Tagarchief: Engeland

Barbados – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1966)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Deze officiële Barbadiaanse feestdag verwijst naar twee verschillende momenten in de geschiedenis van het Caribische eiland, die beiden op 30 november plaatsvonden, waarover zo meer.

Excentrisch

Als we naar de locatie van het eiland op onderstaande kaart van het Caribisch gebied kijken, dan zien we Barbados in de rode cirkel.

Kaart van het Caribisch gebied met de locatie van Barbados in de rode cirkel (© TUBS / publiek domein)

En inzoomend op de lange rij noord-zuid gelegen Kleine Antillen op de kaart hieronder, valt onmiddellijk op dat Barbados een beetje buiten de boot valt wat locatie betreft, namelijk 160 km ten oosten van Saint Vincent and the Grenadines.

Kaart van de Kleine Antillen, waarbij goed te zien is dat Barbados nogal excentrisch ten opzichte van de andere eilanden is gelegen

Het eiland werd bewoond door stammen van de Arawaks en Cariben, toen het voor het eerst werd aangedaan door Spaanse ontdekkingsreizigers eind 15e eeuw.

Naam

De Ficus citrifolia met zijn luchtwortels (fotograaf onbekend)

Het was de Portugese zeevaarder Pedro a Campos die het eiland Os Barbados (De Baardachtigen) noemde, naar wordt aangenomen vanwege de toen voor Europeanen onbekende Ficus citrifolia, een boom die luchtwortels vanuit zijn takken naar beneden laat groeien, die er enigszins als baardachtige aangroeisels uit zien.

Spaanse kaart van Barbados (Isla del Barbado) uit 1632, afkomstig uit het boek met de indrukwekkende titel “Descripciones geográficas e hidrográficas de muchas tierras y mares del Norte y Sur en las Indias, en especial del descubrimiento del Reino de la California” door kapitein Nicolás de Cardona, die het gebied bezocht in 1614 (Collectie Biblioteca Nacional de España /publiek domein)

Hoewel Spanje het eiland geclaimd had, werd het niet gekoloniseerd, integendeel: de autochtone inwoners van het eiland werden begin 15e eeuw door de Spanjaarden als slaaf weggevoerd, waardoor de bevolking van het eiland in rap tempo achteruitging. Velen vluchtten het bergachtige binnenland in.

Brits

Van 1532 tot circa 1620 was het eiland Portugees, hoewel het eiland nog steeds niet gekoloniseerd was. Dat veranderde met de komst van de Engelsen tussen (waarschijnlijk) 1620 en 1625, die het claimden voor koning James I.
In 1627 kwamen de eerste 60 kolonisten en 6 Afrikaanse slaven met het schip de William and James, onder bevel van kapitein John Powell, aan op Barbados.
In de jaren daarna werden meerdere Caribische eilanden door Engeland geclaimd: Saint Kitts (1623), Nevis (1628), Montserrat (1632) en Antigua (1632).

Links: Een postzegel van $1 Barbadiaanse dollar uit 1975 met het portret van kapitein en eerste gouverneur John Powell ter nagedachtenis aan de “first settlement”, 350 jaar daarvoor / Rechts: Een postzegel van één Barbadiaanse penny uit 1905 met daarop het Engelse schip Olive Blossom, waarvan de officieren volgens verschillende bronnen òf in 1605, òf in 1608, òf in 1625 het eiland Barbados voor koning James I claimden, onduidelijkheid is er ook over de exacte naam van het schip: naast Olive Blossom, komen we ook Oliph Blossom, Olive Plant en Olive Branch tegen (publiek domein)

De kolonie werd een zogenaamde proprietary colony, waarbij de Kroon het bestuur in handen gaf van een proprietor, die vervolgens zelf de autoriteit had om gouverneurs en mensen in verschillende koloniale overheidsdiensten te benoemen. Zo benoemde hij de eerder genoemde kapitein John Powell als zijn gouverneur op Barbados.

Great Barbados Robbery

In het geval van Barbados werd het eiland als wingewest gebruikt door koopman Sir William Courten, die indirect tot aan 1629 flink investeerde in tabakplantages die door de slaven van zijn ‘huurders’ op het eiland werden aangelegd.
De eerder genoemde 60 kolonisten werden al snel gevolgd door 1.850 andere, wat goed de verhouding aangeeft, waarin er werd opgeschaald.

Links: James Hay, 1e Earl van Carlisle, door François-Germain Aliamet, naar een gravure van Sir Anthony Van Dyck, waarschijnlijk midden tot eind 18e eeuw (Collectie National Portrait Gallery, Londen / publiek domein) / Rechts: Kaart van de Kleine Antillen met als titel “Carte des Iles Antilles ou du Vent, avec la partie orientale des Iles sous le Vent”, uit de “Atlas de Toutes les Parties Connues du Globe Terrestre” door Guillaume Raynal, cartograaf: Charles Marie Rigobert Bonne, uitgave J.L. Pellet, Genève, 1780 (publiek domein)

Zijn investeringen gingen in 1629 in rook op toen James Hay, de eerste Earl van Carlisle, claimde eigenaar te zijn van alle Caribische eilanden die tussen de breedtegraden tien en twintig liggen (Barbados ligt op dertien graden).
Hij stuurde twee schepen naar Barbados met Henry Hawley als zijn gezant, die na aankomst gouverneur Powell afzette om vervolgens bezit te nemen van het eiland, waarna hijzelf gouverneur werd.
De hele affaire werd al gauw de Great Barbados Robbery genoemd.

Carlisle liet een nederzetting bouwen die zijn eigen naam droeg, Carlisle Bay, een plaats die later van naam veranderde (Bridgeport) en nu de hoofdstad van het eiland is.
In 1639 was de bevolking gegroeid naar 8.700.

Kaart van Barbados uit 1657, “A topographicall Description and Admeasurement of the YLAND of BARBADOS in the West INDYAES with the mxs names of the seuerall plantacons”, behorend bij het boek “A True & Exact History of the Island of Barbadoes”, door Richard Ligon, uitgave Humphrey Mosely, Londen; Carlisle Bay (nu Bridgeport) ligt aan de grote baai in het zuiden (publiek domein)

Suikerriet

Barbados werd wat tabaksproduktie betreft al snel overvleugeld door de Engelse kolonie van Chesapeake Bay op het Amerikaanse vasteland.
In de jaren na 1640 werd daarom overgeschakeld op aanleg en productie van suikerriet, naar het voorbeeld van de de kolonie Nederlands-Brazilië,
plantages werden groter, waardoor de kleinere verdwenen.

Suikerriet (Saccharum officinarum) (fotograaf onbekend)

In 1655 was het aantal blanke kolonisten 43.000, tegen 20.000 uit Afrika afkomstige slaven. Door de grote afname van kleine planters en toename van zwarte slaven waren de verhoudingen al snel totaal anders: in 1684 waren er nog een kleine 20.000 kolonisten over, tegen 46.500 slaven.

“Slaves in Barbadoes”, plaat uit “A voyage in the West Indies: containing various observations made during a residence In Barbadoes and several of the Leeward Islandsdoor chirurg John Augustine Waller, 1820, uitgave Sir Richard Phillips and Co. (publiek domein)

De suikerindustrie was zakelijk gezien bijzonder succesvol, begin 18e eeuw behoorde de hoofdstad Bridgetown tot de drie grootste steden in Engels Amerika, naast Boston, Massachusetts en Port Royal, Jamaica.

Bridgetown in 1848, illustratie door William Louis Walton, naar een schets van W.S. Hedges, afkomstig uit het boek “The history of Barbados: comprising a geographical and statistical description of the island; a sketch of the historical events since the settlement; and an account of its geology and natural productions” door Robert Hermann Schomburgk, uitgave Longman, Brown, Green and Longmans, 1848 (publiek domein)

Einde slavernij

Engeland verbood de slavenhandel in 1807, maar voor hen die al slaafgemaakten waren veranderde er niets. Het duurde tot 1834 voordat iedere slaaf een vrij man of vrouw was.

Barbadiaanse suikerrietplantage met werkers, begin 20e eeuw (publiek domein)

Tot in de jaren ’30. van de vorige eeuw waren het plantage-eigenaars en handelaars van Engelse afkomst, die het voor het zeggen hadden, terwijl ze nog geen 30% van de bevolking uitmaakten.
Rond die tijd begon de strijd om meer zeggenschap en kwam er een beweging op gang voor inspraak.
Grantley Adams richtte in 1938 de Barbados Progressive League op, die later zou uitgroeien tot de Barbados Labour Party (BLP).

Een Barbadiaans bankbiljet van $100 met het portret van Sir Grantley Adams (1898-1971)

Adams en zijn partij eisten meer rechten voor de armen en het volk. Vooruitgang in de richting van een democratischer regering op Barbados werd geboekt in 1942, toen de exclusieve inkomenskwalificatie werd verlaagd en vrouwen stemrecht kregen.
In 1949 werd de regeringscontrole de planters ontnomen en in 1954 werd Adams premier en minister van Financiën van Barbados, waarbij het eiland nog steeds een Brits overzees gebied bleef.

Bridgetown (fotograaf onbekend)

West-Indische Federatie

Op 3 januari 1958 bracht het Verenigd Koninkrijk het bestuur van een groot aantal Caribische gebieden bij elkaar, met de oprichting van de West Indies Federation (West-Indische Federatie), waarvan Barbados deel uitmaakte, tezamen met Antigua & Barbuda, Dominica, Grenada, Jamaica (inclusief de Kaaimaneianden en de Turks- en Caicoseilanden), Montserrat, Saint Kitts, Nevis, Anguilla, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines en Trinidad en Tobago.

Vlag van de West-indische Federatie (1958-1962)

Premier Grantley Adams van Barbados werd de premier van deze verzamelstaat (hij werd op Barbados zelf opgevolgd door Hugh Gordon Cummins). Het bleek echter geen succes en de nogal omslachtige constructie werd na vier jaar later, op 31 mei 1962 al weer ontbonden.

Onafhankelijkheid

Errol Barrow (1920-1987), premier tussen 1961 en 1976 en opnieuw tussen 1986 en 1987 (fotograaf onbekend)

Errol Barrow, in 1955 een van de oprichters van de links-georiënteerde Democratic Labour Party (DLP), won de verkiezingen in 1961. De partij streefde naar volledige onafhankelijkheid, die een paar jaar later, op 30 november 1966 (vandaag 58 jaar geleden) verleend werd.
Wel bleef Barbados lid van het Britse Gemenebest en behielden ze koningin Elizabeth als symbolisch staatshoofd, waarbij ze op het eiland gerepresenteerd werd door een gouverneur-generaal.
Errol Barrow bleef op zijn post en was dus de eerste premier van het onafhankelijke Barbados.

Republiek

President Sandra Mason (1949) van Barbados tijdens een televisie-toespraak in 2021 (screenshot)

Op 30 november 2021 (vandaag dus 3 jaar geleden) zegde Barbados deze constructie op, waardoor het een republiek werd en werd de rol van ceremonieel staatshoofd overgenomen door een president.
Tot op heden is dat Dame Sandra Mason.

Kaart van Barbados (© freeworldmaps.net)

Barbados telt momenteel zo’n 282.00 inwoners, waarvan hoofdstad Bridgetown er 110.000 binnen de grenzen heeft.

Viering

Onafhankelijkheidsvieringen vinden de hele maand november plaats en omvatten sportcompetities, beurzen, gemeenschapsevenementen en religieuze vieringen.
Op Onafhankelijkheidsdag zelf wordt er een grote parade gehouden, meestal op de Garrison Savannah Racetrack, de locatie van de oorspronkelijke onafhankelijkheidsceremonie in 1966.

Affiche voor de nationale feestdag (publiek domein)

Hoogtepunten van de onafhankelijkheidsvieringen zijn de decoratieve verlichting van de parlementsgebouwen, Independence Square, de Independence Arch en bedrijven in de hoofdstad Bridgetown, met behulp van blauwe en goudkleurige lampen (de nationale kleuren). Ook rotondes op de snelwegen zijn verlicht, waardoor er ’s avonds een bijzonder uitzicht ontstaat.

De in de nationale kleuren verlichte Independence Arch (1987) in Bridgetown (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van Barbados (1966-heden)

De vlag van Barbados is een verticale driekleur in ultramarijn-oker (goud)-ultramarijn, met op de middelste baan de bovenkant van een zwarte drietand.

Ontwerpwedstrijd

Grantley W. Prescod (1926-2003), ontwerper van de vlag van Barbados (fotograaf onbekend)

In aanloop naar de onafhankelijkheid in 1966 werd er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor een nationale vlag, die 1.029 inzendingen opleverde.
Een zevenkoppige jury koos voor het ontwerp van Grantley W. Prescod, die kunst had gestudeerd aan de Temple University in Philadelphia en die op Barbados les gaf aan de Parkinson Secondary School.

Symbolisme

Het diepblauwe ultramarijn staat voor de lucht en de zee, het oker (of goud) voor de stranden.
De (gebroken) drietand verwijst naar Britannia, een vrouwelijke figuur die sinds de 18e eeuw symbool staat voor het Britse Rijk en ook aanwezig op de koloniale vlag van het eiland (zie verderop).
Dat de drietand gebroken is, laat zien dat Barbados de koloniale overheersing heeft beëindigd.

Prent van Britannia, symbool voor het Britse Rijk met de Britse leeuw aan haar ene zijde en een schild met de Union Flag of Union Jack aan haar andere zijde en de drietand van Neptunus (god van de zee), overgedragen aan Britannia, als symbool voor het heersen over de zee door de Britten (publiek domein)

Premier Errol Barrow deed Prescod als winnaar van de wedstrijd vervolgens een persoonlijk verzoek om de eerste vlaggen zelf te maken. Hij stemde toe en maakte zeven grootformaat vlaggen van stoffen gekocht bij een warenhuis, waarbij hij geholpen werd door een buurvrouw die de verschillende delen aan elkaar naaide.

30 november 1966

Onafhankelijkheidsdag, 30 november 1966: premier Errol Barrow vlak voor de ondertekening van het officiële document, links van hem in uniform staat gouverneur-generaal Sir John Montague Stow (screenshot)

De vlag werd op onafhankelijkheidsdag. 30 november 1966, voor het eerst gehesen tijdens een ceremonie door luitenant Hartley Dottin van het Barbados Regiment.

Links: Terwijl de oude koloniale vlag van Barbados van de vlaggenmast gehaald wordt, wordt de nieuwe vlag door luitenant Hartley Dottin (links) gehesen (fotograaf onbekend) / Rechts: Gouverneur-generaal Sir Joh Montague Stow en premier Errol Barrow lijken een vreugdedansje uit te voeren (fotograaf onbekend)

De ceremonie werd gehouden op de Garrison Savannah Racetrack, net buiten Bridgeport. De hertog en hertogin van Kent waren vanuit het Verenigd Koninkrijk overgekomen als vertegenwoordigers van koningin Elizabeth.

Prins Edward, Duke of Kent (1935), een volle neef van koningin Elizabeth, feliciteert premier Errol Barrow, rechts Katharine, Duchess of Kent (screenshot)

Ook aanwezig, de nieuw benoemde gouverneur-generaal Sir John Montague Stow, maar de belangrijkste gast was natuurlijk premier Errol Barrow.

Debuut van de vlag van Barbados op 30 november 1966 (screenshot)

De 30e november 1966 luidde een week van optredens, vieringen en diverse activiteiten in, waarbij ok grote namen zoals Diana Ross & The Supremes.

Diana Ross & The Supremes tijdens hun optreden ter gelegenheid van de Barbadiaanse onafhankelijkheid (fotograaf onbekend)
De Barbadiaanse krant The Advocate pakt groot uit met het nieuws van de onafhankelijkheid (publiek domein)

Koloniale vlag

Koloniale vlag van Barbados (1885-1958/1962-1966)

Van 1885 tot en met 1966 voerde Barbados bovenstaande vlag, een Britse blue ensign met badge op het uitwaaiende gedeelte, vier jaar lang (1958-1962) onderbroken door de constructie van de West-Indische Federatie.
Op de badge zien we Britannia met haar drietand afgebeeld (en een glazen bol), maar niet zoals te doen gebruikelijk met haar schild en de Britse leeuw: ze bevindt zich dan ook niet aan land, maar op zee, staand op een schelp, die wordt voortgetrokken door twee hippocampussen (mythologische zeepaarden).
Onderaan de badge in kapitalen BARBADOS.

Links: Penny uit 1792 van Barbados waarop koning George III met drietand / Rechts: Koloniale badge van Barbados, gebruikt op de vlag tussen 1885 en 1958 en van 1962 tot en met 1966

Deze afbeelding lijkt te zijn afgeleid van een Barbadiaanse munt, een penny uit 1792.
Op de keerzijde (achterkant) zien we een voorstelling die bijna gelijk is, echter met één groot verschil: in plaats van Britannia is de gekroonde koning George III van het Verenigd Koninkrijk afgebeeld, mét drietand.
De naam Barbados is in de vroeger veelal gebruikelijke spelling: Barbadoes.

Marinevlag

Marinevlag van Barbados (1966-heden)

De marinevlag van Barbados is gebaseerd op die van het Verenigd Koninkrijk, zijnde een white ensign, een witte vlag met een rood Sint-Joriskruis, met de nationale vlag van Barbados in de broektop.

Voormalige Koninklijke Standaard

Zoals we eerder zagen, behield Barbados vanaf de onafhankelijkheid in 1966 tot aan 2021, toen het een republiek werd, de Britse koningin Elizabeth II als ceremonieel staatshoofd.

De Koninklijke Standaard was geel met in het midden een blauwe badge met een gekroonde E voor Elizabeth, waarmee het dus een persoonlijke standaard was, in plaats van een algemene, zoals die van het Verenigd Koninkrijk.
De badge is omringd door de groene bladeren en bruine luchtwortels van de Ficus citrifolia (waar Barbados zijn naam aan dankte, zie inleiding).
In beide hoeken zien we in rood de nationale bloem van Barbados, de pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima).

Koningin Elizabeth kijkt naar een Royal Salute bij haar vertrek van Barbados, we zien haar Barbadiaanse standaard in mini-vorm uit het raampje bij de piloot steken (foto: Craig Burleigh)

De Barbadiaanse Koninklijke Standaard zal niet veel ‘wapper-uren’ hebben gemaakt, maar kwam bijvoorbeeld in actie tijdens het bezoek van koningin Elizabeth in november 1977, tijdens haar Silver Jubilee Tour.

De standaard in volle glorie, kort voor het vertrek van de koningin, haar eerste vlucht per Concorde (foto: Craig Burleigh)

Vlaggen premier en president

Zowel de premier als de president voeren een eigen vlag, waarbij die van de premier ouder is dan die van de president, daar Barbados pas sinds 2021 een republiek is.

Vlag. van de premier van Barbados (1966-heden)

De vlag van de premier is door een touw diagonaal gedeeld van de top van de broeking naar de onderzijde van de vlucht, oker (goud) boven, ultramarijn onder.
Het zwart-witte touw vormt in het midden een cirkel, waarin tegen een witte achtergrond het wapen van Barbados is geplaatst.

Vlag van de president van Barbados (2021-heden)

De vlag van de president is marineblauw met het wapen van Barbados in het midden, omkranst door bladeren en bloemen in goud van de pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima).
Onder de banderol van het wapen zien we de drietand van de nationale vlag terug.

Wapen

Tot slot het nationale wapen dat zowel door de president als de premier gevoerd wordt.

Het wapen van Barbados werd in aanloop naar de onafhankelijkheid ingevoerd op 14 februari 1966.
Centraal staat het gele (of gouden) schild met een Ficus citrifolia en bovenaan twee rode pauwenbloemen (Caesalpinia pulcherrima).

Postzegel van 25 cent uit 1971 met het Barbadiaanse wapen (publiek domein)

Bovenop het schild is een zilveren helm geplaatst, versierd met rood-gele (gouden) dekkleden. Daarbovenuit torent een gestrekte arm met twee gekruiste rietsuikerstengels.
De twee schildhouders bestaan uit een dolfijn links (heraldisch rechts) en een pelikaan rechts (heraldisch links).
Het geheel rust op een rood-gele (gouden) banderol met daarop in zwarte kapitalen de wapenspreuk PRIDE AND INDUSTRY (“Trots en nijverheid”).

Schotland – Là Naomh Aindrea / Saint Andrew’s Day / Sint-Andreasdag

Drie vlaggen vandaag. Vlaggen 1 en 2:

30 november is de naamdag van Saint Andrew (Sint Andreas). Andreas was één van de discipelen van Jezus en sinds de 11e eeuw bekend als beschermheilige van Schotland (hij is dit ook van Griekenland, Roemenië, Rusland, Polen en Oekraïne).

Sint Andreas (tussen 5 en 10 v. Chr.-60 na Chr.) op een 19e eeuwse ansichtkaart

Sinds 2006 is St. Andrew’s Day (Là Naomh Aindrea in het Schots Keltisch) een officiële feestdag en dient de Schotse vlag te wapperen van ‘alle gebouwen met een vlaggenstok’. Voorheen werd er ook al gevlagd, maar dat was met de Britse vlag, de zgn. Union Flag of Union Jack.

Kaart van Schotland (freeworldmaps,net)

De vlag(gen)

Vlag van Schotland (1540-heden)

De Schotse vlag is blauw met een wit andreaskruis, Saint Andrew’s cross of Saltire genaamd. De Schotse vlag heeft een lange geschiedenis, waarvan verschillende vermeldingen in legendes, maar de oudste op schrift stamt uit 1165. Na een gedaanteverwisseling van een wit andreaskruis op een rode vlag naar een blauwe vlag, is het dundoek sinds 1540 onveranderd gebleven. De Schotse vlag is nu tevens onderdeel van de Britse unievlag, Union flag of Union Jack, die heel ingenieus de vlaggen van Schotland, Engeland en Noord-Ierland (maar niet Wales!) verenigt.

Lion Rampant of Scotland

Naast de Saltire is er nog een nationale vlag in gebruik, die zowel door officiële instanties als door de bevolking gebruikt wordt (in dit laatste geval is het aan bepaalde regels gebonden).

Lion Rampant of Scotland

Het is de vlag die we hierboven zien afgebeeld: de vlag is geel met een rode ‘klimmende’ leeuw (‘lion rampant’), blauw getongd en genageld, binnen een dubbel uitgevoerde rode sierrand, voorzien van fleur-de-lys.

Het is de Koninklijke Standaard van Schotland, die bekend staat als The Lion Rampant of Scotland of Banner of the King of Scots.
Voordat het Koninkrijk Schotland met dat van Engeland en Ierland werd samengevoegd was dit de koninklijke banier van de Schotse koningen en koninginnen (maar dan vierkant).
In 1603 werd James Charles Stuart koning van Engeland en Ierland onder de naam James I en koning van Schotland als James VI, waardoor er een koninklijke standaard ontstond die in vakken werd verdeeld om de verschillende symbolen er op weer te geven.

De huidige Koninklijke Standaard van een Britse monarch (onveranderd sinds het aantreden van Koningin Victoria in 1837) kent twee versies: één voor gebruik in Engeland, Wales en Noord-Ierland en één voor gebruik in Schotland. We zien ze hieronder:

Links: Koninklijke Standaard van Engeland, Wales en Noord-Ierland / Rechts: Koninklijke Standaard van Schotland

De linkerversie is die voor Engeland, Wales en Noord-Ierland en de rechterversie die voor Schotland.
Versie één laat tweemaal het Engelse wapen zien (drie ‘gaande’ leeuwen), eenmaal het Schotse (de ‘klimmende’ leeuw) en eenmaal Ierland (de harp).
Versie twee echter heeft tweemaal de ‘klimmende’ leeuw van Schotland en slechts eenmaal de drie Engelse leeuwen.

De kist met het lichaam van Koningin Elizabeth II (1926-2022), gedekt met de Schotse Koninklijke Standaard, arriveert bij haar paleis in Edinburgh, opgewacht door o.a. The Princess Royal (Prinses Anne) en haar echtgenoot Sir Timothy Laurence (screenshot)

De Schotse Koninklijke Standaard kwam ook prominent in beeld na het overlijden van Koningin Elizabeth op 8 september 2022. Omdat zij in Schotland overleed werd de kist met haar lichaam, gedekt met deze koninklijke vlag, naar The Palace of Holyroodhouse in Edinburgh overgebracht.

Gebruik Lion Rampant

Nu zou het in de lijn der verwachting liggen dat daarmee de eerste Schotse Koninklijke Standaard (de gele vlag) van het toneel zou verdwijnen, maar dat gebeurde niet.
Zodoende zijn er nu eigenlijk twee koninklijke standaarden voor Schotland. Er is echter wel degelijk verschil in gebruik!

De vlag met de vier kwartieren wordt alleen door een Britse vorst gebruikt bij verblijf in Schotland en wappert doorgaans boven de desbetreffende residentie als hij of zij daar aanwezig is. In de praktijk zijn dit The Palace of Holyroodhouse in Edinburgh en Balmoral Castle in Aberdeenshire.
De monarch kan echter ook voor de geelrode Lion Rampant kiezen, zoals we op de foto hieronder zien.

Balmoral Castle in Aberdeenshire met de Lion Rampant in top (fotograaf onbekend)

Deze vlag wordt in officiële vorm verder gebruikt door vertegenwoordigers van de monarch in Schotland: de Lord High Commissioner to the General Assembly of the Church of Scotland, de Lord Lyon King of Arms, de Keeper of the Great Seal (de officiële naam van de eerste minister van Schotland) en de Lord Lieutenants of the Counties.

Processie bij de opening in 2019 van de General Assembly of the Church of Scotland, de Lord High Commissioner zien we achter de man met de staf, vóór hem de Lion Rampant-vlag en ook de Saltire maakt haar opwachting (screenshot)

Vanaf 1934 echter mag de vlag ook gebruikt worden door ‘het volk’. Bij de voorbereiding van het Zilveren Jubileum (in 1935) van Koning George V, werd er een koninklijk besluit uitgevaardigd dat de Schotse bevolking toestemming gaf om de Lion Rampant te gebruiken als teken van trouw en (feest)viering, maar wel op de voorwaarde dat de vlag bij gebruik door een particulier persoon of een vereniging, niet van een vlaggenmast wappert, maar in de hand gehouden dient te worden.

Schotse voetbalfans temidden van een zee van vlaggen, zowel de Saltire als de Lion Rampant (fotograaf onbekend)

Deze regel geldt ook heden ten dage nog, waardoor naast de blauw-witte Saltire ook de geel-rode Lion Rampant te zien is bij festiviteiten en sportwedstrijden.

Links: William I (William the Lion) (1142-1214), koning van Schotland van 1165 tot en met 1214, ongedateerd portret door een onbekende artiest (publiek domein) / Rechts: Alexander II (1198-1249), koning van Schotland van 1214 tot en met 1249, 18e eeuwse gravure van John Hall English (1739-1797) (Collectie Scottish National Portrait Gallery, Edinburgh)

Tot slot: wat de ouderdom van deze vlag betreft: ze werd waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door Koning William I (William the Lion) (circa 1142-1214) of door zijn zoon Koning Alexander II (1198-1249) en heeft dus inmiddels een respectabele leeftijd!

Trotse Schot met de Lion Rampant (fotograaf onbekend)

Sint Eustatius – Statia Day / Statia-dag (1776)

De 16e november is Statia Day op Sint Eustatius (Caribisch Nederland). Statia is de naam die de bewoners over het algemeen gebruiken voor hun eiland. Deze datum herinnert aan een belangrijke historische gebeurtenis in 1776 en is een officiële feestdag.

Statia Day vlaggen.jpg
De vlaggen van de Verenigde Staten, Nederland en Sint Eustatius op Statia Day (fotograaf onbekend)

Het eiland, dat in die tijd al een Nederlandse kolonie was, werd plotseling even wereldnieuws op de 16e november 1776.
De kersverse republiek van de Verenigde Staten van Amerika, had op de 4e juli van dat jaar zichzelf onafhankelijk verklaard. Als gevolg daarvan was het in oorlog geraakt met de Britse kolonisator.
Nederland, in die tijd zelf ook een republiek onder de naam Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, was Engeland’s grote handelsconcurrent en was op de hand van de Amerikaanse vrijheidsstrijders, Er vonden dan ook wapenleveranties plaats, o.a. via Sint Eustatius.

Kaart van SInt Eustatius (Hans Erren – publiek domein)

Op 16 november 1776 kwam het Amerikaanse marineschip de USS Andrew Doria Gallows Bay binnengezeild. Het voerde de nieuwe vlag van de onafhankelijke republiek, de Grand Union Flag, een vlag waarop de toenmalige versie van de Britse Union Flag of Union Jack nog in het kanton voorkwam. (Het volgende jaar, op 14 juni 1777, zou de eerste versie van de Stars and Stripes zijn intrede doen).

sint eustatius 01
Links: De Grand Union Flag (1775-1777) / Rechts: De eerste versie van de Stars and Stripes (1777-1795)

Met het binnenlopen van de baai vuurde de Andrew Doria 13 saluutschoten af. Gouverneur Johannes de Graaf gaf vervolgens opdracht de groet te beantwoorden, waarop er vanaf Fort Oranje 11 saluutschoten werden afgevuurd.

sint eustatius 02
Links: de SS Andrew Doria vuurt saluutschoten af voor  de kust van Sint Eustatius op 16 november 1776, schilderij door Phillips Melville, U.S. Navy Art Collection / Rechts: Gouverneur Johannes de Graaf (1729-1813), door een onbekende schilder, New Hampshire Statehouse

Het lijkt wellicht niet heel bijzonder, maar dat was het toen wel! Het was de eerste keer dat een buitenlandse mogendheid de vlag van de Verenigde Staten eerde met een saluut.
De Amerikanen beschouwden dit als een officiële erkenning van hun onafhankelijkheid.

Fort Oranje.jpg
Sint Eustatius, Fort Oranje (© caribbeanbluebookcom)

Het gevolg liet zich raden: toen de Engelsen dit nieuws vernamen waren ze op z’n zachtst gezegd ‘not amused’.
Het leidde uiteindelijk tot de Vierde Engelse Oorlog (The Fourth Anglo-Dutch War), die van 1780 tot 1784 duurde. De Nederlandse Republiek was toen al over zijn glorietijd heen en de Engelsen zegevierden dan ook. De oorlog was op de Slag bij de Doggersbank na (onbeslist) één grote strafexpeditie, waarbij veel Nederlandse bezittingen in Engelse handen vielen en ook de belangrijke zeeroute naar de Oostzee voor de Nederlanders gesloten was.

Het VOC-monopolie van de specerijhandel vanuit de Molukken legde het loodje, Engeland kreeg een vrije doorvaart op deze route. De economische schade voor de Republiek was enorm.
Ook in de West lieten de Britten zich gelden, uiteraard had men ook zijn oog op Sint Eustatius laten vallen, symbolisch niet onbelangrijk.
In februari 1781 werd het eiland door een grote vloot onder bevel van admiraal George Rodney veroverd, waarbij het eiland geplunderd werd. Sint Eustatius’ economie stortte als een kaartenhuis in elkaar.
In de jaren erna wisselden Engelse en Franse bezetters elkaar af. Na de val van Napoleon in 1815 kwamen de Nederlandse Caribische gebieden weer terug in handen van het toen nieuw gevormde Koninkrijk der Nederlanden.

sint eustatius 03
Links: Plaquette ter nagedachtenis aan de First Salute, aangeboden door president Franklin Delano Roosevelt (1882-1945) in 1939 / Rechts: “The First Salute” van historica Barbara Tuchman (1912-1989) uit 1988, uitgave van Alfred A. Knopf

Even terug naar de 16e november. Bij zijn bezoek aan Sint Eustatius in 1939, bood de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt een herinneringsplaquette aan, waarop de tekst: “Here the sovereignty of the United States of America was first formally acknowledged to a national vessel by a foreign official”.
Historica Barbara Tuchman publiceerde in 1988 een boek over de historische gebeurtenis, getiteld “The first salute”.

De vlag

Vlag Sint Eustatius
Vlag van Sint Eustatius (2004-heden)

Van 19 november 1959 tot 16 november 2004 werd op Sint Eustatius de vlag van de Nederlandse Antillen gebruikt. Deze vlag was voor alle zes de eilanden van de Antillen gelijk. De zes sterren op de blauwe baan stonden voor het aantal eilanden. Toen Aruba in 1986 zijn status aparte kreeg en daarmee zijn eigen vlag, verdween er één ster van de vlag van de Antillen.

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen, links van 1959-1986, rechts van 1986-2010

Op 10 oktober 2010 werden de Nederlandse Antillen ontbonden, waarbij Curaçao en Sint Maarten het voorbeeld van Aruba volgden. De overige drie eilanden, Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden speciale, overzeese gemeenten van Nederland. Sint Eustatius had toen dus al zes jaar een eigen vlag.

Zuwena Suares, ontwerpster van de vlag van Sint Eustatius (foto: Facebook)

Hoewel de vlag werd aangenomen op 29 juli 2004, werd er gewacht tot 16 november 2004 om de vlag voor het eerst officieel te hijsen. Die dag is Statia Day op Sint Eustatius, een officiële feestdag.  De ontwerpster van de vlag is Zuwena Suares. De officiële omschrijving van de vlag luidt:

De vlag is rechthoekig en heeft de kleuren blauw, rood, wit,en goud/geel. De verhouding van de breedte tot de lengte van de vlag is 2:3. De bovenste helft van de vlag is verdeeld in twee gelijkvormige blauwe driehoeken. De lagere helft van de vlag is verdeeld in twee gelijkvormige blauwe driehoeken. In het toppunt van het centrale diamant-vormige witte vlak is een gouden ster, in het midden een groen silhouet van het eiland.

Alida Francis legt op 10 april 2024 de eed af bij haar aantreden als gezaghebber van Sint Eustatius, met naast haar de eilandvlag (fotograaf onbekend)

Het silhouet van het eiland in het midden van de vlag toont prominent de 601 m hoge, slapende stratovulkaan The Quill (een verengelsing van het Nederlandse De Kuil). De laatste uitbarsting van deze vulkaan is waarschijnlijk ergens tussen de jaren 100 en 400 geweest.

Sint Eustatius
Sint Eustatius, met rechts The Quill (© kitlv.nl)

Verenigd Koninkrijk – Remembrance Day – Armistice Day / Herdenkingsdag – Wapenstilstand

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Vandaag is het 107 jaar geleden dat er een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog. De 11e november is sinds die tijd een officiële herdenkingsdag in het Verenigd Koninkrijk en in de landen van het Gemenebest.

Exacte cijfers over het aantal doden zijn er niet, maar het totale aantal slachtoffers wordt geschat op 40 miljoen, waarvan zo’n 1 miljoen Britten.

Remembrance Day poppies.jpg
Poppy Day (Klaproosdag) (© Royal British Legion)

Op deze dag, die in het Verenigd Koninkrijk ook wel Poppy Day (Klaproosdag) genoemd wordt (naar het symbool van hoop uit deze oorlog), worden er twee minuten stilte in acht genomen. Daarna worden er kransen gelegd.
Dit wordt meestentijds georganiseerd door lokale afdelingen van de Royal British Legion, bij de meeste oorlogsmonumenten in het Verenigd Koninkrijk om 11.00 uur, met twee minuten stilte.

Big Ben (eigenlijk de Elizabeth Tower) geeft elf uur aan (screenshot)

De stilte wordt ook uitgezonden als een speciaal programma op de BBC, met een voice-over die gewoonlijk zegt: “Dit is BBC One. Nu op het 11e uur, van de 11e dag van de 11e maand. De traditionele stilte van twee minuten voor Wapenstilstand.”
Het programma begint met een close-up van de klok van de Big Ben die 11 uur slaat, waarna het programma verschillende delen van de wereld laat zien waar deze traditie ook bestaat. Het programma eindigt met een hoornblazer die “The Rouse” speelt, waarna de normale programmering wordt hervat.

De kransleggingen bij The Cenotaph vinden plaats op Remembrance Sunday, dat is de zondag die het dichtst bij de 11e november ligt. Dit jaar was dat dus de 9e november, eergisteren.

Remembrance Day zelf is altijd de 11e november, een dag die waar overigens niet alleen in het Verenigd Koninkrijk bij wordt stilgestaan, maar ook door de meeste Gemenebest-landen. Ook in België en Frankrijk is dit een belangrijke herdenkingsdag. In de Verenigde Staten wordt deze dag Veterans Day genoemd.

Catherine, de prinses van Wales, legde vandaag een krans bij het National Memorial Aboretum in Alrewas, Staffordshire (screenshot BBC-tv)

De vlag

De Union Flag of Union Jack, de vlag van het Verenigd Koninkrijk (1801-heden)

De vlag is een samenvoeging van drie verschillende vlaggen, die van Engeland (een rood St. George’s Cross op een wit veld), die van Schotland (een wit St. Andrew’s Cross op een blauw veld) en Ierland (een rood St. Patrick’s Cross op een wit veld).

De Engelse vlag gaat in ieder geval terug tot zeker 1277 en stamt uit de tijd van de Kruisvaarders. De Schotse vlag wordt voor het eerst genoemd in 1165. De Ierse vlag (die staat voor het gehele eiland) staat bekend als St. Patrick’s Saltire en stamt van rond 1780.

Combinatie

De drie vlaggen kwamen niet in één keer tezamen. Toen in 1603 Engeland en Schotland één monarch gingen delen (maar wel onafhankelijke koninkrijken bleven), werd er een vlag ontworpen die de twee gebieden samen vertegenwoordigde. In 1606 kwam er een vlag uit de bus rollen die de Schotse en Engelse vlaggen combineerde. Toen in 1801 Ierland een onderdeel van het Engels/Schotse koninkrijk werd St. Patrick’s Saltire toegevoegd, en daarmee was de huidige unievlag geboren.

Het enige deel van het koninkrijk wat niet in de vlag is vertegenwoordigd, is Wales. De reden daarvoor is dat Wales door Engeland in 1282 werd geannexeerd en door de Laws in Wales Acts van 1535-1542 officieel onderdeel werd van Engeland. Toen de eerste versie van de unievlag  werd ingevoerd in 1603, was er dus geen reden om Wales daarop te representeren.

vlag uk ontwikkeling

Voorrang

Wat wel eens over het hoofd wordt gezien is dat de vlag een een onder- en bovenkant heeft! Zeker bij onofficieel gebruik wordt hij nogal eens ondersteboven gehangen. De correcte positie van de vlag is die waarbij de bredere diagonale witte streep aan de broekingszijde (bij de mast) boven de rode diagonaal gepositioneerd is. De reden daarvoor is dat de witte diagonaal van het Schotse St. Andrew’s Cross officieel ‘voorrang’ krijgt boven het Ierse St. Patrick’s Cross!

Daartegenover staat een totaal andere uitleg: namelijk dat de onregelmatige vormen van het schuinkruis op het wit een banistieke verfijning is, om te voorkomen dat men zou zeggen dat het Ierse kruis op het Schotse kruis ligt, of omgekeerd. Dat is natuurlijk een veel sympathiekere uitleg, want zo wordt er niemand ‘voorgetrokken’, maar toch is de eerste versie de officiële!

Exmoor – Introduction of the Flag / Invoering van de Vlag (2014)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Exmoor is een gebied in zuidwest-Engeland dat tot 1818 een koninklijk jachtgebied was, maar sinds 1954 een nationaal park.
Exmoor National Park is vernoemd naar de rivier de Exe, die in het park ontspringt.

Locatie van Exmoor National Park, de dunne donkergrijze lijn is de grens tussen de graafschappen Devon en Somerset (© Ordnance Survey OpenData / publiek domein)

Het westelijk deel van het park (29%) ligt in het graafschap Devon, terwijl het grotere oostelijke deel (71%) in het graafschap Somerset is gesitueerd.
Het park heeft een oppervlakte van 700 km² en grenst aan de noordkant aan het Bristol Channel, de kustlijn van het park is 55 km lang.

Een van de bezienswaardigheden in Exmoor National Park zijn de zogenaamde Tar Steps, een klepelbrug over de rivier de Barle, die bij benadering uit 1000 voor Christus stamt (© Vlagblog)

Het is een open heidelandschap, maar er zijn ook bosgebieden. Naast grote aantallen schapen, die vrij rond kunnen lopen, net als runderen en Exmoor pony’s, is hét symbool van Exmoor National Park het edelhert.

Het symbool van Exmoor National Park: het edelhert (Cervus elaphus) (foto: Andrew Turner)

In 2011 kreeg het park als eerste Europese locatie de toekenning van Dark Sky Preserve. In dergelijke gebieden heerst een natuurlijke nachtelijke leefomgeving en ook het zicht op de nachthemel is er van hoge kwaliteit.
In Nederland zijn twee van dergelijke parken te vinden: Dark Sky Boschplaat op Terschelling (2015) en Dark Sky Lauwersmeer (2016).

De vlag

Vlag van Exmoor (2014-heden)

Sinds begin deze eeuw zijn er in het Britse vlaggenlandschap veel nieuwe vlaggen bijgekomen, vooral voor de graafschappen.
En ook de vlag voor de Exmoor-regio is recent en stamt uit 2014.

De vlag kwam er naar aanleiding van het 60-jarige jubileum van het nationale park, middels een ontwerpwedstrijd.
Die ging in juni 2014 van start met een speciale vlaggenbijeenkomst op de Dulverton Middle School met een informatieve presentatie door Robin Ashburner, niet alleen inwoner van Exmoor, maar ook voormalig president van The Flag Institute.

De aftrap van de ontwerpwedstrijd vond plaats op de Dulverton Middle School middels een presentatie door vlag-expert Robin Ashburne (links op de foto), met een rijtje Britse vlaggen, v.l.n.r. Engeland, Gloucestershire, Somerset, Devon, Cornwall, Scillyeilanden en Wales (fotograaf onbekend)

De wedstrijd werd op grote schaal gepromoot met posters in de Exmoor-regio, een campagne op sociale media, regionale en lokale berichtgeving in de pers en interviews op regionale radiozenders, waaronder BBC Radio Devon en Somerset.
De inzendingstermijn liep van 16 juni tot 21 juli 2014.

De Exmoor Flag Competition liep van 16 juni tot 21 juli 2014

In totaal werden er 261 ontwerpen ingediend, voornamelijk uit de regio, maar ook kwamen er inzendingen uit Australië en de Verenigde Staten. De jongste inzender (in dit geval een vader of moeder waarschijnlijk!) was 2 jaar oud, de oudste 93.
Er was een beoordelingscommissie van acht personen, waaronder Robin Ashburne, die de lijst uiteindelijk terugbrachten tot vijf (hoewel het oorspronkelijke plan was een shortlist van vier te hebben).

De vijf finalisten met hun ontwerpen, op de dag van de uitslag, op het perron van het treinstation van Minehead, v.l.n.r: Martin Shoots, Kevin Sandiford, Jamie Loudon, Kathryn Roseveare en Jenny Stevens (fotograaf onbekend)

De vijf ontwerpen werden vervolgens aan het publiek voorgelegd: tussen 20 augustus en 10 september kon er op de ontwerpen gestemd worden.

De vier ontwerpen die het niet werden waren van Martin Shoots (linksboven), Kevin Sandiford (rechtsboven), Jamie Loudon (linksonder) en Kathryn Roseveare (rechtsonder)

Op 29 oktober werd de uitslag op het station van het aan de rand van Exmoor National Park gelegen Minehead, bekend gemaakt, in aanwezigheid van de vijf finalisten.

Jenny Stevens, ontwerpster van de vlag van Exmoor, met haar ontwerp naast een stoomlocomotief op het spoorwegstation van Minehead (fotograaf onbekend)

Winnares was Jenny Stevens uit Londen die Exmoor al sinds haar tienerjaren bezoekt en het een “fantastische plek” vindt.
Ze was met haar gezin op vakantie in Devon toen haar man de wedstrijd in de krant zag en haar voorstelde om eraan mee te doen.
Ze nam de uitdaging aan en “zes uur later was het daar”, herinnert ze zich. “Ik probeerde de zee, de heide en het landschap te laten zien”.

De vlag van Exmoor bij de haven van Minehead (© Vlagblog)

De vlag heeft een blauw veld met onderin vier horizontaal golvende lijnen in wit, paars, wit en groen.
In het blauw aan de broekingszijde de kop van een edelhert in wit met een vijfpuntige witte ster boven zijn gewei.

Moors in Exmoor met grazende schapen (© Vlagblog)

Het blauwe veld staat voor zowel de lucht als de zee. De golvende lijnen van wit, paars en groen vertegenwoordigen Exmoor als een plaats waar de zee kliffen, heidevelden en bossen ontmoet, evenals de vele wandelpaden in de regio.
De ster staat symbool voor de toekenning van de Dark Sky Preserve van 2011.

Exmoor National Park (© foto: Manfred Heyde / publiek domein)

De vlag van Exmoor is na goedkeuring door hoofd-vexilloloog Graham Bartram van The Flag Institute geregistreerd als officiële vlag van het Verenigd Koninkrijk.

Scilly-eilanden – The Scilly Naval Disaster / Vloot-ramp bij de Scilly-eilanden (1707)

Vandaag 318 jaar geleden leed de Britse marine (Royal Navy) een van de grootste verliezen uit haar geschiedenis: in slecht weer liepen vier oorlogsschepen op de klippen bij de Scilly-eilanden en zonken. Zo’n 1.400 tot 2.000 mensen verloren hierbij het leven.

Locatie van de Scilly-eilanden (publiek domein)

Grote vloot

De vier schepen waren onderdeel van een aanzienlijke vloot op de terugweg naar Portsmouth.
Samen met elf andere Britse linieschepen (drie- of viermasters met meer dan 50 stukken geschut) en zes kleinere vaartuigen, hadden ze deelgenomen aan een belegering van de Franse havenstad Toulon, gelegen aan de Middellandse Zee, tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1713).

Sir Cloudesley Shovell (1650-1707), olieverfschilderij door Michael Dahl (1659-1743) (Collectie Royal Museum Greenwich)

Het betrof hier een gecombineerde belegering zowel op land als op zee van Britse, Oostenrijkse en Nederlandse troepen, onder bevel van generaal Eugenius van Savoye en duurde van 29 juli tot 21 augustus 1707.
De Britse vloot stond onder leiding van opperbevelhebber Sir Cloudesley Shovell. Hoewel de Franse vloot schade werd toegebracht, was de operatie in z’n geheel militair geen succes, waarna de Britse vloot orders kreeg terug te keren naar Engeland.

De route van de Britse vloot terug naar Engeland: de gevulde blauwe cirkel markeert de geschatte positie op 21 oktober, de open cirkel de positie op 22 oktober (© Kognos)

Na eerst de Britse basis Gibraltar, aan de zuidpunt van het Iberisch Schiereiland te hebben aangedaan, vertrok de vloot van 21 schepen op 29 september, met het vlaggenschip HMS Association voorop.
De tocht terug werd gehinderd door erg slecht weer, zeker in de beruchte Golf van Biscaje, ten westen van Frankrijk, spookte het behoorlijk. De hele terugreis bleek het vrijwel onmogelijk om goede koersbepalingen uit te voeren.

Op 21 oktober echter kon via dieptepeilingen van 93 tot 130 vadems (zo’n 170 tot 240 m) vastgesteld worden dat men het continentaal plat naderde.
’s Middags op dezelfde dag klaarde het weer eindelijk op en kon een goede plaatsbepaling gemaakt worden: 48° 50–57′ N.
Gecombineerd met de dieptemeting schatte men zo’n 200 mijl (320 km) ten westzuidwesten van de Scilly-eilanden te zijn.
Dit was de laatste meting, waarna er verder werd gevaren op gegist bestek.

Kaart van de Scilly-eilanden uit 1874 (© John Bartholomew / publiek domein)

De wind was gedurende de dag gekrompen van noord naar zuidwest, wat gunstig was voor een oostnoordoostelijke koers. Het zicht werd aan het eind van de middag weer slechter. Rond 18.00 u, toen het inmiddels donker was, gaf admiraal Shovell bevel door te varen op de ingeslagen koers.
Rond 20.00 u bleek dat men zich misrekend had: het vlaggenschip, samen met verscheidene andere schepen, bleek tussen de rotsen ten zuidwesten van de St. Agnes (het zuidwestelijkste van de Scilly-eilanden) te zijn terechtgekomen. Vier schepen liepen daadwerkelijk op de rotsen en gingen verloren.

De ondergang van de HMS Association (voorgrond) op een gravure uit ca. 1710, getiteld “Sir Cloudesley Shovell in the Association with the Eagle, Rumney and the Firebrand, Lost on the Rocks of Scilly, October 22, 1707”, graveur onbekend (publiek domein)

Het vlaggenschip HMS Association liep rond 20.00 u op de Outer Gilstone Rock, een van de Western Rocks. De HMS St. George, die niet ver achter het vlaggenschip voer, zag de Association in drie à vier minuten ten onder gaan, inclusief de complete bemanning van zo’n 800 man, waaronder admiraal Shovell. Hoewel de St. George ook een aantal rotsen raakte en beschadigd raakte, kon het erger voorkomen.
Hetzelfde gold voor HMS Phoenix, dat aan de grond liep tussen Tresco en St. Martin’s, maar het lukte het schip weer los te komen.

Luchtfoto uit 2007 van de Scilly-eilanden met net iets rechts van het midden het (bijna ronde) hoofdeiland St. Mary’s, de Western Rocks zien we helemaal linksonder op de foto als rotspunten in de witte branding eromheen (© NASA –
ISS Crew Earth Observations experiment and the Image Science & Analysis Laboratory, Johnson Space Center / publiek domein)

HMS Eagle, onder commando van kapitein Robert Hancock stuitte op de Crim Rocks en verging met man en muis. De bemanning werd geschat op zo’n 800 man.

De HMS Eagle (bouwjaar 1677) in betere tijden, olieverfschilderij van Peter Monamy (1681-1749), het schip is hier afgebeeld terwijl het de ankerplaats The Nore bij de monding van de Theems verlaat (privécollectie)

HMS Romney, onder commando van kapitein William Coney, met een bemanning van 290 man, liep op Bishop Rock en ging ten onder, slechts één man, kwartiermeester George Lawrence, kon gered worden.

HMS Firebrand, een brander onder commando van kapitein Francis Perry, raakte Outer Gilstone Rock, net als HMS Association, maar wist drijvende te blijven toen het werd opgelicht door een grote golf. Kapitein Perry slaagde erin het zwaar beschadigde schip langs de zuidzijde van de Western Rocks te manoeuvreren, tussen de eilanden St. Agnes en Annet door, maar strandde alsnog in de Smith Sound, vlakbij Menglow Rock. 28 man verloren hierbij het leven, 12 man konden gered worden.

HMS Royal Anne kon ternauwernood een stranding voorkomen door als de wiedeweerga de topzeilen te hijsen.

The Scilly Naval Disaster, marmeren paneel op het praalgraf van Sir Cloudesley Shovell in de Westminster Abbey te Londen (fotograaf onbekend)

Hoewel het exacte aantal doden niet bekend is, komen we toch zo rond de 2.000 doden uit, als we bovenstaande getallen optellen.
Het was zonder meer een van de grootste rampen uit de Britse maritieme geschiedenis.

In de dagen erna spoelden grote aantallen lichamen aan, benevens wrakstukken van de schepen en persoonlijke bezittingen van de zeelui.
Het lichaam van admiraal Shovell spoelde op 23 oktober aan bij Porthellick Cove op St. Mary’s, zo’n 11 km van de plek waar HMS Association verging.

Praalgraf van Sir Cloudesley Shovell in de Westminster Abbey te Londen (fotograaf onbekend)

In eerste instantie werd hij op St. Mary’s begraven. In opdracht van Koningin Anne werd zijn lichaam later opgegraven, gebalsemd en naar Londen overgebracht, waarna hij op 22 december 1707 bijgezet werd in de Westminster Abbey.

Monument voor Sir Cloudesley Shovell bij Porthellick Cove, aan de zuidkust van St. Mary’s (© Cunningham / publiek domein)

Bij Porthellick Cove is een eenvoudig monument ter nagedachtenis aan Shovell.
Veel lichamen spoelden aan op St. Agnes en zij werden dan ook op dit eiland begraven.

Verschillende spullen van de HMS Association werden bij een duikoperatie in 1967 naar boven gehaald, waaronder een kanon (foto: Paul Armiger)

De vlag

Vlag van de Scilly-eilanden (2002-heden)

De Scilly-eilanden, een groep van vijf bewoonde eilanden en ongeveer 140 onbewoonde, vormen een eigen district binnen het ceremoniële graafschap Cornwall.
Men zou verwachten dat deze bekende eilandengroep al heel lang een eigen vlag zou voeren, maar dat is niet het geval.

Kaart van de Scilly-eilanden (© Burmesedays, 2010)

De vlag van de Scilly-eilanden kwam er na een oproep in januari 2002 door de lokale krant Scilly News. Het publiek werd gevraagd vlagontwerpen in te sturen, wat uiteindelijk na drie stemrondes en 400 stemmen in februari een winnaar opleverde: de huidige vlag van de Scilly-eilanden, die onmiddellijk de bijnaam de Scillonian Cross Flag kreeg.

De vlag wordt door een wit liggend kruis in vieren verdeeld, waarbij de bovenste vlakken oranje en de onderste blauw zijn. In het oranje vlak aan het uitwaaiende gedeelte zijn vijf witte pentagrammen (vijfpuntige sterren) geplaatst, één grote en vier kleinere.

De eilanden Gugh (voorgrond) en St. Agnes, die via een landengte (een zogenaamde tombolo) met elkaar zijn verbonden (publiek domein)

The Scilly News legde de symbolische waarden uit: het witte kruis staat voor de Keltische geschiedenis van de eilanden en het nog altijd zichtbare erfgoed in de archipel.
De vijf pentagrammen staan voor de vijf bewoonde eilanden die op dezelfde posities ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. De pentagrammen hebben verschillende groottes, net als de eilanden die ze symboliseren.
Deze vijf bewoonde eilanden zijn van groot naar klein: St. Mary’s, Tresco, St. Martin’s, St. Agnes en Gugh (die als één eiland worden beschouwd) en Bryher.

De kleur wit werd gekozen “als sterke en symbolische kleur” en tevens omdat het staat voor “zuiverheid en onschuld”.
De kleur oranje symboliseert de zonsondergangen, waar de Scilly-eilanden beroemd om zijn. Blauw tenslotte representeert de oceaan die de eilanden omspoelt.

Graham Bartram (1963), vexilloloog van het Flag Institute (© GrahamPadruig)

Het vlagontwerp werd vervolgens voorgelegd aan Graham Bartram, de belangrijkste vexilloloog (vlaggenkundige) van het Britse Flag Institute, die het goedkeurde.

Normandië – Batâle de Hastingues / Battle of Hastings / Slag bij Hastings (1066)

De Slag bij Hastings in 1066, was een veldslag waarbij de Angelsaksische koning Harold II zijn Engelse troon verdedigde tegen hertog Willem I van Normandië. Willem kwam als overwinnaar uit de strijd en ging voortaan door het leven als Willem de Veroveraar.

Ruiterstandbeeld van Willem de Veroveraar in zijn geboorteplaats Falaise in Normandië, een werk uit 1851 van beeldhouwer Louis Rochet (1818-1873) (fotograaf onbekend)

Dat is een notendop wat er 959 jaar geleden gebeurde. Maar waarom viel een Normandische hertog Engeland binnen? Dat is een ingewikkeld verhaal, waarvan de directe aanleiding in 1002 ligt, maar voor een beter begrip gaan we nog verder terug naar het jaar 911.

Links: Karel de Eenvoudige (Charles III le Simple) (879-929) uit het Karolingische Huis, koning van West-Francië en Lotharingen (fantasieportret/publiek domein) / Rechts: Rollo de Noorman, 1e hertog van Normandië (± 846-933), detail uit ‘Roll of the Dukes of Normandy’, 13e eeuw (publiek domein)

In dat jaar gaf de Karolingische koning Karel de Eenvoudige een groep Vikingen, toestemming zich in de Vexin te vestigen, aan de monding van de Seine.
Deze kolonie o.l.v. Rollo de Noorman was succesvol, waarbij men integreerde met de lokale bevolking. Het heidendom werd ingeruild voor het christendom. Door gemengde huwelijken ontstond een gemeenschap waaruit het hertogdom Normandië voortkwam. Rollo werd de eerste hertog van Normandië. Het nog prille hertogdom werd in de 10e eeuw allengs groter met gebiedsuitbreiding naar de kust.

Het hertogdom Normandië in de 12e eeuw (© Augusta 89)

Deense overheersing

Fast forward naar 1002: in Engeland treedt koning Æthelred II in het huwelijk met Emma, de zus van Richard II, de 4e hertog van Normandië (en achterkleinzoon van Rollo).

Links: Koning Æthelred (± 968-1016), detail uit een geïllumineerd manuscript getiteld ‘The chronicle of Abindon’ uit ± 1220, MS Cott. Claude B VI folio 87, verso (Collectie British Library) / Rechts: Koningin Emma (± 984-1052), ook bekend onder haar Normandische naam Elfvige, illuminatie uit ± 1250, de Latijnse tekst luidt vertaald: Emma vlucht met haar kinderen naar Normandië, om daar door haar vader te worden beschermd (publiek domein)

Æthelred en Emma kregen een zoon, Eduard. In 1013 werd de rust ruw verstoord toen koning Knoet van Denemarken Engeland binnenviel. Æthelred, Emma en Eduard namen de wijk naar de familie in Normandië.
Als Æthelred in 1016 in ballingschap sterft, trouwt zijn weduwe Emma met de Deense, Noorse (en nu ook Engelse) koning Knoet.
Zoon Edward blijft achter in Normandië.

Links: Knoet de Grote (± 995-1035), koning van Noorwegen, Denemarken en Engeland, detail uit een geïllumineerd manuscript getiteld ‘Liber vitae’ uit 1031, MS 944 folio 6 (Collectie British Library) / Rechts: Hardeknoet (± 1018-1042), koning van Denemarken en Engeland, miniatuur op perkament uit een koninklijke genealogie uit de 14e eeuw (Collectie British Library)

Uit het huwelijk van Knoet en Emma wordt rond 1018 een zoon geboren: Hardeknoet. Als Knoet in 1035 sterft, wordt hij opgevolgd door Hardeknoet.
In 1041 wordt de nog steeds in Normandië woonachtige Eduard door zijn halfbroer Hardeknoet uitgenodigd mede-regent te worden in Engeland. Als Hardeknoet vervolgens kinderloos in 1042 sterft, heeft Eduard het rijk alleen en is hij via een omweg uiteindelijk toch koning van Engeland. Als koning zal hij uiteindelijk de geschiedenis ingaan als Eduard de Belijder.

Edward de Belijder, koning van Engeland, gezeten op zijn troon, openingsscène van het Tapijt van Bayeux (circa 1068) (Collectie Bayeux Museum)

Eduard de Belijder

Door zijn lange ballingschap in Normandië had hij een hele groep mensen om zich heen verzameld, die hij ook in Engeland bij zich hield, waardoor de Engelse politiek een sterk Normandisch tintje kreeg, met hovelingen en geestelijken op machtsposities. Ook het leger kreeg een Normandische injectie. Eduard kwam hierdoor in conflict met verschillende Engelse groeperingen, waaronder de machtige graven van Wessex.

Links: Willem afgebeeld zittend op zijn troon, in een rijk geïllumineerde letter A, 12e eeuws manuscript / Rechts: Close-up van de afbeelding van Willem (beide: British Library Board)

Net als zijn halfbroer had Eduard geen kinderen, waardoor het ‘opvolgingsspook’ opnieuw opdook. Hoewel het niet vaststaat, is het waarschijnlijk dat Eduard zijn verre oom Willem II (de 7e hertog van Normandië) de troon beloofde.
Toen Eduard op 5 januari 1066 stierf, was Willem inderdaad van mening dat de Engelse troon hem toekwam.

Een (ongedentificeerde) Engelse koning temidden van zijn Witenagemot (Old English Hexateuch, 11e eeuw)

De officiële opvolger echter werd aangewezen door de Witenagemot, een raad van ‘wijze mannen’ uit de hoogste Engelse adel. De raad koos voor Harold Godwinson, de graaf van Wessex, die daardoor koning Harold II werd.

Harold Godwinson, graaf van Wessex (± 1022-1066), plaatst de koningskroon op zijn hoofd en wordt daarmee koning Harold II (uit ‘The life of Edward the Confessor’ van Matthew Paris), 13e eeuw

Invasies

Willem, hertog van Normandië was het er niet mee eens en begon met voorbereidingen tot een invasie.
Maar hij was niet de enige kaper op de kust! Koning Harald III van Noorwegen, die beter bekend stond onder de naam Harald Hardråda (= ‘harde regent’), meende ook aanspraak te hebben op de Engelse troon. Zijn aanspraak was gebaseerd op een overeenkomst tussen zijn voorganger, koning Magnus I van Noorwegen en de vroegere koning van Engeland, Hardeknoet. Afgesproken was dat als één van beiden zonder erfgenaam zou sterven, de ander de tronen van zowel Engeland als Noorwegen zou erven.
Ook de Noorse Harald stelde een invasieleger samen.

Aankomst van koning Harald Hardråda van Noorwegen (net links van het midden) en zijn overwinning op het leger van Northumbria bij de Slag bij Fulford (uit ‘The life of Edward the Confessor’ van Matthew Paris), 13e eeuw

Begin september 1066 landde Harald met zo’n 300 vikingschepen en 15.000 soldaten in Noord-Engeland, aan de oevers van de Humber. Op 20 september versloeg hij de legers van de graven van Mercia en Northumbria in de slag bij Fulford. Vijf dagen later echter, versloeg het Engelse leger, onder leiding van koning Harold II, de Noorse invasiemacht, in de slag bij Stamford Bridge (Yorkshire), waarbij koning Harald Hardråda sneuvelde.

Koning Harald Hardråda van Noorwegen (met bijl) en zijn invasieleger (links) bij de Slag bij Stamford Bridge in Yorkshire, waar hij het onderspit delfde (uit ‘The life of Edward the Confessor’ van Matthew Paris), 13e eeuw

Slag bij Hastings

Ondertussen had Willem, hertog van Normandië, niet stil gezeten. Ook hij viel Engeland binnen en wel op 28 september 1066, bij Pevensey, in het graafschap Sussex. Het aantal schepen waarmee de Normandiërs landde is niet precies bekend, schattingen lopen uiteen van 500 tot 776, volgeladen met manschappen, materieel en paarden. Zijn totale leger bestond uit ongeveer 7.000 man.

Landing van Willem en zijn Normandische leger bij Pevensey, afgebeeld op het Tapijt van Bayeux (circa 1068) (Collectie Bayeux Museum)

Nieuws van de invasie vanuit het zuiden had koning Harold II al bereikt en hij haastte zich met zijn leger vanuit Yorkshire naar Sussex. Begin oktober naderden beide legers elkaar.
Harold had de beschikking over 10.000 man, dat bijna in zijn geheel uit infanterie bestond, met maar heel weinig boogschutters, terwijl Willem’s invasiemacht voor de helft uit infanterie bestond, terwijl de rest gelijkelijk verdeeld was tussen cavalerie en boogschutters.

De Britse Royal Mail gaf in 1966 een serie van acht postzegels uit bij de herdenking van 900 jaar Slag bij Hastings (ontwerper: David Gentleman)

De beide legers ontmoetten elkaar op 14 oktober, 10 km ten noordwesten van Hastings. De strijd begon rond 9.00 ’s morgens en duurde tot zonsondergang (half oktober ± 18.00 u).
Vroeg in de strijd probeerden de Normandiërs de Engelse linies te doorbreken, maar slaagden daar niet in. De daarop volgende tactiek had meer succes: men deed alsof men in paniek vluchtte, om zich vervolgens plotseling om te draaien en zich op hun achtervolgers te storten.

De afbeeldingen op de postzegels met scènes van de slag zijn afkomstig van het Tapijt van Bayeux

Laat in de middag raakte koning Harold dodelijk gewond (waarschijnlijk door een pijl in zijn rechteroog), waardoor het moraal een fikse knauw kreeg en het Engelse leger terugviel. Harold, die gewond nog op zijn paard zat, werd omsingeld door Normandiërs die hem doodden met hun zwaarden.
Het was de genadeslag en het uit elkaar gevallen leger trok zich terug.

Het Tapijt van Bayeux bevindt zich nog steeds in deze Franse stad, in het voormalige Groot-Seminarie uit de 17e eeuw

Willem trok met zijn troepen Engeland verder binnen, hier en daar waren er nog wat schermutselingen, maar uiteindelijk bleek de invasie geslaagd. Op Eerste Kerstdag 1066 werd Willem in Londen tot koning Willem I van Engeland gekroond (in Normandië bleef hij hertog Willem II).
Heden ten dage kennen we hem echter beter als Willem de Veroveraar.
Met het aantreden van Willem verloor Winchester de status van hoofdstad en verhuisde het hof naar Londen.

Willem, inmiddels vijf jaar koning, beloont Alan Rufus, graaf van Bretagne, in 1071 voor zijn hulp tijdens de Slag bij Hastings, door hem een charter te verlenen voor Richmondshire, een gebied in het noorden van Yorkshire, de afbeelding uit ± 1480, toont de overhandiging van het document met een groen lakzegel (foto: Universal History Archive)

Wat de verliezen op het slagveld betreft: daar is weinig met zekerheid over te zeggen, maar geschat wordt dat er aan Normandische kant zo’n 2000 doden waren te betreuren. Aan Engelse kant moeten dat er significant meer zijn geweest.

Op de plek van het slagveld werd in 1095 een abdij opgericht , de Battle Abbey, ter herdenking aan de strijd. Rondom de abdij ontstond een stadje met de naam Battle.

Restanten van Battle Abbey, gebouwd op de plek van het slagveld (foto: Barbara van Cleve)

Willem de Veroveraar overleed in 1087 en werd opgevolgd door zijn derde zoon William Rufus, als Willem II van Engeland, tweede koning uit het Huis van Normandië.

‘Dominions of William the Conqueror about 1087’, kaart met in roze het gebied waar Willem de Veroveraar de scepter zwaaide, in Engeland als koning en in Normandië als hertog (uit de Historical Atlas, by William R. Shepherd, 1923) (publiek domein)

Graf

Willem werd begraven in Normandië, in de Abbaye aux Hommes in Caen. Tijdens zijn laatste jaren was hij erg dik geworden en omdat het midzomer was, was zijn lichaam door de warmte extra opgezet. Toen bisschoppen probeerden zijn lichaam in een sarcofaag te proppen, barstte zijn buik open, waarna de kerk met een ondraaglijke stank werd vervuld.

Het graf is meerdere keren verstoord. Dat gebeurde voor het eerst in 1522 in opdracht van de (Nederlandse) paus Adrianus VI, waarbij het lichaam intact werd gelaten.
In 1562 echter, tijdens de Hugenotenoorlogen, werd het graf opnieuw geopend en werden zijn botten weggenomen, op een dijbeen na. Dit bot werd herbegraven in 1642 en is dus het enige wat er van Willem’s lichaam over is.

Het graf van Willem de Veroveraar in de Abbaye aux Hommes in Caen, het grafschrift luidt: Hier is begraven de onoverwinnelijkste Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, en koning van Engeland, stichter van dit huis, die stierf in het jaar 1087 (foto: Paul Hermans)

Het Huis van Normandië zou aan de macht blijven tot 1154 en werd opgevolgd door de koningen uit het Huis Plantagenet, die oorspronkelijk ook uit Frankrijk afkomstig waren (Anjou).

Tapijt van Bayeux

Het beroemde Tapijt van Bayeux, een borduurwerk van 70 m lengte en 50 cm hoogte laat de Slag bij Hastings zien. Het tapijt werd in de Franse stad Bayeux vervaardigd en stamt waarschijnlijk uit 1068, dus kort ná de slag.
De vergelijking met een stripverhaal is vaak gemaakt en niet ten onrechte!

Op dit deel van het Tapijt van Bayeux is Willem de Veroveraar (tweede van links), terwijl hij zijn helm optilt om op het slagveld bij Hastings erkend te worden, rechts naast hem zien we graaf Eustatius II van Boulogne, die met zijn vinger naar hem wijst (publiek domein)

De vlag

Vlag van Normandië (‘Les P’tits Cats’)

De vlag van Normandië is rood met daarop twee zogenaamde ‘gaande leeuwen’ in goud (of geel), blauw getongd en genageld. Het is een heraldische vlag, gebaseerd op het Normandische wapen, waarop dezelfde afbeelding te zien. De officiële omschrijving luidt: ‘de gueules à deux léopards d’or’ (‘rood met twee gouden luipaarden’).

Links: Kaart van Normandië (© freeworldmaps.net) / Rechts: Wapen van Normandië

Hoewel de twee dieren dus officieel ‘luipaarden’ genoemd worden, worden ze heraldisch gezien als ‘leeuwen’. Op dezelfde wijze afgebeelde luipaarden/leeuwen op wapens van Engelse koningen worden altijd omschreven als ‘lions léopardé’, ‘geluipaarde leeuwen’ dus. Het feit dat de dieren met manen worden afgbeeld, pleit ook voor leeuwen en niet voor luipaarden. Desondanks is de officiële beschrijving altijd gehandhaafd.

Links: Kroning van Willem de Veroveraar tot koning van Engeland in de Westminster Abbey, op 25 december 1066 – miniatuur uit de 12e eeuwse “Flores Historiarum” (Collectie Bodleian Library te Oxford) (publiek domein) / Rechts: Willem de Veroveraar afgebeeld op het Tapijt van Bayeux, scene 23 – wandtapijt van 70 m x 50 cm, vervaardigd in Engeland in 1068 (Collectie Musée de la Tapisserie te Bayeux, Normandië / publiek domein)

Het Normandische wapen is waarschijnlijk terug te voeren op Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, die, zoals we hierboven zagen, er in slaagde in 1066 Engeland te veroveren, waar hij zijn bijnaam ‘de veroveraar’ aan te danken heeft. Daarvoor stond hij als buitenechtelijk kind van hertog Robert de Duivel, bekend als Willem de Bastaard.

Links: Richard Leeuwenhart in stripvorm, compleet met zijn schild met drie leeuwen, uit “Het zwaard en het kruis” door Yves Duval (scenario) en Philippe Delaby (tekeningen), Lombard Uitgeverij, 1991 / Rechts: Waarschijnlijk een van de oudste afbeeldingen van het wapen met drie leeuwen, circa 1250/1259, afkomstig uit “Historia Anglorum” door Matthew Paris (±1200-1259) (Royal MS 14 C VII, collectie British Library, Londen)

Met de verovering van Engeland kwam het wapen ook in Engeland terecht. Tegen de tijd dat Richard Leeuwenhart koning van Engeland was (en tevens hertog van Normandië), eind 12e eeuw, kwam het wapen ook met drie leeuwen voor (waarschijnlijk vanaf 1189 , terwijl de versie met twee leeuwen voor Normandië gehandhaafd bleef.

Links: Gecombineerd wapen van Koning-Stadhouder Willem III van Oranje (1650-1702) en zijn vrouw Koningin Mary Stuart II (1662-1694), een op zijn zachtst gezegd ‘druk’ wapen, waarin de drie leeuwen maar liefst acht keer voorkomen: vier maal drie voor hem en vier maal drie voor haar, het combinatie-wapen is omhangen met de Orde van de Kouseband / Rechts: Koninklijke Standaard van het Verenigd Koninkrijk, waar de drie leeuwen, symbool voor England, twee kwartieren vullen

Hoewel in Engeland door de eeuwen heen verschillende Huizen hebben geregeerd en wapens daarmee ook regelmatig veranderingen ondergingen, bleef er één constante: het rode schild met de gouden leeuwen (inmiddels gestandaardiseerd tot drie leeuwen). Ook het huidige Huis van Windsor heeft de leeuwen prominent op de Koninklijke Standaard, zelfs op twee van de vier kwartieren.

Links: Kaart van Normandië, met daarop de jaren dat de Noormannen de verschillende gebieden onder controle kregen (© viking.no) / Rechts: Uitzoomend zien we tevens de gebieden in Engeland waar de Noormannen heer en meester waren (© normanconnections.com)

Terug naar Normandië. De naam is te danken aan de Noormannen (ook bekend als Vikingen), die vanuit Scandinavië vanaf plusminus 800 plundertochten ondernamen en overvallen pleegden in grote delen van Europa. De Kanaalkust werd zelfs gekoloniseerd door de Noormannen. De Scandinaviërs vormden echter slechts een kleine bovenlaag, die zich uiteindelijk vermengde met de plaatselijke bevolking (zie ook de tekst over de Slag bij Hastings).

Normandië was tot 1790 een hertogdom, hierna ging het verder als provincie. In 1956 werd Normandië opgedeeld in twee bestuurlijke regio’s: Basse-Normandie (Laag-Normandië) en Haute-Normandie (Hoog-Normandië). Vanaf 1 januari 2016 zijn deze twee gebieden bestuurlijk weer samengevoegd onder de aloude naam Normandie, waarvan het grondgebied in grote lijnen samenvalt met de streek met dezelfde naam.

Twee of drie?/Drie of twee?

De vlag is populair in Normandië en je komt haar dan ook veelvuldig tegen. Maar zeker rond Coutances zien we ook vlaggen met drie leeuwen in plaats van twee.

Vlag van Normandië met drie leeuwen (‘Les Treis Cats’)

Het zijn vlaggen die gebruikt worden door aanhangers van de theorie dat het oorspronkelijke wapen van Normandië drie leeuwen had in plaats van twee. Er wordt daarbij ook verwezen naar de nabij gelegen Kanaaleilanden Jersey en Guernsey, die beide ook drie leeuwen in het wapen hebben.

V.l.n.r.: de wapens van de Kanaaleilanden Jersey, Guernsey en Sark

Dit argument houdt uiteraard geen stand, daar de Kanaaleilanden onder de Britse Kroon vallen, die zoals we gezien hebben, al sinds jaar en dag drie in plaats van twee leeuwen gebruikt. Wat niet wil zeggen dat de ‘drie leeuwen-aanhangers’ geen gelijk zouden kunnen hebben, maar te bewijzen valt het niet. Tegenstanders van de drie leeuwen verwerpen het Jersey en Guernsey-argument door te wijzen op het kleinere Kanaaleiland Sark, wat een wapen met twee leeuwen heeft!

De vlag van Normandië heeft als bijnaam in het Normandisch: ‘Les P’tits Cats’ (‘De Katjes’), terwijl de versie met drie leeuwen ‘Les Treis Cats’ (‘De Drie Katten’) wordt genoemd.

Links: Jean Adigard des Gautries (1899-1974), ontwerper van de vlag van Sint Olaf / Rechts: Vlag van Sint Olaf (1939-heden)

Hebben we dan alles gehad? Nee, er is meer! In 1939 werd er een vlag geïntroduceerd door Jean Adigard des Gautries. Het is de vlag van Sint Olaf, een rode vlag met een geel omzoomd, rood Scandinavisch kruis, waarmee hij de band met de Noormannen wilde onderstrepen, hoewel de Normandiërs net zo goed van de Kelten en de Franken afstammen. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw werd het enigszins vergeten ontwerp omarmd door Le Mouvement Normand (De Normandische Beweging), een politieke organisatie die meer autonomie voor Normandië wil, maar separatisme verwerpt.

Links: Logo van Le Mouvement Normand (1969) / Rechts: Le Croix de Falaise, de aangepaste versie van de vlag van Sint Olaf, met in het kanton de twee leeuwen van Normandië, gebruikt door Le Mouvement Normand

De organisatie voegde in het kanton van het ontwerp van Des Gautries ‘Les P’tits Cats’ toe. Deze vlag staat bekend als ‘le Croix de Falaise’ (‘het Kruis van Falaise’), de stad waar Willem de Veroveraar werd geboren.

Australië – Flag Day / Vlagdag (1901)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vandaag is het Vlagdag in Australië. De datum van 3 september is die van de eerste maal dat de huidige vlag in het openbaar wapperde, vandaag 124 jaar geleden.
Op 28 augustus 1996 bekrachtigde gouverneur-generaal William Patrick Deane een proclamatie dat vanaf dat jaar de 3e september de Australische Vlagdag zou worden.

australie 02
Links: Logo van Flag Day / Rechts: De proclamatie van 28 augustus 1996

De vlag

Australië - vlag
De vlag van Australië (1901-heden)

De Australische vlag is een zogenaamde Britse blue ensign, een egaal blauwe vlag met de Union Flag of Union Jack in het kanton. Ieder Gemenebest-land dat een blue ensign als nationale vlag voert, zoals Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld ook doet, gebruikt de vluchtzijde voor zijn eigen symbolen.

australie 01
V.l.n.r.: De Britse blue ensign / National Colonial Flag of Australia (1823/1824-1831) / Australian Federation Flag (1831-1901)

In 1823 of 1824 kreeg Australië voor het eerst z’n eigen vlag, de National Colonial Flag of Australia. De basis was de vlag van Engeland, een wit veld met het Saint George’s cross (Sint Joriskruis), de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton en vier witte sterren op de armen van het kruis (voor de vier grootste sterren van het Zuiderkruis-sterrenbeeld).
De directe opvolger hiervan was de Australian Federation Flag van 1831. Het kruis van de eerste vlag veranderde van rood naar blauw en er werd een ster toegevoegd, zodat het hele Zuiderkruis nu vertegenwoordigd was.
Er bleef echter vraag naar een geheel nieuwe vlag en net na de eeuwwisseling was het zover.

De ontwerpwedstrijd van 1901

De vlag kwam er na een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven op 29 april 1901. Er kwamen 32.823 inzendingen binnen en uiteindelijk werd er gekozen voor een combinatie van vijf inzendingen die heel erg op elkaar leken. Ze hadden alle de blue ensign als leeg canvas gekozen en dat vervolgens ‘beladen’ (zoals dat heet) met onder het kanton de Commonwealth Star, (toen nog met zes punten) voor de staten en territories, plus vijf sterren in het uitwaaiende gedeelte als symbool voor het Zuiderkruis-sterrenbeeld (de sterren Acrux, Becrux, Gacrux, Delta Crusis en Epsilon Crucis).

Australië - vlagcommissie
De vijf juryleden + twee officials, v.l.n.r.: Captain Edie, Captain Mitchell, J.S. Blackham (samensteller van de tentoonstelling), Captain Evans, Captain Clare, G. Stewart (heraldisch specialist) & Lieutenant Thompson

Het winnende ontwerp kon rekenen op £ 200* (nu zo’n € 17.852), maar omdat er vijf winnaars waren, moest het prijzengeld verdeeld worden en ontving ieder ‘slechts’ £ 40*  (€ 3.570).
*) In 1901 werd in Australië nog met het Britse pond sterling betaald, vanaf 1910 werd dat het Australische pond, in 1966 opgevolgd door de Australische dollar

Australië - Ivor William Evans.png
De jongste prijswinnaar: Ivor William Evans (1887-1960)
australie 03
Foto’s van de prijswinnaars gepubliceerd in de Review of Reviews, waarbij de redactie kennelijk geen foto van Ivor William Evans voorhanden had en daarom een foto van zijn vader publiceerde, v.l.n.r.: Evan Evans (vader van Ivor William Evans), Leslie John Hawkins (1883-1966) en Egbert John Nuttall (1866-1963)

De winnaars waren Ivor William Evans, een 14-jarige schooljongen uit Melbourne (de enige die ook echt een vlag had gemaakt, wellicht geholpen door zijn vader, die zelf vlaggenmaker was), Leslie John Hawkins, een tiener die in Sydney voor opticien studeerde, Egbert John Nuttall, een architect uit Melbourne, Annie Dorrington, een kunstenares uit Perth en William Stevens, een scheepsofficier uit Auckland, Nieuw-Zeeland.

australie 04
V.l.n.r.: Annie Dorrington (1866-1926) & William Stevens (1866-1928) / Het winnende ontwerp, toen nog met een zespuntige Commonwealth Star 
australie 11
Hedendaagse interesse in Ivor William Evans in stripvorm (© Department of the Prime Minister and Cabinet)

Gezien het aantal inzendingen werd besloten een tentoonstelling samen te stellen waar een groot aantal ontwerpen te bewonderen viel. In de Review of Reviews van 20 september 1901 verbaast de journalist die de expositie bezoekt zich over de diversiteit.

australie 06
De Review of Reviews van 20 september 1901 (© Australian National Flag Association) / De expositie

Zo ontdekt hij naast de talloze Union Flags of Union Jacks die op de juiste wijze in het kanton zijn geplaatst ook exemplaren die alle andere hoeken van de vlag bezetten en zelfs een waarbij de Britse vlag uit elkaar getrokken is, met in iedere hoek een deel en een kaart van Australië en Nieuw-Zeeland in het midden en vier foto’s van passagiersschepen op de armen van het kruis.

Australië - Ontwerp met uit elaar getrokken Union Jack
De ‘uit elkaar getrokken’ Union Flag of Union Jack met Australië en Nieuw-Zeeland in het midden

De verslaggever vergaapt zich ook aan een ontwerp waar vanuit het uitwaaiende gedeelte van de vlag zes handen te zien zijn, die met hun wijsvingers allemaal wijzen naar de symbolische figuur van Britannia die “zich niet bewust lijkt te zijn van een gebrek aan winterkleding”. (Helaas lijkt hier geen foto van te zijn gemaakt).
En ook de kangoeroe was ruim vertegenwoordigd!

australie 05
Twee van de vele kangoeroe-ontwerpen

Op 3 september 1901 werd de vlag voor het eerst gehesen. Dat gebeurde bij de Royal Exhibition Building in Melbourne. De vrouw van de gouverneur-generaal, Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow, maakte de namen van de winnaars bekend en ontvouwde vervolgens de vlag, die toen op de koepel van het majestueuze gebouw werd gehesen.

australie 07
Links: Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow (1867-1937) / De Royal Exhibition Building te Melbourne, gebouwd 1879-1880, rond 1900

Een kleine wijziging was er op 8 december 1908, toen de Commonwealth Star van zes naar zeven punten ging, voor de Papoea’s en eventuele toekomstige territories. In de jaren daarna is er nog wat gemorreld met het aantal punten van de verschillende sterren, totdat in 1909 het ontwerp definitief was. Sindsdien is de vlag ongewijzigd.

Australië - vlag rood
De Australische red ensign (1901-heden)

Naast de blauwe versie van de vlag werd er ook een rode gemaakt, wat niet zo ongewoon is, zo’n red ensign wordt normaliter gebruikt door de koopvaardij. Het curieuze is dat dit in Australië  aanvankelijk niet zo was. Zowel de blauwe als rode versie werden door elkaar gebruikt, dus ook aan land. Op een gegeven moment waren er meer rode dan blauwe vlaggen in omloop.

Zo werd er ook onder een red ensign tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten in Europa. Een van deze vlaggen wapperde in 1917 bij het hoofdkwartier van Generaal William Birdwood aan het westelijk front.
Na de oorlog keerde de rode vlag terug en kreeg een plaatsje in de kathedraal van Newcastle in New South Wales. Na enkele tientallen jaren begon de vlag echter zo slecht te worden, dat ze in de opslag verdween. En vervolgens vergeten.
Tot enkele jaren geleden deken Stephen Williams van de kathedraal stuitte op een kartonnen doos bij het reorganiseren van de grote inloopkluis. In de doos zat een plastic zak, waarin een een andere plastic zak, die op zijn beurt een derde zak bleek te bevatten, waarin een onduidelijke bruinrode massa van iets dat wel op confetti leek.

Links: De vrijwel verteerde restanten van de zogenaamde Birdwood-vlag / Rechts: De oude vlag na de restauratie van 2017 (foto’s: Jake Sturmer)

Bij nadere beschouwing begon het te dagen dat dit wellicht de restanten van de historische red ensign waren. Die aanname was correct. De uit elkaar vallende zijden fragmenten werden overgedragen aan restaurateur Julian Bickersmith in Sydney, die meer oude vlaggen onder handen had gehad, maar nooit zoiets. Achttien maanden lang werkten Bickersmith en zijn team aan deze enorme puzzel.
In 2017 zat de klus erop en keerde de vlag terug naar de kathedraal, waar ze op 30 juli werd gezegend. De vlag staat nu bekend als de Birdwood-vlag.

Scheiding van blauw en rood

Vanaf de jaren ’40 van de vorige eeuw werd de blauwe versie gepropageerd als de enige juiste en in 1953 werd dit vastgelegd in de Flags Act, waarbij de rode versie aan de koopvaardij werd toegewezen.

Er zijn al diverse pogingen ondernomen om tot een nieuwe Australische vlag te komen, één zonder de Britse unievlag. Tot nu toe zijn die pogingen niet succesvol gebleken. In een enquête uit 2004 bleek 32% voorstander te zijn van een nieuwe vlag, maar een overgrote meerderheid van 57% was tegen, 11% had geen mening.

Uit een onderzoek van 2013, 9 jaar later dus, bleek op de vraag welk nationaal symbool het meeste betekent voor Australiërs, de vlag als eerste uit de bus te komen. 95% is trots op de vlag en 50% zelfs heel trots.

Overige vlaggen

Overigens kent Australië nog een aantal vlaggen, waarbij de twee luchtvaartvlaggen zijn afgeleid van de nationale vlag.

australie 08
V.l.n.r.: Royal Australian Air Force ensign (1982-heden) / Australian Civil Aviation ensign (1948-heden) / White ensign (1967-heden)

De eerste is de Royal Australian Air Force ensign. Twee eerder versies gingen hier aan vooraf in 1922 en 1948. De huidige versie werd ingevoerd op 6 mei 1982. De vlag is gelijk aan de nationale vlag, maar dan in luchtmacht-blauw. Rechtsonder in de vlucht is een rode kangoeroe op een wit veld in een blauwe cirkel geplaatst.

De tweede is de Australian Civil Aviation ensign, de burgerluchtvaart dus, waarvan de eerste versie in 1935 werd ingevoerd. De huidige vlag stamt uit 1948 en heeft dezelfde kleur als de luchtmachtvlag en de Britse vlag in het kanton, maar is verder duidelijk anders. Het veld wordt in vieren gedeeld door een blauw kruis met witte randen en de sterren van het Zuiderkruis zijn hier 45 graden gekanteld, waardoor de kleinste ster op de rechterkant van de balk staat.

De derde is de white ensign, vlag van de marine en tevens oorlogsvlag. Omdat het veld hier wit is zijn de sterren in blauw uitgevoerd. Deze vlag verving de eerste marinevlag die vanaf 1911 in gebruik was.

Qua ontwerp totaal anders is de vlag van de Australian Defense Force. Deze vlag werd in gebruik genomen op 14 april 2000 en is de vlag voor de gezamenlijke strijdkrachten. Het is een verticale driekleur in donkerblauw-rood-lichtblauw, met in het midden de volgende symbolen in geel: de Commonwealth Star en de boemerang staan voor Australië, het anker, de zwaarden en de gespreide vleugels voor marine, land- en luchtmacht.

australie 09
V.l.n.r.: Australian Defense Force Flag (2000-heden) / Aboriginese-vlag (1995-heden) / Torres Strait Islanders-vlag (1995-heden)

De vlag voor de Aborigines stamt uit 1971, maar werd pas officieel aangenomen op 14 juli 1995. Het is een horizontale tweekleur in zwart en donkerrood met een gele cirkel in het midden. De vlag werd ontworpen door Harold Thomas, zelf een Aborigine.
De kleur zwart staat voor de Aborigines, het roodbruin voor de kleur van de aarde en de gele cirkel symboliseert de zon.

En dan hebben we nog de Torres Strait Islander Flag, ontworpen door Bernard Namok in 1992, maar ook op 14 juli 1995 werd ingevoerd, op dezelfde dag als de vlag voor de Aborigines.
De Torres Straiteilanden bevinden zich tussen Cape York (de noordoostelijke punt van Australië) en Papoea-Nieuw-Guinea.
De vlag is een horizontale driekleur in groen-blauw-groen, waarbij de smalle groene banen van het blauw worden gescheiden door zwarte balken. In het midden in wit een traditionele hoofdtooi in wit met daar binnenin een witte vijfpuntige ster.

australie 12
V.l.n.r.: Locatie van de Torres Straiteilanden, tussen Cape York en Papoea-Nieuw-Guinea / Twee Torres Strait Islanders, ieder getooid met een dhari (© tbarttravels.com) / Een dhari in het Queensland Museum in Brisbane (foto: Jeff Wright)

De groene banen staan voor het grondgebied, het blauw voor de Torres Strait. De twee zwarte balken symboliseren de eilandbevolking, terwijl de de vijfpuntige ster voor de vijf eilandengroepen staat: Western, Eastern, Central, Port Kennedy en Mainland en hij staat tevens voor navigatie. De hoofdtooi, een dhari genaamd, staat voor de inheemse bevolking. De witte kleur van dhari en ster samen symboliseren vrede.

Het mysterie van de verdwenen vlag

Tot besluit: sinds begin 2017 is de Australian National Flag Association (ANFA) een zoektocht gestart naar de eerste officiële vlag die op 3 september 1901 op de koepel van de Royal Exhibition Building in Melbourne werd gehesen.
Niemand lijkt te weten wat er met deze historische vlag is gebeurd. De vlag zou aan een museum zijn geschonken, maar aanknopingspunten wanneer dat gebeurd zou zijn en om welk museum het gaat, zijn er niet.
Voorzitter Allan Pidgeon van de ANFA riep daarom ieder museum, archief en particulieren op naar het historische artefact te gaan zoeken.
De vlag is te herkennen aan de zespuntige Commonwealth Star en aan de afmetingen: de vlag zou 11 x 5,5 m groot zijn.

De allereerste vlag van Australië (voordat ze uit het zicht verdween!) (publiek domein)

Een paar jaar terug dook er een foto op van de verloren vlag, die volgens de beschrijving een aantal jaren ná het debuut in 1901 is genomen.
Helaas is de vlag tot op heden nog niet boven water (dus checkt allen uw zolders!).

Trinidad en Tobago – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1962)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Vandaag is het 63 jaar geleden dat Trinidad en Tobago de onafhankelijkheid verworven.

Kaart van Trinidad en Tobago (© freeworldmaps.net)

Hoewel beide eilanden al bevolkt werden door verschillende Caribische volken en stammen, wordt Christoffel Columbus als ‘ontdekker’ gezien, tijdens zijn derde reis naar de West.
Op 31 augustus 1498 kwamen beide eilanden in zicht. Trinidad werd vernoemd naar de Heilige Drie-eenheid of Triniteit (Trinidad in het Spaans), Tobago kreeg de naam Bella Forma, een naam die uiteindelijk niet beklijfde.

Terwijl de Spanjaarden Trinidad koloniseerden, veranderde Tobago (de naam is wellicht ontleent aan het woord ‘tabak’) nogal eens van kolonisator, midden zeventiende eeuw wisselden Engeland, Nederland en Koerland (nu Letland) elkaar af.

“De Bay en ’t Fort Nievw Vlissingen op ’t Eylandt Tabago”, kaart uit de atlas van Johannes Vingboons (1616-1670), uitgave circa 1665 (Collectie Nationaal Archief, aquarel op papier / publiek domein)

Zo was het eiland tussen 1654 en 1662 Nederlands, meer specifiek Zeeuws.
De Vlissingse reders Cornelis en Adriaan Lampsins (bij wie Michiel de Ruyter zijn leertijd doorbracht) vestigden zich op de zuidkust van (het inmiddels ontvolkte) Tobago, dat Nieuw Walcheren werd genoemd. De nederzetting die gebouwd werd kreeg de naam Lampsinsburg, het huidige Scarborough. Daarnaast verrees er een fortificatie, Fort Vlissingen.

“Cornelis Lampsins (1600-1664), Baron van Tabago, Ridder van de Ordre van St. Michel, Burgemeester en Raad der Stad Vlissingen”, door graveur Jacob Houbraken (1698-1780) (Collectie Museum voor Schone Kunsten, Gent / publiek domein)

Omdat Engeland van mening was dat het ook aanspraak kon maken op het eiland, vroegen de Lampsins de Staten Generaal om militaire bijstand. Toen daar niet op gereageerd werd, werd er via de Franse consul bij koning Lodewijk XIV om hulp gevraagd.
Zo kwam het eiland in 1662 onder Frans gezag, werd het tot baronie verheven en kreeg Cornelis Lampsins (na een fikse betaling!) de titel van Baron van Tobago.

Handgekleurde kaart van Tobago uit 1779 door Thomas Bowen (?-1790) (publiek domein)

Hierna wisselde Tobago met enige regelmaat van kolonisator, tot begin 19e eeuw ruim dertig keer! Zo was het eiland Brits tussen 1762 en 1781, waarna het door de Fransen werd heroverd, die het in 1793 weer moesten afstaan aan Engeland.
Trinidad bleef Spaans tot 1797, hoewel er hoofdzakelijk Fransen neerstreken. Vanaf dat jaar was ook Trinidad Engels.
Uiteindelijk werden de twee eilanden in 1889 samengevoegd tot de kolonie Trinidad en Tobago.

Kaart van Trinidad en Tobago door Stanford’s Geographical Establishment, Londen (1879) (publiek domein)

Zoals overal in de wereld nam het verlangen naar onafhankelijkheid na de Tweede Wereldoorlog sterk toe.
Die kwam er getrapt, zouden we kunnen zeggen. Het Verenigd Koninkrijk besloot een hele trits Britse Caribische gebiedsdelen tot een politieke unie samen te voegen, die uiteindelijk naar een onafhankelijke staat moesten leiden: de West-Indische Federatie.

Kaart van de West-Indische Federatie (1958-1962) (© NuclearVacuum / publiek domein)

De unie bestond van 3 januari 1958 tot 31 mei 1962. Naast Trinidad en Tobago bestond het uit Antigua en Barbuda, Barbados, Dominica, Grenada, Jamaica (waar de Kaaimaneilanden en de Turks- en Caicoseilanden ressorteerden), Montserrat, Saint Christopher, Nevis en Anguilla (het huidige Saint Kitts en Nevis en Anguilla), Saint Lucia en Saint Vincent en de Grenadines.

Vlag. van de West-Indische Federatie, ontworpen door Edna Manley (1900-1987) (publiek domein)

In eerste instantie was er steun voor en vreugde over de Federatie (die uiteraard ook z’n eigen vlag kreeg), maar dat duurde niet lang.
De federale regering van dit gebied werd al snel overheerst door de grote eilanden Jamaica en Trinidad, wat tot vijandigheid met en tussen de kleine eilanden leidde.
Premier Norman Manley van Jamaica besloot daarop in 1961 een volksreferendum te houden over onafhankelijkheid zonder alle andere eilanden. De uitkomst was dat 54% van de bevolking zich uitspraak voor het verlaten van de Federatie, waarna er een domino-effect ontstond: Trinidad en Tobago wilden er ook uit, waardoor weldra de West-Indische Federatie vroegtijdig tot een einde kwam en de verschillend eilanden allemaal apart onafhankelijk werden.

In de nacht van 30 op 31 augustus 1962 werd om middernacht de Trinidadiaanse vlag voor het eerst gehesen bij het Red House, het parlementsgebouw van Trinidad en Tobago in de hoofdstad Port of Spain (screenshot)
In de ochtend van die 31e augustus nam prinses Mary (“The Princess Royal”), een tante van koningin Elizabeth II, de honneurs voor haar nicht waar, door in het Red House de eerste troonrede uit te spreken (screenshot)
Daarna hield de kersverse premier Eric Williams (1911-1981) een toespraak (screenshot)

Voor Trinidad en Tobago kwam dat moment op 31 augustus 1962, waarbij koningin Elizabeth II nog formeel staatshoofd bleef, totdat het land in 1976 een republiek werd (maar wel lid bleef van het Britse Gemenebest).

De vlag

Vlag van Trinidad en Tobago (1962-heden)

De vlag van Trinidad en Tobago is rood met een wit omzoomde diagonale zwarte balk van de broektop nar de onderkant van de vluchtzijde.

De vlag van Trinidad en Tobago werd aangenomen na de onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk op 31 augustus 1962.
Het ontwerp werd gekozen door de onafhankelijkheidscommissie uit 1962, ontwerper was Carlisle Chang.

Carlisle Chang (1921-2001) (screenshot)

De kleuren rood, wit en zwart samen symboliseren de elementen vuur, water en aarde en daarmee verleden, heden en toekomst.
Daarnaast staat het rood symbool voor de vitaliteit van het land, de moed van de mensen en de warmte en energie van de zon.
Wit staat voor de zee, waardoor de eilanden omringd zijn. Tevens vertegenwoordigt deze kleur de gelijkheid van alle mensen en de zuiverheid van de nationale doelstellingen.
Het zwart tenslotte staat voor kracht, eenheid en de natuurlijke rijkdommen van het land, zoals olie en aardgas.

Eerdere vlaggen

Vóór de onafhankelijkheid in 1962 hadden Trinidad en Tobago twee koloniale vlaggen, waarvan de tweede maar kort bestaan heeft.
We zien ze hieronder:

Links: Eerste vlag van Trinidad en Tobago (1889-1962) / Rechts: Tweede vlag van Trinidad en Tobago (1958-1962)

Zoals we kunnen zien waren dit de gebruikelijke vlaggen van Britse overzeese gebieden: een blue ensign (blauw vaandel), met de Union Flag of Union Jack in het kanton.
De eerste vlag werd ingevoerd in 1889 en had een zogenaamde badge in de vlucht. Het laat een haventafereel zien met een grote geelkleurige berg op de achtergrond.

De badge op de eerste vlag van Trinidad en Tobago


Er zijn drie driemasters te zien, twee ervan voeren een white ensign (de derde waarschijnlijk ook maar dat kunnen we niet zien). Een roeiboot met zes bemanningsleden, waarvan er vier roeien, zien we op de voorgrond.
Naast een havengebouw zien we een fors uitgevallen blue ensign.
De Latijnse tekst onderin luidt: Miscerique probat populos et fœdera jungi (Ze is tevreden met het verenigen van naties en het sluiten van verdragen).

In 1958 werd de badge op de vlag vervangen door een schild met dezelfde afbeelding. Het Latijnse motto werd op een sierlijke banderol onder het schild geplaatst.
Deze vlag bestond dus naast de overkoepelende van de West-Indische Federatie (zie boven), heeft net als die vlag maar vier jaar bestaan en werd opgevolgd door de huidige nationale vlag.

Vlaanderen – Dag van de Vlaamse Gemeenschap (1973)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

11 juli is sinds 1973 de Vlaamse feestdag. De datum grijpt terug op 11 juli 1302, naar de bij Kortrijk uitgevochten Guldensporenslag tussen Vlamingen en het koninklijke Franse ridderleger.
Frankrijk was sinds 1294 in oorlog met Engeland en de Vlamingen hadden de kant van de Engelsen gekozen.

belgie kaart
België heden ten dage – Vlaanderen in groen / Wallonië in blauw en rood (blauw: Franstalig/rood: Duitstalig) / Brussel in geel (tweetalig: Nederlands en Frans)

De Fransen namen dit niet, vielen Vlaanderen binnen en veroverden de Vlaamse steden. Vervolgens werd er een Franse landvoogd aangesteld en fikse belastingen geheven. Het volk en de ambachtslieden werden hier de dupe van. De adel bleef belastingtechnisch grotendeels buiten schot.
De ambachtslieden en boeren namen dit niet langer en kwamen in opstand, uiteindelijk geholpen door enkele stedelijke milities en ridders.

vlaanderen galerij
V.l.n.r.: Robert II van Artois (Artesië) (1250-1302) en zijn wapen, Willem van Gulik (1275-1304) en zijn wapen

De Vlaamse troepen werden aangevoerd door o.a. Willem van Gulik, Gwijde van Namen, Jan van Renesse (een Zeeuwse edelman) en Jan Borluut, alles bij elkaar zo’n 9.000 man.
De Fransen, die een revolte uiteraard niet tolereerden, kwamen op de proppen met een ridderleger van 8.500 man, o.l.v. Robert II van Artois (Artesië).

vlaanderen sporenslag naast elkaar
Links: Voetsoldaten verslaan ridders in de Guldensporenslag (uit de Grandes Chroniques de France, 13e-15e eeuw) / Rechts: enkele Vlaamse manschappen

Het zou te ver voeren hier de slag te beschrijven, maar in de korte versie komt het er op neer dat de Fransen in de pan werden gehakt bij Kortrijk.
Robert van Artois sneuvelde nadat hij van zijn paard werd geslagen en een dreun kreeg met een goedendag. Dit kwam het moreel natuurlijk niet ten goede.

Volgens de overlevering werden er daarna op het slagveld zo’n 500 vergulde sporen, afkomstig van de ridders, verzameld.

Gulden spoor
Gulden spore (publiek domein)

In de loop van de 19e eeuw nam de Vlaamse bewustwording toe. Belangrijk daarbij was het boek ‘De leeuw van Vlaanderen’ van Hendrik Conscience, uit 1838. Daarin wordt de Guldensporenslag nog eens glorieus opgevoerd.

Kaart van Vlaanderen (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag van Vlaanderen (1973-heden)

De vlag van Vlaanderen werd, net als de feestdag geïntroduceerd in 1973 als vlag van de Raad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en vanaf 1985 als vlag van de Vlaamse Gemeenschap.
Het oude wapen van het graafschap Vlaanderen diende als logisch voorbeeld en gaat in ieder geval terug tot de 13e eeuw.
De vlag wordt officieel beschreven als ‘Geel met een zwarte leeuw, rood geklauwd en getongd’. De vlag wordt ook wel aangeduid als De Vlaamse Leeuw.
Door de eeuwen heen heeft de leeuw ontelbare gedaanteverwisselingen gehad, de afbeelding die nu op de vlag staat is gebaseerd op die uit een wapenboek van rond 1560-1570.

Vlag van de Vlaamse Beweging

Vlag Vlaamse Beweging
Vlag van de Vlaamse Beweging

Ook de sterk nationalistische Vlaamse Beweging bedient zich van deze vlag, maar wel met enige verschillen: zo is de leeuw gestileerder, mist hij de detaillering in zijn vacht en zijn klauwen en tong zwart in plaats van rood. De vlag is niet-officieel en controversieel.