De nationale feestdag van Catalonië is een interessante, voor zover het de datum betreft. Vaak grijpen dit soort dagen terug op overwinningen. Maar de Catalaanse nationale feestdag (kortweg meestal La Diada genoemd), herinnert aan het verlies van de zelfstandigheid als gevolg van de Spaanse Successieoorlog.
De datum van 11 september 1714 is die van de val van het laatste bolwerk van Catalaans verzet tegen Spaanse overheersing: het Kasteel van Cardona, ten noorden van Barcelona. Deze stad had zich iets daarvoor al over gegeven.
De Spaanse verovering betrof tevens het Koninkrijk Aragón, dat samen met het Graafschap Barcelona de zogenaamde Kroon van Aragón vormde, onder één dynastie.
Links: De laatste koning vóór inlijving door Spanje: Carles III de Catalunya, alias keizer Karel VI (1685-1740), door een onbekende schilder / Rechts: Koning Philips V van Spanje (1683-1746), geschilderd in 1723 door Hyacinthe Rigaud (1659-1743)
Met de verovering van deze gebieden kwam het gezag in handen van de Spaanse koning Filips V van Borbón en verloor Catalonië zijn verregaande zelfstandigheid.
De 11e september was voor de Catalanen dan ook in eerste instantie geen feestdag, maar een rouwdag, waarop de doden werden geëerd. Naarmate de tijd verstreek en de ooggetuigen van de nederlaag overleden, begon er echter een kentering te komen. Vooral tijdens de 19e eeuw, een tijdperk waarin een romantisch nationalisme in Europa opbloeide, kantelde de symboliek van de 11e september steeds meer richting viering.
Er was een nieuw optimisme, deels door de Industriële Revolutie, maar ook door de hernieuwde belangstelling voor de eigen Catalaanse cultuur en taal. Het werd uiteindelijk zelfs een beweging met de naam Renaixença catalana (Catalaanse renaissance). Catalaanse helden werden geëerd met standbeelden.
Uiteindelijk verwerd de 11e september zo van een rouwdag tot een feestdag. De dag beleefde z’n ups en downs tijdens de verschillende regimes in de 20e eeuw, speciaal in de Franco-tijd. Gedurende deze periode (1939-1975) werden alle Catalaanse uitingen zoveel mogelijk onderdrukt, zoals ook het Catalaans.
Met de dood van dictator Franco in 1975 en het aantreden van koning Juan Carlos, braken er betere tijden aan. Sinds 1977 had Catalonië een autonome status en een eigen parlement, de Generalitat de Catalunya. Op 12 juni 1980 werd de 11e september tot nationale feestdag verklaard.
Het is een dag van vieringen, maar ook van betogingen. Zeker de laatste jaren zijn deze manifestaties steeds politieker geworden en de roep om zelfstandigheid van Catalonië groter.
De Catalaanse vlag bestaat uit afwisselende horizontale strepen, vijf gele en vier rode. Het is één van de oudste Europese vlaggen. Waarschijnlijk was hij al in de vroege Middeleeuwen in gebruik, maar in ieder geval vanaf 1137, wanneer het Koninkrijk Aragón één dynastie gaat vormen met het Graafschap Barcelona. Gezamenlijk als Kroon van Aragón (zie de inleiding) bereiken ze het toppunt van hun macht: naast Aragón en Catalonië omvatte dit rijk ook de Balearen, Corsica, Sardinië, zuidelijk Italië en het oostelijke deel van de het Griekse vasteland.
De Kroon van Aragón (kleuren in blauw en lichtblauw) op zijn machtigst
Sinds begin 18e eeuw, na de Spaanse Succesieoorlog, kwamen Aragón en Catalonië onder centraal Spaans gezag vanuit Madrid te staan (zie de inleiding). De overige gebieden werden ‘verdeeld’ onder enkele andere van de strijdende partijen. Het noordelijke deel van Catalonië kwam uiteindelijk onder Frans bestuur.
V.l.n.r.: de vlaggen van Aragón, de Balearen en Mallorca
Dit verklaart tevens waarom de Catalaanse vlag met de nodige toevoegingen en/of variaties in allerlei gebieden nog steeds gebruikt wordt. In Spaans en Frans Catalonië de basisvorm.
V.l.n.r.: de vlaggen van Ibiza, Formentera en Menorca
Ook Aragón gebruikt hem nog met toevoeging van het wapen en dat geldt ook voor de regiovlag van de Balearen en tevens voor de eilanden Mallorca, Ibiza, Formentera en Menorca onderling en de steden Barcelona en Valencia.
V.l.n.r.: de vlaggen van Barcelona, Valencia en de Franse regio Provence-Alpes-Côte d’Azur
Zelfs de Franse regio Provence-Alpes-Côte d’Azur gebruikt hem nog, maar dan in verticale vorm.
De vlag heeft ook z’n eigen naam: Senyera, wat zoveel beduidt als standaard of banier. Een ieder die Catalonië bezoekt kan niet om een veelgebruikte variatie van de Catalaanse vlag heen, nl. de onafhankelijkheidsvlag, de zogenaamde Bandera Estelada of kortweg Estelada genoemd.
La Bandera Estelada of Estelada
Deze vlag heeft over de Senyera heen een blauwe driehoek aan de broekingszijde. In de driehoek is een vijfpuntige witte ster geplaatst.
De vlaggen van Puerto Rico (links) en Cuba (rechts)
Deze vlag stamt uit het begin van de 20e eeuw, de driehoek met ster is waarschijnlijk afgeleid van de vlaggen van Cuba en Puerto Rico.
De Battle of St. George’s Caye in 1798 was beslissend in de strijd om een deel van wat tegenwoordig Belize is, maar toentertijd bekend stond als Brits Honduras. Hoewel dit specifieke stuk van Midden-Amerika nooit Spaans is geweest, maakte Spanje met enige regelmaat duidelijk dat het de Britse aanwezigheid in het verder door Spanje gecontroleerde gebied niet tolereerde.
De Britten waren in 1638 al ter plaatse voor de kap van campêche- en later mahoniehout, ook op het voor de kust gelegen eiland St. George’s Caye. Hoewel Spanje de Engelse rechten in dit gebied erkende bij de Vrede van Parijs in 1763 (die een einde maakte aan de Zevenjarige Oorlog, waar o.a. Groot-Britannië en Spanje tegenover elkaar stonden), bleef het ‘rommelen’. Telkens waren er weer pogingen om de Britse nederzettingen te intimideren en aan te vallen. Uiteindelijk culmineerde dit in 1798, toen tussen 3 en 10 september strijd werd gevoerd om dit gebied.
De Britten hadden versterkingen gestuurd vanaf hun kolonie Jamaica, middels de schepen Merlin, Teazer en Tickler. Maar ook de bewoners/houthakkers zelf, de Baymen, lieten zich niet onbetuigd.
Onder commando van John Moss, kapitein van de Merlin en Thomas Barrow, die de Baymen aanvoerde, werd de Spaanse vloot -met Don Arturo O’Neill Tirone als commandant- in een twee uur durend gevecht verslagen. Bijzonder aan deze kort durende slag is, dat voor zover bekend, er geen slachtoffers bij vielen.
Vanaf de 100e herdenking in 1898 wordt de Battle of St. George’s Caye als een officiële feestdag gevierd. Eerst zelfs op twee dagen: 9 en 10 september. Tegenwoordig is dat alleen 10 september.
De vlag
Vlag van Belize (1981-heden)
De vlag is blauw met het staatswapen in het midden en twee rode banen, boven en onder.
Vanaf 1870 tot aan de onafhankelijkheid in 1981 gebruikte Brits Honduras (Belize vanaf 1973) een Britse blue ensign, met de Union Flag of Union Jack in het kanton en het symbool voor de kolonie (de zogenaamde badge) op het uitwaaiende gedeelte.
Vlag van Brits Honduras/Belize (1870-1981)
De badge is een in drieën gedeeld schild, waarop linksboven opnieuw de Union Flag of Union Jack, rechtsboven vier werktuigen (twee bijlen en twee zagen) en onderin een driemaster met volle zeilen en de red ensign (de Britse handelsvlag) voerend. Dit geheel vormde de ‘kleine’ versie van het staatswapen. Het ‘grote’ wapen is uitgebreider met o.a. twee schildhouders en een wapenspreuk.
Badge van Brits Honduras
De huidige vlag is bijna identiek aan de vlag die vanaf 1950 gevoerd werd door de People’s United Party (PUP), die streefde naar onafhankelijkheid van de toenmalige kolonie. Die vlag was blauw met daarop het ‘grote’ staatswapen. Sinds 1967 is het wapen enigszins aangepast, dus laten we daar eerst eens naar kijken:
De onofficiële vlag van Brits Honduras/Belize van de PUP (1950), voorloper van de huidige vlag
De eerste versie van het ‘grote’ rijkswapen werd ingesteld op 28 januari 1907. De verschillen vanaf 1967 in het ‘kleine’ wapenschild: de Union Flag of Union Jack is verdwenen. Er zijn nog steeds vier werktuigen te zien, maar nu verdeeld over de twee bovenste schildvakken. In plaats van twee bijlen en twee zagen zien we nu een voorhamer en een roeispaan (linksboven) en een zaag en een bijl (rechtsboven). Het schip onderin is gehandhaafd.
Het rijkswapen van Brits Honduras/Belize (1967-heden)
De twee schildhouders zijn heel ongebruikelijk: het zijn twee personen met ontbloot bovenlijf, die tot 1967 een bruine huidskleur hadden en nu blank (soms ook geel) en bruin gekleurd zijn. De linker man heeft een bijl over zijn schouder, de rechter een roeispaan. Samen met het schild zijn ze op een ondergrond van gras geplaatst.
Boven het schild torent een mahonieboom en de onderkant wordt gevormd door een witte banderol met daarop de tekst Sub umbra floreo (Ik bloei in de schaduw). Het wapen wordt omkranst door een cirkel van 25 bladeren.
Veel van de symboliek heeft te maken met de houtindustrie en dan speciaal die in mahoniehout.
Bij de onafhankelijkheid in 1981 werden twee smalle horizontale banen toegevoegd, één boven, één onder, voor de oppositiepartij, de United Democratic Party (UDP).
Op 9 september 1850 werd Californië de 31e staat van de Verenigde Staten van Amerika. Tot 1846 was Californië een deel van Mexico (wat op zijn beurt oorspronkelijk onder Spaans gezag stond).
De Mexicaanse regering dreigde in 1846 de alsmaar toenemende aantallen Amerikaanse kolonisten Californië uit te zetten. Een groep van hen kwam hier tegen in opstand en riep op 14 juni de republiek Californië uit. Lang duurde deze situatie niet, de ‘republiek’ had geen enkele autoriteit en werd door geen enkel land erkend. Maar het was wel een signaal, drie weken later arriveerden Amerikaanse troepen in het gebied, die Californië op de Mexicanen veroverden.
De kortstondige ‘California Republic’ kwam daarmee op 9 juli aan zijn eind. De facto was Californië dus al Amerikaans vanaf 1846, maar de officiële toetreding was in 1850.
De vlag
Vlag van Californië (1911-heden)
De Californische vlag stamt in feite uit de hierboven beschreven periode in 1846, toen Californië korstondig een republiek was.
De wellicht eerste vlag van de nieuwbakken republiek was een ontwerp van Peter Storm (een Noorse immigrant), die tussen de 14e en 17e juni 1846 te zien zou zijn geweest in Fort Sonoma. De vlag is bekend van een foto, waarschijnlijk gemaakt rond 1870, van Peter Storm, die met de vlag poseert, 24 jaar later dus.
Het laat een horizontale tweekleur zien met een grizzlybeer staand op zijn achterpoten en (vagelijk zichtbaar) een ster in de broekingshoek. Maar enig bewijs dat deze vlag werkelijk de eerste Californische vlag was, is nooit geleverd. Een andere theorie over deze vlag is dat hij pas in 1848 zou zijn gemaakt. De vlag werd bij zijn dood in 1877 met hem begraven in Calistoga, Californië.
Een andere (wellicht eerste) Californische vlag was haastig gefabriceerd door William Todd, die op een katoenen doek met rode en bruine verf een grizzlybeer, een ster en de tekst California Republic aanbracht. De vlag werd vervolgens boven het zojuist door de revolutionairen veroverde Fort Sonoma gehesen.
De gebeurtenis als bordspel!
De actie staat in de geschiedenis nu bekend als de Bear Flag Revolt. Daarmee hebben we gelijk de bijnaam van de vlag te pakken: Bear flag.
De originele vlag is helaas op 18 april 1906 in San Francisco verloren gegaan, bij de grote aardbeving, maar is nog wel bekend van een foto uit 1890.
De moderne vlag heeft nog hetzelfde basisontwerp, maar de (bruine) grizzlybeer ziet er nu wat natuurlijker uit en staat prominent midden op de vlag en loopt op een stukje gras naar de mastzijde.
Vlag van Texas (1839-heden)
De rode ster in de linkerbovenhoek verwijst naar Texas, de Lone Star State, die in de jaren daarvoor, zich net als Californië bevrijd had van de Mexicaanse overheersing en ook kortstondig een republiek was. Hoewel inmiddels natuurlijk niet meer de lading dekkend, is de naam California Republic vanwege de vlaggeschiedenis behouden en staat nu prominent onder de beer.
De onderkant van de vlag heeft een horizontale rode balk in dezelfde kleur als de ster. De vlag is officieel in gebruik sinds 3 februari 1911.
Deze dag herdenkt het verkrijgen van de onafhankelijkheid in 1991 van Macedonië (tegenwoordig Noord-Macedonië) van Joegoslavië, waar het tot die tijd als deelrepubliek een onderdeel van uitmaakte. In aanloop naar het grote Balkan-conflict viel Joegoslavië steeds verder uiteen. In het geval van Macedonië werd er in 1991 een volksraadpleging gehouden. Ruim 95% van de bevolking koos voor onafhankelijkheid op 8 september 1991. Op 25 september werd de uitslag geformaliseerd in het nieuwe parlement van Macedonië en één maand later, op 17 november werd de nieuwe grondwet aangenomen.
De historische regio Macedonië is hier in blauw aangegeven, waarbij we kunnen zien dat het Noord-Macedonië daar binnen valt, maar ook het noorden van Griekenland en het zuidwesten van Bulgarije
Op 8 april 1993 werd het land lid van de Verenigde Naties na een hoop geharrewar met zuiderbuur Griekenland over de naam Republiek Macedonië. Griekenland maakte hier bezwaar tegen omdat men vindt dat Macedonië hiermee aan de haal ging met de naam van de gehele regio, die zich ook over een flink deel van het Griekse noorden uitstrekt. En niet alleen de naam, ook de culturele identiteit met zijn symbolen zouden door de nieuwbakken republiek worden gegijzeld. De VN liet het land dan ook toe onder de voorlopige naam Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, totdat er een oplossing tussen de twee landen zou worden gevonden waar beide partijen zich in zouden kunnen vinden. En na jaren steggelen lukte dat.
Sinds 12 februari 2019 heet het land officieel Noord-Macedonië, hoewel het in het Griekse parlement maar kantje boord was. met 153 stemmen voor en 146 tegen.
De vlag
Vlag Noord-Macedonië (1995-heden)
Net als bij de naam Macedonië ontstond er gedoe rond de vlag van de nieuwe republiek. Op 15 juli 1992 werd hij ingevoerd: een rood veld met een gestileerde gouden zon met acht lange en acht korte stralen, de zogenaamde Zon van Vergina. Dit symbool komt voor op een in 1977 gevonden gouden kistje met het gebeente van Phillipus II van Macedonië (382 v. Chr.-336 v. Chr.), de vader van Alexander de Grote. Aangezien de Zon van Vergina als symbool gezien kan worden voor de hele regio Macedonië, maakte Griekenland hier bezwaar tegen.
Eerste vlag van Macedonië (1992-1995)
De gemoederen liepen zó hoog op, dat Griekenland in april 1994 een economische boycot tegen Macedonië instelde en kreeg de Verenigde Naties zover dat de vlag niet in de vlaggenparade mocht wapperen. De blokkade werd opgeheven in oktober 1995 toen Macedonië beloofde de vlag te zullen aanpassen.
De nieuwe vlag werd een variatie op het thema en werd nog verder gestileerd. De kleuren bleven rood en goud , de zon in het midden heeft echter nu nog maar 8 stralen die nu niet langer in punten uitlopen, maar zich vanuit de zon verwijden naar de randen van de vlag. Het ontwerp was van Miroslav Grčev en werd op 5 oktober 1995 in het parlement aangenomen met 110 stemmen voor en 5 tegen.
In de praktijk ging de overgang niet zo makkelijk. Conservatieven en nationalisten bleven de oude vlag gebruiken, soms naast de nieuwe vlag, soms dat niet eens. De verdeeldheid bleek ook uit een volkspeiling: slechts 56,33% bleek voorstander van de nieuwe vlag. Sinds 1998 lijken de gemoederen wat bedaard te zijn en de vlag een breder draagvlak te hebben gekregen.
Andorra is gelegen in de Pyreneeën en heeft een oppervlakte van 468 vierkante km en ruim 76.000 inwoners.
De Pyreneeeën, met net rechts van het midden Andorra
De hoofdstad Andorra la Vella is de hoogstgelegen hoofdstad van Europa op 1.023 meter. Het land is het enige op de wereld waar Catalaans de voertaal is, hoewel er ook Spaans en Frans wordt gesproken.
Op 8 september 1275 werd het Verdrag van de co-vorsten gesloten, waarbij de soevereiniteit van Andorra in handen kwam van twee co-prinsen, de koning van Frankrijk en de bisschop van La Seu d’Urgell (een Spaans plaatsje net ten zuiden van Andorra).
De co-prinsen van Andorra: Emmanuel Macron (1977), president van Frankrijk en Joan Enric Vives i Sicília (1949), bisschop van La Jeu d’Urgell)
Die situatie bestaat heden ten dage nog, Andorra is in naam nog steeds een co-vorstendom, met als staatshoofden president Macron van Frankrijk (bij gebrek aan Franse koningen; president sinds 2017) en de huidige bisschop van La Seu d’Urgell (sinds 2003), Joan Enric Vives i Sicília.
Als staatshoofden is hun macht in Andorra grotendeels symbolisch. De dagelijkse leiding van het land is in handen van de minister-president, sinds 16 mei 2019 is dat Xavier Espot Zamora van de Demòcrates per Andorra.
De vlag bestaat uit 3 verticale banen: blauw, geel en rood, met het staatswapen in het midden van de gele baan. Het blauw werd er in 1866/67 aan toegevoegd en toont de verbintenis met Frankrijk wat duidelijker dan vóór die tijd.
Vlag van Andorra van 1806
Vanaf 1806 had de Andorrese vlag twee banen in geel en rood, afkomstig van de graven van Foix (Frankrijk) én van de bisschop van La Seu d’Urgell (Catalonië/Spanje).
Het wapen is in vieren gedeeld: 1e kwartier: mijter en staf van de bisschop van La Seu d’Urgell, 2e kwartier: drie rode balken op een gouden achtergrond staan voor de graven van Foix, 3e kwartier: vier rode balken op een gouden achtergrond, afkomstig uit het wapen van Catalonië, 4e kwartier: twee koeien, uit het wapen van de graven van Béarn.
Wapen van Andorra
De wapenspreuk op de barokke sierrand van het schild luidt: Virtus unit fortior en beduidt zoveel als ‘Eendracht maakt macht’.
Deze Braziliaanse feestdag staat ook wel bekend als Sete de Setembro(De Zevende September) en herdenkt het onafhankelijk worden van Portugal op deze datum in 1822, dit jaar dus 199 jaar geleden (volgend jaar ongetwijfeld aanleiding voor een grootse herdenking).
De opmaat voor deze dag moeten we zoeken in 1807. In dat jaar viel de Franse keizer Napoleon Bonaparte Portugal binnen en bezette het land. Voor Napoleon was dit een vergelding voor Portugal’s weigering om mee te doen met een handelsembargo tegen het Verenigd Koninkrijk.
Links: Napoleon Bonaparte (1796-1821), detail van een portret uit circa 1802 door Antoine-Jean Gros (1771-1825) (Collectie Musée de la Légion d’Honneur, Parijs) (publiek domein) / Rechts: Koningin-weduwe Maria I van Portugal (1734-1816), portret uit circa 1808 door José Leandro de Carvalho (1770-1834) (Collectie Museu Histórivo Nacional, Rio de Janeiro) (publiek domein)
Ten tijde van de inval werd het koningschap waargenomen door prins-regent Dom Joāo VI, in naam van zijn moeder, koningin-weduwe Maria I, die krankzinnig was verklaard. Dom Joāo was een nogal zwakke figuur, die volledig gedomineerd werd door zijn vrouw Carlota Joaquina, van geboorte een Spaanse prinses.
Links: Prins-regent Dom João VI van Portugal, later Koning van het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve (1767-1826), portret uit circa 1818 door José Leandro de Carvalho (1770-1834) (publiek domein) / Rechts: Prinses, later Koningin Carlota Joaquina de Bourbon, echtgenote van Dom João VI (1775-1830), door een onbekende schilder (Collectie Palácio de Ajuda, Lissabon) (publiek domein)
Met het binnenvallen van Napoleon’s troepen, vluchtte de koninklijke familie van Portugal met de volledige hofhouding van 420 personen, onder begeleiding van een escorte van Britse schepen naar Portugal’s grote kolonie Brazilië.
“Embarque da Família Real para o Brasil”, schilderij waarop de vlucht van de Portugese Koninklijke Familie op 29 november 1807 te zien is, toegeschreven aan Nicolas-Louis-Albert Delerive (1755-1818) (Collectie Museu Nacional dos Coches, Lissabon) (publiek domein)
Prins Dom Joāo creëerde een koninklijk hof in ballingschap in Rio de Janeiro en riep de stad tevens uit tot hoofdstad van het Portugese rijk. Na de Britse interventie van 1812 op het Iberisch schiereiland, waarbij de Napoleontische troepen werden verslagen, werd de oude orde hersteld, zodat zowel Spanje als Portugal weer onafhankelijke koninkrijken waren. Ondanks dat beviel het prins Dom Joāo kennelijk zo goed, dat hij in Brazilië bleef. Op 16 december 1815 verhief hij Brazilië tot de status van koninkrijk. Hiermee werd de naam van het complete rijk veranderd in het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve (waartoe overigens ook andere Portugese bezittingen hoorden, zoals verschillende eilandengroepen, vestigingen in India, Angola en Mozambique).
Prins-regent Dom João VI roept het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve uit op 16 december 1815, vanuit zijn troonzaal in Rio de Janeiro, lithografie uit 1834 door Jean-Baptiste Debret (1768-1848) (publiek domein)
Toen zijn moeder, die in naam nog steeds koningin van Portugal was, op 20 maart 1816 overleed, werd Dom Joāo automatisch koning. Ook na zijn aantreden bleef hij (en daarmee ook de hele hofhouding) in Brazilië, waardoor er in het inmiddels voortdurende koningloze Portugal een soort machtsvacuüm ontstond.
Op 24 augustus 1820 leidde dit uiteindelijk tot een (vreedzame) revolutie en de installatie van een constitutionele regering. Toen vervolgens Dom Joāo’s naar Portugal teruggekeerde jongste zoon Miguel, de leider werd van een opstand, was de maat vol voor de koning (of voor zijn vrouw!). Het leidde ertoe dat de koning in 1821 uiteindelijk toch terugkeerde naar Portugal, na 14 jaar afwezigheid. Na verloop van tijd werd de koninklijke orde hersteld en werd zijn zoon Miguel in ballingschap gestuurd.
Links: Prins Miguel (1802-1866), portret uit circa 1824-1828, door een onbekende schilder (Collectie Palácio de Queluz, Lissabon) (publiek domein) / Rechts: Kroonprins Pedro van het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve, vanaf 1822 Keizer Pedro I van Brazilië (1798-1834), portret door een onbekende schilder uit circa 1835 (Collectie Pinocoteca do Estado de São Paulo, Brazilië) (publiek domein)
Koning Dom Joāo’s oudste zoon Dom Pedro was zijn vader niet gevolgd en als regent in Brazilië gebleven en zag nu zijn kans schoon. Hij verklaarde op 7 september 1822 Brazilië onafhankelijk en verhief zichzelf tot keizer Pedro I en daarmee Brazilië tot keizerrijk.
“Independência ou Morte” (Onafhankelijkheid of de Dood), olieverfschilderij uit 1888 door Pedro Américo (1843-1905), waarop het moment is afgebeeld waarop op 7 september 1822, regent Dom Pedro (in het midden met geheven sabel) de onafhankelijkheid van Brazilië uitroept ten overstaan van zijn elitetroepen die zijn krijgshaftige woorden herhalen (Collectie Museu Paulista, São Paulo, Brazilië)
In de korte tijd van zes jaar veranderde Brazilië dus van kolonie naar koninkrijk en vervolgens naar keizerrijk. Vader Dom João weigerde de onafhankelijkheid van Brazilië te erkennen, maar kon er ook weinig tegenin brengen. Uiteindelijk koos hij eieren voor zijn geld en op 29 augustus 1825 erkende hij zijn oudste zoon als keizer van Brazilië en opnieuw als zijn directe opvolger, in de overtuiging dat na zijn dood Portugal en Brazilië als dubbelmonarchie zouden worden herenigd.
De ingewikkelde geschiedenis van de Portugese koninklijke en keizerlijke familie werd nog ingewikkelder, toen koning Dom João in 1826 overleed, waardoor keizer Pedro I dus ook koning van Portugal werd, onder de naam Pedro IV. Omdat hij zich moeilijk in tweeën kon splitsen, zette hij zijn dochter Maria op de Portugese troon als koningin Maria II. Een voorwaarde voor haar koningschap was wel dat ze diende te trouwen met haar oom Dom Miguel (de jongste broer van haar vader), die in 1821 nog in ballingschap was gestuurd.
Links: Koningin Maria II van Portugal (1819-1853), olieverfschilderij uit circa 1837 door John Simpson (1782-1847) (Collectie Museu Imperial, Petrópolis, Brazilië) (publiek domein) / Rechts: Keizer Pedro II van Brazilië (1825-1891), kopie van een daguerrotype uit circa 1848 (Collectie Princesa Isabel: Fotografia do século XIX) (publiek domein)
Om heel in het kort het vervolg te schetsen: tot 15 november 1889 bleef Brazilië een keizerrijk, vanaf 1831 onder de zoon van Pedro I: Pedro II, die dus in totaal 58 jaar op de troon zat (hij werd keizer op vijfjarige leeftijd, waardoor Brazilië gedurende een aantal jaren door een regentschap werd bestuurd). Het was over en uit toen in 1889 het leger in opstand kwam tegen de keizer, alhoewel hij bij het volk zeer geliefd was. Hij werd afgezet en Brazilië werd daarmee op 15 november een republiek. Pedro II week uit naar Portugal en stierf twee jaar later in Parijs, op 66-jarige leeftijd.
De vlag
Vlag van Brazilië (1889/1992-heden)
De vlag van Brazilië is op het symbool na, de facto onveranderd sinds het begin van het keizerrijk in 1822. De vlag is groen (symbool voor de oerwouden) met een gele ruit (qua kleur symbool voor goud, qua vorm symbool voor diamant). Het keizerlijk wapen wat in de ruit stond werd vervangen door de zuidelijke hemelglobe in blauw, met daaromheen een band met het opschrift ‘Ordem e progresso’ (Orde en vooruitgang).
Het aantal sterren op het halfrond houdt gelijke tred met het aantal staten in de federatie. Bij de introductie in 1889 waren dat er 21. Daarna is de vlag nog drie keer aangepast met het creëren van nieuwe deelstaten. Dat gebeurde voor het eerst in 1960 (22 sterren) en opnieuw in 1968 (23 sterren).
Op 11 mei 1992 was de laatste aanpassing. Het aantal sterren is nu 27. De sterren zijn geordend als in de werkelijke sterrenhemel. Hieronder een uitvergroting van de sterrenhemel van de Braziliaanse vlag, waarbij de sterren of sterrengroepen zijn genummerd. Wat is hier allemaal afgebeeld?
Procyron, als enige (dubbel)ster van het sterrenbeeld Kleine Hond
Grote Hond, met als grootste ster Sirius
Canopus, als enige (en helderste) ster van het sterrenbeeld Kiel
Spica, als enige (en helderste) ster van het sterrenbeeld Maagd
Het uitgestrekte sterrenbeeld Waterslang
Het sterrenbeeld Zuiderkruis
Sigma Octantis, als enige ster van het sterrenbeeld Octant
Het sterrenbeeld Zuiderdriehoek
Het sterrenbeeld Schorpioen, met als helderste ster Antares
De sterren op de vlag verklaard
Ontwerper van de huidige vlag was Raimundo Teixeira Mendes, een Braziliaans filosoof en wiskundige. De vlag staat bekend onder twee namen: Verde e Amarela (Groen en Geel) en Auriverde (Goudgroen).
Andere vlaggen
De presidentiële vlag van Brazilië is groen met daarop het wapen van Brazilië. Dit wapen stamt uit 1889, het jaar waarop het land een republiek werd. Het wapen heeft als centraal embleem een vijfpuntige groen-gele ster met een rood-gele rand. Zoals we al gezien hebben zijn groen en geel de kleuren van Brazilië. In het midden van de ster zien we een blauwe cirkel met geel omcirkeld in het midden vijf vijfpuntige witte sterren, die het sterrenbeeld Zuiderkruis vormen. Dit sterrenbeeld staat ook op de nationale vlag afgebeeld. In de blauwe rand eromheen zien we 27 vijfpuntige witte sterren, symbool voor de 26 deelstaten en het federaal district (de hoofdstad Brasilia).
Links: Vlag van de president van Brazilië / Rechts: Vlag van de vice-president van Brazilië
De ster wordt omkranst door de takken van een koffieplant (links) en van een tabaksplant (rechts). Onder de ster een in drieën geplooide blauwe banderol met daarop de tekst: REPÚBLICA FEDERATIVA DO BRASIL 15 de Novembro de 1889.
De nationale en presidentiële vlaggen bij het Palácio de Alvorada in hoofstad Brasilia (fotograaf onbekend)
De presidentiële vlag is doorgaans te zien bij het presidentieel paleis, het Palácio de Alvorada of boven het werkpaleis Palácio do Planalto.
De presidentiële garde staat klaar voor het hijsen van de nationale en presidentiële vlaggen bij het werkpaleis van de president, het Palácio do Planalto in Brasilia, de vlag links op de foto is die van de douane-unie Mercosur waarvan naast Brazilié ook Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela lid zijn (foto: Marcos Carrêa)
De vlag van de vice-president van Brazilië is geel met 23 vijfpuntige blauwe sterren die de vlag in vieren delen. In het aldus gevormde kanton of broektop een afbeelding van het Braziliaanse wapen. Waarom de vlag van de vice-president niet net als die van de president 27 sterren toont, lijkt een weinig inconsequent. De 23 sterren horen bij het tijdvak 1968-1992, toen de Braziliaanse vlag nog maar 23 sterren telde. Kennelijk werd het belang van een aanpassing van de vice-presidentiële vlag niet erg groot geacht.
Op 7 september 1950 ging het eiland Guam, van 1898 af onder controle van het Amerikaanse Ministerie van Marine, over naar een burgerlijk bestuur, middels Executive Order no. 10077, ook wel bekend onder de naam Organic Act 1950. Guam is het grootste en zuidelijkste eiland van de Noordelijke Marianen, in de Stille Oceaan.
Het is ruim 541 vierkante km groot en telt volgens de laatste telling uit 2016 ruim 162.742 inwoners. Anderson Air Force Base is een belangrijke Amerikaanse militaire basis in dit gebied.
De vlag
Vlag van Guam (1917-heden)
De vlag van Guam werd ingevoerd op 4 juli 1917, toen Guam inmiddels 19 jaar een Amerikaans territorium was, maar wapperde voor het eerst op 6 juli. Officieel werd hij echter pas aangenomen op 9 februari 1948. Het ontwerp zou van Helen Longyear Paul zijn, de vrouw van de Amerikaanse marine-officier Carrol E. Paul. ‘Zou zijn’, want het is niet geheel zeker dat zij de ontwerpster was. De lokale bevolking gaat ervan uit dat de werkelijke ontwerper Francisco Feja Feja was.
Volgens deze versie verhuisde Feja in 1910 van Humåtak to Hagåtña (Agana in het Engels), de hoofdstad van Guam, waar mevrouw Paul als lerares werkte. Zijn artistieke talent was snel bekend bij de scholen in de hoofdstad en hij en Helen Paul leerden elkaar kennen. Zijn ontwerp van het embleem wat nu op de vlag staat, kwam bij haar terecht. Hoe dit zo kwam en hoe mevrouw Paul uiteindelijk met ‘de eer’ ging strijken, vertelt het verhaal niet.
In een andere versie van dit verhaal zou de oorspronkelijke schets van Feja weliswaar in handen zijn gekomen van Helen Paul. maar was het haar collega Lillian A. Nagel, een economielerares, die van de schets een vlag creëerde. We zullen er waarschijnlijk nooit achter komen hoe het nou precies zat. Feit is dat gouverneur Roy C. Smith het vlagontwerp goedkeurde.
De vlag is donkerblauw en rood omrand. In het midden is het wapen van Guam geplaatst. Het heeft een rechtopstaande amandel-vorm. Wat de rode rand betreft: daar zijn ook verschillende berichten over: de ene bron vermeldt dat die rand pas in 1960 werd toegevoegd, maar waarschijnlijker is dat dat op 9 februari 1948 gebeurde in Civil Regulations Chapter VI-A. De tekst luidt:
The official territorial flag of Guam shall consist of a rectangular field of marine blue seventy-eight inches long and forty inches wide, trimmed on all sides with a border of deep red two inches in width and having in its center the Guam Coat of Arms (a two-pointed oval scene twenty-four inches high and sixteen inches wide, which portrays an ancient flying proa (canoe) about to make a landing on the beach near a lone palm tree). The colors of the Guam Coat of Arms shall be as follows: yellow which represents the sand; brown, the tree trunk and canoe; gray, the distant flat-topped mountain; red, the letters GUAM emblazoned across the Coat of Arms. Any deviation from the dimensions as stated herein shall be increased or decreased proportionately.
Het wapen toont een zogenaamde proa, een Micronesische zeilboot, varend in Agaña Bay. Op de voorgrond een strand met een palmboom. Net rechts van de proa is nog een landmassa te zien, het Punta Dos Amantes-klif. In rode letters boven de horizon staat GUAM te lezen.
Wapen van Guam
Hoewel het dus al sinds 1917 op de vlag stond, is het wapen als los embleem voor Guam in 1946 goedgekeurd door vice-admiraal Charles Alan Pownall, de gouverneur van Guam tussen 1946 en 1949.
Vandaag is het vier jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof. De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika. Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2 (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.
Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico
Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.
Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.
Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers). Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).
De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).
Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.
Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep. Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme een nieuwe klap heeft gekregen door het coronavirus. De drie jaar daarvoor zwaar gehavende Princess Juliana International Airport, het grootste vliegveld in deze regio, is weer in gebruik. (Aan de Franse zijde was het veel kleinere vliegveld Aérodrome de Grand-Case Espérance na de ramp nog wel bruikbaar).
De vlag
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)
Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.
De vlag van Sint Maarten (1985-heden)
De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.
Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)
In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg. Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver. Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht. Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.
Vandaag is de sluiting van de Paralympische Zomerspelen in Tokio, die net als de eveneens met een jaar verlate Olympische Zomerspelen, anders waren dan anders vanwege de corona-pandemie. Ook nu moest er zonder publiek gespeeld worden.
Goud voor triatlon-atleet Jetze Plat: hier het moment waarop hij als eerste de finish haalt (screenshot)
Na de sluitingsceremonie vandaag is het overigens maar een halfjaar wachten tot de Olympische en Paralympische Spelen van 2022. De plaats van handeling zal dan China’s hoofdstad Beijing zijn. De Olympische Winterspelen staan gepland voor 4 tot en met 20 februari en de Paralympische Winterspelen zijn van 4 tot en met 13 maart.
Rolstoeltennisster Diede de Groot (1996) vlak na haar overwinning op de Japanse Yui Kamiji, waarmee ze goud wint (screenshot)
De Nederlandse paralympische sporters verdienden net als vier jaar geleden een niet gering aantal medailles: 25 gouden, 17 zilveren en 16 bronzen plakken. Nederland staat daarmee dan ook ruimschoots in de top 10 van de medaillespiegel, met een fraaie 5e plaats.
Zwemmer Rogier Dorsman (1999) haalt goud op de 400 m vrij (screenshot)
Vlag Paralympische Spelen(2004/2019-heden)
Vlag Paralympische Spelen (2019-heden)
De Paralympische vlag is wit met daarop drie zogenaamde agitos in de kleuren rood, blauw en groen. De agitos zijn asymmetrische sikkelvormige symbolen (het woord zelf betekent “ik beweeg” in het Latijn).
De vlag is relatief nieuw en stamt uit 2019. Het is echter een aangepaste versie van een logo/vlag ontworpen in april 2003 door het Duitse reclamebedrijf Scholz & Friends, maar toen met donkerder tinten voor de agitos.
Vlag Paralympische Spelen (2004-2019)
Het werd als logo op kleine schaal geïntroduceerd voorafgaand aan de Paralympische Zomerspelen van 2004 in Athene. Bij de sluitingsceremonie op 28 september echter werd de nieuwe vlag met dit symbool onthuld bij het aanbieden aan de volgende gaststad voor 2008: Beijing. De vlag werd echter voor het eerst gebruikt tijdens de Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn (Italië).
Pa en T’aeguk-vlaggen(1988-2004)
De agitos-vlag verving twee eerdere Paralympische vlaggen, die beide uit Zuid-Korea stammen. De eerste versie deed zijn intrede bij de Paralympische Zomerspelen van 1988.
Deze vlag was wit met daarop vijf Koreaanse pa-symbolen: drie boven (blauw, zwart en rood) en twee onder (geel en groen). Twee van deze pa-symbolen boven elkaar geplaatst (waarbij de bovenste omgedraaid wordt) vormen het T’aeguk-symbool, dat ook prominent op de Zuid-Koreaanse vlag staat (wij kennen het beter als yin en yang).
Links: Vlag van Zuid-Korea / Rechts: Yin en yang-symbool
In 1990 echter oordeelde het IOC dat de vlag met de vijf pa gewijzigd diende te worden: ze leek teveel op de Olympische vlag, aldus het bezwaar. Het IPC knutselde de pa vervolgens deels over elkaar heen en plaatste ze in een cirkel. In november 1991 werd dit ontwerp door IPC-leden van tafel geveegd. Men wilde de vlag houden zoals ze was.
Links: Vlag van de Paralympische Spelen met vijf ‘pa’ (1988-1992) / Rechts: Vlag van de Paralympische Spelen met drie ‘pa’ (1992-2004)
Als door een adder gebeten, reageerde het IOC dat het verdere samenwerking met het IPC zou opschorten, als de vlag niet gewijzigd werd. Het IPC koos toen eieren voor z’n geld en kleedde de vlag in maart 1992 enigszins uit door de gele en de zwarte pa te verwijderen, zodat er drie overbleven: groen boven, rood en blauw onder. Aangezien de voorbereidingen voor de Paralympische Winterspelen van 1994 in Lillehammer, Noorwegen toen al vergevorderd waren, waarbij de versie met de vijf pa al in het marketing-programma was opgenomen, werd de vijf pa-versie nog even getolereerd, maar bij de sluitingsceremonie werd de drie pa-versie voor het eerst geïntroduceerd.
Links: Twee Noorse postzegels uit 1994, waar het Paralympische logo met de vijf ‘pa’ nog op staat, hoewel het achter de schermen al was aangepast, postzegelontwerp: Bruno Oldani / Rechts: Australische postzegel uit 2008 met het portret van succesvol Paralympisch zwemmer (tegenwoordig parlementslid) Matthew Cowdrey (1988) met het eerste (donkere) ‘agitos’-logo, postzegelontwerp: Simone Sakinofsky
Het was deze versie die te zien was bij de Paralympische Zomerspelen van 2004 in Athene, Griekenland. Achter de schermen was ze toen echter al vervangen door de agitos-vlag, toen nog in de versie met donkerder kleuren. In 2019 werd deze dus uiteindelijk vervangen door de versie die we nu kennen, met de agitos in heldere kleuren.
De Paralympische Spelen maken ook gebruik van een mascotte: voor de versie van 2020 is dat een roze figuurtje, Someity genaamd. De naam komt van het woord someiyoshino, de naam van een populaire kersenbloesem. Maar de naam Someity lijkt op het Engelse “so mighty” en staat dus tevens voor mentale en fysieke kracht.
Onthulling van Someity, afgelopen mei, in gezelschap van een 3D-versie van het agitos-symbool (screenshot)
Screenshots sluitingsceremonie
De Paralympische vlag gaat naar beneden……en wordt weggevoerdDe Parijse burgemeester Anne Hidalgo heeft zojuist een handzamer exemplaar van de Paralympische Zomerspelen uitgereikt gekregen – Parijs is gaststad voor de Olympische en Paralympische Zomerspelen in 2024 – links zien we de stadsvlag van Tokio, rechts die van ParijsDe Paralympische vlam wordt langzaam gedoofd……en daarmee komt er een einde aan de Paralympische Spelen 2020
Op 3 september 301 werd de staat San Marino gesticht. Het is daarmee de oudste nog bestaande staat onder dezelfde naam en de oudste republiek ter wereld. Het minilandje, tegenwoordig geheel omsloten door Italië en daardoor een enclave, heeft tevens de oudste, nog steeds geldig zijnde grondwet (1600).
Het grondgebied beslaat 61 vierkante kilometer en er woonden per 1 maart dit jaar 33.422 inwoners. Het land is welvarend, heeft een lage werkloosheid van 7% en geen staatsschuld, maar een overschot op de begroting.
De vlag
De vlag van San Marino, met en zonder wapen
De vlag stamt uit het eind van de 18e eeuw, maar werd pas officieel aangenomen op 6 april 1862 Het is een horizontale tweekleur, wit van boven en lichtblauw van onder. De meeste versies hebben het staatswapen midden op de vlag.
Het wapen van San Marino werd in 2011 gestandaardiseerd en iets vereenvoudigd, links de oude versie, rechts die van 2011 (zoek de verschillen!)
Hoewel een republiek, is het schild getooid met een kroon, in dit geval staat dat voor de soevereiniteit. Het wapen zelf toont drie groene bergtoppen met witte torens, ieder bekroond met een struisveer. De drie bergen zijn de toppen van het Titano-gebergte: la Guaita, la Ceta en la Montale. Het schild wordt omkransd door laurierbladeren links en eikenbladeren rechts. Het motto op een wit lint onder het wapen luidt: LIBERTAS (VRIJHEID).
De oude vlag van San Marino
De voorloper van de huidige vlag was een horizontale driekleur in oranje-wit-lila met in de witte baan het embleem van San Marino (dus zonder schild en andere versierselen). Deze vlag gaat in ieder geval terug tot 4 september 1465, blijkens een opdracht voor het vervaardigen van een dergelijke vlag bij een fabrikant in Florence. Het is dus mogelijk dat de vlag nog ouder was. Hij bleef in ieder geval in gebruik tot 1797.
De San Marinese vlag in actie (foto: Evgeny Utkin)
Daarna duikt voor het eerst het wit-blauw op. Waarschijnlijk was dit onder invloed van de Franse revolutionairen. Zeker is dat van overheidswege blauwe kokardes besteld werden. Kort erna werden er voor het eerst wit-blauwe vlaggen gesignaleerd. Maar, zoals boven al vermeld, het was pas in 1862 toen de vlag met deze kleuren officieel werd aangenomen. De kleuren van de oude vlag zijn echter zeker niet vergeten: ze duiken regelmatig op in banieren en uiteraard bij het naspelen van historische gebeurtenissen van de republiek, de zogenaamde ‘re-enactment’.