De militaire landingen die in de vroege ochtend van 1 november 1944 op Walcheren plaatsvonden, dit jaar 78 jaar geleden, waren onderdeel van de Operation Infatuate (Operatie Infiltratie), die tot doel hadden de militair zeer belangrijke Westerschelde in handen te krijgen, zodat de grote haven van het reeds bevrijde Antwerpen toegankelijk werd voor de geallieerden.
Daartoe diende dus het zuidelijke deel van Zeeland (Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Zuid-Beveland) bevrijd te worden, wat uiteindelijk ook lukte. Daarmee waren beide oevers van de Westerschelde in geallieerde handen.
Een deel van de gesneuvelde militairen viel op Uncle Beach, een ander deel bij gevechten bij de Oranjemolen en tijdens de drie dagen durende guerilla-oorlog in de Vlissingse binnenstad en op de zee-boulevards. Op 3 november was Vlissingen bevrijd, waarna onmiddellijk werd begonnen de zo belangrijke vaarweg van mijnen te ontdoen. Op 28 november liep het eerste konvooi de haven van Antwerpen binnen.
Op 30 augustus 2019 werd bij Uncle Beach het Namenmonument onthuld. Het is een ontwerp van de Vlissingse kunstenaar Hans Bommeljé (1958). De Stichting Oorlogsjaren in Vlissingen bracht het benodigde geld bijeen via donaties en sympathisanten.
Om even bij deze 1e november te blijven: net als bij Vlissingen vonden bij Westkapelle geallieerde landingen plaats. Vandaag is het 78 jaar geleden dat de stad door de bondgenoten werd bevrijd en waarmee voor de geteisterde bevolking het einde van de Tweede Wereldoorlog aanbrak. Een maand ervoor, op 3 oktober 1944, werd de zeedijk aan de zuidkant van Westkapelle door Britse bommenwerpers verwoest, waardoor het zeewater de stad en het (schier)eiland instroomde. Deze inundatie was bedoeld om de Duitse bezetter sneller te kunnen verslaan. Het bombardement zelf zorgde er voor dat Westkapelle zowat van de kaart werd geveegd en 180 inwoners vonden de dood.
Het gat in de Westkapelse zeedijk (publiek domein)
Zoals gezegd: op 1 november kwamen de geallieerden in landingsvoertuigen aan land, na hevige vuurgevechten over en weer. Westkapelle, of wat er nog van over was, was toen op zes inwoners na, verlaten: de rest van de bevolking was inmiddels geëvacueerd. In oktober 1945 werd het gat in de dijk definitief gedicht.
1 november 1944: Duitse krijgsgevangenen in de Zuidstraat in Westkapelle, op de achtergrond de vuurtoren (publiek domein)
Naast Westkapelle werden vandaag 78 jaar geleden ook Domburg, Aagtekerke, Grijpskerke en Noord-Beveland (behalve Wissenkerke) bevrijd. In Zeeuws-Vlaanderen viel Sluis in geallieerde handen.
De vlag
Vlag van Westkapelle (1969-heden)
De vlag van Westkapelle is een verticale driekleur van blauw-wit-geel, met een burcht over de scheidslijn van het blauw en het wit, over diezelfde scheidslijn gehalveerd in geel en blauw. De burcht is een brede toren met een geopende poort, met een smallere toren daarboven, beiden zijn voorzien van drie kantelen. Zowel de kleuren als de burcht zijn afkomstig uit het wapen van Westkapelle.
Vergetelheid
De vlag werd op 10 februari 1969, na raadpleging met de Stichting voor Banistiek en Vlaggenkunde, door de gemeenteraad van Westkapelle middels een raadsbesluit vastgesteld. De officiële beschrijving luidt: Drie banen van blauw, wit en prinsengeel, evenwijdig aan de vlaggenstok, met op de snijlijn van blauw en wit (ter hoogte van 4/5 van de vlaghoogte) een burcht uit het gemeentewapen, geel op blauw, en blauw op wit van kleur’. De vlag raakte echter nooit echt ‘ingeburgerd’ en zo kon het gebeuren dat de driekleur in de vergetelheid terechtkwam. Na de gemeentelijke herindeling van 1997, waarbij Westkapelle onderdeel van de Gemeente Veere werd, was de vlag inmiddels kennelijk uit het collectief geheugen verdwenen.
Een nieuwe vlag
Fantasievlag van Westkapelle
Ergens rond de eeuwwisseling moet iemand -wie vermeldt de historie niet- bedacht hebben, dat Westkapelle toch eigenlijk een eigen vlag diende te krijgen (hoewel die dus al bestond). In een uitgave van de Veersekrant werd vervolgens een oproep geplaatst dat bij “voldoende inschrijvingen tegen een gereduceerde prijs een officiële vlag van de gemeentekern” besteld kon worden. De getoonde vlag was zwart met het gekroonde stadswapen in het midden met de naam WESTKAPELLE in kapitalen op het terras (het gele vlak onder de drie torens).
Waar kwam deze vlag nu vandaan? Willeboord Verhulst, destijds secretaris van de dorpsraad, liet mij daar in 2019 het volgende over weten: “Iemand heeft een afbeelding van het wapen van Westkapelle van het internet gedownload en gekopieerd naar een Worddocument. Bij deze actie kwam het wapen automatisch in het midden van de pagina te staan en werd de achtergrond automatisch donkergrijs gekleurd”, wat in het uiteindelijke ontwerp dus zwart werd. De vlag was dus een fantasievlag, ontsproten aan de geest van een creatieve inwoner.
Onofficieel
Bij de dorpsraad werd er vervolgens een verzoek ingediend om dit ontwerp de officiële vlag te maken. Hierop werd negatief gereageerd omdat het absoluut niet aan de eisen van de heraldiek voldeed en doordat Westkapelle geen zelfstandige gemeente (stad) meer was en dus de aanvraag bij voorbaat al afgewezen zou worden.
Dat hield productie van de vlag echter niet tegen: officieel of niet, hij kwam in de verkoop en werd o.a. verkocht in Het Polderhuis, het uiterst populaire museum van Westkapelle.
Grote verrassing in 2021, toen iemand van Museum Het Polderhuis in de geschiedenis dook en er achter kwam dat er wel degelijk een officiële vlag van Westkapelle bestond. Daarmee verdween de zwarte fantasievlag geruisloos van het toneel en werd de officiële in productie genomen. De ‘nieuwe oude’ vlag is na ruim 50 jaar nu wél omarmd en is in het Westkapelse straatbeeld te zien.
Wapen
Dan komen we bij het wapen wat zowel de basis vormt voor de officiële vlag als voor de latere fantasievlag. Het stadswapen (historisch gezien is Westkapelle een stad) is officieel vastgesteld en wel op 31 juli 1817. Het Besluit van de Hoge Raad van Adel luidt: Lazuur, beladen met drie burgten van zilver, waarvan het bovenste deel van goud, staande op een terras van goud. Het schild gedekt met een kroon van goud met elf paarlen.
Links: Wapen van Westkapelle / Rechts: Westkapelle, gelegen op de Westkaap van Walcheren in 1999 (fotograaf onbekend)
Het wapen is heraldisch niet helemaal juist, omdat twee kleuren die niet bij elkaar gebruikt horen te worden (de metalen goud en zilver) hier verenigd zijn (dit wordt wel een zogenaamd raadselwapen genoemd). Desalniettemin heeft de Hoge Raad van Adel er verder niet over gezeurd en het goedgekeurd. Alsof al die controverses nog niet genoeg zijn: de betekenis van de drie burchten staat ook niet vast. Volgens vlaggendeskundige Klaes Sierksma (1918-2007) zou het wapen gevormd zijn na de vondst van een Romeinse grafsteen, waarna de legende ontstond dat hier een tempel gestaan had. (Nederlands vlaggenboek, 1962). J.C. de Man verhaalt in 1901 dat Westkapelle drie maal verplaatst is: het eerste is verdronken, het tweede in 1377 verwoest en afgebroken en het derde is de stad die we nu nog kennen. Vandaar de drie burchten.
Controverse genoeg dus, zeker als je bedenkt dat stadszegels uit de 16e en 17e eeuw niet erg lijken op dat wat we nu zien. Die uit de 16e eeuw laat een gesloten stadspoort zien met drie torens met een ster boven iedere toren. Die uit de 17e eeuw een stadspoort met drie openingen met daarboven een puntdak met daarop een kruis.
Dit alles maakt het ook wel weer leuk natuurlijk: voer voor discussies!
Dat de Slag bij Vlissingen op 17 april 1573 in ons collectief geheugen is verankerd, kunnen we niet echt zeggen. Het is dan ook niet een van die slagen die de loop van de geschiedenis veranderde. Even goed interessant om deze geschiedenis af te stoffen en een mooie aanleiding om een alternatieve Zeeuwse vlag te laten wapperen.
Kaart van Zeeland door Abraham Ortelius (1527-1598), uit de atlas “Miroir de Monde” (1598) (publiek domein)
Ruim een jaar eerder, op 6 april 1572, was Vlissingen in opstand gekomen tegen de Spaanse bezetters. Tussen 6 en 13 april werd de bezettingsmacht (een Waals garnizoen) de stad uitgejaagd, de laatste dagen geholpen door de Watergeuzen, die op 1 april Den Briel al hadden ontzet, waardoor deze twee steden zich aan de zijde van Prins Willem van Oranje schaarden.
Plattegrond van Vlissingen, gedateerd 1582, door Lodovico Guiccardini (1521-1589) (publiek domein)
Hoewel een jaar later al verscheidene steden dit voorbeeld hadden gevolgd, waren de Spaanse Nederlanden een lappendeken van gebieden die of wel of niet nog onder Spaans gezag stonden. Voor wat Zeeland betreft: belangrijke steden als Middelburg en Goes waren trouw gebleven aan de Spaanse Koning Filips II. Middelburg werd op dat moment door de Geuzen belegerd.
Links: Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel, derde hertog van Alba (1507-1582) (hier beter bekend onder zijn vernederlandste naam Alva), portret uit 1549 door Antonio Moro (1519-1575) (Collectie Fondación Casa de Alba) / Rechts: Sancho d’Ávila (ook wel Dávila) (1523-1583), ets door Jacobus Eeffs (1610-na 1660) (Collectie Scottish National Gallery)
De landvoogd, de Hertog van Alva, kreeg de twee steden niet bevoorraad, omdat men dan langs het vijandige Vlissingen moest varen. Om dat op te lossen stelde Alva de Spaanse veldheer Sancho d’Ávila aan om Vlissingen te heroveren.
Plattegrond van Vlissingen (Flissinga) uit 1596 door Georg Braun en Frans Hogenberg (publiek domein)
D’Ávila stond bekend als een van de grootste militaire leiders uit die tijd, zijn bijnaam was ‘Oorlogsbliksem’. De herovering van Vlissingen was bepaald op 17 april. Met een overmacht van 15 schepen (assabres) verscheen de Spaanse vloot op de Vlissingse rede. De nog deels aanwezige geuzenvloot onder leiding van Lieven Keersemaker, koos ervoor dit gevecht niet aan te gaan en zeilde weg.
De Vlissingers waren echter niet van plan zich opnieuw te laten knechten en namen met hun kanonnen de Spaanse vloot onder vuur. Er ontstond zoveel schade aan de Spaanse schepen, dat de Geuzen de steven wendden om alsnog de strijd aan te gaan. Uiteindelijk wisten ze vier schepen in te nemen. De rest van de Spaanse vloot kon ontkomen en slaagde er in het ten oosten van Vlissingen gelegen Fort Rammekens (Zeeburg) te bereiken, waar twee lichte Spaanse oorlogsschepen lagen. Dit leidde in juni tot de Slag bij Rammekens.
Fort Rammekens anno 1649 door kaartenmaker Joan Blaeu (1596-1673) (publiek domein)
Slag bij Rammekens
De oorlogsschepen waren in Middelburg uitgerust. Het plan was met de verenigde Spaanse schepen de vloot van de opstandelingen te Vlissingen aan te tasten.
Links: Prent van een smakschip door Gerrit Groenewegen (1754-1826) uit ±1786-1789 (Collectie Zuiderzeemuseum, Enkhuizen) / Rechts: Fort Rammekens (1547), ten oosten van Vlissingen, nabij Ritthem (fotograaf onbekend)
Met smakschepen (lichte kustvaartuigen) vielen de Vlissingers de Spaanse vloot aan, terwijl ze vanuit Rammekens hevig werden beschoten. De assabres kapten hun ankertouwen, waarna ze strandden door de wind en de stroming. De bemanning sprong over boord, redde zich zwemmend of werd door de Zeeuwen afgemaakt. De assabres werden verbrand, op twee na die te Vlissingen werden binnengebracht. De Zeeuwen verloren in dit gevecht acht schepen.
Middelburg werd overigens alsnog via het heroverde Arnemuiden van bevoorraad. Het zou nog tot 18 februari 1574 duren voordat het Spaanse garnizoen in Middelburg zich overgaf.
De vlag
Wat nu? Een nieuwe Zeeuwse vlag? Ja en nee. Ja, de vlag is recent, en nee, toch ook weer niet, want we kennen soortgelijke vlaggen uit de geschiedenis.
Van zowel de Slag bij Vlissingen als de Slag bij Rammekens zijn afbeeldingen bekend. Het interessante hiervan is dat er (voor zover valt na te gaan) voor het eerst afbeeldingen van een Zeeuwse vlag worden gebruikt.
Een afbeelding van de Slag bij Vlissingen getiteld “Overwinning op de Spaanse vloot bij Vlissingen, 1573” door Frans Hogenberg (1535-1590) (Collectie Rijksmuseum)
De eerste daarvan zien we hierboven. Het is een tekening van Frans Hogenberg, getiteld “Overwinning op de Spaanse vloot bij Vlissingen,1573″. Op de prent zien we een zeeslag tussen een fiks aantal schepen (waarschijnlijk meer dan er waren). Het opvallendste echter is een kleine galei vlak boven de onderrand, iets links van het midden. Met enige moeite kunnen we zien dat dit schip een Zeeuwse vlag voert.
Detail uit de prent van Hogenberg: de galei met Zeeuwse vlag, waarschijnlijk de oudste afbeelding van deze vlag (Collectie Rijksmuseum)
Hierboven zien we de galei uitvergroot en kunnen we de vlag beter zien. Het laat het wapen van Zeeland zien (dat al veel langer bestond): een leeuw die uit de golven rijst.
“De Slag bij Rammekens, overwinning van de Vlissingse admiraal Ewout Pietersz. Worst, op de Spaanse transportschepen” door J. van de Graft, 1863 (Collectie Rijksmuseum)
Van de Slag bij Rammekens bestaan ook afbeeldingen, zoals hierboven, door J. van de Graft uit 1863, hij maakte dit naar het voorbeeld van een groot Zeeuws wandtapijt, dat heden ten dage in het Zeeuws Museum in Middelburg te zien is.
Wandtapijt van de Slag bij Rammekens, vervaardigd door het weversatelier van Jan de Maecht, 1596 (Collectie Zeeuws Museum, Middelburg)
Het tapijt “De slag bij Rammekens” is er een uit een serie van zes die de Staten van Zeeland van 1593 tot 1604 lieten maken met daarop de zeeslagen in een nabij Zeeland tijdens de Tachtigjarige Oorlog afgebeeld. Het eerst tapijt werd gemaakt bij de Delftse tapijtweverij van François Spierincx, naar ontwerpen van zeeschilder Hendrick Cornelisz. Vroom. De overige werden vervaardigd door het weversatelier van Jan de Maecht in Middelburg. Het Rammekens-tapijt stamt uit 1596.
Als we inzoomen op dit tapijt zien we de Zeeuwse vlag op een van de schepen (Collectie Zeeuws Museum, Middelburg)
Pas met je neus bovenop het meterslange tapijt is tussen alle schepen, vlaggen en vaandels ook hier een Zeeuwse vlag te zien en nu voor het eerst in kleur. Standaardisering van vlaggen was er niet in deze tijd, dus de Zeeuwse vlag van weleer is er in verscheidene variaties, maar consequent is wel steeds de leeuw die uit de golven lijkt te komen, het eeuwenoude Zeeuwse wapen. Hoewel het heraldisch gezien niet correct is om een wapenbeeld op een vlag te zetten is dat toch wat hier gebeurd is.
Nog verder inzoomend zien we de vlag duidelijker: banen in blauw en wit en een rode leeuw op een geel (gouden) veld (Collectie Zeeuws Museum, Middelburg)“Het vertrek van een hoogwaardigheidsbekleder uit Middelburg” uit 1615 door Adriaen van de Venne (1589-1662) (Collectie Rijksmuseum)
Ook op schilderijen komt de vlag voor, een mooi voorbeeld is het uit 1615 daterende werk van Adriaen van de Venne: “Het vertrek van een hoogwaardigheidsbekleder uit Middelburg”, waar aan een van de scheepsmasten prominent de Zeeuwse vlag in beeld is.
Detail uit het schilderij van Adriaen van de Venne waar we de Zeeuwse vlag duidelijk kunnen zien, hier in gezelschap van de Middelburgse geus (Collectie Rijksmuseum)
Na de Napoleontische tijd en de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813, verdween dit soort regionale vlaggen. Tot die tijd waren ze symbolen geweest van gewesten in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die het grotendeels in hun eigen gebied voor het zeggen hadden. In de begin 19e eeuw ontstane eenheidsstaat was dit niet langer aan de orde.
Provincievlag van 1949
Voor wat de huidige Zeeuwse vlag betreft: die werd net als veel andere provincievlaggen in de jaren na de Tweede Wereldoorlog vastgesteld, in een tijd dat er een nieuw regionaal besef was ontstaan. Gedeputeerde Staten lieten eind 1947 rijksarchivaris Willem Unger uitzoeken of Zeeland vroeger een eigen vlag had gehad. Hij kwam met twee vlaggen op de proppen, allereerst het tot vlag verwerkte Zeeuwse wapen dat we hierbovenzagen en een latere variatie, de Nederlandse vlag met in de middelste baan het Zeeuwse wapen.
Links: Voorbeeld van een Zeeuwse vlag waarbij het Zeeuwse wapen op de Nederlandse driekleur is geplaatst (Vlaggenkaart Tableau des pavillons que la plupart des nations arborent à la mer, 1756) / Rechts: Willem Unger (1889-1963), rijksarchivaris van Zeeland (publiek domein)
Het provinciebestuur liet de ontwerpen toetsen door de Hoge Raad van Adel in Den Haag, maar voorzitter Frans Beelaerts van Blokland liet geen spaan heel van de ontwerpen. Hij was streng in de leer, wat betekende dat wapens niet op vlaggen thuishoorden: “Op grond daarvan moge het U duidelijk zijn, dat de door U overlegde afbeeldingen bij de vaststelling van een vlag voor de provincie Zeeland geen van beide gevolgd kunnen worden”, aldus Beelaerts van Blokland in een brief van 3 juli 1948.
Links: Frans Beelaerts van Blokland (1872-1956) (publiek domein) / Rechts: Ontwerp van Beelaerts van Blokland voor een Zeeuwse vlag
De Raad was in deze tijd van mening dat alleen banenvlaggen goede vlaggen waren. Men was bereid voor de provincie een vlag te ontwerpen, in de kleuren van het Zeeuwse wapen, waardoor er een vlag met vijf horizontale banen zou moeten komen in de kleuren rood-geel-blauw-wit-blauw. Het Zeeuws provinciebestuur was teleurgesteld en vond de voorgestelde banenvlag niet mooi. Wat nu?
Inmiddels was het eeuwenoude Zeeuwse wapen voor het eerst officieel vastgesteld middels een Koninklijk Besluit van 4 december 1948, getekend door de kersverse Koningin Juliana. Het provinciebestuur liet n.a.v. het vaststellen van een vlag weten “dat er een bepaald verband behoort te bestaan tussen het wapen ener gemeenschap en de vlag”, duidelijke taal: toch het wapen weer.
Links: Wapen van de Provincie Zeeland, koninklijk goedgekeurd op 4 december 1948 / Rechts: Jonkheer mr. Tjalling Schorer (1909-1988), ontwerper van de Zeeuwse provincievlag (publiek domein)
Het was uiteindelijk Statenlid jonkheer mr. Tjalling Schorer, die met een ontwerp kwam waar het Zeeuwse bestuur zich in kon vinden, de huidige Zeeuwse vlag: een een blauw veld met drie golvende witte banen en het gekroonde Zeeuwse wapen in het midden.
Provincievlag van Zeeland (1949-heden)
De vlag werd op 14 januari 1949 goedgekeurd en op 30 maart aan Zeeland voorgesteld, middels een artikel in de Provinciale ZeeuwseCourant en een interview met jonkheer Schorer. Wat dhr. Beelaerts van Blokland van de Hoge Raad van Adel hiervan vond, is niet bekend, maar positief zal het niet geweest zijn!
Anno nu
We spoelen vooruit naar onze huidige tijd. Hoewel de Zeeuwse vlag sinds 1949 uitermate populair is geworden en dus een succesverhaal genoemd kan worden, zijn er ook genoeg mensen die vinden dat er in 1949 een grote fout is gemaakt door niet te kiezen voor de historische vlag van een beeldvullend wapen, net als op de wandtapijten en diverse schilderijen.
Een van deze mensen, Charles Schouw, die op Facebook actief is onder de naam Carolus Caminus, brak in 2020 een lans voor het herintroduceren van de historische vlag van Zeeland middels een bericht met de kop “Wie is er voor om de Zeeuwse vlag weer in zijn oude glorie te herstellen?”, Vervolgens was het was de Middelburgse makelaar Arjen de Pagter, een Facebookvriend van Caminus, die met dit idee aan de haal ging, door de vlag daadwerkelijk te laten maken, want met de huidige Zeeuwse vlag heeft hij niks, desgevraagd laat De Pagter me weten: “ik vind het een beetje een toeristenvlag.”
Het viel min of meer samen met het zoeken naar een logo voor het dan te openen van het restaurant ‘Zeeuwse Streken’, van zijn dochter en schoonzoon. Het logo werd het wapenbeeld zoals het vroeger op de Zeeuwse vlag voorkwam.
Rond dezelfde tijd nam De Pagter contact op met een vlaggenfabrikant om de historische Zeeuwse vlag te laten namaken volgens op internet gevonden voorbeelden van het Zeeuwse wapen.
Dat had nog wel wat voeten in de aarde, het logo van het restaurant was iets breder dan lang, maar een normale vlaggenmaat is 2:3, waardoor het wapenbeeld uitgerekt diende te worden. De Pagter: “De vlaggenmaker kwam steeds via de mail met een voorbeeld (“Is dit goed?”), maar dan zei ik: nee, die leeuw moet groter, maar ze konden hem op de een of andere manier niet opblazen.”
Kop van de nieuwe oude leeuw
Om de leeuw wat meer ruimte te geven moesten de golven enigszins zakken en wat smaller worden en vervolgens werd het dier enigszins uitgetrokken. En nog was het niet goed. De Pagter: “En toen ging de vlaggenmaker failliet. Maar ja, ik zei: we willen toch de vlag hebben. Toen stuurden ze’m op en toen bleken er langs beide zijden twee grote blauwe balken aan te zijn toegevoegd!” Een tweede zending zonder balken bleek wel naar de zin, waarmee de oude Zeeuwse vlag opnieuw het licht zag.
Eerste editie van de nieuwe oude Zeeuwse vlag met blauwe balken aan de zijkant! (screenshot)
Hoewel De Pagter dus niks met de huidige Zeeuwse vlag heeft, is hij er niet op uit om die met dit nieuwe oude ontwerp te laten vervangen. “Ik hoef er helemaal geen statement mee te maken, zo van: die vlag moet veranderd, ik vind het gewoon leuk en af en toe geef ik er een weg of ik verkoop er ‘ns een, meer als grapje”. Een vriend van hem uit Amsterdam heeft een boot en die voert er een aan boord. “dat vind ik prachtig, midden in Amsterdam”.
Jubileum! Vandaag is het precies 450 jaar geleden dat Vlissingen in opstand kwam tegen de Spaanse bezetting. Dit gaat niet ongemerkt voorbij. Ieder jaar worden de gebeurtenissen uit 1572 herdacht, maar dankzij een financiële bijdrage van de Gemeente Vlissingen zal er ditmaal extra groot worden uitgepakt, zowel op woensdag 6 (vandaag) als op zaterdag 16 april.
Het officiële logo (met het wapen van Vlissingen) voor de viering van 450 jaar Vlissingse Opstand
6 april is de dag van de opstand van de Vlissingse bevolking tegen de Spaanse bezetters. Het jaar is 1572 en een paar dagen daarvoor, op 1 april hebben de Watergeuzen (het illegale anti-Spaanse verzet), Den Briel ingenomen. Niet op de Spanjaarden veroverd dus, zoals nog steeds, tot op de dag van vandaag wordt volgehouden.
Watergeuzen gesommeerd te vertrekken
Om bij de Watergeuzen te beginnen: de vloot van circa 20 schepen van deze verzetsgroepering lag eind maart 1572 in Engeland bij de rivier de Medway, een vertakking van de Theems), buiten bereik van de Spanjaarden. Toen de Engelsen hun verhouding met Spanje wilden verbeteren, paste het herbergen van de Geuzen daar beslist niet bij. Ze werden dan ook gesommeerd te vertrekken.
Den Briel
Op 1 april vertrok de vloot richting Hollandse kust, maar er was geen vooropgezet plan waar ze heen zouden gaan. Toen ze bij Den Briel de kust bereikten, vernamen ze dat het Spaanse garnizoen kort daarvoor de stad had verlaten. Een gelukkig toeval was het zeker: besloten werd de stad in te nemen, zodat ze gelijk een nieuwe basis hadden. Zo geschiedde, De Briel werd ingenomen door de Watergeuzen.
Inname van Den Briel (Brielle) door de Watergeuzen op 1 april 1572, een prent van Johan Bierens de Haan (1867-1951), naar een ets van Frans Hogenberg (voor 1540-1590) (Collectie Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam)
Omdat men de stad in feite op een presenteerblaadje kreeg aangeboden, kunnen we bezwaarlijk van een revolutionaire daad spreken en een opstand kunnen we het al helemaal niet noemen. Het laat onverlet dat Den Briel de eerst stad was die vanaf 1 april niet meer onder Spaans gezag stond. Een tweede stad zou binnen een week volgen: Vlissingen, en wel na een daadwerkelijke opstand.
Vlissingen
De Vlissingse bevolking wordt kort gehouden, moet een massale inkwartiering van Waalse troepen ondergaan en men ondervindt hinder bij het uitoefenen van het werk, wat voor veel Vlissingers bestaat uit de visvangst. Tevens worden er in opdracht van landvoogd Alva voorbereidingen getroffen voor de bouw van een citadel op een plek waar eigenlijk een nieuwe haven stond gepland. Eind maart komt er bericht dat er vanwege de fortificatie het Waalse garnizoen op termijn zal worden vervangen door een nog groter garnizoen van 1.000 Spaanse soldaten. In het vroege voorjaar van 1572 arriveren Spaanse kwartiermeesters voor het in gang zetten van verdere voorbereidingen. In de stad ontstond een groeiende onvrede en een wens de bezetters de stad uit te werken.
Plattegrond van Vlissingen met daarop geprojecteerd de geplande citadel van Alva, waarvan in 1572 de fundamenten gelegd waren, maar die uiteindelijk nooit gebouwd werd (publiek domein)
Het belang van Vlissingen was Alva’s (en daarmee Koning Filips II’s) tegenstander Willem van Oranje duidelijk en hij stuurde een van zijn volgelingen, Johan van Kuyk (ook wel Jan van Cuyk), heer van Erpt, als verkenner naar Vlissingen, waar hij eind maart of begin april aankwam. Hoewel 6 april de datum van de opstand is, begon de opmaat waarschijnlijk al op 2 april. Het werd Van Kuyk duidelijk dat het stadsbestuur (‘de magistraten’) op de hand van Spanje was, ook al hadden ook zij moeite met de maatregelen van Alva, zoals de bouw van de citadel. Maar ja, pluche is pluche: ze waren bang hun posities te verliezen. Echter vier kapiteins van de schutterij (de bewapende burgerwacht) waren wél bereid tot samenwerking en actie onder leiding van Van Kuyk. Het ging om Jacob de Zwijghere (ook wel Zwighere), Hendrick van Baerle (beiden waren ook wijnkoopman), Glaude Willemsz. (afkomstig uit Normandië) en Pieter de Geldersman.
“Gezicht op Vlissingen”, schilderij uit 1669 door Pieter (of Petrus) Segaers (?-?) (Collectie Zeeuws Maritiem MuZEEum, Vlissingen)
6 april, de dag van de opstand
Op zondagochtend 6 april (Paaszondag) liet pastoor Derksen in de Onze Lieve Vrouwekerk (nu de Sint Jacobskerk) zich niet onbetuigd. Er werd door hem afgrijselijck gedonderd tegen de hardvochtige Spaanse bezetting. Daar een meerderheid van de Vlissingse bevolking nog steeds rooms-katholiek was, was het belangrijk dat zij ook ‘rijp’ gemaakt werden voor actie.
Close-up van het hierboven afgebeelde schilderij van Segaers, met links de Westpoort met de Gevangentoren, iets rechts daarvan, met hoge topgevel, het Vlissingse stadhuis (1594 – afgebrand in 1809), helemaal rechts de 14e eeuwse Grote- of Sint Jacobskerk, iets links daarvan bij de ophaalbrug het Beursgebouw (1635), plus de verdedigingswerken aan de zeezijde: links het Keizersbolwerk (1548) en aan de andere kant van de haven het Rondeel (±1440) (Collectie Zeeuws Maritiem MuZEEum, Vlissingen)
Ondertussen was bij het stadhuis* een woedende menigte bijeengekomen die nog verder werd opgehitst door Johan van Kuyk. De groep werd nog groter na half elf, toen de kerkgangers de kerk verlieten en zich bij hen aansloten. Het was het startschot van de Vlissingse Opstand. *) Dit ‘stads- en gevangenhuis’ bevatte de huidige panden Bellamypark 35 en 37 (tegenwoordig in gebruik bij Reptielenzoo Iguana) en het linkerdeel van Breestraat 8 (net om de hoek). Wat nu Bellamypark is was vroeger deel van de haven, het westelijk deel waar het stadhuis zich bevond, heette toen de Bierkade. Tweeëntwintig jaar later zou het fraaie nieuwe stadhuis op de Grote Markt verrijzen, wat in 1809 na een beschieting door Engelse schepen geheel afbrandde).
Plattegrond van Vlissingen uit 1649 door Joan Blaeu (1598/99-1673) (publiek domein)
De verzamelde menigte toog vervolgens naar de zeedijk waar een Spaanse vloot van zeven schepen was gearriveerd. Johan van Kuyk loofde een beloning uit voor diegene die het eerste schot durfde te lossen op een van de schepen. Met deze vijandige behandeling vanaf de wal dacht de Spaanse bevelhebber dat er een grootscheepse aanval op handen was. Een van de opvarenden zwom als onderhandelaar naar de wal. De uitkomst was dat de Spanjaarden beloofden te vertrekken.
Artist’s impression door Cees van der Burght (1931-2015) van het moment dat er vanaf het Rondeel een schot wordt gelost op de Spaanse schepen(tekening gebruikt als kaft voor het boekje “Vlissingen in opstand tegen de Spanjaarden” van Doeke Roos, uit 1991)
Het zorgde voor een overwinningsroes bij de Vlissingers en de menigte verplaatste zich terug naar het stadhuis aan de Bierkade, waar ze werd toegesproken door de stadhouder van Zeeland, Anthonie van Bourgondië, die meedeelde dat als iedereen rustig naar huis zou gaan, er niets aan de hand zou zijn en dat de bevolking niet hoefde te vrezen voor represailles, maar de sfeer werd steeds vijandiger. Aan de vier rebelse kapiteins vroeg hij hun eigen handelwijze en die van de menigte schriftelijk te verklaren. Dat antwoord luidde: “Redenmoverende den gemeente der stadt van Vlissinghe omme de wapenenan te grijppen ende geen Spaensche soldaten binnen derzelver stede te ontvanghen in ’t geheel ofte deel”.
“Een ontmoeting van Anthonie van Bourgondië, stadhouder en luitenant-admiraal van Zeeland (voor de Spaanse zijde) met het hoofd van de Geuzen Van Kuyk (voor de Staatse zijde) te Vlissingen”, fantasieportret (kopergravure) van de ontmoeting van Anthonie van Bourgondië (?-1573), heer van Wakkene en Kapelle, stadhouder van Zeeland en luitenant-admiraal van Zeeland, Holland en Vlaanderen, met Johan van Kuyk, door Jacob Smies (1764-1833) en Jacob Ernst Marcus (1774-1826) (Zeelandia Illustrata, deel III, n.34)
De sfeer werd uiteindelijk dermate bedreigend dat de Zeeuwse stadhouder Anthonie van Bourgondië, besloot de stad onmiddellijk te verlaten, gevolg door de Spaanse kwartiermakers.
Portretpenning met de beeltenis van Anthonie van Bourgondië, de Zeeuwse stadhouder, die op 6 april de wijk nam van Vlissingen naar Middelburg , het randschrift luidt: Antonius a Burgondia, Do(minus) de Wacken(e), A(rchithalassus) F(landriæ), vrij vertaald: Anthonie van Bourgondië, Heer van Wakkene, Admiraal van Vlaanderen – Op de keerzijde een hand met een ontbloot zwaard in een vuurzee bovenop een voetstuk, met het randschrift: Virtuti Fortuna Cedit (Het geluk zwicht voor de dapperheid) (Collectie Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen)
Diezelfde middag nog trad er een deels nieuw stadsbestuur aan. Een aantal bestuurders mocht aanblijven, maar wel onder toezicht van een comité van hoplieden, waar onder meer de vier kapiteins (die we al eerder tegenkwamen) deel van uitmaakten, waaruit we kunnen afleiden dat de opstand op 6 april niet zomaar uit de lucht kwam vallen, maar dat er wel degelijk een plan klaarlag. De bevolking joeg tussen 6 en 13 april de Spaanse bezettingsmacht (het Waalse garnizoen) de stad uit, de laatste dagen geholpen door de inderhaast gealarmeerde Watergeuzen.
Een (fantasie)tekening van Simon Fokke (1712-1784) waarop uitgebeeld hoe de Spanjaarden en Walen uit Vlissingen worden verdreven (Collectie Rijksmuseum)
Opgehangen
In de tussentijd was op woensdag 9 april een brik op de Vlissingse rede verschenen. Aan boord was onder meer Hernando Pacheco, een kapitein van de Spaanse infanterie. Hij werd gevangengezet in het ‘stads- en gevangenhuis‘ aan de Bierkade (nu Bellamypark 35-37). Op 29 april werd hij voor dit gebouw opgehangen, samen met twee Spanjaarden uit zijn gevolg. Een steen in het wegdek met het jaartal 1572 herinnert hier nog aan.
Links: Markeringssteen met het jaartal 1572 in het wegdek op de plek waar de galg gestaan moet hebben / Rechts: Vlissingen rond 1550, het zuiden boven, noorden beneden, fragment uit het “Panorama van Walcheren” een werk in pen en waterverf van maar liefst 10,2 m x 43 cm, door Antoon van den Wijngaerde (±1525-1571), Museum Plantin-Moretus, Antwerpen
Pacheco/Pacieco
Curieus is dat er vele jaren later verwarring ontstond over de figuur van Hernando Pacheco en dat had, voor zover nu nog na te gaan is, alles te maken met onderstaande gravure uit 1703, waar de ophanging van de Spanjaarden op de Bierkade wordt afgebeeld. Het bijschrift vermeldt dat het om Don Pedro Pacieco gaat, bouwmeester van de landvoogd, de hertog van Alva.
“Don Pedro Pacieco opper krijgt bouwmeester des H. van Alva nevens twee Spaensche jonkers opgehangen tot Vlissingen in den Jaare 1572”, gravure uit 1703 van Jan Luyken (1649-1712) (publiek domein)
De namen Pacheco en Pacieco lijken erg op elkaar en in een tijd waarbij men het met de spelling niet altijd even nauw nam, is ergens tussen 1572 en 1703 dit verhaal een eigen leven gaan leiden. Hernando Pacheco werd edelman Don Pedro Pacieco, Alva’s neef en opperbouwmeester. Dat we dit nu weten is te danken aan Clazien Rooze-Stouthamer, die uitgebreid onderzoek deed voor haar in 2009 verschenen boek “Opmaat tot de opstand – Zeeland en het centraal gezag (1566-1572)“. Ze ontcijferde in Brusselse archieven in oud-Frans geschreven documenten, waarbij de persoonsverwisseling boven water kwam.
Plattegrond van Vlissingen uit 1582 (dus tien jaar na de opstand) door Lodovico Guicciardini (1521-1589), waarop we duidelijk de galg op deBierkade kunnen zien, iets linksonder de toren van de Sint Jacobskerk (publiek domein)
De bevrijdingen van Den Briel en Vlissingen vormden de opmaat voor de volksopstand tegen de Spaanse bezetter onder Willem van Oranje en in feite de ‘geboorte’ van Nederland.
Het belang van de opstand in Vlissingen ontging Willem van Oranje geenszins en op 7 mei 1572 schreef hij een bedankbrief aan de stad. Hij schreef onder meer: “U zal lof en eer oogsten van de andere landen, omdat u de eerste bent geweest die het vaderland zo’n goede en trouwe dienst hebt bewezen in deze ongemakkelijke tijd. U heeft daarbij eenvoorbeeld gesteld voor alle anderen, net als u, het juk van tirannie enslavernij van zich afwerpen”.
Voorzijde van de bedankbrief van Willem van Oranje (1533-1584) aan de stad Vlissingen, gedateerd 7 mei 1572 (Collectie Zeeuws Archief, Middelburg)
Programma 6 april
Wat de viering van dit jaar betreft: vanmiddag is er een feestelijke herdenkingsbijeenkomst in de Sint Jacobskerk, de kerk die ook een rol speelde in de opstand. Verschillende sprekers zullen vandaag opdraven. Na een welkomstwoord van burgemeester Bas van den Tillaar van Vlissingen zijn te gast: Jos Wienen, burgemeester van Haarlem en voorzitter Samenwerkingsverband 1572, Judith Pollman, hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse Geschiedenis, Herman Pleij, emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde en Peter van Druenen, historicus en voorzitter van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap derWetenschappen. De Stichting Klassieke Muziek uit Vlissingen verzorgt de muzikale intermezzo’s.
Programma 16 april
Op deze zaterdag voor Pasen is er een uitgebreid programma in de Vlissingse binnenstad. De hele dag door: een Middeleeuwse markt op de Oude Markt en een podium met voorstellingen van het Middeleeuws genootschap uit Monnickendam, met muziek van Goet en de Fyn, op het Bellamypark een workshop Middeleeuws vechten, stormbaan piraat en oud-Hollandse spelen.
’s Middags is er de jaarlijks terugkerende ‘re-enactment’ (het naspelen van de gebeurtenissen van 6 april 1572), compleet met een donderpreek van pastoor Derksen in de Sint Jacobskerk en de optocht van de bevolking (in historische kledij en veel vlaggen) langs de lange rij van café’s en restaurants aan het Bellamypark naar het Rondeel, waar een aantal kanonnen zal worden afgeschoten. Ook de zwemmer (de Spaanse onderhandelaar) wordt ten tonele gevoerd, net als de onfortuinlijke Hernando Pacheco, die vanaf het Rondeel naar de westzijde van het Bellamypark (de vroegere Bierkade) wordt gevoerd en ‘opgehangen’. De dag wordt ’s avonds afgesloten met diverse optredens.
Impressies van de re-enactment van 16 april 2022
Pastoor Derksen “dondert afgrijselijck” vanaf de kansel in de Sint Jacobskerk (screeenshot)De burgerij is met stadsvlaggen samengekomen op het Rondeel tussen de Koopmanshaven en de Engelse Haven (het is Vlagblog niet duidelijkgeworden waarom de vlaggen van Suriname, Bulgarije, Turkije en de Republiek der Zuid-Molukken werden meegevoerd, deze vlaggen bestonden in 1572 nog niet en de desbetreffende gebieden hebben niets met de Vlissingse Opstand van doen) (screenshot)Het kanon buldert vanaf het Rondeel (screenshot)Hernando Pacheco is gevangengenomen en wordt in een kooi naar de Bierkaai gevoerd (nu Bellamypark) getransporteerd (screenshot)Het transport nadert de Bierkaai (nu Bellamypark) (screenshot)De galg staat klaar, op de achtergrond de Sint Jacobstoren met de Prinsenvlag (screenshot)De beul legt Hernando Pacheco de strop rond de nek (screenshot)De uitgelaten burgerij trekt na de terechtstelling vanaf de Bierkaai via de Kerkstraat naar de Oude Markt (screenshot)
De vlag
De Prinsenvlag – versie met 11 banen
De Prinsenvlag is de Nederlandse revolutievlag en is waarschijnlijk voor het eerst te zien geweest bij de inname van Den Briel. Al sinds jaar en dag wappert hij tegenwoordig op 6 april vanaf de Sint Jacobstoren als herinnering aan de Vlissingse Opstand.
De kleuren oranje, wit en blauw komen waarschijnlijk van de livreikleuren van prins Willem van Oranje, als kopstuk van het verzet tegen de Spanjaarden. En na de innames van Den Briel en Vlissingen kreeg hij dan ook al gauw de naam waaronder hij tegenwoordig nog steeds bekend is: Prinsenvlag (Princevlag in 1572).
Kussenblad met het wapen van de Gecomitteerde Raden ter Admiraliteit van Zeeland (wol en zijde, 1670) (Collectie Rijksmuseum, Amsterdam)
Eind 16e eeuw werd de Prinsenvlag door de Zeeuwse Admiraliteit ingevoerd voor schepen van oorloge voor Vlissingen en Veere, dan inmiddels met drie banen. Op verschillende schilderijen is de vlag ook op Zeeuwse schepen te zien.
De Prinsenvlag is de eerste vlag met horizontale banen, de vraag is alleen: hóéveel banen? Het precieze aantal banen van de vlag is nooit vastgesteld en komt in vele, vele varianten voor, van drie tot en met twaalf en alles er tussenin! Ook de onderlinge kleurvolgorde is nooit vastgesteld, met als gevolg dat de ene Prinsenvlag de andere niet is!
Links: Prinsenvlag met 3 banen / Rechts: Prinsenvlag met 11 banen op de replica van de Batavia
De Prinsenvlag is tevens de basis voor de huidige Nederlandse vlag, waarbij het oranje inmiddels rood is geworden (dit gebeurde geleidelijk aan in de eeuwen daarvoor) en men drie banen meer dan genoeg vond.
Prinsenvlag met 11 banen op de replica van de Batavia, op de spiegel het wapen van Amsterdam (foto rechts)
De versie die hier vandaag wappert is opgebouwd uit het drie maal herhaalde oranje, wit blauw, van elkaar gescheiden door twee extra witte banen, een totaal van elf banen dus. Deze versie wordt ook gebruikt op de replica’s van 17e-eeuwse schepen van de Batavia-werf in Lelystad, maar dan met rode in plaats van oranje banen.
Vandaag is het 707 jaar geleden dat Vlissingen stadsrechten kreeg, verleend door Willem III, graaf van Holland en Zeeland (1287-1337). Op 2 april 1315 tekende hij de oorkonde met 47 artikelen, waarin alle rechten, geboden en verboden werden opgesomd.
Links: Willem III, graaf van Holland en Zeeland (1287-1337), door Hendrik van Heessel (?-1470), tekening uit 1456 (publiek domein) / Rechts: Vlissingen in 1582 door Lodovico Guicciardini (1521-1589) (publiek domein)
Naast zaken als het recht stadsmuren te bouwen, (week)markten te houden of tol te heffen, kon een stad ook zijn eigen rechtspraak regelen. Willem III en zijn opvolgers profiteerden daar ook van: van opgelegde boetes verdween het grootste deel richting het grafelijke hof.
Andere plaatsen
Vlissingen was bij lange na niet de eerste stad in Zeeland, zeker 12 steden gingen Vlissingen voor: Aardenburg (1127), Hulst (1180), Biervliet (1183), Axel (1213), Middelburg (1217), Westkapelle (1223), Domburg (1223), Oostburg (1237), Sint Anna ter Muiden (1242), Zierikzee (1248), Sluis (1290) en IJzendijke (1303). Zeeuwse hekkensluiter is Terneuzen (1584).
Het zegt verder natuurlijk niets over de ouderdom van een plaats. In het geval van Vlissingen wordt nu aangenomen dat het dorp Vlissingen omstreeks 1150 is ontstaan. Nadat Walcheren in 1134 bij een grote stormvloed bijna geheel onder water kwam te staan, werd er in de jaren daarna hard gewekt aan herstel door middel van dijkaanleg. Het gebied waar nu Vlissingen ligt, had een natuurlijke haven en het plaatselijke veen leverde zout en brandstof. Het dorp begon dan ook als een vissersdorp en een plek waar je zout kon delven. Al met al is Vlissingen als plaats inmiddels dan dus zo’n 870 jaar oud.
De Vlissingse stadsvlag is een van de oudere en bekendere vlaggen van het land en komt op verschillende schilderijen vanaf de 15e eeuw voor, meestal zeegezichten en zeeslagen. Hieronder een voorbeeld: een schilderij van Hendrick Vroom:
Maar ook in verschillende oude vlaggenboeken en op vlaggenkaarten komt hij al voor. Hieronder een greep daaruit:
Links: Detail uit Flaggen aller Seefahrenden Potenzen und Nationen in der Gantzen Welt, vorgestellt von Christoph Weigel (1718) / Rechts: Detail uit Tableau des pavillons que la pluspart des nations arborent à la mer (1756)Links: Detail uit Flaggen aller Seefahrenden Potenzen und Nationen in der Gantzen Welt, vorgestellt von Matthæus Seutter in Augspurg (1764) / Rechts: Detail uit Schouw-park aller scheeps-vlaggen van Gerard van Keulen (1775)Links: Detail uit Bowles’s universal display of the naval flags of all nations in the world (1783) / Rechts: Detail uit A display of the naval flags of all nations (1838)
De vlag is rood met daarop in het midden afgebeeld het stadswapen van Vlissingen, als vanouds een (meestal gekroonde) fles. Het wapen werd pas officieel bevestigd bij een Besluit van de Hoge Raad van Adel op 31 juli 1817 en luidde als volgt:
Van keel (rood), beladen met een Jacoba’s kruikje van zilver (wit), gekroond, geketend en gecierd van goud (geel). ’t Schild gedekt met een kroon, mede van goud.
Links: Wapens en namen van de Gecommiteerde Raden van Zeeland en de steden van Zeeland (Zeeland veredelt), door Joseph Mulder naar Gerard de Lairesse (1688-1691) (publiek domein) / Rechts: Detail uit deze voorstelling met de Vlissingse vlag en het Vlissingse wapenschild
In de eeuwen voor dit besluit, nam men het bij gebrek aan een officiële beschrijving van zowel wapen als vlag, niet zo nauw: de fles werd ook wel in geel afgebeeld, de kroon in wit, of zoals eerder vermeld, zónder kroon, mét en zónder ketens. Hoewel het rode veld redelijk consequent werd gebruikt zijn er ook afbeeldingen bekend met de Prinsenvlag als achtergrond, of het rood-wit-blauw van de Nederlandse vlag. Het rode veld is waarschijnlijk voortgevloeid uit de tijd van de kaapvaart. Kapers voerden vaak een rode vlag en Vlissingse kapers waren dan weer herkenbaar aan het stadswapen op zo’n vlag.
Hoewel de vlag sinds de 19e eeuw al aardig gestandaardiseerd was, werd hij pas officieel bevestig in een raadsbesluit van 31 augustus 1973 en dat luidde als volgt:
Rood met op het midden een wit jacobakannetje, geel geketend en gesierd en erboven een gele kroon van drie bladeren en twee parels, een en ander ter hoogte van vier vijfde van de vlaghoogte.
De militaire landingen die in de vroege ochtend van 1 november 1944 op Walcheren plaatsvonden, dit jaar 77 jaar geleden, waren onderdeel van de Operation Infatuate (Operatie Infiltratie), die tot doel hadden de militair zeer belangrijke Westerschelde in handen te krijgen, zodat de grote haven van het reeds bevrijde Antwerpen toegankelijk werd voor de geallieerden.
Daartoe diende dus het zuidelijke deel van Zeeland (Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Zuid-Beveland) bevrijd te worden, wat uiteindelijk ook lukte. Daarmee waren beide oevers van de Westerschelde in geallieerde handen.
Een deel van de gesneuvelde militairen viel op Uncle Beach, een ander deel bij gevechten bij de Oranjemolen en tijdens de drie dagen durende guerilla-oorlog in de Vlissingse binnenstad en op de zee-boulevards. Op 3 november was Vlissingen bevrijd, waarna onmiddellijk werd begonnen de zo belangrijke vaarweg van mijnen te ontdoen. Op 28 november liep het eerste konvooi de haven van Antwerpen binnen.
Op 30 augustus 2019 werd bij Uncle Beach het Namenmonument onthuld. Het is een ontwerp van de Vlissingse kunstenaar Hans Bommeljé (1958). De Stichting Oorlogsjaren in Vlissingen bracht het benodigde geld bijeen via donaties en sympathisanten.
Om even bij deze 1e november te blijven: net als bij Vlissingen vonden bij Westkapelle geallieerde landingen plaats. Vandaag is het 77 jaar geleden dat de stad door de bondgenoten werd bevrijd en waarmee voor de geteisterde bevolking het einde van de Tweede Wereldoorlog aanbrak. Een maand ervoor, op 3 oktober 1944, werd de zeedijk aan de zuidkant van Westkapelle door Britse bommenwerpers verwoest, waardoor het zeewater de stad en het (schier)eiland instroomde. Deze inundatie was bedoeld om de Duitse bezetter sneller te kunnen verslaan. Het bombardement zelf zorgde er voor dat Westkapelle zowat van de kaart werd geveegd en 180 inwoners vonden de dood.
Het gat in de Westkapelse zeedijk (publiek domein)
Zoals gezegd: op 1 november kwamen de geallieerden in landingsvoertuigen aan land, na hevige vuurgevechten over en weer. Westkapelle, of wat er nog van over was, was toen op zes inwoners na, verlaten: de rest van de bevolking was inmiddels geëvacueerd. In oktober 1945 werd het gat in de dijk definitief gedicht.
1 november 1944: Duitse krijgsgevangenen in de Zuidstraat in Westkapelle, op de achtergrond de vuurtoren (publiek domein)
Naast Westkapelle werden vandaag 77 jaar geleden ook Domburg, Aagtekerke, Grijpskerke en Noord-Beveland (behalve Wissenkerke) bevrijd. In Zeeuws-Vlaanderen viel Sluis in geallieerde handen.
De vlag
Vlag van Westkapelle
Hoewel de vlag van Westkapelle trots in de wind wappert, bestaat hij officieel eigenlijk niet! Er is nooit een officiële vlag van de stad vastgesteld, toch moet iemand bedacht hebben dat het stadswapen op een zwart veld behoorde te staan en dat de naam ‘Westkapelle’ onderin de gouden basis van het wapenschild te zien moest zijn. Heraldisch is dit uit den boze: hoewel het tegenwoordig te kust en te keur gebeurt, zijn namen op vlaggen eigenlijk volkomen ongebruikelijk (inmiddels achterhaald, zie update verderop in de tekst).
Het stadswapen is wel officieel vastgesteld en wel op 31 juli 1817. Het Besluit van de Hoge Raad van Adel luidt: Lazuur, beladen met drie burgten van zilver, waarvan het bovenste deel van goud, staande op een terras van goud. Het schild gedekt met een kroon van goud met elf paarlen.
Links: Wapen van Westkapelle / Rechts: Westkapelle, gelegen op de Westkaap van Wacheren in 1999 (fotograaf onbekend)
Het wapen is heraldisch ook niet helemaal juist, omdat twee kleuren die niet bij elkaar gebruikt horen te worden (de metalen goud en zilver) hier verenigd zijn (dit wordt wel een zogenaamd raadselwapen genoemd). Desalniettemin heeft de Hoge Raad van Adel er verder niet over gezeurd en het goedgekeurd. Alsof al die controverses nog niet genoeg zijn: de betekenis van de drie burchten staat ook niet vast. Volgens vlaggendeskundige Klaes Sierksma zou het wapen gevormd zijn na de vondst van een Romeinse grafsteen, waarna de legende ontstond dat hier een tempel gestaan had. (Nederlands vlaggenboek, 1962). J.C. de Man verhaalt in 1901 dat Westkapelle drie maal verplaatst is: het eerste is verdronken, het tweede in 1377 verwoest en afgebroken en het derde is de stad die we nu nog kennen. Vandaar de drie burchten.
Controverse genoeg dus, zeker als je bedenkt dat stadszegels uit de 16e en 17e eeuw niet erg lijken op dat wat we nu zien. Die uit de 16e eeuw laat een gesloten stadspoort zien met drie torens met een ster boven iedere toren. Die uit de 17e eeuw een stadspoort met drie openingen met daarboven een puntdak met daarop een kruis.
Dit alles maakt het ook wel weer leuk natuurlijk: voer voor discussies!
NB: Willeboord Verhulst liet mij n.a.v. het ontwerp van de vlag het volgende weten:
In de uitgave van de Veersekrant (ongeveer 17 jaar geleden) stond de melding dat er, bij voldoende inschrijvingen tegen een gereduceerde prijs, een officiële vlag van de gemeentekern besteld kon worden. Hierbij vergeten te melden dat het alleen de vlag van Domburg betrof. Iemand heeft een afbeelding van het wapen van Westkapelle van het internet gedownload en gekopieerd naar een Worddocument. Bij deze actie kwam het wapen automatisch in het midden van de pagina te staan en werd de achtergrond automatisch donkergrijs gekleurd. De ontwerper had in het terras het woord “Westkapelle” geplaatst. Bij de dorpsraad is er toentertijd een verzoek ingediend om dit ontwerp de officiële vlag te maken. Hierop is negatief gereageerd omdat absoluut het niet aan de eisen van heraldiek voldeed en doordat Westkapelle geen zelfstandige gemeente (stad) meer was, de aanvraag bij voorbaat al afgewezen zou worden. De getoonde vlag is een fantasievlag ontsproten aan de geest van creatieve inwoner.
Update augustus 2022
Museum Het Polderhuis in Westkapelle is in de geschiedenis gedoken en kwam er achter dat er wel degelijk een officiële vlag van Westkapelle bestaan heeft en wel tussen 1969 en 1997. Na de herindeling in 1997, waarbij Westkapelle bij de Gemeente Veere kwam, verdween de vlag (die waarschijnlijk nooit echt ingeburgerd was geraakt) van het toneel, om dankzij het Polderhuis in 2021 opnieuw op te duiken en aan hun winkel werd toegevoegd. Niet ieder plaats kan bogen op twee verschillende vlaggen! Hieronder een foto van de vlag.
De vlag van Westkapelle (1969-1997) (fotograaf onbekend)
Middels een advies van de Stichting voor Banistiek en Heraldiek en een daarop gebaseerd gemeenteraadsbesluit van 10 februari 1969, werd besloten om ’in te stellen een gemeentevlag, waarvan de omschrijving luidt: Drie banen van blauw, wit en prinsengeel, evenwijdig aan de vlaggenstok, met op de snijlijn van blauw en wit (ter hoogte van 4/5 van de vlaghoogte) een burcht uit het gemeentewapen, geel op blauw, en blauw op wit van kleur’.
Op 1 juli vermeldt de agenda van Vlagblog maar liefst 8 vlaggen. Het is veel, toch doen we opnieuw een poging vandaag om ze alle 8 te laten wapperen. Nummer 2 in de rij: Ritthem.
Net als Oost- en West-Souburg werd Ritthem op 1 juli 1966 onderdeel van de Gemeente Vlissingen.
De vlag
Vlag van Ritthem
Van de Ritthemse vlag heb ik niet kunnen achterhalen wanneer hij is ingevoerd, noch of hij ‘officieel’ is. Maar aangezien naast het stadhuis van de Gemeente Vlissingen de vlaggen van de drie kernen (Vlissingen, Oost- en West-Souburg & Ritthem) naast elkaar wapperen, waarbij die van Ritthem dezelfde is als die bij Vlagblog, ga ik op z’n minst uit van een oogluikend officiële versie.
Vermoedelijk is de vlag niet door een vexilloloog (vlaggendeskundige) ontworpen. Die zou namelijk nooit de naam Ritthem op de vlag hebben afgebeeld. Hoewel namen tegenwoordig wel vaker op vlaggen worden afgebeeld, gaat het tegen de eeuwenoude vlagtradities in.
Zonder de naam op de vlag zou hij historisch volkomen acceptabel zijn, want de kleuren van Ritthem zijn groen en wit en hij bevat het dorpswapen (voortgekomen uit de ambachtsheerlijkheid). Voor de goede orde een korte beschrijving:
De vlag wordt diagonaal in tweeën gedeeld van de top van de mast- of broekzijde naar de onderkant van de vluchtzijde. De driehoek aan de broekzijde is wit, die aan de vlucht is donkergroen. Midden op het witte vlak is het wapen van Ritthem afgebeeld. Dat wapen is officieel bevestigd op 8 december 1819 door de Hoge Raad van de Adel, als ‘zijnde een schild van zilver, beladen met vijf klaverbladen in natuurlijke kleuren, kruiswijs geplaatst’.
Het wapen van Ritthem
De naam ‘Ritthem’ is in goudgeel aan de onderkant van de vlag geplaatst, half over het witte, half over het groene gedeelte heen.
Op 1 juli vermeldt de agenda van Vlagblog maar liefst 8 vlaggen. Het is veel, toch doen we opnieuw een poging vandaag om ze alle 8 te laten wapperen. Nummer 1 in de rij: Oost- en West-Souburg.
Op 1 juli 1966 werd bij de gemeentelijke herindeling van Walcheren de gemeente Oost- en West-Souburg (samen met de gemeente Ritthem) bij Vlissingen gevoegd. (Op een kleine strook in het noorden na, die bij Middelburg werd gevoegd en een strook in het westen, die naar Valkenisse ging, nu op zijn beurt inmiddels onderdeel van de gemeente Veere).
Oost- en West-Souburg waren tot 1842 afzonderlijke gemeenten, elk met een eigen wapen. Het wapen van West-Souburg heeft een gouden veld met een rode burcht, dat van Oost-Souburg een zwart veld met een gouden burcht.
De voormalige wapens van West-Souburg (links) en Oost-Souburg (rechts)
De Hoge Raad van Adel voegde bij de gemeentelijke herindeling op 23 november 1842 beide wapens samen, zodat de linkerhelft werd ingenomen door Oost-Souburg en de rechterhelft door West-Souburg.
Het werd als volgt omschreven: Gepartiseerd van sabel en goud, waarop een burgt, gepartiseerd van goud en keel. Tegenwoordig wordt het omschreven als: Gedeeld van zwart en goud, met een van goud en rood gedeelde dubbele burcht over de delingslijn.
De vlag
Vlag van Oost- en West-Souburg
De vlag van Oost- en West-Souburg heeft het wapen middenin de vlag, die in twee kleuren is verdeeld: het goud (in de praktijk geel) van de “Oost-Souburgse burcht” aan de broekingszijde, en het rood van “West-Souburgse burcht” aan de vluchtzijde.
Links: een foto van medio jaren ’60 van een sportieve bijeenkomst bij het toenmalige gemeentehuis van Oost- en West-Souburg (nu het studiogebouw van Omroep Zeeland). Opmerkelijk is de vlag die van het balkon wappert. Omdat Souburg nooit officieel een vlag had bezeten, werd er voor gemeentelijk vlagvertoon teruggegrepen naar de zogenaamde ‘defileervlag’ van 1938. Bij het 40-jarig jubileum van Koning Wilhelmina in 1938 werd er voor honderden gemeenten een gelegenheidsvlag ontworpen: de kleuren van het provinciewapen werden in horizontale banen ‘vertaald’ en werd het gemeentelijk wapen in het kanton geplaatst. Hoewel de foto in zwart-wit is, weten we dat de banen op de vlag geel, rood, blauw en wit waren / Rechts: het wapen van Oost- en West-Souburg (1842-heden)
Interessant is natuurlijk te bedenken dat hoewel de vlag bijna uitsluitend in Oost-Souburg te zien is, het evengoed de vlag van West-Souburg is (tegenwoordig de facto een wijk van Vlissingen). De vlag is bepaald succesvol te noemen en is zeker in de belangrijkste winkelstraten van Oost-Souburg (de Kanaalstraat en de Paspoortstraat) op meerdere plekken te zien.
6 april is de dag van de opstand van de Vlissingse bevolking tegen de Spaanse bezetters. Het jaar is 1572 en een paar dagen daarvoor, op 1 april hebben de Watergeuzen (het illegale anti-Spaanse verzet), Den Briel op de Spanjaarden veroverd. Het inspireert de Vlissingers.
De bevolking wordt kort gehouden, moet een massale inkwartiering van Spaanse troepen ondergaan en men ondervindt hinder bij het uitoefenen van het werk, wat voor veel Vlissingers bestaat uit de visvangst. Op zondagochtend 6 april (Paaszondag) liet de pastoor in de Sint Jacobskerk zich niet onbetuigd. Er werd door hem afgrijselijck gedonderd tegen de hardvochtige Spaanse bezetting. Het was het startschot van de Vlissingse Opstand.
Opgehangen
Het zou te ver voeren dit hier uitgebreid uit de doeken te doen, daarom de korte versie: De bevolking joeg tussen 6 en 13 april de Spaanse bezettingsmacht (een Waals garnizoen) de stad uit, de laatste dagen geholpen door de inderhaast gealarmeerde Watergeuzen.
In de tussentijd was op woensdag 9 april een brik op de Vlissingse rede verschenen. Aan boord was onder meer Hernando Pacheco, een kapitein van de Spaanse infanterie. Hij werd gevangengezet in het gerechtsgebouw aan de Bierkade (nu Bellamypark 35). Op 29 april werd hij voor het gerechtsgebouw opgehangen, samen met twee Spanjaarden uit zijn gevolg. Een steen in het wegdek met het jaartal 1572 herinnert hier nog aan.
Links: Markeringssteen met het jaartal 1572 in het wegdek op de plek waar de galg gestaan moet hebben / Rechts: Vlissingen rond 1550, het zuiden boven, noorden beneden, fragment uit het “Panorama van Walcheren” een werk in pen en waterverf van maar liefst 10,2 m x 43 cm, door Antoon van den Wijngaerde (±1525-1571), Museum Plantin-Moretus, Antwerpen
Pacheco/Pacieco
Curieus is dat er vele jaren later verwarring ontstond over de figuur van Hernando Pacheco en dat had, voor zover nu nog na te gaan is, alles te maken met onderstaande gravure uit 1703, waar de ophanging van de Spanjaarden op de Bierkade wordt afgebeeld. Het bijschrift vermeldt dat het om Don Pedro Pacieco gaat, bouwmeester van de landvoogd, de hertog van Alva. De namen Pacheco en Pacieco lijken erg op elkaar en in een tijd waarbij men het met de spelling niet altijd even nauw nam, is ergens tussen 1572 en 1703 dit verhaal een eigen leven gaan leiden. Hernando Pacheco werd edelman Don Pedro Pacieco, Alva’s neef en opperbouwmeester. Dat we dit nu weten is te danken aan Clazien Rooze-Stouthamer, die uitgebreid onderzoek deed voor haar in 2009 verschenen boek “Opmaat tot de opstand – Zeeland en het centraal gezag (1566-1572)“. Ze ontcijferde in Brusselse archieven in oud-Frans geschreven documenten, waarbij de persoonsverwisseling boven water kwam.
“Don Pedro Pacieco opper krijgt bouwmeester des H. van Alva nevens twee Spaensche jonkers opgehangen tot Vlissingen in den Jaare 1572”, gravure uit 1703 van Jan Luyken (1649-1712) (publiek domein)
De bevrijdingen van Den Briel en Vlissingen vormden de opmaat voor de volksopstand tegen de Spaanse bezetter onder Willem van Oranje.
De vlag
De Prinsenvlag – versie met 11 banen
De Prinsenvlag is de Nederlandse revolutievlag en is waarschijnlijk voor het eerst te zien geweest bij de inname van Den Briel. Al sinds jaar en dag wappert hij tegenwoordig op 6 april vanaf de Sint Jacobstoren als herinnering aan de Vlissingse Opstand.
De kleuren oranje, wit en blauw komen waarschijnlijk van de livreikleuren van prins Willem van Oranje, als kopstuk van het verzet tegen de Spanjaarden. En na de innames van Den Briel en Vlissingen kreeg hij dan ook al gauw de naam waaronder hij tegenwoordig nog steeds bekend is: Prinsenvlag (Princevlag in 1572).
Eind 16e eeuw werd de Prinsenvlag door de Zeeuwse Admiraliteit ingevoerd voor schepen van oorloge voor Vlissingen en Veere, dan inmiddels met drie banen. Op verschillende schilderijen is de vlag ook op Zeeuwse schepen te zien.
De Prinsenvlag is de eerste vlag met horizontale banen, de vraag is alleen: hóéveel banen? Het precieze aantal banen van de vlag is nooit vastgesteld en komt in vele, vele varianten voor, van drie tot en met twaalf en alles er tussenin! Ook de onderlinge kleurvolgorde is nooit vastgesteld, met als gevolg dat de ene Prinsenvlag de andere niet is!
Links: Prinsenvlag met 3 banen / Rechts: Prinsenvlag met 11 banen op de replica van de Batavia
De Prinsenvlag is tevens de basis voor de huidige Nederlandse vlag, waarbij het oranje inmiddels rood is geworden (dit gebeurde geleidelijk aan in de eeuwen daarvoor) en men drie banen meer dan genoeg vond.
Prinsenvlag met 11 banen op de replica van de Batavia, op de spiegel het wapen van Amsterdam (foto rechts)
De versie die hier vandaag wappert is opgebouwd uit het drie maal herhaalde oranje, wit blauw, van elkaar gescheiden door twee extra witte banen, een totaal van elf banen dus. Deze versie wordt ook gebruikt op de replica’s van 17e-eeuwse schepen van de Batavia-werf in Lelystad, maar dan met rode in plaats van oranje banen.
Vandaag is het 706 jaar geleden dat Vlissingen stadsrechten kreeg, verleend door Willem III, graaf van Holland en Zeeland (1287-1337). Op 2 april 1315 tekende hij de oorkonde met 47 artikelen, waarin alle rechten, geboden en verboden werden opgesomd.
Links: Willem III, graaf van Holland en Zeeland (1287-1337), door Hendrik van Heessel (?-1470), tekening uit 1456 (publiek domein) / Rechts: Vlissingen in 1582 door Lodovico Guicciardini (1521-1589) (publiek domein)
Naast zaken als het recht stadsmuren te bouwen, (week)markten te houden of tol te heffen, kon een stad ook zijn eigen rechtspraak regelen. Willem III en zijn opvolgers profiteerden daar ook van: van opgelegde boetes verdween het grootste deel richting het grafelijke hof.
Andere plaatsen
Vlissingen was bij lange na niet de eerste stad in Zeeland, zeker 12 steden gingen Vlissingen voor: Aardenburg (1127), Hulst (1180), Biervliet (1183), Axel (1213), Middelburg (1217), Westkapelle (1223), Domburg (1223), Oostburg (1237), Sint Anna ter Muiden (1242), Zierikzee (1248), Sluis (1290) en IJzendijke (1303). Zeeuwse hekkensluiter is Terneuzen (1584).
Het zegt verder natuurlijk niets over de ouderdom van een plaats. In het geval van Vlissingen wordt nu aangenomen dat het dorp Vlissingen omstreeks 1150 is ontstaan. Nadat Walcheren in 1134 bij een grote stormvloed bijna geheel onder water kwam te staan, werd er in de jaren daarna hard gewekt aan herstel door middel van dijkaanleg. Het gebied waar nu Vlissingen ligt, had een natuurlijke haven en het plaatselijke veen leverde zout en brandstof. Het dorp begon dan ook als een vissersdorp en een plek waar je zout kon delven. Al met al is Vlissingen als plaats inmiddels dan dus zo’n 870 jaar oud.
De vlag
Vlag van Vlissingen
De Vlissingse stadsvlag is een van de oudere en bekendere vlaggen van het land en komt op verschillende schilderijen vanaf de 15e eeuw voor, meestal zeegezichten en zeeslagen. Hieronder een voorbeeld: een schilderij van Hendrick Vroom:
Maar ook in verschillende oude vlaggenboeken en op vlaggenkaarten komt hij al voor. Hieronder een greep daaruit:
Links: Detail uit Flaggen aller Seefahrenden Potenzen und Nationen in der Gantzen Welt, vorgestellt von Christoph Weigel (1718) / Rechts: Detail uit Tableau des pavillons que la pluspart des nations arborent à la mer (1756)Links: Detail uit Flaggen aller Seefahrenden Potenzen und Nationen in der Gantzen Welt, vorgestellt von Matthæus Seutter in Augspurg (1764) / Rechts: Detail uit Schouw-park aller scheeps-vlaggen van Gerard van Keulen (1775)Links: Detail uit Bowles’s universal display of the naval flags of all nations in the world (1783) / Rechts: Detail uit A display of the naval flags of all nations (1838)
De vlag is rood met daarop in het midden afgebeeld het stadswapen van Vlissingen, als vanouds een (meestal gekroonde) fles. Het wapen werd pas officieel bevestigd bij een Besluit van de Hoge Raad van Adel op 31 juli 1817 en luidde als volgt:
Van keel (rood), beladen met een Jacoba’s kruikje van zilver (wit), gekroond, geketend en gecierd van goud (geel). ’t Schild gedekt met een kroon, mede van goud.
Links: Wapens en namen van de Gecommiteerde Raden van Zeeland en de steden van Zeeland (Zeeland veredelt), door Joseph Mulder naar Gerard de Lairesse (1688-1691) (publiek domein) / Rechts: Detail uit deze voorstelling met de Vlissingse vlag en het Vlissingse wapenschild
In de eeuwen voor dit besluit, nam men het bij gebrek aan een officiële beschrijving van zowel wapen als vlag, niet zo nauw: de fles werd ook wel in geel afgebeeld, de kroon in wit, of zoals eerder vermeld, zónder kroon, mét en zónder ketens. Hoewel het rode veld redelijk consequent werd gebruikt zijn er ook afbeeldingen bekend met de Prinsenvlag als achtergrond, of het rood-wit-blauw van de Nederlandse vlag. Het rode veld is waarschijnlijk voortgevloeid uit de tijd van de kaapvaart. Kapers voerden vaak een rode vlag en Vlissingse kapers waren dan weer herkenbaar aan het stadswapen op zo’n vlag.
Hoewel de vlag sinds de 19e eeuw al aardig gestandaardiseerd was, werd hij pas officieel bevestig in een raadsbesluit van 31 augustus 1973 en dat luidde als volgt:
Rood met op het midden een wit jacobakannetje, geel geketend en gesierd en erboven een gele kroon van drie bladeren en twee parels, een en ander ter hoogte van vier vijfde van de vlaghoogte.
De militaire landingen die in de vroege ochtend vanaf 1 november 1944 op Walcheren plaatsvonden, dit jaar 76 jaar geleden, waren onderdeel van de Operation Infatuate (Operatie Infiltratie), die tot doel hadden de militair zeer belangrijke Westerschelde in handen te krijgen, zodat de grote haven van het reeds bevrijde Antwerpen toegankelijk werd voor de geallieerden.
Daartoe diende dus het zuidelijke deel van Zeeland (Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Zuid-Beveland) bevrijd te worden, wat uiteindelijk ook lukte. Daarmee waren beide oevers van de Westerschelde in geallieerde handen.
Op Uncle Beach sneuvelde een aantal militairen, een ander deel bij gevechten bij de Oranjemolen en tijdens de drie dagen durende guerilla-oorlog in de Vlissingse binnenstad en op de zee-boulevards.
Het andere speerpunt vormden de succesvolle landingen bij Westkapelle, dat op 1 november reeds bevrijd werd.
2 november
Op 2 november ging de strijd in Vlissingen z’n tweede dag in. Vanwege de hevige gevechten en granaatbeschietingen hebben honderden Vlissingers hun toevlucht gezocht in de kelder van het hoofdkantoor van scheepvaartmaatschappij De Schelde en het bij de scheepswerf gelegen Sint Josephziekenhuis.
Links: Sint Josephziekenhuis in Vlissingen (publiek domein) / Rechts: Hoofdkantoor Koninklijke Maatschappij de Schelde (KMS), tegenwoordig Damen Shipyards (publiek domein)
Het is vanuit het ziekenhuis dat het via de Luchtbeschermingsdienst lukt telefonisch contact te krijgen met de geallieerde legerleiding. Er wordt afgesproken dat er een halfuur geen beschietingen plaatsvinden, waardoor het zo’n 400 mensen lukt om veilig vanuit het ziekenhuis naar het reeds bevrijde deel van Vlissingen te vluchten. Een groot aantal van deze mensen wordt vervolgens met landingsvaartuigen geëvacueerd naar Breskens.
Op deze dag lukt het Schotse troepen de nieuwere wijken van Vlissingen te bevrijden, terwijl Franse troepen zich bezig houden met de zware bunker op de kruising van de Coosje Buskenstraat, Boulevard Evertsen en Boulevard de Ruyter, de zogenaamde Operation Dover.
Boulevard de Ruyter (voorgrond) en Boulevard Evertsen (verderop) net na de bevrijding, in het midden de Duitse bunker die in Operation Dover werd veroverd (publiek domein)
Na langdurige beschietingen geven de Duitsers zich over. De weg is nu vrij om het hoofdkwartier van de Duitsers te bereiken, het verderop gelegen Hotel Britannia op de Boulevard Bankert. Hiertoe wacht men eerst de volgende dag af.
Bevrijding is er op 2 november voor de Walcherse dorpen Zoutelande, Biggekerke, en Meliskerke en het op Noord-Beveland gelegen Wissenkerke. Canadese en Engelse troepen hebben inmiddels bijna geheel Zuid-Beveland veroverd.
3 november
Op 3 november brandde er in Vlissingen op de Boulevard Evertsen een hevige eindstrijd los. Het hier gelegen Hotel Britannia was het hoofdkwartier van de Duitsers.
Links: Hotel Britannia vóór de Tweede Wereldoorlog (ansichtkaart) / Rechts: Hotel Britannia na de hevige strijd op 3 november 1944 (publiek domein)
Bij de slag om Britannia verliezen 20 Schotten het leven, naast 50 Duitsers. Er worden zo’n 600 Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Van het hotel blijft niet veel meer over dan een ruïne.
Verwoestingen in Vlissingen na de strijd, op de achtergrond de Sint Jacobstoren (publiek domein)
Vlissingen is bevrijd, maar komt niet ongeschonden uit de strijd. Van de 6200 woningen zijn er 2000 verwoest of zwaar beschadigd, 1600 staan door de inundatie permanent onder water, bij vloed komen er daar nog 450 bij. Van alle 6200 woningen zijn er nog maar 2150 bewoonbaar. Slechts één pand in de Walstraat komt de oorlog ongeschonden door. Naast Vlissingen werd op deze dag ook het tussen Vlissingen en Zoutelande gelegen kustdorp Dishoek bevrijd.
Geallieerden zijn ondertussen vanuit Zuid-Beveland het zwaar verdedigde Sloe overgestoken. En in België wordt Zeebrugge bevrijd.
Na de bevrijding van Vlissingen werd onmiddellijk begonnen de zo belangrijkeWesterschelde van mijnen te ontdoen. Op 28 november liep het eerste konvooi de haven van Antwerpen binnen.
4 november
Op dag 4 van de Slag om de Schelde wordt de Sloedam definitief zeker gesteld. De Schotse Highland Light Infantry komt via het Walcherse Nieuwland vanuit het westen bij de Sloedam en maakt daar contact met hun landgenoten van de Glasgow Highlanders, die zich al eerder vanuit het het oosten (Zuid-Beveland) bij deze cruciale verbindingsdam hadden ingegraven.
Belgische en Noorse militairen die zich hebben aangesloten bij de Britse 41 Royal Marine Commando schakelen enkele kustbatterijen bij Domburg en Oostkapelle en bevrijden Domburg. Die strijd is zwaar bevochten, waarbij ook tanks worden ingezet, die o.a. de watertoren onder vuur nemen, die als Duitse observatiepost dient. Vanaf zee wordt Domburg onder vuur genomen door het Britse slagschip HMS Warspite, waarbij verschillende burgerslachtoffers vallen. Na de strijd blijkt een kwart van alle huizen verwoest en de helft licht tot zwaar beschadigd.
HMS Warspite (1912-1947), foto van Lieutenant D.C. Oulds uit 1942 (publiek domein)
Op deze dag volgt ook de bevrijding van Oost-Souburg en Ritthem.
Links: Domburg, de watertoren na de beschietingen (publiek domein) / Rechts: Geallieerde militairen varen de de Eendracht bij Tholen over, de brug is opgeblazen door de Duitsers (screenshot)
Het eiland Tholen was op 30 oktober al bevrijd door de Canadezen en vandaag volgt de bevrijding van Sint Philipsland, ten noorden van Tholen.
Vrijwel heel Zeeland is hiermee bevrijd. Alleen hoofdstad Middelburg is nog bezet, maar op 6 november geeft het Duitse opperbevel, in de persoon van generaal Daser, zich hier over.
Het enige deel van Zeeland wat dan nog bezet is, is Schouwen-Duiveland. Dit eiland moet nog tot mei 1945 wachten tot ook daar de oorlog voorbij is.
Op 30 augustus vorig jaar werd bij Uncle Beach het Namenmonument onthuld. Het is een ontwerp van de Vlissingse kunstenaar Hans Bommeljé (1958). De Stichting Oorlogsjaren in Vlissingen bracht het benodigde geld bijeen via donaties en sympathisanten.
Het Landingsmonument bij Uncle Beach op 1 november 2020 (foto: Remco van Schellen)
Slag om de Schelde-speelfilm
Op 17 december zal over deze belangrijke, maar buiten Zeeland enigszins vergeten slag, een Nederlandse bioscoopfilm in premiere gaan. Regie is van Matthijs van Heijningen Jr., producent Alain de Levita, naar een scenario van Paula van der Oest. Het budget bedroeg maar liefst 14 miljoen euro. Een van de co-producenten is streamingsdienst Netflix die de film in 2021 internationaal zal aanbieden onder de titel The Forgotten Battle.
De Vlissingse stadsvlag is een van de oudere en bekendere vlaggen van het land en komt op verschillende schilderijen vanaf de 15e eeuw voor, meestal zeegezichten en zeeslagen. Hieronder een voorbeeld: een schilderij van Hendrick Vroom:
Maar ook in verschillende oude vlaggenboeken en op vlaggenkaarten komt hij al voor. Hieronder een greep daaruit:
Links: Detail uit Flaggen aller Seefahrenden Potenzen und Nationen in der Gantzen Welt, vorgestellt von Christoph Weigel (1718) / Rechts: Detail uit Tableau des pavillons que la pluspart des nations arborent à la mer (1756)Links: Detail uit Flaggen aller Seefahrenden Potenzen und Nationen in der Gantzen Welt, vorgestellt von Matthæus Seutter in Augspurg (1764) / Rechts: Detail uit Schouw-park aller scheeps-vlaggen van Gerard van Keulen (1775)Links: Detail uit Bowles’s universal display of the naval flags of all nations in the world (1783) / Rechts: Detail uit A display of the naval flags of all nations (1838)
De vlag is rood met daarop in het midden afgebeeld het stadswapen van Vlissingen, als vanouds een (meestal gekroonde) fles. Het wapen werd pas officieel bevestigd bij een Besluit van de Hoge Raad van Adel op 31 juli 1817 en luidde als volgt:
Van keel (rood), beladen met een Jacoba’s kruikje van zilver (wit), gekroond, geketend en gecierd van goud (geel). ’t Schild gedekt met een kroon, mede van goud.
Links: Wapens en namen van de Gecommiteerde Raden van Zeeland en de steden van Zeeland (Zeeland veredelt), door Joseph Mulder naar Gerard de Lairesse (1688-1691) (publiek domein) / Rechts: Detail uit deze voorstelling met de Vlissingse vlag en het Vlissingse wapenschild
In de eeuwen voor dit besluit, nam men het bij gebrek aan een officiële beschrijving van zowel wapen als vlag, niet zo nauw: de fles werd ook wel in geel afgebeeld, de kroon in wit, of zoals eerder vermeld, zónder kroon, mét en zónder ketens. Hoewel het rode veld redelijk consequent werd gebruikt zijn er ook afbeeldingen bekend met de Prinsenvlag als achtergrond, of het rood-wit-blauw van de Nederlandse vlag. Het rode veld is waarschijnlijk voortgevloeid uit de tijd van de kaapvaart. Kapers voerden vaak een rode vlag en Vlissingse kapers waren dan weer herkenbaar aan het stadswapen op zo’n vlag.
Hoewel de vlag sinds de 19e eeuw al aardig gestandaardiseerd was, werd hij pas officieel bevestig in een raadsbesluit van 31 augustus 1973 en dat luidde als volgt:
Rood met op het midden een wit jacobakannetje, geel geketend en gesierd en erboven een gele kroon van drie bladeren en twee parels, een en ander ter hoogte van vier vijfde van de vlaghoogte.