Bosnië en Herzegovina – Dan nezavisnosti (Onafhankelijkheidsdag)

Tweede vlag van vandaag

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde. Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden.

De vlag

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Wales – Dydd Gwyl Dewi Sant (Saint David’s Day)

1 maart is de national feestdag van Wales. Het is de dag waarop (volgens de overlevering) Sint David stierf in 569, maar een andere bron vermeldt 588. Tijdens zijn leven stichtte hij een Keltische kloostergemeenschap in Glyn Rhosyn, in het westen van Pembrokeshire, waar nu St. David’s Catherdral staat. Sinds de 18e eeuw wordt 1 maart als een feestdag gevierd in Wales, hoewel de verering van Sint David op die dag al eeuwen plaatsvond.

De dag wordt gevierd met optochten en parades die cultuur en erfgoed van Wales laten zien, de grootste daarvan wordt gehouden in Cardiff. Naast de Welshe vlag, die overal te zien is, is ook de vlag van Sint David zelf aanwezig, een zwarte vlag met een geel liggend kruis.

De vlag

De vlag van Wales heeft een naam, hij heet Y Draig Goch (De Rode Draak) en het is duidelijk waarom. De draak vult het hele vlagdoek tegen een horizontaal in tweeën gedeelde achtergrond van wit en groen. De draak is als symbool van Wales terug te voeren tot de 4e eeuw, vanaf de 7e eeuw werd het als symbool geadopteerd door Cadwaladr, prins van Gwynedd. De kleuren wit en groen zijn die van het Welshe vorstenhuis Llewellyn, maar ook van de Engelse Tudors. De vlag werd op 23 februrari 1959 officieel erkend.

Hoewel de vlaggen van Engeland, Schotland en Noord-Ierland de Britse Unievlag (Union Flag  of Union Jack) vormen, komt Wales niet op die vlag voor. De reden daarvoor is dat Wales reeds eeuwen daarvoor was ingelijfd als integraal onderdeel van het koninkrijk Engeland.

Estland – Eesti Vabariigi aastapäev (Onafhankelijkheidsdag)

24 februari is de nationale feestdag van Estland. Herdacht wordt dat het land op die datum in 1918 een onafhankelijke republiek werd. Tot die tijd was Estland een onderdeel van het Russische keizerrijk. Met de instorting daarvan, na de Russische Revolutie eind 1917, was de weg vrij voor een eigen koers.

Hoewel het zogenaamde Manifest van alle volkeren, waarin de onafhankelijkheid werd uitgeroepen één dag eerder, op 23 februari al een feit was (in de havenstad Pärnu), werd het pas één dag later officieel, na publicatie in de hoofdstad Tallinn.
Op 2 februari 1920 werd tussen Estland en Rusland het Tartu Vredesakkoord gesloten, waarmee de status van Estland als onafhankelijk land definitief een feit werd.

De geschiedenis is bekend: vanaf de Tweede Wereldoorlog werden de Baltische staten, waaronder Estland, wederom bezet en het einde van die oorlog bracht daarin geen verandering. Op 8 mei 1990, met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, werd de onafhankelijkheid opnieuw uitgeroepen.

Onafhankelijkheidsdag wordt gevierd met vuurwerk, concerten, parades en feesten. Een officiële parade met receptie, waarbij de president decoraties uitdeelt en een toespraak houdt, wordt ieder jaar in een andere stad georganiseerd.

De vlag
De vlag is een horizontale driekleur in blauw, zwart en wit. De kleuren vinden hun ietwat ongewone oorsprong in de studentenvereniging Vironia in de universiteitsstad Tartu. Deze vereniging, opgericht in 1881, wilde zich onderscheiden door een vlag. Dat werd de vlag die we tegenwoordig als de nationale Estse vlag kennen. Bronnen spreken elkaar tegen over wanneer de vlag voor het eerst te zien dan wel uitgestoken werd, óf op 17 óf op 29 september 1881.

De gebruikte kleuren werden uitgelegd als blauw voor de hemel, zwart voor het land en wit voor de sneeuw. Toen deze vlag in 1896 tijdens een zangfestijn werd gebruikt als demonstratie tegen de Russische overheersers, werd hij prompt verboden. Daarmee bereikte de vlag onmiddellijk de status van nationaal symbool.

Vanaf 1918 tot 1940 was het de nationale vlag van Estland. Daarna werd de vlag opnieuw verboden. Vanaf 1990 is hij in ere hersteld. Kennelijk vond men de verklaring van de kleuren door de studenten in 1881 iets te makkelijk, want allerlei symboolwaardes zijn er inmiddels aan toegevoegd.
Het blauw staat dan voor geloof, trouw en toewijding. Ook worden lucht, zee en meren genoemd. Het zwart zou symbool zijn voor het ‘zwarte’ verleden van Estland, in de zin van het vele lijden van de Esten onder vreemde overheersers. Het wit wordt uitgelegd als het streven naar verlichting en deugd, maar ook als de kleur van de bast van de berk en door de middernachtzon beschenen nachten.

IMG_3228

Brunei – Onafhankelijkheidsdag

Het sultanaat Brunei, gelegen aan de noordkant van het eiland Borneo, was tot 1 januari 1984 een protectoraat van het Verenigd Koninkrijk. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw kreeg het land steeds meer autonomie, resulterend in volledige onafhankelijkheid op 1 januari 1984. Het volledige afbouwen van het Britse bestuur was echter pas een feit op 23 februari 1984 en dat is dan ook de reden dat Brunei’s onafhankelijkheidsdag niet op 1 januari maar op 23 februari wordt gevierd.

De vlag
Tot 1906 (invoering van het Britse protectoraat), had Brunei een geheel gele vlag, de kleur van de sultan. Vanaf dat jaar worden er diagonaal twee strepen aan toegevoegd: een witte en een zwarte. Deze strepen staan voor de twee voornaamste raadgevers van de sultan, de zogenaamde viziers.
De vlag blijft vervolgens onveranderd tot op 29 september 1959. Op die dag wordt de nieuwe grondwet van kracht en dat is de aanleiding om het staatswapen midden op de vlag te plaatsen. Dit staatswapen had zijn eigen kleine evolutie: de halve maan werd in 1950 toegevoegd en de twee armen aan weerszijden in 1959, bij plaatsing op de vlag.

Het rode wapen bestaat uit verschillende onderdelen. In het midden is een pyloon zichtbaar, met boven het derde segment een paar vleugels, daarboven een parasol en in de top een vlaggetje. De parasol en het vlaggetje symboliseren de monarchie en macht van de sultan. De vier segmenten in iedere vleugelhelft staan voor recht, rust, welvarendheid en vrede. De pyloon is het symbool van een stabiele en rechtvaardige regering.

De halve maan is het symbool van de islam, de staatsreligie in Brunei. Op de sikkel van de maan staat in Arabisch schrift, maar in de Maleisische taal vrij vertaald, de volgende tekst te lezen: Onder goddelijke leiding altijd goede daden doen.
Onder de halve maan is nóg een tekst te zien op een banderol. Er staat Brunei Darussalam, wat zoveel betekent als Brunei, plek van de vrede.

De in 1959 toegevoegde armen staan voor aanhankelijkheid en gehechtheid van het land aan de regering (lees: de sultan) en de verplichting van dezelfde regering om zorg en handhaving van de hoge levensstandaard, vrede en welvaart.

IMG_3204

Orkney – Transition to Scottish rule 1472

Tot 1450 behoorden de Orkney Eilanden bij Noorwegen. Vanaf dat jaar werd Noorwegen de facto ingelijfd door Denemarken en vielen de eilanden onder de regering van de Deense koning Christiaan I.

Christiaan had zijn zinnen er op gezet ook Zweden bij zijn rijk in te lijven, een extra bondgenootschap kon daarom geen kwaad en hij benaderde koning James III van Schotland om hem zijn dochter Margrethe als bruid te beloven, inclusief een flinke bruidsschat.

James accepteerde met graagte, hij hield er een rijk hofleven op na en extra geld was altijd welkom. In afwachting van de bruidsschat werd Orkney (net als de nog noordelijker gelegen Shetland Eilanden) als onderpand geaccepteerd.

Christiaan trok inmiddels ten strijde tegen de Zweden, maar werd (helaas voor hem) verslagen. Hij had al zijn geld in de oorlog gestoken en de beloofde bruidsschat was daarmee ook verdampt.
James realiseerde zich dat hij kon fluiten naar zijn geld en annexeerde via een Act of Parliament op 20 februari 1472 de Orkney en Shetland eilanden.

Voor de vlag zie: Orkney – Summer Solstice

IMG_3193

Nepal – Prajatantra diwash (Dag van de democratie)

Deze dag herinnert aan de 19e februari 1951, toen er een einde kwam aan de autocratisch heersende Rana-dynastie. Hoewel Nepal een koninkrijk was, was de macht sinds de tweede helft van de 19e eeuw in handen van de premiers, waarbij het systeem van erfopvolging werd toegepast. De koning was niet meer dan een symboolfiguur.
In 1950 had koning Tribhuvan, die sinds 1911 al op de troon zat, zich verbonden met liberale en democratische krachten in zijn koninkrijk om de de autoritair regerende premiers-dynastie van de Rana’s omver te werpen.
Premier Mohan Shamsher Jang Bahadur Rana kreeg hier lucht van en de koning zag zich genoodzaakt naar India te vluchten. De premier zette vervolgens Tribhuvan’s driejarige kleinzoon Gyanendra Bir Bikram Shah Dev op de troon.

Ondertussen kreeg de uitgeweken koning Tribhuvan hulp van zijn zuiderburen. India erkende de nieuwe koning niet als staatshoofd en in Nepal braken demonstraties uit. De premier koos uiteindelijk eieren voor zijn geld en vredesonderhandelingen in India leidden uiteindelijk tot een nieuwe machtsverdeling tussen koning, premier en congres, waarbij de koning meer macht kreeg dan voorheen en de premier aanzienlijk minder.
Op 18 februari 1951 keerde Tribhuvan terug naar Nepal, de 19e februari werd uitgeroepen tot Dag van de democratie. Twee dagen later maakte de koning een einde aan de erfopvolging van de Rana’s.

De vlag
De vlag is een vreemde eend in de bijt vanwege zijn vorm. Het is de enige nationale vlag die niet rechthoekig is (of vierkant zoals die van Zwitserland en het Vaticaan). Het is in feite een samenvoeging (eind 19e eeuw) van twee driehoekige wimpels.
In de bovenste driehoek is de maan afgebeeld, in de onderste de zon. Tot 1962 hadden maan en zon ingetekende gezichtjes.
De maan staat symbool voor de koninklijke familie, de zon voor de Rana-dynastie van de premiers.
De vlag als geheel wordt ook symbolisch uitgelegd als de hoop dat Nepal net zo lang zal mogen bestaan als zon en maan.
Het rood en blauw in de vlag zijn geliefde kleuren in Nepal (rood is de nationale kleur), maar hebben verder geen speciale betekenis.
De vorm wordt verder in verband gebracht met de toppen van de Himalaya en ook met de twee belangrijkste godsdiensten: boeddhisme en hindoeïsme.

Sinds 2008 is Nepal een republiek. Het heeft niet geleid tot een nieuwe vlag.

IMG_3182

Litouwen – Lietuvos Valstybės atkūrimo aktes (Onafhankelijkheidsdag)

Bij onafhankelijkheid van Litouwen denken we waarschijnlijk al snel aan de recente geschiedenis, toen het land zich in 1990 onafhankelijk verklaarde van de Sovjet-Unie. Dat is echter niet waar deze dag voor staat, het gaat hier om de onafhankelijkheid van 1918.
Litouwen is eeuwenlang een speelbal geweest van allerlei machtswisselingen. Vanaf 1795 komt Litouwen onder Russisch bestuur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Litouwen door Duitse troepen bezet (1915). In het machtsvacuüm wat tijdens de Russische Revolutie in 1918 ontstaat, zien de Litouwers hun kans schoon en roepen de onafhankelijkheid uit. Het ‘nieuwe’, bolsjewistische Rusland erkent de soevereiniteit op 12 juni 1920 met het Verdrag van Moskou. In 1921 volgt toetreding tot de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties. De Litouwse vrijheid zou tot 1939/1940 duren. Vijftig jaar van eerst Duitse en later Russische bezetting volgen.

De vlag
De Litouwse vlag is het ontwerp van 1918, tijdens de lange bezetting onderdrukt, maar in 1990 opnieuw ingevoerd.
De vlag is een horizontale driekleur in geel, groen en rood. Historische betekenis hebben de kleuren, behalve het rood, eigenlijk niet.

Het geel staat voor het rijpende graan en verworven vrijheid. Het groen symboliseert de bossen, het geloof en de hoop. Het rood staat voor vaderlandsliefde (vergoten bloed), maar is tevens een verwijzing naar de kleur van het Litouwse staatswapen.
Dit wapenschild is rood en laat een zilveren ridder met geheven zwaard, gezeten op een paard zien.
Het wapen, Vytis genaamd, is al bekend sinds 1366. Als nationaal symbool is het ook afgebeeld op alle Litouwse euromunten.

IMG_3177-1

Servië – Дан државности/Dan državnosti (Soevereiniteitsdag)

Deze nationale feestdag in Servië herdenkt het uitbreken van de Servische revolutie. Servië maakte in die tijd deel uit van het Ottomaanse Rijk. Deze revolutie resulteerde uiteindelijk in erkenning van Servië als onafhankelijke staat door de Ottomaanse machthebbers, formeel in 1817, maar in de praktijk pas vanaf 1830.

De vlag
Het Servië zoals we het nu kennen, ontstaat op 3 juni 2006, het moment waarop Montenegro, de laatste satellietstaat uit het vroegere Joegoslavië, uit het verbond met Servië treedt, na een referendum over onafhankelijkheid. Op 5 juni roept het Servische parlement het land officieel uit tot ‘opvolger’ van Joegoslavië en de Unie van Staten (het landenverbond van Servië en Montenegro, 2003-2006).

De vlaggen van zowel Servië als Montenegro waren in de periode 2003-2006 gelijk: drie horizontale banen rood, blauw en wit. Alleen de vlagverhoudingen verschilden, waarbij die van Montenegro uitzonderlijk lang en smal was. Als eenheidsstaat van Servië en Montenegro samen (de Unie van Staten) werd de Joegoslavische vlag gebruikt (maar nu zonder rode ster), een horizontale driekleur in blauw, wit en rood. Na de scheiding van de twee landen in 2006 kiest Montenegro voor een iets aangepaste versie van zijn vlag uit de laat 19e eeuw, met een dubbelhoofdige adelaar.

Servië houdt het bij zijn rood-blauw-witte driekleur voor burgergebruik, maar voor staatsgebruik wordt het staatswapen op de vlag geplaatst, iets dichter bij de broekingszijde dan de vlucht. In de praktijk wordt de ‘staatsversie’ echter ook volop door de bevolking zelf gebruikt.
De driekleur wordt in verschillende verschijningsvormen (zoals koninklijk wapen en socialistische rode ster) al gebruikt sinds 1835.

Het wapen op de vlag verschilt iets van de versie die gebruikt werd tussen 2004 en 2011 (dit was hetzelfde wapen zoals in gebruik in het koninkrijk Servië, tussen 1882 en 1918).
De nieuwe, iets gestileerdere versie van het wapen werd ontworpen door professor Ljubodrag Grujić, en is in gebruik sinds 2011.

IMG_3174

Phoenix

Een drukke vlagdag vandaag, met drie vlaggen: Oregon, Arizona en Phoenix.

Op dezelfde dag waarop Arizona als 33e staat werd toegelaten tot de Verenigde Staten, werd Phoenix aangewezen als hoofdstad van de nieuwe staat. De stad had op dat moment zo’n 12.000 inwoners (op dit moment een dikke vier miljoen).

De vlag
De huidige vlag van Phoenix is niet de eerste. Van 1921 tot 1990 voerde de stad een vlag met een blauw veld met een in een zonnecirkel geplaatste grijze phoenix met uitgestrekte vleugels, daaronder op een in drieën gedeelde banderol in gouden letters City of Phoenix Arizona.

Toen er in 1987 besloten werd een nieuw stadslogo in te voeren, werd er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven. Die werd gewonnen door het ontwerpbureau Smit, Ghomlely & Sanft. Dit logo beviel zo goed dat besloten werd het ook op een vlag te plaatsen. Vanaf 1990 vervangt deze logo-vlag de oude van 1921.

De vlag is paars, met het stadslogo, een in cirkelvorm gestileerde witte phoenix, in het midden. De phoenix, waar de stad naar vernoemd is, is de mythologische vogel die door vuur verteerd wordt en daarna uit zijn as herrijst. De vlammen worden in de gestileerde afbeelding gesuggereerd door de in halve cirkels naar boven wijzende vleugelpennen.
In Oud-Grieks betekent phoenix “paars” en daarmee hebben we de keuze voor de kleur van de vlag.

In 2004 hield vlaggenorganisatie NAVA een onderzoek naar de populariteit van Amerikaanse stadsvlaggen. Phoenix kwam hierbij als 4e uit de bus.

IMG_3167

Arizona – statehood 1912

Een drukke vlagdag vandaag met drie vlaggen: Oregon, Arizona en Phoenix

53 jaar na Oregon werd op 14 februari 1912 Arizona als 48e staat toegelaten tot de Verenigde Staten van Amerika. De toelating kwam slechts 39 dagen na die van de oostelijke buurstaat New Mexico (zie aldaar).

De vlag
Utah (toegelaten in 1896) was de laatste staat die een staatszegel-vlag invoerde, in 1912. De laatste vijf staten kozen andere ontwerpen.
De vlag is een ontwerp van kolonel Charles W. Harris, generaal-adjudant in de Arizona National Guard en Nan Hayden, de vrouw van congreslid Carl Hayden. Wat de kleuren betreft, lieten ze zich leiden door de geschiedenis: rond 1540 arriveerde een expeditie van Spaanse conquistadores, onder leiding van Vásquez de Coronado in het gebied wat nu Arizona is, op zoek naar de legendarische Zeven Steden van Cibola. De kleuren die zij voerden waren rood en goud.

Het goud kon ook gelinkt worden aan de zon, die immer uitbundig schijnt in Arizona. Het blauw staat voor trouw. De koperkleurige ster herinnert aan de enorme kopervoorraden in de staat.
Nina Hayden naaide het eerste exemplaar van de vlag en op 17 februari 1917 werd hij officieel aangenomen door de Arizona State Legislature.

De vlag is horizontaal in tweeën gedeeld, de onderste helft is donkerblauw, de bovenste helft rood. Op de bovenste helft zijn zes vanuit het middelpunt van de kleuren-scheidslijn uitwaaierende gouden (of gele) zonnestralen afgebeeld. Een grote vijfpuntige ster in koperkleur is in het midden van de vlag geplaatst, deels over het snijpunt van de stralen.
In de Great NAVA Survey of 2001, een vlaggencompetitie van Noord-Amerikaanse vlaggen, staat de vlag van Arizona op een mooie 6e plaats.

IMG_3157

Wat hangt daar toch?