Mozambique – Dia da Vitória / Overwinningsdag (1974)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Het was de Portugese ontdekkingsreiziger Vasco da Gama die in 1498 het gebied, wat nu Mozambique heet, ‘ontdekte’.
Zeven jaar later werden er door de Portugezen forten aan de kust (in de huidige provincie Sofala) gebouwd.

Een Portugees bankbiljet van 500 escudos uit 1922 met het portret van Vasco da Gama (±1460-1524), afgebeeld naast zijn kleine armada van schepen van zijn eerste reis naar India (1497-1499), de reis waarbij hij in 1498 Mozambique ontdekte (© Banco de Portugal / publiek domein)

Niet lang daarna werd ook het binnenland verkend en toen bleek dat er goud en ivoor te halen viel, verstevigde de Portugese greep op dit gebied.
Naast de forten werden er toen ook handelsposten gevestigd, die militair beschermd werden.

Kaart van het oorspronkelijke fort Sofala (rechtsboven) uit een in 1666 verschenen boek, getiteld Asia portuguesa, volume 1, door Manuel de Faria e Sousa (publiek domein)

Mozambique werd in de eeuwen daarna ook belangrijk als centrum voor slavenhandel.
Tussen 1856 en 1876 werd de slavernij stukje bij beetje afgebouwd, net als de meeste andere landen in Afrika bleef Mozambique een kolonie.
In de tweede helft van de 20e eeuw komt er gewapend verzet tegen het koloniale bewind.

Arabische slavenhandelaars met gevangen genomen slaven, ter hoogte van de Ruvuma-rivier (de grensrivier tussen Mozambique en Tanzania, tekening uit 1866 door een onbekende tekenaar, verschenen “The last journals of David Livingstone in Central Africa, from 1865 to his death.”, door Horace Waller, London, 1874

De beste grond was in bezit van blanke boeren, terwijl de inheemse bevolking zich doorgaans tevreden moest stellen met lapjes grond die minder vruchtbaar waren.
Zo werd in 1962 FRELIMO opgericht (Frente de Libertação de Moçambique, oftewel Bevrijdingsfront van Mozambique).
Er ontstond een ware guerrilla-oorlog tussen FRELIMO en het koloniale Portugese bewind die ruim tien jaar zou duren.

De grote ommekeer voor Mozambique (en diverse andere Portugese kolonies) kwam op 25 april 1974 uit onverwachte hoek, met de zogenaamde Anjerrevolutie in Portugal. Het was een geweldloze militaire staatsgreep die een einde maakte aan veertig jaar autocratisch en pro-koloniaal bewind van António de Oliveira Salazar en (vanaf 1968) van Marcello Caetano.
De nieuwe regering was voor een algehele en snelle dekolonisatie, waardoor de Portugezen bijna van de een op de andere dag Mozambique verlieten.

Een button uit de tijd van de onafhankelijkheid in 1975 met een aantal symbolen die nog steeds op de vlag voorkomen (publiek domein)

Met FRELIMO werd onderhandeld over onafhankelijkheid: nog datzelfde jaar, op 20 september 1974 verkreeg Mozambique als ‘opstapje’ alvast verregaande autonomie, het zogenaamde Acordo de Lusaka (Lusaka-akkoord).
Daarmee zijn we bij de dag van vandaag die als Dia da Vitória (Overwinningsdag) bekend staat, een officiële feestdag.

Een klein jaar later, op 25 juni 1975 werd het land onafhankelijk als Volksrepubliek Mozambique, een socialistische één-partijstaat.
Tot 1989 verkeerde het land in een bijna constante staat van burgeroorlog, tussen de aanhangers van FRELIMO en de conservatieve verzetsgroep RENAMO.
Het FRELIMO presenteerde in 1989 een nieuwe ontwerp-grondwet, dat uitging van een meerpartijenstelsel.
In november 1990 werd de grondwet goedgekeurd en veranderde de Volksrepubliek Mozambique in de Republiek Mozambique.
De burgeroorlog had geresulteerd in plusminus één miljoen doden, 5,7 miljoen ontheemden en 1,7 miljoen vluchtelingen.

De vlag

Vlag van Mozambique (1983-heden)

De vlag van Mozambique is een horizontale driekleur van legergroen, zwart en geel. De banen worden van elkaar gescheiden door twee smalle witte banen.
Aan de mastzijde is een rode driehoek geplaatst, waarop een gele vijfpuntige ster. Hier weer overheen zien we een boek (in wit) en een gekruiste schoffel en een geweer (beide in zwart).

Links: Vlag van FRELIMO, als nationale vlag gebruikt tussen september 1974 en en 25 juni 1975 / Midden: Vlag van Mozambique van 25 juni 1975 tot medio april 1983 / Rechts: De kortstondige vlag van Mozambique tussen medio april 1983 en 1 mei 1983

Het ontwerp van deze vlag is afkomstig van de verzets- en onafhankelijkheidsbeweging FRELIMO, het is exact dezelfde vlag, maar dan zonder de symbolen op de rode driehoek. Bij de verleende autonomie van 20 september 1974 werd deze vlag al als nationale vlag gebruikt en wel tot de dag van de onafhankelijkheid, 25 juni 1975.

Het hijsen van de nationale vlag met de diagonale banen in het Salazar Stadion op onafhankelijkheidsdag, 25 juni 1975 (publiek domein)

Op die dag werden de kleuren op de vlag herschikt en de driehoek verdween: de kleuren groen, rood, zwart en geel ontspringen diagonaal en verbredend vanuit de bovenzijde van de mastkant, van elkaar gescheiden door dunne witte strepen.
Net onder het vertrekpunt van de diagonale banen werd een wit tandwiel geplaatst, waarin we de drie symbolen herkennen die de huidige vlag nu nog heeft: boek, schoffel en geweer en een kleine vijfpuntige ster in rood.

De ‘diagonale’ vlag van Mozambique op een postzegel van 20 ¢ van de Verenigde Naties uit 1982 (publiek domein)

De derde versie van de vlag heeft maar kort bestaan: van medio april 1983 tot 1 mei daaropvolgend.
Men keerde terug naar het FRELIMO-basismodel met horizontale banen en plaatste het tandwiel met symbolen in de rode driehoek. Onder het tandwiel een gele vijfpuntige ster.
De huidige versie ontstond op 1 mei 1983 door het tandwiel voortaan weg te laten.

Symbolisme

De kleuren hebben de volgende symbolische betekenis: groen voor de landbouw, zwart voor het Afrikaanse continent en geel voor de rijkdom aan grondstoffen.
De twee smalle witte banen staan voor vrede en gerechtigheid.
De kleur rood van de driehoek staat symbool voor de onafhankelijkheidsstrijd tegen Portugal, de gele ster voor het internationalisme.
Van de drie symbolen op de ster staat het boek voor vorming en onderwijs, de schoffel voor landbouw en het geweer voor nationale verdediging en waakzaamheid.
Hoewel er meer vlaggen zijn waar wapens op worden afgebeeld, gaat dat meestal om historische wapens. In het geval van Mozambique zien we echter een AK-47, een Kalasjnikov en dat maakt deze vlag toch wel enigszins ongebruikelijk.

Een Kalasjnikov AK-47 (© PawełMM / publiek domein)

In 2005 zijn er pogingen ondernomen door de oppositie (RENAMO) in Mozambique om zowel ster als geweer van de vlag te verwijderen. De regeringspartij (FRELIMO) voelde daar echter niets voor en alle 169 inzendingen (waar zelfs al een winnaar uit was gekozen) werden weggestemd.

Brazilië – Dia da Independência / Onafhankelijkheidsdag (1822)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Affiche voor de feestdag

Deze Braziliaanse feestdag staat ook wel bekend als Sete de Setembro (De Zevende September) en herdenkt het onafhankelijk worden van Portugal op deze datum in 1822, dit jaar dus 202 jaar geleden.

Kaart van Brazilië (© freeworldmaps.net)

Historie

De opmaat voor deze dag moeten we zoeken in 1807. In dat jaar viel de Franse keizer Napoleon Bonaparte Portugal binnen en bezette het land. Voor Napoleon was dit een vergelding voor Portugal’s weigering om mee te doen met een handelsembargo tegen het Verenigd Koninkrijk.

Links: Napoleon Bonaparte (1796-1821), detail van een portret uit circa 1802 door Antoine-Jean Gros (1771-1825) (Collectie Musée de la Légion d’Honneur, Parijs) (publiek domein) / Rechts: Koningin-weduwe Maria I van Portugal (1734-1816), portret uit circa 1808 door José Leandro de Carvalho (1770-1834) (Collectie Museu Histórivo Nacional, Rio de Janeiro) (publiek domein)

Ten tijde van de inval werd het koningschap waargenomen door prins-regent Dom Joāo VI, in naam van zijn moeder, koningin-weduwe Maria I, die krankzinnig was verklaard.
Dom Joāo was een nogal zwakke figuur, die volledig gedomineerd werd door zijn vrouw Carlota Joaquina, van geboorte een Spaanse prinses.

Links: Prins-regent Dom João VI van Portugal, later Koning van het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve (1767-1826), portret uit circa 1818 door José Leandro de Carvalho (1770-1834) (publiek domein) / Rechts: Prinses, later Koningin Carlota Joaquina de Bourbon, echtgenote van Dom João VI (1775-1830), door een onbekende schilder (Collectie Palácio de Ajuda, Lissabon) (publiek domein)

Met het binnenvallen van Napoleon’s troepen, vluchtte de koninklijke familie van Portugal met de volledige hofhouding van 420 personen, onder begeleiding van een escorte van Britse schepen naar Portugal’s grote kolonie Brazilië.

“Embarque da Família Real para o Brasil”, schilderij waarop de vlucht van de Portugese Koninklijke Familie op 29 november 1807 te zien is, toegeschreven aan Nicolas-Louis-Albert Delerive (1755-1818) (Collectie Museu Nacional dos Coches, Lissabon) (publiek domein)

Prins Dom Joāo creëerde een koninklijk hof in ballingschap in Rio de Janeiro en riep de stad tevens uit tot hoofdstad van het Portugese rijk.
Na de Britse interventie van 1812 op het Iberisch schiereiland, waarbij de Napoleontische troepen werden verslagen, werd de oude orde hersteld, zodat zowel Spanje als Portugal weer onafhankelijke koninkrijken waren.
Ondanks dat beviel het prins Dom Joāo kennelijk zo goed, dat hij in Brazilië bleef. Op 16 december 1815 verhief hij Brazilië tot de status van koninkrijk. Hiermee werd de naam van het complete rijk veranderd in het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve (waartoe overigens ook andere Portugese bezittingen hoorden, zoals verschillende eilandengroepen, vestigingen in India, Angola en Mozambique).

Prins-regent Dom João VI roept het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve uit op 16 december 1815, vanuit zijn troonzaal in Rio de Janeiro, lithografie uit 1834 door Jean-Baptiste Debret (1768-1848) (publiek domein)

Toen zijn moeder, die in naam nog steeds koningin van Portugal was, op 20 maart 1816 overleed, werd Dom Joāo automatisch koning. Ook na zijn aantreden bleef hij (en daarmee ook de hele hofhouding) in Brazilië, waardoor er in het inmiddels voortdurende koningloze Portugal een soort machtsvacuüm ontstond.

Op 24 augustus 1820 leidde dit uiteindelijk tot een (vreedzame) revolutie en de installatie van een constitutionele regering. Toen vervolgens Dom Joāo’s naar Portugal teruggekeerde jongste zoon Miguel, de leider werd van een opstand, was de maat vol voor de koning (of voor zijn vrouw!).
Het leidde ertoe dat de koning in 1821 uiteindelijk toch terugkeerde naar Portugal, na 14 jaar afwezigheid. Na verloop van tijd werd de koninklijke orde hersteld en werd zijn zoon Miguel in ballingschap gestuurd.

Links: Prins Miguel (1802-1866), portret uit circa 1824-1828, door een onbekende schilder (Collectie Palácio de Queluz, Lissabon) (publiek domein) / Rechts: Kroonprins Pedro van het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve, vanaf 1822 Keizer Pedro I van Brazilië (1798-1834), portret door een onbekende schilder uit circa 1835 (Collectie Pinocoteca do Estado de São Paulo, Brazilië) (publiek domein)

Koning Dom Joāo’s oudste zoon Dom Pedro was zijn vader niet gevolgd en als regent in Brazilië gebleven en zag nu zijn kans schoon. Hij verklaarde op 7 september 1822 Brazilië onafhankelijk en verhief zichzelf tot keizer Pedro I en daarmee Brazilië tot keizerrijk.

“Independência ou Morte” (Onafhankelijkheid of de Dood), olieverfschilderij uit 1888 door Pedro Américo (1843-1905), waarop het moment is afgebeeld waarop op 7 september 1822, regent Dom Pedro (in het midden met geheven sabel) de onafhankelijkheid van Brazilië uitroept ten overstaan van zijn elitetroepen die zijn krijgshaftige woorden herhalen (Collectie Museu Paulista, São Paulo, Brazilië)

In de korte tijd van zes jaar veranderde Brazilië dus van kolonie naar koninkrijk en vervolgens naar keizerrijk.
Vader Dom João weigerde de onafhankelijkheid van Brazilië te erkennen, maar kon er ook weinig tegenin brengen.
Uiteindelijk koos hij eieren voor zijn geld en op 29 augustus 1825 erkende hij zijn oudste zoon als keizer van Brazilië en opnieuw als zijn directe opvolger, in de overtuiging dat na zijn dood Portugal en Brazilië als dubbelmonarchie zouden worden herenigd.

De ingewikkelde geschiedenis van de Portugese koninklijke en keizerlijke familie werd nog ingewikkelder, toen koning Dom João in 1826 overleed, waardoor keizer Pedro I dus ook koning van Portugal werd, onder de naam Pedro IV.
Omdat hij zich moeilijk in tweeën kon splitsen, zette hij zijn dochter Maria op de Portugese troon als koningin Maria II. Een voorwaarde voor haar koningschap was wel dat ze diende te trouwen met haar oom Dom Miguel (de jongste broer van haar vader), die in 1821 nog in ballingschap was gestuurd.

Links: Koningin Maria II van Portugal (1819-1853), olieverfschilderij uit circa 1837 door John Simpson (1782-1847) (Collectie Museu Imperial, Petrópolis, Brazilië) (publiek domein) / Rechts: Keizer Pedro II van Brazilië (1825-1891), kopie van een daguerrotype uit circa 1848 (Collectie Princesa Isabel: Fotografia do século XIX) (publiek domein)

Om heel in het kort het vervolg te schetsen: tot 15 november 1889 bleef Brazilië een keizerrijk, vanaf 1831 onder de zoon van Pedro I: Pedro II, die dus in totaal 58 jaar op de troon zat (hij werd keizer op vijfjarige leeftijd, waardoor Brazilië gedurende een aantal jaren door een regentschap werd bestuurd).
Het was over en uit toen in 1889 het leger in opstand kwam tegen de keizer, alhoewel hij bij het volk zeer geliefd was. Hij werd afgezet en Brazilië werd daarmee op 15 november een republiek.
Pedro II week uit naar Portugal en stierf twee jaar later in Parijs, op 66-jarige leeftijd.

De vlag

Brazilië vlag.png

Vlag van Brazilië (1889/1992-heden)

De vlag van Brazilië is op het symbool na, de facto onveranderd sinds het begin van het keizerrijk in 1822. De vlag is groen (symbool voor de oerwouden) met een gele ruit (qua kleur symbool voor goud, qua vorm symbool voor diamant).
Het keizerlijk wapen wat in de ruit stond werd vervangen door de zuidelijke hemelglobe in blauw, met daaromheen een band met het opschrift ‘Ordem e progresso’ (Orde en vooruitgang).

brazilie 02

Links: vlag van het Keizerrijk Brazilië (1822-1889) / Rechts: Raimundo Teixeira Mendes (1855-1927), op een foto uit 1913 (© conladoleiloeiro.com.br)

De sterren

Het aantal sterren op het halfrond houdt gelijke tred met het aantal staten in de federatie. Bij de introductie in 1889 waren dat er 21. Daarna is de vlag nog drie keer aangepast met het creëren van nieuwe deelstaten.
Dat gebeurde voor het eerst in 1960 (22 sterren) en opnieuw in 1968 (23 sterren).

Op 11 mei 1992 was de laatste aanpassing. Het aantal sterren is nu 27. De sterren zijn geordend als in de werkelijke sterrenhemel.
Hieronder een uitvergroting van de sterrenhemel van de Braziliaanse vlag, waarbij de sterren of sterrengroepen zijn genummerd.
Wat is hier allemaal afgebeeld?

  1. Procyron, als enige (dubbel)ster van het sterrenbeeld Kleine Hond
  2. Grote Hond, met als grootste ster Sirius
  3. Canopus, als enige (en helderste) ster van het sterrenbeeld Kiel
  4. Spica, als enige (en helderste) ster van het sterrenbeeld Maagd
  5. Het uitgestrekte sterrenbeeld Waterslang
  6. Het sterrenbeeld Zuiderkruis
  7. Sigma Octantis, als enige ster van het sterrenbeeld Octant
  8. Het sterrenbeeld Zuiderdriehoek
  9. Het sterrenbeeld Schorpioen, met als helderste ster Antares
De sterren op de vlag verklaard


Ontwerper van de huidige vlag was Raimundo Teixeira Mendes, een Braziliaans filosoof en wiskundige.
De vlag staat bekend onder twee namen: Verde e Amarela (Groen en Geel) en Auriverde (Goudgroen).

Andere vlaggen

De presidentiële vlag van Brazilië is groen met daarop het wapen van Brazilië. Dit wapen stamt uit 1889, het jaar waarop het land een republiek werd.
Het wapen heeft als centraal embleem een vijfpuntige groen-gele ster met een rood-gele rand. Zoals we al gezien hebben zijn groen en geel de kleuren van Brazilië.
In het midden van de ster zien we een blauwe cirkel met geel omcirkeld in het midden vijf vijfpuntige witte sterren, die het sterrenbeeld Zuiderkruis vormen. Dit sterrenbeeld staat ook op de nationale vlag afgebeeld.
In de blauwe rand eromheen zien we 27 vijfpuntige witte sterren, symbool voor de 26 deelstaten en het federaal district (de hoofdstad Brasilia).

Links: Vlag van de president van Brazilië / Rechts: Vlag van de vice-president van Brazilië

De ster wordt omkranst door de takken van een koffieplant (links) en van een tabaksplant (rechts).
Onder de ster een in drieën geplooide blauwe banderol met daarop de tekst: REPÚBLICA FEDERATIVA DO BRASIL 15 de Novembro de 1889.

De nationale en presidentiële vlaggen bij het Palácio de Alvorada in hoofstad Brasilia (fotograaf onbekend)

De presidentiële vlag is doorgaans te zien bij het presidentieel paleis, het Palácio de Alvorada of boven het werkpaleis Palácio do Planalto.

De presidentiële garde staat klaar voor het hijsen van de nationale en presidentiële vlaggen bij het werkpaleis van de president, het Palácio do Planalto in Brasilia, de vlag links op de foto is die van de douane-unie Mercosur waarvan naast Brazilié ook Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela lid zijn (foto: Marcos Carrêa)

De vlag van de vice-president van Brazilië is geel met 23 vijfpuntige blauwe sterren die de vlag in vieren delen. In het aldus gevormde kanton of broektop een afbeelding van het Braziliaanse wapen.
Waarom de vlag van de vice-president niet net als die van de president 27 sterren toont, lijkt een weinig inconsequent. De 23 sterren horen bij het tijdvak 1968-1992, toen de Braziliaanse vlag nog maar 23 sterren telde. Kennelijk werd het belang van een aanpassing van de vice-presidentiële vlag niet erg groot geacht.

Sint Maarten – Orkaan Irma (2017)

Vandaag is het zeven jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof.
De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika.
Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2  (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.

Cariben map
Het Caribisch gebied (© nationsonline.org)

Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).

Orkaan Irma
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico

Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.

Kleine Antillen
De Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen (© nationsonline.org)

Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.

Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers).
Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).

d170906ge2070
Sint-Maarten, 6 september 2017 foto: Gerben van Es (© Mediacentrum Defensie, Ministerie van Defensie)

De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).

Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.

Kaart van Sint Maarten/Saint-Martin (© FrreMapViewer)

Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep.
Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme daarna natuurlijk ook nog een knauw van de corona-pandemie kreeg.
Dat is anno 2023 grotendeels genormaliseerd (zeker voor toeristen), maar er zijn nog steeds particulieren die bijvoorbeeld kampen met nog te repareren daken.

De vlag

De vlag van Sint Maarten (1985-heden)

Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)

De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.

Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)

In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg.
Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver.

Twee van de onderdelen uit het wapen van Sint Maarten (en daarmee ook van de vlag): Het Constitutioneel Hof (Courthouse) In Philipsburg, gebouwd in 1793, oorspronkelijk het kantoor van John Philips (1688-1746), een (Schotse) commandeur in Nederlandse dienst, waar de hoofdstad naar vernoemd is, plus rechts het silhouet van een pelikaan (foto links: Richie Diesterheft / foto rechts: publiek domein)

Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht.
Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.
De vlag werd ontworpen door de toen 17-jarige Roselle Richardson.

Roselle Richardson (1968), ontwerpster van de vlag van Sint Maarten, foto uit 2020 (fotograaf onbekend)

Saint-Martin

Om nog kort iets te zeggen over de Franse kant van het eiland: de officiële vlag hier is de Franse tricolore. Lokaal wordt er een onofficiële logo-vlag gevoerd.

De Franse tricolore en de logo-vlag van Saint-Martin

Op het internet circuleert verder een vlag die, hoewel zeker niet officieel is, inmiddels her en der op het Franse Saint-Martin wordt aangetroffen. Waarschijnlijk heeft iemand zich vexillologisch vermaakt met het ontwerpen van een vlag.

Vlag Saint Martin
Een hoax?

Vlaggen-afficionado Hernán Bustelo had de volgende theorie in 2012 over deze mysterieuze vlag: “Het vlagontwerp lijkt op een wit martini-glas tegen een blauwe achtergrond met daarin een rode vloeistof en een schijfje citroen erboven. Ik vermoed dat iemand met de naam (Saint)-Martin en Martini speelde en zo met een eigen ontwerp kwam.”

De bewuste vlag in actie! (publiek domein)

Oekraïne – Два роки i двадцять вісім тижнів війни / Twee jaar en achtentwintig weken oorlog

Veel slachtoffers door Russische aanvallen in Poltava

Het nietsontziende Russische opperbevel heeft opnieuw een groot aantal slachtoffers op z’n geweten: afgelopen dinsdag raakten twee raketten het Militaire Instituut voor Communicatie in Poltava, zeker 51 mensen vonden de dood en er vielen 271 gewonden. Volgens president Zelensky is het de dodelijkste Russische aanval dit jaar.

Locatie van de noordoostelijke stad Poltava in de gelijknamige oblast (© Institute for the Study of War)

Het getroffen gebouw stortte door de inslagen deels in. Omdat er slechts een korte tijd tussen het luchtalarm (om 9.08 uur) en het inslaan van de raketten zat, waren veel mensen nog onderweg naar de schuilkelder.
Ook een nabijgelegen ziekenhuis werd geraakt. Poltava kondigde drie dagen van rouw af.

Het Militaire Instituut voor Communicatie in Poltava stortte deels in na de Russische raketinslagen (screenshots)

President Zelensky beloofde dat wat hij ‘Russisch uitschot’ noemde, voor de aanval zou boeten en herhaalde oproepen tot meer luchtverdediging, zodat Oekraïne zichzelf kan beschermen door zijn eigen langeafstandsraketten in te zetten.

President Zelensky tijdens zijn videoboodschap na de aanval op Poltava (screenshot)

De Amerikaanse president Joe Biden omschreef het als een “betreurenswaardige aanval” en voegde eraan toe dat het een tragische herinnering was aan president Poetin’s “voortdurende en schandalige pogingen om de wil van een vrij volk te breken”.
“De Verenigde Staten zullen het volk van Oekraïne blijven steunen – inclusief het leveren van de luchtverdedigingssystemen […] die ze nodig hebben om hun land te beschermen”, zei hij in een verklaring van het Witte Huis.

David Lammy, de Britse minister van Buitenlandse Zaken (screenshot)

De Britse minister van Buitenlandse Zaken, David Lammy, veroordeelde de “misselijkmakende daad van agressie in Poetin’s weerzinwekkende en illegale oorlog in Oekraïne” en zei: “Mijn gedachten zijn bij alle slachtoffers en hun geliefden.”
De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock zei dat president Poetin “geen grenzen kent aan wreedheid”.

Lviv

In de vroege ochtend van woensdag was het de westelijke stad Lviv (ver van het front dus) die onder vuur kwam te liggen middels aanvalsdrones en kruisraketten.
Zeven mensen lieten het leven, waaronder een baby en drie meisjes.

Een door president Zelensky gedeelde foto van getroffen gebouwen in Lviv (© President Zelensky op Telegram)

Volgens de Oekraïense luchtmacht had het Russische leger 13 kruisraketten en 29 aanvalsdrones op Lviv afgevuurd. Van de raketten werden er 7 onderschept, van de drones 22.

De familiefoto die burgemeester Sadovy van Lviv deelde, waarvan alleen de vader de Russische raketaanval overleefde (© Andriy Sadovy op Telegram)

Burgemeester Andriy Sadovy van Lviv deelde een foto van een familie, waarvan vier van de vijf gezinsleden omkwamen. Alleen vader Yaroslav overleefde, zijn vrouw Yevgenia en drie dochters Darina, Emilia en Yarina lieten het leven.
De burgemeester liet weten dat er veel schade was in het historische stadscentrum van Lviv: meer dan 50 gebouwen raakten beschadigd, waaronder huizen, scholen en ziekenhuizen.

Ontslagen in het Oekraïense kabinet

Zeker zeven ministers hebben deze week hun ontslag ingediend. Volgens president Zelensky is het noodzakelijk dat de regering wordt gewijzigd.
De bekendste van de vertrekkende staatslieden is Dmytro Koeleba, de minister van Buitenlandse Zaken, die die functie sinds 2020 vervulde.

Dmytro Koeleba (1981), de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken is afgetreden (screenshot)

Anderen die dinsdag hun ontslag indienden, zijn onder meer de ministers Alexander Kamyshin (Strategische Industrie), Denys Maliuska (Justitie), Ruslan Strilets (Milieubescherming), en de vice-premiers Olha Stefanishyna en Iryna Vereshchuk.
Ook het hoofd van het Oekraïense Staatseigendomsfonds, Vitaliy Koval ruimde het veld, net als één van de hoogste assistenten van de president, Rostyslav Shurma.

Ook Rostyslav Shurma (1983), het plaatsvervangend hoofd van het kabinet van de president en een van zijn belangrijkste assistenten, moest ook het veld ruimen (© president.gov.ua)

De ontslagen houden waarschijnlijk verband met de situatie in de deels door Rusland bezette Donbas-regio, waar Oekraïne stukje bij beetje terrein moet prijsgeven en de niet aflatende Russische bombardementen op dorpen, steden en de energie-infrastructuur.

Tijdens een nachtelijke videotoespraak op dinsdag zei president Zelensky hierover dat staatsinstellingen “…zo moeten worden geconfigureerd dat Oekraïne alle resultaten behaalt die het nodig heeft.”
Hij voegde eraan toe daarvoor een aantal aspecten van de regering versterkt dient te worden en dat er veranderingen in de samenstelling zijn voorbereid. Ook kondigde hij aan dat ook bij zijn eigen presidentiële kantoor veranderingen zullen worden doorgevoerd.

Premiers op bezoek

Ondanks de oorlog was er ook weer inkomend bezoek voor president Zelensky, afgelopen weekend bracht de president samen met de nieuwbakken premier Dick Schoof een bezoek aan de frontstad Zaporidzja.
De premier sprak opnieuw zijn onvoorwaardelijke steun uit van Nederland voor Oekraïne.

President Zelensky en premier Dick Schoof in Zaporidzja (screenshot)

Gisteren kwam de Ierse taoiseach (premier) Simon Harris in Kiev bij de president op bezoek.
De leiders ondertekenden een memorandum van overeenstemming tussen de twee landen.
President Zelensky zei dat hij zijn dankbaarheid jegens Ierland wilde uiten na de ondertekening van de bilaterale overeenkomst, die o.a. hulp bij het ontmijnen van Oekraïne regelt, waarvan Zelensky zei dat het veel Oekraïners zal redden.

De Ierse premier Simon Harris en president Zelensky in Kiev (screenshot)

Het totale Ierse pakket is ter grootte van € 36 miljoen, ter ondersteuning van humanitaire inspanningen, evenals “rehabilitatie en uiteindelijke wederopbouw” in Oekraïne.
Het geld omvat ook financiering voor het Oekraïne Humanitair Fonds, het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties, UNICEF en het Rode Kruis.

De vlag

Vlag van Oekraïne (1992-heden)

De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.

Ook in 1918/1919 lag Oekraïne (toen de West-Oekraïense Nationale Republiek) onder vuur, zoals op deze prent wordt weergegeven: een Russische bolsjewiek in het noorden, een Rus van het Witte Leger (anti-sovjet) in het oosten met de Russische vlag met dubbelkoppige adelaar, een Poolse soldaat (liggend) naast een Hongaarse (in het rood) in het westen en twee Roemeense soldaten in het zuiden; we zien in het midden een vroege afbeelding van de Oekraïense vlag, de tekst onderin luidt “Wereldvrede in Oekraïne” (publiek domein)

De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd  bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.

Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.

In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.

De grootste Oekraïense vlag meet 40 x 60 meter en weegt 300 kilo, hier zijn we die vlag vóór de oorlog in Charkov (fotograaf onbekend)

Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992.
De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.

Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
De tentoongestelde ‘eerste’ vlag in het parlementsmuseum van Oekraïne (© rada.gov.ua)
Nóg een groot exemplaar van de nationale vlag (foto: Angelina Shostak, Facebook)

Symbool

Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.

Oekraïense troepen met de nationale vlag (© mil.gov.ua)

San Marino – Festa Nazionale / Nationale Feestdag

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Screenshot

Op 3 september 301 werd de staat San Marino gesticht. Het is daarmee de oudste nog bestaande staat onder dezelfde naam en de oudste republiek ter wereld. Het minilandje, tegenwoordig geheel omsloten door Italië en daardoor een enclave, heeft tevens de oudste, nog steeds geldig zijnde grondwet (1600).

Boven: De locatie van San Marino in Italië / Onder: Kaart van San Marino (© worldometers.info/maps)

Het grondgebied beslaat 61 vierkante kilometer en er wonen 35.436 inwoners (telling van 2024). Het land is welvarend, heeft een lage werkloosheid van 5% en geen staatsschuld, maar een overschot op de begroting.

San Marino Città, de hoofdstad van San Marino met de drie Torri de San Marino op de toppen van de Monte Titano (publiek domein)

Diarchie

De regeringsvorm van San Marino is bijzonder, het is een diarchie, dus met twee staatshoofden (altijd van verschillende politieke partijen) die samen een half jaar lang regeren.
De staatshoofden worden ieder halfjaar gekozen door het 60-koppige San Marinese parlement, de Consiglio Grande e Generale (Grote en Algemene Raad).

De Consiglio Grande e Generale, het parlement van San Marino, in het Palazzo Pubblico, zowel stadhuis als regeringszetel, de twee kapitein-regenten zitten zij-aan-zij tegen de achterwand (publiek domein)

De ambtsperiodes van deze kapitein-regenten (capitani reggenti) beginnen altijd op 1 april en 1 oktober. Hoewel de termijn dus maar kort is, kan een kapitein-regent opnieuw gekozen worden en dat gebeurt dan ook regelmatig. Wel moet er een termijn van minimaal drie jaar tussen zitten.
Het record staat op naam van Domenico Fattori (±1835-±1914), die tussen 1857 en 1914 maar liefst 12 maal co-staatshoofd was.
De eerste van tot nu toe zestien vrouwelijke kapitein-regenten was de toen 27-jarige Maria Lea Pedini Angelini in 1981.

De historische troon van de kapitein-regenten in de basiliek van San Marino (foto: Radomil / publiek domein)

De diarchie is al sinds 1243 de regeringsvorm van San Marino en had als voorbeeld het Consulaat (509 v. Chr.-541 na Chr.) tijdens de Romeinse Republiek, waar ieder jaar twee vooraanstaande senatoren tot consul werden gekozen, die elkaar konden controleren.

Inauguratie van Alessandro Rossi (1967) en Milena Gasperoni (1961) als kapitein-regenten (en daarmee staatshoofden) van San Marino, 1 april 2024 (screenshot)

De huidige kapitein-regenten (en dus staatshoofden) zijn Alessandro Rossi (die deze functie eerder bekleedde van 1 april tot 1 oktober 2007) en Milena Gasperoni, maar over een kleine vier weken wordt er dus opnieuw gekozen.

De vlag

San Marino 01 vlag met zonder
De vlag van San Marino, met en zonder wapen

De vlag stamt uit het eind van de 18e eeuw, maar werd pas officieel aangenomen op 6 april 1862 Het is een horizontale tweekleur, wit van boven en lichtblauw van onder. De meeste versies hebben het staatswapen midden op de vlag.

san marino 02 wapens
Het wapen van San Marino werd in 2011 gestandaardiseerd en iets vereenvoudigd, links de oude versie, rechts die van 2011 (zoek de verschillen!)

Hoewel een republiek, is het schild getooid met een kroon, in dit geval staat dat voor de soevereiniteit. Het wapen zelf toont drie groene bergtoppen met witte torens, ieder bekroond met een struisveer. De drie bergen zijn de toppen van het Titano-gebergte: la Guaita, la Ceta en la Montale.
Het schild wordt omkransd door laurierbladeren links en eikenbladeren rechts. Het motto op een wit lint onder het wapen luidt: LIBERTAS (VRIJHEID).

San Marino oude vlag
De oude vlag van San Marino

De voorloper van de huidige vlag was een horizontale driekleur in oranje-wit-lila met in de witte baan het embleem van San Marino (dus zonder schild en andere versierselen). Deze vlag gaat in ieder geval terug tot 4 september 1465, blijkens een opdracht voor het vervaardigen van een dergelijke vlag bij een fabrikant in Florence. Het is dus mogelijk dat de vlag nog ouder was. Hij bleef in ieder geval in gebruik tot 1797.

De San Marinese vlag in actie (foto: Evgeny Utkin)

Daarna duikt voor het eerst het wit-blauw op. Waarschijnlijk was dit onder invloed van de Franse revolutionairen. Zeker is dat van overheidswege blauwe kokardes besteld werden. Kort erna werden er voor het eerst wit-blauwe vlaggen gesignaleerd. Maar, zoals boven al vermeld, het was pas in 1862 toen de vlag met deze kleuren officieel werd aangenomen. De kleuren van de oude vlag zijn echter zeker niet vergeten: ze duiken regelmatig op in banieren en uiteraard bij het naspelen van historische gebeurtenissen van de republiek, de zogenaamde ‘re-enactment’.

San Marino re-enactment
Een San Marinese ‘re-enactment’, met de ‘oude’ kleuren van San Marino op mini-banieren, vastgemaakt aan klaroenen (© giornalemetropolitano.it)

Tokelau – Tokehega Day / Tokehega-dag (1983)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Vandaag is het feest in de Tokelau-archipel. Op deze dag in 1983 trad de op 2 december 1980 tussen Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten gesloten overeenkomst over de maritieme grens tussen Tokelau en Amerikaans-Samoa in werking.

Tokelau is een klein overzees gebiedsdeel van Nieuw-Zeeland. Het bestaat uit drie atollen met een gezamenlijke oppervlakte van 10 km², met een bevolking van zo’n 1500 zielen.
Vanwege de geringe omvang heeft het gebied de kleinste economie ter wereld. De export, € 67.000 per jaar, bestaat uit postzegels, munten, kopra (kokos), vlechtwerk en 10% van de winst van het in 2000 aan de Nederlandse internetondernemer Joost Zuurbier verkochte toplevel-domein ‘.tk’.

Een Tokelause munt van 10 cent uit 2012, met op de beeldenaar het portret van Koningin Elizabeth II (1926-2022) en daaronder de vlag van Tokelau, de ommezijde toont een speervisser (publiek domein)

De import echter bedraagt zo’n € 200.000, voor voeding, bouwmaterialen en brandstof. Het verschil wordt dan ook bijgepast door Nieuw-Zeeland.
Een groot aantal Tokelauers woont in Nieuw-Zeeland en ondersteunt familieleden financieel.

De drie atollen van Tokelau zijn Atafu, Fakaofo en Nukunonu. Ze zijn gelegen ten noorden van Samoa en Amerikaans-Samoa, ten oosten van Tuvalu, ten zuiden van de Phoenixeilanden (behorend bij Kiribati) en ten noordwesten van de Cookeilanden (zie kaart hieronder).

De locatie van Tokelau in de Grote of Stille Oceaan: het rechthoekige blok rechtsboven (© reliefweb)

Om wat verder in te zoomen op Tokelau, hieronder een detailkaart:

Nogmaals de locatie van Tokelau op de wereldbol (in rood, net ten oosten van de rode internationale datumgrens), plus vergrotingen van de drie atollen en de locaties ten opzichte van elkaar (© National Library of New Zealand)

De eerste van de eilanden die werd ontdekt, was Atafu, door de Britse commodore John Byron, op zijn schip de HMS Dolphin, in 1765. Hij gaf het atol de naam Duke of York’s Island.
In 1791 werd het eiland opnieuw aangedaan door Britten, ditmaal door kapitein Edward Edwards van de HMS Pandora, die op zoek was naar de muiters van de Bounty.
Edwards trof wel hutten aan, maar geen bewoners. Na een zuidoostelijke koers te hebben ingelegd stuitte hij op het nog onbekende Nukunonu, dat hij de naam Duke of Clarence’s Island gaf. Hier werden wel bewoners ontdekt, naar verkenners slaagden er niet in contact te maken.

Links: John Byron (1723-1786), ontdekker van Atafu, portret door Joshua Reynolds (1723-1792), collectie National Maritime Museum Greenwich (publiek domein) / Rechts: Drie postzegels uit 1970 met de drie schepen die de atollen ‘ontdekten’, v.l.n.r.: HMS Dolphin (Atafu), HMS Pandora (Nukunonu) en de General Jackson (Fakaofo)

Voor wat het laatste eiland Fakaofo betreft: dit werd officieel ‘ontdekt’ in 1835 door de Amerikaanse kapitein Smith van de walvisvaarder General Jackson. Hij doopte het D’Wolf’s Island.
In 1841 werd het ‘opnieuw ontdekt’ door de US Exploring Expedition en vervolgens omgedoopt tot Bowditch Island.
De namen voor de eilanden beklijfden niet, de eilanden hadden al hun eigen Polynesische namen.

Hoewel miniem in grootte, arriveerden er al gauw missionarissen op de drie eilanden: tussen 1845 en 1870 werden er door de Fransen vanaf het eiland Wallis plaatselijke ‘bekeerders’ naar Nukunonu gestuurd om daar het katholicisme te verspreiden.
De Engelsen op hun beurt stuurden vanuit Samoa een delegatie van de London Missionary Society naar Atafu om de bewoners tot het protestantisme te bekeren.
Fakaofo kreeg beide groeperingen op bezoek, waardoor sommige bewoners katholiek werden en anderen protestant.

Gedurende deze periode (1863) deden ook Peruaanse slavenhandelaars de drie eilanden aan, met minder nobele bedoelingen. Vanaf hun basis op het zuidelijker gelegen Swains Island, ontvoerden ze alle mannen die konden werken, 253 in totaal, bijna de gehele mannelijke bevolking, waardoor het aantal inwoners werd gereduceerd tot 85.
Slechts enkelen zouden hun eilanden terug zien: velen stierven aan dysenterie en pokken.

“Cry of the stolen people”, een kunstproject over het wegvoeren van 253 mannen van Tokelau door Peruaanse slavenhandelaars, door Jack Kirifi, Zac Mateo en Moses Viliamu (screenshot)

Zowel tijdens als na deze periode kwamen er veel Polynesische immigranten naar de eilanden, waardoor het tekort aan mannen enigszins herstelde, gevolgd door de nodige avonturiers uit Schotland, Frankrijk, Portugal en Duitsland, die zich vermengden met de plaatselijke bevolking.

In de 19e eeuw waren de meeste eilanden in de Stille Zuidzee inmiddels wel ‘verdeeld’ tussen de koloniale grootmachten. De Tokelau-eilanden zijn echter zo klein en ‘onbelangrijk’, dat ze in eerste instantie over het hoofd werden gezien.
Vanaf 1856 claimden de Verenigde Staten de eilanden, maar zonder actie te ondernemen. Zo kon het dus gebeuren dat de Britten in 1877 alle eilanden in de Stille Zuidzee claimden die nog niet geclaimd waren, waar volgens hen ook de Tokelau-eilanden toe behoorden.

De Schotse schrijver Robert Louis Stevenson (1850-1894) doet in mei 1890 op een van zijn reizen ook Tokelau aan, waar hij poseert met de plaatselijke bevolking, er is niet bekend op welk atol de foto is genomen (© publiek domein)

Toch hadden ook de Britten kennelijk geen haast, want pas in 1889 werd de Britse vlag op de eilanden geplant, waarbij de eilanden tot een Brits protectoraat werden gemaakt.
Hoewel dus Engels, bleven de Amerikanen de eilanden claimen en ze hielden dit zelfs vol tot 1979.

Tokelau bleef een Brits protectoraat tot 1926, toen het werd overgedragen aan Nieuw-Zeeland, wat een beetje ‘vestzak-broekzak’ was, omdat Nieuw-Zeeland in die tijd ook nog Brits was.
Toen dit land in 1947 werd losgeweekt van het Verenigd Koninkrijk, ging Tokelau geruisloos met Nieuw-Zeeland mee.

Swains Island / Tokehega

Kaart van Swains Island / Olohega (© EVS-Islands)

Swains Island, gelegen tussen Tokelau en Amerikaans-Samoa was lang een splijtzwam tussen de V.S. aan de ene kant en Tokelau/Nieuw-Zeeland aan de andere kant.
Geografisch en cultureel bezien behoort Swains Island tot Tokelau, maar de Amerikanen beschouwden het altijd als Amerikaans, zoals we gezien hebben lag er al een claim sinds 1856, niet alleen op Swains Island, maar ook op Tokelau.
Swains Island werd ‘ingelijfd’ bij Amerikaans-Samoa.
De Tokelause bevolking (en daarmee ook Nieuw-Zeeland) beschouwden Swains echter als deel van hun archipel. Deze patstelling bleef jarenlang bestaan.

De lagune van Swains island in 2008 (© USGC)

Wat het nog ingewikkelder maakte, was dat Swains Island een van de twee ‘niet-georganiseerde’ atollen van Amerikaans-Samoa was (en is), het is privébezit van de familie Jennings. Volgens de laatste telling wonen er 17 mensen op het eiland.
Vanwege de Amerikaanse en Nieuw-Zeelandse claims konden ook de maritieme grenzen niet precies vastgesteld worden. Om uiteindelijk tot een oplossing te komen werd er op 2 december 1980 een verdrag gesloten tussen de V.S. en Tokelau/Nieuw-Zeeland waarin werd vastgelegd dat in ruil voor de Amerikaanse erkenning van de soevereiniteit van Nieuw-Zeeland over Tokelau, de maritieme grens getrokken zou worden tussen Tokelau en Swains Island, waar de V.S. naar streefde.
Het curieuze is dat in de verdrag-tekst Swains Island nergens wordt genoemd. Enigszins omfloerst wordt er vermeldt dat Nieuw-Zeeland voor Tokelau geen eilanden claimde die als onderdeel werden gezien van Amerikaans-Samoa.

Locatie van twistappel Swains Island (rood omcirkeld) tussen Tokelau en Samoa (© publiek domein)

Omfloerst of niet: het zorgde na 114 jaar onduidelijkheid wel voor een praktische oplossing. Het verdrag, wat op 3 september 1983 inging, staat bekend als het Verdrag van Tokehega.
De naam ‘Tokehega’ is een samentrekking van Tokelau en Olohega (de Tokolause naam voor Swains Island).

Olohega (Swains Island dus) speelt ook een rol in het vlagontwerp van Tokelau, dat zullen we zo zien.

Zowel in 2006 als 2007 werden er referenda gehouden om te kijken of Tokelau net als de Cookeilanden en Niue zelfbestuur of een ‘vrije associatie’ wilde. Voor een ‘ja’ was tweederde meerderheid nodig, maar beide pogingen strandden, zodat de status als gebiedsdeel van Nieuw-Zeeland gehandhaafd bleef.

Atafu, luchtfoto, linksonder Atafu Village (© publiek domein)

De drie atollen bestaan ieder uit tientallen koraaleilanden of motu. Atafu en Nukunonu herbergen beiden slechts één plaats, respectievelijk Atafu Village en Nukunonu Village, terwijl Fakaofo twee plaatsen telt: Fale (de ‘hoofdstad’) en Fenua Fala.

Het dorp Fale dat een complete motu van atol Fakaofo inneemt (screenshot)

Wat het binnenlands bestuur betreft: ieder atol wordt vertegenwoordigd door een faipule (een dorpschef), met een ambtstermijn van drie jaar. Elk van die drie faipule is tijdens zijn of haar termijn tevens één jaar lang premier op nationaal niveau. De huidige premier (sinds 8 maart 2021 en herkozen op 6 maart 2023) is Kerisiano Kalolo.

Links: Premier Kerisiano Kalolo (1946) met de vlag van Tokelau (foto: Mackenzie Smith) / Rechts: Administrator Don Higgins (screenshot)

Daar Koning Charles III van het Verenigd Koninkrijk in naam het staatshoofd is van Nieuw-Zeeland, is hij dat ook van Tokelau. Hij wordt vertegenwoordigd door zijn administrator. Sinds 1 juni dit jaar is dat Don Higgins, die eerder hoge commissaris was op de Salomonseilanden en Kiribati.

Nukunonu Village, het enige dorp op het atol Nukunonu (screenshot)

Toklelau is sinds 2012 volledig overgestapt op zonne-energie. Daarvoor waren de eilanden afhankelijk van generatoren die per jaar 73.000 liter fossiele brandstof verstookten.

De eilanden zijn letterlijk afgelegen, omdat ze alleen per boot te bereiken zijn. Tweemaal per maand is er een bootverbinding met Apia, de hoofdstad van Samoa, ruim een dag varen, waarvandaan overgestapt kan worden op het vliegtuig. Vanaf Samoa zijn er directe vluchten naar Nieuw-Zeeland, Australië, Hawaii, Fiji, Amerikaans Samoa en Tonga.

De MV Mataliki gefotografeerd bij zijn eerste reis vanuit de haven van Apia (Samoa), februari 2016 (© tokelau.org.nz)

In 2016 werd een nieuw schip in bedrijf genomen, de MV Mataliki, die de sterk verouderde MV Tokelau verving. Het schip heeft een capaciteit van 60 passagiers op zijn reis van Samoa naar Tokelau en voor de aansluitende reis langs alle drie eilanden kunnen 120 mensen mee.

Een langgekoesterde wens om een vliegveld(je) aan te leggen is nog weinig concreet, gezien de kosten. Wellicht dat een verbinding voor watervliegtuigen een optie is.

De vlag

Vlag van Tokelau (2009-heden)

De vlag van Tokelau is donkerblauw en heeft als centraal symbool een gestileerde Tokelause kano (een outrigger canoe) in geel, met daarnaast aan de broekingszijde, vier witte vijfpuntige sterren in de vorm van het sterrenbeeld Zuiderkruis.
Deze vlag werd ingevoerd op 7 september 2009, maar er gingen een aantal afgeschoten ontwerpen aan vooraf.

Een traditionele kano uit Tokelau op een postzegel van 5 cent uit 1983

Tot 2009 werd de Nieuw-Zeelandse vlag gebruikt. De eerste poging om tot een eigen vlag te komen dateert echter al van rond 1989.
Wie er achter het ontwerp zit weten we niet, maar de vlag lijkt te zijn ontworpen voor een sportmanifestatie. Of er überhaupt een exemplaar van de vlag is gemaakt is bij gebrek aan fotografisch bewijs moeilijk na te gaan.

Onofficieel ontwerp uit ±1989 voor een nationale vlag?

Het ontwerp kennen we van een tekening: het heeft een donkerblauw veld met drie concentrische ringen in geel, op twee plaatsen onderbroken. In het ‘gat’ richting de broekingszijde zien we drie witte vijfpuntige sterren en het ‘gat’ richting de vluchtzijde een kokospalm in groen.
De drie sterren staan ongetwijfeld voor de drie atollen, de cirkels wellicht voor de drie langgerekte landmassa’s (met de lagune in het midden), waarbij de twee ‘gaten’ toegangen door het rif zouden kunnen zijn. De kokospalm tenslotte is in grote getale aanwezig in de archipel.

De ‘General Fono’, het parlement van Tokelau tijdens een sessie in 2018 (© Tokelau Media)

Het duurde vervolgens tot juni 2007 voordat een serieus vlagontwerp zich aandiende, ingediend door de General Fono (het parlement van Tokelau).
Dit ontwerp kennen we van slechts één foto en daar staat de vlag maar voor de helft op! Ondanks dat kunnen we wel vaststellen dat dit de directe voorloper van de huidige vlag is.

Het eerste officiële (maar afgekeurde) ontwerp voor een eigen vlag (© tokelau.org.nz)

De vlag is eveneens donkerblauw met een gele traditionele kano. Het afwijkende zit ‘m in de vier witte vijfpuntige sterren. Ze zijn niet alleen aan de andere kant van de kano geplaatst maar bovendien in een andere positie. Zonder al teveel moeite kunnen we hier de geografische ligging in zien van de drie atollen van Tokelau, maar dan mét een extra ster, die op de plek van Swains Island ligt.

Dat dit ontwerp het uiteindelijk niet zou halen stond eigenlijk bij voorbaat vast. De kwestie rond Swains Island was inmiddels in het voordeel van de Verenigde Staten beslecht met het Verdrag van Tokahega, dus de V.S. zou dit ongetwijfeld niet pikken.

De nieuwe vlag wordt voor het eerst in Tokelau gehesen op 21 oktober 2009 op Fakaofo (screenshot)

Zodoende werd in februari 2009 het huidige ontwerp door het parlement goedgekeurd, waarbij de sterren naar de andere kant van de kano waren verhuisd en de positie hadden aangenomen van het Zuiderkruis, net zoals bij moederland Nieuw-Zeeland.
In augustus dat jaar werd het ontwerp officieel goedgekeurd door Koningin Elizabeth en op 21 oktober wapperde de vlag voor het eerst.

Australië – Flag Day / Vlagdag (1901)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vandaag is het Vlagdag in Australië. De datum van 3 september is die van de eerste maal dat de huidige vlag in het openbaar wapperde, vandaag 123 jaar geleden.
Op 28 augustus 1996 bekrachtigde gouverneur-generaal William Patrick Deane een proclamatie dat vanaf dat jaar de 3e september de Australische Vlagdag zou worden.

australie 02
Links: Logo van Flag Day / Rechts: De proclamatie van 28 augustus 1996

De vlag

Australië - vlag
De vlag van Australië (1901-heden)

De Australische vlag is een zogenaamde Britse blue ensign, een egaal blauwe vlag met de Union Flag of Union Jack in het kanton. Ieder Gemenebest-land dat een blue ensign als nationale vlag voert, zoals Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld ook doet, gebruikt de vluchtzijde voor zijn eigen symbolen.

australie 01
V.l.n.r.: De Britse blue ensign / National Colonial Flag of Australia (1823/1824-1831) / Australian Federation Flag (1831-1901)

In 1823 of 1824 kreeg Australië voor het eerst z’n eigen vlag, de National Colonial Flag of Australia. De basis was de vlag van Engeland, een wit veld met het Saint George’s cross (Sint Joriskruis), de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton en vier witte sterren op de armen van het kruis (voor de vier grootste sterren van het Zuiderkruis-sterrenbeeld).
De directe opvolger hiervan was de Australian Federation Flag van 1831. Het kruis van de eerste vlag veranderde van rood naar blauw en er werd een ster toegevoegd, zodat het hele Zuiderkruis nu vertegenwoordigd was.
Er bleef echter vraag naar een geheel nieuwe vlag en net na de eeuwwisseling was het zover.

De ontwerpwedstrijd van 1901

De vlag kwam er na een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven op 29 april 1901. Er kwamen 32.823 inzendingen binnen en uiteindelijk werd er gekozen voor een combinatie van vijf inzendingen die heel erg op elkaar leken. Ze hadden alle de blue ensign als leeg canvas gekozen en dat vervolgens ‘beladen’ (zoals dat heet) met onder het kanton de Commonwealth Star, (toen nog met zes punten) voor de staten en territories, plus vijf sterren in het uitwaaiende gedeelte als symbool voor het Zuiderkruis-sterrenbeeld (de sterren Acrux, Becrux, Gacrux, Delta Crusis en Epsilon Crucis).

Australië - vlagcommissie
De vijf juryleden + twee officials, v.l.n.r.: Captain Edie, Captain Mitchell, J.S. Blackham (samensteller van de tentoonstelling), Captain Evans, Captain Clare, G. Stewart (heraldisch specialist) & Lieutenant Thompson

Het winnende ontwerp kon rekenen op £ 200* (nu zo’n € 17.852), maar omdat er vijf winnaars waren, moest het prijzengeld verdeeld worden en ontving ieder ‘slechts’ £ 40*  (€ 3.570).
*) In 1901 werd in Australië nog met het Britse pond sterling betaald, vanaf 1910 werd dat het Australische pond, in 1966 opgevolgd door de Australische dollar

Australië - Ivor William Evans.png
De jongste prijswinnaar: Ivor William Evans (1887-1960)
australie 03
Foto’s van de prijswinnaars gepubliceerd in de Review of Reviews, waarbij de redactie kennelijk geen foto van Ivor William Evans voorhanden had en daarom een foto van zijn vader publiceerde, v.l.n.r.: Evan Evans (vader van Ivor William Evans), Leslie John Hawkins (1883-1966) en Egbert John Nuttall (1866-1963)

De winnaars waren Ivor William Evans, een 14-jarige schooljongen uit Melbourne (de enige die ook echt een vlag had gemaakt, wellicht geholpen door zijn vader, die zelf vlaggenmaker was), Leslie John Hawkins, een tiener die in Sydney voor opticien studeerde, Egbert John Nuttall, een architect uit Melbourne, Annie Dorrington, een kunstenares uit Perth en William Stevens, een scheepsofficier uit Auckland, Nieuw-Zeeland.

australie 04
V.l.n.r.: Annie Dorrington (1866-1926) & William Stevens (1866-1928) / Het winnende ontwerp, toen nog met een zespuntige Commonwealth Star 
australie 11
Hedendaagse interesse in Ivor William Evans in stripvorm (© Department of the Prime Minister and Cabinet)

Gezien het aantal inzendingen werd besloten een tentoonstelling samen te stellen waar een groot aantal ontwerpen te bewonderen viel. In de Review of Reviews van 20 september 1901 verbaast de journalist die de expositie bezoekt zich over de diversiteit.

australie 06
De Review of Reviews van 20 september 1901 (© Australian National Flag Association) / De expositie

Zo ontdekt hij naast de talloze Union Flags of Union Jacks die op de juiste wijze in het kanton zijn geplaatst ook exemplaren die alle andere hoeken van de vlag bezetten en zelfs een waarbij de Britse vlag uit elkaar getrokken is, met in iedere hoek een deel en een kaart van Australië en Nieuw-Zeeland in het midden en vier foto’s van passagiersschepen op de armen van het kruis.

Australië - Ontwerp met uit elaar getrokken Union Jack
De ‘uit elkaar getrokken’ Union Flag of Union Jack met Australië en Nieuw-Zeeland in het midden

De verslaggever vergaapt zich ook aan een ontwerp waar vanuit het uitwaaiende gedeelte van de vlag zes handen te zien zijn, die met hun wijsvingers allemaal wijzen naar de symbolische figuur van Britannia die “zich niet bewust lijkt te zijn van een gebrek aan winterkleding”. (Helaas lijkt hier geen foto van te zijn gemaakt).
En ook de kangoeroe was ruim vertegenwoordigd!

australie 05
Twee van de vele kangoeroe-ontwerpen

Op 3 september 1901 werd de vlag voor het eerst gehesen. Dat gebeurde bij de Royal Exhibition Building in Melbourne. De vrouw van de gouverneur-generaal, Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow, maakte de namen van de winnaars bekend en ontvouwde vervolgens de vlag, die toen op de koepel van het majestueuze gebouw werd gehesen.

australie 07
Links: Hersey Alice Hope, gravin van Hopetoun en markiezin van Linlithgow (1867-1937) / De Royal Exhibition Building te Melbourne, gebouwd 1879-1880, rond 1900

Een kleine wijziging was er op 8 december 1908, toen de Commonwealth Star van zes naar zeven punten ging, voor de Papoea’s en eventuele toekomstige territories. In de jaren daarna is er nog wat gemorreld met het aantal punten van de verschillende sterren, totdat in 1909 het ontwerp definitief was. Sindsdien is de vlag ongewijzigd.

Australië - vlag rood
De Australische red ensign (1901-heden)

Naast de blauwe versie van de vlag werd er ook een rode gemaakt, wat niet zo ongewoon is, zo’n red ensign wordt normaliter gebruikt door de koopvaardij. Het curieuze is dat dit in Australië  aanvankelijk niet zo was. Zowel de blauwe als rode versie werden door elkaar gebruikt, dus ook aan land. Op een gegeven moment waren er meer rode dan blauwe vlaggen in omloop.

Zo werd er ook onder een red ensign tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten in Europa. Een van deze vlaggen wapperde in 1917 bij het hoofdkwartier van Generaal William Birdwood aan het westelijk front.
Na de oorlog keerde de rode vlag terug en kreeg een plaatsje in de kathedraal van Newcastle in New South Wales. Na enkele tientallen jaren begon de vlag echter zo slecht te worden, dat ze in de opslag verdween. En vervolgens vergeten.
Tot enkele jaren geleden deken Stephen Williams van de kathedraal stuitte op een kartonnen doos bij het reorganiseren van de grote inloopkluis. In de doos zat een plastic zak, waarin een een andere plastic zak, die op zijn beurt een derde zak bleek te bevatten, waarin een onduidelijke bruinrode massa van iets dat wel op confetti leek.

Links: De vrijwel verteerde restanten van de zogenaamde Birdwood-vlag / Rechts: De oude vlag na de restauratie van 2017 (foto’s: Jake Sturmer)

Bij nadere beschouwing begon het te dagen dat dit wellicht de restanten van de historische red ensign waren. Die aanname was correct. De uit elkaar vallende zijden fragmenten werden overgedragen aan restaurateur Julian Bickersmith in Sydney, die meer oude vlaggen onder handen had gehad, maar nooit zoiets. Achttien maanden lang werkten Bickersmith en zijn team aan deze enorme puzzel.
In 2017 zat de klus erop en keerde de vlag terug naar de kathedraal, waar ze op 30 juli werd gezegend. De vlag staat nu bekend als de Birdwood-vlag.

Scheiding van blauw en rood

Vanaf de jaren ’40 van de vorige eeuw werd de blauwe versie gepropageerd als de enige juiste en in 1953 werd dit vastgelegd in de Flags Act, waarbij de rode versie aan de koopvaardij werd toegewezen.

Er zijn al diverse pogingen ondernomen om tot een nieuwe Australische vlag te komen, één zonder de Britse unievlag. Tot nu toe zijn die pogingen niet succesvol gebleken. In een enquête uit 2004 bleek 32% voorstander te zijn van een nieuwe vlag, maar een overgrote meerderheid van 57% was tegen, 11% had geen mening.

Uit een onderzoek van 2013, 9 jaar later dus, bleek op de vraag welk nationaal symbool het meeste betekent voor Australiërs, de vlag als eerste uit de bus te komen. 95% is trots op de vlag en 50% zelfs heel trots.

Overige vlaggen

Overigens kent Australië nog een aantal vlaggen, waarbij de twee luchtvaartvlaggen zijn afgeleid van de nationale vlag.

australie 08
V.l.n.r.: Royal Australian Air Force ensign (1982-heden) / Australian Civil Aviation ensign (1948-heden) / White ensign (1967-heden)

De eerste is de Royal Australian Air Force ensign. Twee eerder versies gingen hier aan vooraf in 1922 en 1948. De huidige versie werd ingevoerd op 6 mei 1982. De vlag is gelijk aan de nationale vlag, maar dan in luchtmacht-blauw. Rechtsonder in de vlucht is een rode kangoeroe op een wit veld in een blauwe cirkel geplaatst.

De tweede is de Australian Civil Aviation ensign, de burgerluchtvaart dus, waarvan de eerste versie in 1935 werd ingevoerd. De huidige vlag stamt uit 1948 en heeft dezelfde kleur als de luchtmachtvlag en de Britse vlag in het kanton, maar is verder duidelijk anders. Het veld wordt in vieren gedeeld door een blauw kruis met witte randen en de sterren van het Zuiderkruis zijn hier 45 graden gekanteld, waardoor de kleinste ster op de rechterkant van de balk staat.

De derde is de white ensign, vlag van de marine en tevens oorlogsvlag. Omdat het veld hier wit is zijn de sterren in blauw uitgevoerd. Deze vlag verving de eerste marinevlag die vanaf 1911 in gebruik was.

Qua ontwerp totaal anders is de vlag van de Australian Defense Force. Deze vlag werd in gebruik genomen op 14 april 2000 en is de vlag voor de gezamenlijke strijdkrachten. Het is een verticale driekleur in donkerblauw-rood-lichtblauw, met in het midden de volgende symbolen in geel: de Commonwealth Star en de boemerang staan voor Australië, het anker, de zwaarden en de gespreide vleugels voor marine, land- en luchtmacht.

australie 09
V.l.n.r.: Australian Defense Force Flag (2000-heden) / Aboriginese-vlag (1995-heden) / Torres Strait Islanders-vlag (1995-heden)

De vlag voor de Aborigines stamt uit 1971, maar werd pas officieel aangenomen op 14 juli 1995. Het is een horizontale tweekleur in zwart en donkerrood met een gele cirkel in het midden. De vlag werd ontworpen door Harold Thomas, zelf een Aborigine.
De kleur zwart staat voor de Aborigines, het roodbruin voor de kleur van de aarde en de gele cirkel symboliseert de zon.

En dan hebben we nog de Torres Strait Islander Flag, ontworpen door Bernard Namok in 1992, maar ook op 14 juli 1995 werd ingevoerd, op dezelfde dag als de vlag voor de Aborigines.
De Torres Straiteilanden bevinden zich tussen Cape York (de noordoostelijke punt van Australië) en Papoea-Nieuw-Guinea.
De vlag is een horizontale driekleur in groen-blauw-groen, waarbij de smalle groene banen van het blauw worden gescheiden door zwarte balken. In het midden in wit een traditionele hoofdtooi in wit met daar binnenin een witte vijfpuntige ster.

australie 12
V.l.n.r.: Locatie van de Torres Straiteilanden, tussen Cape York en Papoea-Nieuw-Guinea / Twee Torres Strait Islanders, ieder getooid met een dhari (© tbarttravels.com) / Een dhari in het Queensland Museum in Brisbane (foto: Jeff Wright)

De groene banen staan voor het grondgebied, het blauw voor de Torres Strait. De twee zwarte balken symboliseren de eilandbevolking, terwijl de de vijfpuntige ster voor de vijf eilandengroepen staat: Western, Eastern, Central, Port Kennedy en Mainland en hij staat tevens voor navigatie. De hoofdtooi, een dhari genaamd, staat voor de inheemse bevolking. De witte kleur van dhari en ster samen symboliseren vrede.

Het mysterie van de verdwenen vlag

Tot besluit: sinds begin 2017 is de Australian National Flag Association (ANFA) een zoektocht gestart naar de eerste officiële vlag die op 3 september 1901 op de koepel van de Royal Exhibition Building in Melbourne werd gehesen.
Niemand lijkt te weten wat er met deze historische vlag is gebeurd. De vlag zou aan een museum zijn geschonken, maar aanknopingspunten wanneer dat gebeurd zou zijn en om welk museum het gaat, zijn er niet.
Voorzitter Allan Pidgeon van de ANFA riep daarom ieder museum, archief en particulieren op naar het historische artefact te gaan zoeken.
De vlag is te herkennen aan de zespuntige Commonwealth Star en aan de afmetingen: de vlag zou 11 x 5,5 m groot zijn.

De allereerste vlag van Australië (voordat ze uit het zicht verdween!) (publiek domein)

Een paar jaar terug dook er een foto op van de verloren vlag, die volgens de beschrijving een aantal jaren ná het debuut in 1901 is genomen.
Helaas is de vlag tot op heden nog niet boven water (dus checkt allen uw zolders!).

Sint Helena – New Constitution / Nieuwe Grondwet (2009)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Sint Helena vormt samen met de eilanden Ascension en Tristan da Cunha een Brits overzees gebiedsdeel. En alhoewel alle drie de eilanden in de zuidelijke Atlantische Oceaan liggen, liggen ze niet bepaald bij elkaar in de buurt, zoals op de kaart hieronder te zien is.

Locatie van de drie eilanden die samen een overzees gebiedsdeel van het Verenigd Koninkrijk vormen (publiek domein)

Het toen nog onbewoonde eiland werd waarschijnlijk ‘ontdekt’ door de Portugese zeevaarder João da Nova in 1502. Met volop bomen en vers water, werd het voor de Portugezen een verversingsstation op hun reizen naar Azië.
Ze brachten er vee, fruitbomen en groenten, en bouwden een kapel en een paar huizen, waar zieke bemanningsleden konden recupereren.

Kaart van Sint Helena, gedecoreerd met drie zeemonsters; uit de Engelse vertaling van John Huyghen van Linschoten’s “Itinerario”, gepubliceerd in 1598 (publiek domein)

Ook de Spanjaarden en Engelsen, waaronder de ontdekkingsreiziger Sir Francis Drake, begonnen het eiland in de 16e eeuw aan te doen, waarbij Portugese schepen op hun retourreizen soms werden aangevallen.
Schepen van de sterk opkomende Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden lieten het eiland ook niet links liggen en claimden het in 1633, maar nadat de Republiek in 1652 Kaap de Goede Hoop stichtte, keerde men er niet meer terug.
In 1657 verleende Oliver Cromwell de Britse East India Company (EIC) een charter om Sint Helena te besturen. Het jaar daarop besloot het bedrijf het eiland te versterken en te bevolken met plantagehouders en slaven.
In 1659 arriveerde de eerste gouverneur op het eiland en vanaf die tijd begon men met het bouwen van een nederzetting, de tegenwoordige hoofdstad Jamestown in een nauwe vallei tussen twee hoge kliffen.

Franse kaart van het nog kleine Jamestown, circa 1690 (publiek domein)

Het was moeilijk kolonisten te vinden die zich op het afgelegen eiland wilden settelen. In 1670 bedroeg de bevolking slechts 66 personen. Ontbossing en de daar uit voortvloeiende erosie hielpen niet.
Gouverneur Isaac Pyke suggereerde in 1715 zelfs dat de bevolking misschien beter naar Mauritius kon worden verplaatst, maar daar werd geen gevolg aan gegeven.
De EIC bleef de gemeenschap subsidiëren vanwege de strategische ligging van het eiland.
Bij een volkstelling in 1723 was de bevolking flink gegroeid en werden er 1.110 inwoners geregistreerd, waaronder 610 slaven.

“The island of St. Helena belonging to the East India Company of England”, door Jan van Ryne (±1712-±1760), 1754, naast een aantal Britse schepen zien we rechts ook een Nederlands schip, Jamestown, tussen de kliffen, is onmiddellijk herkenbaar

Achttiende-eeuwse gouverneurs probeerden de problemen van het eiland op te lossen door herbebossings-programma’s, het verbeteren van vestingwerken, het bestrijden van corruptie en het bouwen van een ziekenhuis.
Daarnaast werd de verwaarlozing van gewassen en vee aangepakt, werd de inname van alcohol ingedamd en werden er juridische hervormingen doorgevoerd. Het eiland kende vanaf ongeveer 1770 een lange periode van welvaart.

Zoals in al zijn overzeese gebieden importeerden de Britten slaafgemaakten uit Afrika, voor Sint Helena waren dat er circa 25.000. En hoewel de import van slaven op Sint Helena in 1792 werd verboden, duurde het nog tot 1839 voor de slavernij werd afgeschaft.

Napoléon à Sainte-Hélène” door František Xaver Sandmann (1805-1856), circa 1820 (publiek domein)

Zonder enige twijfel was Napoleon Bonaparte de bekendste inwoner van Sint Helena, hoewel dit verblijf niet uit eigen wil was. Hij werd als gevangene na zijn nederlaag bij de Slag van Waterloo op 18 juni 1815 naar het geïsoleerde eiland verbannen, waar hij tot aan zijn dood op 5 mei 1821 onder huisarrest leefde in Longwood House, op het midden van het eiland.

In 1833 ging het bezit van Sint Helena over van de EIC naar de Britse Kroon.
Toen in 1869 het Suezkanaal in Egypte werd geopend, verbleekte de bevoorrechte positie van Sint Helena op de handelsroutes. Daling van het aantal schepen dat het eiland aandeed, daalde spectaculair: van 1.100 in 1855 naar slechts 288 in 1889.

Kaart van Sint Helena uit 1894, uit de “Historical Geography of West Africa, vol.3”, door Sir Charles Prestwood Lucas (1853-1931)

De British Nationality Act 1981 classificeerde Sint Helena en 14 andere kroonkolonies over heel de wereld als British Dependent Territories.
De grondwet van Sint Helena werd in 1989 van kracht en bepaalde dat het eiland zou worden bestuurd door een gouverneur, een opperbevelhebber en een gekozen uitvoerende en wetgevende raad.

Kaart van Sint Helena (© Oona Räisänen (Mysid) / publiek domein)

In 2002 verleende de British Overseas Territories Act 2002 het volledige Britse staatsburgerschap aan de eilandbewoners en werden de afhankelijke gebieden (inclusief Sint-Helena) omgedoopt tot de British Overseas Territories.

De eerste pagina van de St. Helena, Ascension en Tristan da Cunha Constitution Order 2009 (publiek domein)

Op 1 september 2009, vandaag 15 jaar geleden, gaven de St. Helena, Ascension en Tristan da Cunha Constitution Order 2009 alle drie de eilanden dezelfde status; het Britse overzeese gebied werd omgedoopt tot Sint Helena, Ascension en Tristan da Cunha.

Saint Helena Airport (foto: Paul Tyson / publiek domein)

Tot aan de opening van Saint Helena Airport in 2017, was het eiland alleen per schip bereikbaar en zeer geïsoleerd: het ligt 2.000 km ten westen van de Afrikaanse kust.

Jamestown, hoofdstad van Sint Helena (foto: Andrew Neaum / publiek domein)

Sint Helena heeft 4.439 inwoners, de hoofdstad Jamestown had bij de laatste telling 629 inwoners, met de buitenwijk Half Tree Hollow erbij in totaal 1.614.

De vlag

Vlag van Sint Helena (2019-heden)

 De vlag van Sint Helena stamt weliswaar uit 2019, maar scheelt eigenlijk nauwelijks van die van 1984, terwijl de oorsprong van de vlag al in 1874 te vinden is. Hoe zit dat?

Allereerst de beschrijving: de vlag van Sint Helena is een blue ensign (Brits blauw vaandel), dat voor de meeste Britse overzeese gebieden in gebruik is, met op de vlucht het wapen van het eiland.

Wapen van Sint Helena (2019-heden)

Het wapen heeft een schildvorm en is horizontaal in tweeën gedeeld, in de verhouding 1:2.
Bovenin is tegen een bruingroene achtergrond de nationale vogel van Sint Helena afgebeeld: de Sint Helena-plevier (Charadrius sanctaehelenae), een vogel die alleen op Sint Helena voorkomt en lokaal “wire bird” genoemd wordt.

Postzegel uit 1993 van 5 Saint Helena pence met de nationale vogel, de Sint Helena-plevier (publiek domein)

Tweederde van het schild wordt gevuld met een kusttafereel van het eiland, een driemaster die de vlag van Engeland voert, het bergachtige eiland zien we aan de linkerkant.
Zoals gezegd: de vlag verschilt nauwelijks van haar voorgangster. Hieronder zien we die vlag.

Vlag van Sint Helena (1984-2019)

Het enige verschil zit ‘m in de plevier (en de gele achtergrond), die volgens kenners niet correct was afgebeeld.
Deze vlag was ook in gebruik bij de ‘zustereilanden” Tristan da Cunha en Ascension, totdat die hun eigen vlag kregen, in respectievelijk 2002 en 2013.
Deze vlag (en daarmee ook die van 2019) borduurde voort op de allereerste vlag van 1874, zie hieronder:

Vlag van Sint Helena (1874-1984)

We zien hetzelfde tafereel met de Oost-Indiëvaarder, de vlag van Engeland en de rotskust van Sint Helena, maar nog geen plevier.
Het wapen is op de vlag in een sierrand gevat, met een rood lint langs de bovenzijde.
De vlag werd tegelijk met het wapen ingevoerd, alhoewel dat laatste al als zegel van het eiland bekend was.

Honduras – Día de la Bandera / Vlagdag (1943/1995)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Met decreet nr. 5 van 7 juni 1943 was de 14e juni als Hondurese vlagdag gekozen, maar in 1995 stelde president Carlo Roberta Reina voor dat voortaan op 1 september te vieren, omdat september sowieso gezien wordt als Honduras’ meest historische maand: Onafhankelijkheidsdag wordt twee weken later gevierd.

Affiche voor Vlagdag (publiek domein)

Het eenkamerparlement (het Nationaal Congres), keurde dit voorstel op 23 mei 1995 goed middels wetsvoorstel 84-95.

Kaart van Honduras (© freeworldmaps.net)

De vlag

De Hondurese vlag is een horizontale driekleur in turquoise-wit-turquoise met vijf sterren in de witte baan.

Vlag van Honduras (2022-heden)

De vlag is sinds 26 januari 2022 van kleur ‘verschoten’ van donkerblauw naar een turquoise-wit-turquoise met in het midden van de witte baan vijf achtpuntige turquoise sterren, waarvan er één precies in het midden staat, links en rechts geflankeerd door de andere, onder elkaar geplaatste sterren.

Net als de andere vier Midden-Amerikaanse landen, is de vlag van Honduras gebaseerd op die van de ‘superstaat’ die tussen 1823 en 1841 bestond, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) geheten. De vlag van deze staat was op zijn beurt weer gebaseerd op die van Argentinië.

honduras 01
De vlaggen van Argentinië en de Federale Republiek van Centraal Amerika, ook wel de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Na het opdoeken van de superstaat behield Honduras wel de horizontale banen en de kleur blauw, maar dan een stuk donkerder, de witte baan bleef ‘leeg’. De vlag veranderde opnieuw in 1866: het blauw werd weer een paar tinten lichter en kreeg de vijf sterren op de vlag die het nu nog heeft en daarmee in feite de vlag was zoals we hem nu nóg kennen, ware het niet dat de sterren hier op hun punt staan. Ook werd er af en toe met de sterren geschoven. Zo komt de vlag in de 19e eeuw ook voor met de vijf sterren in een halve cirkel.

honduras 01 vlaggen drie
Historische vlaggen van Honduras, v.l.n.r.: 1839-1866, 1866-1898, 1866-1898 (alternatieve versie)

Tussen 1898 en 1949 staan de sterren weer netjes op hun vertrouwde plek, maar nu in goud.

Honduras vlag 1898-1949
Vlag van Honduras (1898-1948)
Vlag van Honduras (1949-2022)

Vanaf dat jaar veranderden ze terug naar blauw (donkerblauw!) en werden ze iets gekanteld, waardoor op twee punten kwamen te staan.

De vlagverandering van 2022 (en de Grote Kleurenchaos)

Op 30 november 2021 won Xiomara Castro de Hondurese presidentsverkiezingen. Tijdens haar tijd als ‘president-elect’ kondigde ze aan dat de nationale vlag opnieuw naar een lichtere kleur blauw zou veranderen. De kleurverandering werd ingevoerd op 26 januari 2022, één dag voordat Xiomara Castro als president werd beëdigd.

Xiomara Castro (1959), president van Honduras met de nationale vlag in de nieuwe kleur (publiek domein)

Die beslissing kwam niet zomaar uit de lucht vallen: het was de Universidad Nacional Autónoma de Honduras die in september 2020 de aanbeveling deed de vlag terug te laten keren naar het historische lichtere blauw, dat overigens nog altijd voorgeschreven stond in de vlagwet van 16 februari 1866, en in de aanpassing van 1949 verder gespecificeerd werd.

Ongedateerde foto van Tecucigalpa, de hoofdstad van Honduras (fotograaf onbekend)

De beschrijving uit 1866 luidt: El pabellón de la República de Honduras llevará como el de la antigua Federación Centroamericana dos fajas azules y una blanca en medio (De vlag van de Republiek Honduras zal, net als die van de vroegere Federale Republiek van Centraal Amerika, twee blauwe strepen hebben met een witte in het midden).
Hoewel de kleur blauw in de wettekst niet gespecificeerd werd, was de kleur blauw van de bedoelde vlag afgeleid van de Argentijnse vlag en dus van een lichte tint blauw (zie de eerdere afbeeldingen).

Liefde voor de vlag in een schoolboek, de tekst luidt: Hoe kan ik haar niet liefhebben, zoals ik haar liefheb, als ik het portret van mijn land in haar zie? Daarom voel ik, als ik naar haar kijk, maar één verlangen: rechtvaardig en eerlijk zijn, moedig en goed (publiek domein)

Het curieuze is dat de vlaggen tussen 1866 en 1949 een duidelijk donkerder tint hebben dan de kleur die die historische vlag had!
Maar het kon nog gekker: in de nieuwe vlagwet van 1949 wordt voor het eerst de kleur blauw gespecificeerd: La Bandera Nacional de Honduras constará de tres frajas iguales y horizontales. La superior y la inferior de color azul turquesa … (De nationale vlag van Honduras zal bestaan uit drie gelijke horizontale banen, De bovenste en onderste in de kleur turquoise….).
Duidelijke taal zou je denken, maar de vlag die vervolgens werd ingevoerd is de vlag die tussen 1949 en begin 2022 de Hondurese vlag was: donkerblauw in plaats van turquoise.

Korte historie van de Hondurese vlag uit 2020 door de Universidad Nacional Autónoma de Honduras (© UNAH)

De twee blauwe banen symboliseren de twee oceanen waaraan Honduras grenst: de Atlantische en de Stille Oceaan, maar staan tevens voor de blauwe hemel en voor broederschap.
De vijf sterren herinneren aan de gezamenlijke geschiedenis van de vijf Midden-Amerikaanse landen.

President Xiomara Castro tijdens een toespraak, mei 2022, met de Hondurese vlag achter haar (screenshot)

Marinevlag

Vlag van de Hondurese marine (2022-heden)

Met de vlagaanpassing veranderde ook de vlag van de Fuerza Naval de Honduras, de Hondurese marine. Ook hier is het donkerblauw vervangen door turquoise.
Op de witte baan is het staatswapen aangebracht, met daaronder de vijf sterren in een halve cirkel.

Staatswapen

Het wapen van Honduras is -voorzichtig uitgedrukt- een hele toestand! Hieronder extra groot afgebeeld om de vele details te kunnen waarnemen.

Honduras wapen
Het wapen van Honduras, ingevoerd in 1838, officieel erkend in 1866 en licht gewijzigd in 1935

In het midden een ovalen wapenschild met in gouden kapitalen het randschrift REPUBLICA DE HONDURAS, LIBRE, SOBERANA E INDEPENDENTE en in een iets kleinere letter 15 DE SEPTIEMBRE DE 1821 (REPUBLIEK HONDURAS, VRIJ, SOEVEREIN EN ONAFHANKELIJK – 15 SEPTEMBER 1821).

Op het schild staan verschillende elementen die ook bij de andere Midden-Amerikaanse landen zijn te vinden en die teruggaan op het wapen van de ‘superstaat’, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika).

Centraal staat een gemetselde piramide, symbool voor recht en gelijkberechtigheid. Twee torens staan vóór de piramide: zij staan voor de bereidheid het grondgebied te verdedigen. Tussen de torens een vulkaan met daarboven een rode zon met gele gloed en daarachter een regenboog. De onderkant van het wapen wordt ingenomen door de oceaan en de bovenkant door een blauwe lucht met witte wolken.

Boven het wapenschild steekt een pijlenkoker met zeven gevederde pijlen in verschillende kleuren, symbool voor de oorspronkelijke inheemse bevolking. Aan weerszijden hiervan, langs het schild naar beneden afhangend, twee gouden hoornen van overvloed met bloemen en vruchten. De hoornen zijn aan hun bovenkanten verbonden middels een touw.

Het wapenschild rust aan de onderkant op een heuvelachtig landschap in naturalistische kleuren, met eiken- en pijnbomen en land- en mijnbouwgereedschap en twee mijningangen, symbool voor de rijkdom van het land.

Slowakije – Deň Ústavy Slovenskej Republiky / Grondwetdag van de Slowaakse Republiek (1992)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Met het einde van het communisme in Tsjechoslowakije in 1989 kwam het land in heel ander vaarwater. Al snel was daar de wens van het oostelijke landsdeel Slowakije zich af te scheiden van Tsjechië. In 1992 was het zover: de Slowaakse Nationale Raad keurde de nieuwe grondwet, gebaseerd op die van Tsjechoslowakije uit 1920, goed. Op 3 september werd het ondertekend en vanaf 1 oktober trad het in het grootste deel van het land in werking (voor sommige delen van Slowakije gebeurde dat pas op 1 januari 1993).

Kaart van Slowakije (© freeworldmaps.net)

Deze vreedzame scheiding van de twee landsdelen wordt in Tsjechië de Fluwelen revolutie genoemd, in Slowakije staat het bekend als de Vriendelijke revolutie. 1 september is een vrije dag in Slowakije met markten, concerten en diverse andere festiviteiten. Het Slowaakse parlementsgebouw is op deze dag te bezoeken, evenals het ernaast gelegen Kasteel van Bratislava, wat ’s avonds verlicht wordt.

De vlag

slowakije 01
Vlag Slowakije (1992-heden)

De vlag van Slowakije stamt uit 1848 (toen nog zonder wapen) en is er een uit de zgn. pan-slavische vlaggenfamilie.

Rusland introduceerde onder Peter de Grote een handelsvlag (volgens sommige theorieën gebaseerd op de Nederlandse driekleur): wit-blauw-rood, nu de nationale vlag. Dit op zijn beurt beïnvloedde weer andere landen dezelfde driekleur te gebruiken en die enigszins aan te passen.
We zien de kleuren terug in de huidige vlaggen van Kroatië, Servië, Slovenië, Tsjechië en Slowakije.
Tussen 1918 en 1989 gebruikte Slowakije als oostelijke helft van Tsjechoslowakije de pan-slavische vlag die nu nog de vlag van Tsjechië is.

slowakije 02
Slowaakse vlaggen – links: vlag uit 1848 (de Slowaakse tekst luidt: Glorie aan de koning en vrijheid/Samenhang) / midden: vlag van 1849-1868, 1939-1945 en 1990-1992 / rechts: vlag van 1918-1989, als onderdeel van Tsjechoslowakije (nu de vlag van Tsjechië)

Direct na het einde van het communisme, tussen 1989 en 1992, gebruikte Slowakije als landsdeel de vlag zonder het staatswapen en was daardoor identiek aan die van Rusland. Dat was onhandig, en op 1 september 1992 werd de nieuwe vlag aangenomen met staatswapen.

De vlag zelf dan: het is een horizontale driekleur in wit, blauw en rood en toont het staatswapen over de middelste blauwe baan, dichtbij de broekingszijde. Het wapen is schildvormig in rood, de onderkant wordt ingenomen door een blauwkleurige heuvel met drie toppen. Vanuit de middelste top verheft zich een zilveren dubbelkruis. Het is al een oud symbool, en wordt ook gebruikt door het nabijgelegen Hongarije in zijn staatswapen, waar de heuvel groen is. Daar staan de drie toppen voor de bergen Tatra, Matra en Fatra. Het zilveren dubbelkruis staat voor drie heiligen: Benedictus, Konstantinos en Methodios.

slowakije 03
Links: Wapen van Slowakije (1990-heden) / Rechts: Ladislav Čisárik jr (1953-2017) (© Pavel Kasti)

De huidige versie van het Slowaakse wapen werd getekend door Ladislav Čisárik jr in 1990.

Tot slot twee afgeleide vlaggen: de eerste is een ‘omgedraaide’ vlag. Hierbij is de vlag gekanteld en verlengd, waardoor het dus een soort banier wordt. Dit soort vlaggen is vrij gebruikelijk in Oost-Europa. Het symbool op de vlag -in dit geval het wapen- kantelt niet mee en blijft uiteraard horizontaal.
De tweede vlag is die van de president.

Links: Gekantelde vlag van Slowakije / Rechts: Vlag van de Slowaakse president
Hier zien we de nationale vlag samen met die van de president tijdens de inauguratie van Peter Pellegrini (1975) als president van Slowakije op 15 juni 2024 (screenshot)