Georgië – ეროვნული ერთიანობის დღე / Dag van de Nationale Eenheid (1989)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Deze officiële herdenkingsdag staat ook bekend als ‘De 9 april-tragedie‘ of ‘De Tblisi-massamoord‘, waarbij 21 doden vielen en meer als 100 mensen gewond raakten door toedoen van het Sovjetleger. In 1989 was Georgië nog een van de socialistische sovjetrepublieken.

Kaart uit 1930 van de Georgische Sovjetrepubliek (publiek domein)

Maar voor de aanleiding moeten we verder terug: naar de jaren zeventig van de 20e eeuw.
Gedurende deze periode was er een sterke opkomst van Georgisch nationalisme. De reden daarvoor lag in een steeds verdergaande russificatie van Georgië door de sovjetautoriteiten.

Links: Merab Kostava (1939-1989) (fotograaf onbekend) / Zviad Gamsachoerdia (1939-1993) (© Mr.D1rk / publiek domein)

Er ontstond een groeiende en invloedrijke oppositiebeweging rond de latere president Zviad Gamsachoerdia, toen een dissidente politicus en schrijver en Merab Kostava, eveneens een dissident, maar ook musicus en dichter.
Toen er plannen naar buiten kwamen dat middels een grondwetswijziging Russisch voortaan de officiële ambtstaal zou worden in plaats van het Georgisch, liepen de spanningen verder op.

In 1978 ontstonden daardoor de eerste grote protesten onder studenten en medewerkers aan de Staatsuniversiteit van Tblisi.

Het was voor het eerst dat Georgiërs weer openlijk demonstreerden, na de op 9 maart 1956 neergeslagen demonstratie in Tblisi tijdens het bewind van partijleider Nikita Chroesjtsjov, waarbij het Rode Leger tientallen mensen doodde en honderden demonstranten gewond raakten en/of gearresteerd werden.
De Georgische bevolking was hiervan zodanig onder de indruk dat het ruim twintig jaar duurde voordat er weer openlijk geprotesteerd werd.

Met die eerste nieuwe nationalistische protesten in 1978 ontstond er ook politieke beroering in Abchazië, wat toen een autonoom gebied binnen Georgië was.
Georgische demonstranten streefden naar onafhankelijkheid, maar deelgebied Abchazië deed dat op zijn beurt ook: het wilde los van Georgië, maar niet van de Sovjet-Unie: men wilde het herstel van de Abchazische Socialistische Sovjetrepubliek, die van 1921 tot 1931 had bestaan.
Op 8 maart 1989 werd er in het dorp Lichni door duizenden Abchazen gedemonstreerd voor afscheiding van Georgië.

Abchazië scheidde zich in 1993 af van Georgië, hoewel die onafhankelijkheid door de meeste landen niet erkend wordt. Het leidde in 2008 tot de Russisch-Georgische Oorlog, waarbij Rusland en Abchazië aan het langste eind trokken en Abchazië (en Ossetië) de facto onafhankelijke staten werden, die door Rusland erkend worden.

Kaart van Abchazië (© freeworldmaps.net)

Het zorgde ervoor dat Georgiërs op hun beurt de straat op gingen om tegen deze afscheiding te demonstreren, maar eisten wel hun eigen onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie.

In de weken die volgden intensiveerden deze protesten o.l.v. de eerder genoemde Merab Kostava en Zviad Gamsachoerdia.
Op 4 april was het aantal demonstranten opgelopen tot enkele tienduizenden Georgiërs.
Er werd opgetrokken naar het regeringsgebouw, een aantal demonstranten ging in hongerstaking.

De demonstratie in de straten van Tblisi van begin april 1989, de demonstranten zwaaien met de oude vlag van het onafhankelijke Georgië (1918-1921), die opnieuw als nationale vlag gebruikt zou worden tussen 1990 en 2004 (publiek domein)

 Dzjoember Patiasjvili, de Eerste Secretaris van de Georgische Communistische Partij, voelde zich dusdanig in het nauw gedreven dat hij de hulp inriep van het Sovjetleger.

Dzjoembar Patiasjvili (1939) (© Echelidze / publiek domein) / Igor Rodionov (1936-2014) (©
Ministerie van Defensie van de Russische Federatie
/ publiek domein)

Dat was niet tevergeefs: op 8 april ’s avonds gaf kolonel-generaal Igor Rodionov, bevelhebber van de Russische strijdkrachten in Transkaukasië, en mobilisatiebevel aan zijn manschappen.

Ilia II (geboren als Irakli Ghudushauri-Shiolashvili (1933), patriarch van de Georgisch-Orthodoxe kerk sinds 1977 (screenshot)

Vlak voordat de troepen in actie kwamen, riep Ilia II, de patriarch van de Georgisch-Orthodoxe Kerk de betogers op om de demonstraties te beëindigen, maar daar werd geen gehoor aan gegeven.
In de vroege ochtend van 9 april, vandaag 33 jaar geleden, kwamen de Russische troepen in actie.

Demonstranten zetten het op een lopen, waarbij ze van rechts worden ingehaald door een militair voertuig (screenshot)

De demonstranten werden omsingeld, waarna er traangas werd gebruikt om hen uiteen te jagen. Daarbij werd er op door de militairen op de menigte ingeslagen met spades en ploertendoders, waarbij enkele doden vielen.
Bij de paniek die toen ontstond vielen er nog een aantal doden, doordat sommigen onder de voet werden gelopen.
De eerder door de militairen ontwapende politie, die de demonstranten probeerde te helpen met het wegkomen, werd daarbij gehinderd door soldaten.
In totaal vielen er 21 doden en meer dan 100 gewonden.

Slachtoffers van de 9 april-tragedie op een billboard bij het parlementsgebouw in 2008 (© George Barateli / publiek domein)

Georgië reageerde geschokt: op 10 april ging het hele land in staking en werd er een periode van 40 dagen rouw aangekondigd
Michail Gorbatsjov, president van de Sovjet-Unie veroordeelde de aanval en legde de verantwoordelijkheid bij het leger.
Het resultaat was dat het onafhankelijkheidsstreven en anti Sovjet-sentiment alleen maar groter was geworden, zodat zelfs de Georgische Opperste Sovjet zich hierbij aansloot: op 19 november 1989 besloot dit hoogste staatsorgaan dat het land, het water, de bodemschatten en de productiemiddelen voortaan eigendom waren van de Georgische Republiek.

Verder werd het recht op afscheiding van de Sovjet-Unie erkend en werd de annexatie van Georgië van 1921 veroordeeld.
Op 9 maart 1990 eiste de Georgische Opperste Sovjet onderhandelingen over een onafhankelijke Georgische regering. Het politieke tij van glasnost onder president Gorbatsjov zorgde ervoor dat het daarna snel ging.

Kaart van Georgië, inclusief Abchazië in het noordwesten (© freeworldmaps.net)

Op 31 maart 1991 stemden de Georgiërs in een referendum met overweldigende meerderheid voor onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie.
Met een opkomst van 90,5% stemde ongeveer 99% voor onafhankelijkheid.
Op 9 april 1991, de tweede verjaardag van de tragedie, riep de Hoge Raad van de Republiek Georgië de Georgische soevereiniteit en onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie uit.

Het 9 april-monument bij het parlementsgebouw van Georgië in Tblisi (© Wodgester / publiek domein)

Op 23 november 2004 werd op de plaats van het harde optreden van het Sovjetleger, op Rustaveli Avenue, een gedenkteken voor de slachtoffers van de tragedie onthuld.

De vlag

Vlag van Georgië (1008-1490 / 2014-heden)

De vlag bestaat uit een wit veld met een rood Sint-Joriskruis. In elk van de vier rechthoekige vlakken staat een rood kruis patté (een heraldisch kruis met armen die steeds breder worden).

Hoewel bronnen over de exacte geschiedenis schaars en niet altijd betrouwbaar zijn, wordt aangenomen dat de vlag in eerste instantie zónder de vier kruizen patté voorkwam. In dat geval was de vlag gelijk aan die van Engeland. Het Sint-Joriskruis vindt zijn oorsprong in de tijd van de Kruistochten en het kruis als symbool van Jeruzalem. De later toegevoegde kruizen patté verwijzen ook naar het Jeruzalem-kruis, maar lijken daar iets meer op qua vorm.

Georgië heeft in zijn complete geschiedenis zo’n 13 verschillende vlaggen gehad, maar het zou wat te ver voeren dat hier allemaal uit de doeken te doen. Maar zelfs de recente geschiedenis van het land levert de nodige variatie!

In zijn tijd als sovjet-republiek (1921-1990) had het land maar liefst vier verschillende vlaggen, waarbij de laatste, tussen 1951 en 1990 een variatie was van de nationale vlag van de Sovjet-Unie (net zoals alle andere deelrepublieken allemaal hun eigen variant hadden).

Eén van Georgië’s vlaggen als sovjet-republiek (1952-1990)

Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie werd Georgië opnieuw een onafhankelijk land in 1990. Onder leiding van president Shevardnadze werd de vlag van vóór de communistische tijd weer ingevoerd. Deze vlag van de Democratische Republiek Georgië werd toen overigens maar kort gebruikt: van 1918 tot 1921.

Vlag van Georgië (1918-1921 / 1990-2004)

Een 2.0 voor de vlag van 1918 dus, maar ook die zou het niet lang uithouden. Na de herwonnen onafhankelijkheid was het in Georgië jarenlang onrustig vanwege afscheidingsproblemen van deelgebieden en politieke conflicten tussen verschillende partijen. Door de oppositiepartij Verenigde Nationale Beweging werd in manifestaties een vlag gebruikt die nóg verder teruggreep in de Georgische geschiedenis: de vlag van het Koninkrijk Georgië, in gebruik tussen 1008 en 1490.

Links: Edoeard Sjevarnadze (1928-2014) (publiek domein) / Rechts: Mikheil Saakasjvili (1967) (publiek domein)

Uiteindelijk werd deze vlag zo populair dat de Georgische orthodoxe kerk de herinvoering ervan steunde. In 1999 keurde het parlement de wijziging van de nationale vlag goed, maar president Sjevardnadze wees het wijzigingsvoorstel af. Het land bleef onrustig en dit leidde uiteindelijk tot een ‘fluwelen’ revolutie in 2003 (de zogenaamde Rozenrevolutie), waarbij Sjevardnadze het veld ruimde en de leider van de oppositie, Mikheil Saakasjvili, president werd. Opnieuw kwam het vlagvoorstel in het parlement aan de orde en op 14 januari 2004 werd -opnieuw- groen licht gegeven. Op 25 januari daaropvolgend zette president Saakasjvili zijn handtekening onder de wet. Sindsdien heeft Georgië een nieuwe (maar eigenlijk oude) vlag.

Finland – Suomen Kielen Päivä / Dag van de Finse Taal

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Deze Finse feestdag staat ook bekend onder de naam Mikael Agricolan Päivä (Mikael Agricola-dag). Agricola was de grondlegger van het Fins in geschreven vorm. De 9e april is zijn sterfdag.

Mikael Agricola werd geboren als Mikael Olavinpoika (= zoon van Olav) rond 1510 in een boerengezin in het zuid-Finse dorpje Torsby. Over zijn jeugd is niet veel bekend, maar waarschijnlijk was het gezin waarin hij opgroeide met nog drie zussen, niet onbemiddeld.
Op school viel hij bij zijn onderwijzers al snel op door zijn aanleg voor taal en de rector van de school adviseerde om hem door te sturen naar de Latijnse School in Vyborg (tegenwoordig een Russische stad, net over de Finse grens). De school onderwees niet alleen in talen, maar er hoorde ook een gedeeltelijke priesteropleiding bij.
Of Mikael van huis uit Fins of Zweeds sprak is niet meer na te gaan, feit is dat hij beide talen vloeiend sprak, dus wellicht is hij tweetalig opgegroeid.

Kaart van het Zweedse Rijk – in donkergroen het grondgebied tijdens Agricola’s leven, inclusief Finland (© Ortus-imperii-suecorum.png: Memnon335bc)

In het 16e eeuwse door Zweden overheerste Finland was de Finse taal ondergeschikt aan het Zweeds. De taal van de overheid was het Zweeds, de taal in de kerk Latijn en de taal van de handel het Middelnederduits.
Tijdens zijn studie in Vyborg nam hij de naam achternaam Agricola (= boer) aan. Het was in die tijd niet ongebruikelijk om een achternaam te kiezen die teruggreep op het beroep van de vader.
In Vyborg kwam hij ook onder de invloed van de nog prille Reformatie en woonde lutherse diensten bij.

Afgestudeerd en wel toog hij in 1528 naar Turku, toen het centrum van Zweeds Finland en zetel van het bisdom. Hij kwam in dienst bij bisschop Martinus Skytte, als klerk. Hoewel hij dus in dienst was van de rooms-katholieke kerk, liet het lutheranisme hem niet los.

Links: Martinus (Martti) Skytte, detail van een zuil in Hauho met zijn portret in steen, een werk van Tauno Wirkkala / Rechts: Peter (Pietari) Särkilahti, afgebeeld op een historische roman over zijn leven uit 1913 door Santeri Ivalo (1886-1937), uitgeverij WSOY

In Turku kwam hij in contact met Petrus Särkilahti, de eerste Finse student van Maarten Luther, een enthousiast verspreider van Luther’s ideeën en geloofsopvattingen. Toen Särkilahti vroegtijdig stierf in 1529, zag Agricola het als zijn taak om diens werk voort te zetten. Opvallend genoeg werd hij daarin niet tegengewerkt door zijn baas, de bisschop van Turku, die zelf steeds meer opschoof richting lutheranisme.

In 1531 werd Agricola tot priester gewijd en in 1536 stuurde bisschop Skytte hem naar Wittenberg in Duitsland voor een verdere studie onder Maarten Luther himself. Tevens studeerde hij er Grieks onder Luther’s medewerker Philipp Melanchthon.

V.l.n.r.: Maarten Luther (1483-1546), olieverfportret uit 1526 van Lucas Cranach de Oude (1472-1553) (Collectie The Phoebus Foundation) / Philipp Melanchthon, geboren als Philipp Schwarzerdt (1497-1560), olieverfportret uit 1543 van Lucus Cranach de Oude (1472-1553) (Collectie Schloss Gottorf) / Gustav Vasa, koning van Zweden (1496-1560), portret uit 1542 door Jacob Binck (1500-1569) (Collectie Universiteit van Uppsala)

Zowel Luther als Melanchthon waren onder de indruk van Agricola en maakten dat kenbaar aan de Zweedse koning Gustav Vasa. Toen Agricola de koning vervolgens schriftelijk om een stipendium vroeg voor verdere studies, werd dat ingewilligd. Het stelde hem in staat zich verder te verdiepen in het Grieks, door bijvoorbeeld de complete werken van Aristoteles aan te schaffen en te bestuderen.

Links: Wittenberg in 1536 vanuit het zuiden gezien met de Elbe in de voorgrond (uit het Reisealbum des Pfalzgrafen Ottheinrich, Universiteitrsbibliotheek Würzburg) / Rechts: Gedenkplaat voor Agricola in Wittenberg (© Stephencdickson)

Vervolgens komen we dan bij het punt waardoor Agricola nog steeds nationale faam geniet en waar hij al jaren over had nagedacht: hij begon met het in het Fins vertalen van het Nieuwe Testament vanuit de Griekse grondtekst. Dit was uiteraard een megaklus, zeer zeker omdat het Fins als geschreven taal niet gebruikt werd.
Hij begon ermee in Duitsland in 1537, maar het duurde tot 1548 eer zijn werk af was.

Links: Mikael Agricola, hier afgebeeld terwijl hij aan zijn vertaling van het Nieuwe Testament werkt, houtgravure van Albert Edelfelt (1854-1905) / Rechts: Standbeeld van Mikael Agricola voor de kathedraal van Turku, een werk uit 1952 van Oskari Jauhiainen (1913-1990)

Als een soort vingeroefening in het Finse schrift publiceerde hij in 1543 een boekje van 16 pagina’s, met de titel Abckiria , wat een soort beginnersboek voor de Finse taal was. Het bevatte zowel het alfabet, alsmede oefeningen en tot slot een catechismus. De catechismus bevatte de 10 geboden, de geloofsbelijdenis en het Onze Vader.

Links: Voorplat Abckiria (1543) / Rechts: Voorplat Se Wsi Testamenti (1548)

In 1539, dus twee jaar nadat hij in Duitsland met zijn bijbelvertaling begon, keerde hij terug naar Finland, waar hij werd aangesteld als rector van de kathedraalschool van Turku. Dit beviel hem maar matig, hij omschreef zijn leerlingen als “ongetemde dieren”, maar hij hield genoeg tijd over om verder te werken aan de vertaling van het Nieuwe Testament.
Hij trouwde in Turku met Pirjo Olavintytär en kreeg een zoon Christian met haar.

Resultaat van 11 jaar noeste arbeid: Agricola’s vertaling in het Fins van het Nieuwe Testament (© extra.kansalliskirjasto.fi)

In 1543 was de Finse vertaling Se Wsi Testamenti in principe af, maar toen volgden er nog vijf jaar van verbeteringen en correcties, zodat het uiteindelijk in 1548 verscheen. In totaal 718 pagina’s, verlevendigd met vele illustraties. Tevens introduceerde hij veel nieuwe woorden, waarvan sommige de tand des tijds hebben doorstaan, andere niet.

Finse schoolplaat van de hand van Albert Gebhard (1869-1937), waarop Mikael Agricola de Finse vertaling van het Nieuwe Testament aanbiedt aan de Zweedse koning Gustav Vasa (publiek domein)

In 1554 werd Agricola door koning Gustav Vasa benoemd tot bisschop van Turku, zonder toestemming aan paus Julius III te vragen. Sinds zijn voorganger Martinus Skytte was het rooms-katholieke geloof steeds meer ‘verlutheraniseerd’, onder Agricola zette dit verder door, zodat hij wel gezien wordt als de eerste Lutherse bisschop van Finland.

In 1557 leidde Agricola een vredesdelegatie naar Moskou om te trachten de Russisch-Zweedse Oorlog (1554-1557) te beëindigen. De delegatie was succesvol en leidde tot het Verdrag van Novgorod op 2 april. Op de terugweg echter werd Agricola ziek en op 9 april stierf hij in Uusikirkko (tegenwoordig in Rusland, vlakbij Vyborg).

“Agricolan kuolema” (“De dood van Agricola”), schilderij uit 1917 van de hand van Joseph Alanen (1885-1920) (Collectie Tempere Kunstmuseum)

Naast sterfdag van Agricola is de 9e april ook de geboortedag van Elias Lönnrot (1802-1884), schrijver en verzamelaar van oude volksverhalen, die Finlands bekendste epos de Kalevala samenstelde (1835).

De vlag

Vlag van Finland (1918-heden)

De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies).
Deze afbeelding dient nog steeds als staatswapen.

Vlag van Finland (1917-1918)

Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.

Zacharias Topelius (1818-1898) (© yle.fi)

Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd.
De vlag heeft ook een naam: Siniristilippu (De blauwe kruis vlag).

De staat

Naast de ‘gewone’ vlag voert Finland ook een staatsvlag, die door de overheid gebruikt wordt. Deze is grotendeels gelijk aan de nationale vlag, maar in het midden van het blauwe kruis is het staatswapen afgebeeld: de gele Finse leeuw op de kromsabel.

Staatsvlag van Finland

Ook de Finse president voert zijn of haar eigen vlag. de basis is opnieuw de nationale vlag, maar nu uitgevoerd als zwaluwstaart, waardoor de vlag uitloopt in drie punten.
In de broektop is een Finse onderscheiding afgebeeld: De Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse. De Finse president (sinds 2012 is dat Sauli Niinistö) is tevens grootmeester van deze ridderorde.

Links: De Finse Orde van het Vrijheidskruis, 3e klasse / Rechts: Vlag van de president van Finland met de Orde van het Vrijheidskruis