Het Koninkrijk Tonga is een archipel van 169 eilanden, waarvan er 36 bewoond zijn. Het eilandenrijk is gelegen in de Grote of Stille Oceaan en heeft een totale landoppervlakte van 748 km², verspreid over een gebied van 700.000 km². Volgens de laatste telling uit 2021 bedroeg het inwoneraantal 100.209, waarvan 70% op het hoofdeiland Tongatapu woont.
Tussen 1773 en 1777 kwamen de eilanden onder Britse invloed, door drie achtereenvolgende bezoeken van kapitein James Cook. Zo’n 50 jaar later arriveerden de eerste Britse missionarissen, die het als hun taak zagen de eilandbevolking te bekeren tot het christendom.
‘The reception of Captain Cook in Hapaee’, met de hand ingekleurde gravure van Robert Scott (1777-1841), uit ‘The Glasgow Geography’ , uitgave E. Khull & Co., Glasgow, 1825. Kapitein Cook (1728-1779) bezocht Hapaee op het eiland Nomuka in mei 1777.
Het belangrijkste stamhoofd was Taufa’ahau Tupou die zich in 1831 liet bekeren, waarna hij de naam Jiaoji (later Siaosi) aannam, de Tongaanse vertaling van George (naar koning George III van het Verenigd Koninkrijk).
Links: Koning George Tupou I (1797-1893), foto van circa 1880-1890 (publiek domein) / Rechts: Shirley Waldemar Baker (1836-1903 ), ongedateerde foto (publiek domein)
Siaosi veranderde opnieuw van naam toen Tonga vanaf 1845 een koninkrijk werd en hij, mede dankzij steun van missionaris Shirley Waldemar Baker, geïnstalleerd werd als eerste koning. Hij werd toen George Tupou I.
De vlag
Vlag van Tonga (1866/1875-heden)
De vlag van Tonga is rood met een wit kanton, waarop een zogenaamd Grieks kruis in rood is geplaatst. De geschiedenis van de vlag gaat gek genoeg terug op de eerste vlag voor aankomend koning George Tupou I. Rond 1840 nam George Tupou (toen nog onder de naam Siaosi) een persoonlijke vlag aan met een wit veld, twee blauwe kruizen aan de broeking, twee rode kruizen aan de vluchtzijde en in het midden twee kapitale letters: een blauw M en een rode A daaroverheen, die symbool staan voor de Heilige Maagd Maria. De kruizen staan voor het christendom. Deze vlag werd vanaf 1858 ook voor het hoofdeiland Tongatapu gebruikt.
Links: Eerste vlag van Tonga (±1840-1862), vanaf 1858 ook in gebruik geweest als vlag van hoofdeiland Tongatapu / Rechts: Tweede vlag van Tonga, gelijk aan die van het Internationale Rode Kruis (1862-1866)
Als koning George Tupou I wilde hij samen met zijn goede vriend Shirley Waldemar Baker, nieuwe symbolen invoeren, zoals een wapen, volkslied en nationale vlag. Vanaf 1862 werd er een opmerkelijke vlag ingevoerd: wit met een Grieks kruis in rood, voor ons nu onmiddellijk herkenbaar als de vlag van het Internationale Rode Kruis, dat uit 1863 stamt. Deze eerste Tongaanse vlag heeft het dan ook niet zo lang uitgehouden. In 1866 werd ze vervangen door de huidige.
Het voorbeeld voor de vlag was de Britse red ensign, een rode vlag met een kanton waar normaliter de Union Flag of Union Jack is geplaatst. In het geval van Tonga was dat een verkleinde versie van de eerste vlag: wit met een rood kruis.
Toen op 4 november 1875 de Grondwet werd aangenomen, werd deze vlag als officiële vlag bevestigd. Artikel 47 van dit document vermeldt expliciet dat “de vlag nooit veranderd mag worden” en “altijd de vlag van Tonga zal zijn”. De symboliek is ook niet veranderd: het kruis staat voor het christendom en de kleur rood voor het vergoten bloed van Jezus Christus.
Overig
Links: Handels- of koopvaardijvlag van Tonga / Rechts: Marinevlag van Tonga (1985-heden)
Naast de nationale vlag kent Tonga nog een aantal andere vlaggen, zo is er een handels- of koopvaardijvlag, een horizontale tweekleur in wit-rood en daarmee gelijk aan de vlag van Polen. Deze vlag wordt tevens door de premier gebruikt. De marinevlag is wit met een Scandinavisch kruis in rood over een iets groter Scandinavisch kruis in wit, wat op zijn beurt rood omzoomd is. In het kanton het Tongaanse kruis in rood.
Links: Vlag van de gezamenlijke defensiemacht van Tonga / Douanevlag van Tonga (±1910-heden)
De vlag voor de gezamenlijke defensiemacht is wit en heeft aan de broekingszijde een gekroond schild met drie gekruiste zwaarden in rood, symbool voor de drie koninklijke dynastieën die Tonga heeft gekend. De douanevlag is een horizontale tweekleur in blauw-wit met in het kanton de verkleinde vlag van Tonga. In de witte baan de kapitalen H.M.C. (His Majesty’s Customs).
Links: Koninklijke Standaard van Tonga / Rechts: Koning ‘Aho’eitu Tupou VI (publiek domein)
Zoals dat in koninkrijken gebruikelijk is er ook een koninklijke standaard. De huidige koning van Tonga is ʻAhoʻeitu Tupou VI, doorgaans aangeduid onder zijn verkorte naam Tupou VI.
Niue is een hoog gelegen koraaleiland in de Grote Oceaan, van 260 km², met een bevolking van ruim 1700 inwoners. Het is geen onafhankelijk land, maar heeft autonomie in een vrije associatie met Nieuw-Zeeland, net als de zuidelijker gelegen Cookeilanden. Aangezien Nieuw-Zeeland als Gemenebest-lid de Britse koning Charles III als staatshoofd heeft, is dat ook het geval bij Niue.
Links: Locatie van Niue in de Grote Oceaan (ten oosten van Tonga) / Links: Kaart van Niue
De eerste Europeanen die het eiland in het zicht kregen waren de Britse kapitein James Cook en zijn bemanning in 1774. Cook deed drie pogingen om aan land te komen, maar de inwoners verboden hem te landen. Hij gaf het eiland de naam Savage Island. Overigens had het eiland allang een naam, Niuē (‘Aanschouw de kokosnoot’) en deze naam kreeg het eiland uiteindelijk weer terug rond het begin van de 20e eeuw.
Kaart van de hand van James Cook van Niue uit 1778, hier nog Savage Island (Isle Savage) geheten (publiek domein)
Ten tijde van kapitein Cook was Niue al bijna een eeuw een koninkrijk, Rond 1700 was Puni-mata de eerste koning of patu-iki. Een eeuw later was de tijd rijp voor buitenlands contact. Zoals ook bij vele andere eilanden in de regio gebeurde, werd in de 19e eeuw door missionarissen het christelijke geloof verbreid. Voor Niue was dat vanaf 1846 door de London Missionary School. De eerste christelijke koning was Tui-toga, hij regeerde van 1875 tot 1887. Zijn opvolger, koning Fata-a-iki wilde graag Britse bescherming tegen ‘imperialistische machten’ en hij stuurde koningin Victoria in 1889 een brief met het verzoek om van Niue een Brits protectoraat te maken. Er kwam echter geen antwoord van de vorstin en ook een tweede brief uit 1895 bleef onbeantwoord. Ondertussen trad de nieuwe koning Togia-Pulu-toaki aan in 1896.
Links: Koning Fata-a-iki met een Niuese wapenstok, de katoua / Rechts: Koning Togia-Pulu-toaki (beide foto’s publiek domein)
Ook de Cookeilanders zochten de Britse ‘bescherming’ middels een aan de koningin gerichte petitie, waarin ook de wens van Niue nog eens onder de aandacht werd gebracht. In een bijgevoegd document gedateerd 19 oktober 1900, gaven de Niuers “koningin Victoria (…) toestemming bezit te nemen van dit eiland”. Ditmaal ging er een officiële aanbeveling bij van de Britse gouverneur-generaal in Nieuw-Zeeland, Uchter Knox, 5th Earl of Ranfurly.
Uchter Knox, 5th Earl of Ranfurly (1856-1933), gouverneur-generaal van Nieuw-Zeeland van 1897 tot 1904 (Collectie National Library New Zealand / publiek domein)
De uitkomst was dat de annexatie een feit werd en geantidateerd werd op de datum van 19 oktober 1900, vandaag 125 jaar geleden. De Britse annexatie werd overigens al heel snel ‘overgedaan’ aan het dichterbij gelegen Nieuw-Zeeland, op 11 juni 1901. Hiermee kwam er ook een einde aan de lijn van Niuese koningen. De laatste koning Togia-Pulu-toaki had zijn taken neergelegd na de annexatie, maar bleef tot 1903 nog wel symbolisch staatshoofd. Zijn zoon, kroonprins Haetaua werd dus geen koning. Zijn nazaten echter worden tot op de dag van vandaag aangeduid als Kahui pata-iki (Koninklijke familie van de laatste monarch).
Een postzegel van een halve penny uit 1950 met de kaart van het eiland, een ontwerp van James Berry (1907-1979) (publiek domein)
In 1974 werd er een referendum gehouden waarbij Niue kon kiezen tussen onafhankelijkheid, autonomie, of continuering als een Nieuw-Zeelands territorium. Een meerderheid koos voor autonomie in vrije associatie met Nieuw-Zeeland.
Hoofdstad van Niue is Alofi, met ruim 600 inwoners eigenlijk een ‘hoofddorp’ (publiek domein)
Dat land is nu verantwoordelijk voor Niue’s militaire en buitenlandse zaken. De datum voor deze nieuwe staatsvorm met nieuwe Grondwet, werd symbolisch op 19 oktober bepaald. Het vieren van de Grondwetdag van vandaag verwijst dan ook naar die datum in 1974 en niet naar die in 1900. Daarmee is Niue vandaag 51 jaar autonoom.
De vlag
Vlag van Niue (1975-heden)
De vlag van Niue is geel met een Britse Union Flag of Union Jack in het kanton. In het midden van het rode Sint-Joriskruis is een blauwe cirkel geplaatst met een gele vijfpuntige ster erin. Vier kleinere gele vijfpuntige sterren zijn op de armen van het kruis geplaatst.
Het Assembly House in Alofi met de vlaggen van Niue en Nieuw -Zeeland in de mast (fotograaf onbekend)
We kunnen rustig stellen dat de vlag van Niue een bijzondere is. Het is er een uit de Britse ‘ensign’-serie, maar wel een unieke. Het is een yellow ensign, die de Niuers zelf bedacht hebben, want zoiets bestaat strikt genomen niet. We kennen blue, red en white ensigns, maar dan is de koek wel op! Overigens bevindt Niue zich in goed gezelschap, omdat de eveneens in de Grote Oceaan gelegen Fiji- en Tuvalu-archipels ook hun eigen versies van ensigns hebben bedacht, door allebei voor lichtblauw te gaan. Ook het plaatsen van sterren op de Britse unievlag is uniek.
Premier Dalton Tagelagi (1968) van Niue tijdens een tv-toespraak met de vlag (screenshot)
Hoewel de autonomie van Niue op 19 oktober 1974 inging, duurde het nog tot 15 oktober 1975 voor de eigen vlag geïntroduceerd werd. Tot die tijd werd de uit 1902 daterende vlag van Nieuw-Zeeland gebruikt.
Vlag van Nieuw-Zeeland, tussen 1902 en 1975 ook de vlag van Niue
De symboliek achter de vlag wordt beschreven in de Niue Flag Act 1975. Het gele veld staat voor “de stralende zonneschijn van Niue en de warme gevoelens van de bevolking van Niue voor Nieuw-Zeeland”. De vier sterren op de Union Flag of Union Jack stellen het sterrenbeeld Zuiderkruis voor en refereren daarmee aan de Nieuw-Zeelandse vlag, waar deze sterren ook te zien zien. De grote gele ster in het midden staat symbool voor het eiland Niue en de blauwe cirkel waarop de ster geplaatst is voor de Grote Oceaan. Met dit alles laat de vlag een sterke verbondenheid met Nieuw-Zeeland zien.
Vandaag is het Fiji Day, wat in feite een culminatie is van een week feestvieren onder de naam Fiji Week. Een week lang zijn de eenheid, godsdienst en culturele diversiteit van het land gevierd met optredens en bijeenkomsten die de beide belangrijkste culturen centraal stellen. De twee belangrijkste groeperingen zijn de autochtone bevolking van de Fiji-eilanden (de Taukei) (56,8%) en als tweede de Indiërs (37,5%).
De eilandrepubliek Fiji in de Grote Oceaan bestaat uit zo’n 330 eilanden (waarvan er 110 bewoond zijn) en meer dan 500 eilandjes en/of rotspunten. De archipel strekt zich uit over een lengte van zo’n 2000 km. Als we alle eilanden bij elkaar optellen heeft Fiji een grondgebied van 18.300 km². Het merendeel van de bevolking (87%) woont op de twee belangrijkste eilanden, Viti Levu en Vanua Levu. De hoofdstad Suva op Viti Levu telt ruim 86.000 inwoners, maar met de voorsteden meegerekend ruim 173.000.
De datum van vandaag, waar de Fiji Week mee afsluit is Fiji’s Onafhankelijkheidsdag. Op deze dag in 1970 werd Fiji na 96 jaar Engels bestuur (opnieuw) onafhankelijk. Maar er is een tweede historische link: op 10 oktober 1874 droeg Fiji’s koning Seru Epenisa Cakobau de macht over aan het Verenigd Koninkrijk. Vanaf 1970 is Fiji onafhankelijk onder de naam Dominion of Fiji, waarbij koningin Elizabeth II officieel staatshoofd bleef en het land lid was van het Britse Gemenebest. In 1987 was er een staatsgreep in het land waarbij de republiek werd uitgeroepen en Fiji op 7 oktober het Gemenebest verliet. Tien jaar later in 1997 was de politieke situatie van Fiji genormaliseerd. Er werd een nieuwe grondwet aangenomen en het land werd opnieuw lid van het Gemenebest.
Links: Koning Seru Epenisa Cakobau van Fiji (1815-1883), in de jaren ’70 van de 19e eeuw (foto door Francis Duffy (1846-1910) (publiek domein) / Rechts: Naiqama Lalabalavu (1953), president van Fiji sinds 12 november 2024 (publiek domein)
De grootste bijeenkomst vandaag vindt plaats in het Albert Park in Suva met president Naiqama Lalabalavu als hoofdgast.
De vlag
Vlag van Fiji (1970-heden)
De vlag van Fiji was met zijn lichtblauwe kleur in 1970 uniek in de serie Britse ensigns. (Tuvalu zou in 1978 het voorbeeld van Fiji volgen). In de koloniale periode (1874-1970) had Fiji een ‘normale’ blue ensign, waar ze overigens vier verschillende versies van ‘versleten’. Daarover straks meer!
De nieuwe vlag van 1970 werd gekozen na een ontwerpwedstrijd, die werd gewonnen door Tessa Mackenzie en Robi Welcock, die, hoewel ze elkaar kenden, los van elkaar met precies hetzelfde winnende ontwerp kwamen.
De vlag is een lichtblauwe Britse ensign, dus met de Union Flag of Union Jack in het kanton. De kleur werd specifiek gekozen om de Grote Oceaan symbolisch weer te geven en om tevens ‘anders’ te zijn dan sommige andere ‘normaal’-blauwe blue ensigns in de regio, zoals Australië, Nieuw-Zeeland en de Cookeilanden. Het uitwaaiende gedeelte laat het wapen (1908) van Fiji zien, wat ook al op de voorgaande koloniale vlag voorkwam, maar nu zonder de twee schildhouders.
Het ‘uitgeklede’ wapen op de vlag is verdeeld in vier kwartieren door een Engels Sint-Joriskruis, beladen met een zogenaamde gaande Britse leeuw met een cacaoboon tussen zijn voorpoten. 1e kwartier: drie suikerrietstengels. 2e kwartier: een kokospalm. 3e kwartier: een vredesduif. 4e kwartier: een kam bananen.
Links: Het wapen van Fiji zoals afgebeeld op de vlag / Rechts: Het complete staatswapen met schildhouders en motto
Het complete staatswapen uit 1908, heeft hetzelfde schild, maar nu voorzien van twee schildhouders, volgens Fijiaanse legendes zou het duo een tweeling zijn. De oudste van de twee zien we links en is en face afgebeeld. In zijn rechterhand houdt hij een speer vast. De jongere broer, rechts, is en profil afgebeeld. Hij heeft in zijn linkerhand een totokia-knuppel, ook wel ananas-knuppel genaamd, vanwege het daarop gelijkende puntige knotsgedeelte.
Boven het schild is een takia afgebeeld, een traditionele inheemse kano. Onder het schild is een witte banderol met het motto Rerevaka na kalou ka doka na Tui(Vreest God en breng hulde aan de koningin). De twee schildhouder-broers balanceren bovenop de banderol!
Zoals hierboven al vermeld heeft Fiji maar liefst vier versies van z’n koloniale blue ensign gehad. De eerste versie was in gebruik tussen 1877 en 1883 en op de badge was een zeemeermin afgebeeld, met achter haar twee traditionele oorlogsknuppels en omcirkeld met bladertakken. Nummer twee werd ingevoerd in 1883 en hield het uit tot in 1908. De badge op deze vlag was overgenomen van de blue ensign voor de Canadese provincie British Columbia uit 1870. Het toont een gekroonde Britse leeuw, staand op een koningskroon (die enige gelijkenis vertoont met de Imperial State Crown). Om niet twee exact gelijke vlaggen te hebben, staat de naam FIJI in kapitalen onder de kroon. (British Columbia gebruikte de initialen BC).
Koloniale vlaggen van Fiji, links: 1877-1883, rechts: 1883-1908
Op 4 juli 1908 wordt het wapen aangenomen dat Fiji nu nog heeft en zodoende kwam er een nieuwe vlag met dat wapen in de badge. De vierde versie, uit 1924, bracht slechts een kleine verandering: de witte cirkel (de badge) verdween, waardoor het wapen verder badge-loos door het leven ging, tot de onafhankelijkheid in 1970.
Koloniale vlaggen van Fiji: links: 1908-1924, rechts: 1924-1970
Om nog iets verder terug in de tijd te gaan (en dan behandel ik nog niet eens alles!); tussen 1871 en 1874 gebruikte het Verenigd Koninkrijk Fiji een vlag met twee verticale banen in wit en helderblauw, met daaroverheen een rood schild met vredesduif, dezelfde duif die in 1908 promoveert naar het 3e kwartier in het staatswapen.
Vlag van het Verenigd Koninkrijk Fiji (1871-1874)
Tot slot: Fiji heeft ook de beschikking over een red ensign en een white ensign. Los van de kleur zijn ze gelijk aan de nationale vlag. De rode vlag wordt gebruikt door de koopvaardij, de witte door de marine.
Links: Koopvaardijvlag van Fiji / Rechts: Marinevlag van Fiji
Vandaag is het Vlagdag in Australië. De datum van 3 september is die van de eerste maal dat de huidige vlag in het openbaar wapperde, vandaag 124 jaar geleden. Op 28 augustus 1996 bekrachtigde gouverneur-generaal William Patrick Deane een proclamatie dat vanaf dat jaar de 3e september de Australische Vlagdag zou worden.
Links: Logo van Flag Day / Rechts: De proclamatie van 28 augustus 1996
De vlag
De vlag van Australië (1901-heden)
De Australische vlag is een zogenaamde Britse blue ensign, een egaal blauwe vlag met de Union Flag of Union Jack in het kanton. Ieder Gemenebest-land dat een blue ensign als nationale vlag voert, zoals Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld ook doet, gebruikt de vluchtzijde voor zijn eigen symbolen.
V.l.n.r.: De Britse blue ensign / National Colonial Flag of Australia (1823/1824-1831) / Australian Federation Flag (1831-1901)
In 1823 of 1824 kreeg Australië voor het eerst z’n eigen vlag, de National Colonial Flag of Australia. De basis was de vlag van Engeland, een wit veld met het Saint George’s cross (Sint Joriskruis), de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton en vier witte sterren op de armen van het kruis (voor de vier grootste sterren van het Zuiderkruis-sterrenbeeld). De directe opvolger hiervan was de Australian Federation Flag van 1831. Het kruis van de eerste vlag veranderde van rood naar blauw en er werd een ster toegevoegd, zodat het hele Zuiderkruis nu vertegenwoordigd was. Er bleef echter vraag naar een geheel nieuwe vlag en net na de eeuwwisseling was het zover.
De ontwerpwedstrijd van 1901
De vlag kwam er na een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven op 29 april 1901. Er kwamen 32.823 inzendingen binnen en uiteindelijk werd er gekozen voor een combinatie van vijf inzendingen die heel erg op elkaar leken. Ze hadden alle de blue ensign als leeg canvas gekozen en dat vervolgens ‘beladen’ (zoals dat heet) met onder het kanton de Commonwealth Star, (toen nog met zes punten) voor de staten en territories, plus vijf sterren in het uitwaaiende gedeelte als symbool voor het Zuiderkruis-sterrenbeeld (de sterren Acrux, Becrux, Gacrux, Delta Crusis en Epsilon Crucis).
De vijf juryleden + twee officials, v.l.n.r.: Captain Edie, Captain Mitchell, J.S. Blackham (samensteller van de tentoonstelling), Captain Evans, Captain Clare, G. Stewart (heraldisch specialist) & Lieutenant Thompson
Het winnende ontwerp kon rekenen op £ 200* (nu zo’n € 17.852), maar omdat er vijf winnaars waren, moest het prijzengeld verdeeld worden en ontving ieder ‘slechts’ £ 40* (€ 3.570). *) In 1901 werd in Australië nog met het Britse pond sterling betaald, vanaf 1910 werd dat het Australische pond, in 1966 opgevolgd door de Australische dollar
De jongste prijswinnaar: Ivor William Evans (1887-1960)Foto’s van de prijswinnaars gepubliceerd in de Review of Reviews, waarbij de redactie kennelijk geen foto van Ivor William Evans voorhanden had en daarom een foto van zijn vader publiceerde, v.l.n.r.: Evan Evans (vader van Ivor William Evans), Leslie John Hawkins (1883-1966) en Egbert John Nuttall (1866-1963)
De winnaars waren Ivor William Evans, een 14-jarige schooljongen uit Melbourne (de enige die ook echt een vlag had gemaakt, wellicht geholpen door zijn vader, die zelf vlaggenmaker was), Leslie John Hawkins, een tiener die in Sydney voor opticien studeerde, Egbert John Nuttall, een architect uit Melbourne, Annie Dorrington, een kunstenares uit Perth en William Stevens, een scheepsofficier uit Auckland, Nieuw-Zeeland.
Gezien het aantal inzendingen werd besloten een tentoonstelling samen te stellen waar een groot aantal ontwerpen te bewonderen viel. In de Review of Reviews van 20 september 1901 verbaast de journalist die de expositie bezoekt zich over de diversiteit.
Zo ontdekt hij naast de talloze Union Flags of Union Jacks die op de juiste wijze in het kanton zijn geplaatst ook exemplaren die alle andere hoeken van de vlag bezetten en zelfs een waarbij de Britse vlag uit elkaar getrokken is, met in iedere hoek een deel en een kaart van Australië en Nieuw-Zeeland in het midden en vier foto’s van passagiersschepen op de armen van het kruis.
De ‘uit elkaar getrokken’ Union Flag of Union Jack met Australië en Nieuw-Zeeland in het midden
De verslaggever vergaapt zich ook aan een ontwerp waar vanuit het uitwaaiende gedeelte van de vlag zes handen te zien zijn, die met hun wijsvingers allemaal wijzen naar de symbolische figuur van Britannia die “zich niet bewust lijkt te zijn van een gebrek aan winterkleding”. (Helaas lijkt hier geen foto van te zijn gemaakt). En ook de kangoeroe was ruim vertegenwoordigd!
Twee van de vele kangoeroe-ontwerpen
Op 3 september 1901 werd de vlag voor het eerst gehesen. Dat gebeurde bij de Royal Exhibition Building in Melbourne. De vrouw van de gouverneur-generaal, Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow, maakte de namen van de winnaars bekend en ontvouwde vervolgens de vlag, die toen op de koepel van het majestueuze gebouw werd gehesen.
Links: Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow (1867-1937) / De Royal Exhibition Building te Melbourne, gebouwd 1879-1880, rond 1900
Een kleine wijziging was er op 8 december 1908, toen de Commonwealth Star van zes naar zeven punten ging, voor de Papoea’s en eventuele toekomstige territories. In de jaren daarna is er nog wat gemorreld met het aantal punten van de verschillende sterren, totdat in 1909 het ontwerp definitief was. Sindsdien is de vlag ongewijzigd.
De Australische red ensign (1901-heden)
Naast de blauwe versie van de vlag werd er ook een rode gemaakt, wat niet zo ongewoon is, zo’n red ensign wordt normaliter gebruikt door de koopvaardij. Het curieuze is dat dit in Australië aanvankelijk niet zo was. Zowel de blauwe als rode versie werden door elkaar gebruikt, dus ook aan land. Op een gegeven moment waren er meer rode dan blauwe vlaggen in omloop.
Zo werd er ook onder een red ensign tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten in Europa. Een van deze vlaggen wapperde in 1917 bij het hoofdkwartier van Generaal William Birdwood aan het westelijk front. Na de oorlog keerde de rode vlag terug en kreeg een plaatsje in de kathedraal van Newcastle in New South Wales. Na enkele tientallen jaren begon de vlag echter zo slecht te worden, dat ze in de opslag verdween. En vervolgens vergeten. Tot enkele jaren geleden deken Stephen Williams van de kathedraal stuitte op een kartonnen doos bij het reorganiseren van de grote inloopkluis. In de doos zat een plastic zak, waarin een een andere plastic zak, die op zijn beurt een derde zak bleek te bevatten, waarin een onduidelijke bruinrode massa van iets dat wel op confetti leek.
Links: De vrijwel verteerde restanten van de zogenaamde Birdwood-vlag / Rechts: De oude vlag na de restauratie van 2017 (foto’s: Jake Sturmer)
Bij nadere beschouwing begon het te dagen dat dit wellicht de restanten van de historische red ensign waren. Die aanname was correct. De uit elkaar vallende zijden fragmenten werden overgedragen aan restaurateur Julian Bickersmith in Sydney, die meer oude vlaggen onder handen had gehad, maar nooit zoiets. Achttien maanden lang werkten Bickersmith en zijn team aan deze enorme puzzel. In 2017 zat de klus erop en keerde de vlag terug naar de kathedraal, waar ze op 30 juli werd gezegend. De vlag staat nu bekend als de Birdwood-vlag.
Scheiding van blauw en rood
Vanaf de jaren ’40 van de vorige eeuw werd de blauwe versie gepropageerd als de enige juiste en in 1953 werd dit vastgelegd in de Flags Act, waarbij de rode versie aan de koopvaardij werd toegewezen.
Er zijn al diverse pogingen ondernomen om tot een nieuwe Australische vlag te komen, één zonder de Britse unievlag. Tot nu toe zijn die pogingen niet succesvol gebleken. In een enquête uit 2004 bleek 32% voorstander te zijn van een nieuwe vlag, maar een overgrote meerderheid van 57% was tegen, 11% had geen mening.
Uit een onderzoek van 2013, 9 jaar later dus, bleek op de vraag welk nationaal symbool het meeste betekent voor Australiërs, de vlag als eerste uit de bus te komen. 95% is trots op de vlag en 50% zelfs heel trots.
Overige vlaggen
Overigens kent Australië nog een aantal vlaggen, waarbij de twee luchtvaartvlaggen zijn afgeleid van de nationale vlag.
V.l.n.r.: Royal Australian Air Force ensign (1982-heden) / Australian Civil Aviation ensign (1948-heden) / White ensign (1967-heden)
De eerste is de Royal Australian Air Force ensign. Twee eerder versies gingen hier aan vooraf in 1922 en 1948. De huidige versie werd ingevoerd op 6 mei 1982. De vlag is gelijk aan de nationale vlag, maar dan in luchtmacht-blauw. Rechtsonder in de vlucht is een rode kangoeroe op een wit veld in een blauwe cirkel geplaatst.
De tweede is de Australian Civil Aviation ensign, de burgerluchtvaart dus, waarvan de eerste versie in 1935 werd ingevoerd. De huidige vlag stamt uit 1948 en heeft dezelfde kleur als de luchtmachtvlag en de Britse vlag in het kanton, maar is verder duidelijk anders. Het veld wordt in vieren gedeeld door een blauw kruis met witte randen en de sterren van het Zuiderkruis zijn hier 45 graden gekanteld, waardoor de kleinste ster op de rechterkant van de balk staat.
De derde is de white ensign, vlag van de marine en tevens oorlogsvlag. Omdat het veld hier wit is zijn de sterren in blauw uitgevoerd. Deze vlag verving de eerste marinevlag die vanaf 1911 in gebruik was.
Qua ontwerp totaal anders is de vlag van de Australian Defense Force. Deze vlag werd in gebruik genomen op 14 april 2000 en is de vlag voor de gezamenlijke strijdkrachten. Het is een verticale driekleur in donkerblauw-rood-lichtblauw, met in het midden de volgende symbolen in geel: de Commonwealth Star en de boemerang staan voor Australië, het anker, de zwaarden en de gespreide vleugels voor marine, land- en luchtmacht.
V.l.n.r.: Australian Defense Force Flag (2000-heden) / Aboriginese-vlag (1995-heden) / Torres Strait Islanders-vlag (1995-heden)
De vlag voor de Aborigines stamt uit 1971, maar werd pas officieel aangenomen op 14 juli 1995. Het is een horizontale tweekleur in zwart en donkerrood met een gele cirkel in het midden. De vlag werd ontworpen door Harold Thomas, zelf een Aborigine. De kleur zwart staat voor de Aborigines, het roodbruin voor de kleur van de aarde en de gele cirkel symboliseert de zon.
En dan hebben we nog de Torres Strait Islander Flag, ontworpen door Bernard Namok in 1992, maar ook op 14 juli 1995 werd ingevoerd, op dezelfde dag als de vlag voor de Aborigines. De Torres Straiteilanden bevinden zich tussen Cape York (de noordoostelijke punt van Australië) en Papoea-Nieuw-Guinea. De vlag is een horizontale driekleur in groen-blauw-groen, waarbij de smalle groene banen van het blauw worden gescheiden door zwarte balken. In het midden in wit een traditionele hoofdtooi in wit met daar binnenin een witte vijfpuntige ster.
De groene banen staan voor het grondgebied, het blauw voor de Torres Strait. De twee zwarte balken symboliseren de eilandbevolking, terwijl de de vijfpuntige ster voor de vijf eilandengroepen staat: Western, Eastern, Central, Port Kennedy en Mainland en hij staat tevens voor navigatie. De hoofdtooi, een dhari genaamd, staat voor de inheemse bevolking. De witte kleur van dhari en ster samen symboliseren vrede.
Het mysterie van de verdwenen vlag
Tot besluit: sinds begin 2017 is de Australian National Flag Association (ANFA) een zoektocht gestart naar de eerste officiële vlag die op 3 september 1901 op de koepel van de Royal Exhibition Building in Melbourne werd gehesen. Niemand lijkt te weten wat er met deze historische vlag is gebeurd. De vlag zou aan een museum zijn geschonken, maar aanknopingspunten wanneer dat gebeurd zou zijn en om welk museum het gaat, zijn er niet. Voorzitter Allan Pidgeon van de ANFA riep daarom ieder museum, archief en particulieren op naar het historische artefact te gaan zoeken. De vlag is te herkennen aan de zespuntige Commonwealth Star en aan de afmetingen: de vlag zou 11 x 5,5 m groot zijn.
De allereerste vlag van Australië (voordat ze uit het zicht verdween!) (publiek domein)
Een paar jaar terug dook er een foto op van de verloren vlag, die volgens de beschrijving een aantal jaren ná het debuut in 1901 is genomen. Helaas is de vlag tot op heden nog niet boven water (dus checkt allen uw zolders!).
31 juli is de Ka Hae Hawaii Day, oftewel de Hawaiiaanse Vlagdag. De dag werd in 1990 in het leven geroepen door de toenmalige gouverneur John Waihe’e en is sindsdien ieder jaar gevierd.
Ongetwijfeld niet geheel toevallig is deze dag ook een feestdag voor de Hawaiiaanse royalisten, die er naar streven het in 1893 terzijde geschoven koningshuis weer in ere te herstellen. Deze dag heeft als naam Lā Ho’iho’i Ea, wat zoveel betekent als Soevereiniteitsherstel-dag. Zes jaar geleden werd op deze dag in het stadspark Thomas Square in Honolulu het metershoge standbeeld onthuld van koning Kamehameha III (zie de middelste foto boven).
Beeld van de viering van Lā Ho’iho’i Ea in het parkje van Thomas Square in Honolulu, bij het standbeeld van koning Kamehameha III (screenshot)
De vlag
Vlag van Hawaii(1816-heden)
De vlag van Hawaii is een beetje een vreemde. Mensen die hem nooit eerder gezien hebben kunnen zich niet voorstellen dat dát de Hawaiiaanse vlag is. Het doek vertoont acht gelijke horizontale banen: wit, rood, blauw, wit, rood, blauw, wit en rood. Het gekke zit ‘m in de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton.
Er was echter de nodige Britse aanwezigheid geweest in de Stille Oceaan, te beginnen met de reizen van kapitein James Cook, die de Hawaii-eilanden in 1778 ‘ontdekte’. Hij noemde ze overigens de Sandwich Eilanden. Cook’s Britse opvolger George Vancouver deed de eilanden eind 18e eeuw ook aan.
James Cook (1728-1779), schilderij uit ca. 1775 door Nathaniel Dance-Holland (1735-1811) (National Maritime Museum, Greenwich) / George Vancouver (1757-1798) door een onbekende schilder (National Portrait Gallery, Londen)
Volgens de overlevering zou hij koning Kamehameha I een Britse vlag hebben gegeven en wel een red ensign, de Britse zeevlag.
Red ensign
Dit als teken van vriendschap met koning George III. De vlag werd vervolgens enthousiast uitgehangen van verschillende belangrijke gebouwen. Toen de koning duidelijk werd gemaakt dat dit gezien kon worden als een te pro-Britse houding, besloot hij een Amerikaanse vlag vanuit zijn huis te laten wapperen. Dit op zijn beurt leidde weer tot protesten van Britse hoogwaardigheidsbekleders aan het hof van Kamehameha. Kennelijk had hij er daarna genoeg van, want de vlag die vervolgens in 1816 uit de bus rolde, was een soort van samensmelting van beide vlaggen.
De acht strepen staan voor de verschillende eilanden: Hawai’i, O’ahu, Kuau’i, Kaho’olawe, Lana’i, Maui, Moloka’i en Ni’ihau. Er is ook ooit een versie geweest met negen strepen (voor het mini-eiland Nihoa) en een met zeven strepen (waarbij een van de ‘onbelangrijkere’ eilanden niet gerepresenteerd werd, óf Kaho’olawe óf Ni’ihau).
Op 23 juni 1961 werd het Antarctic Treaty System (Antarctisch Verdrag) van kracht. Sinds 1959 stond het open voor ondertekening. De originele ondertekenaars waren de 12 landen die actief waren in Antarctica tijdens het Internationaal Geofysisch Jaar van 1957-1958: Argentinië, Australië, België, Chili, Frankrijk, Japan, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zuid-Afrika, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Sinds 1961 hebben vele andere landen ook ondertekend, inclusief Nederland.
Antarctica in taartpunten
Het verdrag regelt dat Antarctica een gebied is zonder militaire activiteit, met vrijheid voor wetenschappelijk onderzoek. In 1998 werd een bepaling aan het verdrag toegevoegd dat het tot 2048 onmogelijk maakt om delfstoffen op het continent te exploiteren. Aangezien Antarctica geen enkel land toebehoort, heeft het ook geen officiële vlag.
Het Britse Halley Research Station op het Brunt IJsplateau (foto: Hugh Broughton Architects)
Er zijn echter wel degelijk territoriale claims. Argentinië, Australië, Chili, Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk hebben het continent in taartpunten van ongelijke grootte verdeeld, die elkaar op verschillende plekken overlappen. De claims zijn niet officieel en worden door veel andere landen, waaronder Nederland, niet erkend.
British Antarctic Territory
Om de dag te markeren wappert vandaag de vlag van het British Antarctic Territory, officieel gevormd in 1962. Tot het territorium behoort het Antarctic Peninsula (Antarctisch Schiereiland), met een lengte van 1.300 km. De Britten hebben twee onderzoekscentra, Halley en Rothera.
Rothera Research Station, gelegen op het Antarctisch Schiereiland (publiek domein)
De vlag
Vlag British Antarctic Territory (1998-heden)
De vlag is een zogenaamde ‘ensign’-vlag, een vlag die de Britse Union Flag of Union Jack als kanton in de broekingszijde laat zien en de rest van het veld vrij laat voor een symbool of wapen. Rode en blauwe ‘ensigns’ komen heel veel voor, de rode variant wordt op zee gebruikt als handelsvlag en bij de marine. De blauwe ‘ensign’ wordt door legeronderdelen gebruikt en door veel overzeese Britse territoria.
V.l.n.r.: blue ensign, red ensign en white ensign
De Britse Antarctische vlag is echter een ongewone witte ‘ensign’, uiteraard vanwege ijs en sneeuw. De vlag is in gebruik sinds 1998 en toont het Brits-Antarctische wapen (uit 1952), een fakkel (symbool voor onderzoek) met een Britse leeuw en een keizerspinguïn als schilddragers.
Wapen van het British Antarctic Territory
Bovenop het schild, gedekt door een helm met dekkleden, is het wetenschappelijk vaartuig RRS* Discovery afgebeeld (die de blue ensign voert). *Royal Research Ship
De RRS Discovery tijdens de expeditie van 1901-1904, vastgevroren in het pakijs (publiek domein)De Britsh Antarctic Territory-vlag op het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken op 21 juni 2019, midwinterdag op de Zuidpool (publiek domein)
Kamehameha Day is een officiële feestdag in de Amerikaanse staat Hawaii. Het herinnert aan de Hawaiiaanse koning Kamehameha I (circa 1758-1819).
Links: Portret van koning Kamehameha I (ca. 1758-1819) in 1816, door Louis Choris (1795-1828), het enig naar leven geschilderde portret (in waterverf) van de koning (Collectie Honolulu Museum of Art) / Rechts: Veel portretten van Kamehameha I zijn gebaseerd op dat van Louis Choris, zoals dit voorbeeld door een onbekende schilder
Hij verenigde de verschillende eilanden vanaf zijn ‘eigen’ eiland Hawai’i (The Big Island) tot één Hawaiiaans Rijk. Dat gebeurde vanaf 1795 met de eilanden O’ahu, Molaka’i, Maui en Lana’i. Kaua’i en Ni’ihau volgden in 1810.
Kamehameha Day werd ingesteld op 22 december 1871 door koning Kamehameha V en werd voor het eerst op 11 juni 1872 gevierd. In 1893 werd de Hawaiiaanse monarchie omver geworpen door een groepje Amerikaanse en Europese zakenlui en politici. De laatste koningin, Lili’uokalani werd onder huisarrest geplaatst.
Koning Kamehameha V (1830-1872) (Hawai’i State Archives / publiek domein) / Koningin Lili’uokalani (1838-1917) (foto: George Prince / publiek domein)
Van 1894 tot 1898 was Hawaii een onafhankelijke republiek. Op 12 augustus 1898 werd het een Amerikaansterritorium en vanaf 21 augustus 1959 de (tot op heden) 50e en laatste staat van de Verenigde Staten.
De vlag
Vlag van Hawaii (1816-heden)
De vlag van Hawaii is een beetje een vreemde. Mensen die hem nooit eerder gezien hebben kunnen zich niet voorstellen dat dát de Hawaiiaanse vlag is. Het doek vertoont acht gelijke horizontale banen: wit, rood, blauw, wit, rood, blauw, wit en rood. Het gekke zit ‘m in de Britse Union Flag ofUnion Jack in het kanton.
Er was echter de nodige Britse aanwezigheid geweest in de Stille Oceaan, te beginnen met de reizen van kapitein James Cook, die de Hawaii-eilanden in 1778 ‘ontdekte’. Hij noemde ze overigens de Sandwich Eilanden. Cook’s Britse opvolger George Vancouver deed de eilanden eind 18e eeuw ook aan.
James Cook (1728-1779), schilderij uit ca. 1775 door Nathaniel Dance-Holland (1735-1811) (National Maritime Museum, Greenwich) / George Vancouver (1757-1798) door een onbekende schilder (National Portrait Gallery, Londen)
Volgens de overlevering zou hij koning Kamehameha I een Britse vlag hebben gegeven en wel een red ensign, de Britse zeevlag.
Red ensign
Dit als teken van vriendschap met koning George III. De vlag werd vervolgens enthousiast uitgehangen van verschillende belangrijke gebouwen. Toen de koning duidelijk werd gemaakt dat dit gezien kon worden als een te pro-Britse houding, besloot hij een Amerikaanse vlag vanuit zijn huis te laten wapperen. Dit op zijn beurt leidde weer tot protesten van Britse hoogwaardigheidsbekleders aan het hof van Kamehameha. Kennelijk had hij er daarna genoeg van, want de vlag die vervolgens in 1816 uit de bus rolde, was een soort van samensmelting van beide vlaggen.
De acht strepen staan voor de verschillende eilanden: Hawai’i, O’ahu, Kuau’i, Kaho’olawe, Lana’i, Maui, Moloka’i en Ni’ihau. Er is ook ooit een versie geweest met negen strepen (voor het mini-eiland Nihoa) en een met zeven strepen (waarbij een van de ‘onbelangrijkere’ eilanden niet gerepresenteerd werd, óf Kaho’olawe óf Ni’ihau).
24 mei is Bermuda Day, een officiële feestdag op het eiland Bermuda. De datum is die van de verjaardag van Koningin Victoria.
Koningin Victoria (1819-1901) in 1887 gefotografeerd door Alexander Bassano (publiek domein)
Tijdens haar regeerperiode stond de dag op Bermuda bekend als Empire Day. Na haar dood in 1901 hield de bevolking van het eiland vast aan de 24e mei en kreeg het de nieuwe naam Bermuda Day.
Bermuda op een ansichtkaart
De datum markeert tegenwoordig het begin van het zomerseizoen op Bermuda en traditioneel is het de eerste dag in het jaar waarop de Bermudanen zich weer op het water wagen. En hoewel ze tegenwoordig ook het hele jaar door worden gedragen, is het vanouds ook de eerste dag waarop de befaamde Bermuda shorts worden gedragen (op het eiland vaak officieel tenue).
De vlag van Bermuda is een ongebruikelijke red ensign. Gebruikelijk bij Britse kroonkolonies (of voormalige kroonkolonies) is om een blue ensign te voeren, een blauwe vlag met de Britse Unievlag in het kanton en het eigen wapen in de vlucht.
Blue en red ensign
Hoe dit zo gekomen is, is niet exact bekend, maar waarschijnlijk historisch gegroeid, doordat de eerste immigranten op Bermuda via koopvaardijschepen arriveerden. Deze schepen voerden de Britse red ensign, de koopvaardijvlag. Net als de blue ensign is de Britse Unievlag (Union Flag of Union Jack) te zien in het kanton. De vlucht vertoont het wapen van Bermuda. Dit wapen, verleend in 1910, bestaat uit een wapenschild, vastgehouden (opnieuw heel ongebruikelijk) door één enkele schildhouder, een rode Britse leeuw. Normaal is een duo van schildhouders, terzijde van het schild. Deze eenzame schildhouder doet het in z’n eentje en staat dan ook achter het schild (en kijkt extra streng de wereld in).
Het wapen van Bermuda
Het schildwapen zelf vertoont een schipbreuk. Het is de Sea Venture, het vlaggenschip van de Virginia Company, een Brits territorium aan de kust van Virginia. Op 25 juli 1609 liet admiraal Sir George Somers het schip bewust op een Bermudaans rif lopen, omdat het het schip vanwege een grote lekkage niet meer te redden was. De bemanning van 150 man (en één hond) kon veilig aan land komen. Het is het begin van de Britse aanwezigheid op het eiland.
Sir George Somers (1554-1610) en de Sea Venture (en koningin Elizabeth) op een Bermudaanse postzegel uit 1953
Waarom de ontwerper van het wapen het schip heeft afgebeeld terwijl het te pletter slaat tegen een hoog klif is een raadsel, het ging namelijk om een rif wat nauwelijks boven de oceaan uisteekt. De wapenspreuk “Quo fata ferunt” (niet op de vlag) betekent “Waar het lot ons zal brengen”.
Het vergaan van de Sea Venture, een werk van de Bermudaanse maritieme schilder Christopher Grimes (1948)
Anzac-dag is een officiële dag in zowel Australië als Nieuw-Zeeland, die zijn oorsprong in de Eerste Wereldoorlog heeft. De naam “Anzac” komt van Australian and New Zealand Army Corps, een gecombineerde militaire eenheid van Australiërs en Nieuw-Zeelanders, opgericht in 1914. Soldaten van deze eenheid stonden bekend als Anzacs.
De dag van 25 april zelf grijpt terug op het jaar 1915, toen de Anzacs onderdeel waren een geallieerde poging om Constantinopel (nu Istanboel), de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk (nu Turkije) te veroveren en de zeeroute naar Rusland veilig te stellen. De Turken waren in de Eerste Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland. De opzet van de geallieerde troepen (naast Australië en Nieuw-Zeeland o.a. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Rusland en de Verenigde Staten) was om eerst het Gallipoli-schiereiland te veroveren, zodat de weg vrij zou zijn naar de Zwarte Zee.
Het Gallipoli-schiereiland (publiek domein)
De landing van de geallieerde troepen van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Australië en Nieuw-Zeeland op het schiereiland op die 25e april, waarbij men verwachtte snel te kunnen doorstoten richting Constantinopel. Dit bleek echter een misrekening.
Geallieerde landing op 25 april 1915 op het Gallipoli-schiereiland (foto: Charles Bean, gepubliceerd in “The Anzac Book”, Cassell Publishers, 1916)
Men had niet gerekend op grote tegenstand, maar het Ottomaanse leger, onder leiding van Mustafa Kemal (later bekend als Atatürk, de grondlegger en eerste president van het tegenwoordige Turkije), bleek niet te verslaan, de zomerhitte en winterkou deden de rest. Wat een snelle expeditie had moeten worden, zou zich maar liefst acht maanden voortslepen en ging ten koste van grote aantallen slachtoffers aan beide zijden. Het restant van de geallieerde troepen werd in de loop van december 1915 en in de eerste dagen van 1916 teruggetrokken, de campagne was mislukt.
Ottomaanse bevelhebbers, vierde van links: Mustafa Kemal (Atatürk) (circa 1881-1938) (publiek domein)
Aan geallieerde zijde betrof het aantal doden ruim 51.000 en 120.000 gewonden. Aan Australische zijde ging het om 7.594 doden en 18.500 gewonden en aan Nieuw-Zeelandse zijde om 3.431 doden en 4.140 gewonden. De cijfers aan de Ottomaanse kant waren vergelijkbaar: 56.643 doden en 97.007 gewonden.
25 april 1916, de eerste Anzac-dag in Australië: een optocht met uit Europa teruggekeerde militairen in Macquarie Street in Sydney (foto: George Bell / publiek domein)
De gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld maakten in zowel Australië als Nieuw-Zeeland diepe indruk en 25 april werd in beide landen al snel de dag waarop de doden herdacht werden. Direct vanaf de eerste herdenking in 1916 werd de dag Anzac-dag genoemd. Hoewel Australië de dag officieel als herdenkingsdag invoerde in 1921, duurde het tot 25 april 1927 voordat alle Australische staten de dag gezamenlijk vierden.
Australische troepen wachten op 25 maart 1941 in Alexandrié (Egypte) op het moment van inscheping met bestemming Griekenland, waar opnieuw samengewerkt zou worden met de Nieuw-Zeelanders (foto: George Silk)
Het was gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarin Australiërs en Nieuw-Zeelanders opnieuw actief aan de geallieerde strijd deelnamen, dat het in 1916 opgedoekte korps in Griekenland nieuw leven werd ingeblazen. Vanaf 1942 wordt Anzac-dag jaarlijks herdacht bij het uit 1941 daterende Australian War Memorial in de hoofdstad Canberra.
Anzac-dag 2012 bij het Australian War Memorial in Canberra (foto: Kerry Olchin)
Hoewel de naam Australian and New Zealand Army Corps na de Tweede Wereldoorlog niet meer gebruikt werd, werd de militaire samenwerking tussen de twee landen gecontinueerd, waarbij de afkorting Anzac tegenwoordig tussen haakjes achter de naam van het desbetreffende korps of bataljon gezet wordt.
Anzac-dag poster (publiek domein)
De populariteit van de herdenkingsdag nam in de jaren vijftig tot en met tachtig van de vorige eeuw afnam, maar nam vanaf de jaren negentig juist weer toe. Een bekende traditie op Anzac-dag is het “gunfire breakfast” (“geweervuur-ontbijt”), koffie met rum, een herinnering aan een ochtendritueel dat vaak vooraf ging voordat men ten strijde trok. ’s Middags marcheren militairen veelal in parades in steden en dorpen.
Australische soldaten van het 5th Battalion, Royal Australian Regiment, marcheren in een parade in het bij Darwin gelegen Palmerston, Northern Territory op Anzac-dag, 25 april 2013 (foto: 2nd Lt. Savannah Moyer)
Naast Nieuw-Zeeland en Australië is Anzac-dag ook een officiële herdenkingsdag in Tonga, Christmas Island, de Cocoseilanden, de Cookeilanden, Niue, Norfolkeiland en Tokelau.
De Australische vlag is een zogenaamde Britse blue ensign, een egaal blauwe vlag met de Union Flag of Union Jack in het kanton. Ieder Gemenebest-land dat een blue ensign als nationale vlag voert, zoals Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld ook doet, gebruikt de vluchtzijde voor zijn eigen symbolen.
V.l.n.r.: De Britse blue ensign / National Colonial Flag of Australia (1823/1824-1831) / Australian Federation Flag (1831-1901)
In 1823 of 1824 kreeg Australië voor het eerst z’n eigen vlag, de National Colonial Flag of Australia. De basis was de vlag van Engeland, een wit veld met het Saint George’s cross (Sint Joriskruis), de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton en vier witte sterren op de armen van het kruis (voor de vier grootste sterren van het Zuiderkruis-sterrenbeeld). De directe opvolger hiervan was de Australian Federation Flag van 1831. Het kruis van de eerste vlag veranderde van rood naar blauw en er werd een ster toegevoegd, zodat het hele Zuiderkruis nu vertegenwoordigd was. Er bleef echter vraag naar een geheel nieuwe vlag en net na de eeuwwisseling was het zover.
De ontwerpwedstrijd van 1901
De vlag kwam er na een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven op 29 april 1901. Er kwamen 32.823 inzendingen binnen en uiteindelijk werd er gekozen voor een combinatie van vijf inzendingen die heel erg op elkaar leken. Ze hadden alle de blue ensign als leeg canvas gekozen en dat vervolgens ‘beladen’ (zoals dat heet) met onder het kanton de Commonwealth Star, (toen nog met zes punten) voor de staten en territories, plus vijf sterren in het uitwaaiende gedeelte als symbool voor het Zuiderkruis-sterrenbeeld (de sterren Acrux, Becrux, Gacrux, Delta Crusis en Epsilon Crucis).
De vijf juryleden + twee officials, v.l.n.r.: Captain Edie, Captain Mitchell, J.S. Blackham (samensteller van de tentoonstelling), Captain Evans, Captain Clare, G. Stewart (heraldisch specialist) & Lieutenant Thompson
Het winnende ontwerp kon rekenen op £ 200* (nu zo’n € 17.852), maar omdat er vijf winnaars waren, moest het prijzengeld verdeeld worden en ontving ieder ‘slechts’ £ 40* (€ 3.570). *) In 1901 werd in Australië nog met het Britse pond sterling betaald, vanaf 1910 werd dat het Australische pond, in 1966 opgevolgd door de Australische dollar
De jongste prijswinnaar: Ivor William Evans (1887-1960)Foto’s van de prijswinnaars gepubliceerd in de Review of Reviews, waarbij de redactie kennelijk geen foto van Ivor William Evans voorhanden had en daarom een foto van zijnvader publiceerde, v.l.n.r.: Evan Evans (vader van Ivor William Evans), Leslie John Hawkins (1883-1966) en Egbert John Nuttall (1866-1963)
De winnaars waren Ivor William Evans, een 14-jarige schooljongen uit Melbourne (de enige die ook echt een vlag had gemaakt, wellicht geholpen door zijn vader, die zelf vlaggenmaker was), Leslie John Hawkins, een tiener die in Sydney voor opticien studeerde, Egbert John Nuttall, een architect uit Melbourne, Annie Dorrington, een kunstenares uit Perth en William Stevens, een scheepsofficier uit Auckland, Nieuw-Zeeland.
Gezien het aantal inzendingen werd besloten een tentoonstelling samen te stellen waar een groot aantal ontwerpen te bewonderen viel. In de Review of Reviews van 20 september 1901 verbaast de journalist die de expositie bezoekt zich over de diversiteit.
Zo ontdekt hij naast de talloze Union Flags of Union Jacks die op de juiste wijze in het kanton zijn geplaatst ook exemplaren die alle andere hoeken van de vlag bezetten en zelfs een waarbij de Britse vlag uit elkaar getrokken is, met in iedere hoek een deel en een kaart van Australië en Nieuw-Zeeland in het midden en vier foto’s van passagiersschepen op de armen van het kruis.
De ‘uit elkaar getrokken’ Union Flag of Union Jack met Australië en Nieuw-Zeeland in het midden
De verslaggever vergaapt zich ook aan een ontwerp waar vanuit het uitwaaiende gedeelte van de vlag zes handen te zien zijn, die met hun wijsvingers allemaal wijzen naar de symbolische figuur van Britannia die “zich niet bewust lijkt te zijn van een gebrek aan winterkleding”. (Helaas lijkt hier geen foto van te zijn gemaakt). En ook de kangoeroe was ruim vertegenwoordigd!
Twee van de vele kangoeroe-ontwerpen
Op 3 september 1901 werd de vlag voor het eerst gehesen. Dat gebeurde bij de Royal Exhibition Building in Melbourne. De vrouw van de gouverneur-generaal, Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow, maakte de namen van de winnaars bekend en ontvouwde vervolgens de vlag, die toen op de koepel van het majestueuze gebouw werd gehesen.
Links: Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow (1867-1937) / De Royal Exhibition Building te Melbourne, gebouwd 1879-1880, rond 1900
Een kleine wijziging was er op 8 december 1908, toen de Commonwealth Star van zes naar zeven punten ging, voor de Papoea’s en eventuele toekomstige territories. In de jaren daarna is er nog wat gemorreld met het aantal punten van de verschillende sterren, totdat in 1909 het ontwerp definitief was. Sindsdien is de vlag ongewijzigd.
De Australische red ensign (1901-heden)
Naast de blauwe versie van de vlag werd er ook een rode gemaakt, wat niet zo ongewoon is, zo’n red ensign wordt normaliter gebruikt door de koopvaardij. Het curieuze is dat dit in Australië aanvankelijk niet zo was. Zowel de blauwe als rode versie werden door elkaar gebruikt, dus ook aan land. Op een gegeven moment waren er meer rode dan blauwe vlaggen in omloop.
Zo werd er ook onder een red ensign tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten in Europa. Een van deze vlaggen wapperde in 1917 bij het hoofdkwartier van Generaal William Birdwood aan het westelijk front. Na de oorlog keerde de rode vlag terug en kreeg een plaatsje in de kathedraal van Newcastle in New South Wales. Na enkele tientallen jaren begon de vlag echter zo slecht te worden, dat ze in de opslag verdween. En vervolgens vergeten. Tot enkele jaren geleden deken Stephen Williams van de kathedraal stuitte op een kartonnen doos bij het reorganiseren van de grote inloopkluis. In de doos zat een plastic zak, waarin een een andere plastic zak, die op zijn beurt een derde zak bleek te bevatten, waarin een onduidelijke bruinrode massa van iets dat wel op confetti leek.
Links: De vrijwel verteerde restanten van de zogenaamde Birdwood-vlag / Rechts: De oude vlag na de restauratie van 2017 (foto’s: Jake Sturmer)
Bij nadere beschouwing begon het te dagen dat dit wellicht de restanten van de historische red ensign waren. Die aanname was correct. De uit elkaar vallende zijden fragmenten werden overgedragen aan restaurateur Julian Bickersmith in Sydney, die meer oude vlaggen onder handen had gehad, maar nooit zoiets. Achttien maanden lang werkten Bickersmith en zijn team aan deze enorme puzzel. In 2017 zat de klus erop en keerde de vlag terug naar de kathedraal, waar ze op 30 juli werd gezegend. De vlag staat nu bekend als de Birdwood-vlag.
Scheiding van blauw en rood
Vanaf de jaren ’40 van de vorige eeuw werd de blauwe versie gepropageerd als de enige juiste en in 1953 werd dit vastgelegd in de Flags Act, waarbij de rode versie aan de koopvaardij werd toegewezen.
Er zijn al diverse pogingen ondernomen om tot een nieuwe Australische vlag te komen, één zonder de Britse unievlag. Tot nu toe zijn die pogingen niet succesvol gebleken. In een enquête uit 2004 bleek 32% voorstander te zijn van een nieuwe vlag, maar een overgrote meerderheid van 57% was tegen, 11% had geen mening.
Uit een onderzoek van 2013, 9 jaar later dus, bleek op de vraag welk nationaal symbool het meeste betekent voor Australiërs, de vlag als eerste uit de bus te komen. 95% is trots op de vlag en 50% zelfs heel trots.
Overige vlaggen
Overigens kent Australië nog een aantal vlaggen, waarbij de twee luchtvaartvlaggen zijn afgeleid van de nationale vlag.
V.l.n.r.: Royal Australian Air Force ensign (1982-heden) / Australian Civil Aviation ensign (1948-heden) / White ensign (1967-heden)
De eerste is de Royal Australian Air Force ensign. Twee eerder versies gingen hier aan vooraf in 1922 en 1948. De huidige versie werd ingevoerd op 6 mei 1982. De vlag is gelijk aan de nationale vlag, maar dan in luchtmacht-blauw. Rechtsonder in de vlucht is een rode kangoeroe op een wit veld in een blauwe cirkel geplaatst.
De tweede is de Australian Civil Aviation ensign, de burgerluchtvaart dus, waarvan de eerste versie in 1935 werd ingevoerd. De huidige vlag stamt uit 1948 en heeft dezelfde kleur als de luchtmachtvlag en de Britse vlag in het kanton, maar is verder duidelijk anders. Het veld wordt in vieren gedeeld door een blauw kruis met witte randen en de sterren van het Zuiderkruis zijn hier 45 graden gekanteld, waardoor de kleinste ster op de rechterkant van de balk staat.
De derde is de white ensign, vlag van de marine en tevens oorlogsvlag. Omdat het veld hier wit is zijn de sterren in blauw uitgevoerd. Deze vlag verving de eerste marinevlag die vanaf 1911 in gebruik was.
Qua ontwerp totaal anders is de vlag van de Australian Defense Force. Deze vlag werd in gebruik genomen op 14 april 2000 en is de vlag voor de gezamenlijke strijdkrachten. Het is een verticale driekleur in donkerblauw-rood-lichtblauw, met in het midden de volgende symbolen in geel: de Commonwealth Star en de boemerang staan voor Australië, het anker, de zwaarden en de gespreide vleugels voor marine, land- en luchtmacht.
V.l.n.r.: Australian Defense Force Flag (2000-heden) / Aboriginese-vlag (1995-heden) / Torres Strait Islanders-vlag (1995-heden)
De vlag voor de Aborigines stamt uit 1971, maar werd pas officieel aangenomen op 14 juli 1995. Het is een horizontale tweekleur in zwart en donkerrood met een gele cirkel in het midden. De vlag werd ontworpen door Harold Thomas, zelf een Aborigine. De kleur zwart staat voor de Aborigines, het roodbruin voor de kleur van de aarde en de gele cirkel symboliseert de zon.
En dan hebben we nog de Torres Strait Islander Flag, ontworpen door Bernard Namok in 1992, maar ook op 14 juli 1995 werd ingevoerd, op dezelfde dag als de vlag voor de Aborigines. De Torres Straiteilanden bevinden zich tussen Cape York (de noordoostelijke punt van Australië) en Papoea-Nieuw-Guinea. De vlag is een horizontale driekleur in groen-blauw-groen, waarbij de smalle groene banen van het blauw worden gescheiden door zwarte balken. In het midden in wit een traditionele hoofdtooi in wit met daar binnenin een witte vijfpuntige ster.
De groene banen staan voor het grondgebied, het blauw voor de Torres Strait. De twee zwarte balken symboliseren de eilandbevolking, terwijl de de vijfpuntige ster voor de vijf eilandengroepen staat: Western, Eastern, Central, Port Kennedy en Mainland en hij staat tevens voor navigatie. De hoofdtooi, een dhari genaamd, staat voor de inheemse bevolking. De witte kleur van dhari en ster samen symboliseren vrede.
Het mysterie van de verdwenen vlag
Tot besluit: sinds begin 2017 is de Australian National Flag Association (ANFA) een zoektocht gestart naar de eerste officiële vlag die op 3 september 1901 op de koepel van de Royal Exhibition Building in Melbourne werd gehesen. Niemand lijkt te weten wat er met deze historische vlag is gebeurd. De vlag zou aan een museum zijn geschonken, maar aanknopingspunten wanneer dat gebeurd zou zijn en om welk museum het gaat, zijn er niet. Voorzitter Allan Pidgeon van de ANFA riep daarom ieder museum, archief en particulieren op naar het historische artefact te gaan zoeken. De vlag is te herkennen aan de zespuntige Commonwealth Star en aan de afmetingen: de vlag zou 11 x 5,5 m groot zijn.
De allereerste vlag van Australië (voordat ze uit het zicht verdween!) (publiek domein)
Een paar jaar terug dook er een foto op van de verloren vlag, die volgens de beschrijving een aantal jaren ná het debuut in 1901 is genomen. Helaas is de vlag tot op heden nog niet boven water (dus checkt allen uw zolders!).
Anzac-dag is een officiële dag in zowel Nieuw-Zeeland als Australië, die zijn oorsprong in de Eerste Wereldoorlog heeft. De naam “Anzac” komt van Australian and New Zealand Army Corps, een gecombineerde militaire eenheid van Australiërs en Nieuw-Zeelanders, opgericht in 1914. Soldaten van deze eenheid stonden bekend als Anzacs.
De dag van 25 april zelf grijpt terug op het jaar 1915, toen de Anzacs onderdeel waren een geallieerde poging om Constantinopel (nu Istanboel), de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk (nu Turkije) te veroveren en de zeeroute naar Rusland veilig te stellen. De Turken waren in de Eerste Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland. De opzet van de geallieerde troepen (naast Nieuw-Zeeland en Australië o.a. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Rusland en de Verenigde Staten) was om eerst het Gallipoli-schiereiland te veroveren, zodat de weg vrij zou zijn naar de Zwarte Zee.
Het Gallipoli-schiereiland (publiek domein)
De landing van de geallieerde troepen van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Australië op het schiereiland op die 25e april, waarbij men verwachtte snel te kunnen doorstoten richting Constantinopel. Dit bleek echter een misrekening.
Geallieerde landing op 25 april 1915 op het Gallipoli-schiereiland (foto: Charles Bean, gepubliceerd in “The Anzac Book”, Cassell Publishers, 1916)
Men had niet gerekend op grote tegenstand, maar het Ottomaanse leger, onder leiding van Mustafa Kemal (later bekend als Atatürk, de grondlegger en eerste president van het tegenwoordige Turkije), bleek niet te verslaan, de zomerhitte en winterkou deden de rest. Wat een snelle expeditie had moeten worden, zou zich maar liefst acht maanden voortslepen en ging ten koste van grote aantallen slachtoffers aan beide zijden. Het restant van de geallieerde troepen werd in de loop van december 1915 en in de eerste dagen van 1916 teruggetrokken, de campagne was mislukt.
Ottomaanse bevelhebbers, vierde van links: Mustafa Kemal (Atatürk) (circa 1881-1938) (publiek domein)
Aan geallieerde zijde betrof het aantal doden ruim 51.000 en 120.000 gewonden. Aan Nieuw-Zeelandse zijde ging het om om 3.431 doden en 4.140 gewonden en aan Australische zijde om 7.594 doden en 18.500 gewonden. De cijfers aan de Ottomaanse kant waren vergelijkbaar: 56.643 doden en 97.007 gewonden.
25 april 1916, de eerste Anzac-dag in Nieuw-Zeeland, hier in Petone, vlakbij Wellington (Collectie Alexander Turnbull Library, Wellington)
De gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld maakten in zowel Nieuw-Zeeland als in Australië diepe indruk en 25 april werd in beide landen al snel de dag waarop de doden herdacht werden. Direct vanaf de eerste herdenking in 1916 werd de dag Anzac-dag genoemd. Vanaf 1920 werd Anzac-dag een officiële wettelijk vastgestelde herdenkingsdag in Nieuw-Zeeland. Het was gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarin Nieuw-Zeelanders en Australiërs opnieuw actief aan de geallieerde strijd deelnamen, dat het in 1916 opgedoekte korps in Griekenland nieuw leven werd ingeblazen.
Hoewel de naam Australian and New Zealand Army Corps na de Tweede Wereldoorlog niet meer gebruikt werd, werd de militaire samenwerking tussen de twee landen gecontinueerd, waarbij de afkorting Anzac tegenwoordig tussen haakjes achter de naam van het desbetreffende korps of bataljon gezet wordt.
Anzac-dag poster(publiek domein)
De populariteit van de herdenkingsdag nam in de jaren vijftig tot en met tachtig van de vorige eeuw af, o.a. te wijten aan het verbod op commerciële activiteiten, maar nam vanaf de jaren negentig juist weer toe, met het afschaffen van het verbod. Een bekende traditie op Anzac-dag is het “gunfire breakfast” (“geweervuur-ontbijt”), koffie met rum, een herinnering aan een ochtendritueel dat vaak vooraf ging voordat men ten strijde trok. ’s Middags marcheren militairen veelal in parades in steden en dorpen.
Anzac-dag-herdenking bij het National War Memorial (1932) in Wellington (fotograaf onbekend)
Naast Nieuw-Zeeland en Australië is Anzac-dag ook een officiële herdenkingsdag in Tonga, Christmas Island, de Cocoseilanden, de Cookeilanden, Niue, Norfolkeiland en Tokelau.
De vlag van Nieuw-Zeeland is een Britse blue ensign met vier rode sterren aan de vluchtzijde.
Vanaf 1840 werd de Britse blue ensign gebruikt, een vlag met een blauw veld en de Union Flag of Union Jack in het kanton.
Links: Vlag van Nieuw-Zeeland (1840-1867), de blue ensign / Rechts: Vlag van Nieuw-Zeeland (1867-1869)
Vanaf 1867 werd aan de vluchtzijde een eigen symbool toegevoegd, NZ in rode letters, met een wit kader eromheen. Vanaf 23 oktober 1869 verschijnen dan de huidige sterren, die daarmee het NZ vervangen. Het was een ontwerp van de Nieuw-Zeelandse marine-officier Sir Albert Hastings Markham.
Links: Sir Albert Hastings Markham (1841-1918), foto uit 1904 (publiek domein) / Rechts: Leerlingen Jack en Rewi Moynihan hijsen de Nieuw-Zeelandse vlag bij de Shannon School (Noordereiland) in 1901 (publiek domein)
De vier rode sterren, wit omzoomd, stellen het sterrenbeeld Zuiderkruis voor. Net als in het sterrenbeeld worden de sterren naar onderlinge grootte afgebeeld: de grootste onderin, de kleinste aan de vluchtzijde en de overige twee daar net tussenin. Het gaat dan om de sterren Acrux, Becrux (ook wel Mimosa genaamd), Gacrux en Delta Crucis. Een vijfde, kleinere ster, Epsilon Crucis, wordt wel afgebeeld op de Australische vlag, maar niet op de Nieuw-Zeelandse.
Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw gingen er steeds meer stemmen op voor een nieuwe vlag. Op 11 maart 2014 kondigde toenmalig premier John Key een referendum aan voor 2015, waarin het volk een keus had tussen vijf vlagontwerpen (de shortlist). Op de 11e december kwam de winnaar uit de bus, de zogenaamde Silver Fern Flag, een ontwerp van Kyle Lockwood.
De silver fern (Cyathea dealbata), zilveren boomvaren in het Nederlands, is een van de symbolen van Nieuw-Zeeland. De varen verdeelt de vlag diagonaal in tweeën. Het vlak aan de broekingszijde is zwart, dat aan de vluchtzijde blauw met de gehandhaafde rode sterren uit 1869.
Tussen 3 en 24 maart 2016 werd vervolgens een 2e referendum gehouden, waarin de Nieuw-Zeelanders hun keus konden uitspreken voor de nieuwe Silver Fern Flag of voor handhaving van de ‘oude’ vlag. De uitslag van dit referendum was 56,7% voor de bestaande vlag en 43,3% voor de nieuwe, waarbij dus alles bij het oude bleef. Desalniettemin is de Silver Fern her en der in het straatbeeld te zien, weliswaar officieus, maar wel populair.
Links: Tino Rangatiratanga (Maori-vlag) / Rechts: Linda Munn, een van de ontwerpers van de vlag
Naast deze twee vlaggen is er nog een derde belangrijke vlag in Nieuw-Zeeland, nl. die van de Maori, de oorspronkelijke bewoners van het land (dat zij Aotearoa noemen). Deze vlag, Tino Rangatiratanga genaamd, werd in 1990 ontworpen door Hiraina Marsden, Jan Smith en Linda Munn. De traditionele kleuren van Nieuw-Zeeland, zwart, wit en rood zijn hier gebruikt (net als bij de Silver Fern).
De vlag laat een witte balk zien die op 1/3 van de broeking deels tot bijna een cirkel inkrult. Boven de balk is het veld zwart, eronder rood. Het symboliseert de natuurlijke balans, zoals actief/passief, mannelijk/vrouwelijk, aarde/lucht, enz.
Overige vlaggen
Naast deze vlaggen is er nog een fiks aantal andere vlaggen in gebruik in Nieuw-Zeeland. Hieronder een kleine dwarsdoorsnee:
Links: Red ensign van Nieuw-Zeeland (koopvaardijvlag) / Rechts: White ensign van Nieuw-Zeeland (marinevlag)Links: Luchtmachtvlag van Nieuw-Zeeland / Rechts: Burgerluchtvaartvlag van Nieuw-ZeelandLinks: Politievlag van Nieuw-Zeeland / Rechts: Koninklijke standaard van Nieuw-Zeeland, met de gekroonde letter E van de twee jaar terug overleden Koningin Elizabeth II, met haar dood is deze standaard vervallen, over een nieuwe standaard voor Koning Charles III is nog geen besluit genomen