
Op deze dag in 1948 werd in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Parijs de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen. De eerste viering van deze dag was in 1950.

De verklaring kwam er na een jarenlange voorbereiding met veel strubbelingen door een commissie voor de mensenrechten. Deze commissie was in 1945 in het leven geroepen.
De kerngroep werd geleid door Eleanor Roosevelt, de weduwe van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt.
Om de verklaring goedgekeurd te krijgen konden er niet teveel -voor sommige landen – controversiële zaken in geregeld worden. Zo verdwenen teksten over de doodstraf, abortus, het klachtrecht, de rechten van minderheden en de vrijheid van drukpers in de prullenbak.

Het was maar kantje boord dat de verklaring er kwam. Hoewel er gestreefd werd naar een bindende tekst, overtuigde Eleanor Roosevelt gedelegeerden ervan daarvan af te zien, omdat het voorstel anders onvoldoende steun zou krijgen.
Het bleek dat ze gelijk had: zelfs de niet-bindende tekst zorgde voor de nodige hoofdbrekens.

Acht landen onthielden zich van stemming: de Sovjetunie met in haar kielzog de oostbloklanden Polen en Tsjechoslowakije, de twee sovjet-vazalstaten (de Wit-Russische Socialistische Volksrepubliek en de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek), Joegoslavië, Saoedi-Arabië en Zuid-Afrika.
Twee landen waren niet bij de stemming aanwezig: Honduras en Yemen.
Er waren geen tegenstemmers.

De stemming was op 10 december 1948 in het Palais de Chaillot in Parijs.
Van de 58 lidstaten die er toen waren, stemden er 48 vóór, waaronder Nederland en België.

In de verklaring zijn 65 verschillende rechten vervat. De tekst begint met een inleiding, de preambule genaamd, waarin de overwegingen staan die leiden tot de verklaring. In deze preambule staat onder meer dat de ‘inherente waardigheid en onvervreemdbare rechten van de mens’ worden erkend.

De artikelen 1 tot 21 handelen over politieke- en burgerrechten, zoals integriteitsrechten, recht op leven, erkenning als persoon voor de wet en vrijwaring van marteling. Daarnaast: recht op inspraak in bestuur, op gelijke benoeming in openbare functies en stemrecht in vrije verkiezingen.
De artikelen 22 tot 27 handelen over economische, sociale en culturele grondrechten, zoals het recht op werk, rust en vrije tijd, beloning, sociale zekerheid, onderwijs, huisvesting en medische verzorging.

Zaken die in de verklaring niet genoemd worden zijn onder meer de doodstraf, vrijheid van drukpers, de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek, het stakingsrecht, het recht op eigen taal en naam, bescherming van vrouwen tegen geweld, discriminatie op basis van seksuele voorkeur en kinderarbeid.
Wat angstvallig werd vermeden was het noemen van een Opperwezen, omdat het merendeel van de gedelegeerden vreesde dat christenen, moslims, boeddhisten en atheïsten het nooit over een verwijzing naar een Opperwezen eens zouden worden.
Dat dit een wijs besluit was blijkt ook uit het door de Arabische Liga* vastgestelde Arabisch Handvest voor Mensenrechten uit 1994, waarin in de inleiding gesteld wordt dat God (Allah) en de sharia (islamitische wetgeving) boven de Universele Mensenrechten gaan.
*Een organisatie van 22 Arabische landen, opgericht in 1945
De vlag

De Mensenrechtenvlag is vrij recent en stamt uit 2020. Op 10 december vorig jaar wapperde ze voor het eerst.
Het idee voor de vlag ontstond drie jaar geleden in de provincie Friesland bij het Discriminatie Meldpunt Tûmba te Leeuwarden en kwam voort uit de weigering van de Provinsje Fryslân om naast de Nederlandse en Friese vlaggen de regenboogvlag te hijsen (dat standpunt is inmiddels overigens verlaten).
Het leek Tûmba-directeur Mirka Antolovic een goed idee om dan wellicht een mensenrechtenvlag te laten hijsen, maar toen ze daar naar op zoek ging, bleek zo’n vlag niet te bestaan.
Samen met collega meldpunt-medewerker Arnold Herman werd het besluit genomen in dat geval zelf maar een vlag te ontwerpen.
Brainstormend over hoe zo’n vlag er dan uit moest zien, kwamen ze op het idee voor een DNA-streng, als symbool voor de hele mensheid: iedereen heeft het, maar toch is iedere DNA-sequentie uniek en dus ieder mens ook.

Omdat geen van tweeën ervaring had met ontwerpen, werd dit uitbesteed aan grafisch ontwerper Menno de Boer.
Hij ging met het DNA-idee aan de slag en kwam met twee “wokkels” van een DNA-streng die de vlag diagonaal verdelen van broektop naar de onderkant van het uitwaaiende gedeelte.
Drie kleuren gebruikte hij: geel voor het DNA, maar ook symbool voor de zon, blauw in de bovenste vlakken voor lucht, maar ook voor water en groen in de onderste vlakken voor de aarde. De Mensenrechtenvlag was geboren!
Binnen de tweemaandelijkse overleggen die de 18 landelijke anti-discriminatie-bureaus* hebben, werd het idee ook omarmd en vervolgens gepropageerd via hun websites.
Tevens werd de vlag officieel geregistreerd, de bedoeling is om in de nabije toekomst de vlag ook internationaal te laten doorbreken en met een registratie ligt het ontwerp nu vast.

Hoewel de vlag dus nog erg jong is, was ze vorig jaar toch al op veel plekken te zien, vooral bij provincies en gemeenten.
Om er een nog grotere bekendheid aan te geven, wordt ze dit jaar ook aangeboden aan alle 352 gemeenten die ons land telt.
Maar de bureaus hopen dat de vlag in de toekomst ook gaat wapperen bij scholen, bedrijven, kerken en particulieren. De vlag is van en voor iedereen en staat voor verbinding tussen alle mensen op aarde.
*De 18 onafhankelijke anti-discriminatie-bureaus werken “aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie op grond van sekse, afkomst, leeftijd, handicap, seksuele gerichtheid, enz”, en “geven advies en steun bij alle vormen van discriminatie en ongelijke behandeling”.
Met dank aan Mirka Antolovic van Discriminatie Meldpunt Tûmba in Leeuwarden en Stefano Frans van het Anti Discriminatie Bureau Zeeland in Goes voor hun welwillende medewerking en informatie.