
Vanaf 1788 begon het Verenigd Koninkrijk werk te maken van zijn kolonisatie van het oosten van Australië. Daar viel ook Tasmanië onder, toentertijd nog Van Diemen’s Land geheten. Vanaf die tijd viel het eiland onder het bestuur van New South Wales.
1788-1911: de schuivende grenzen van Australië

Australië was destijds in tweeën gedeeld: de oostelijke helft onder de naam New South Wales, langs de 135e lengtegraad, de westelijke helft was eigenlijk nog nauwelijks verkend, op de kust na. Dit uitgestrekte gebied stond tot in de jaren ’50 van de 19e eeuw nog steeds bekend onder de naam New Holland.
Gaandeweg werden er steeds meer deelgebieden gevormd, zo ook bij Van Diemen’s Land, wat op 3 december 1825 werd losgekoppeld van New South Wales en daarmee een eigen kolonie werd.

Verdere wijzigingen waren er in 1828 toen de grens van New South Wales verder naar het westen opschoof, naar de 129e lengtegraad, waarbij het westelijke deel de naam Western Australia kreeg.
In 1836 werd er een hap uit New South Wales genomen toen South Australia in het leven werd geroepen.
Een nieuwe hap uit New South Wales was er in 1851 toen de kleine staat Victoria ontstond.
Een halvering van New South Wales was er in 1859, toen de nieuwe staat Queensland werd gevormd.

Nog was het niet gedaan: in 1862 werd South Australia helemaal naar de noordkust doorgetrokken, waardoor het hele midden van Australië nu South Australia heette.
Een jaar later werd South Australia administratief in tweeën geknipt, waarbij het noordelijke deel de ietwat bewerkelijke naam Northern Territory of South Australia kreeg. Dit bleef zo tot 1911, toen dit gebied ook werd losgeweekt en verder ging onder de naam die we nu nog kennen: Northern Territory.
In hetzelfde jaar ontstond het Australian Capital Territory (ACT) rond hoofdstad Canberra.

Strafkolonie en naamswijziging

Terug naar Van Diemen’s Land in 1825. Het was majoor-generaal Ralph Darling, de nieuw aangetreden gouverneur van New South Wales, die bekend maakte dat Van Diemen’s Land voortaan een aparte kolonie zou zijn. Het feit dat Van Diemen’s Land een eiland was was de belangrijkste reden.

Vanaf 1856 kreeg de kolonie/staat ook meer zeggenschap over interne aangelegenheden en kreeg het z’n eigen parlement.
Tevens werd de naam Van Diemen’s Land niet langer geschikt geacht. In de Engelse taal klonk dat al gauw als ‘demon’s land’ (duivelsland), wat nog versterkt werd doordat het gebied de eerste helft van de 19e eeuw de belangrijkste strafkolonie van het land was. Tot 1853 stuurde het Verenigd Koninkrijk hele groepen veroordeelden en misdadigers naar de verre kolonie, geschat wordt dat het om zo’n 73.000 mensen ging, zo’n 40% van het totaal. De rest werd verdeeld over Botany Bay (bij Sydney), South en Western Australia).

Vanaf 1856 begon er dus een nieuwe periode in de geschiedenis van het eiland, waarbij het de naam van zijn ontdekker Abel Tasman kreeg.
De vlag

De vlag van de Australische deelstaat Tasmanië is er een uit de grote familie van Britse blue ensign-vlaggen (zoals de vlaggen van Australië en Nieuw-Zeeland).
De blue ensign bestaat uit een blauw veld met de Britse vlag, de Union Flag of Union Jack in het kanton.
De Tasmaanse versie heeft als onderscheidingsteken een witte cirkel in het uitwaaiende gedeelte (de zogenaamde badge), met daarin een een zogenaamde “gaande leeuw”, een heraldische term voor een leeuw met drie poten op de grond en één opgeheven, de term in het Engels is “lion passant”.
De Tasmaanse leeuw is rood en kijkt in de richting van de broeking (de kant van de vlaggenmast).
De vlag werd ingevoerd op 25 september 1876, middels een proclamatie van gouverneur Sir Frederick Weld die dezelfde dag gepubliceerd werd in de Tasmanian Gazette.
Het is niet exact bekend waar de rode leeuw vandaan komt, maar aangenomen wordt dat hij symbool staat voor het moederland, het Verenigd Koninkrijk.
Sinds de invoering van de vlag is ze alleen in 1976 enigszins aangepast: het betrof een kleine wijziging in het uiterlijk van de leeuw. De vlag werd toen tevens tot officiële vlag verklaard, wat op z’n minst een ietwat curieus was, omdat ze in 1876 al officieel was aangenomen.
Naast Tasmanië zijn er nog vijf Australische deelstaten die een blue ensign met een staats-badge voeren: New South Wales, Queensland, South Australia, Victoria en Western Australia.
Het Van Diemen’s Land-vaandel
De vlag met de rode leeuw is echter niet de eerste vlag van het eiland, hoewel de voorganger nooit officieel was. Hoe de vlag tot stand kwam en wanneer is in nevelen gehuld.

Voor zover bekend kwam deze vlag halverwege de 19e eeuw in gebruik, toen Tasmanië nog de naam Van Diemen’s Land droeg (vandaar de naam).
De vlag werd gebruikt aan boord van schepen in de kustwateren van hoofdstad Hobart en in de Tamar-rivier tussen Launceston en de monding in Bass Strait (de zeestraat tussen Tasmanië en het vasteland).
Schepen van de grote vaart gebruikten aan boord de Britse handelsvlag, de red ensign.

Waarschijnlijk was de vlag gebaseerd op de vlag van de Britse East India Company, waarbij de rode strepen werden vervangen door blauwe. Daaroverheen werd een rood Sint Joriskruis geplaatst.
Ook de eerste vlag van de onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika stamt van deze vlag af en staat bekend als de Grand Union Flag.

Voor zover bekend is er geen enkel exemplaar van deze vlag overgebleven, maar ze komt wel voor op een vlaggenkaart uit die tijd, nu in de collectie van de State Library of Tasmania.

Een woord van dank aan Anthony Black van de State Library of Tasmania, die zeer behulpzaam was de vlaggenkaart boven water te krijgen