
Vandaag worden de Olympische Spelen 2020, waarover zoveel te doen was, voorbij. Door de coronacrisis was bij deze editie alles anders dan normaal, maar even goed is er toch het nodige neergezet.

Natuurlijk wordt de aloude wijsheid “meedoen is belangrijker dan winnen” officieel gehuldigd, maar ieder deelnemend land hoopt toch altijd op z’n minst voor minimaal één medaille (liefst meer!), terwijl andere landen die iedere vier jaar grossieren in een ware medaille-regen dat toch minimaal hopen te continueren.
Wat de ‘winnaars’ op dit gebied betreft: dit jaar waren China en de Verenigde Staten in een nek-aan-nek-race verwikkelt, waarbij tot voor kort China steeds op de 1e plaats bleef, omdat dat land meer gouden plakken had dan de V.S., hoewel het totaal aantal medailles voor de V.S. (dus mét zilver en brons erbij) hoger lag.
Maar nu de laatste wedstrijden zijn gespeeld en ‘het stof is opgetrokken’, staat de V.S. nipt bovenaan met 39 gouden medailles, één meer dan China.
Voor wat Nederland betreft: de verwachtingen waren hooggespannen, maar toch liepen dingen soms totaal anders dan verwacht. Voor sommige onderdelen waarvan zo ongeveer werd aangenomen dat ‘we’ het goud al in de zak hadden viel die droom in duigen, terwijl bij andere Olympisch goud wel totaal onverwacht leek.

Zo was er maar liefst 2x goud (5.000 m en 10.000 m) en eenmaal brons (1500 m) voor hardloopster Sifan Hassan, terwijl baanwielrenner Harrie Lavreysen ook 2x goud en 1x brons in de wacht sleepte.

Met een totaal van 10 gouden, 12 zilveren en 14 bronzen medailleseindigde Nederland op een nooit eerder vertoonde 7e plek in het Olympisch klassement.

Voor België was het totaal 7 medailles (3 goud, 1 zilver en 3 brons), goed voor de 29e plaats.
Zo won Nafissatou Thiam goud bij de zevenkamp.

Olympisch goud was er ook eindelijk voor de Britse schoonspringer Tom Daley: bij het onderdeel synchroonspringen met Matty Lee, werd de Chinese hegemonie op dit nummer voor het eerst sinds jaren onderbroken. Tevens haalde Daley solo brons op de 10 m toren, net als in 2012 en 2016.

Met het strijken van de Olympische vlag en het doven van de vlam werden de Olympische Spelen 2020 officieel beëindigd.
De vlag

De vlag van de Olympische Spelen is wit met vijf in elkaar gevlochten ringen, drie boven, twee onder, in de kleuren blauw, geel, zwart, groen en rood.
Dit kan haast niet anders dan een van de bekendste vlaggen ter wereld zijn: er zullen maar weinig mensen zijn die de vlag met de gekleurde ringen niet onmiddellijk herkennen.
Uiteraard zijn er Olympische vlaggen in soorten en maten: de ‘officiële’ Olympische vlag is de vlag die van de ene gaststad naar de volgende verhuist en die doorgaans voordat de Spelen werkelijk beginnen in het plaatselijke stadhuis te zien is en moet niet verward worden met de enorme Olympische vlag die boven alles uit torent in een stadion, die na de Spelen onmiddellijk afgedankt wordt. Vaak wordt zo’n vlag daarna tentoongesteld.
Het logo
Als de Zomerspelen vorig jaar normaal doorgang hadden gevonden dan had de vlag toen zijn eeuwfeest beleefd, want hij werd geïntroduceerd tijdens de Spelen van 1920 in Antwerpen.
Dat betekent tevens dat de vijf daaraan voorafgaande edities van de moderne Spelen het zonder dit symbool deden waar we nu zo aan gewend zijn geraakt.

Het logo met de ringen is echter iets ouder dan 1920. Het werd in 1913 ontworpen door de Franse baron Pierre de Coubertin, die toentertijd voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) was.
Hij was de grote instigator van de moderne Olympische Spelen, waarvan de eerste editie in 1896 plaatsvond in de Griekse hoofdstad Athene, waarmee tevens de link werd gelegd met de Olympische Spelen van de Klassieke Oudheid, die in Olympia werden gehouden, tussen (naar we nu aannemen) 776 v. Chr. tot en met 393 na Chr.

Hoewel nogal eens wordt aangenomen dat de ringen van De Coubertin’s ontwerp de vijf continenten symboliseerden (Europa, Afrika, Azië, Amerika en Oceanië), lagen de bedoelingen van De Coubertin toch net iets anders: Zelf schreef hij daarover in de augustus-editie van 1913 van het blad Olympique:
“…de zes kleuren (met de witte achtergrond) gecombineerd vertegenwoordigen op deze wijze de vlaggen van ieder land op aarde, zonder uitzondering. Het blauw en geel van Zweden, het blauw en wit van Griekenland, de driekleuren van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Duitsland, België, Italië, Hongarije plus het geel en rood van Spanje zijn vertegenwoordigd, net als de innovatieve vlaggen van Brazilië en Australië en die van het oude Japan en het moderne China. Dit is echt een internationaal symbool”
Hiermee was er een logo dat tevens op een vlag gebruikt kon worden. We mogen er vanuit gaan dat dat bij de 6e Olympiade geweest zou zijn. Deze Spelen van 1916 zouden in Berlijn plaatsvinden. Ondanks het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 gingen de voorbereidingen hiervoor gewoon door: men ging er vanuit dat de oorlog niet zo lang zou duren.
Maar dit bleek te optimistisch gedacht, de oorlog sleepte zich voort tot 1918 en de 6e Olympiade werd afgelast.

Zodoende was het de 7e Olympiade (er werd dus gewoon doorgenummerd) van 20 april tot 12 september 1920 gehouden in Antwerpen, waar de Olympische vlag voor het eerst werd gehesen. (Berlijn was als organiserende stad “nicht mehr im Frage”, na de nederlaag van Duitsland in de Eerste Wereldoorlog en het land was dan ook uitgesloten van deelname in 1920, net als Oostenrijk).
Over een vlag die kwijtraakte en weer boven water kwam (Antwerpen-vlag nr.1) (1920)
De allereerste officiële Olympische vlag uit 1920, die bekend staat als de Antwerpen-vlag, bestaat nog steeds, na jarenlang spoorloos te zijn geweest.
We spoelen even vooruit naar 1997: tijdens een diner georganiseerd door het Amerikaans Olympisch Comité, interviewde een journalist de toen 100-jarige Hal Haig Prieste, die in 1920 een bronzen plak voor de V.S. had gewonnen bij het platform-duiken. De journalist merkte op dat het IOC niet kon achterhalen wat er met de originele Olympische vlag van 1920 was gebeurd.
“Daar kan ik je mee helpen”, was het antwoord van Prieste, “die zit in m’n koffer”.

Prieste vertelde vervolgens dat hij, opgehitst door een nachtelijke weddenschap met landgenoot Duke Kahanamoku*, tegen het einde van de Spelen in Antwerpen in de vlaggenmast van het stadion was geklommen en de vlag had gestolen.
*Duke Kahanamoku behaalde in 1920 twee gouden medailles: één bij het 100 m zwemmen en de andere bij het estafette-zwemmen
Dat het IOC niet wist wat er met de vlag gebeurd was is een ietwat curieus, want dat de vlag gestolen was moet bekend zijn geweest, omdat Prieste betrapt werd door de politie tijdens zijn actie. Maar wellicht doelden ze op het feit dat ze niet wisten wat er vervólgens met de vlag gebeurde: Prieste liep sneller dan de politie en ontkwam met de vlag als zijn trofee.

Met een speciale ceremonie tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney overhandigde (de toen inmiddels 103-jarige) Prieste de vlag uit 1920 aan toenmalig IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch.

De vlag werd vervolgens tentoongesteld in het Olympisch Museum in Lausanne in Zwitserland, maar bleef daar niet.
Vanaf het begin van de ‘herontdekking’ had de stad Antwerpen ook belangstelling voor de vlag. De stad was succesvol in zijn pogingen voor een terugkeer: in 2004 keerde de vlag terug naar de Scheldestad.
Vanaf 2013, toen Antwerpen Europese Sporthoofdstad was, was de vlag in de entreehal van het stadhuis te bewonderen. Vanwege de renovatie van het gebouw (vanaf 2017) is de vlag nu onderdeel van de collectie van het MAS (Museum aan de Stroom) in het noorden van de stad.
Antwerpen-vlag nr. 2 (1924)
Het was de bedoeling dat de Olympische vlag van 1920 naar de volgende gaststad Parijs zou verhuizen, maar omdat de officiële vlag zoek was, moest er een nieuw exemplaar gemaakt worden.
Deze tweede vlag werd eveneens Antwerpen-vlag genoemd, naar het waarom wordt nog steeds gegist: één verklaring is dat de vlag nu eenmaal debuteerde in Antwerpen, een andere is dat de nieuwe vlag in Antwerpen werd gemaakt.

Hoe dan ook: dit nieuwe exemplaar wapperde in 1924 voor het eerst tijdens de openingsceremonie in het Stade Olympique Yves-du-Manoir in Colombes, een voorstad van Parijs.
Deze nieuwe officiële versie zou het uithouden tot en met de Zomerspelen van 1984 in Los Angeles, waarna de vlag na 60 jaar ‘met pensioen mocht’.

1924 was tevens het debuut van de Olympische Winterspelen die tot en met 1992 in hetzelfde jaar als de Zomerspelen werden gehouden, toen er besloten werd ze los te koppelen, zodat de Winterspelen in de andere even jaren dan die van de Zomerspelen plaatsvinden (zie ook verderop).
Seoul-vlag (1988) en Rio de Janeiro-vlag (2016)
Voor de 24e Olympiade in 1988 in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul kwam er dus een nieuwe vlag, die dan ook bekend staat als de Seoul-vlag.
Ze deed 24 jaar dienst, tot en met de 30e Olympiade in Londen in 2012.

De vlag die nu in gebruik is (met franje langs de randen) debuteerde tijdens de Zomerspelen van 2016 in Rio De Janeiro in Brazilië, maar werd aan het einde van de Zomerspelen in Londen in 2012 al overhandigd aan burgemeester Eduardo Paes van Rio de Janeiro.

Deze vlag is nu te bewonderen in het stadhuis van Tokio, het Tōkyō-to Chōsha.

Vlaggen Winterspelen
Zoals boven vermeld, werden de Olympische Winterspelen voor het eerst gehouden in 1924 en wel in Chamonix, Frankrijk.
Tot 1952 werden voor de Winterspelen geen speciale vlaggen vervaardigd.

Bij die Spelen, gehouden in en rond de Noorse hoofdstad Oslo, kreeg voorzitter van het IOC, Sigfrid Edström, uit handen van burgemeester Brynjulf Bull, een Olympische vlag overhandigd, die net als bij de Zomerspelen overgedragen zou worden aan de volgende organiserende stad.
Aldus geschiedde, maar daar moet wel bij aangetekend worden dat de vlag alleen gebruikt werd bij de openingsceremonies. Normaliter was de vlag opgeborgen in een vitrine met daarbij de namen van alle gaststeden op bronzen plaquettes. Voor de sluitingsplechtigheden werd een replica gebruikt. In 2014 werd de Oslo-vlag met pensioen gestuurd.

In 2018, bij de Winterspelen in het Zuid-Koreaanse PyeongChang, bood de stad het IOC een nieuwe officiële vlag aan en deze is inmiddels doorgegeven aan gaststad Beijing, waar de Winterspelen van 2022 zullen plaatsvinden.
Olympische Jeugdspelen
Sinds 2010 zijn er ook Olympische Jeugdspelen voor 14- tot 18-jarigen. Deze Spelen (zowel Zomer- als Winterspelen) worden ook iedere vier jaar gehouden, maar precies omgekeerd als de ‘volwassen’ Spelen: de Zomer Jeugdspelen vinden dus plaats in het zelfde jaar als de Olympische Winterspelen en de Winter Jeugdspelen in het jaar van de Olympische Zomerspelen.

De eerste zomer-editie vond plaats in Singapore van 14 tot 26 augustus 2010. Eén dag voor de opening overhandigde IOC-voorzitter Jacques Rogge de officiële vlag voor de Jeugdspelen aan premier Lee Hsien Loong van Singapore.

Hoewel her en der vermeld wordt dat deze Olympische vlag naast de ringen ook de naam van de gaststad en het jaar van de Spelen laat zien, is daar op foto’s niets van waar te nemen! En dat zou ook vreemd zijn, want ook deze vlag is een doorgeef-vlag. In 2014 waren de Zomer Jeugdspelen in Nanjing (China) en in 2018 in Buenos Aires (Argentinië).

De editie 2022, te houden in Dakar (Senegal), is wegens de coronapandemie vervallen en vooruit geschoven naar 2026.

De eerste Winter Jeugdspelen werden gehouden van 13 tot 22 januari 2012 in Innsbruck (Oostenrijk). De 2016 en 2020 edities waren in respectievelijk Lillehammer (Noorwegen) en Lausanne (Zwitserland). In 2024 wordt het evenement in de provincie Gangwon (Zuid-Korea) gehouden.
Ook bij deze Spelen wordt de vlag doorgegeven aan de volgende stad (of provincie, zoals voor 2024).

Paralympische Spelen
Een heel verhaal! Maar hebben we nu alles gehad? Nee, want een goeie twee weken na de sluiting van de Olympische Zomerspelen beginnen de Paralympische Spelen 2020, die ook met een jaar waren uitgesteld.

Over de vlag en het logo van de Paralympische Spelen is heel wat te vertellen en dat gaat dan ook gebeuren!
Dinsdag 24 augustus gaat dit sportevenement van start: dan wordt de Paralympische vlag niet alleen in Tokio gehesen, maar ook bij Vlagblog en kunt u alles lezen over de nog maar korte, maar nogal stormachtige geschiedenis van vlag en logo.