Om met positief nieuws te beginnen: de afgelopen week werd de in Turkije afgesproken gevangenenruil uitgevoerd. Gedurende drie dagen werden er zo’n 1.000 krijgsgevangenen, maar ook burgers, uitgeruild.
Hoewel er in Turkije ook over een staak-het-vuren werd gesproken, werd daar geen overeenstemming over bereikt en dat was de afgelopen week te merken aan de grootschalige aanvallen die Rusland deze week uitvoerde.
Russische aanvalsgolf
Rusland heeft de afgelopen week het aantal drone- en raketaanvallen drastisch opgevoerd, het aantal afgevuurde projectielen loopt inmiddels in de honderden. Hoewel de meeste daarvan door de Oekraïense luchtafweer onschadelijk konden worden gemaakt, waren (en zijn) de aanval zo enorm dat verschillende drones en raketten toch hun doel konden (en kunnen) bereiken.
De aanvallen van afgelopen week troffen veelal woonhuizen en flats (screenshot)
De ongekende barrage van aanvallen op onder meer Kiev, Zaporizja, Soemy, Mikolayiv, Dnipropetrovsk en andere steden begon op zaterdag en is sindsdien niet meer gestopt. Op zondag kwamen daarbij veertien mensen om het leven en vielen er tientallen gewonden.
Een gigantische puinhoop na een Russische voltreffer (screenshot)
De Amerikaanse president Trump, die onlangs een twee uur durend telefoongesprek had met zijn Russische collega Poetin, dat hij als positief en “erg goed” kenschetste, berichtte na de ongekende Russische aanvallen op zijn Truth Social-kanaal dat Poetin “KNETTERGEK” was geworden.
Een vrouw met helm op loopt verdwaasd bij de ruïnes van haar huis (screenshot)
Aangezien Trump hier echter geen consequenties richting Rusland aan verbindt, denken Kremlin-kenners dat Poetin zich onaantastbaar waant en inschat aan de winnende hand te zijn en door zal gaan met dit soort massale aanvalsgolven om Oekraïne uit te putten.
Nieuwe cijfers Russische doden en gewonden
Ook aan het oorlogsfront wordt volop doorgevochten. Gisteren kwam de generale staf van de Oekraïense strijdkrachten op Facebook met nieuwe cijfers naar buiten, waarbij gemeld werd dat er op afgelopen woensdag 28 mei alleen al 1.050 Russische militairen waren gesneuveld of gewond geraakt.
Het totaal aantal dode of gewonde Russische soldaten sinds het begin van de oorlog, komt daarmee op bijna 985.000.
De vlag
Vlag van Oekraïne (1992-heden)
De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.
Ook in 1918/1919 lag Oekraïne (toen de West-Oekraïense Nationale Republiek) onder vuur, zoals op deze prent wordt weergegeven: een Russische bolsjewiek in het noorden, een Rus van het Witte Leger (anti-sovjet) in het oosten met de Russische vlag met dubbelkoppige adelaar, een Poolse soldaat (liggend) naast een Hongaarse (in het rood) in het westen en twee Roemeense soldaten in het zuiden; we zien in het midden een vroege afbeelding van de Oekraïense vlag, de tekst onderin luidt “Wereldvrede in Oekraïne” (publiek domein)
De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.
De grootste Oekraïense vlag meet 40 x 60 meter en weegt 300 kilo, hier zijn we die vlag vóór de oorlog in Charkov (fotograaf onbekend)
Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992. De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.
Het atol Midway maakt deel uit van een keten van vulkanische eilanden, atollen en onderzeese bergen die zich uitstrekken van het eiland Hawaii tot aan de punt van de Aleoeten (Alaska), in de noordelijke Stille Oceaan. De naam Midway heeft het atol te danken aan zijn locatie: het ligt vrijwel even ver van Noord-Amerika als van Azië af. De Hawaiiaanse naam luidt Kuaihelani.
Het bestaat uit een ringvormig barrièrerif met een diameter van bijna 8 km en diverse zandeilandjes. De twee belangrijke stukken land, Sand Island en Eastern Island, bieden een habitat voor miljoenen zeevogels, waaronder de bekendste inwoner van Midway: de laysanalbatros.
Hoewel Midway deel uitmaakt van deze keten van eilandjes, die ook bekend staan onder de naam Northwestern Hawaiian Islands, behoort het gek genoeg niet tot de staat Hawaii, in tegenstelling tot de andere Benedenwindse Eilanden.
Midway is administratief ingedeeld bij de United States Minor Outlying Islands (Amerikaanse Kleinere Afgelegen Eilanden). Op de kaart hierboven zien we deze eilanden omkaderd in rood, naast Midway gaat het om de eilanden Baker, Howland, Jarvis, Johnston, Kingman, Palmyra en Wake. Ook tot deze groep behoort het eiland Navassa, dat echter in het het Caribisch gebied ligt, in de buurt van Haïti. Al deze eilanden zijn onbewoond, op militairen en personeel van de U.S. Fish and Wildlife Service na.
Tezamen met de andere Northwestern Hawaiian Islands vormt Midway sinds 2006 een Marine National Monument onder de naam Papahānaumokuākea en sinds 2010 staat deze langgerekte archipel op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Het onbewoonde atol met zijn twee hoofdeilanden werd relatief laat ‘ontdekt’, namelijk op 5 juli 1859 door kapitein N.C. Brooks van het schip de Gambia. De eilanden werden in eerste instantie de Middlebrook Islands genoemd. Brooks claimde ze voor de Verenigde Staten onder de Guano Islands Act van 1856, die Amerikanen toestemming gaf om onbewoonde eilanden tijdelijk te bezetten om guano te winnen. Er zijn echter geen gegevens over pogingen om guano (meststof) op het eiland te delven.
Kapitein William Reynolds (1815-1879), die het atol in 1867 in bezit nam voor de Verenigde Staten (fotograaf onbekend / publiek domein)
Op 28 augustus 1867 nam kapitein William Reynolds van de USS Lackawanna het atol formeel in bezit voor de Verenigde Staten, de naam werd enige tijd daarna veranderd in “Midway”.
De in 1862 gebouwde USS Lackawanna (fotograaf onbekend / publiek domein)
Het atol was het eerste eiland in de Stille Oceaan dat door de Verenigde Staten werd geannexeerd als het Unincorporated Territory of Midway Island en werd bestuurd door de Amerikaanse marine.
Kaartje met de route van de trans-pacifische kabel met een lengte van ruim 11.000 km (publiek domein)
Pas met de aanleg van de eerste pacifische telegrafie-kabel door de Commercial Pacific Cable Company in 1903, die via Midway liep, kreeg het atol zijn eerste tijdelijke bewoners.
De kabel verbond de Amerikaanse westkust met de Filipijnen, Japan en China. Tussen 1935 en 1947 diende Midway als tussenstop voor trans-pacifische vluchten om bij te tanken en even de benen te strekken.
Het Pan Am Hotel op Midway in de jaren ’30 van de vorige eeuw (fotograaf onbekend)
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het atol het toneel van een zeeslag die nu bekend staat als de Slag bij Midway. De Amerikaanse Marine boekte hier een tactische en strategische overwinning op de Japanse Keizerlijke Marine, waarbij aan Amerikaanse zijde ruim 300 doden vielen en een vliegdekschip verloren ging, maar aan Japanse zijde waren de verliezen vele malen groter: ruim 3.000 doden en het verlies van vier vliegdekschepen en een kruiser. Door historici wordt deze slag gezien als het keerpunt van de Pacifische Oorlog ten gunste van de Verenigde Staten.
Het atol wordt sinds 1947 niet meer door de burgerluchtvaart gebruikt. Wel is er een start- en landingsbaan op Sand Island, Henderson Field Airport, dat tot 2004 als militair vliegveld gebruikt werd en sindsdien als noodluchthaven. Daarnaast is het in gebruik bij de U.S. Fish and Wildlife Service.
Op de kaart hierboven is al te zien dat Eastern Island geen faciliteiten meer heeft en dus ook geen bewoners, voorheen lag hier het vliegveld. dat in de Tweede Wereldoorlog druk gebruikt werd. Het is te zien is op de foto een stukje hierboven en nog steeds goed herkenbaar op de foto hieronder.
De meesten van hen zijn personeelsleden in dienst van de U.S. Fish and Wildlife Service. Het eiland als toerist bezoeken is sinds 2012 niet langer mogelijk vanwege bezuinigingen.
Zoals we op de foto’s al kunnen zien is er aan albatrossen geen gebrek op Midway. Het gaat hier om de zogenaamde laysanalbatros (Phoebastria immutabilis), waarvan er zo’n 1,5 miljoen op het atol bivakkeren. Dat is natuurlijk prachtig, zoveel natuur, maar er is één groot probleem: de plasticsoep.
Een koppel laysanalbatrossen (fotograaf onbekend)
Plasticsoep
De noordwestelijke Hawaii-eilanden, waaronder ook Midway, liggen in het centrum van de plasticsoep, een enorme hoeveelheid door mensen geproduceerd afval, dat midden in de Stille Oceaan drijft. Schattingen over hoe groot dit gebied precies is, lopen uiteen, maar de oppervlaktes van Frankrijk en Spanje samen, komen waarschijnlijk behoorlijk in de buurt.
Veel van deze troep komt ook in de magen van de albatrossen (en helaas van vele andere diersoorten) terecht. Tijdens het broedseizoen sterft een derde van de albatroskuikens vanwege de plastic rommel in hun lichaam. Onderzoek heeft uitgewezen dat laysanalbatrossen op Midway tot wel 50% plastic in hun spijsverteringskanaal hebben. Hoewel er verschillende ideeën voor het opruimen van de plasticsoep zijn en sommige ervan op kleine schaal al zijn toegepast (zoals The Ocean Cleanup van Nederlander Boyan Slat), is dit een probleem dat voorlopig nog niet getackeld is.
De vlag van Midway bestaat uit twee banen, van elkaar gescheiden door een witte streep met een laysanalbatros in natuurlijke kleuren en in volle vlucht op de bovenste baan, in de richting van de mastzijde. De brede bovenste baan beslaat ongeveer tweederde van de vlag en is blauw, de smallere baan onderin is turquoise.
De twee kleuren staan respectievelijk voor de lucht en de oceaan, de witte streep voor het strand van het atol. Hét symbool van Midway, de laysanalbatros, kon uiteraard niet ontbreken.
Een laysanalbatros in volle vlucht (fotograaf onbekend)
De vlag werd in 2000 ontworpen door Steve Dryden van de U.S. Fish and Wildlife Service en werd voor het eerst gehesen op Memorial Day, 29 mei, vandaag precies 25 jaar geleden.
Steve Dryden (rechts) van de U.S. Fish and Wildlife Service en ontwerper van de vlag van Midway, gaat met zijn creatie op de foto, tezamen met Skip Wheeler van de National Park Service in Pearl Harbor, Oahu, Hawaii, net boven de vlag zien we de USS Missouri met daarnaast het witte (drijvende) gebouw van de USS Arizona Memorial (fotograaf onbekend)
Reden voor het ontwerpen van een vlag voor Midway in 2000 was de jaarlijkse herdenking van de Slag bij Midway (4-7 juni 1942). De vlag werd dan ook voor het eerst officieel gehesen op 4 juni 2000, bij de 58e herdenking van deze slag.
De vlag van Turkije is rood met een wassende maan met een vijfpuntige ster in wit en behoort zonder enige twijfel tot een van de herkenbaarste nationale vlaggen in de wereld door haar eenvoud en kleur.
Tekening met de maatvoering van de symbolen op de Turkse vlag
De Turkse Republiek werd uitgeroepen op 1 november 1922, toen het parlement een einde maakte aan het Ottomaanse Rijk, waarvan het huidige Turkije het centrum was.
Sjeikh ul-IslamMustafa Hayri (1867-1921) (de belangrijkste islamitische rechtsgeleerde van het Ottomaanse Rijk) deelt de oorlogsverklaring (jihad) van sultan Mehmed V mee in Constantinopel (het huidige Istanboel), november 1914, vanaf een podium behangen met een hele verzameling Ottomaanse vlaggen met een duidelijk kloeker formaat maan (publiek domein)
Dit voormalige wereldrijk verloor in de 19e eeuw gaandeweg steeds meer gebied en behoorde aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 samen met de keizerrijken Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tot de verliezers.
Vlag van het Ottomaanse Rijk (1844-1923), waarbij het verschil met de huidige vlag van Turkije moeilijk waarneembaar is (de wassende maan is iets groter)
De nieuwe republiek handhaafde de Ottomaanse vlag, die veertien jaar later dus gestandaardiseerd werd. Het interessante is dus dat de vlag van het Ottomaanse Rijk nog steeds in gebruik is, zij het niet langer als vlag van een sultanaat. Hoewel we weten dat de Ottomaanse vlag werd ingevoerd in 1844, werd ze waarschijnlijk al in de tweede helft van de 18e eeuw gebruikt.
Origineel exemplaar van een Ottomaanse vlag (220 x 150 cm) (fotograaf onbekend)
Vóór die tijd werden in het Ottomaanse Rijk (± 1299-1922) overigens ook al langere tijd rode vlaggen gebruikt.
Hoewel we de wassende maan tegenwoordig met de islam identificeren, heeft het symbool op de Turkse vlag van oorsprong geen religieuze betekenis. De vlag staat bekend onder drie namen: ay yıldız, al bayrak en al sancak (respectievelijk maan-ster,de rode vlag en het rode vaandel).
Vlag van de president
Vlag van de president van Turkije
De vlag van de president van Turkije is een variatie op de nationale vlag en werd ingevoerd in 1923. In de top van de broekzijde van de vlag is het goudkleurige presidentiële symbool toegevoegd: een zon met acht lange en acht korte stralen met daaromheen zestien vijfpuntige sterren.
Het presidentiële symbool van Turkije
De zon staat symbool voor de oneindigheid van Turkije, de zestien sterren symboliseren de zestien historische Turkse rijken, inclusief het Ottomaanse Rijk.
Albullah Gül (1950), president van Turkije van 2007 tot en met 2014 poseert voor de presidentiële vlag van Turkije, met achter hem een portret van Kemal Atatürk, de eerste president en grondlegger van de Turkse republiek (fotograaf onbekend)
Gantantra diwas (Dag van de Republiek), herinnert aan de dag waarop in 2008 de monarchie door het parlement werd afgeschaft. Hoewel hij het er niet mee eens was, werd Koning Gyanendra terzijde geschoven. Sindsdien is het een officiële feestdag in Nepal.
Daar ging nogal wat aan vooraf, het zou echter wat ver voeren voor dit blog om dat allemaal in detail op te voeren. Het feit dat Nepal tot 1990 een dictatuur was, waarbij de koning de alleenheerschappij had, leidde tot steeds meer onvrede. Vanwege massale protesten werd Nepal in dat jaar een parlementaire democratie, maar in de praktijk kwam daar niet veel van terecht. Dit leidde tot de Nepalese Burgeroorlog (1996-2006), tussen het regeringsleger en maoïstische rebellen, een strijd waarbij zo’n 13.000 slachtoffers vielen.
Middenin die burgeroorlog werd de strijd van de rebellen -ongetwijfeld onbedoeld- geholpen door een bizarre gebeurtenis, waarbij tijdens een feestje kroonprins Dipendra 9 familieleden doodschoot op 1 juni 2001.
De plaats van handeling was het Naranyahiti Paleis in de hoofdstad Kathmandu. De precieze toedracht is nog steeds niet geheel duidelijk, maar volgens ooggetuigen sloeg de kroonprins doelgericht aan het schieten. Naast zijn ouders, koning Birendra en koningin Ayshwarya, werden er nog zeven familieleden met een aantal verschillende wapens doodgeschoten: zijn jongere broer prins Nirajan en zijn enige zus prinses Shruti. Verder: prins Dhirendra, een broer van de koning, de prinsessen Shanti en Sharada, zusters van de koning; Kumar Khadga, de man van prinses Sharada en prinses Jayanti, een nicht van de koning. Vier andere familieleden raakten gewond.
Vervolgens zou de kroonprins zichzelf door het hoofd hebben geschoten. Hij leefde echter nog, raakte in een coma. In het ziekenhuis werd hij tot koning uitgeroepen, maar na een ‘regering’ van 3 dagen stierf hij op 4 juni.
Wat de aanleiding van zijn actie was is nooit opgehelderd, maar het zou te maken kunnen hebben gehad met zijn keus voor een bruid, die niet werd goedgekeurd door zijn ouders. Zelf kon hij die opheldering niet meer verschaffen.
Verder doet er een samenzweringstheorie de ronde: dat wellicht zijn oom en opvolger Gyanendra er iets te maken zou hebben. Hoewel kroonprins Dipendra rechtshandig was, bevond de kogel-ingangswond zich aan in zijn linkerslaap.
Het lichaam van Koning Birendra in de rouwstoet onderweg naar de ceremoniële brandstapel op 2 juni 2001 (foto: Ann-Marie Conrado)
Het officiële onderzoek, wat niet meer dan twee weken duurde en waarbij ruim honderd paleismedewerkers werden ondervraagd, concludeerde dat de kroonprins de enige dader was. Het hele voorval blijft echter zelfs jaren later, vragen oproepen.
De steun die er nog was voor de monarchie kalfde verder af en op 28 mei 2008 schoof het parlement de monarchie terzijde en was koning Gyanendra koning-af.
De vlag
Vlag van Nepal (1962-heden)
De vlag is een vreemde eend in de bijt vanwege zijn vorm. Het is de enige nationale vlag die niet rechthoekig is (of vierkant zoals die van Zwitserland en het Vaticaan). Het is in feite een samenvoeging (eind 19e eeuw) van twee driehoekige wimpels.In de bovenste driehoek is de maan afgebeeld, in de onderste de zon. Tot 1962 hadden maan en zon ingetekende gezichtjes.
De Nepalese vlag tot 1962 met ingetekende gezichtjes
De maan staat symbool voor de koninklijke familie, de zon voor de Rana-dynastie van de premiers. De vlag als geheel wordt ook symbolisch uitgelegd als de hoop dat Nepal net zo lang zal mogen bestaan als zon en maan. Het rood en blauw in de vlag zijn geliefde kleuren in Nepal (rood is de nationale kleur), maar hebben verder geen speciale betekenis. De vorm wordt verder in verband gebracht met de toppen van de Himalaya en ook met de twee belangrijkste godsdiensten: boeddhisme en hindoeïsme.
Sinds 2008 is Nepal een republiek. Het heeft niet geleid tot een nieuwe vlag.
Curiosa
De ongebruikelijke vorm van de Nepalese vlag leidt soms tot verrassingen! Toen de Indiase premier Narendra Modi bij een bezoek in 2018 aan Nepal de stad Janakpur bezocht, was er een podium opgesteld met de vlaggen van beide landen. Hoe het kwam is nooit helemaal opgehelderd, maar de Nepalese vlag had bij deze officiële gelegenheid een nog niet eerder waargenomen geometrische vorm aangenomen!
Het werd een plaatselijk schandaal en op de sociale media duikelden de reacties over elkaar heen.
Ook tijdens de Olympische Zomerspelen van 2016 in Rio de Janeiro, waren er op sommige locaties bijzondere versies van de Nepalese vlag te zien, waarbij de vlag op een wit veld veld werd afgebeeld in de standaard vlaggenmaat van 2:3. En dan krijg je dit:
Na Frans Guyana, de tweede vlag van vandaag, die van Guadeloupe, met dezelfde historische achtergrond
Een belangrijke feestdag in het Franse overzeese departement Guadeloupe in de Cariben, is de 27e mei: herdenking van de afschaffing van de slavernij in 1848. Het curieuze is dat de slavernij op het eiland twee keer is afgeschaft!
Guadeloupe werd door Frankrijk geannexeerd in 1635 om er tabaksplantages op te zetten. Het grootste deel van de inheemse bevolking werd tussen 1636 en 1639 door de Fransen over de kling gejaagd. In 1654 was 80% van de bevolking van Europese origine, waarvan tweederde contractarbeiders.
Guadeloupe op een eind 18e eeuwse kaart (publiek domein)
Dit getal zou in de tweede helft van de 17e eeuw drastisch veranderen met de ‘import’ van Afrikaanse slaven, nadat vanaf 1674 suikerrietplantages van start gingen. In 1671, drie jaar daarvóór dus, telde Guadeloupe 4.267 slaven, in 1700 waren dat er naar schatting 15.000.
In de chaos van de Franse Revolutie (1789-1799) schafte de gouverneur van Guadeloupe, Victor Hugues, de slavernij af. Onder Napoleon werd de slavernij echter opnieuw ingevoerd in 1802. Napoleon moest uiteindelijk het onderspit delven, maar de slavernij bleef. Het is mede aan de inspanningen van de Fransman Victor Schœlcher te danken dat er een draagvlak kwam voor afschaffing van de slavernij.
Politicus
Victor Schœlcher (1804-1893) (senat.fr)
Hoewel erfgenaam (en later eigenaar) van een grote porseleinfabriek, was Schœlcher vooral journalist. In 1834 richtte hij een vereniging op tot afschaffing van de slavernij en publiceerde om de haverklap artikelen over het onderwerp tussen 1833 en 1847. In plaats van slavernij moesten er grote centrale fabrieken op Guadeloupe (en de andere Franse kolonies in de Cariben) komen, met werknemers. Zijn werk werd zodanig politiek, dat hij uiteindelijk ook politicus werd: in 1848 werd hij staatssecretaris van de marine.
Onder zijn invloed (en na jarenlang lobbyen) nam de Franse regering in datzelfde jaar, op 27 april, de beslissing om de slavernij in de kolonies definitief af te schaffen. Het decreet werd door Schœlcher zelf geschreven. De implementatie was uiteindelijk één maand later, op 27 mei 1848. Om het tekort aan arbeidskrachten op te vullen werden er contractarbeiders uit India aangetrokken.
De feestdag wordt normaliter uitbundig en uitgebreid gevierd op het eiland.
De vlag
Vlag van Guadeloupe
Voor alle duidelijkheid: Guadeloupe is een overzees departement van Frankrijk, en daarmee onderdeel van het land zelf. De officiële vlag is dan ook die van Frankrijk (en de plaatselijke munt is de euro).
De Franse vlag, de tricolore
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het eiland geen eigen vlag ontworpen heeft gekregen! Sterker nog: het heeft er twee, nee zelfs drie! (Of vier?)
Ontwerp 1 en 2 zijn aan elkaar gelijk, de ene is echter zwart en de andere rood. Aan de mast van Vlagblog hangt de zwarte versie. De bovenkant van de vlag toont een donkerblauwe horizontale balk, die 1/3 van de vlag inneemt. Op de balk staan drie gele fleur-de-lys (Franse lelie), vanwege de band met Frankrijk. De rest van het veld is zwart (op variant 2 is dat helderrood). Vrijwel over het gehele zwarte (dan wel rode) veld is een suikerrietstengel in groen afgebeeld. Daaroverheen is een gele zon geplaatst, met 30 uitstekende zonnestralen.
De vlag is een samenkomst van twee (of eigenlijk drie) wapens. Het wapen van de grootste stad van Guadeloupe, Point-à-Pitre, is gelijk aan de vlag, maar dan wel aan de rode versie (de hoofdstad Basse-Terre heeft hetzelfde wapen, maar dan zonder het suikerriet). De kleur zwart komt van het wapen van Guadeloupe als eiland: identiek aan dat van Point-à-Pitre, maar in het zwart dus (en de zon heeft slechts 16 stralen).
Vlaggen 3 en 4
Nog meer vlaggen? Jawel, er bestaat ook een logo-vlag voor de regio Guadeloupe (het hoofdeiland plus drie kleine eilandjes). Het is een witte vlag, met daarop een gestileerde zon en een vogel, geplaatst over een vierkant in blauw en groen. Eronder de tekst Région Guadeloupe in kapitalen en daaronder een gele streep. Wellicht een klein terzijde: je kunt vexillologen (vlaggenkenners/specialisten) geen grotere gruwel aandoen dan een logo-vlag! Ze worden algemeen tot de lelijkste vlaggen ter wereld gerekend!
Vlag 4 tot slot: dit betreft een vlagontwerp, cq voorstel, door de afscheidingsbeweging van Guadeloupe, de UPLG (l’Union Populaire pour la Libération de la Guadeloupe). Dit ontwerp is vrijwel gelijk aan de vlag van Suriname. De groene balken zijn wat smaller, de rode balk breder en de gele ster is naar de mastzijde opgeschoven.
Vandaag twee vlaggen. En niet toevalligerwijs met dezelfde historische achtergrond: de afschaffing van de slavernij. Vanmorgen Frans Guyana, vanmiddag Guadeloupe.
Het gebied, wat nu Frans Guyana is, werd al duizenden jaren lang bewoond door indianen. De Fransen arriveerden in 1604 en een aantal jaren later, in 1637, werd Cayenne gesticht, nu de hoofdstad. Het gebied wisselde in de 17e eeuw een paar keer tussen de Franse en Nederlandse kolonisators.
Hoewel het gebied o.a. ook gebruikt werd als strafkolonie, kwam het tot een echte economische bloei dankzij de plantages, die werden bewerkt door slaven. Het is mede aan de inspanningen van de Fransman Victor Schœlcher te danken dat er een draagvlak kwam voor afschaffing van de slavernij.
De drie Guyana’s op een kaart uit 1920: Brits Guyana, Suriname en Frans Guyana (Bibliographicsches Institut, Leipzig / publiek domein)
Politicus
Hoewel erfgenaam (en later eigenaar) van een grote porseleinfabriek, was Schœlcher vooral journalist. In 1834 richtte hij een vereniging op tot afschaffing van de slavernij en publiceerde om de haverklap artikelen over het onderwerp tussen 1833 en 1847. In plaats van slavernij moesten er grote centrale fabrieken in de Franse kolonies in de Cariben komen, met werknemers. Zijn werk werd zodanig politiek, dat hij uiteindelijk ook politicus werd: in 1848 werd hij staatssecretaris van de marine.
Onder zijn invloed (en na jarenlang lobbyen) nam de Franse regering in datzelfde jaar, op 27 april, de beslissing om de slavernij in de kolonies definitief af te schaffen. Het decreet werd door Schœlcher zelf geschreven. De implementatie was uiteindelijk één maand later, op 27 mei 1848.
De officiële vlag van Frans Guyana is de Franse tricolore, aangezien het een Frans overzees departement betreft. Het is zelfs de grootste EU-landmassa buiten Europa.
De Franse vlag, de tricolore
De vlag die echter in eerste instantie onofficieel geadopteerd werd als de landsvlag is die van de Union des Travailleurs Guyanais (de Guyanese Arbeiders Vakbond). De vlag stamt uit 1967.
Logo en vlag van de Union des Travailleurs Guyanais
De vlag wordt diagonaal in tweeën gedeeld van de top van de mastzijde naar de onderkant van de vluchtzijde. Links geel, rechts groen, in het midden over de scheiding van de twee kleuren heen een rode ster met vijf punten.
Op 29 januari 2010 werd deze vlag aangenomen door de Algemene Raad van Frans Guyana, maar mag bij officiële gelegenheden alleen worden gehesen met de vlaggen van Frankrijk en die van de EU. De kleuren hebben inmiddels ook een symbolische waarde gekregen: het groen staat voor de bossen van het land, het geel voor de vele delfstoffen, waaronder goud en de rode ster staat voor de socialistische oriëntatie van het departement.
Tot 1815 was het huidige Guyana in Nederlandse handen en bestond het uit vier koloniën: Pomeroon, Essequebo, Demerara en Berbice. De Nederlandse koloniën in Zuid-Amerika, werden tijdens het napoleontische bewind (1795-1813) in Nederland, door het Verenigd Koninkrijk bestuurd. In het Verdrag van Londen uit 1814 werden de westelijke gebieden definitief overgedragen aan het Verenigd Koninkrijk. Overigens waren de onderhandelingen toen nog niet afgerond. De overname werd tijdens het Congres van Wenen (1814-1815) bekrachtigd en werd op 20 november 1815 officieel, met de Corantijn als nieuwe grensrivier met Suriname, dat een Nederlandse kolonie bleef.
Daarnaast is er ook nog de Franse kolonie Frans Guyana (tegenwoordig een Frans overzees departement), waardoor er dus drie Guyana’s op een rij zijn (Suriname werd ook vaak aangeduid als Nederlands Guyana).
Guyana, officieel de Coöperatieve Republiek Guyana, had bij de laatste schatting van 2024 een bevolking van 817.607 inwoners. Gezien het relatief lage bevolkingscijfer, mag het dan ook geen verbazing wekken dat zo’n 80% van het land nog is bedekt met bossen en oerwoud.
De Kaieteurwatervallen in Guyana, een van de krachtigste ter wereld (fotograaf onbekend)
Het land heeft dan ook een van de hoogste biodiversiteitniveaus ter wereld. Het is de thuisbasis van meer dan 225 soorten zoogdieren, 900 soorten vogels, 880 soorten reptielen en meer dan 6.500 verschillende soorten planten. Onder deze categorieën dieren zijn de bekendste de arapaima (de grootste zoetwatervis ter wereld), de reuzenmiereneter, de reuzenotter, ’s werelds grootste en zeldzaamste rivierotter en de oranje rotshaan.
De vlag van Guyana is in 1962 ontworpen door Whitney Smith, een Amerikaanse vexilloloog (vlaggendeskundige), hij zou in 1981 ook de vlag van Bonaire ontwerpen. De vlag werd gekozen als beste na een internationale competitie. De verwachting was dat Guyana dat jaar onafhankelijk zou worden, maar dat ging uiteindelijk niet door en hoewel her en der op internet te vinden is dat de vlag in 1966 werd ingevoerd, klop dat niet helemaal.
Kleurenbeeld uit een Britse Pathéfilm, geschoten n.a.v. het bezoek van Prins Philip in 1962 aan het Zuid-Amerikaanse continent dat jaar, de toen nog gloednieuwe vlag wappert hier boven het Guyaanse parlement (screenshot)
De vlag werd vanaf 1962 al gevoerd, maar wel na enige wijzigingen in het ontwerp. Overigens is het niet ondenkbaar dat in de jaren 1962-1966 zowel de nieuwe als de koloniale vlag nog gebruikt werden.
Whitney Smith (1940-2016), ontwerper van de vlaggen van Guyana en Bonaire (publiek domein)
Als we dat oorspronkelijke ontwerp eens nader bekijken, dan zien we dat er bij het invoeren in 1962 (en dus niet bij de onafhankelijkheid als land binnen het Britse Gemenebest in 1966) wat aan geknutseld is!
Het oorspronkelijke ontwerp van Whitney Smith uit 1962
Het originele ontwerp bestond uit een groene driehoek aan de mastzijde, die over een gele driehoek is gelegd, waarvan de punt halverwege de vluchtzijde eindigt, waardoor er twee driehoeken overblijven, in de kleur rood.
Allereerst zijn de kleuren geel en rood omgewisseld. Maar de opvallendste verschillen, doorgevoerd door het English College of Arms, zijn de belijningen van de rode en de gele driehoeken: respectievelijk zwart en wit. Dat juist dit heraldische genootschap met deze aanpassing kwam, is merkwaardig. Binnen de heraldiek worden de kleuren wit (zilver) en geel (goud) “metaal” genoemd . Volgens heraldische regels is het niet correct om metaal naast metaal te plaatsen, maar dat is wel wat het genootschap deed: heraldisch clasht de witte (zilveren) belijning met de gele (gouden) driehoek.
Hoe het ook zij: het is die gewijzigde versie die in 1962 al in gebruik was, maar uiteindelijk op 26 mei 1966 als nationale vlag officieel werd ingevoerd en die ook bij de overgang naar republiek op 23 februari 1970 ongewijzigd bleef. Het land bleef wel lid van het Britse Gemenebest.
Een zee van vlaggen in 1966 in hoofdstad Georgetown (screenshot)
De vlag staat ook wel bekend als Golden Arrowhead (Gouden speerpunt). Symbolisch hebben de kleuren de volgende betekenis: groen (landbouw en bossen), wit (rivieren en water), goud (hoop op een gouden toekomst en rijkdom aan mineralen), zwart (doorzettingsvermogen) en rood (ijver, daadkracht en de bereidheid tot opoffering voor de natie).
Voorgaande vlaggen
De Golden Arrowhead verving een vlag die tussen 1875 in gebruik was en vier versies kende, maar die alleen in details verschilden. Die vier zien we hieronder:
De vlaggen behoren tot de grote familie van Britse blue ensigns, die het Verenigd Koninkrijk doorgaans gebruikt(e) voor zijn overzeese gebiedsdelen. Zoals te doen gebruikelijk, zien we de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton. Ze tonen allemaal in een zogenaamde badge op de vlucht, het unieke symbool voor het desbetreffende gebied.
De eerste badge van Guyana, in gebruik tussen 1875 en 1906
Bij Guyana was dat een stuurboord-boegaanzicht van een vierkant getuigde driemaster op volle zee. Wat hier typisch Guyaans aan is, is onduidelijk, los van het feit dat om Brits Guyana vanuit het Verenigd Koninkrijk te bereiken men een schip nodig had, maar dat gold voor alle Britse overzeese gebiedsdelen!
De koloniale vlaggen van Guyana, links: 1875-1906 en rechts: 1906-1919
In de eerste versie van deze vlag (1875) is er nog geen sprake van een Britse red ensign (de Britse handelsvlag ter zee), wapperend van de achtersteven, zoals dat wel het geval is bij de drie latere versies. Wat die drie latere versies óók hebben en de eerdere versie niet, is het motto van de kolonie: Damus petimusque vicissum (Wij geven en vragen in ruil).
De koloniale vlaggen van Guyana, links: 1919-1955 en rechts: 1955-1962/1966
De versies van 1906 en 1919 hebben dit motto op een vergulde kousenband. De 1906-versie heeft de ovalen afbeelding in de cirkelvormige badge, wat visueel niet ideaal is. Dat is waarschijnlijk de reden dat vanaf 1919 dezelfde ovalen afbeelding zelf als badge gaat dienen en de cirkel verdwijnt. In 1955 komt de laatste versie van deze vlag in gebruik: de cirkelvormige badge komt terug, de kousenband is verdwenen, de afbeelding van het schip is op nu op een schild afgebeeld en het motto staat nu op een sierlijke banderol onder dit schild.
Luilekkerland van presidentiële vlaggen
Waar presidentiële vlaggen doorgaans bij het ambt horen en niet bij de persoon van de president, is het beslist opmerkelijk dat Guyana een kleurrijke uitzondering vormt. Sinds 1970 heeft bijna iedere president van Guyana (tot nu toe tien in totaal) zijn of haar persoonlijke standaard gevoerd. De enige uitzondering is Sam Hinds, die kortstondig als interim-president inviel, toen Cheddi B. Jagan in maart 1997 onverwacht overleed, zijn weduwe Janet Jagan zou hem later dat jaar opvolgen. Hieronder de parade van de presidentiële vlaggen:
Presidentiële standaard vanArthur Chung (1970-1980)Presidentiële standaard van Forbes Burnham (1980-1985)Presidentiële standaard van Hugh Desmond Hoyte(1985-1992)Presidentiële standaard van Cheddi B. Jagan (1992-1997)Presidentiële standaard van Janet Jagan (1997-1999), echtgenote van de voorgaande presidentPresidentiële standaard van Bharrat Jagdeo (1999-2011), een oude bekende: de nationale vlag, maar nu voorzien van gouden franjePresidentiële standaard van Donald Ramotar (2011-2015)Presidentiële standaard van David A. Granger (2015-2020)Presidentiële standaard van Mohamed Irfaan Ali(2020-heden)
Georgië werd door het Russische Keizerrijk aan het begin van de 19e eeuw geannexeerd. Na de chaotisch verlopen Russische Revolutie van 1917, zag Georgië zijn kans schoon zich los te weken van Rusland, in eerste instantie als één van de drie landen (de andere waren Armenië en Azerbeidjan) in de Transkaukasische Federatieve Republiek, die echter na een maand al uiteenviel.
Georgië verklaarde zich op 26 mei 1918 onafhankelijk onder de naam Democratische Republiek Georgië, waarna de andere twee landen Georgië’s voorbeeld volgden en zich ook onafhankelijk verklaarden.
Duitse kaart van het onafhankelijke Georgië uit 1918 (publiek domein)
Het mocht slechts drie jaar duren: in februari/maart 1921 waren de Russen onder leiding van Jozef Stalin terug, ze vielen Georgië binnen en annexeerden het opnieuw in 1922. Door tegenstanders van het communisme werd de 26e mei nog steeds gevierd, zij het clandestien.
Kaart uit 1940 van Georgië als sovjetstaat (publiek domein)
Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie nam Georgië op 9 april 1991 de Wet op Herstel van Onafhankelijkheid aan. De 9e april staat sinds die tijd bekend als Dag van de Nationale Eenheid en de 26e mei is teruggekeerd als Onafhankelijkheidsdag.
Affiche voor Onafhankelijkheidsdag (publiek domein)
De feestdag wordt doorgaans gevierd met militaire parades, vuurwerk, concerten, markten, picknicks en politieke redevoeringen
De vlag bestaat uit een wit veld met een rood Sint-Joriskruis. In elk van de vier rechthoekige vlakken staat een rood kruis patté (een heraldisch kruis met armen die steeds breder worden).
Hoewel bronnen over de exacte geschiedenis schaars en niet altijd betrouwbaar zijn, wordt aangenomen dat de vlag in eerste instantie zónder de vier kruizen patté voorkwam. In dat geval was de vlag gelijk aan die van Engeland. Het Sint-Joriskruis vindt zijn oorsprong in de tijd van de Kruistochten en het kruis als symbool van Jeruzalem. De later toegevoegde kruizen patté verwijzen ook naar het Jeruzalem-kruis, maar lijken daar iets meer op qua vorm.
Georgië heeft in zijn complete geschiedenis zo’n 13 verschillende vlaggen gehad, maar het zou wat te ver voeren dat hier allemaal uit de doeken te doen. Maar zelfs de recente geschiedenis van het land levert de nodige variatie!
In zijn tijd als sovjet-republiek (1921-1990) had het land maar liefst vier verschillende vlaggen, waarbij de laatste, tussen 1951 en 1990 een variatie was van de nationale vlag van de Sovjet-Unie (net zoals alle andere deelrepublieken allemaal hun eigen variant hadden).
Georgië’s vlag als sovjet-republiek
Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie werd Georgië opnieuw een onafhankelijk land in 1990. Onder leiding van president Shevardnadze werd de vlag van vóór de communistische tijd weer ingevoerd. Deze vlag van de Democratische Republiek Georgië werd toen overigens maar kort gebruikt: van 1918 tot 1921.
Vlag van Georgië (1918-1921 / 1990-2004)
Een 2.0 voor de vlag van 1918 dus, maar ook die zou het niet lang uithouden. Na de herwonnen onafhankelijkheid was het in Georgië jarenlang onrustig vanwege afscheidingsproblemen van deelgebieden en politieke conflicten tussen verschillende partijen. Door de oppositiepartij Verenigde Nationale Beweging werd in manifestaties een vlag gebruikt die nóg verder teruggreep in de Georgische geschiedenis: de vlag van het Koninkrijk Georgië, in gebruik tussen 1008 en 1490.
Links: Edoeard Sjevarnadze (1928-2014) in 1997 (publiek domein) / Rechts Micheil Saakasjvili (1967) in 2008 (publiek domein)
Uiteindelijk werd deze vlag zo populair dat de Georgische orthodoxe kerk de herinvoering ervan steunde. In 1999 keurde het parlement de wijziging van de nationale vlag goed, maar president Sjevardnadze wees het wijzigingsvoorstel af. Het land bleef onrustig en dit leidde uiteindelijk tot een ‘fluwelen’ revolutie in 2003 (de zogenaamde Rozenrevolutie), waarbij Sjevardnadze het veld ruimde en de leider van de oppositie, Micheil Saakasjvili, president werd. Opnieuw kwam het vlagvoorstel in het parlement aan de orde en op 14 januari 2004 werd -opnieuw- groen licht gegeven. Op 25 januari daaropvolgend zette president Saakasjvili zijn handtekening onder de wet. Sindsdien heeft Georgië een nieuwe (maar eigenlijk oude) vlag.
De presidentiële vlag van Georgië is zeer recent: ze stamt uit 2020, de symbolen zijn echter al eeuwenoud. De vlag is vierkant met een brede rode rand, een dun gouden kader en daarbinnen aan iedere zijde elf zogenaamde ‘wolventanden’ in rood, die naar binnen wijzen. Het binnenveld is wit met daaroverheen het ‘kleine’ wapen van Georgië, dat uit 2004 stamt. Het toont Georgië’s beschermheilige, Sint Joris, gezeten op zijn paard, die de draak verslaat. De figuren zijn in zilver op een rood veld. De halo rond het hoofd van Sint Joris is in goud uitgevoerd. De huidige, niet door iedereen in Georgië erkende president, is Micheil Kavelasjvili, die aantrad op 29 december 2024.
Zowel de marine, landmacht, luchtmacht en Nationale Garde voeren eigen vlaggen en die zien we hieronder.
Links: Marine- en kustwachtvlag van Georgië / Rechts: Landmachtvlag van Georgië– Deze vlag lijkt op het eerste gezicht erg op die van Denemarken, maar de Scandinavische landen hebben hun (Scandinavische) kruizen wat meer naar de mastzijde gecentreerd, wel is de vlag exact hetzelfde als die van de Franse regio SavoieLinks: Luchtmachtvlag van Georgië / Rechts: Vlag van de Nationale Garde van Georgiê– Deze vlag lijkt op die van de Dominicaanse Republiek, maar dan met omgekeerde kleuren (en minus het staatswapen)
De nationale feestdag van Argentinië herinnert aan de gebeurtenissen van mei 1810 die nu bekend staan als de Meirevolutie (Revolución de mayo).
In 1810 was het gebied wat nu bekend staat als Argentinië, onderdeel van een groter gebied onder de naam Virreinato del Río de la Plata (Onderkoninkrijk van de Río de la Plata) en daarmee deel van het Spaanse koloniale rijk. Het gebied omvatte de tegenwoordige landen Argentinië, Uruguay, Paraguay, Bolivia en delen van Chili en Brazilië. De Argentijnse hoofdstad Buenos Aires was de hoofdstad van het gebied.
Vlag van het onderkoninkrijk van de Río de la Plata / Het gebied van het onderkoninkrijk op de kaart
Junta
Aanleiding voor de ‘revolutie’ van 1810 waren gebeurtenissen in Europa. In 1808 abdiceerde de Spaanse koning Ferdinand VII ten gunste van Napoleon, die vervolgens zijn broer Joseph Bonaparte op de Spaanse troon zette. Verzet tegen de Franse bezetting leidde tot het vormen van de zogenaamde Junta Suprema Nacional, een revolutionaire regering, die de strijd aanging met de Franse bezetter.
De strijd verliep in eerste instantie ongunstig: de hele noordelijke helft van Spanje werd door Napoleon’s troepen bezet. Op 1 februari 1810 werd Sevilla ingenomen en daarmee een groot deel van Andalusië. De junta trok zich terug in het uiterste zuiden, in Cádiz en hief zichzelf op, om opgevolgd te worden door de Cosejo de Regencia de España e Indias (Raad van Regentschap van Spanje en Indië).
Onrust
Het nieuws van deze gebeurtenissen bereikte Buenos Aires op 18 mei via zojuist aangekomen Britse schepen. De verhalen uit het moederland waren verontrustend, maar de Spaanse onderkoning van de Zuid-Amerikaanse kolonie, Baltasar Hidalgo de Cisneros, probeerde de status quo te handhaven.
Baltasar Hidalgo de Cisneros (1756-1829)
Echter, een groep van de lokale Argentijnse bovenlaag, waaronder advocaten en militairen, weigerden het nieuwe regime van de junta als wettig te erkennen. Aangezien Cisneros was aangesteld door een niet meer bestaande Spaanse macht, hielden zij het onderkoninkrijk voor beëindigd. Het gezelschap stelde een eigen junta in, die in plaats van de onderkoning zou regeren. Om echter continuïteit te waarborgen, werd besloten ex-onderkoning Cisneros als president van de junta aan te stellen. Dit veroorzaakte echter alleen maar onrust in het land, waardoor Cisneros op 25 mei 1810 gedwongen werd tot aftreden, en dit keer definitief. (En daarmee hebben we de datum van deze feestdag te pakken).
Oorlog
De nieuw gevormde regering, de Primera Junta, bestond echter alleen uit vertegenwoordigers uit Buenos Aires. Daarop werd besloten ook delegaties uit te nodigen uit andere grote steden uit het Onderkoninkrijk van de Río de la Plata.
De Primera Junta, met in het midden president Cornelio Saavedra, leden van het comité Manuel Alberti, Miguel de Azcuénaga, Manuel Belgrano, Juan José Castelli, Domingo Matheu en Juan Larrea, plus de secretarissen Mariano Moreno en Juan José Paso (publiek domein)
Omdat er binnenin het koloniale rijk heel verschillend over werd gedacht, waren sommigen het eens met de nieuw uitgezette koers vanuit Buenos Aires, maar anderen absoluut niet. Dit leidde als snel tot de Argentijnse Onafhankelijkheidsoorlog (1810-1818) en uiteindelijk tot meerdere onafhankelijkheidsoorlogen van andere landen tot aan 1833 toe. Maar dat voert in dit bestek te ver. Na de val van Napoleon keerde ex-koning Ferdinand VII terug op de troon voor een tweede termijn (1813-1833).
De vlag
Vlag van Argentinië (1810/1816-heden)
De Argentijnse vlag is een horizontale driekleur in hemelsblauw, wit en hemelsblauw. Middenin de witte baan is de zogenaamde sol de mayo afgebeeld, een zon met een gezichtje in geel (of goud), omringd door 32 stralen, eindigend in punten.
Het zal niet verbazen dat de oorsprong van de vlag terug te voeren is op de gebeurtenissen voortvloeiend uit 1810. Op 25 mei dat jaar, na het aftreden van Cisneros (zie hierboven), werden op het marktplein in Buenos Aires blauw-witte kokardes uitgedeeld. Op deze bewuste middag was het in eerste instantie bewolkt, toen het echter plotseling opklaarde en de zon tevoorschijn kwam, werd dat als symbolisch gezien. Vanaf die tijd geldt de sol de mayo (meizon) als het nationale symbool van Argentinië.
Affiche voor de feestdag (publiek domein)
In de daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd voerde de succesvolle Argentijnse generaal Manuel Belgrano zijn troepen aan met vlaggen in blauw-wit-blauw, die teruggrepen op de gebeurtenissen van 25 mei 1810.
Manuel Belgrano (1770-1820) door een onbekende artiest (publiek domein)
In eerste instantie was het dus een oorlogsvlag. Op 25 juli 1816 werd door het toenmalige collectief van volksvertegenwoordigers, het Congres van Tucumán, de vlag uitgeroepen tot nationale vlag. Op 25 februari 1818 wordt dit nog eens bevestigd door het congres (inmiddels gevestigd in Buenos Aires). Tevens wordt op die dag de sol de mayo toegevoegd.
In de 19e eeuw was de kleur blauw overigens in het algemeen donkerder. Pas vanaf 1861 is het uitsluitend hemelsblauw.
Donkerblauwe versie van de Argentijnse vlag
De kleuren van de vlag worden tegenwoordig ook symbolisch uitgelegd: het blauw voor zowel de hemel als de oceaan en het wit voor de besneeuwde toppen van het Andes-gebergte.
Tot slot: de Argentijnse vlag heeft direct invloed gehad op vlagontwerpen van andere Midden- en Zuid-Amerikaanse staten. De van 1823 tot 1838 bestaande staat Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) gebruikte een vlag die in wezen een kopie was van die van Argentinië, zij het met zijn eigen staatswapen. Toen deze staat uiteenviel in 1838 in de huidige nog bestaande landen Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua en Costa Rica, namen alle vijf landen de blauwe strepen (in verschillende tinten) mee naar hun eigen vlaggen, alleen Costa Rica voegde een rode streep toe. Verder is ook de vlag van Uruguay op die van Argentinië gebaseerd, niet alleen het blauw-wit, maar ook de sol de mayo. Ook de vlag van Paraguay zou afgeleid kunnen zijn van de Argentijnse vlag, maar waarschijnlijker zijn de theorieën dat de Franse tricolore de inspiratiebron was, en wellicht zelfs de Nederlandse vlag.
De vlaggen van Nicaragua, Costa Rica, Uruguay en ParaguayDe vlaggen van Guatemala, Honduras en El Salvador
24 mei is Bermuda Day, een officiële feestdag op het eiland Bermuda. De datum is die van de verjaardag van Koningin Victoria.
Koningin Victoria (1819-1901) in 1887 gefotografeerd door Alexander Bassano (publiek domein)
Tijdens haar regeerperiode stond de dag op Bermuda bekend als Empire Day. Na haar dood in 1901 hield de bevolking van het eiland vast aan de 24e mei en kreeg het de nieuwe naam Bermuda Day.
Bermuda op een ansichtkaart
De datum markeert tegenwoordig het begin van het zomerseizoen op Bermuda en traditioneel is het de eerste dag in het jaar waarop de Bermudanen zich weer op het water wagen. En hoewel ze tegenwoordig ook het hele jaar door worden gedragen, is het vanouds ook de eerste dag waarop de befaamde Bermuda shorts worden gedragen (op het eiland vaak officieel tenue).
De vlag van Bermuda is een ongebruikelijke red ensign. Gebruikelijk bij Britse kroonkolonies (of voormalige kroonkolonies) is om een blue ensign te voeren, een blauwe vlag met de Britse Unievlag in het kanton en het eigen wapen in de vlucht.
Blue en red ensign
Hoe dit zo gekomen is, is niet exact bekend, maar waarschijnlijk historisch gegroeid, doordat de eerste immigranten op Bermuda via koopvaardijschepen arriveerden. Deze schepen voerden de Britse red ensign, de koopvaardijvlag. Net als de blue ensign is de Britse Unievlag (Union Flag of Union Jack) te zien in het kanton. De vlucht vertoont het wapen van Bermuda. Dit wapen, verleend in 1910, bestaat uit een wapenschild, vastgehouden (opnieuw heel ongebruikelijk) door één enkele schildhouder, een rode Britse leeuw. Normaal is een duo van schildhouders, terzijde van het schild. Deze eenzame schildhouder doet het in z’n eentje en staat dan ook achter het schild (en kijkt extra streng de wereld in).
Het wapen van Bermuda
Het schildwapen zelf vertoont een schipbreuk. Het is de Sea Venture, het vlaggenschip van de Virginia Company, een Brits territorium aan de kust van Virginia. Op 25 juli 1609 liet admiraal Sir George Somers het schip bewust op een Bermudaans rif lopen, omdat het het schip vanwege een grote lekkage niet meer te redden was. De bemanning van 150 man (en één hond) kon veilig aan land komen. Het is het begin van de Britse aanwezigheid op het eiland.
Sir George Somers (1554-1610) en de Sea Venture (en koningin Elizabeth) op een Bermudaanse postzegel uit 1953
Waarom de ontwerper van het wapen het schip heeft afgebeeld terwijl het te pletter slaat tegen een hoog klif is een raadsel, het ging namelijk om een rif wat nauwelijks boven de oceaan uisteekt. De wapenspreuk “Quo fata ferunt” (niet op de vlag) betekent “Waar het lot ons zal brengen”.
Het vergaan van de Sea Venture, een werk van de Bermudaanse maritieme schilder Christopher Grimes (1948)