Roemenië is als land in stukjes en beetjes bij elkaar gekomen. De twee vorstendommen Walachije en Moldavië slaagden erin om in 1859 verregaande autonomie te krijgen van het Ottomaanse Rijk. Op 24 januari 1862 verenigden de beide territoria zich onder de naam Verenigde Roemeense Vorstendommen, of kortweg Roemenië.
Carol I (publiek domein)
In 1877 verklaarde het land zich onafhankelijk en in 1881 werd het een constituonele monarchie met als koning de Duitse prins Karl von Hohenzollern-Sigmaringen, die onder de naam Carol I zou regeren.
Walachije, Moldavië en Transsylvanië
In 1918 voegde Transsylvanië zich bij Roemenië, na de ondergang van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Ook het oostelijk gelegen Bessarabië sloot zich aan, daarmee Groot-Roemenië vormend.
In 1940 werden Bessarabië en het oosten van Moldavië ingelijfd door de Sovjet-Unie en werd daarmee de Moldavische Socialistische Sovjet Republiek. Dit gebied werd net als andere sovjetrepublieken in 1991 onafhankelijk en staat nu bekend als de Republiek Moldavië.
Maar we dwalen af. De dag van vandaag, 24 januari, herinnert dus aan het samenkomen van Walachije en Moldavië in 1862. In 2014 werd besloten dat dit vanaf 2015 voortaan een officiële feestdag zou zijn. Een dagje vrij voor de Roemenen dus.
De vlag
Vlag van Roemenië (1866-1947 / 1989-heden)
De Roemeense vlag is een verticale driekleur in blauw, geel en rood. Om iets preciezer te zijn is dat officieel gespecificeerd als kobaltblauw (ultramarijn), chroomgeel en vermiljoen. De vlag wordt aangeduid als de Tricolorul (Driekleur). De kleuren vormen een combinatie van die van Walachije (blauw en geel) en het 19e-eeuwse Moldavië (blauw en rood).
De horizontale versies van de Roemeense vlag: 1859-1862 (links) en 1862-1866 (rechts)
Van 1859 tot 1862 was de vlag horizontaal, met de volgorde blauw, geel en rood. Van 1862 tot 1866 werden de kleuren omgedraaid naar rood, geel en blauw. Daarna werd vlag gekanteld tot een verticale driekleur met de huidige kleurenvolgorde.
Bij het uitroepen van de communistische volksrepubliek op 30 december 1947, werd het nieuwe, socialistische staatswapen vanaf 1948 in het midden van de gele baan geplaatst. Tussen 1948 en 1989 werd het wapen nog twee keer licht gewijzigd (in 1952 en 1965), waardoor er drie versies van de Roemeense communistische vlag zijn geweest.
Links: 3e versie van de Roemeense vlag in communistische tijd (1965-1989) / Rechts: Vlag van de Roemeense Revolutie (1989), met een gat waar voorheen het staatswapen zat
Tijdens de anti-communistische omwenteling van 1989, die begon in Timișoara, werd de vlag onderdeel van de protesten, waarbij het staatswapen uit de vlag werd geknipt, en het dus een vlag met een rond gat werd.
Na de val van het communisme keerde de vlag van voor 1947 definitief terug, dus zonder wapen.
Vandaag precies 50 jaar geleden werd de huidige Deense vorstin, Margrethe II, tot Koningin uitgeroepen. Strikt genomen was ze één dag daarvoor al Koningin: op 14 januari 1972 namelijk, overleed haar vader Koning Frederik IX, op 72-jarige leeftijd.
Het officiële logo van het 50-jarig regeringsjubileum
Een kroning en/of inhuldiging zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Spanje of Nederland kent Denemarken niet. Het hele ceremonieel van de 15e januari 1972 bestond uit het verschijnen van de in rouwkleding gestoken Koningin op het balkon van Paleis Christiansborg in Kopenhagen met naast haar de Deense premier Jens Otto Krag, die haar na een korte toespraak tot Koningin uitriep.
Koningin Margrethe (1940) met premier Jens Otto Krag (1914-1978) op het balkon van Paleis Christiansborg, de Koningin draagt het ordelint van de hoogste Deense ridderorde, De Orde van de Olifant (screenshot)
Nadat de Koningin zelf een korte toespraak had gehouden, trad de premier terug en verscheen Margrethe’s man, Prins-Gemaal Henrik aan haar zijde, waarna erg gewuifd werd naar de grote menigte die zich op het paleisplein had verzameld. En dat was dat.
De Koningin tijdens haar korte speech, met de premier aan haar zijde (screenshot)De Koningin tijdens haar speech vanaf het paleisbalkon, voor het paleis de aangetreden erewacht (screenshot)Het einde van de korte ceremonie: zwaaien naar het massaal opgekomen publiek op het paleisplein, met Prins-Gemaal Henrik (1934-2018) aan haar zijde (screenshot)
Het zit Koningin Margrethe niet mee met haar jubilea de laatste tijd: voor haar 80e verjaardag in 2020 waren uitgebreide festiviteiten voorbereid, maar de eerste corona-golf gooide roet in het eten en alles werd afgeblazen.
Koningin Margrethe tijdens haar traditionele Nieuwjaarstoespraak afgelopen 31 december 2021, ze doet dit altijd live, als enige in haar ‘beroepsgroep’ (screenshot)
Vorig jaar was er hoop dat begin 2022 de pandemie op z’n retour zou zijn, of op z’n minst beheersbaar en dus werd er weer een uitgebreid feestprogramma voorbereid voor haar 50-jarige regeringsjubileum. Dit weekend zou er een groot galabanket plaatsvinden voor Margrethe’s Europese collega’s en ‘aanhang’. Echter vrijwel alles is afgeblazen door de nog steeds voortdurende gezondheidscrisis. Maar dit keer gaat het nadrukkelijk om uitstel en niet om afstel: het plan is om einde zomer dit jaar alsnog feestelijk uit te pakken.
Los van het galadiner waren er diverse andere feestelijkheden, die ook allemaal doorgeschoven worden. Het gaat om een persconfeentie, opening van de tentoonstelling En Dronnings Smykkeskrin (DeJuwelencassette van een Koningin) uit de Koninklijke Deense Collectie in het Amalienborg Museum, wisseling van de wacht op het voorplein bij Paleis Amalienborg met de Koninklijke Familie op het balkon, een lunch op het stadhuis van Kopenhagen, een galavoorstelling op de Gamle Scene(Het Oude Toneel) van het Koninklijk Deens Theater, plus een dankdienst in de Kathedraal van Kopenhagen.
Het graf van Koning Frederik IX en Koningin Ingrid bij de Kathedraal van Roskilde (foto: ALex-David Baldi)
Toch gaat het jubileum niet helemaal onopgemerkt voorbij. Wat wel doorgaat: er is een bijeenkomst met de ministerraad, een receptie in het Deense Parlement, plus een kranslegging bij het graf van Koning Frederik IX en Koningin Ingrid (de ouders van de Koningin) bij de Kathedraal van Roskilde.
Imago
Koningin Margrethe begroet Koningin Máxima tijdens het Nederlandse staatsbezoek aan Denemarken, 17 maart 2015 (screenshot)
De jubilaris doet haar werk al die jaren met zichtbaar plezier en ze is dan ook zeer geliefd in Denemarken, de Faeröer en Groenland. Aftreden is Deense koningen vreemd en de Koningin heeft al meermaals gezegd dat ze dat absoluut niet van plan is.
De Koningin tijdens de Nieuwjaarsreceptie op 2 januari 2020 met Kroonprins Frederik en Kroonprinses Mary (fotograaf onbekend)
Maar ook koninginnen ontkomen niet aan slijtage en Margrethe wordt sinds jaar en dag geplaagd door rugproblemen, waardoor ze bij officiële recepties (waar lang staan gebruikelijk is) tegenwoordig van een stoel gebruik maakt.
Margrethe behangen met juwelen (‘less is more’ is niet aan haar besteed) en ordes en in gezelschap van ‘de yeti’, tijdens de Nieuwjaarsreceptie op 1 januari 2015 (fotograaf onbekend)
Als er al kritiek op de koningin is betreft dat meestal het dragen van bont, zoals haar bekende bontstola, die ze al sinds mensenheugenis draagt (en die vaak oneerbiedig ‘de yeti’ wordt genoemd) en het feit dat ze rookt als een schoorsteen. En stoppen is ze bepaald niet van plan!
De Koningin steekt er nog een op tijdens haar staatsbezoek aan Thailand, 8 februari 2001, ze draagt hier het lint van de hoogste Thaise orde, de Meest Veelbelovende Orde van de Rajamitrabhorn (fotograaf onbekend)
De koninklijke standaard
De Koninklijke Standaard van Denemarken
Denemarken is een luilekkerland voor vlaggenliefhebbers. De Denen houden van vlaggen en de nationale vlag de Dannebrog, de oudste nog bestaande nationale vlag ter wereld, is dan ook overal te zien, ook als wimpel.
De Dannebrog kent heel veel variaties en ook de Koninklijke Standaard is ervan afgeleid. En het blijft niet bij één standaard: er zijn op dit moment in totaal vier versies binnen de koninklijke familie, waarvan de Koninklijke Standaard van de monarch van Denemarken de belangrijkste is. Die is vandaag dan ook bij Vlagblog te zien.
De basis van de Koninklijke Standaard, die alleen door Koningin Margrethe gebruikt wordt is, zoals gezegd, de Dannebrog, maar dan ingehoekt. Dit staat ook wel bekend als het zwaluwstaart-model, waarbij de vlag in twee punten uitloopt. Over het midden van het witte kruis heen is het koninklijk wapen te zien. Dit is het ‘grote wapen’, wat betekent dat het wapenschild is voorzien van twee schildhouders, twee zogenaamde ‘wildemannen’. Dit alles geplaatst op de koninklijke hermelijnen mantel met kroon. Net onder het schild hangen de ketens van de twee Deense ridderordes, de Orde van de Dannebrog (Dannebrogordenen) en de Orde van de Olifant (Elefantordenen).
Wapen
Het koninklijke wapen zoals het op de Koninklijke Standaard voorkomt, in detail
Voordat we de andere koninklijke vlaggen nader beschouwen, lichten we eerst het wapenschild even van de koninklijke mantel, zodat de onderdelen beter te zien zijn.
Toen Koningin Margrethe haar vader Frederik IX in 1972 opvolgde, waren er al plannen in de maak om het wapenschild te vereenvoudigen. Dat van haar vader was nog veel drukker met nog meer wapenschilden op wapenschilden. Met haar aantreden deed ze afstand van de inmiddels in onbruik geraakte titels van Koningin der Wenden en Goten en de hertogelijke waardigheden van Holstein, Stormarn, Dithmarsken en Lanenburg. De bij deze titels behorende wapenschilden werden voortaan weggelaten.
Het huidige wapen is in vieren verdeeld door het rood omzoomde witte kruis van de Dannebrog, met een hartschild daaroverheen. Het hartschild is geel met twee rode balken, het is het wapen van Oldenburg, het stamland van het Koninklijk Huis. Veld I en IV zijn identiek en tevens de oudste onderdelen uit het wapen. Ze gaan terug tot de 12e eeuw en tonen drie zogenaamde gaande leeuwen, gekroond en genageld, in blauw op een geel veld. Iedere leeuw is vergezeld van drie rode hartjes (hoewel we er op beide schilden eentje missen: het 9e hartje valt weg achter het hartschild, daarom hieronder het schild nog even apart). Deze hartjes zijn eigenlijk pompebladeren (vergelijk de vlag van de Nederlandse provincie Friesland). Dit schild is tevens het nationale wapen van Denemarken.
Links: Het schild met de drie leeuwen, waar alle 9 hartjes op te zien zijn, tevens het nationale wapen van Denemarken / Rechts: Vlag van de Nederlandse provincie Friesland (Fryslân) waarop ook pompebladeren (pompeblêden) voorkomen, een soort waterlelie
Veld II toont twee gaande leeuwen in blauw op een geel veld, symbool voor Sleeswijk. Veld III is, zoals dat heraldisch heet, doorsneden en half gedeeld, waardoor er drie deelvakken ontstaan. De drie gouden kronen bovenin herinneren aan de Unie van Kalmar (1397-1523/36), een samenwerkingsverband tussen de Scandinavische koninkrijken Denemarken, Noorwegen en Zweden. De drie gouden kronen komen we ook tegen in het wapen van Zweden. Onderin zien we de symbolen voor de tot Denemarken behorende rijksdelen: de Faeröer (gelegen tussen Schotland en IJsland) en Groenland, gesymboliseerd door respectievelijk een zilveren ram en een zilveren ijsbeer.
Ordes
De eerste van de twee ketens van de ridderordes is de Orde van de Dannebrog (Dannebrogordenen), die in 1672 werd ingesteld door Koning Christiaan V, maar teruggaat op de Orde die Koning Waldemar II reeds in 1219 instelde en de naam draagt van de Deense vlag. In 1808 bepaalde Koning Frederik VI dat de Orde een moderne Orde van Verdienste met vier graden moest worden. De Deense overheid is niet scheutig met het verlenen van deze letterlijk kostbare Orde, waarbij de versierselen van de hogere graden in goud en zilver worden uitgevoerd. Vanaf 1951 kunnen er naast ridders ook dames in de Orde worden opgenomen.
Links: Koning Waldemar II (1170-1241), afgebeeld op het Koningsfries uit ±1325 in de Sankt Bendtskerk in Ringsted, Sjælland (let op het schild met de drie leeuwen!) (publiek domein/ Orf3us, 2016) / Rechts: Koning Christiaan V (1646-1699) olieverfschilderij uit de tweede helft van de 17e eeuw, door Jacques d’Agar (1640-1715) (Collectie Frederiksborg Museum, Hillerød)
De keten van de Orde bestaat uit aan elkaar geschakelde kruizen en monogrammen met een kruis als pendant. De monogrammen zijn de W en de C voor respectievelijk Koning Waldemar II en Koning Christiaan V.
Links: Keten van de Orde van de Dannebrog met als pendant een wit geëmailleerd Latijns kruis / Rechts: Keten van de Orde van de Olifant met als pendant een wit geëmailleerde krijgsolifant
Onder de Orde van de Dannebrog zien we de hoogste Deense Orde: de Orde van de Olifant (Elefantordenen). Deze Orde is net als de Orde van de Dannebrog een van de oudste nog bestaande ridderordes en gaat waarschijnlijk terug tot de door Koning Christiaan I in 1462 opgerichte ‘ordebroederschap’ onder de naam Guds Moders Selskab (Broederschap van de Moeder Gods). Het is mogelijk dat de keten van deze Orde al olifanten had. Vanaf 1508 komt de olifant als symbool van de Orde met zekerheid voor. De huidige statuten van de Orde werden in 1693 vastgesteld door Koning Christiaan V. Pas vanaf 1958 kan de Orde ook aan vrouwen worden verleend.
De Orde wordt hoofdzakelijk aan staatshoofden en leden van regerende vorstenhuizen verleend. En hoewel het een staatsorde betreft, lijkt het qua verlening dus meer op een Huisorde, omdat automatisch alle Deense prinsen en prinsessen in de Orde worden opgenomen.
Zoals gezegd is het symbool van de Orde een olifant, specifieker een krijgsolifant met een gevechtstoren op de rug, symbool voor het strijdbare christendom. De keten van de Orde bestaat uit aan elkaar geschakelde olifanten en gevechtstorens met een olifant als pendant. Als staatshoofd is Koningin Margrethe grootmeesteres van beide ordes.
Gebruik
Terug naar de Koninklijke Standaard zelf dan. De Koningin heeft de beschikking over meerdere paleizen, die ze traditiegetrouw op vaste tijden in het jaar bewoont. Als ze ten paleize is, is dat te zien aan de Koninklijke Standaard die dan boven het desbetreffende paleis wappert.
Gedurende de zomer is ze meestal te vinden op Slot Marselisborg in Aarhus of Slot Gråsten in het zuiden van Jutland. In de winter gebruikt ze Paleis Amalienborg in het centrum van Kopenhagen.
Paleis Amalienborg in Kopenhagen (publiek domein)
In de lente en de herfst is Paleis Fredensborg aan de beurt, 30 km ten noorden van Kopenhagen. Daarnaast staat er ’s zomers met enige regelmaat een vaartocht op het programma met het koninklijke jacht Dannebrog, dat dan ook de Koninklijke Standaard voert.
HDMY Dannebrog, het koninklijk jacht, gebouwd in Kopenhagen in 1931, in 2017 voor anker in de hoofdstad (Colin/publiek domein)
In verkleinde vorm wordt de Koninklijke Standaard, net als in andere koninkrijken op hofauto’s gebruikt.
Zoals al vermeld in de introductie zijn er momenteel vier koninklijke vlaggen in gebruik (allemaal zwaluwstaarten) en de tweede in de rij is de Standaard van de Kroonprins, die sinds 1914 in gebruik is.
Prins Frederik is de oudste van de twee zonen van de koningin en daarmee de Kroonprins. Hij is getrouwd met de Australische Mary Donaldson.
De Standaard van de Kroonprins laat het gekroonde nationale wapen zien, omhangen met de keten van de Orde van de Olifant.
Standaard van de Regent
Standaard van de Regent
Nummer drie in de serie is een interessante, het is de Standaard van de Regent en Denemarken is de enige monarchie die hier een aparte vlag voor voert en dat heeft alles te maken met het feit dat in Denemarken ten allen tijde een troongerechtigd lid van het Koninklijk Huis aanwezig moet zijn. Ook deze vlag is in 1914 ingevoerd.
Als de Koningin ’s zomers een paar weken doorbrengt op het Franse landgoed Cayx van haar in 2018 overleden man Prins Henrik, moet iemand het Koninklijk Gezag waarnemen. Net als wanneer de Koningin buitenlandse bezoeken aflegt of de andere landsdelen (Faeröer en Groenland) aandoet.
De Standaard van de Regent toont dan ook de zogenaamde regalia, de symbolen van het Koninklijk Gezag: de kroon, de gekruiste scepter en rijkszwaard en de rijksappel.
Regalia van Denemarken: Centraal de koningskroon van Christiaan V uit 1671 (omhangen met de Orde van de Olifant), daarnaast de koninginnenkroon van Sophie Magdalene (vrouw van Christiaan VI) uit 1731, de scepter en de rijksappel van Frederik III uit 1648 en het rijkszwaard uit 1643, een huwelijksgeschenk van Christiaan IV aan zijn zoon Frederik III (publiek domein)
Momenteel zijn er drie personen die als regent kunnen optreden, te weten: Kroonprins Frederik, zijn broer Prins Joachim en de jongere zuster van de koningin, Prinses Benedikte.
Deze koninklijke vlag zou je oneerbiedig kunnen betitelen als ‘overig’. Hij toont de Koningskroon en is bedoeld voor die leden van het Koninklijk Huis, naast het staatshoofd en troonopvolger.
Volwassen leden van het Huis die deze standaard voeren, zijn Prinses Mary (de vrouw van de kroonprins), Prins Joachim, diens vrouw Prinses Marie en Prinses Benedikte.
Niet meer in gebruik
Standaard van Prins Henrik
Tot en met 2018 was er nog een vijfde standaard in gebruik, nl. de Standaard van de Prins-Gemaal, de uit Frankrijk afkomstige echtgenoot van Koningin Margrethe, die op 13 februari 2018 overleed.
Prins Henrik, geboren als Henri de Laborde de Monpezat, voerde een vlag die op het oog veel op die van Koningin Margethe lijkt, maar uiteraard niet hetzelfde is.
Veld II en III tonen het familiewapen van Henrik, een gouden leeuw met drie gouden sterren op een rood veld. En in plaats van wildemannen, zijn de schildhouders hier twee gouden leeuwen.
De Georgische Vlagdag herdenkt de invoering van de vlag op 14 januari 2004. Op die dag werd de ‘organieke wet van Georgië op de staatsvlag’ goedgekeurd.
Naast de vlag werden toen ook het staatswapen en het volkslied officieel ingevoerd. De Vlagdag werd in 2012 als officiële feestdag ingevoerd.
Vlagdag in Georgië (publiek domein)
De vlag
Vlag van Georgië (1008-1490 / 2014-heden)
De vlag bestaat uit een wit veld met een rood Sint-Joriskruis. In elk van de vier rechthoekige vlakken staat een rood kruis patté (een heraldisch kruis met armen die steeds breder worden).
Hoewel bronnen over de exacte geschiedenis schaars en niet altijd betrouwbaar zijn, wordt aangenomen dat de vlag in eerste instantie zónder de vier kruizen patté voorkwam. In dat geval was de vlag gelijk aan die van Engeland. Het Sint-Joriskruis vindt zijn oorsprong in de tijd van de Kruistochten en het kruis als symbool van Jeruzalem. De later toegevoegde kruizen patté verwijzen ook naar het Jeruzalem-kruis, maar lijken daar iets meer op qua vorm.
Georgië heeft in zijn complete geschiedenis zo’n 13 verschillende vlaggen gehad, maar het zou wat te ver voeren dat hier allemaal uit de doeken te doen. Maar zelfs de recente geschiedenis van het land levert de nodige variatie!
In zijn tijd als sovjet-republiek (1921-1990) had het land maar liefst vier verschillende vlaggen, waarbij de laatste, tussen 1951 en 1990 een variatie was van de nationale vlag van de Sovjet-Unie (net zoals alle andere deelrepublieken allemaal hun eigen variant hadden).
Georgië’s vlag als sovjet-republiek
Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie werd Georgië opnieuw een onafhankelijk land in 1990. Onder leiding van president Shevardnadze werd de vlag van vóór de communistische tijd weer ingevoerd. Deze vlag van de Democratische Republiek Georgië werd toen overigens maar kort gebruikt: van 1918 tot 1921.
Vlag van Georgië (1918-1921 / 1990-2004)
Een 2.0 voor de vlag van 1918 dus, maar ook die zou het niet lang uithouden. Na de herwonnen onafhankelijkheid was het in Georgië jarenlang onrustig vanwege afscheidingsproblemen van deelgebieden en politieke conflicten tussen verschillende partijen. Door de oppositiepartij Verenigde Nationale Beweging werd in manifestaties een vlag gebruikt die nóg verder teruggreep in de Georgische geschiedenis: de vlag van het Koninkrijk Georgië, in gebruik tussen 1008 en 1490.
Links: Edoeard Sjevarnadze (1928-2014) in 1997 (publiek domein) / Rechts Micheil Saakasjvili (1967) in 2008 (publiek domein)
Uiteindelijk werd deze vlag zo populair dat de Georgische orthodoxe kerk de herinvoering ervan steunde. In 1999 keurde het parlement de wijziging van de nationale vlag goed, maar president Sjevardnadze wees het wijzigingsvoorstel af. Het land bleef onrustig en dit leidde uiteindelijk tot een ‘fluwelen’ revolutie in 2003 (de zogenaamde Rozenrevolutie), waarbij Sjevardnadze het veld ruimde en de leider van de oppositie, Micheil Saakasjvili, president werd. Opnieuw kwam het vlagvoorstel in het parlement aan de orde en op 14 januari 2004 werd -opnieuw- groen licht gegeven. Op 25 januari daaropvolgend zette president Saakasjvili zijn handtekening onder de wet. Sindsdien heeft Georgië een nieuwe (maar eigenlijk oude) vlag.
De presidentiële vlag van Georgië is zeer recent: ze stamt uit 2020, de symbolen zijn echter al eeuwenoud. De vlag is vierkant met een brede rode rand, een dun gouden kader en daarbinnen aan iedere zijde elf zogenaamde ‘wolventanden’ in rood, die naar binnen wijzen. Het binnenveld is wit met daaroverheen het ‘kleine’ wapen van Georgië, dat uit 2004 stamt. Het toont Georgië’s beschermheilige, Sint Joris, die de draak verslaat, gezeten op zijn paard. De figuren zijn in zilver op een rood veld. De halo rond het hoofd van Sint Joris is in goud uitgevoerd. De huidige president van Georgië is Salome Zoerabisjvili. Ze trad aan op 18 december 2018.
Vlaggen van de krijgsmacht
Zowel de marine, landmacht, luchtmacht en Nationale Garde voeren eigen vlaggen en die zien we hieronder.
Links: Marinevlag van Georgië / Rechts: Landmachtvlag van Georgië– Deze vlag lijkt op het eerste gezicht erg op die van Denemarken, maar de Scandinavische landen hebben hun (Scandinavische) kruizen wat meer naar de mastzijde gecentreerd, wel is de vlag exact hetzelfde als die van de Franse regio SavoieLinks: Luchtmachtvlag van Georgië / Rechts: Vlag van de Nationale Garde van Georgiê– Deze vlag lijkt op die van de Dominicaanse Republiek, maar dan met omgekeerde kleuren (en minus het staatswapen)
Deze Grondwetdag, een officiële feestdag in Mongolië, herinnert aan de 13e januari 1992. Op die dag werd er een nieuwe grondwet aangenomen. Eén maand later, op 12 februari werd-ie van kracht. In de wet werd vastgelegd dat Mongolië een respresentatieve democratie werd, waarbij o.a. godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting, vrije verkiezingen en het recht op reizen gegarandeerd werden.
Deze grondwet was het directe gevolg van de vreedzaam verlopen revolutie van 1990, waarbij de Volksrepubliek Mongolië werd afgeschaft. Dat had dan weer alles te maken met het instorten van het communisme in de Sovjet-Unie en het daaropvolgende uiteenvallen van de deelrepublieken van het land. Tot die tijd was Mongolië naar sovjet-voorbeeld gemodelleerd.
De Mongoolse vlag is een verticale driekleur van gelijke banen in rood, blauw, rood. Op de rode baan aan de broekings- of mastzijde bevindt zich het Soyombo-symbool. De vlag werd aangenomen naar aanleiding van de nieuwe grondwet, maar op één detail na, is hij gelijk aan de vlag van de Volksrepubliek Mongolië, die van 1945 tot 1992 bestond. Dat ene detail betreft een communistische gele ster, boven het Soyombo-symbool.
Vlag van de Volksrepubliek Mongolië (1945-1992)
De rode kleur werd tot 1992 uitgelegd als kleur van de revolutie, nu als symbool voor voorspoed en liefde. Het blauw stond -en staat- voor de eeuwig blauwe hemel, het is tevens de traditionele kleur van Mongolië.
Soyombo-symbool
Het Soyombo-symbool (een zogenaamd ‘ideogram’) bestaat uit 10 symbolen, onder en naast elkaar. Op elkaar ‘gestapeld’ zien we van boven naar beneden: -vuur, symbool voor eeuwige groei, rijkdom en succes, de drie tongen van het vuur staan voor verleden, heden en toekomst; -zon, en tevens maan daaronder, staan voor het eeuwig bestaan van het Mongoolse rijk, net als de eeuwig blauwe lucht; -driehoek (tevens onderaan de ‘stapel’) stelt de punt van een pijl of speer voor, die staat voor de overwinning op binnen- en buitenlandse vijanden; -rechthoek (tevens een-na-laatste in de ‘stapel’) verleent stabiliteit aan het volgende symbool (waar het onder en boven staat), maar staat ook voor eerlijkheid en rechtvaardigheid van het Mongoolse volk, of ze nu hoog- of laaggeplaatst zijn en voor de eindeloze steppen; -taiji (ook wel yin en yang) staat voor het complementeren van tegenpolen of tegenstellingen, zoals man/vrouw, licht/duister, goed/kwaad, enzovoort; -de twee verticale rechthoeken aan beide zijden van de ‘stapel’ kunnen gezien worden als de muren van een fort, ze staan voor eenheid en kracht en verwijzen naar een Mongools spreekwoord, dat luidt: Een gemeenschappelijke vriendschap is sterker dan stenen muren.
Deze officiële Bahamaanse feestdag herinnert aan de 10e januari 1967. Op die dag kwam de Progressive Liberal Party (PLP) aan de macht. De leider van de PLP, Lynden Pindling, werd daarmee de eerste zwarte premier van de Bahama’s, toen nog een Bitse kolonie. Hij wordt nu gezien als de “vader van de natie”.
Vanaf 1967 gold voor het eerst volledige gelijkwaardigheid voor alle Bahamanen: grondwettelijk, politiek, sociaal, cultureel en economisch. Sinds 2014 is de 10e januari een officiële feestdag
De vlag van de Bahama’s is een horizontale driekleur in aquamarijn, goudgeel en aquamarijn. Een zwarte driehoek wijst vanaf de broekingszijde naar de vluchtzijde.
In de aanloop naar de onafhankelijkheid werd er in juni 1971 een ontwerpwedstrijd uitgeschreven, daar kwamen 51 ontwerpen uit rollen. Daar werden er tien uitgekozen; van die tien kwamen er uiteindelijk zes bij de ‘kies’-commissie terecht. Uiteindelijk was er één ontwerp waar men voor koos, met banen in zwart, goudgeel en aquamarijn, van Hervis Bain.
Men wist eerst niet goed of men de kleuren nu horizontaal of verticaal wilde. Een ander idee was het zwart in een driehoek te vatten en een extra baan in aquamarijn toe te voegen. Toen het (horizontale) ontwerp vervolgens doorgestuurd werd naar het College of Arms in Londen, kwam de reactie dat men het een goed ontwerp vond, maar voorstelde de kleuren om te keren: goudgeel, aquamarijn, goudgeel.
Logo van het College of Arms, Londen
Het voorstel werd door de Bahamaanse commissie echter niet gevolgd, waardoor de kleuren bleven wat ze waren: aquamarijn, goudgeel, aquamarijn. (Wat het College of Arms hiervan vond weten we niet). Vervolgens werd op 2 april 1973 het ontwerp gepresenteerd. Van 9 op 10 juli 1973, om middernacht, werd de nieuwe vlag voor het eerst gehesen in Fort Charlotte, vlakbij Nassau. Bij het feest werden 70.000 kleine papieren vlaggetjes aan het publiek verstrekt.
De symboliek die achter de vlag schuil gaat: het aquamarijn staat voor het water van de Caribische Zee en de Atlantische Oceaan, het goudgeel voor het land en strand. De zwarte driehoek verbeeld de voornamelijk Afrikaanse oorsprong van de Bahamanen, maar ook de macht en kracht van een verenigd volk.
Vlag tot en met 1973
Tussen 1869 en 1973 was de vlag van de Bahama’s er één uit de serie blue ensigns + badge, een blauwe vlag met de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton. Deze vlag onderging minieme veranderingen in 1904, 1923, 1953 en 1964, die eigenlijk alleen te maken hadden met de koningskroon bovenop de badge.
Vlag van de Bahama’s als kroonkolonie (versie 1964-1973)
De badge bestond uit een kousenband (verwijzing naar de Order of the Garter), met als motto Expulsis piratis restituta commercia (Piraten eruit, handel hersteld) + de naam van het land op het loshangende deel. De kousenband omvat een afbeelding van een Britse driemaster (mét Union Flag of Union Jack) die twee piratenboten voor zich uitjaagt.
Wellicht hebt u er nog nooit van gehoord, maar het bestaat: Margaret Thatcher-dag! Op de Falklandeilanden. Geheel verwonderlijk is dit niet, na de overwinning in de Falklandoorlog, tijdens de regering Thatcher (1979-1990).
Deze oorlog ontstond toen Argentijnse troepen op 2 april 1982 de tot het Verenigd Koninkrijk behorende archipel binnenvielen. De eilandengroep ligt zo’n kleine 500 km ten oosten van Argentinië en sinds de 19e eeuw hebben de Argentijnen de Britse soevereiniteit altijd ter discussie gesteld. Dat bleef echter altijd bij woorden. In 1982 echter, achtte de Argentijnse junta, onder leiding van generaal Leopoldo Galtieri, de tijd rijp om de Engelsen eruit te knikkeren.
De reden was puur politiek: het land had grote sociale en economische problemen en een al jaren durende aversie van de bevolking tegen de niets-ontziende militaire dictatuur. Om de nationalistische gevoelens flink op te krikken, leek het de junta een goed idee de Falklandeilanden (Islas Malvinas voor de Argentijnen) te veroveren. Men verwachtte geen grote tegenstand en daar het Verenigd Koninkrijk net als Argentinië de nodige sociale en economische problemen kende in 1982, lag in hun optiek geen gewapend conflict op de loer.
De Britten hadden geen grote troepenmacht op de Falklands en het kostte de Argentijnen dan ook slechts twee dagen om de eilanden te veroveren, nadat gouverneur Rex Hunt het bevel had gegeven de wapens neer te leggen. Zowel de gouverneur als de Britse militairen werden via Zuid-Amerika gerepatrieerd naar het Verenigd Koninkrijk.
Er was echter geen haar op het hoofd van premier Margaret Thatcher het zo maar te laten. Bij de Britten speelden nationalistische gevoelens een al even grote rol als bij de Argentijnen. Er werd in korte tijd een militaire task force samengesteld van 127 schepen: 43 marineschepen (waaronder de atoomonderzeeeër HMS Conqueror en twee vliegdekschepen, de HMS Invincible en HMS Hermes), 43 hulp- en ondersteuningsschepen en 62 vrachtschepen. Een aanzienlijke vloot; toch waren de Britten niet zeker van een overwinning, daar Argentinië een overwicht in de lucht had: 122 vliegtuigen tegen slechts 43 Britse.
Toch lukte het in betrekkelijk korte tijd: in juni landden de Britse troepen op de archipel. Dat wil niet zeggen dat de strijd op land niet taai was, het ging stukje bij beetje. Een psychologisch omslagpunt was het zinken van de ARA General Belgrano, een lichte kruiser van de Argentijnse marine, nadat het getorpedeerd werd door HMS Conqueror. 323 man vonden de dood, 772 man konden worden gered door Argentijnse en Chileense schepen. Het gevolg was dat de gehele Argentijnse vloot zich terugtrok.
Slachtoffers vielen aan beide kanten: op 4 mei, een paar dagen na het zinken van de Belgrano, werd de geleidewapenjager HMS Sheffield getroffen door een Exocet-raket afgevuurd door een Super Étendard van de Argentijnse luchtmacht. Van de bemanning van 281 vonden er 20 de dood en raakten er 26 gewond. Een paar dagen later zonk het schip.
Buitgemaakte Argentijnse wapens langs de weg naar het vliegveld bij Port Stanley (fotograaf onbekend)
Op 20 juni was de strijd gestreden en gaven de Argentijnen zich over. De trieste balans was dat er 255 Britten sneuvelden en 649 Argentijnen. Het aantal gewonden: 775 Britten, tegen maar liefst 1.657 Argentijnen. Drie Falklandeilanders lieten het leven door zogenaamd ‘friendly fire‘.
De Falklandoorlog luidde het einde in van de Argentijnse junta. Voor premier Thatcher waren de gevolgen positief, van minst populaire premier sinds de Tweede Wereldoorlog werd ze plotseling op een voetstuk gehesen. Ze maakte er in 1983 dankbaar politiek gebruik van door de parlementaire verkiezingen te vervroegen, die ze met gemak won.
Op de Falklandeilanden was zij de grote heldin. Tussen 8 en 13 januari 1983 bezocht ze de archipel. Vanaf 1991 is de 10e januari gekozen als Margaret Thatcher-dag, een officiële feestdag, maar geen vrije dag voor de Falklanders.
De vlag
Vlag van de Falklandeilanden (1999-heden)
De vlag van de Falklandeilanden is een Britse blue ensign, met de Union Flag of Union Jack in het kanton en het wapen van de archipel in het uitwaaiende gedeelte. Hij is vrij recent (1999), maar is eigenlijk een variatie op de vlag die vanaf 1948 werd gebruikt.
Het wapen toont een schaap met daaronder het schip Desire, dat onder commando van John Davis de eilandengroep ontdekt zou hebben in 1592. Het motto Desire the right bevindt zich op een banderol onder het wapen.
Voormalige vlaggen van de Falklandeilanden, v.l.n.r.: 1876-1925, 1925-1948 en 1948-1999
De eerder genoemde vlag van 1948 is de derde in de rij hierboven en is in essentie hetzelfde, alleen staat het wapen hier in een witte cirkel, een zogenaamde badge. De Desire staat ook op de tweede vlag uit 1925, waarbij het schip her schild moet delen met een zeeleeuw. De eerste vlag van de archipel stamt uit 1876, met op de toenmalige badge een natuurlijk landschap met een os, met het 19e eeuwse schip HMS Hebe, waarmee menig Brits kolonist naar de Falklands zeilde.
Vlag van de gouverneur
Vlag van de gouverneur van de Falklandeilanden (1948-heden)
De gouverneur van de Falklandeilanden heeft een eigen vlag, die tegelijkertijd met de vlag van 1948 ingevoerd werd. Ze is in feite gelijk aan die vlag, het verschil is dat de vlag een krans van takken rondom de badge heeft.
Op deze foto uit juni 1982 zien we de gouverneursvlag temidden van manschappen van de Royal Marine Naval Party 8901 bij Goverrnor’s House, na de overwinning op de Argentijnen (fotograaf onbekend)
Sinds 12 september 2017 is Nigel Phillips gouverneur van de Falklandeilanden. Daarvoor was hij commodore bij de Royal Air Force. Daarnaast is hij ook commissaris van de South Georgia en South Sandwicheilanden.
Installatie van Nigel Phillips (1953) als 36e gouverneur van de Falklandeilanden in de Falkland Islands Legislative Assembly te Port Stanley, op op 12 september 2017 (fotograaf onbekend)
Het Festa del Tricolore (Feest van de Driekleur), ook wel bekend als Giornata Nazionale della Bandiera (Nationale Vlagdag) is een officiële Italiaanse feestdag en wordt gevierd sinds 1997. De datum van 7 januari is gekozen omdat op die datum in 1797 in de de Noord-Italiaanse stad Reggio Emilia de driekleur voor het eerst werd gehesen in wat toen de Cispadaanse Republiek heette. Hoewel dit dus een officiële feestdag is, is het voor de meeste Italianen geen vrije dag, maar uiteraard is er wel veel extra vlagvertoon, vooral in Reggio Emilia.
De vlag
Vlag van Italië (1946-heden)
De Italiaanse vlag vindt zijn oorsprong in de door Napoleon gestichte Cispadaanse Republiek. Deze republiek werd in 1796 gevormd door vier Noord-Italiaanse gebieden: Modena, Bologna, Ferrara en Reggio Emilia. De naam betekent zoveel als ‘aan deze kant van de Po’. (Aan de andere kant van de rivier lag de Transpadaanse Republiek).
Deze op Franse leest geschoeide republiek heeft slechts twee jaar bestaan. De gebruikte driekleur was geënt op de Franse Tricolore, waarbij de blauwe baan vervangen werd door een groene.
Wellicht vanwege de groene kleur van de regionale Milanese burgerwacht. De vlag was gekanteld t.o.v. de Franse, dus horizontaal.
Italië als eenheid bestond in die tijd nog niet, het was een verzameling onafhankelijke staten en staatjes. In 1848 voerde koning Carlo Alberto van Sardinië de driekleur in als nationale vlag en zette zijn wapen middenin de vlag. (Het Koninkrijk Sardinië bestond behalve het gelijknamige eiland ook uit het westelijke gedeelte van wat tegenwoordig Noord-Italië is).
Links: de vlag van Carlo Alberto van Sardinië, later de Italiaanse vlag onder de Savoye monarchie / Rechts: een ‘verfraaid’ exemplaar van de vlag, tentoongesteld in Milaan
Vanaf 1861 heerste het vorstenhuis Savoye over het uit verschillende delen samengevoegde Italië en nam de Sardinische driekleur over. In 1870 werd de totale vereniging een feit. De groen-wit-rode vlag werd gehandhaafd, met het wapen van Savoye op de witte baan. Na de Tweede Wereldoorlog en het afschaffen van de monarchie werd het wapen op 19 juni 1946 van de vlag verwijderd en hebben we de vlag zoals we hem nu nog kennen.
De vlag van de Belgische provincie Antwerpen werd op 18 oktober 1996 door de Provincieraad aangenomen. Op 7 januari 1997, vandaag 25 jaar geleden, verleende de Vlaamse regering haar goedkeuring.
Toeristische kaart van de Provincie Antwerpen uit 1951 door Georges Ebinger (1930-2021), uitgave van de Toeristische Federatie van de Provincie Antwerpen (publiek domein)
De vlag
Vlag van de provincie Antwerpen (1996/97-heden)
De vlag van de provincie Antwerpen bestaat uit 24 vierkanten, in vier rijen van zes. Het zijn acht rode, zes witte, zes gele en vier blauwe ‘blokken’. Ze zijn diagonaal gerangschikt, zo dat elk vlak dezelfde kleur heeft als de vlakken die er linksboven en rechtsonder staan.
De kleuren zijn afgeleid van de Antwerpse steden (en districten): Antwerpen (rood en wit), Mechelen (geel en rood) en Turnhout (blauw en wit).
V.l.n.r.: de stadsvlaggen van Antwerpen, Mechelen en Turnhout
Dat er voor een geblokte vlag werd gekozen is historisch gezien geen verrassing, omdat dit soort vlaggen al veel voorkwam in het vroegere Hertogdom Brabant, dat grofweg bestond uit het tegenwoordige Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Antwerpen en een groot deel van de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Deze laatste provincie heeft óók een geblokte vlag en wel in de kleuren rood-wit en gaat terug tot de Middeleeuwen.
Links: Kaart van het Hertogdom Brabant / Rechts: Vlag van de provincie Noord-Brabant
Rood en wit zijn dan ook niet toevallig de kleuren van de stad Antwerpen en als belangrijkste van de drie steden vormen deze kleuren de drie centrale diagonalen in de vlag. Tevens is in het rood ook Mechelen vertegenwoordigd en de twee diagonalen eronder en erboven in geel geven de tweede Mechelse kleur weer. De twee korte diagonalen daar weer boven en onder zijn blauw en staan voor Turnhout. Blijven over twee witte hoek-blokken in wit, die staan voor de tweede kleur van deze stad.
De vlag verving in 1997 de provincievlag van 26 oktober 1928, waarvan veel mensen niet eens wisten dat-ie bestond. Het was een vlag met drie verticale banen in geel-rood-wit, maar die was nooit aangeslagen. De kleuren van Antwerpen en Mechelen zaten er in verwerkt, maar het blauw van Turnhout niet.
Links: Provincievlag van Antwerpen (1928-1997) / Rechts: Districtsvlag van Antwerpen
Naast de provincievlag en de er aan ten grondslag liggende stadsvlaggen is er ook nog een vlag voor het district Antwerpen, iets dat de andere districten (nog?) niet hebben. Die districtsvlag is een opvallende: het heeft dezelfde kleuren als de stadsvlag (rood-wit), maar is een zogenaamde zwaluwstaart (ook bekend als ingehoekte vlag). Deze vlag heeft een kader of zoom langs de randen in tegengestelde kleur, wat officieel omschreven wordt als “omzoomd van het één in het ander”.
Schoolkaart van de Provincie Antwerpen uit 1935, uitgave Emile Cremers & J. van In, Co. (publiek domein)
Op 6 januari 1912 werd New Mexico als 47e staat toegelaten tot de unie van de Verenigde Staten van Amerika. Arizona volgde een maand later. Alaska en Hawaii volgden in 1959 en maakten de 50 van nu vol.
Van 1912 tot 1915 had New Mexico geen vlag. Op de San Diego World’s Fair in 1915 verscheen er plots één aan de muur van een tentoonstellingsruimte. Het is de inmiddels in de vergetelheid geraakte eerste vlag van de staat, ontworpen door Ralph Emerson Twitchell, een historicus uit de regio.
Links: De eerste vlag van New Mexico uit 1915 / Rechts: Ralph Emerson Twitchell (1859-1925), ontwerper van de eerste vlag (publiek domein)
De vlag heeft nooit werkelijk gewapperd, ze was alleen aan die muur in San Diego te bewonderen en er is maar één exemplaar van. Ze heeft een lengte van slechts 50 cm en laat op een egaal donkerblauw veld de Amerikaanse vlag in het kanton zien, de naam New Mexico ietwat schuin in zilverdraad midden op de vlag, het staatszegel onder in de vlucht en het nummer 47 (voor de 47e staat) boven in de vlucht, gele franje aan de vluchtzijde.
Links: Harry Percival Mera (1875-1951), ontwerper van de vlag van New Mexico, circa 1938 (publiek domein) / Rechts: Reba Mera (1880-1969) (links), die de vlag naaide, hier in gezelschap van Betty Toulouse (1915-1991), curator van de School of American Research met de aardewerken waterkruik met het Zía-zonnesymbool, die als inspiratie diende voor de vlag van New Mexico (zichtbaar aan de muur achter de dames), circa 1945 (publiek domein)
Desondanks zagen de autoriteiten hem toch als officiële vlag. In 1920 echter begon de New Mexico-afdeling van de Chapter of the Daughtersof the American Revolution te lobbyen voor een nieuwe vlag. Met succes, in 1923 kregen ze toestemming voor het houden van een ontwerpwedstrijd. Deze werd gewonnen door Harry Mera, een arts en archeoloog uit Sante Fe. Hij won er $25,00 mee. De vlag was genaaid door zijn vrouw Reba. In 1925 ondertekende gouverneur Arthur T. Hannett het officiële vlagbesluit en daarmee had New Mexico de vlag die het nu nog heeft.
De vlag
Vlag van New Mexico (1925-heden)
De vlag is egaal geel met een Zía zonnesymbool in rood in het midden van de vlag. Het symbool is afkomstig van een waterkruik van de indianen van Zía Pueblo, het stelt de harmonie in het heelal voor. Vanuit de zonnecirkel komen aan vier kanten vier lijnen naar buiten, de twee binnenste iets langer dan de twee buitenste. Vier is een heilig nummer bij de Zía, het staat voor de vier richtingen in de wereld, de vier seizoenen in het jaar, de vier ijkpunten van een etmaal (zonsopkomst, middag, avond en nacht), de vier stadia van het leven (kindertijd, jeugd, volwassenheid en ouderdom) en de vier heilige opdrachten (een sterk lichaam, een goed verstand, een zuivere geest en het zich bekommeren om anderen). Al deze dingen worden met elkaar verbonden door de zonnecirkel. De gele en rode kleuren komen van de Spaanse koningin Isabella, uit de tijd van de conquistadores, die New Mexico als eerste blanken bereikten.
Salute
New Mexico heeft een officieel saluut aan de vlag en wel in het Spaans en het Engels: Saludo la bandera del estado de Nueva Méjica, el simbolo Zía de amistad perfecta, entre culturas unidas. I salute the flag of the state of New Mexico and the Zía symbol of perfect friendship among united cultures.
New Mexico flag salute
Nummer één
In de “Great NAVA Survey of 2001” werd de vlag van New Mexico uit een totaal van 72 Canadese en Amerikaanse vlaggen als mooiste gekozen.
De 6e januari is een officiële feestdag in Laos. Het herdenkt de overwinning van de Pathet Lao, de communistische revolutionaire volkspartij, op de door het Westen gesteunde royalisten. Die overwinning was op 2 december 1975 en maakte een einde aan de monarchie die sinds een jaar voor de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1953 had bestaan.
De vlag
Vlag van Laos (1945-1946 / 1975-heden)
De vlag van Laos is een horizontale driekleur van rood-blauw-rood, waarbij de middelste blauwe baan even hoog is als de tweed rode samen. Midden op de blauwe baan staat een witte cirkel.
De vlag werd ingevoerd na de communistische overname in 1975, maar was al eerder kortstondig de nationale vlag geweest. Het was een ontwerp van Mahā Silā Vīravong en de vlag werd voor het eerst ingevoerd in 1945, na de Tweede Wereldoorlog. Laos was een Franse kolonie, maar net als het geval was met het door de Japanners bezette Nederlands-Indië (nu Indonesië), ontstond er een machtsvacuüm in Laos, na de overgave van de Japanse bezetters.
Het duurde enige tijd voordat de Fransen ‘orde op zaken’ hadden gesteld. Gedurende deze tijd (12 oktober 1945 tot en met 24 april 1946) werd Laos geleid door de Lao Issara (Vrij Laos), een anti Franse groepering. Met het herstel van de Franse macht verdween de vlag weer uit beeld werd de oude vlag weer ingevoerd.
De oude vlag van Laos vindt zijn oorsprong in die van een van de voorgangers van Laos: het koninkrijk Luang Prabang (1707-1893), dat samen met twee andere koninkrijken uiteindelijk in 1893 de Franse kolonie Laos zou vormen. De vlag van Luang Prabang was rood met een driekoppige olifant in wit, staand op een voetstuk met een koninklijke parasol boven de olifant. De witte olifant is eveneens een koninklijk symbool in Zuidoost-Azië, meer specifiek in Myanmar, Thailand en Laos.
Drie versies van dezelfde vlag, v.l.n.r. Vlag van het koninkrijk Luang Prabang (tot 1893) / Vlag van Laos als Franse kolonie (1893-1952) / Vlag van Laos (1952-1975)
De Fransen namen de vlag over in 1893, waarbij hij licht werd gewijzigd: het voetstuk kreeg een plattere vorm en vijf treden en de parasol kreeg negen lagen. In het kanton werd de Franse vlag, de tricolore afgebeeld. De volgende versie stamt uit 1952, het jaar waarin de monarchie werd ingevoerd. Het jaar daarop verkreeg Laos de onafhankelijkheid. Deze vlag was gelijk aan de vorige, minus de Franse vlag. In 1975, bij de invoering van de Democratische Volksrepubliek Laos, werd er teruggegrepen naar de vlag die kortstondig als vlag diende in de jaren 1945-1946.
Wat de symboliek betreft: de twee rode banen staan voor het vergoten bloed voor het vaderland, aan beide kanten van de rivier de Mekong, het blauw staat voor deze belangrijke rivier en voor voorspoed, terwijl de witte cirkel de eenheid belichaamt van Noord- en Zuid-Laos en tevens symbool is voor de volle maan die op de Mekong schijnt.