Tagarchief: Midden-Amerika

Honduras – Cumpleaños de Francisco Morazán / Geboortedag van Francisco Morazán (1792)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Zoals al vaker gememoreerd in dit blog is de geschiedenis van Latijns-Amerika turbulent geweest en dat geldt zeer zeker voor de Midden-Amerikaanse landen. Een korte uiteenzetting van de historie van dit gebied is dan ook op z’n plaats!

Voorgeschiedenis

Tussen 1609 en 1821 vormden deze landen het zogenaamde Capitanía General de Guatemala (Kapiteinschap Generaal van Guatemala), ook wel het Reino de Guatemala (Koninkrijk Guatemala) geheten.

Dit gebied was zelf weer een onderdeel van het Virreinato de Nueva España (Vicekoninkrijk Nieuw Spanje) wat tevens Mexico omvatte en grote delen van de tegenwoordige Verenigde Staten, delen van het noordwesten van Zuid-Amerika en verscheidene Caribische eilanden. Deze gebieden vielen onder de Spaanse Kroon.

Vicekoninkrijk Nieuw Spanje
Het Virreinato de Nueva España (Vicekoninkrijk Spanje) in het grotere geheel (© elhistoriadores.wordpress.com)

Vanaf 1808 begon het grote Spaanse Rijk te desintegreren, dankzij de opkomst van Napoleon, die een groot deel van Spanje bezette, de Spaanse koning aan de kant schoof en zijn broer Joseph op de Spaanse troon zette. Het wakkerde onafhankelijkheidsbewegingen aan in geheel Latijns-Amerika en hoewel koning Ferdinand VII na de val van Napoleon zijn troon weer innam, was de geest al uit de fles.

Dit leidde een aantal jaren later naar de opstelling van een onafhankelijkheidsverklaring van het Kapiteinschap Generaal van Guatemala. Op 15 september 1821 werd het door de provincies van dit gebied geratificeerd, waardoor Honduras, Guatemala, El Salvador, Costa Rica en Nicaragua zich onafhankelijk verklaarden.

Kapiteinschap
Het Kapiteinschap Generaal van Guatemala (1821-1822)

Ook noorderbuur Mexico had zich vrijgemaakt en was nu het (Eerste) Keizerrijk Mexico onder keizer Agustín I, een voomalige legerofficier. Kort hierna kwam er een voorstel van de keizer aan de vijf Midden-Amerikaanse landen om zich bij het keizerrijk aan te sluiten.

guatemala 02 kaart
Links: Keizer Agustín I (Agustín de Iturbide) (1783-1824), schilderij door Primitivo Miranda (1822-1897) uit 1860 / Rechts: Het grondgebied van het Eerste Keizerrijk Mexico

El Salvador was tegen, maar de rest vóór, zodat op 6 januari 1822 de aansluiting een feit was. Het keizerrijk was echter een kort leven beschoren, na tegenstand en intrekking van steun aan de keizer door de meeste Mexicaanse provincies en militairen, koos Agustin eieren voor z’n geld. Hij abdiceerde en vluchtte het land uit, Hiermee viel het keizerrijk uit elkaar. Mexico werd een federale republiek en de vijf Midden-Amerikaanse landen vormden vanaf 1823 hun eigen republiek, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika). Deze nieuwe staat bestond tot 1841, waarna de vijf landen onafhankelijke staten werden.

Francisco Morazán

En dan komen we bij onze hoofdrolspeler van vandaag. Francisco Morazán Quesada werd op 3 oktober 1792 geboren in Tegucigalpa, tegenwoordig de hoofdstad van Honduras.
Morazán werd dus nog net in de koloniale tijd geboren.

Francisco Morazán Quesada (1792-1842), het enige contemporaine portret wat van Morazán bekend is, waarschijnlijk vóór 1839, artiest onbekend

Toen het Kapiteinschap Generaal van Guatemala uiteenviel (1821) was Morazán politiek actief. Hij was loco-burgemeester van Tegucigalpa en advocaat bij strafrechtzaken.
Zijn ster rees zo snel dat hij in 1823 betrokken was bij de oprichting van de Federale Republiek van Centraal-Amerika (Verenigde Provincies van Centraal Amerika), het samenwerkingsverband van Honduras, Guatemala, El Salvador, Costa Rica en Nicaragua.
In 1824 werd hij gekozen als minister voor Honduras in deze federatie.

Op 10 mei 1827 pleegde luitenant-generaal José Justo Milla met een legertje aanhangers een staatsgreep die de Hondurese vertegenwoordiging in de federale vertegenwoordiging overnam. Francisco Morazán trok als militair leider tegen Milla ten strijde en versloeg de troepen van Milla op 11 november in de Batalla de la Trinidad (Slag van La Trinidad), zuidelijk van Tegucigalpa.

De slag van La Trinidad op een Hondurees bankbiljet van 5 lempira

Toen Morazán vervolgens op verzoek van El Salvador ook daar een opstand neersloeg, steeg zijn populariteit en faam tot grote hoogte. Uiteindelijk leidde dit tot zijn verkiezing tot president van de federale republiek van de vijf landen.
Onder zijn leiding werd een groot aantal hervormingen doorgevoerd: invoering van de vrije meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van godsdienst, gelijkheid voor iedereen en een rechtssysteem met jury.

In 1839, aan het einde van zijn tweede ambtstermijn, brak er een burgeroorlog uit in de federatie, zodat nieuwe verkiezingen niet mogelijk waren. Hij werd later dat jaar wel president van El Salvador en probeerde vanuit die positie in maart 1840 de federatie te herstellen, maar dat liep op niets uit, waarna hij in ballingschap naar Colombia vertrok.

In 1842, toen de federatie al uiteengevallen was, dook hij opnieuw op in Midden-Amerika en wel in Costa Rica. Hier wierp hij zich op als leider van de oppositie tegen de nationale leider (de titel van president bestond toen nog niet in Costa Rica) Braulio Carillo, die zichzelf tot ‘leider voor het leven’ had uitgeroepen.
Morazán versloeg Carillo en nam zijn plaats in als leider van Costa Rica. Vanuit die positie probeerde hij opnieuw de federatie nieuw leven in te blazen, maar het was een gepasseerd station. De bevolking keerde zich tegen hem. Het leidde tot zijn arrestatie en die van generaal Vicente Villaseñor. Beiden werden geëxecuteerd op het centrale plein in San José op 15 september 1842.
Morazán’s laatste boodschap was tot Villaseñor vlak voor de executie: “Querido amigo, la posteridad nos hará justicia” (“Beste vriend, het nageslacht zal ons recht doen”). Daarna sloeg hij een kruis, waarna hij zelf het commando tot vuren gaf.

Een zogenaamde “artist’s impression” van de executie van Francisco Morazán

Na zijn dood zou Morazán uitgroeien tot een martelaar. Zijn constante streven om de vijf landen van de uiteengevallen federatie weer te verenigen is nog steeds actueel. Er is het CA-4 samenwerkingsverband tussen Honduras, Guatemala, El Salvador en Nicaragua, waarin gestreefd wordt tot verdere integratie. Het vijfde land, Costa Rica, moet hier echter niets van weten.

El Salvador was in maart 1887 het eerste Midden-Amerikaanse land wat Morazán eerde door de naam van het departement Gotera te vervangen door Morazán.
Guatemala volgde kort daarna, op 15 november 1887, met het besluit om de stad Tocoy Tzimá om te dopen tot Morazán.
Honduras veranderde in 1943 de naam van het departement Tegucigalpa in Francisco Morazán.
In Nicaragua werd in 1945 Port Morazán gesticht.
Costa Rica, waar hij de dood vond, noemde een park in San José naar hem.

Links: Morazán op een Salvadoreense munt van 25 centavos uit 1944 / Rechts: Buste van Morazán in Marcala, La Paz, Honduras (© Kes47)

Talloze standbeelden en bustes van Morazán zijn te vinden in Midden-Amerika, maar ook in Spanje, Chili, de Verenigde Staten. Een groot ruiterstandbeeld van Morazán is te vinden in zijn eigen stad Tegucigalpa.
Begraven ligt hij in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador.

Links: Grafmonument van Morazán in San Salvador, El Salvador / Rechts: Ruiterstandbeeld van Morazán op het Plaza Morazán in Tegucigalpa, Honduras

De geboortedag van Morazán is een officiële feestdag in Honduras. Overheidsinstanties, postkantoren, scholen, maar ook veel winkels zijn deze dag gesloten.
De dag staat tevens bekend als Día de Soldado (Dag van de Soldaten).

Aankondiging voor de feestdag met het ruiterstandbeeld van Morazán

De vlag

De vlag van Honduras is een horizontale driekleur in blauw-wit-blauw met in het midden van de witte baan vijf blauwe achtpuntige sterren, waarvan er één precies in het midden staat, links en rechts geflankeerd door de andere, onder elkaar geplaatste sterren.

Honduras vlag
Vlag van Honduras (1949-heden)

Net als de andere vier Midden-Amerikaanse landen, is de vlag van Honduras gebaseerd op die van de ‘superstaat’ die tussen 1823 en 1841 bestond, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) geheten. De vlag van deze staat was op zijn beurt weer gebaseerd op die van Argentinië.

honduras 01
De vlaggen van Argentinië en de Federale Republiek van Centraal Amerika, ook wel de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Na het opdoeken van de superstaat behield Honduras wel de horizontale banen en de kleur blauw, maar dan een stuk donkerder, de witte baan bleef ‘leeg’. De vlag veranderde opnieuw in 1866: het blauw werd weer een paar tinten lichter en kreeg de vijf sterren op de vlag die het nu nog heeft en daarmee in feite de vlag was zoals we hem nu nóg kennen, ware het niet dat de sterren hier op hun punt staan. Ook werd er af en toe met de sterren geschoven. Zo komt de vlag in de 19e eeuw ook voor met de vijf sterren in een halve cirkel.

honduras 01 vlaggen drie
Historische vlaggen van Honduras, v.l.n.r.: 1839-1866, 1866-1898, 1866-1898 (alternatieve versie)

Tussen 1898 en 1949 staan de sterren weer netjes op hun vertrouwde plek, maar nu in goud. Vanaf dat jaar veranderen ze terug naar blauw en worden ze iets gekanteld, waardoor ze nu op twee punten staan.

Honduras vlag 1898-1949
Vlag van Honduras (1898-1948)

De twee blauwe banen symboliseren de twee oceanen waaraan Honduras grenst: de Atlantische en de Stille Oceaan, maar staan tevens voor de blauwe hemel en voor broederschap.
De vijf sterren herinneren aan de gezamenlijke geschiedenis van de vijf Midden-Amerikaanse landen.

Honduras marinevlag
Vlag van de Hondurese marine

Een aparte vlag is er voor de Fuerza Naval de Honduras, de Hondurese marine. Hier zijn de donkerder kleuren behouden die de vlag tussen 1833 en 1866 had. Op de witte baan is het staatswapen aangebracht, met daaronder de vijf sterren in een halve cirkel.

Het wapen van Honduras is -voorzichtig uitgedrukt- een hele toestand! Hieronder extra groot afgebeeld om de vele details te kunne waarnemen.

Honduras wapen
Het wapen van Honduras, ingevoerd in 1838, officieel erkend in 1866 en licht gewijzigd in 1935

In het midden een ovalen wapenschild met in gouden kapitalen het randschrift REPUBLICA DE HONDURAS, LIBRE, SOBERANA E INDEPENDENTE en in een iets kleinere letter 15 DE SEPTIEMBRE DE 1821 (REPUBLIEK HONDURAS, VRIJ, SOEVEREIN EN ONAFHANKELIJK – 15 SEPTEMBER 1821).

Op het schild staan verschillende elementen die ook bij de andere Midden-Amerikaanse landen zijn te vinden en die teruggaan op het wapen van de ‘superstaat’, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika).

Centraal staat een gemetselde piramide, symbool voor recht en gelijkberechtigheid. Twee torens staan vóór de piramide: zij staan voor de bereidheid het grondgebied te verdedigen. Tussen de torens een vulkaan met daarboven een rode zon met gele gloed en daarachter een regenboog. De onderkant van het wapen wordt ingenomen door de oceaan en de bovenkant door een blauwe lucht met witte wolken.

Boven het wapenschild steekt een pijlenkoker met zeven gevederde pijlen in verschillende kleuren, symbool voor de oorspronkelijke inheemse bevolking. Aan weerszijden hiervan, langs het schild naar beneden afhangend, twee gouden hoornen van overvloed met bloemen en vruchten. De hoornen zijn aan hun bovenkanten verbonden middels een touw.

Het wapenschild rust aan de onderkant op een heuvelachtig landschap in naturalistische kleuren, met eiken- en pijnbomen en land- en mijnbouwgereedschap en twee mijningangen, symbool voor de rijkdom van het land.

Costa Rica – Día de Juan Santamaría / Juan Santamaría-dag (1856)

Deze dag herinnert aan de Costa Ricaanse oorlogsheld Juan Santamaría (1831-1856). Het verhaal begint in zijn sterfjaar 1856, hij is dan 24 jaar.

Links: William Walker (1824-1860) (© latinamericanstudies.org) / Rechts: President Juanito Mora (voluit: Juan Rafael Mora Porras – 1814-1860) (Collectie La Galería de Patriotas Latinoamericanos, Buenos Aires, maker onbekend)

In dat jaar is de Amerikaanse journalist , advocaat, avonturier en (uiteindelijk oorlogsmisdadiger) William Walker actief in Midden-Amerika. Hij probeert er vanaf 1855 met een leger van huurlingen slavenkolonies te stichten, beginnend in Costa Rica’s buurland Nicaragua. In 1856 slaagt hij er inderdaad in de regering omver te werpen. Hij laat weten het hier niet bij te laten en kondigt aan dat hij grotere delen van Midden-Amerika onder zijn controle wil brengen.

De Costa Ricaanse president Juan Rafael Mora Porras is niet van plan lijdzaam af te wachten en hij roept zijn bevolking op legers te vormen en op te trekken naar Nicaragua. Juan Santamaría, geboren in Alajuelita in 1831 als ‘onecht’ kind (zoals dat in die tijd heette), was een arme arbeider in 1856 en besloot zich aan te sluiten bij het volksleger als tamboer.

Men marcheerde door het zuidwesten van Nicaragua naar de stad Rivas, waar een deel van de troepen van Walker zich bevond. Men bereikte Rivas op 8 april en op 11 april werd er slag geleverd. De slag staat nu bekend als de Batalla de Rivas en eindigde onbeslist.
Walkers troepen trokken zich terug in een uitspanning in het centrum van de stad. De Salvadoraanse generaal die de Costa Ricaanse troepen aanvoerde, José María Cañas,  stelde op 11 april voor dat geprobeerd moest worden om het gebouw met een fakkel in brand te steken. De eerste soldaten die het probeerden slaagden er niet in.

Standbeeld uit 1891 van Juan Santamaría in Alajuela, een werk van de Franse beeldhouwer Aristide Croisy (1840-1899) (© links: Manunuezp / rechts: © Erick Chavarría)

Uiteindelijk wilde Juan Santamaría het op 12 april wel proberen op voorwaarde dat mocht hij het leven laten er voor zijn moeder gezorgd zou worden. Hij werd geraakt door vijandelijk vuur vanuit de herberg, maar al stervende zag hij kans zijn taak te volbrengen en kort daarna stond het hele bouwsel in de brand.
Het bleek een keerpunt in de verdere strijd en op 1 mei 1857 gaf Walker zichzelf over.

Twee Costa Ricaanse postzegels met de beeltenis van het standbeeld van Juan Santamaría (links: uitgave 1910 / rechts: uitgave 1907)

Historici verschillen van mening of het allemaal precies zo gebeurd is, feit is wel dat Santamaría’s moeder vanaf november 1857 een pensioen krijgt uitgekeerd.

Keerzijde van een bankbiljet van 100 colones uit 1959 met de beeltenis van het standbeeld van Juan Santamaría (© Banco Central de Costa Rica)

De vlag

Vlag van Costa Rica – met en zonder wapen

De Costa Ricaanse (staats)vlag is een horizontale vijfkleur: in het midden een brede rode baan, die net zo hoog is als de 2×2 banen erboven en eronder, respectievelijk blauw-wit en wit-blauw. in de rode baan, links van het midden bevindt zich het staatswapen.
Daarnaast wordt ook de civiele vlag gebruikt, met als enig verschil dat het wapen hierop ontbreekt.

De Argentijnse vlag heeft direct invloed gehad op vlagontwerpen van andere Midden- en Zuid-Amerikaanse staten.

Vlag Argentinië
Vlag van Argentinië

De van 1823 tot 1838 bestaande staat Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) gebruikte een vlag die in wezen een kopie was van die van Argentinië, zij het met zijn eigen staatswapen.

Provincias Unidas del Centro America 2
Vlag van de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Toen deze staat uiteenviel in 1838 in de huidige nog bestaande landen Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua en Costa Rica, namen alle vijf landen de blauwe strepen (in verschillende tinten) mee naar hun eigen vlaggen, alleen Costa Rica voegde een rode streep toe. Verder is ook de vlag van Uruguay op die van Argentinië gebaseerd, niet alleen het blauw-wit, maar ook de sol de mayo. Ook Paraguay heeft het blauw-wit overgenomen, maar heeft net als Costa Rica een rode baan toegevoegd.

afgeleiden argentinie 1
De vlaggen van Guatemala, Honduras en El Salvador
afgeleiden argentinie 2
De vlaggen van Nicaragua, Costa Rica, Uruguay en Paraguay

Zoomen we verder even in op de vlag van Costa Rica: de rode baan werd in 1848 toegevoegd, na de Franse Revolutie van dat jaar. Mét de rode baan erbij had de Costa Ricaanse vlag nu de revolutionaire kleuren van de Franse tricolore, terwijl ook de blauwe en witte kleuren van de oude vlag bleven bestaan.

Het ontwerp van de vlag was van Patricia Fernández, de vrouw van president José María Castro Madriz.

Links: Patricia Fernández (1828-1885) (© museocostarica.go.cr) / Rechts: Onder het portret van haar man, de president van Costa Rica, naait Patricia Fernández de eerste Costa Ricaanse vlag, tekening door Manuel de la Cruz González (1909-1986)

Het staatswapen stond in 1848 nog middenin de vlag, in 1906 volgde er een aanpassing: het werd verder naar de broekingszijde verplaatst, iets verkleind en in een witte ovaal geplaatst, verder werden er een aantal militaristische symbolen verwijderd plus een hoorn des overvloeds.

Wapen van Costa Rica

Het wapen van Costa Rica is gevat in een golvende sierrand en laat het land in een soort van minivorm zien, ingeklemd tussen de Caribische Zee en de Stille Oceaan, ieder van een zeilschip voorzien.  Verder zijn er drie vukanen afgebeeld met rookpluimpjes erboven (sinds 1998) en zeven sterren. De sterren staan voor het aantal provincies (tot 1964 waren dat vijf sterren voor vijf provincies).
Verder zien we links een rijzende zon en boven het tafereel een witte banderol met daarop de naam van het land: Republica de Costa Rica. 
Boven de wapenrand zien we dan nog een lichtblauwe, naar achteren gestrikte blauwe banderol, waarop de tekst: America Central.

De kleuren in de vlag worden als volgt uitgelegd: blauw staat voor de hemel, kansen, idealisme en vasthoudendheid; wit staat voor vrede, wijsheid en geluk; rood staat voor het verspilde bloed van de martelaren in oorlogstijd en voor de warmte en vrijgevigheid van het Costa Ricaanse volk.

Belize – Baron Bliss Day / Baron Bliss-dag (1927)

Vandaag viert Belize Baron Bliss Day, een officiële feestdag. De dag werd ingesteld kort na de dood van Henry Edward Ernest Victor Bliss, 4e baron van Bliss in 1926, toen het land nog bekend stond onder de naam Brits Honduras.

Belize map
Locatie Belize (© slickrock.com)

In 1964 kreeg de toenmalige Britse kolonie zelfbestuur. In 1973 werd de naam van het land in Belize veranderd, waarna het op 21 september 1981 onafhankelijk werd.

Kaart van Belize (© freeworldmaps.net)

Terug naar de baron van Bliss. Geboren in 1869 in Buckinghamshire in Engeland, raakte hij in 1911 deels verlamd, waarschijnlijk door polio en kwam daardoor in een rolstoel terecht. Hij had inmiddels zakelijk goed geboerd en zat er mede door de erfenis van zijn vader (die in 1890 was overleden) warmpjes bij.

Zijn grootste hobby was zeilen en in 1920 liet hij z’n vrouw in Engeland achter om aan een lange zeiltocht te beginnen. Of hij van tevoren wist dat hij niet meer terug zou keren is niet bekend, maar dat is wel wat er gebeurde!

Baron Bliss (1869-1926) (© guidetobelize.info)

De baron zeilde naar het Caribisch gebied en heeft die regio nooit meer verlaten. Hij woonde vervolgens vijf jaar op de Bahamas en vertrok toen naar Trinidad. Hier bleef hij maar kort en op het moment dat hij weer vertrok, had hij een ernstige voedselvergiftiging opgelopen. Nadat hij op Jamaica weer enigszins hersteld was, besloot hij op een uitnodiging in te gaan van zijn vriend Willoughby Bullock, procureur-generaal in Brits Honduras.

Baron Bliss in zijn rolstoel op zijn jacht de Sea King (publiek domein)

Zodoende arriveerde Bliss op 14 januari 1926 in de haven van Belize City. Zijn gezondheid verbeterde verder en in de weken daarna verkende hij de kust van de Britse kolonie en gaf zich over aan zijn hobby: vissen. Hij voelde zich helemaal in zijn element.

Helaas zou dat niet lang duren. In de tweede week van februari werd hij ziek en artsen stelden vast dat hij niet lang meer te leven had. Op 17 februari veranderde hij zijn testament en liet vastleggen dat het grootste deel van zijn fortuin zou worden nagelaten aan Brits Honduras. Op 9 maart overleed hij op zijn boot, waarna hij begraven werd in Belize City.

Links: Baron Bliss Light een uit 1885 daterende vuurtoren van 16m hoogte, in Belize City, na de dood van de baron naar hem vernoemd (© belezenen.com) / Rechts: Graf van Baron Bliss naast de vuurtoren, geheel volgens zijn laatste wens werd hij vlakbij zee begraven in de buurt van een vuurtoren (© stereoscopie.fr)

Na aftrek van inkomstenbelasting voor de Britse schatkist en toelages voor zijn vrouw en personeel, bleef er ruim een half miljoen pond over voor Brits Honduras. Dit geld werd vastgezet in een trustfonds, waarbij een deel hiervan in aandelen werd belegd. Van de rente werden (en worden) allerlei projecten in Brits Honduras/Belize betaald, waarvan vooral de gezondheidszorg en het onderwijs geprofiteerd hebben.

Een vast vedrag was bestemd voor een jaarlijkse zeilwedstrijd en die wordt tot op heden nog steeds gehouden op Baron Bliss Day.
Sinds 2010 staat deze dag ook bekend onder de naam National Heroes and Benefactors Day (Nationale Helden en Weldoeners-dag), maar dat ligt toch minder makkelijk in de mond!

De vlag

Vlag van Belize (1981-heden)

De vlag is blauw met het staatswapen in het midden en twee rode banen, boven en onder.

Vanaf 1870 tot aan de onafhankelijkheid in 1981 gebruikte Brits Honduras (Belize vanaf 1973) een Britse blue ensign, met de Union Flag of Union Jack in het kanton en het symbool voor de kolonie (de zogenaamde badge) op het uitwaaiende gedeelte.

Vlag Brits Honduras tot 1981
Vlag van Brits Honduras/Belize 1870-1981

De badge is een in drieën gedeeld schild, waarop linksboven opnieuw de Union Flag of Union Jack, rechtsboven vier werktuigen (twee bijlen en twee zagen) en onderin een driemaster met volle zeilen en de red ensign (de Britse handelsvlag) voerend. Dit geheel vormde de ‘kleine’ versie van het staatswapen. Het ‘grote’ wapen is uitgebreider met o.a. twee schildhouders en een wapenspreuk.

Badge Brits Honduras
Badge van Brits Honduras

De huidige vlag is bijna identiek aan de vlag die vanaf 1950 gevoerd werd door de People’s United Party (PUP), die streefde naar onafhankelijkheid van de toenmalige kolonie. Die vlag was blauw met daarop het ‘grote’ staatswapen.
Sinds 1967 is het wapen enigszins aangepast, dus laten we daar eerst eens naar kijken:

Vlag PUP
De onofficiële vlag van Brits Honduras/Belize van de PUP (1950), voorloper van de huidige vlag

De eerste versie van het ‘grote’ rijkswapen werd ingesteld op 28 januari 1907. De verschillen vanaf 1967 in het ‘kleine’ wapenschild: de Union Flag of Union Jack is verdwenen. Er zijn nog steeds vier werktuigen te zien, maar nu verdeeld over de twee bovenste schildvakken. In plaats van twee bijlen en twee zagen zien we nu een voorhamer en een roeispaan (linksboven) en een zaag en een bijl (rechtsboven). Het schip onderin is gehandhaafd.

Belize groot wapen
Het rijkswapen van Brits Honduras/Belize, 1967-heden

De twee schildhouders zijn heel ongebruikelijk: het zijn twee personen met ontbloot bovenlijf, die tot 1967 een bruine huidskleur hadden en nu blank (soms ook geel) en bruin gekleurd zijn. De linker man heeft een bijl over zijn schouder, de rechter een roeispaan. Samen met het schild zijn ze op een ondergrond van gras geplaatst.

Boven het schild torent een mahonieboom en de onderkant wordt gevormd door een witte banderol met daarop de tekst Sub umbra floreo (Ik bloei in de schaduw). Het wapen wordt omkranst door een cirkel van 25 bladeren.

Veel van de symboliek heeft te maken met de houtindustrie en dan speciaal die in mahoniehout.

Bij de onafhankelijkheid in 1981 werden twee smalle horizontale banen toegevoegd, één boven, één onder, voor de oppositiepartij, de United Democratic Party (UDP).

Belize – Garífuna Settlement Day / Garífuna Vestigingsdag (1941)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Garífuna Settlement Day is een officiële feestdag. De dag herdenkt, zoals de naam al doet vermoeden, het vestigen van deze etnische groep in Belize, maar viert in ruimere zin het erfgoed van deze bevolkingsgroep.

Eerst even iets over de naam Garífuna. Strikt genomen verwijst de term naar het individu of de taal. Het meervoud is Garanigu, dus dit woord zou beter op zijn plaats zijn voor de collectieve aanduiding van het volk. Toch is de meervoudsvorm eigenlijk nooit ingeburgerd geraakt voor deze bevolkingsgroep, dus houdt men het liever op Garífuna.

Deze etnische groep uit het Caribische gebied stamt af van Indianen en Afrikaanse slaven en vanwege hun huidskleur worden ze ook wel de Black Caribs genoemd. Ze waren vanaf de 17e eeuw voornamelijk woonachtig in de regio van wat nu Saint Vincent en de Grenadines is.

Cariben map
Kaart van de Cariben, net noordelijk van het oosten van Venezuela liggen Saint Vincent en de Grenadines, helemaal links op de kaart ligt Honduras (© nationsonline.org)

In de 18e eeuw raakte de bevolkingsgroep in conflict met Britse troepen, waarbij Garífuna-leider Joseph Chatoyer gedood werd. Vervolgens werden de Garífuna in 1797 door de Britten verbannen uit hun regio.
Een groep van 2000 kwam op 12 april 1797 aan op het eiland Roatán, voor de kust van Honduras. Hierna verspreidden ze zich over een groot gebied in Midden-Amerika, waaronder ook Brits Honduras, het tegenwoordige Belize.
Vooral in de 10.000 inwoners tellende zuidelijke stad Dangringa (tot 1975 Stann Creek Town geheten) wonen veel Garífuna.

belize 03
Links: Joseph Chatoyer (?-1795) met zijn vrouwen, schilderij uit circa 1765-1768 door Agostino Brunias (±1730-1796) (publiek domein)  / Rechts: Thomas Vincent Ramos (1887-1955) (publiek domein)

De herdenkingsdag van vandaag werd in 1941 ingevoerd op initiatief van Thomas Vincent Ramos, een burgerrechten-activist. Vanaf 1943 werd het een officiële feestdag in enkele zuidelijke districten van (toen nog) Brits Honduras. Vanaf 1977 is het een nationale feestdag.
Op deze dag wordt de historie van de Garífuna herdacht, maar tevens wordt de cultuur uitbundig gevierd.

belize 01
Links: Garífuna Settlement Day, het naspelen van de aankomst in Midden-Amerika, compleet met Garífuna-vlaggen (© Tony Rath, 2015 / © TonyRath.com) / Rechts: Parade op Garífuna Settlement Day, met links de Garífuna-vlag, rechts de nationale vlag van Belize (screenshot)

In Belize wappert op deze dag de nationale vlag, maar de Garífuna hebben ook een eigen vlag. Het is een horizontale driekleur in zwart-wit-donkergeel (bijna oranje). De vlag komt in verschillende variaties voor, soms zijn de kleuren precies andersom. Vaak wordt op de middelste baan het wapen van de National Garífuna Coucil of Belize (NGC) geplaatst.

belize 02
Links: Vlag van de Garífuna / Rechts; Het wapen van de National Garífuna Coucil of Belize (NGC), wat soms wel, soms niet op de Garífuna-vlag voorkomt

De vlag

Belize vlag
Vlag van Belize (1981-heden)

Vanaf 1870 tot aan de onafhankelijkheid in 1981 gebruikte Brits Honduras (Belize vanaf 1973) een Britse blue ensign, met de Union Flag of Union Jack in het kanton en het symbool voor de kolonie (de zogenaamde badge) op het uitwaaiende gedeelte.

Vlag Brits Honduras tot 1981
Vlag van Brits Honduras/Belize 1870-1981

De badge is een in drieën gedeeld schild, waarop linksboven opnieuw de Union Flag of Union Jack, rechtsboven vier werktuigen (twee bijlen en twee zagen) en onderin een driemaster met volle zeilen en de red ensign (de Britse handelsvlag) voerend. Dit geheel vormde de ‘kleine’ versie van het staatswapen. Het ‘grote’ wapen is uitgebreider met o.a. twee schildhouders en een wapenspreuk.

Badge Brits Honduras
Badge van Brits Honduras

De huidige vlag is bijna identiek aan de vlag die vanaf 1950 gevoerd werd door de People’s United Party (PUP), die streefde naar onafhankelijkheid van de toenmalige kolonie. Die vlag was blauw met daarop het ‘grote’ staatswapen.
Sinds 1967 is het wapen enigszins aangepast, dus laten we daar eerst eens naar kijken:

Vlag PUP
De onofficiële vlag van Brits Honduras/Belize van de PUP (1950), voorloper van de huidige vlag

De eerste versie van het ‘grote’ rijkswapen werd ingesteld op 28 januari 1907. De verschillen vanaf 1967 in het ‘kleine’ wapenschild: de Union Flag of Union Jack is verdwenen. Er zijn nog steeds vier werktuigen te zien, maar nu verdeeld over de twee bovenste schildvakken. In plaats van twee bijlen en twee zagen zien we nu een voorhamer en een roeispaan (linksboven) en een zaag en een bijl (rechtsboven). Het schip onderin is gehandhaafd.

Belize groot wapen
Het rijkswapen van Brits Honduras/Belize, 1967-heden

De twee schildhouders zijn heel ongebruikelijk: het zijn twee personen met ontbloot bovenlijf, die tot 1967 een bruine huidskleur hadden en nu blank (soms ook geel) en bruin gekleurd zijn. De linker man heeft een bijl over zijn schouder, de rechter een roeispaan. Samen met het schild zijn ze op een ondergrond van gras geplaatst.

Boven het schild torent een mahonieboom en de onderkant wordt gevormd door een witte banderol met daarop de tekst Sub umbra floreo (Ik bloei in de schaduw). Het wapen wordt omkranst door een cirkel van 25 bladeren.
Veel van de symboliek heeft te maken met de houtindustrie en dan speciaal die in mahoniehout.

Bij de onafhankelijkheid in 1981 werden twee smalle horizontale banen toegevoegd, één boven, één onder, voor de oppositiepartij, de United Democratic Party (UDP).

Honduras – Día del Ejército / Dag van het Leger (1956)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Op de Día del Ejército (Dag van het Leger) wordt het Hondurese leger in het zonnetje gezet. De dag staat ook bekend als Día de las Fuerzas Armadas (Dag van de Strijdkrachten).

Kaart van Midden-Amerika (© freeworldmaps.net)

De dag herinnert aan de staatsgreep van 21 oktober 1956. Aanleiding van deze machtsovername lag in 1954. Bij de presidentsverkiezingen in oktober van dat jaar kreeg geen van de kandidaten de vereiste absolute meerderheid.
Volgens de Hondurese grondwet moest in een dergelijk geval de Nationale Vergadering van Honduras een keuze maken. Het Congres was echter verdeeld, waardoor chaos dreigde.

Zittend president en hartpatiënt Juan Manuel Gálvez vertrok in november, middenin deze onduidelijke situatie, naar Miami voor een medische behandeling.
Vice-president Julio Lozano nam de presidentiële taken over en gebruikte de warrige situatie om op 5 december het parlement naar huis te sturen, waarmee hij alle macht naar zich toe trok.

Links: Juan Manuel Gálvez (1887-1972) / Rechts: Julio Lozano (1885-1957)

Zijn volgende stap was het vormen van een coalitieregering, wat hem lukte met de Partido Liberal de Honduras (PLH), Partido Nacional de Honduras (PNH) en de Movimiento Nacional Revolucionario (MNR). Ook beloofde Lozano nieuwe verkiezingen.

In eerste instantie was er veel steun voor Lozano. Helaas bleek hij steeds meer dictatoriale trekjes te krijgen, de beloofde verkiezingen kwamen niet en hij vormde een nieuwe partij de Partido Unión Naciona (PUN), waarmee hij op een éénpantijstelsel leek aan te sturen. Dit stuitte in 1955 op fel verzet van de PLH en de PNH.
De bevolking verloor het vertrouwen in Lozano en in 1955 en 1956 waren er verschillende opstanden tegen zijn regime, waaronder één van 400 soldaten die neergeslagen werd door regeringstroepen.

Hoewel de regeringscoalitie in naam nog bestond, waren inmiddels verschillende PLH-leiders gearresteerd.
In oktober 1956 werden er door Lozano eindelijk nieuwe verkiezingen gehouden.
Deze verkiezingen werden door bijna alle oppositiepartijen geboycot. Zij stelden dat het hele proces gemanipuleerd werd om de aanhangers van de president de bevoordelen.

De resultaten leken dit vermoeden te bevestigen toen Lozano’s partij PUN alle 56 zetels in het Congres won. De overwinningsroes van Lozano duurde niet lang.
Op 21 oktober werd hij bij een militaire staatsgreep afgezet. Onder de militaire leiders bevond zich o.a. Roberto Gálvez Barnez, zoon van Lozano’s voorganger.
Lozano en zijn vrouw werden uit het land verbannen en zouden beiden in 1957 in Miami overlijden.

Links: Roberto Gálvez Barnez (1925-1995) / Rechts: Ramón Villeda Morales (1909-1971)

Voor korte tijd werd Honduras bestuurd door een militaire junta. Na nieuwe verkiezingen in 1957 werd Ramón Villeda Morales de nieuwe president. Hoewel hij het land zeer zeker in een meer democratische richting manoeuvreerde, hielden de militairen veel invloed op de achtergrond.

Vanaf 1963 werden de touwtjes echter weer strak aangetrokken toen het militaire regime weer alles voor het zeggen kreeg. Het duurde tot 1982 voordat Honduras voor het eerst sinds lange tijd weer een democratisch gekozen regering kreeg.

De vlag

Vlag van Honduras (1949-heden)

De vlag van Honduras is een horizontale driekleur in blauw-wit-blauw met in het midden van de witte baan vijf blauwe achtpuntige sterren, waarvan er één precies in het midden staat, links en rechts geflankeerd door de andere, onder elkaar geplaatste sterren.

Net als de andere vier Midden-Amerikaanse landen, is de vlag van Honduras gebaseerd op die van de ‘superstaat’ die tussen 1823 en 1841 bestond, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) geheten. De vlag van deze staat was op zijn beurt weer gebaseerd op die van Argentinië.

honduras 01
De vlaggen van Argentinië en de Federale Republiek van Centraal Amerika, ook wel de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Na het opdoeken van de superstaat behield Honduras wel de horizontale banen en de kleur blauw, maar dan een stuk donkerder, de witte baan bleef ‘leeg’. De vlag veranderde opnieuw in 1866: het blauw werd weer een paar tinten lichter en kreeg de vijf sterren op de vlag die het nu nog heeft en daarmee in feite de vlag was zoals we hem nu nóg kennen, ware het niet dat de sterren hier op hun punt staan. Ook werd er af en toe met de sterren geschoven. Zo komt de vlag in de 19e eeuw ook voor met de vijf sterren in een halve cirkel.

honduras 01 vlaggen drie
Historische vlaggen van Honduras, v.l.n.r.: 1839-1866, 1866-1898, 1866-1898 (alternatieve versie)

Tussen 1898 en 1949 staan de sterren weer netjes op hun vertrouwde plek, maar nu in goud. Vanaf dat jaar veranderen ze terug naar blauw en worden ze iets gekanteld, waardoor ze nu op twee punten staan.

Honduras vlag 1898-1949
Vlag van Honduras (1898-1948)

De twee blauwe banen symboliseren de twee oceanen waaraan Honduras grenst: de Atlantische en de Stille Oceaan, maar staan tevens voor de blauwe hemel en voor broederschap.
De vijf sterren herinneren aan de gezamenlijke geschiedenis van de vijf Midden-Amerikaanse landen.

Honduras marinevlag
Vlag van de Hondurese marine

Een aparte vlag is er voor de Fuerza Naval de Honduras, de Hondurese marine. Hier zijn de donkerder kleuren behouden die de vlag tussen 1833 en 1866 had. Op de witte baan is het staatswapen aangebracht, met daaronder de vijf sterren in een halve cirkel.

Het wapen van Honduras is -voorzichtig uitgedrukt- een hele toestand! Hieronder extra groot afgebeeld om de vele details te kunne waarnemen.

Honduras wapen
Het wapen van Honduras, ingevoerd in 1838, officieel erkend in 1866 en licht gewijzigd in 1935

In het midden een ovalen wapenschild met in gouden kapitalen het randschrift REPUBLICA DE HONDURAS, LIBRE, SOBERANA E INDEPENDENTE en in een iets kleinere letter 15 DE SEPTIEMBRE DE 1821 (REPUBLIEK HONDURAS, VRIJ, SOEVEREIN EN ONAFHANKELIJK – 15 SEPTEMBER 1821).

Op het schild staan verschillende elementen die ook bij de andere Midden-Amerikaanse landen zijn te vinden en die teruggaan op het wapen van de ‘superstaat’, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika).

Centraal staat een gemetselde piramide, symbool voor recht en gelijkberechtigheid. Twee torens staan vóór de piramide: zij staan voor de bereidheid het grondgebied te verdedigen. Tussen de torens een vulkaan met daarboven een rode zon met gele gloed en daarachter een regenboog. De onderkant van het wapen wordt ingenomen door de oceaan en de bovenkant door een blauwe lucht met witte wolken.

Boven het wapenschild steekt een pijlenkoker met zeven gevederde pijlen in verschillende kleuren, symbool voor de oorspronkelijke inheemse bevolking. Aan weerszijden hiervan, langs het schild naar beneden afhangend, twee gouden hoornen van overvloed met bloemen en vruchten. De hoornen zijn aan hun bovenkanten verbonden middels een touw.

Het wapenschild rust aan de onderkant op een heuvelachtig landschap in naturalistische kleuren, met eiken- en pijnbomen en land- en mijnbouwgereedschap en twee mijningangen, symbool voor de rijkdom van het land.

Costa Rica – Día de la Bandera / Vlagdag (1964)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

De dag van vandaag herdenkt de aanpassing van de vlag van Costa Rica in 1964 toen de vijf sterren op het staatswapen naar zeven werden uitgebreid, voor het aantal provincies.

De vlag

Vlag van Costa Rica – met en zonder wapen

De Costa Ricaanse (staats)vlag is een horizontale vijfkleur: in het midden een brede rode baan, die net zo hoog is als de 2×2 banen erboven en eronder, respectievelijk blauw-wit en wit-blauw. in de rode baan, links van het midden bevindt zich het staatswapen.
Daarnaast wordt ook de civiele vlag gebruikt, met als enig verschil dat het wapen hierop ontbreekt.

De Argentijnse vlag heeft direct invloed gehad op vlagontwerpen van andere Midden- en Zuid-Amerikaanse staten.

Vlag Argentinië
Vlag van Argentinië

De van 1823 tot 1838 bestaande staat Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) gebruikte een vlag die in wezen een kopie was van die van Argentinië, zij het met zijn eigen staatswapen.

Provincias Unidas del Centro America 2
Vlag van de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Toen deze staat uiteenviel in 1838 in de huidige nog bestaande landen Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua en Costa Rica, namen alle vijf landen de blauwe strepen (in verschillende tinten) mee naar hun eigen vlaggen, alleen Costa Rica voegde een rode streep toe. Verder is ook de vlag van Uruguay op die van Argentinië gebaseerd, niet alleen het blauw-wit, maar ook de sol de mayo. Ook Paraguay heeft het blauw-wit overgenomen, maar heeft net als Costa Rica een rode baan toegevoegd.

afgeleiden argentinie 1
De vlaggen van Guatemala, Honduras en El Salvador
afgeleiden argentinie 2
De vlaggen van Nicaragua, Costa Rica, Uruguay en Paraguay

Zoomen we verder even in op de vlag van Costa Rica: de rode baan werd in 1848 toegevoegd, na de Franse Revolutie van dat jaar. Mét de rode baan erbij had de Costa Ricaanse vlag nu de revolutionaire kleuren van de Franse tricolore, terwijl ook de blauwe en witte kleuren van de oude vlag bleven bestaan.

Het ontwerp van de vlag was van Pacifica Fernández, de vrouw van president José María Castro Madriz.

Patricia Fernandez
Patricia Fernández (1828-1885) (© museocostarica.go.cr)

Het staatswapen stond in 1848 nog middenin de vlag, in 1906 volgde er een aanpassing: het werd verder naar de broekingszijde verplaatst, iets verkleind en in een witte ovaal geplaatst, verder werden er een aantal militaristische symbolen verwijderd plus een hoorn des overvloeds.

Wapen van Costa Rica

Het wapen van Costa Rica is gevat in een golvende sierrand en laat het land in een soort van minivorm zien, ingeklemd tussen de Caribische Zee en de Stille Oceaan, ieder van een zeilschip voorzien.  Verder zijn er drie vukanen afgebeeld met rookpluimpjes erboven (sinds 1998) en zeven sterren. De sterren staan voor het aantal provincies (tot 1964 waren dat vijf sterren voor vijf provincies).
Verder zien we links een rijzende zon en boven het tafereel een witte banderol met daarop de naam van het land: Republica de Costa Rica. 
Boven de wapenrand zien we dan nog een lichtblauwe, naar achteren gestrikte blauwe banderol, waarop de tekst: America Central.

De kleuren in de vlag worden als volgt uitgelegd: blauw staat voor de hemel, kansen, idealisme en vasthoudendheid; wit staat voor vrede, wijsheid en geluk; rood staat voor het verspilde bloed van de martelaren in oorlogstijd en voor de warmte en vrijgevigheid van het Costa Ricaanse volk.

Guatemala – Día de la Revolución / Dag van de Revolutie (1944)

Deze dag herinnert aan de 20e oktober 1944, het begin van de Revolución de Guatemala (Guatemalteekse Revolutie), een periode die eindigde in in 1954.

Kaart van Midden-Amerika (© freeworldmaps.net)

Vanaf eind 19e eeuw tot najaar 1944 werd Guatemala bestuurd door een serie van autoritaire leiders, die de economie stimuleerden door de export van koffie grootser aan te pakken.
Zo gaf president Manuel Estrada Cabrera tussen 1898 en 1920 grote landconcessies aan de Amerikaanse United Fruit Company, waartegen lokale landeigenaren niets konden beginnen.

Links: Manuel José Estrada Cabrera (1857-1924) / Rechts: Jorge Ubico Castañeda (1878-1946) (beide publiek domein)

Onder Jorge Ubico, president tussen 1931 en 1944, werd het nog erger. Door zijn dictatoriale regime veranderde Guatemala in een politiestaat en ging de bevolking gebukt onder erbarmelijke werkomstandigheden.

In juni 1944 kreeg een breed gedragen pro-democratische combinatie van studenten en vakbonden het voor elkaar Ubico te laten aftreden, na een week vol onlusten tussen demonstranten en het leger. Dit leidde tot grote feestvreugde op de straat.

Links: Juan Federico Ponce Vaides (1889-1956) / Rechts: De door Ubico benoemde junta van 1944, v.l.n.r. Eduardo Villagrán Ariza (1883-?), Buenaventura Pineda (?-1957) en Juan Federico Ponce Vaides (1889-1956) (beide publiek domein)

Helaas had men iets te vroeg gejuicht, want Ubico was niet van plan de democratie te herstellen. Bij zijn aftreden benoemde hij een driekoppige junta o.l.v. generaal Federico Ponce Vaides, die een overgangsregering moest leiden.
In de praktijk veranderde er niets: Ubico’s regime van onderdrukking werd voortgezet.

Links: Jacobo Árbenz Guzmán (1913-1971) / Rechts: Francisco Javier Arana (1905-1949) (beide publiek domein)

Uiteindelijk lukte het twee legerofficieren, Jacobo Árbenz en Francisco Javier Arana om een militaire coup te plegen, nadat ze de steun van een groot deel van leger en politie kregen, geholpen door studenten en vakbonden. Op 20 oktober gaf generaal Ponce Vaides zich zonder voorwaarden over.
Zowel Ubico als Ponce Vaides werd het toegestaan het land te verlaten. Ubico vestigde zich in de Verenigde Staten, in New Orleans, waar hij twee jaar later zou overlijden.
Ponce Vaides ging in ballingschap in Mexico, maar keerde na de politieke omwenteling van 1954 terug naar Guatemala, waar hij in 1956 overleed.

Democratisch interbellum

De succesvolle coupplegers vormden zelf een junta en organiseerden vrije verkiezingen in december 1944.
Met een grote meerderheid werden deze verkiezingen gewonnen door Juan José Arévalo, een progressieve hoogleraar filosofie.
Onder zijn leiding kwamen er sociale hervormingen en een programma om het analfabetisme terug te dringen.

Links: Juan José Arévalo Bermejo (1905-1990) / Rechts: Jacobo Árbenz Guzmán (1913-1971) (beide publiek domein)

Bij de volgende verkiezingen in 1951 won voormalig coup-pleger Jacobo Árbenz ruimschoots. De beroepsmilitair bleek niet minder ambitieus dan zijn voorganger.
Hij vaardigde Decreto 900 (Decreet 900) uit, waarbij nog niet ontgonnen en bewerkte delen van de landconcessies (zo’n 85%), die de o.a. de United Fruit Company waren toegespeeld tussen 1898 en 1920, werden onteigend, waarna ze werden herverdeeld onder arme boeren. Zo’n 500.000 mensen profiteerden hiervan.

Links: Decreto 900 (Ley de reforma agraria) uit 1952 / Rechts: Jacobo Árbenz Guzmán (1913-1971) spreekt met een boer (beide publiek domein)

Operation PBSuccess

Dit bleek hoog spel, omdat hij nu openlijk in conflict kwam met de machtige United Fruit Company, die niet van plan was dit over hun kant te laten gaan.
Ze klopten aan het bij het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles had belangen in de United Fruit Company, net als zijn broer Allen Dulles, directeur van de CIA, en ze hadden het oor van de nieuw gekozen president Dwight Eisenhower.
Het tijdperk van de Koude Oorlog was inmiddels begonnen en daarmee ook de Amerikaanse jacht op communisten.

Links: John Foster Dulles (1888-1959) / Midden: Allen Dulles (1893-1969) / Rechts: Dwight David Eisenhower (1890-1969) (alle drie publiek domein)

Zo begon Operation PBSuccess, een geheime CIA-operatie om de regering van president Árbenz omver te werpen, geautoriseerd door Eisenhower in augustus 1953. De operatie kreeg in eerste instantie een budget van 2,7 miljoen dollar, maar de rekening zou uiteindelijk oplopen naar een (geschat) bedrag van tussen de 5 en 7 miljoen dollar voor “psychologische oorlogsvoering en politieke actie”.
Zo werd Árbenz afgeschilderd als een gevaarlijke communist, hoewel hij de communistische partij in Guatemala had verboden.

Daar de Amerikanen niet van plan waren zelf hun handen vuil te maken, zochten ze naar geschikte kandidaten om de regering Árbenz omver te werpen. Ze vonden hun man: Carlos Castillo Armas.
De CIA begon een genadeloze antiregerings-propaganda, waarbij het ze lukte legeronderdelen op te jutten tegen Árbenz.

Links: Carlos Castillo Armas (1914-1957) / Rechts: De junta van 1954, met Carlos Castillo Armas (met snor) (beide publiek domein)

Castillo Armas, op zijn beurt, trok vanuit Honduras Guatemala binnen.
Na een bombardement op Guatemala City op 25 juni 1954, waarbij de regerings-oliereserves werden vernietigd, werd de situatie precair.
Op een bevel van Árbenz aan het leger om boeren en burgers te bewapenen werd geen gehoor gegeven, waardoor hij in feite machteloos was.
Verslagen droeg Árbenz de macht over op 27 juni 1954.

Zwerftocht

Árbenz en zijn familie gingen vervolgens in ballingschap. Het zou het begin zijn van eindeloze omzwervingen die de rest van zijn leven bepaalden. Zo verbleven ze eerst in Mexico, daarna volgden Canada, en Zwitserland, Hier probeerde hij Zwitsers staatsburger te worden, maar dat werd afgewezen. Verder ging het, naar Nederland, Frankrijk, Tsjechoslowakije en de Sovjet-Unie. Terug ging het weer naar Tsjechoslowakije en Frankrijk. Uiteindelijk zou hij in 1957 naar Uruguay gaan als politiek vluchteling.

Links: Jacobo Árbenz Guzmán (1913-1971) met zijn vrouw María Cristina Vilanova Castro de Árbenz (1915-2009) / Rechts: De familie Árbenz op de vlucht (beide publiek domein)

Na de communistische omwenteling in Cuba in 1959, werd hij uitgenodigd daar te komen wonen, wat hij ook deed.
in 1965 pleegde zijn dochter Arabella zelfmoord. Árbenz raakte aan de drank. Na haar dood verhuisde de familie naar Mexico.
In 1970 werd hij ernstig ziek en in januari 1971 overleed hij. Hoewel nooit bewezen, leek zelfmoord niet uitgesloten.
Uiteindelijk zouden de stoffelijke resten van Árbenz en zijn vrouw in oktober 1995 terugkeren naar Guatemala en kreeg hij een postume onderscheiding.

Het graf van Árbenz op de Algemene Begraafplaats van Guatemala City. De tekst op de plaquette luidt: Monument gebouwd door de Universiteit van San Carlos de Guatemala voor de volkssoldaat Kol. Jacobo Árbenz Guzmán als erkenning voor zijn visie op een progressieve en democratische samenleving (foto: Esbin García, 2016)

Nasleep

Terug naar de omwenteling van 1954: Castilla Armas werd met Amerikaanse goedkeuring lid van de militaire junta en op 7 juli tot interim-president benoemd. Op 13 juli erkende de V.S. deze regering.
Vervolgens werden er in oktober verkiezingen gehouden waarbij alle politieke partijen verboden waren: Castilla Armas was de enige kandidaat.
Daarmee won hij “overtuigend” de verkiezingen met 99% van de stemmen. Een nieuw dictatoriaal regime was geboren.
Sociale hervormingen werden teruggedraaid en het duurde niet lang voordat Guatemala in een burgeroorlog was beland, die maar liefst tot 1996 zou duren.

Gezichten van in de Guatemalteekse Burgeroorlog verdwenen personen op een muur van de La Verbena-begraafplaats in Guatemala City, scène uit de film “Finding Oscar”, 2016 (© Ryan Suffern, regisseur / FilmRise)


In die jaren vielen er zo’n 200.000 burgerslachtoffers en eindeloze mensenrechtenschendingen, zoals massa-bloedbaden onder de burgerbevolking, verkrachtingen, luchtbombardementen en gedwongen verdwijningen.
Onderzoek naar dit tijdperk door Greg Grandin en Gilbert Joseph in 2010 leidde tot de conclusie dat 93% van deze wandaden door regeringstroepen met steun van het Amerikaanse militaire apparaat begaan waren.

De vlag

guatemala 01 vlaggen
Vlag van Guatemala, met en zonder wapen

De vlag van Guatemala is een verticale driekleur in hemelsblauw-wit-hemelsblauw, met midden op de witte baan het wapen van Guatemala. De vlag bestaat ook zonder wapen.

Net als de andere vier Midden-Amerikaanse landen is de vlag van Guatemala gebaseerd op die van de ‘superstaat’ die tussen 1823 en 1841 bestond, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) geheten. De vlag van deze staat was op zijn beurt weer gebaseerd op die van Argentinië.

guatemala 01 vlaggen naast elkaar
Vlaggen van Guatemala: 1851-1858 (links) en 1858-1871 (rechts)

Na het opdoeken van de superstaat behield Guatemala wel de horizontale banen en de kleur blauw, maar dan een stuk donkerder. De vlag veranderde aanzienlijk in 1851 en 1858, toen de kleuren rood en geel werden toegevoegd (zie afbeeldingen).
De huidige vlag stamt uit 1871 en kwam vóór 1920 ook in een variant voor.

Guatemala vlag variant
Variant van de Guatemalteekse vlag (1871-1920)

De blauwe banen in de vlag staan voor de twee oceanen waar Guatemala aan grenst, de Atlantische en Stille Oceaan, maar tevens voor de hemelsblauwe lucht boven het land. De witte baan staat voor puurheid en vrede.

Het wapen van Guatemala is net zo oud als de vlag en werd ontworpen door de sinds 1854 in Guatemala wonende Zwitserse graveur en kunstenaar Johann-Baptist Frener. Hij mocht niet zo maar wat verzinnen, hij kreeg van generaal president Miguel García Granados officiële aanwijzingen waar het wapen uit diende te bestaan, beschreven in Presidentieel Decreet 33 van 18 november 1871.

guatemala 03 portretten
Links: President Miguel García Granados (1809-1878) (© villegaseditores.com) / Rechts: Johann-Baptist Frener (1821-1892) (© geni.com)

Het curieuze is dat hoewel Frener van alle attributen die er in moesten een fraai geheel maakte, er één wezenlijk onderdeel ontbrak, hoewel het specifiek stond genoemd in het decreet en normaliter een standaard-onderdeel van een wapen is: het schild! Of president Granados het niet opmerkte of dat hij het wel oké vond, vermeldt de historie niet. Feit is dat het ontwerp zonder schild het officiële staatswapen werd en ook als zodanig op de vlag terechtkwam, maar volgens heraldische regels eigenlijk helemaal geen wapen is.

Wapen Guatemala
Wapen van Guatemala (1871-heden)

Het ‘wapen’ toont een quetzal (Pharomachrus mocinno), de nationale vogel van Guatemala, hij symboliseert de vrijheid. Om dit nog duidelijker te maken is de vogel gezeten op een perkamenten rol waarop in gouden kapitalen de tekst LIBERTAD 15 DE SEPTIEMBRE DE 1821 (‘Vrijheid 15 september 1821’), de datum waarop Guatemala onafhankelijk werd van Spanje.

Hierachter twee gekruiste Remington-geweren met bajonet, symbool voor de bereidheid het land met geweld te verdedigen. Daarachter twee gekruiste degens, symbool voor de eer. Dit alles is gevat in een krans van laurierbladeren en -bessen, symbool voor de overwinning.

Het origineel van Fremer zag er overigens minder gestileerd uit dan de huidige versie, maar is in basis sinds 1871 hetzelfde gebleven.

Origineel wapen Guatemala
Het originele ontwerp van Guatemala’s wapen (© aprendre.guatemala.com)

Honduras – Cumpleaños de Francisco Morazán / Geboortedag van Francisco Morazán (1792)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Zoals al vaker gememoreerd in dit blog is de geschiedenis van Latijns-Amerika turbulent geweest en dat geldt zeer zeker voor de Midden-Amerikaanse landen. Een korte uiteenzetting van de historie van dit gebied is dan ook op z’n plaats!

Voorgeschiedenis

Tussen 1609 en 1821 vormden deze landen het zogenaamde Capitanía General de Guatemala (Kapiteinschap Generaal van Guatemala), ook wel het Reino de Guatemala (Koninkrijk Guatemala) geheten.

Dit gebied was zelf weer een onderdeel van het Virreinato de Nueva España (Vicekoninkrijk Nieuw Spanje) wat tevens Mexico omvatte en grote delen van de tegenwoordige Verenigde Staten, delen van het noordwesten van Zuid-Amerika en verscheidene Caribische eilanden. Deze gebieden vielen onder de Spaanse Kroon.

Vicekoninkrijk Nieuw Spanje
Het Virreinato de Nueva España (Vicekoninkrijk Spanje) in het grotere geheel (© elhistoriadores.wordpress.com)

Vanaf 1808 begon het grote Spaanse Rijk te desintegreren, dankzij de opkomst van Napoleon, die een groot deel van Spanje bezette, de Spaanse koning aan de kant schoof en zijn broer Joseph op de Spaanse troon zette. Het wakkerde onafhankelijkheidsbewegingen aan in geheel Latijns-Amerika en hoewel koning Ferdinand VII na de val van Napoleon zijn troon weer innam, was de geest al uit de fles.

Dit leidde een aantal jaren later naar de opstelling van een onafhankelijkheidsverklaring van het Kapiteinschap Generaal van Guatemala. Op 15 september 1821 werd het door de provincies van dit gebied geratificeerd, waardoor Honduras, Guatemala, El Salvador, Costa Rica en Nicaragua zich onafhankelijk verklaarden.

Kapiteinschap
Het Kapiteinschap Generaal van Guatemala (1821-1822)

Ook noorderbuur Mexico had zich vrijgemaakt en was nu het (Eerste) Keizerrijk Mexico onder keizer Agustín I, een voomalige legerofficier. Kort hierna kwam er een voorstel van de keizer aan de vijf Midden-Amerikaanse landen om zich bij het keizerrijk aan te sluiten.

guatemala 02 kaart
Links: Keizer Agustín I (Agustín de Iturbide) (1783-1824), schilderij door Primitivo Miranda (1822-1897) uit 1860 / Rechts: Het grondgebied van het Eerste Keizerrijk Mexico

El Salvador was tegen, maar de rest vóór, zodat op 6 januari 1822 de aansluiting een feit was. Het keizerrijk was echter een kort leven beschoren, na tegenstand en intrekking van steun aan de keizer door de meeste Mexicaanse provincies en militairen, koos Agustin eieren voor z’n geld. Hij abdiceerde en vluchtte het land uit, Hiermee viel het keizerrijk uit elkaar. Mexico werd een federale republiek en de vijf Midden-Amerikaanse landen vormden vanaf 1823 hun eigen republiek, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika). Deze nieuwe staat bestond tot 1841, waarna de vijf landen onafhankelijke staten werden.

Francisco Morazán

En dan komen we bij onze hoofdrolspeler van vandaag. Francisco Morazán Quesada werd op 3 oktober 1792 geboren in Tegucigalpa, tegenwoordig de hoofdstad van Honduras.
Morazán werd dus nog net in de koloniale tijd geboren.

Francisco Morazán Quesada (1792-1842), het enige contemporaine portret wat van Morazán bekend is, waarschijnlijk vóór 1839, artiest onbekend

Toen het Kapiteinschap Generaal van Guatemala uiteenviel (1821) was Morazán politiek actief. Hij was loco-burgemeester van Tegucigalpa en advocaat bij strafrechtzaken.
Zijn ster rees zo snel dat hij in 1823 betrokken was bij de oprichting van de Federale Republiek van Centraal-Amerika (Verenigde Provincies van Centraal Amerika), het samenwerkingsverband van Honduras, Guatemala, El Salvador, Costa Rica en Nicaragua.
In 1824 werd hij gekozen als minister voor Honduras in deze federatie.

Op 10 mei 1827 pleegde luitenant-generaal José Justo Milla met een legertje aanhangers een staatsgreep die de Hondurese vertegenwoordiging in de federale vertegenwoordiging overnam. Francisco Morazán trok als militair leider tegen Milla ten strijde en versloeg de troepen van Milla op 11 november in de Batalla de la Trinidad (Slag van La Trinidad), zuidelijk van Tegucigalpa.

De slag van La Trinidad op een Hondurees bankbiljet van 5 lempira

Toen Morazán vervolgens op verzoek van El Salvador ook daar een opstand neersloeg, steeg zijn populariteit en faam tot grote hoogte. Uiteindelijk leidde dit tot zijn verkiezing tot president van de federale republiek van de vijf landen.
Onder zijn leiding werd een groot aantal hervormingen doorgevoerd: invoering van de vrije meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van godsdienst, gelijkheid voor iedereen en een rechtssysteem met jury.

In 1839, aan het einde van zijn tweede ambtstermijn, brak er een burgeroorlog uit in de federatie, zodat nieuwe verkiezingen niet mogelijk waren. Hij werd later dat jaar wel president van El Salvador en probeerde vanuit die positie in maart 1840 de federatie te herstellen, maar dat liep op niets uit, waarna hij in ballingschap naar Colombia vertrok.

In 1842, toen de federatie al uiteengevallen was, dook hij opnieuw op in Midden-Amerika en wel in Costa Rica. Hier wierp hij zich op als leider van de oppositie tegen de nationale leider (de titel van president bestond toen nog niet in Costa Rica) Braulio Carillo, die zichzelf tot ‘leider voor het leven’ had uitgeroepen.
Morazán versloeg Carillo en nam zijn plaats in als leider van Costa Rica. Vanuit die positie probeerde hij opnieuw de federatie nieuw leven in te blazen, maar het was een gepasseerd station. De bevolking keerde zich tegen hem. Het leidde tot zijn arrestatie en die van generaal Vicente Villaseñor. Beiden werden geëxecuteerd op het centrale plein in San José op 15 september 1842.
Morazán’s laatste boodschap was tot Villaseñor vlak voor de executie: “Querido amigo, la posteridad nos hará justicia” (“Beste vriend, het nageslacht zal ons recht doen”). Daarna sloeg hij een kruis, waarna hij zelf het commando tot vuren gaf.

Een zogenaamde “artist’s impression” van de executie van Francisco Morazán

Na zijn dood zou Morazán uitgroeien tot een martelaar. Zijn constante streven om de vijf landen van de uiteengevallen federatie weer te verenigen is nog steeds actueel. Er is het CA-4 samenwerkingsverband tussen Honduras, Guatemala, El Salvador en Nicaragua, waarin gestreefd wordt tot verdere integratie. Het vijfde land, Costa Rica, moet hier echter niets van weten.

El Salvador was in maart 1887 het eerste Midden-Amerikaanse land wat Morazán eerde door de naam van het departement Gotera te vervangen door Morazán.
Guatemala volgde kort daarna, op 15 november 1887, met het besluit om de stad Tocoy Tzimá om te dopen tot Morazán.
Honduras veranderde in 1943 de naam van het departement Tegucigalpa in Francisco Morazán.
In Nicaragua werd in 1945 Port Morazán gesticht.
Costa Rica, waar hij de dood vond, noemde een park in San José naar hem.

Links: Morazán op een Salvadoreense munt van 25 centavos uit 1944 / Rechts: Buste van Morazán in Marcala, La Paz, Honduras (© Kes47)

Talloze standbeelden en bustes van Morazán zijn te vinden in Midden-Amerika, maar ook in Spanje, Chili, de Verenigde Staten. Een groot ruiterstandbeeld van Morazán is te vinden in zijn eigen stad Tegucigalpa.
Begraven ligt hij in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador.

Links: Grafmonument van Morazán in San Salvador, El Salvador / Rechts: Ruiterstandbeeld van Morazán op het Plaza Morazán in Tegucigalpa, Honduras

De geboortedag van Morazán is een officiële feestdag in Honduras. Overheidsinstanties, postkantoren, scholen, maar ook veel winkels zijn deze dag gesloten.
De dag staat tevens bekend als Día de Soldado (Dag van de Soldaten).

Aankondiging voor de feestdag met het ruiterstandbeeld van Morazán

De vlag

De vlag van Honduras is een horizontale driekleur in blauw-wit-blauw met in het midden van de witte baan vijf blauwe achtpuntige sterren, waarvan er één precies in het midden staat, links en rechts geflankeerd door de andere, onder elkaar geplaatste sterren.

Honduras vlag
Vlag van Honduras (1949-heden)

Net als de andere vier Midden-Amerikaanse landen, is de vlag van Honduras gebaseerd op die van de ‘superstaat’ die tussen 1823 en 1841 bestond, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) geheten. De vlag van deze staat was op zijn beurt weer gebaseerd op die van Argentinië.

honduras 01
De vlaggen van Argentinië en de Federale Republiek van Centraal Amerika, ook wel de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Na het opdoeken van de superstaat behield Honduras wel de horizontale banen en de kleur blauw, maar dan een stuk donkerder, de witte baan bleef ‘leeg’. De vlag veranderde opnieuw in 1866: het blauw werd weer een paar tinten lichter en kreeg de vijf sterren op de vlag die het nu nog heeft en daarmee in feite de vlag was zoals we hem nu nóg kennen, ware het niet dat de sterren hier op hun punt staan. Ook werd er af en toe met de sterren geschoven. Zo komt de vlag in de 19e eeuw ook voor met de vijf sterren in een halve cirkel.

honduras 01 vlaggen drie
Historische vlaggen van Honduras, v.l.n.r.: 1839-1866, 1866-1898, 1866-1898 (alternatieve versie)

Tussen 1898 en 1949 staan de sterren weer netjes op hun vertrouwde plek, maar nu in goud. Vanaf dat jaar veranderen ze terug naar blauw en worden ze iets gekanteld, waardoor ze nu op twee punten staan.

Honduras vlag 1898-1949
Vlag van Honduras (1898-1948)

De twee blauwe banen symboliseren de twee oceanen waaraan Honduras grenst: de Atlantische en de Stille Oceaan, maar staan tevens voor de blauwe hemel en voor broederschap.
De vijf sterren herinneren aan de gezamenlijke geschiedenis van de vijf Midden-Amerikaanse landen.

Honduras marinevlag
Vlag van de Hondurese marine

Een aparte vlag is er voor de Fuerza Naval de Honduras, de Hondurese marine. Hier zijn de donkerder kleuren behouden die de vlag tussen 1833 en 1866 had. Op de witte baan is het staatswapen aangebracht, met daaronder de vijf sterren in een halve cirkel.

Het wapen van Honduras is -voorzichtig uitgedrukt- een hele toestand! Hieronder extra groot afgebeeld om de vele details te kunne waarnemen.

Honduras wapen
Het wapen van Honduras, ingevoerd in 1838, officieel erkend in 1866 en licht gewijzigd in 1935

In het midden een ovalen wapenschild met in gouden kapitalen het randschrift REPUBLICA DE HONDURAS, LIBRE, SOBERANA E INDEPENDENTE en in een iets kleinere letter 15 DE SEPTIEMBRE DE 1821 (REPUBLIEK HONDURAS, VRIJ, SOEVEREIN EN ONAFHANKELIJK – 15 SEPTEMBER 1821).

Op het schild staan verschillende elementen die ook bij de andere Midden-Amerikaanse landen zijn te vinden en die teruggaan op het wapen van de ‘superstaat’, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika).

Centraal staat een gemetselde piramide, symbool voor recht en gelijkberechtigheid. Twee torens staan vóór de piramide: zij staan voor de bereidheid het grondgebied te verdedigen. Tussen de torens een vulkaan met daarboven een rode zon met gele gloed en daarachter een regenboog. De onderkant van het wapen wordt ingenomen door de oceaan en de bovenkant door een blauwe lucht met witte wolken.

Boven het wapenschild steekt een pijlenkoker met zeven gevederde pijlen in verschillende kleuren, symbool voor de oorspronkelijke inheemse bevolking. Aan weerszijden hiervan, langs het schild naar beneden afhangend, twee gouden hoornen van overvloed met bloemen en vruchten. De hoornen zijn aan hun bovenkanten verbonden middels een touw.

Het wapenschild rust aan de onderkant op een heuvelachtig landschap in naturalistische kleuren, met eiken- en pijnbomen en land- en mijnbouwgereedschap en twee mijningangen, symbool voor de rijkdom van het land.

Costa Rica – Día de Juan Santamaría

Deze dag herinnert aan de Costa Ricaanse oorlogsheld Juan Santamaría (1831-1856). Het verhaal begint in zijn sterfjaar 1856, hij is dan 24 jaar.

William Walker
William Walker (© latinamericanstudies.org)

In dat jaar is de Amerikaanse journalist , advocaat, avonturier en (uiteindelijk oorlogsmisdadiger) William Walker actief in Midden-Amerika. Hij probeert er vanaf 1855 met een leger van huurlingen slavenkolonies te stichten, beginnend in Costa Rica’s buurland Nicaragua. In 1856 slaagt hij er inderdaad in de regering omver te werpen. Hij laat weten het hier niet bij te laten en kondigt aan dat hij grotere delen van Midden-Amerika onder zijn controle wil brengen.

De Costa Ricaanse president Juan Rafael Mora Porras is niet van plan lijdzaam af te wachten en hij roept zijn bevolking op legers te vormen en op te trekken naar Nicaragua. Juan Santamaría, geboren in Alajuelita in 1831 als ‘onecht’ kind (zoals dat in die tijd heette), was een arme arbeider in 1856 en besloot zich aan te sluiten bij het volksleger als tamboer.

Men marcheerde door het zuidwesten van Nicaragua naar de stad Rivas, waar een deel van de troepen van Walker zich bevond. Men bereikte Rivas op 8 april en op 11 april werd er slag geleverd. De slag staat nu bekend als de Batalla de Rivas en eindigde onbeslist.
Walkers troepen trokken zich terug in een uitspanning in het centrum van de stad. De Salvadoraanse generaal die de Costa Ricaanse troepen aanvoerde, José María Cañas,  stelde op 11 april voor dat geprobeerd moest worden om het gebouw met een fakkel in brand te steken. De eerste soldaten die het probeerden slaagden er niet in.

Juan Santamaria
Standbeeld van Juan Santamaría in Alajuela (© youtravelmap.com)

Uiteindelijk wilde Juan Santamaría het op 12 april wel proberen op voorwaarde dat mocht hij het leven laten er voor zijn moeder gezorgd zou worden. Hij werd geraakt door vijandelijk vuur vanuit de herberg, maar al stervende zag hij kans zijn taak te volbrengen en kort daarna stond het hele bouwsel in de brand.
Het bleek een keerpunt in de verdere strijd en op 1 mei 1857 gaf Walker zichzelf over.

Historici verschillen van mening of het allemaal precies zo gebeurd is, feit is wel dat Santamaría’s moeder vanaf november 1857 een pensioen krijgt uitgekeerd.

De vlag

De Costa Ricaanse vlag is een horizontale vijfkleur: in het midden een brede rode baan, die net zo hoog is als de 2×2 banen erboven en eronder, respectievelijk blauw-wit en wit-blauw. in de rode baan, links van het midden bevindt zich het staatswapen.

Flag Costa Rica
Vlag van Costa Rica

De Argentijnse vlag heeft direct invloed gehad op vlagontwerpen van andere Midden- en Zuid-Amerikaanse staten.

Vlag Argentinië
Vlag van Argentinië

De van 1823 tot 1838 bestaande staat Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) gebruikte een vlag die in wezen een kopie was van die van Argentinië, zij het met zijn eigen staatswapen.

Provincias Unidas del Centro America 2
Vlag van de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Toen deze staat uiteenviel in 1838 in de huidige nog bestaande landen Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua en Costa Rica, namen alle vijf landen de blauwe strepen (in verschillende tinten) mee naar hun eigen vlaggen, alleen Costa Rica voegde een rode streep toe. Verder is ook de vlag van Uruguay op die van Argentinië gebaseerd, niet alleen het blauw-wit, maar ook de sol de mayo. Ook Paraguay heeft het blauw-wit overgenomen, maar heeft net als Costa Rica een rode baan toegevoegd.

afgeleiden argentinie 1
De vlaggen van Guatemala, Honduras en El Salvador

afgeleiden argentinie 2
De vlaggen van Nicaragua, Costa Rica, Uruguay en Paraguay

Zoomen we verder even in op de vlag van Costa Rica: de rode baan werd in 1848 toegevoegd, na de Franse Revolutie van dat jaar. Mét de rode baan erbij had de Costa Ricaanse vlag nu de revolutionaire kleuren van de Franse tricolore, terwijl ook de blauwe en witte kleuren van de oude vlag bleven bestaan.

Het ontwerp van de vlag was van Pacifica Fernández, de vrouw van president José María Castro Madriz.

Patricia Fernandez
Patricia Fernández (1828-1885) (© museocostarica.go.cr)

Het staatswapen stond in 1848 nog middenin de vlag, in 1906 volgde er een aanpassing: het werd verder naar de broekingszijde verplaatst, iets verkleind en in een witte ovaal geplaatst, verder werden er een aantal militaristische symbolen verwijderd plus een hoorn des overvloeds.

Wapen Costa Rica

Het wapen van Costa Rica is gevat in een golvende sierrand en laat het land in een soort van minivorm zien, ingeklemd tussen de Caribische Zee en de Stille Oceaan, ieder van een zeilschip voorzien.  Verder zijn er drie vukanen afgebeeld met rookpluimpjes erboven (sinds 1998) en zeven sterren. De sterren staan voor het aantal provincies (tot 1964 waren dat vijf sterren voor vijf provincies).
Verder zien we links een rijzende zon en boven het tafereel een witte banderol met daarop de naam van het land: Republica de Costa Rica. 
Boven de wapenrand zien we dan nog een lichtblauwe, naar achteren gestrikte blauwe banderol, waarop de tekst: America Central.

De kleuren in de vlag worden als volgt uitgelegd: blauw staat voor de hemel, kansen, idealisme en vasthoudendheid; wit staat voor vrede, wijsheid en geluk; rood staat voor het verspilde bloed van de martelaren in oorlogstijd en voor de warmte en vrijgevigheid van het Costa Ricaanse volk.

Belize – Baron Bliss Day

Vandaag viert Belize Baron Bliss Day, een officiële feestdag. De dag werd ingesteld kort na de dood van Henry Edward Ernest Victor Bliss, 4e baron van Bliss, in 1926, toen het land nog bekend stond onder de naam Brits Honduras.

Belize map
Locatie Belize (© slickrock.com)

In 1964 kreeg de toenmalige Britse kolonie zelfbestuur. In 1973 werd de naam van het land in Belize veranderd, waarna het op 21 september 1981 onafhankelijk werd.

Terug naar de baron van Bliss. Geboren in 1869 in Buckinghamshire in Engeland, raakte hij in 1911 deels verlamd, waarschijnlijk door polio en kwam daardoor in een rolstoel terecht. Hij had inmiddels zakelijk goed geboerd en zat er mede door de erfenis van zijn vader (die in 1890 was overleden) warmpjes bij.

Zijn grootste hobby was zeilen en in 1920 liet hij z’n vrouw in Engeland achter om aan een lange zeiltocht te beginnen. Of hij van tevoren wist dat hij niet meer terug zou keren is niet bekend, maar dat is wel wat er gebeurde!

Baron Bliss
Baron Bliss (1869-1926) (© guidetobelize.info)

De baron zeilde naar het Caribisch gebied en heeft die regio nooit meer verlaten. Hij woonde vervolgens vijf jaar op de Bahamas en vertrok toen naar Trinidad. Hier bleef hij maar kort en op het moment dat hij weer vertrok, had hij een ernstige voedselvergiftiging opgelopen. Nadat hij op Jamaica weer enigszins hersteld was, besloot hij op een uitnodiging in te gaan van zijn vriend Willoughby Bullock, procureur-generaal in Brits Honduras.

Zodoende arriveerde Bliss op 14 januari 1926 in de haven van Belize City. Zijn gezondheid verbeterde verder en in de weken daarna verkende hij de kust van de Britse kolonie en gaf zich over aan zijn hobby: vissen. Hij voelde zich helemaal in zijn element.

Helaas zou dat niet lang duren. In de tweede week van februari werd hij ziek en artsen stelden vast dat hij niet lang meer te leven had. Op 17 februari veranderde hij zijn testament en liet vastleggen dat het grootste deel van zijn fortuin zou worden nagelaten aan Brits Honduras. Op 9 maart overleed hij op zijn boot, waarna hij begraven werd in Belize City.

Na aftrek van inkomstenbelasting voor de Britse schatkist en toelages voor zijn vrouw en personeel, bleef er ruim een half miljoen pond over voor Brits Honduras. Dit geld werd vastgezet in een trustfonds, waarbij een deel hiervan in aandelen werd belegd. Van de rente werden (en worden) allerlei projecten in Brits Honduras/Belize betaald, waarvan vooral de gezondheidszorg en het onderwijs geprofiteerd hebben.

Een vast vedrag was bestemd voor een jaarlijkse zeilwedstrijd en die wordt tot op heden nog steeds gehouden op Baron Bliss Day.

De vlag

Vanaf 1870 tot aan de onafhankelijkheid in 1981 gebruikte Brits Honduras (Belize vanaf 1973) een Britse blue ensign, met de Union Flag of Union Jack in het kanton en het symbool voor de kolonie (de zogenaamde badge) op het uitwaaiende gedeelte.

Vlag Brits Honduras tot 1981
Vlag van Brits Honduras/Belize 1870-1981

 

De badge is een in drieën gedeeld schild, waarop linksboven opnieuw de Union Flag of Union Jack, rechtsboven vier werktuigen (twee bijlen en twee zagen) en onderin een driemaster met volle zeilen en de red ensign (de Britse handelsvlag) voerend. Dit geheel vormde de ‘kleine’ versie van het staatswapen. Het ‘grote’ wapen is uitgebreider met o.a. twee schildhouders en een wapenspreuk.

Badge Brits Honduras
Badge van Brits Honduras

De huidige vlag is bijna identiek aan de vlag die vanaf 1950 gevoerd werd door de People’s United Party (PUP), die streefde naar onafhankelijkheid van de toenmalige kolonie. Die vlag was blauw met daarop het ‘grote’ staatswapen.
Sinds 1967 is het wapen enigszins aangepast, dus laten we daar eerst eens naar kijken:

 

Vlag PUP
De onofficiële vlag van Brits Honduras/Belize van de PUP (1950), voorloper van de huidige vlag

De eerste versie van het ‘grote’ rijkswapen werd ingesteld op 28 januari 1907. De verschillen vanaf 1967 in het ‘kleine’ wapenschild: de Union Flag of Union Jack is verdwenen. Er zijn nog steeds vier werktuigen te zien, maar nu verdeeld over de twee bovenste schildvakken. In plaats van twee bijlen en twee zagen zien we nu een voorhamer en een roeispaan (linksboven) en een zaag en een bijl (rechtsboven). Het schip onderin is gehandhaafd.

Belize groot wapen
Het rijkswapen van Brits Honduras/Belize, 1967-heden

De twee schildhouders zijn heel ongebruikelijk: het zijn twee personen met ontbloot bovenlijf, die tot 1967 een bruine huidskleur hadden en nu blank (soms ook geel) en bruin gekleurd zijn. De linker man heeft een bijl over zijn schouder, de rechter een roeispaan. Samen met het schild zijn ze op een ondergrond van gras geplaatst.

Boven het schild torent een mahonieboom en de onderkant wordt gevormd door een witte banderol met daarop de tekst Sub umbra floreo (Ik bloei in de schaduw). Het wapen wordt omkranst door een cirkel van 25 bladeren.

Veel van de symboliek heeft te maken met de houtindustrie en dan speciaal die in mahoniehout.

Bij de onafhankelijkheid in 1981 werden twee smalle horizontale banen toegevoegd, één boven, één onder, voor de oppositiepartij, de United Democratic Party (UDP).

Vlag Belize vanaf 1981
Vlag van Belize, 1981-heden