemburg-stad, om 11.00 uur gevolgd door de eedaflegging van de nieuwe groothertog in het parlement.
Daarna zal de groothertogelijke familie vanaf het paleisbalkon het volk begroeten voor een zwaaimoment.

Uiteraard ontbreekt de merchandise niet bij deze troonswissel (publiek domein)

’s Middags is het publiek in de gelegenheid het nieuwe vorstenpaar persoonlijk te ontmoeten en de hand te drukken op het Place Guillaume II, in de volksmond meestal het Knuedler genoemd.
Hierna volgt een receptie in cultureel centrum Le Cercle Cité, waarna de dag besloten wordt met een galadiner in het groothertogelijk paleis.

Gasten en nieuwe munten

Bij de laatste paar troonswissels in Luxemburg was het gebruikelijk dat de Belgische en Nederlandse collega’s daarbij aanwezig waren. Ook deze keer zal dat zo zijn: vanuit België komen koning Filip, koningin Mathilde en kroonprinses Elisabeth (de hertogin van Brabant) en vanuit Nederland maken koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Amalia (de prinses van Oranje) hun opwachting.

Wel nieuw is de aanwezigheid van de Franse president Macron en zijn vrouw bij het galadiner.
En ondanks dat Duitsland vandaag zijn “Tag der deutschen Einheit” viert is ook de Duitse president Frank-Walter Steinmeier met zijn vrouw Elke Büdenbender aanwezig.

Het ontwerp voor de nieuwe Luxemburgse euromunten werd onthuld op 26 september jongstleden (© Banque Centrale du Luxembourg)

Bij een nieuw staatshoofd horen nieuwe munten en die werden afgelopen 26 september onthuld, maar ze komen pas begin 2026 in roulatie.
Zowel bij postzegels als bij munten is het internationaal gebruikelijk dat een nieuwe vorst of vorstin de andere kant opkijkt als zijn of haar voorganger en dat is ook bij Guillaume het geval. Zijn vader keek naar rechts en hij dus naar links. Ontwerpen voor nieuwe postzegels met de beeltenis van de nieuwe groothertog zijn er nog niet.

Met het aantreden van Guillaume als groothertog volgt zijn 5-jarige zoon Charles hem op als erfgroothertog. Zijn broertje François werd in 2023 geboren.

Drie dagen feest

Morgen en overmorgen wordt er nog doorgefeest en gaat het groothertogelijk paar op bezoek in vier verschillende regio’s: Grevenmacher, Wiltz, Steinfort en Dudelange. De dag wordt dan ’s avonds weer afgesloten in Luxemburg-stad.
Op zondag staat het laatste programmapunt op de rol: een dankdienst (Te Deum) in De Notre Dame-kathedraal in de hoofdstad, geleid door kardinaal Jean-Claude Hollerich.

Screenshots – Paleis

Aankomst van koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Amalia bij het groothertogelijk paleis in Luxemburg, waar de kroonprinses een reverence maakt voor groothertogin Maria Teresa
Binnenkomst in het groothertogelijk paleis van de Belgische koning en koningin en prinses Elisabeth, daarachter zien we koning Willem-Alexander en prinses Amalia
De Nederlandse en Belgische koningsparen
In afwachting van de hoofdrolspelers
Voorafgegaan door de Luxemburgse premier Luc Frieden komen aankomend groothertogelijk paar Guillaume en Stéphanie binnen
De laatste momenten van Henri en Maria Teresa als groothertogelijk paar
Henri tekent de acte van abdicatie
Met het zetten van zijn handtekening is Henri’s abdicatie een feit, premier Frieden tekent onmiddellijk hierna met zijn “contraseign”
Hierna zijn er felicitaties over en weer
De koninklijke gasten op de eerste rij en tweede rij
Premier Frieden houdt hierna een korte toespraak
Applaus na de toespraak
En met de premier wordt er geposeerd voor de media
Een enorme Luxemburgse vlag op het Place de la Constitution, naast het dal van de Pétrusse, met een grote H erop (voor Henri) wordt na zijn abdicatie gestreken

Screenshots – Parlement

Hierna verplaatst de actie zich naar het éénkamerparlement, waar het Belgische koningspaar met prinses Elisabeth wordt ontvangen door kamervoorzitter Claude Wiseler
Koningin Máxima, koning Willem-Alexander en prinses Amalia verlaten het paleis voor de korte wandeling naar het parlement
Met de kamervoorzitter wordt er even geposeerd
De hoofdrolspelers gaan daarna op weg
Ondertussen zijn de afgetreden groothertog en groothertogin met erfprins Charles aangekomen in de Kamer
De vijfjarige Charles kijkt verwonderd in het rond
Als ook de nieuwe groothertog en groothertogin op hun tronen hebben plaatsgenomen, is het tijd voor toespraken, premier Frieden krijgt de zijne aangereikt
Na de rede van de premier (hierboven) volgt nog een lange toespraak van kamervoorzitter Claude Wiseler
Bij het applaudisseren na de toespraken laat prins Charles zich niet onbetuigd
Hierna legt groothertog Guillaume de eed op de grondwet af
Daarna volgt een langdurig applaus
De nieuwe groothertog trekt gelijk van leer en houdt een lange toespraak…
—waarbij de koninklijke gasten soms even lijken weg te dromen
Na de toespraak volgt het volkslied
Vader Henri feliciteert zijn zoon
De nieuwe groothertog en groothertogin verlaten de Kamer
Tot slot wordt in de vestibule het gastenboek getekend
Bij buitenkomst lijkt prins Charles de kakofonie van de militaire band en het enthousiaste publiek even teveel te worden
…en zoekt de veiligheid op bij zijn moeder
Toch moet er eerst nog even teruggelopen worden naar het paleis…
…dat gelukkig snel bereikt is!
De Rue de la Reine staat inmiddels vol. et belangstellenden
In het parlementsgebouw tekenen de koninklijke gasten ondertussen het gastenboek, zoals koning Willem-Alexander hierboven…
…en koningin Máxima…
…en de prinses van Oranje
Koningin Máxima, koning Willem-Alexander en prinses Amalia bij het verlaten van het parlement
Daarna volgen de Belgische koning Filip…
…en zijn vrouw koningin Mathilde…
…en de hertogin van Brabant
Ondertussen is op het Place de la Constitution een nieuwe Luxemburgse vlag gehesen, met daarop het gekroonde monogram van Guillaume

Screenshots – Balkonscène

Jongens, waarvan er twee gehuld zijn in de twee Luxemburgse vlaggen, in afwachting van de balkonscène
Uiteraard is er daarna een balkonscène
Naast erfprins Charles is ook zijn broertje François hierbij aanwezig
En weldra staat iedereen op het balkon om naar het enthousiaste publiek te zwaaien
Al met al duurde de balkonscène zo’n 10 minuten
De twee kroonprinsessen verlaten het paleis gezamenlijk

Screenshots – Aankomst gasten voor het galadiner

President Macron van Frankrijk en zijn vrouw Brigitte komen aan voor het galadiner
Emmanuel Macron en la première dame van Frankrijk
Aankomst van de Duitse president Frank-Walter Steinmeier en zijn vrouw Elke Büdenbender
De twee kroonprinsessen van Nederland en België maken gezamenlijk hun opwachting bij het paleis
En poseren even voor de media
De collega-prinsessen op weg naar het diner
Binnen wordt er geposeerd met het nieuwe groothertogelijk paar (foto: Cour grand-ducale)
Dan is het de beurt aan koningin Mathilde en koning Filip van België
Tot slot de aankomst van koningin Máxima en koning Willem-Alexander
De Nederlandse en Luxemburgse staatshoofden met hun echtgenotes (foto: Cour grand-ducal)
Groothertog Guillaume tijdens zijn tafelrede (foto: Cour grand-ducal)
Een toast op de nieuwe groothertog en zijn vrouw (foto: Cour grand-ducal)
Tableau de la troupe tot besluit (foto: Cour grand-ducal)

De vlaggen

De vlaggen van Luxemburg, links de nationale vlag, rechts de veelgebruikte handels- en koopvaardijvlag

De Luxemburgse vlag lijkt niet alleen veel op die van Nederland, hij stamt er ook van af, hoewel er ook bronnen zijn die zeggen dat de gelijkenis puur toeval is en dat de kleuren van de Nassau-dynastie stammen. Nederland was van 1815 tot 1890 in een personele unie met Luxemburg verbonden. De drie Nederlandse koningen uit de 19e eeuw waren tegelijkertijd de groothertogen van Luxemburg. Omdat Luxemburg echter bij de dood van koning-groothertog Willem III geen vrouwelijke erfopvolging kende, kon zijn dochter Wilhelmina geen groothertogin worden.

Links: Groothertog Adolf van Nassau (1817-1905), ongedateerd staatsieportret door Ferdinand d’Huart (1857-1919) (Collection Grand Ducale) / Rechts: Kaart van Luxemburg (© freeworldmaps.net)

Er werd toen uitgeweken naar een Duitse tak van de familie van Nassau. Dat was Adolf van Nassau, die daarmee de huidige groothertogelijke familielijn begon. Adolf regeerde slechts kort, tot zijn dood in 1905, waarna hij werd opgevolgd door zijn zoon Willem IV. Willem stierf al in 1912 en toen zat Luxemburg met hetzelfde probleem als in 1890. Willem had zes dochters, maar geen zoons. Om te voorkomen dat weer naar een andere Nassau moest worden gezocht is toen de Luxemburgse erfopvolging gewijzigd, waardoor ook vrouwen de troon kunnen bestijgen.

De zes dochters van groothertog Willem IV, waarvan de twee oudste zussen groothertogin zouden worden: Marie-Adélaïde (1894-1924, groothertogin van 1912 tot 1919), Charlotte (1896-1985, groothertogin van 1919 tot 1964), Hilda (1897-1979), Antonia (1899-1954), Elisabeth (1901-1950) en Sophie (1902-1941), gefotografeerd in 1905 (© Cour Grand Ducale)

Terug naar de vlag. Omdat ook onder de andere Nassaus de Nederlandse vlag gehandhaafd bleef, werd het wat verwarrend in vlaggenland. Gaandeweg is men er steeds vaker toe overgegaan om het kobaltblauw uit de Nederlandse vlag lichter te maken tot wat het uiteindelijk nu is: hemelsblauw.
Officieel werd de vlag pas vastgesteld op 16 augustus 1972. Omdat de verwarring met de Nederlandse vlag, ondanks de lichtere kleur blauw, nooit is verdwenen, zien we in Luxemburg ook vaak de nationale handels- en koopvaardijvlag gebruikt worden als nationale vlag. Deze vlag heeft afwisselend blauwe en witte horizontale banen en een rode gekroonde leeuw daar overheen. Deze vlag, die bekend staat als de Roude Léiw, is sinds 6 juli 2007 ook officieel erkend als nationale vlag, maar dan alleen op Luxemburgs grondgebied. Het rood-wit-lichtblauw blijft internationaal de Luxemburgse vlag.