Alle berichten door Rob Bertijn

Zuid-Afrika – Day of reconciliation (Verzoeningsdag)

The Day of Reconciliation of Verzoeningsdag is een nationale feestdag in Zuid-Afrika. De dag werd voor het eerst gevierd in 1995, vijf jaar na het einde van de apartheid. De datum van 16 december werd specifiek gekozen omdat het zowel voor de blanke Afrikaner bevolking, alsmede voor de gekleurde Afrikaanse bevolkingsgroepen historische betekenis had.

Voor de Afrikaners stond de dag bekend als Geloftedag of Dingaansdag. Het herdacht de overwinning van de Voortrekkers (een groep van blanke boeren) op de Zulu’s bij de Slag bij Bloedrivier in 1838. Op die dag werden 470 Voortrekkers aangevallen door tienduizenden Zulu’s onder leiding van Dingane kaSenzangakhona (meestal kortweg aangeduid als Dingane of Dingaan). 3000 Zulu’s sneuvelden in die slag en het wordt gezien als het begin van de Afrikaner identiteit, cultuur en patriottisme. In 1952 werd de naam van de dag veranderd in Verbondsdag en in 1980 tot Eedsdag. Het enorme Voortrekker Monument in Pretoria uit 1949, herinnert aan deze historische gebeurtenis.

Voor gekleurde Zuid-Afrikanen heeft de dag een andere betekenis. In 16 december 1910, een paar jaar na de Tweede Boerenoorlog, demonstreerden zij tegen raciale ongelijkheid, waardoor zij ook geen stemrecht hadden. De protesten leidden niet tot enige vooruitgang. Op 16 december 1961 werd daarom door het ANC (Afrikaans Nationaal Congres), een bewapende militaire vleugel opgericht, de Umkhonto we Sizwe of Speer van de Natie. Op die dag vonden de eerste ‘sabotage-aanslagen’ plaats bij overheidsgebouwen in Johannesburg, Port Elizabeth en Durban.

Met het einde van de apartheid in 1990 werd het tijd voor een nationale dag voor alle groeperingen. in 1994 werd besloten dat 16 december dat moest worden, met als idee dat de dag moest dienen als dag van verzoening en nationale eenheid. Nelson Mandela was een van de initiatiefnemers. De eerste viering vond plaats in 1995. De dag wordt gebruikt om ieder jaar opnieuw verzoening in het zonnetje te zetten en zin te geven. Elk jaar wordt een nieuw thema gekozen. Dat voor 2018 luidt: The year of Nelson Mandela and Albertina Sisulu: liberators for reconciliation.

De vlag

De vlag van Zuid-Afrika werd ingevoerd op 27 april 1994. De basis is een rood-wit-blauwe driekleur. Daaroverheen werd een een groene, zich in tweeën splitsende baan gelegd, in de vorm van een horizontale letter Y. De poten van de Y strekken zich uit naar de mastzijde. Binnen de daardoor gevormde driehoek is een zwarte driehoek zichtbaar. Een gele rand ligt tussen de groene en zwarte kleuren.

Het is een ontwerp van vexilloloog (vlaggendeskundige) Frederick Brownell. De vele kleuren in de vlag laten de diversiteit van de bevolking zien. Het rood-wit-blauw representeert de Nederlandse en Engelse wortels en de blanke bevolking. De andere kleuren, zwart, groen en geel vinden we terug in de vlaggen van het ANC, het Pan Africanist Congress en de Inkatha Freedom Party, en staan voor de zwarte bevolking. De Y-vorm staat voor het samengaan van de verschillende etnische groepen en het voorwaarts gaan van een verenigd Zuid-Afrika.

Bonaire – Introductie vlag (1981)

Op 11 december 1981 werd de vlag van Bonaire geïntroduceerd. In het comité voor het vlagontwerp zat de befaamde Amerikaanse vexilloloog (vlaggendeskundige) Whitney Smith (1940). Hij is o.a. de ontwerper van de vlag van Guyana (1966).

De vlag van Bonaire is diagonaal in tweeën gedeeld, van de onderkant van de broekingszijde tot de bovenkant van de vluchtzijde, in wit en blauw Het witte gedeelte is op zijn beurt aan de bovenkant van de broekingszijde ook weer diagonaal gedeeld, met een kleiner driehoekig geel vlak in het kanton. Midden in het witte gedeelte is een gestileerd zwart kompas afgebeeld met daarin een zeskantige rode ster.

Het gele vlak staat voor de zon en voor de Bonaireaanse bloemen, waarvan er vele geel zijn, zoals de kibra hacha, kelki hel en sente bibu (aloë). Het witte gedeelte symboliseert vrede, vrijheid en rust, terwijl het blauwe vlak voor de zee staat.

De zwarte kompasring met vier punten voor noord, zuid, oost en west symboliseert de verschillende bevolkingsgroepen, die, waar ze ook vandaan kwamen, aan elkaar gelijk zijn. De zeskantige rode ster staat voor de zes oorspronkelijke dorpen op Bonaire: Antriol, Nikiboko, Noord Saliña, Playa, Tera Korá en Rincón. De eerste vijf zijn inmiddels aan elkaar vastgegroeid en vormen nu de hoofdstad Kralendijk. Rincón ligt in het noorden van het eiland (en heeft een eigen vlag).

Finland – Itsenäisyypäivä (Onafhankelijkheidsdag)

Van 1808 tot 1917 was Finland een autonoom grootvorstendom als onderdeel van het Russische Rijk.

De op 7 november 1917 begonnen Oktober-revolutie in Rusland woelde zoveel om dat de Finse senaatsvoorzitter Per Evind Svinhufvud zijn kans schoon zag om Finland los te weken uit de Russische greep. Op 4 december diende hij het voorstel voor een onafhankelijkheidsverklaring in bij het parlement, wat op 6 december het voorstel aannam en bekrachtigde.

Op 31 december erkende de nieuwe sovjetrussische regering Finland’s onafhankelijkheid. Vanaf 1919 was Finland door de meeste landen als soevereine staat erkend.

De vlag

De eerste, voorlopige vlag van het onafhankelijke Finland was gebaseerd op het staatswapen: een rode vlag met de gekroonde gele Finse leeuw, staand op een kromsabel, met in zijn rechterpoot een geheven zwaard en negen witte rozen (voor de negen provincies).

Op 29 mei 1918 echter werd de huidige vlag ingevoerd, een egaal witte vlag met een blauw Scandinavisch kruis. Aan de wieg van deze vlag, die vanaf 1861 al op Finse pleziervaartuigen gebruikt werd, stond de dichter Zacharias Topelius, die het wit en het blauw in verschillende verschijningsvormen toepaste, voordat hij uiteindelijk definitief voor het kruis koos om de verbondenheid met de andere Scandinavische landen uit te drukken.

Het witte veld symboliseert de Finse winters en de kleur blauw de meren en de baaien. De vlag onderging zijn enige verandering op 25 april 1978, toen het lichte blauw van de vlag iets donkerder werd.

Thailand – Nationale feestdag

Sinds 1960 is 5 december de nationale feestdag van Thailand. Het was de verjaardag van de op 13 oktober 2016 overleden koning Bhumibol Adulyadej, die regeerde onder de koningsnaam Rama IX. Op 22 november datzelfde jaar, maakte regeringswoordvoerder kolonel Taksada Sangkhachan bekend dat ook dat jaar, ondanks de rouwperiode van een jaar, 5 december vooralsnog de nationale feestdag bleef. Tot op heden is dat zo gebleven.

De dag doet sinds 1980 tevens dienst als Vaderdag. Dit omdat de overleden vorst als een ‘nationale vader’ gezien werd.

Sinds het overlijden van Bhumibol heeft zijn omstreden zoon Maha Vajiralongkorn het koningschap aanvaard. Dit met terugwerkende kracht tot de sterfdag van zijn vader. Hij regeert onder de naam Rama X. Tot op heden is hij nog niet gekroond; een datum daarvoor kiest hijzelf.

De dag van vandaag staat in Thailand bekend als Whan pho heng chat. Er zullen aalmoezen en onderscheidingen worden uitgereikt aan monniken en er is het nodige vlagvertoon.

De vlag

De vlag van Thailand bestaat uit vijf horizontale banen in de kleuren rood, wit, blauw, wit, rood, waarbij de blauwe baan een keer zo breed is als als de witte en rode banen. Rood is als vanouds de kleur van de Thaise koningen. Eén van de voorlopers van de huidige vlag was  een rode vlag met daarop een witte olifant. De olifant stond voor de macht van de koning.

Het verhaal gaat echter dat koning Vajiravudh (Rama VI) tijdens een boottocht een vlag ondersteboven zag hangen, met de olifant op zijn kop dus. Om zoiets eens en voor altijd te voorkomen, bedacht hij dat de vlag evenwijdige rode strepen moest krijgen, afgewisseld met twee banen wit. De vlag was toen dus rood, wit, rood, wit, rood. Dat was in 1917. Deze versie van de vlag heeft slechts kort bestaan. Op 28 september van hetzelfde jaar werd de brede rode baan in het midden veranderd in blauw, de nationale kleur van Thailand.

Overigens worden de kleuren inmiddels precies andersom uitgelegd: rood voor het land, blauw voor de monarchie en wit voor de religie. De vlag heeft ook een officiële naam: Thong Trairoing (Driekleurenvlag).

Roemenië – Ziua marii uniri (Nationale feestdag)

Ziua marii uniri oftewel Grote unie dag is de Nationale feestdag van Roemenië. Het is nog niet zo lang de Roemeense feestdag. Tot 1948 was dat de 10e mei, ter herinnering aan 10 mei 1866, de dag waarop de eerste koning voet op Roemeense bodem zette. Dat was Carol I, geboren als prins Karl von Hohenzollern-Sigmaringen, die door Roemeense politici werd uitgenodigd koning te worden, in een tijd waarin zowat ieder zichzelf respecterend land vond dat het een koninkrijk diende te zijn.

Na de val van de monarchie in 1940 en het fascistische regime van 1944, werd in het nu communistische Roemenië de 23e augustus de nationale feestdag. Deze dag herdenkt de val in 1944 van maarschalk Ion Antonescu, de leider van het regime in de Tweede Wereldoorlog.

De volgende omwenteling deed zich voor in 1989, met de val van het communisme in Oost-Europa. Op 1 augustus 1990 werd bepaald dat de nieuwe nationale dag de 1e december moest zijn. Deze dag herdenkt 1 december 1918, de dag van het samengaan van het koninkrijk Roemenië met Transsylvanië.

De dag wordt gevierd met een grote militaire parade in de hoofdstad Boekarest en er zijn toespraken in zowel Boekarest als Alba Iulia, de stad waar het unieverdrag werd getekend.

De vlag

De Roemeense vlag is een verticale driekleur in blauw, geel en rood. Om iets preciezer te zijn is dat officieel gespecificeerd als kobaltblauw (ultramarijn), chroomgeel en vermiljoen. De vlag wordt aangeduid als de Tricolorul (Driekleur).  De kleuren vormen een combinatie van die van Walachije (blauw en geel) en het 19e-eeuwse Moldavië (blauw en rood). Van 1859 tot 1862 was de vlag horizontaal, met de volgorde blauw, geel en rood. Van 1862 tot 1866 werden de kleuren omgedraaid naar rood, geel en blauw. Daarna werd vlag gekanteld tot een verticale driekleur met de huidige kleurenvolgorde.

Bij het uitroepen van de communistische volksrepubliek op 30 december 1947, werd het nieuwe, socialistische staatswapen in het midden van de gele baan geplaatst. Tijdens de anti-communistische omwenteling van 1989, die begon in Timișoara, werd de vlag onderdeel van de protesten, waarbij het staatswapen uit de vlag werd geknipt, en het dus een vlag met een rond gat werd. Na de val van het communisme keerde de vlag van voor 1947 definitief terug, dus zonder wapen.

Schotland – St. Andrew’s Day (Là Naomh Aindrea)

30 november is de naamdag van Saint Andrew (Sint Andreas). Andreas was één van de discipelen van Jezus en sinds de 11e eeuw bekend als beschermheilige van Schotland (hij is dit ook van Griekenland, Roemenië, Rusland, Polen en Oekraïne).

Sinds 2006 is St. Andrew’s Day (Là Naomh Aindrea in het Schots Keltisch) een officiële feestdag en dient de Schotse vlag te wapperen van ‘alle gebouwen met een vlaggenstok’. Voorheen werd er ook al gevlagd, maar dat was met de Britse vlag, de zgn. Union Flag of Union Jack.

De vlag
De Schotse vlag is blauw met een wit andreaskruis, Saint Andrew’s cross of Saltire genaamd. De Schotse vlag heeft een lange geschiedenis, waarvan verschillende vermeldingen in legendes, maar de oudste op schrift stamt uit 1165. Na een gedaanteverwisseling van een wit andreaskruis op een rode vlag naar een blauwe vlag, is het dundoek sinds 1540 onveranderd gebleven. De Schotse vlag is nu tevens onderdeel van de Britse unievlag, Union flag of Union Jack, die heel ingenieus de vlaggen van Schotland, Engeland en Noord-Ierland (maar niet Wales!) verenigt.

Albanië – Dita e pavarësisë (Onafhankelijkheidsdag)

Vandaag 106 jaar geleden werd in de havenstad Vlorë, tegenwoordig de tweede stad van het land, de Albanese onafhankelijkheid uitgeroepen. Tot die tijd had Albanië als ‘vilayet’ (provincie) onderdeel uitgemaakt van het Ottomaanse Rijk.

Van januari tot augustus 1912 was er een ware revolte uitgebroken tegen de Ottomaanse machthebbers, die belastingverhogingen hadden aangekondigd, alsmede dienstplicht voor de Albanezen en het ontwapenen van de bevolking. Dit bleek op de Albanezen een averechts effect te hebben. De daarop volgende strijd werd beëindigd op 4 september 1912, nadat de revolutionairen de stad Skopje hadden veroverd, waarbij de Ottomanen inbonden en hun voorgestelde maatregelen van tafel veegden.

Dat de Albanezen daarna de onafhankelijkheid uitriepen was wat het Ottomaanse Rijk betrof niet echt de bedoeling, maar de geest was uit de fles. Tijdens de London Conference of Ambassadors op 12 december 1912 werd de onafhankelijkheid van Albanië de facto al erkend. Dit werd geformaliseerd op 29 juli 1913.

Albanië   ging daarna door verschillende transformaties, van vorstendom (1914-1925) naar republiek (1925-1928), vervolgens naar koninkrijk (1928-1939), Italiaans protectoraat (1939-1943), door nazi-Duitsland bezet gebied als koninkrijk (1943-1944), Volksdemocratie (1946-1976) en  Socialistische Volksrepubliek (1976-1991) tot de republiek die we nu kennen

De vlag
Shqipëria noemen de Albanezen hun land, “Land van de adelaars”, en dat is ook gelijk het symbool van het land, in dit geval een tweekoppige adelaar. Op de egaal rode vlag is deze vogel afgebeeld.

De adelaar wordt voor het eerst gebruikt door de nationale held van de Albanezen, Skanderberg (eigenlijke naam: Gjergj Kastrioti), die in de 15e eeuw tegen de Ottomanen streed. Bij de onafhankelijkheid in 1912 werd dit symbool dan ook prominent op de nieuwe vlag geplaatst.

De vlag is in de loop der jaren op détails na (zoals een toegevoegde ster, een helm, bliksemschichten in de klauwen van de adelaar) onveranderd gebleven. De adelaar bleef waar hij was. Sinds 1992 is de vlag niet meer aangepast.

Suriname – Onafhankelijkheidsdag

43 jaar geleden werd Suriname op deze dag een onafhankelijk land. Nederland had het sinds de koloniale tijd (1667) voor het zeggen hier. Pas in 1954 trad er met de invoering van het Statuut voor het Koninkrijk een theoretische gelijkstelling van de verschillende koninkrijksdelen in werking, waarbij Suriname en de Nederlandse Antillen als gelijkwaardige partners van Nederland werden behandeld, met meer autonomie.

Met het verstrijken der jaren werd het verlangen naar een onafhankelijke staat in Suriname echter steeds sterker. Toen in 1974 het progressieve kabinet Den Uyl aantrad was de tijd rijp. In een achteraf gezien behoorlijk rap tempo werden de verschillende hordes genomen om het land politiek en praktisch los te weken van Nederland. Op 24 november waren prinses Beatrix, prins Claus en premier Den Uyl er bij toen tijdens een avond van festiviteiten de Nederlandse vlag voor het laatst gestreken werd en de Surinaamse gehesen. Om middernacht, bij het begin van de 25e november barstte er een groot volksfeest los.

Tegelijkertijd werd in Nederland door koningin Juliana in de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch het soevereiniteitsverdrag ondertekend in het bijzijn van vice-premier Van Agt en minister Van der Stoel van Buitenlandse Zaken. In haar korte toespraak zei de koningin onder meer: “Een wens wordt werkelijkheid nu Suriname zelfstandig en onafhankelijk is geworden. Deze staatkundige ontwikkeling is iets waar ieder volk recht op heeft”.

Vlag
De vlag van Suriname werd ingevoerd op 25 november 1975, de dag dat het land onafhankelijk werd van Nederland. Voor het ontwerp was een wedstrijd uitgeschreven waarvoor meer dan 270 inzendingen binnenkwamen. Geen van deze ontwerpen werd uiteindelijk gekozen. Wel kwamen verschillende onderdelen van verschillende inzenders uiteindelijk terug in de vlag.

De gele ster in het midden staat voor eenheid en hoop. De twee groene en één rode baan staan voor de kleuren van de politieke partijen die ten tijde van de onafhankelijkheid aan de macht waren. Het rood staat tevens voor de liefde. De twee witte stroken daartussen staan voor gerechtigheid en vrijheid.

Benen
Over de positie van de ster ontstond nog enige discussie. Uiteindelijk werd gekozen voor een placering met twee punten naar beneden, of zoals toenmalig president John Ferrier het zei: “Met beide benen stevig op de grond”.

Venetië – Festa della Madonna della salute

Deze Venetiaanse feestdag herinnert aan de pestepidemieën van 1630 en 1631. Normaliter was het in dat tijdsgewricht zo, dat als een pestepidemie over z’n hoogtepunt heen was, het een aantal jaren of zelfs tientallen jaren ‘rustig’ bleef. Na eind 1630 op z’n retour te zijn geweest, zwol de epidemie in 1631 echter opnieuw aan. In de stad vielen gedurende die twee jaar zo’n 50.000 doden en in het hele gebied van de stadstaat zo’n 100.000 slachtoffers.

Vanaf november 1631 bleek de pestepidemie eindelijk uitgeraasd te zijn. De doge van Venetië, (de doges waren gekozen leiders van de stadstaat), Nicolò Contarini, had in 1630 al beloofd dat hij, als alle ellende voorbij was, hij een prachtige kerk zou laten bouwen. Dat is uiteindelijk ook gebeurd, maar inmiddels was hij zelf op 2 april 1631 aan de pest bezweken. Hij werd opgevolgd door  Francesco Erizzo, die de eerste steen liet leggen. Op 21 november 1687 werd de kerk, de basiliek van Santa Maria della Salute ingewijd, tien doges later

De vlag

De vlag die vandaag wappert is die van de regio Veneto, waarvan Venetië de hoofdstad is. Het is een vlag waar veel op te zien is. Het borduurt voort op de vlag van de stadstaat Venetië (421-1797), als een soort 2.0. De vlag is een gonfalone, een vlag of banier met puntstaarten.  Die zeven puntstaarten zien we aan de vluchtzijde van de vlag. Ze laten de wapens zien van de zeven provinciehoofdsteden van de Veneto-regio, van boven naar beneden: Vicenza, Verona, Venetië, Treviso, Rovigo, Padua en Belluno.

veneto

Het vierkante hoofdgedeelte laat een gemoderniseerde versie zien van wapen, vlag en/of banier van de vroegere stadstaat Venetië. Afgebeeld is een gevleugelde leeuw met zijn poot op een boek in een landschap van land, zee en lucht. In de blauwe lucht bovenin staat te lezen Regione del Veneto. De zee heeft een donkere kleur blauw en het bergachtige landschap is in bruin en groen. De leeuw is afgebeeld in bruin met witte vleugels. Het opengeslagen boek is in wit en toont een tekst in zwart, die luidt: Pax tibi Marce evangelista meus (Vrede met U, o Marcus mijn evangelist).

De leeuw staat symbool voor de evangelist Marcus, die op een van zijn reizen een van de Venetiaanse eilanden zou hebben aangedaan. Hij zou daar bezocht zijn door een engel (symbolisch weergegeven door de twee vleugels) die hem de tekst toegevoegd zou hebben die we in het boek zien afgebeeld (zie de alinea hierboven). Hij voegde er nog aan toe (en dat staat dus niet in het boek, of wellicht op de volgende pagina’s, die we natuurlijk niet kunnen zien): Hic requiescet corpus tuum (Hier zal Uw lichaam rusten). Marcus overleed in 63 en werd begraven in Alexandrië, Egypte.

Fastforward 765 jaar, naar 828. In dat jaar zouden, volgens de overlevering, delen van het lichaam van Marcus uit zijn graf zijn ontvreemd door twee Venetiaanse zeelieden en twee Griekse monniken, die ze vervolgens verborgen onder een stapel varkensvlees, zodat eventueel nieuwsgierige moslims daar niet onder zouden kijken. De relieken werden herbegraven in Venetië, volgens de profetie van de engel. Over het graf heen werd vervolgens de Basiliek van San Marco gebouwd. Andere lichaamsdelen van Marcus zouden in Egypte zijn achtergebleven, in de overtuiging van de Kopten. Zijn hoofd zou in een naar hem genoemde kerk in Alexandrië liggen en andere relieken zouden zijn terechtgekomen in de koptisch-orthodoxe kathedraal van Sint Marcus in Caïro.

Wat hier ook van zij: vanaf die periode werd de gevleugelde leeuw het symbool voor stadstaat Venetië. In vredestijd werd de leeuw afgebeeld met een poot op het boek, in oorlogstijd met een geheven zwaard.

Terug naar de vlag zelf. Het Venetiaanse wapen is gevat in een geometrische sierbalk in de kleuren scharlakenrood en okergeel, volgens hetzelfde ontwerp als de zeven gonfalones.

Monaco – La fête nationale

Sinds 1949 is de 19e november de nationale feestdag in Monaco. In dat jaar kwam prins Rainier III op de troon en het was gebruikelijk om de feestdag te houden op de naamdag van de regerende prins, die van Saint Rainier was op 19 november. Toen zijn zoon, de huidige prins Albert II hem bij zijn dood opvolgde, besloot hij het zo te laten (anders was het 15 november geworden, de naamdag van Saint Albert).

’s Morgens is er een dank-mis, een Te Deum, in de kathedraal van Monaco met de hele prinselijke familie. ’s Middags worden er lintjes uitgedeeld bij het paleis en vindt er een inspectie van de troepen plaats (in dit geval de politie en de paleiswacht).

De vlag
De Monegaskische vlag is een horizontale tweekleur in rood en wit. De kleuren zijn afkomstig van het wapen van het regerend vorstenhuis Grimaldi.
Dat is niet de vlag die hier vandaag wappert, het gaat hier om de prinselijke standaard van de Grimaldi’s, die ook vanaf het paleis wappert als Albert aanwezig is.

Het wapenschild van de Grimaldi’s is te zien in het midden en bestaat uit zogenaamde lozenges (langwerpige ruiten) in rood en wit (officieel zilver). Sinds de familie aan de macht is, en dat is al sinds 1297, is dit het Monegaskische wapen.
De twee schildhouders zijn twee monniken met zwaard, zij herinneren aan de legende hoe François Grimaldi in 1297 met een handlanger, beiden verkleed als monnik, met hun zwaarden verstopt onder de pij, de rotsvesting die Monaco toen was, veroverden.

Het schild en de monniken zijn geplaatst op de vorstelijke mantel, gevoerd met hermelijn en gedekt met de prinselijke kroon. Onder het wapenschild hangt de Monegaskische orde van Saint Charles, ingesteld door Charles III in 1858. Op een lint onderin staat de wapenspreuk ‘Deo juvante’ (Met Gods hulp). Dit alles geplaatst op een witte achtergrond.