Op 30 december 1940 werd de vlag van San Francisco officieel vastgesteld en ingevoerd, maar strikt genomen bestond hij al sinds 14 april 1900. Op deze dag werd een vlag gepresenteerd, bedoeld om door de politie in optochten mee te dragen. Ook voor andere officiële ceremonies werd de vlag, waarvan maar één exemplaar bestond, gebruikt.
Links: Het winnende ontwerp uit 1900 van John Marshall Gamble (1863-1957) in The Chronicle van 15 april 1900 (publiek domein) / Rechts: Robert Ingersoll Aitken (1878-1949), die het winnende ontwerp uitwerkte, foto uit circa 1920 (publiek domein, fotograaf onbekend)
Eerste vlag
Deze eerste vlag zag er grotendeels uit als de huidige vlag, echter zonder de naam van de stad erop. Het was een ontwerp van politieman John Marshall Gamble. In een ontwerpwedstrijd, uitgeschreven door burgemeester James D. Phelan, was hij de uiteindelijke winnaar van de ruim 100 inzenders. Hij won er $ 50 mee. De afgebeelde feniks, die uit zijn as herrijst, was al als symbool gebruikt op een stadszegel in 1852, na een grote brand. Het ontwerp van Gamble werd uiteindelijk getekend door Robert Ingersoll Aitken, die eigenlijk beeldhouwer was.
Links: De vlag uit 1900 / Rechts: De vlag uit 1929
Dat de symbolische vogel nu ook op een vlag gebruikt werd, leek bijna profetisch, zes jaar voor de grote aardbeving en de daardoor ontstane brand (18 april 1906). Het enige exemplaar van de vlag werd toen uit het brandende stadhuis gered. In 1926 werd vastgesteld dat de vlag er na al die jaren niet meer representatief uitzag en dat hij vervangen diende te worden, wat in 1929 uiteindelijk gebeurde, mét gouden franje aan de randen (zie verderop).
Vanaf 1940, in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, ontstond vanwege het sterke patriottische gevoel, vraag naar de stadsvlag. Het ‘vermenigvuldigen’ werd officieel goedgekeurd op 30 december, waarbij de vlag tevens voor het eerst exact beschreven werd: ‘Een feniks oprijzend uit de vlammen, waaronder het devies Oro en Paz-Fierro en Guerra in goudgeel op een wit veld, de vlag zelf omkranst met goud. De woorden San Francisco worden horizontaal afgebeeld langs de onderzijde van de vlag, onder de feniks en het devies, in letters van aanzienlijke grootte en blauw van kleur.’
Opening van de Golden Gate Bridge op 27 mei 1937 (publiek domein)
Dat de naam San Francisco plotseling opdook op de vlag, was te danken aan een resolutie, aangenomen op 29 augustus 1938. Het was de stadsbestuurders opgevallen dat velen die ten stadhuize de vlag aanschouwden ‘zich verwonderden over de schoonheid van de vlag, maar zich tevens afvroegen: welke vlag is dit?’ Dit verklaart de naam van de stad op de vlag, iets waar vexillologen (vlagdeskundigen) van gruwen.
De nieuwe vlag werd gemaakt naar een afbeelding van de oude vlag en naar de de beschrijving van eerder dat jaar, wat resulteerde in een nieuwe uitvoering met goudgele rand rondom. Deze nieuw toegevoegde rand was uiteraard te danken aan de officiële omschrijving (‘de vlag (…) omkranst met goud’). Wat in de beschrijving waarschijnlijk bedoeld werd met die omkransing van goud, was het in de Verenigde Staten veelvoorkomende verschijnsel van gouden franje aan de randen van de vlag. Veel vlaggen die in gebouwen staan opgesteld hebben zo’n extra ‘verfraaiing’. De oorspronkelijke vlag uit 1900 had dit echter niet (maar die van 1929 wél), waardoor de gele ‘omlijsting’ dus eigenlijk per abuis óp de vlag is terechtgekomen.
Politiechef Michael Gaffney (rechts) draagt de vlag van 1929 over aan Edward Kell van de Society of California Pioneers, 11 juni 1952 (foto: San Francisco Ephemera Collection of the San Francisco Public Library)
De oude vlag van 1929 bestaat overigens nog steeds. Ze werd op 11 juni 1952 door de gemeente overgedragen aan de Society of California Pioneers, een historisch centrum dat al sinds 1850 bestaat en ook een museum beheert. Uit navraag bij het museum blijkt dat de vlag daar nog steeds in de collectie is, maar vanwege de kwetsbaarheid momenteel niet te zien is. Op zich is de vlag nog in een goede conditie op wat vlekjes en kleine beschadigingen na, waar ter zijner tijd een stoffenrestaurateur zich over zal moeten buigen (zie foto).
De vlag van 1929 (Collectie Society of California Pioneers)
Toch lijkt het erop dat dit niet het enige exemplaar van de vlag was. Op de website van WorthPoint, waar antiek, historische voorwerpen en/of verzamelobjecten worden gekocht en verkocht, dook een oude stadsvlag van San Francisco op, die volgens de site zou dateren uit de jaren 1925-1935 en in bezit zou zijn geweest van een vlaggenverzamelaar. De vlag lijkt vrijwel vierkant te zijn, mist opvallend genoeg de gele rand en heeft SAN FRANCISCO in de verkeerde kleur.
De vlag is wit, goudgeel omkaderd, met iets boven het midden een uit een kroon van rode vlammen uitrijzende bruine feniks met gespreide vleugels. Onder deze afbeelding een in drie delen gekrulde banderol, waarop de tekst Oro en paz-Fierro en Guerra (Goud in vredestijd, ijzer in oorlogstijd). Onder de banderol, net boven de goudgele rand in grote blauwe kapitalen: SAN FRANCISCO.
Burgemeester James Duval Phelan (1861-1930), burgemeester van San Francisco tussen 1897 en 1902, foto van een glasnegatief van de firma Harris & Ewing(publiek domein)
Volgens de eerder genoemde burgemeester Phelan refereert het goud in het devies aan het in Californië gewonnen goud en het ijzer aan het benodigde ijzer in oorlogstijd. Bij gebruik van de vlag binnen, zoals in het stadhuis, heeft de vlag in plaats van de goudgele rand inderdaad de goudgele franje rondom.
Ongevraagde nieuwe ontwerpen
De vlag, die dus eerder kennelijk zo’n bewondering oogstte, wordt nu door vlagdeskundigen met andere ogen bezien. Door velen wordt hij als niet meer van deze tijd beschouwd en de naam van de stad op de vlag is hen een gruwel. Hoewel er al veel -ongevraagde- nieuwe ontwerpen voor een stadsvlag zijn gemaakt, zijn er tot nu toe geen officiële plannen om de vlag te moderniseren, toch zijn er al heel wat mensen die hun fantasie de vrij loop lieten (zie hieronder een paar voorbeelden).
Twee ontwerpen voor een nieuwe stadsvlag, links: ontwerp van Shorty Fatz (Samuel Rodriguez), rechts: ontwerp van Rua LupaEn nog twee ontwerpen voor een nieuwe stadsvlag (ontwerpers onbekend)
Deze dag herinnert aan 29 december 1911, toen Mongolië zichzelf onafhankelijk verklaarde na de ondergang van de Chinese keizerlijke Qing-dynastie. Mongolië vormde toen samen met de Chinese provincie Binnen-Mongolië een nieuw keizerrijk o.l.v. Ngawang Losang Chökyi Nyima Tenzin Wongchuk, die onder de titel Bogd Khan regeerde.
Acht jaar later al kwam hier een einde aan toen de Volksrepubliek China in 1919 Mongolië binnenviel en bezette. Het Russische Rode Leger maakte in 1921 een einde aan deze bezetting, waarna in 1924 de Volksrepubliek Mongolië wordt opgericht.
Parade op onafhankelijkheidsdag (fotograaf onbekend)
De onafhankelijkheidsdag is pas een officiële feestdag sinds 2011, dus 100 jaar later. De naam Onafhankelijkheidsdag wordt ook wel gebruikt voor de 25e november, hoewel die dag officieel Dag van de Grondwet heet.
De vlag
Vlag van Mongolië (1992-heden)
De Mongoolse vlag is een verticale driekleur van gelijke banen in rood, blauw, rood. Op de rode baan aan de broekings- of mastzijde bevindt zich het Soyombo-symbool. De vlag werd aangenomen naar aanleiding van de nieuwe grondwet, maar op één detail na, is hij gelijk aan de vlag van de Volksrepubliek Mongolië, die van 1945 tot 1992 bestond. Dat ene detail betreft een communistische gele ster, boven het Soyombo-symbool.
Vlag van de Volksrepubliek Mongolië (1945-1992)
De rode kleur werd tot 1992 uitgelegd als kleur van de revolutie, nu als symbool voor voorspoed en liefde. Het blauw stond -en staat- voor de eeuwig blauwe hemel, het is tevens de traditionele kleur van Mongolië.
Soyombo-symbool
Het Soyombo-symbool (een zogenaamd ‘ideogram’) bestaat uit 10 symbolen, onder en naast elkaar. Op elkaar ‘gestapeld’ zien we van boven naar beneden: -vuur, symbool voor eeuwige groei, rijkdom en succes, de drie tongen van het vuur staan voor verleden, heden en toekomst; -zon, en tevens maan daaronder, staan voor het eeuwig bestaan van het Mongoolse rijk, net als de eeuwig blauwe lucht; -driehoek (tevens onderaan de ‘stapel’) stelt de punt van een pijl of speer voor, die staat voor de overwinning op binnen- en buitenlandse vijanden; -rechthoek (tevens een-na-laatste in de ‘stapel’) verleent stabiliteit aan het volgende symbool (waar het onder en boven staat), maar staat ook voor eerlijkheid en rechtvaardigheid van het Mongoolse volk, of ze nu hoog- of laaggeplaatst zijn en voor de eindeloze steppen;
-taiji (ook wel yin en yang) staat voor het complementeren van tegenpolen of tegenstellingen, zoals man/vrouw, licht/duister, goed/kwaad, enzovoort; -de twee verticale rechthoeken aan beide zijden van de ‘stapel’ kunnen gezien worden als de muren van een fort, ze staan voor eenheid en kracht en verwijzen naar een Mongools spreekwoord, dat luidt: Eengemeenschappelijke vriendschap is sterker dan stenen muren.
Vorige week donderdag en vrijdag ontmoette de Oekraïense president Zelensky de nieuwe president van de Europese Raad, Antonio Costa en de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, tijdens een tweedaagse top in Brussel.
President Zelensky en de president van de Europese Raad, Antonio Costa tijdens de tweedaagse top in Brussel (foto gedeeld door president Zelensky op X)
Zelensky en Costa bespraken hoe Oekraïne te steunen en hoe belangrijk Westerse inspanningen zijn om een ”rechtvaardige vrede” te bereiken. “Nu we het begin van het nieuwe jaar naderen, hebben we echt eenheid nodig tussen de Verenigde Staten, de EU en Europese landen”, zei Zelensky samen met Costa. “Alleen samen kunnen de VS en Europa Poetin echt stoppen en Oekraïne redden.” De twee bespraken verder onder meer de bescherming van de energie-infrastructuur van Oekraïne tegen Russische luchtaanvallen en de verhoging van de binnenlandse defensieproductie.
President Zelensky met Ursula von der Leyen. de voorzitter van de Europese Commissie (foto gedeeld door president Zelensky op X)
Met Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, besprak Zelensky de toetreding van Oekraïne tot de EU en het gebruik van bevroren Russische tegoeden.
Eerder deze maand kondigde het Amerikaanse ministerie van Financiën aan dat het 20 miljard dollar aan hulp voor Oekraïne zal verstrekken, waarmee het zijn bijdrage aan een breder initiatief van 50 miljard dollar, gesteund door G7-landen, ondersteunt. Oekraïne zal naar verwachting 18,1 miljard euro aan macro-financiële hulp van de EU ontvangen als onderdeel van de G7-lening.
Financiële hulp Japan
Na een gesprek met de Japanse premier Shigeru Ishiba kon president Zelensky melden dat Japan nog eens 3 miljard dollar naar Oekraïne zal overmaken afkomstig van de opbrengsten van bevroren Russische tegoeden.
Premier Shigeru Ishiba (1957) van Japan, met achter hem de vlag (ingevoerd in 1955) van zijn conservatieve Liberale Democratische Partij (screenshot)
Zelensky bedankte de Japanse regering voor extra financiering voor energieapparatuur en de bouw van schuilplaatsen en vertelde premier Ishiba over de uitgebreide aanval van Rusland op de energie-infrastructuur van Oekraïne op Kerstavond en bedankte Japan voor zijn bereidheid om zo snel mogelijk bij te dragen aan een rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne.
Russische kerstaanvallen
Op Kerstavond en Eerste Kerstdag waren er opnieuw Russische raketaanvallen op Oekraïne. President Zelensky liet weten dat Rusland een “bewuste keuze” heeft gemaakt door tijdens de Kerst een grote aanval uit te voeren op de energie-infrastructuur van zijn land. Volgens de Oekraïense luchtmacht werden er 184 raketten en drones gedetecteerd, maar er zouden er veel zijn neergeschoten of hun doel gemist hebben. Er zouden bij de aanvallen slachtoffers zijn gevallen, maar er werden geen cijfers gegeven.
Een vrouw schuilt met haar hond in. een metrostation in Kiev (screenshot)
De aanval leidde tot stroomuitval in het hele land, waaronder in de hoofdstad Kiev, waar sommige inwoners schuilden in metrostations. Dit was de 13e grote aanval op de energiesector van Oekraïne dit jaar, aldus het grootste particuliere energiebedrijf van het land, DTEK.
Beeld van verwoestingen door een Russische raketaanval op de stad Kryvyh Rih, waarbij één dode en zeventien gewonden vielen (screenshot)
Het Russische ministerie van Defensie bevestigde dat haar troepen een “enorme aanval” hadden uitgevoerd op “kritieke” energiefaciliteiten in Oekraïne en voegde eraan toe dat de aanval een succes was en dat alle doelen waren geraakt.
President Biden (screenshot)
Reagerend op de laatste Russische aanvallen zei de Amerikaanse president Joe Biden: “Het doel van deze schandalige aanval was om de toegang van het Oekraïense volk tot warmte en elektriciteit in de winter af te snijden en de veiligheid van het elektriciteitsnet in gevaar te brengen.” Biden, die op 20 januari wordt opgevolgd door Donald Trump, vroeg aan het Amerikaanse ministerie van Defensie om wapens te blijven leveren aan Oekraïne.
De vlag
Vlag van Oekraïne (1992-heden)
De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.
Ook in 1918/1919 lag Oekraïne (toen de West-Oekraïense Nationale Republiek) onder vuur, zoals op deze prent wordt weergegeven: een Russische bolsjewiek in het noorden, een Rus van het Witte Leger (anti-sovjet) in het oosten met de Russische vlag met dubbelkoppige adelaar, een Poolse soldaat (liggend) naast een Hongaarse (in het rood) in het westen en twee Roemeense soldaten in het zuiden; we zien in het midden een vroege afbeelding van de Oekraïense vlag, de tekst onderin luidt “Wereldvrede in Oekraïne” (publiek domein)
De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.
De grootste Oekraïense vlag meet 40 x 60 meter en weegt 300 kilo, hier zijn we die vlag vóór de oorlog in Charkov (fotograaf onbekend)
Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992. De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.
Transnistrië is een geval apart: formeel is het een onderdeel en een regio in het oosten van Moldavië, maar de facto is het sinds 1990 een onafhankelijke republiek en heeft Moldavië er niets te vertellen.
Het langgerekte gebied heeft een eigen regering, parlement, leger, politie, postsysteem, paspoort, valuta en voertuig-registratie. En hoewel het met het hamer-en-sikkel-symbool op de vlag communistisch lijkt, is het dat niet.
Als onafhankelijke staat wordt het door geen enkel land erkend, met uitzondering van Abchazië en Zuid Ossetië, twee gebieden in Georgië, die eenzelfde onduidelijke status hebben. Het grondgebied ligt ingeklemd tussen het oostelijk stroomgebied van de rivier de Dnjestr en de grens met Oekraïne.
Officieel noemt het afgescheiden land zichzelf de Pridnestrovische Moldavische Republiek(PMR), terwijl ‘moederland’ Moldavië het gebied aanduidt als Administratief Territoriale Eenheden van de Linkeroever van de Dnjestr. (‘Pridnestrovisch‘ betekent zoveel als ‘land bij de Dnjestr’). Hoofdstad is Tiraspol, met ruim 128.000 inwoners tevens de grootste stad van het land. Het hele grondgebied heeft een bevolking van circa 475.000.
Tot aan het uiteenvallen van de Sovjet-Unie gedurende de jaren 1990-1991, vormden Transnistrië en Moldavië de Moldavische SSR, een van de vijftien sovjetrepublieken. Bij de ontmanteling van de communistische superstaat in 1990, riep Moldavië op 2 september de onafhankelijkheid uit, maar het Transnistrische deel van de voormalige sovjetstaat weigerde zich daarbij aan te sluiten en vormde in plaats daarvan de Transnistrische Autonome Socialistische Sovjetrepubliek, de directe voorganger van het huidige niet-erkende Transnistrië.
Moldavië stemde hier niet mee in en toen praten niet hielp, begon het land in 1992 een kortdurende oorlog met de onwillige, pro-Russische regio. Deze burgeroorlog werd in het voordeel van Transnistrië beslecht, wat alles te maken had met een groot contingent (het 14e Leger) van de Russische strijdkrachten, dat ook na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn basis in Tiraspol had gehandhaafd.
De beslissende slag in dit militaire conflict werd uitgevochten tussen 19 en 21 juni 1992 in de Moldavische stad Tighina, gelegen aan de andere kant van de rivier de Dnjestr, waar Transnistrische strijders militaire hulp kregen van de Russische militairen, onder bevel van generaal Aleksandr Lebed. Bij deze slag vielen zo’n 700 doden.
De stad werd op de Moldaviërs veroverd en is tot op de dag van vandaag nog steeds in Transnistrische handen en is herdoopt in Bender, een naam die het ten tijde van het Ottomaanse Rijk ook droeg.
Sinds die tijd is er een patstelling: hoewel geen enkel land Transnistrië als onafhankelijke staat erkent, zelfs Rusland niet, functioneert het land op nationaal niveau de facto wel als zodanig. Gingen zowel Moldavië evenals het eveneens onafhankelijk geworden buurland Oekraïne, een steeds Westerse koers varen, dat gold niet voor Transnistrië, dat sterk pro-Russisch is.
Tijdens een bijeenkomst van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in 1999 in Istanboel, beloofde Rusland om zijn troepen zo snel mogelijk terug te trekken uit Transnistrië, mits het land een autonome status zou krijgen, maar met een steeds verder naar het oosten uitbreidende NAVO werd dat plan in de ijskast gezet.
In 2004 kondigde Transnistrië aan een referendum te houden over aansluiting bij Rusland. Als voorschot hierop werden scholen gesloten die het Latijnse schrift gebruikten, in plaats van het Cyrillische alfabet, dat ook in Rusland gangbaar is. Dit viel zodanig verkeerd in Moldavië, dat dit land besloot Transnistrië te isoleren door blokkades. Dat leidde ertoe dat Transnistrië de stroomtoevoer naar Moldavië afsloot. Aangezien de meeste energiecentrales aan de Transnistrische kant van de Dnjestr staan, was dat een koud kunstje. Moldavië loste dit dan weer op door energiecontracten met buurland Roemenië aan te gaan, waardoor de stroomtoevoer weer verzekerd was.
In 2006 kwam Rusland op zijn belofte terug voor wat betreft de terugtrekking van het 14e Leger. Iets later in hetzelfde jaar werd het reeds eerder aangekondigde referendum voor aansluiting bij Rusland gehouden. Volgens de kiescommissie was 97,1% op termijn vóór aansluiting met Rusland. Westerse landen beschouwen het referendum als illegaal.
De patstelling Moldavië/Transnistrië is sinds die tijd het ‘nieuwe normaal’ geworden. Voor wat Rusland betreft: dit land heeft er uiteraard baat bij dat het een voet tussen de deur heeft in dit gebied, een pro-Russische partner, ingeklemd tussen de grotendeels pro-Westerse buurlanden Moldavië en Oekraïne. De verhoudingen tussen Moldavië en Transnistrië zijn enigszins genormaliseerd, hoewel de oorlog in het naburige Oekraïne uiteraard weer nieuwe spanningen oplevert.
Hrustoveni (ook wel Hristovaia) in het uiterste noorden van Transnistrië, aan de rivier de Camenca gelegen (fotograaf onbekend)
Sheriff
Economisch gaat het Transnistrië vanwege zijn geïsoleerde situatie niet bepaald voor de wind: de belangrijkste werkgever is de staalfabriek Moldova Steel Works in Rîbnița, goed voor 40-50% van het bnp van Transnistrië. Ook de wapenfabriek van Bender (het vroegere Tighina) is economisch van belang. Er wordt voornamelijk geëxporteerd naar Rusland en Wit-Rusland (Belarus) en in mindere mate naar Moldavië en tot aan de oorlog, naar Oekraïne.
Daarnaast is er het alomtegenwoordige conglomeraat met de naam Sheriff. Dit bedrijf is eigenaar van een keten van benzinestations, supermarkten, een tv-kanaal, het radiostation INTER-FM, een uitgeverij, een bouwbedrijf, een Mercedes-Benz-dealer, een reclamebureau, een distilleerderij, twee broodfabrieken, een mobiel telefoonnetwerk, de voetbalclub FC Sheriff Tiraspol en het thuisstadion Sheriff Stadium, een project dat ook een vijfsterrenhotel omvat.
Daarmee heeft Transnistrië dus wel communistische trekjes. Hetzelfde geldt voor de media: de twee belangrijkste kranten worden gecontroleerd door de autoriteiten. Ook de meeste televisie- en radiostations worden gecontroleerd door de overheid.
Relatie met Oekraïne
Sinds de uitbraak van de Russisch-Oekraïense oorlog zijn de verhoudingen tussen het pro-Russische Transnistrië en buurland Oekraïne gespannen, hoewel de Transnistrische regering zich zoveel mogelijk buiten de discussie lijkt te willen houden. Wél beschuldigde in maart 2023 de Transnistrische veiligheidsdienst de Oekraïense regering ervan te hebben geprobeerd topfunctionarissen van Transnistrië te vermoorden, waaronder president Vadim Krasnoselsky. De Oekraïense regering verwierp de beschuldigingen.
Vlag van Transnistrië met hamer en sikkel (1991-heden)
Hoewel de vlag van Transnistrië officieel op 2 september 1991 werd ingevoerd, deed hij al jaren dienst als de vlag van de Moldavische SSR, zij het dat de groene baan toentertijd iets helderder was. Voor deze voormalige sovjetstaat werd ze ingevoerd op 31 januari 1952. De vlag is een rood-groen-rode horizontale driekleur in de verhoudingen 3:2:3, met in de broektop een gekruiste hamer en sikkel in geel (of goud) en een geel (of goud) omrande, rode vijfpuntige ster daarboven.
Hamer en sikkel
Het hamer-en-sikkel-symbool met rode ster
Als zodanig paste hij in de serie van sovjetstaat-vlaggen, die allemaal het hamer en sikkel-symbool voerden, net als de nationale vlag van de Sovjet-Unie.
Ongedateerde foto van Yevgeni Kamzolkin (1885-1957), ontwerper van het hamer-en-sikkel-symbool met rode ster (publiek domein)
Dit symbool werd ten tijde van de Russische Revolutie in 1917 ontworpen door Yevgeny Kamzolkin. In 1922 nam de Sovjet-Unie zijn staatsembleem aan, wat vervolgens ook midden op de rode vlag werd gezet.
Links: Eerste vlag van de Sovjet-Unie (1922-1923) met staatsembleem, waarop hamer, sikkel en ster / Rechts: Laatste versie van de vlag van de Sovjet-Unie (1955-1991)
Deze vlag bestond slechts kort: van 30 december 1922 tot 12 november 1923. Op die laatste datum werd de vlag sterk vereenvoudigd met alleen hamer, sikkel en ster in de broektop, in eerste instantie nog geel omlijnd, als ware het een kanton, maar vanaf 18 april 1924 zonder omkadering. Kleine wijzigingen waren er in 1936 (waarbij het symbool iets groter werd) en in 1955, toen het weer iets werd verkleind en een tikje naar rechts opschoof. Die versie was nog in gebruik toen de Sovjet-Unie in 1991 werd ontbonden.
Keerzijde en vlag voor civiel gebruik
Bijzonder aan de vlag van Transnistrië is dat het hamer-en-sikkel-symbool alleen op de voorzijde van de vlag is aangebracht. Op de keerzijde wordt het weggelaten en dan ziet de vlag eruit zoals de afbeelding hieronder (hoewel het bij fel zonlicht evengoed vaag in spiegelbeeld te zien is).
Civiele vlag van Transnistrië, zonder symbool (1991-heden)
Voor de Transnistrische bevolking is er de civiele vlag, die het hamer-en-sikkel-symbool mist. Hoewel de verhouding van de vlag officieel 1:2 is, wordt ze ook met de gebruikelijker maatvoering 2:3 gemaakt.
Postzegelblok van Transnistrië uit 2000 waarop de ligging van het niet-erkende land wordt aangegeven, samen met het staatsembleem en de vlag (uitgave ПОЧТА ПМР/ publiek domein)
Co-officiële tweede vlag
Nog een vlag? Jazeker, in 2009 werd er door de Opperste Sovjet van Transnistrië een voorstel behandeld om de nationale vlag te vervangen door een uitgerekte versie van de Russische vlag, dit naar aanleiding van het referendum van 2006 (zie boven), waarin 97,1% van de bevolking had aangegeven (aldus de kiescommissie) om zich op termijn bij Rusland aan te sluiten.
Co-officiële nationale vlag van Transnistrië (2017-heden)
Die vlag zien we hierboven: een wit-blauw-rode horizontale driekleur in een verhouding van 1:2 (de Russische vlag heeft de verhouding 2:3). Die vervanging ging uiteindelijk niet door, maar op 12 april 2017 keurde de Opperste Sovjet alsnog een motie goed om van de ‘langgerekte Russische vlag’ Transnistrië’s co-officiële nationale driekleur te maken, waardoor de Transnistriërs dus keus hebben!
De huidige presidentiële vlag van Transnistrië werd ingevoerd op 18 juli 2000, tijdens de termijn van Transnistrië’s eerste president Igor Smirnov.
Vlag van de president van Transnistrië (2000-heden)
De vlag is een vierkante horizontale driekleur in de Transnistrische kleuren rood-groen-rood in een verhouding van 3:2:3, met in het midden het staatsembleem . Van een staatswapen kunnen we strikt gezien niet spreken, omdat het een schild mist.
Staatsembleem van Transnistrië (1991-heden)
Het staatsembleem van Transnistrië is gebaseerd op dat van de Moldavische SSR uit de sovjettijd (dat op zijn beurt was gebaseerd op het embleem van de Sovjet-Unie). De enige toevoeging is de symbolische weergave van de grensrivier de Dnjestr, net onder de zon.
Het embleem bestaat uit twee naar elkaar toegebogen bundels van verschillende landbouwproducten: korenaren, maïskolven, fruit en witte en blauwe druiven. Een rode banderol slingert zich in drie grote lussen over en om het geheel heen. Boven de middelste banderol zien we de rivier de Dnjestr met daarboven een opkomende zon. Tussen de korenaren en over de zonnestralen heen het hamer-en-sikkel-symbool, de top bekroond door een rode vijfpuntige ster.
Het staatsembleem in dD-versie in Bender (fotograaf onbekend)
De teksten in witte kapitalen op de banderol zijn steeds hetzelfde (Pridnestrovische Moldavische Republiek), maar in drie verschillende talen. Links in het Russisch: ПРИДНЕСТРОВСКАЯ МОЛДАВСКАЯ РЕСПУБЛИКА (Pridnestrovskaya Moldavskaya Respublika). In het midden in Moldavisch Cyrillisch: РЕПУБЛИКА МОЛДОВЕНЯСКЭ НИСТРЯНЭ (Republica Moldovenească Nistreană). Rechts in het Oekraïens: ПРИДНІСТРОВСЬКА МОЛДАВСЬКА РЕСПУБЛІКА (Prydnistrovs’ka Moldavs’ka Respublika).
Het staatsembleem bestaat ook in een versie met in de drie talen de afkortingen voor Pridnestrovische Moldavische Republiek(1991-heden)
Dat het niet-erkende land met al deze sovjet-russisch aandoende symboliek toch niet communistisch is, is wellicht verrassend. Hoewel er een communistische partij is in Transnistrië, is die politiek niet van belang.
Nog opvallender wellicht, is dat de huidige (en derde) president, Vadim Krasnoselsky, zich als overtuigd monarchist manifesteert. In oktober 2019 zei hij daar het volgende over: “Ik ben van nature een monarchist. Vanaf mijn jeugd heb ik strikt monarchale opvattingen opgebouwd. Ik ben een voorstander van monarchisme, beperkt constitutioneel monarchisme, en neem de ervaring van het Russische Rijk als basis.”
De laatste tsaar van Rusland, Nicolaas II, met zijn vrouw tsarina Alexandra en hun vijf kinderen, achteraan v.l.n.r. Maria, Olga en Tatiana, vooraan Alexei en helemaal rechts Anastasia, foto uit 1913 (publiek domein, inkleuring door Klimbim)
Het is een opmerkelijke uitspraak voor iemand die zich in het verleden positief heeft uitgesproken voor aansluiting bij Rusland, het land dat ruim een eeuw geleden bij zijn revolutie in 1917 de monarchie afschafte en het jaar daarop de afgezette tsaar en zijn familie liquideerde.
Vanuit linkse hoek heeft hij dan ook regelmatig met kritiek te maken, zoals door de krant Pravda Pridnestrovya.
Met dank aan Erik Breure voor het beschikbaar stellen van zijn privé-fotoverzameling
Het Fèt Kaf is een nationale feestdag op het eiland Réunion. Het herinnert aan de afschaffing van de slavernij in 1848. 63.000 slaven kregen de vrijheid, een groot deel van hen kwam van oorsprong van Madagaskar en het vasteland van Afrika.
Joseph Sarda Garriga (1808-1877) afgebeeld op het schilderij ‘L’émancipation à la Réunion”, ook bekend onder de titel ‘Publication du décret d’abolition de l’esclavage à la Réunion’, door Alphonse Garreau (1792-1865) (Musée de Quai Branly/publiek domein)
Een naam onlosmakelijk hiermee verbonden is die van Joseph Sarda Garriga, die op 13 oktober 1848 als gouverneur vanuit Frankrijk arriveerde om het een en ander uit te laten voeren. Hij reisde dat najaar het hele eiland over om slaven en hun ‘meesters’ hiervan op de hoogte te stellen. Aangezien het middenin de suikeroogst viel, werd de slaven gevraagd het werk af te maken. De slaven-eigenaars kregen een geldelijke compensatie. De slaven waren op 20 december definitief vrij en onmiddellijk ‘volwaardige’ burgers, dus met dezelfde rechten als de blanke Franse bevolking.
Affiche voor het Fèt Kaf, waarin ook de vlag verwerkt is(publiek domein)
Op deze dag is er normaliter een uitgebreid feestprogramma met straatmarkten, praalwagens, zingen, traditionele dansen, officiële toespraken, debatten, workshops over de geschiedenis van de slavernij.
Hoewel op 1 maart 2003 door de locale vexillologische vereniging (vlagdeskundigen) gekozen en ‘ingevoerd’, stamt het ontwerp uit 1975. Guy Pignolet, een ingenieur uit Saint-Rose, ontwierp hem en noemde hem Lo Mahavéli. De naam, in de regionale malagasische taal, beduidt zoveel als De ster die je naar het mooie land leidt. Weliswaar heeft de vlag dus geen officiële status, maar sinds 2014 wappert hij vanaf tal van overheidsgebouwen.
De vlag bestaat uit een blauw veld met een rode driehoek op de onderste helft. Vanuit de punt van de driehoek ontspringen vijf gele balken of stralen: twee horizontale, één verticale en twee diagonale, de stralen verbreden zich naar de buitenkant toe. De driehoek stelt de schildvulkaan Piton de la Fournaise (2632 m) voor, de gele balken zijn zonnestralen die vanachter de vulkaan tegen de blauwe hemel tevoorschijn komen.
De Piton de la Fournaise-vulkaan (fotograaf onbekend)
De Oekraïense inlichtingendienst (SBU) heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor de liquidatie van de Russische luitenant-generaal Igor Kirillov.
Luitenant-generaal Igor Kirillov (1970-2024) tijdens een toespraak (screenshot)
De generaal, hoofd van de Dienst Defensie voor Stralings-, Biologische en Chemische Wapens, verliet met een assistent dinsdagochtend vroeg een woonblok in Moskou, toen een explosief, vastgemaakt aan een step, op afstand tot ontploffing werd gebracht, aldus het Russische onderzoekscomité SK. Beide mannen waren op slag dood.
Camerabeeld waarop de generaal en zijn assistent net naar buiten komen, een fractie van een seconde voordat het explosief afgaat (screenshot)
De SBU claimde kort erna dat het achter de aanslag zat en noemde Kirillov “een legitiem doelwit” en beweerde dat hij oorlogsmisdaden had gepleegd. Op maandag (een dag ervoor dus) klaagde de SBU generaal Kirillov bij verstek aan en liet via Telegram weten dat hij “verantwoordelijk was voor het massaal gebruik van verboden chemische wapens” in de Russisch-Oekraïense oorlog.
De step na de aanslag (foto gedeeld door Baza via Telegram)
Rusland maakte gisteren bekend dat er in verband met de aanslag een verdachte is aangehouden: een 29-jarige man uit Oezbekistan. Bij zijn verhoor zou hij hebben verklaard dat hij handelde in opdracht van de Oekraïense inlichtingendienst (SBU).
Buurtbewoners bij het woonblok later op de dag (screenshot)
Maanden geleden al zou hem een explosief zijn verstrekt, dat hij op afstand tot ontploffing kon brengen. Als hij in zijn opdracht slaagde de generaal te liquideren zou hij 100.000 dollar ontvangen en een woning in een Europees land. Tevens zou er een tweede verdachte zijn aangehouden, de twee konden geïdentificeerd worden door middel van beveiligingscamera’s.
Een woordvoerder van de SBU noemde “oorlogsmisdadiger” Kirillov een legitiem doelwit. Hij zou bevel hebben gegeven verboden chemische wapens tegen Oekraïense militairen te gebruiken. Hij voegde eraan toe: “Een dergelijk roemloos einde wacht eenieder die Oekraïners doodt.”
Noord-Koreanen doden per ongeluk Russen
De Noord-Koreaanse troepen die in de deels door Oekraïne bezette Russische oblast Koersk worden ingezet, hebben inmiddels daadwerkelijk aan gevechtsacties deelgenomen. Volgens de GUR, de Oekraïense militaire inlichtingendienst, zouden afgelopen weekend zo’n 30 Noord-Koreanen zijn gedood of gewond geraakt in de dorpen Plekhovo, Vorobzha en Martynovka.
De Noord-Koreaanse troepen zouden onvoldoende gevechtservaring hebben en slecht getraind zijn. De nu ingezette infanteriesoldaten zouden onder bevel staan van drie Noord-Koreaanse officieren, maar omdat er gecoördineerd moet worden met het Russische leger, steken taalproblemen de kop op, met als gevolg dat men elkaar niet begrijpt. Dit leidde ertoe dat Noord-Koreaanse militairen hun Russische bondgenoten onder vuur namen en daarbij acht Tsjetsjeense soldaten doodden.
Noord-Koreanen voor het eerst in beeld?
Maandag plaatste de Oekraïense president drone-beelden op Telegram waarop een aantal mannen te zien is die dekking zoeken achter bomen en in bosjes. Volgens Zelensky zou het om Noord-Koreaanse troepen gaan die net hadden deelgenomen aan een aanval op een Oekraïense positie.
Drone-beeld waarvan Oekraïne claimt dat het een Noord-Koreaanse militair is (foto gedeeld via Telegram)Mocht het inderdaad om Noord-Koreanen gaan, dan zou dit het eerste fotografische bewijs zijn (foto gedeeld via Telegram)
Hij plaatste ook beelden waarop volgens hem Russische troepen te zien zijn die probeerden de aanwezigheid van Noord-Koreanen op het slagveld te verbergen door een kampvuur te gebruiken om de gezichten van de gesneuvelden te verbranden. Maar de beelden zijn dermate vaag, dat het moeilijk is om er iets definitiefs uit af te leiden.
Screenshot uit een halve minuut durend filmpje waarop volgens president Zelensky het gezicht van een gedode Noord-Koreaanse militair wordt verbrand om identificatie te voorkomen, maar het is schier onmogelijk hier iets met zekerheid over te kunnen zeggen, daar is het beeld te onduidelijk voor (filmpje gedeeld via Telegram)
Zelensky in Brussel
Na een ontmoeting met premier Donald Tusk van Polen in Kiev op dinsdag, is president Zelensky gisteren aangekomen in Brussel om een informele bijeenkomst van Europese leiders en de top van de Europese Raad bij te wonen.
De president merkte op dat het beëindigen van de Russisch-Oekraïense oorlog een fundamentele kwestie is voor Europa en “gecoördineerd en effectief werk van Europese landen vereist”.
In een videoboodschap vanuit het vliegtuig voor vertrek naar Brussel, deelde president Zelensky wat er in België allemaal op het programma staat (screenshot)
Tijdens het bezoek zal hij de regeringsleiders van Frankrijk, Duitsland, Italië, Denemarken, Nederland, Polen en Tsjechië ontmoeten, de secretaris-generaal van de NAVO, de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Europese Commissie, evenals vertegenwoordigers van het Verenigd Koninkrijk en andere landen. Daarnaast bevestigde hij ook zijn deelname aan een bijeenkomst van de Europese Raad vandaag, 19 december.
De vlag
Vlag van Oekraïne (1992-heden)
De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.
Ook in 1918/1919 lag Oekraïne (toen de West-Oekraïense Nationale Republiek) onder vuur, zoals op deze prent wordt weergegeven: een Russische bolsjewiek in het noorden, een Rus van het Witte Leger (anti-sovjet) in het oosten met de Russische vlag met dubbelkoppige adelaar, een Poolse soldaat (liggend) naast een Hongaarse (in het rood) in het westen en twee Roemeense soldaten in het zuiden; we zien in het midden een vroege afbeelding van de Oekraïense vlag, de tekst onderin luidt “Wereldvrede in Oekraïne” (publiek domein)
De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.
De grootste Oekraïense vlag meet 40 x 60 meter en weegt 300 kilo, hier zijn we die vlag vóór de oorlog in Charkov (fotograaf onbekend)
Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992. De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.
Deze officiële Qatarese feestdag herinnert aan 18 december 1878, de dag waarop Jassim bin Mohammed Al Thani zijn overleden vader Mohammed bin Thani opvolgde. Het lukte Jassim om de verschillende stammen van het Qatarese schiereiland te verenigen in een tijd waarin dit gebied onderdeel was van het Ottomaanse Rijk, het huidige Turkije. Onder Jassim kreeg Qatar een zekere mate van autonomie.
Vanaf 1916, dus tijdens de Eerste Wereldoorlog, werd Qatar (net als Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten) een Brits protectoraat, waarbij de Qatarese emirs gewoon op hun troon bleven. Het Verenigd Koninkrijk nam de verdediging van het emiraat voor zijn rekening, net als de buitenlandse betrekkingen. In 1968 was er sprake van dat Qatar en Bahrein onderdeel zouden worden van de Verenigde Arabische Emiraten, maar dit ging uiteindelijk niet door. Drie jaar daarna, op 3 september 1971, werd Qatar onafhankelijk onder emir Ahmad bin Ali Al Thani, die kort daarna op 22 februari 1972 werd afgezet door zijn neef Khalifa bin Hamad Al Thani (die in 1995 op zijn beurt weer werd afgezet door zijn zoon Hamad bin Khalifa Al Thani).
Links: Khalifa bin Hamad Al Thani (1932-2016) (foto: Randy Taylor) / Rechts: Hamad bin Khalifa Al Thani (1952) (foto: Dragan Tatic)
Het was diens zoon, kroonprins Tamim bin Hamad Al Thani, die op 21 juni 2007 een decreet uitvaardigde waarbij de 18e december de nationale feestdag werd. De dag staat ook bekend als Stichtingsdag. Tot 2007 was de nationale feestdag de 3e september, de dag van de onafhankelijkheid in 1971. Kroonprins Tamim volgde zijn vader op als emir na diens abdicatie op 25 juni 2013.
Links: Tamim bin Hamad Al Thani (1980), de huidige emir van Qatar (foto: Ahmad Thamer Al Kuwari) / Rechts: Het officiële logo van de nationale feestdag
De huidige emir heeft drie vrouwen bij wie hij in totaal 24 kinderen heeft, 11 zonen en 13 dochters.
De vlag
Vlag van Qatar (1971-heden)
De vlag van Qatar is wat verhoudingen betreft de breedste ter wereld, met een ratio van 11:28. De mastzijde van de vlag is wit, terwijl het uitwaaiende gedeelte paarsbruin van kleur is en ongeveer tweederde van de vlag inneemt. De scheiding van de twee delen heeft een gezaagd of getand patroon, waardoor negen witte driehoeken ontstaan. Dit getal negen staat symbool voor de in totaal negen Arabische emiraten: de zeven van de Verenigde Arabische Emiraten, als achtste Bahrein (en als negende Qatar dus).
De vlag werd aangenomen op 9 juli 1971, in het jaar van de onafhankelijkheid, maar was slechts op de ratio na (11:30) gelijk aan de vlag die Qatar tussen 1949 en 1971 voerde.
De witte kleur van de vlag staat symbool voor de vrede. Het paarsbuin was tijdens de Ottomaanse overheersing oorspronkelijk rood, maar de verfstof die gebruikt werd, had de neiging in de zon te verkleuren, waardoor de vlaggen een soort chocoladekleur kregen. In 1949 werd de paarsbruine kleur in de vlag gestandaardiseerd. Het voormalige rood en nu het paarsbruin, staat voor het vergoten bloed voor het vaderland.
Vlag van Bahrein (2002-heden)
Bahrein, dat een soortgelijke vlag heeft als Qatar, heeft zijn rode kleur tot op heden behouden. Deze vlag heeft een ratio van 3:5 en sinds 2002 slechts vijf driehoeken, deze staan symbool voor de vijf zuilen van de islam.
Sinds 2006 regeert de 5e koning, de nu 44-jarige Jigme Khesar Namgyel Wangchuck. Hij werd gekroond op 1 november 2008. In 2011 trouwde hij met Jetsun Pema, waardoor zij koningin-gemalin werd. Het paar heeft drie kinderen, twee jongens, Jigme Namgyel (2016) en Jigme Ugyen (2020) en een dochter Sonam Yangden (2023).
Een recente foto van het koninklijk gezin, genomen tijdens het staatsbezoek aan Mongolië, afgelopen zomer, waarbij de kinderen mee op reis gingen, v.l.n.r.: Kroonprins Jigme Namgyel, Koning Jigme Khesar Namgyel Wangchuck, Koningin Jetsun Pema met Prinses Sonam Yangden en Prins Jigme Ugyen (publiek domein)
De vlag
Vlag van Bhutan (1969-heden)
In het Tibetaans heet Bhutan Drugyul, wat zoveel als Drakenrijk betekent. De draak (Druk genaamd, oftewel Donderdraak) is dan ook prominent aanwezig op de vlag, die diagonaal verdeeld is van de onderkant van de broekingszijde naar de bovenkant van de vluchtzijde.
Het schuine gedeelte aan de bovenkant is saffraangeel en symboliseert de macht en de autoriteit van de koning, de andere helft is oranje en staat voor de geestelijke macht van het boeddhisme. De witte kleur van de draak staat voor zuiverheid en eerlijkheid. In zijn klauwen houdt hij vier kogels vast. Deze zogenaamde norbu stellen juwelen voor, de ‘eieren’ van de kennis, ze staan tevens voor de ruimte, het heelal.
Druk met zijn norbu (publiek domein)
Het basisontwerp van de vlag stamt uit 1947, aangepast in 1949, waarbij de draak toen nog groen was en de onderste kleur rood. In 1956 werd de draak wit en werd hij omgedraaid, zodat hij niet meer naar de mast kijkt, maar naar de vlucht. Vanaf 1969 is de kleur rood veranderd in oranje.
Links: Vlag van Bhutan tussen 1947 en 1949 / Rechts: Vlag van Bhutan tussen 1949 een 1956