Honduras – Cumpleaños de Francisco Morazán / Geboortedag van Francisco Morazán (1792)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Zoals al vaker gememoreerd in dit blog is de geschiedenis van Latijns-Amerika turbulent geweest en dat geldt zeer zeker voor de Midden-Amerikaanse landen. Een korte uiteenzetting van de historie van dit gebied is dan ook op z’n plaats!

Voorgeschiedenis

Tussen 1609 en 1821 vormden deze landen het zogenaamde Capitanía General de Guatemala (Kapiteinschap Generaal van Guatemala), ook wel het Reino de Guatemala (Koninkrijk Guatemala) geheten.

Dit gebied was zelf weer een onderdeel van het Virreinato de Nueva España (Vicekoninkrijk Nieuw Spanje) wat tevens Mexico omvatte en grote delen van de tegenwoordige Verenigde Staten, delen van het noordwesten van Zuid-Amerika en verscheidene Caribische eilanden. Deze gebieden vielen onder de Spaanse Kroon.

Vicekoninkrijk Nieuw Spanje
Het Virreinato de Nueva España (Vicekoninkrijk Spanje) in het grotere geheel (© elhistoriadores.wordpress.com)

Vanaf 1808 begon het grote Spaanse Rijk te desintegreren, dankzij de opkomst van Napoleon, die een groot deel van Spanje bezette, de Spaanse koning aan de kant schoof en zijn broer Joseph op de Spaanse troon zette. Het wakkerde onafhankelijkheidsbewegingen aan in geheel Latijns-Amerika en hoewel koning Ferdinand VII na de val van Napoleon zijn troon weer innam, was de geest al uit de fles.

Dit leidde een aantal jaren later naar de opstelling van een onafhankelijkheidsverklaring van het Kapiteinschap Generaal van Guatemala. Op 15 september 1821 werd het door de provincies van dit gebied geratificeerd, waardoor Honduras, Guatemala, El Salvador, Costa Rica en Nicaragua zich onafhankelijk verklaarden.

Kapiteinschap
Het Kapiteinschap Generaal van Guatemala (1821-1822)

Ook noorderbuur Mexico had zich vrijgemaakt en was nu het (Eerste) Keizerrijk Mexico onder keizer Agustín I, een voomalige legerofficier. Kort hierna kwam er een voorstel van de keizer aan de vijf Midden-Amerikaanse landen om zich bij het keizerrijk aan te sluiten.

guatemala 02 kaart
Links: Keizer Agustín I (Agustín de Iturbide) (1783-1824), schilderij door Primitivo Miranda (1822-1897) uit 1860 / Rechts: Het grondgebied van het Eerste Keizerrijk Mexico

El Salvador was tegen, maar de rest vóór, zodat op 6 januari 1822 de aansluiting een feit was. Het keizerrijk was echter een kort leven beschoren, na tegenstand en intrekking van steun aan de keizer door de meeste Mexicaanse provincies en militairen, koos Agustin eieren voor z’n geld. Hij abdiceerde en vluchtte het land uit, Hiermee viel het keizerrijk uit elkaar. Mexico werd een federale republiek en de vijf Midden-Amerikaanse landen vormden vanaf 1823 hun eigen republiek, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika). Deze nieuwe staat bestond tot 1841, waarna de vijf landen onafhankelijke staten werden.

Francisco Morazán

En dan komen we bij onze hoofdrolspeler van vandaag. Francisco Morazán Quesada werd op 3 oktober 1792 geboren in Tegucigalpa, tegenwoordig de hoofdstad van Honduras.
Morazán werd dus nog net in de koloniale tijd geboren.

Francisco Morazán Quesada (1792-1842), het enige contemporaine portret wat van Morazán bekend is, waarschijnlijk vóór 1839, artiest onbekend

Toen het Kapiteinschap Generaal van Guatemala uiteenviel (1821) was Morazán politiek actief. Hij was loco-burgemeester van Tegucigalpa en advocaat bij strafrechtzaken.
Zijn ster rees zo snel dat hij in 1823 betrokken was bij de oprichting van de Federale Republiek van Centraal-Amerika (Verenigde Provincies van Centraal Amerika), het samenwerkingsverband van Honduras, Guatemala, El Salvador, Costa Rica en Nicaragua.
In 1824 werd hij gekozen als minister voor Honduras in deze federatie.

Op 10 mei 1827 pleegde luitenant-generaal José Justo Milla met een legertje aanhangers een staatsgreep die de Hondurese vertegenwoordiging in de federale vertegenwoordiging overnam. Francisco Morazán trok als militair leider tegen Milla ten strijde en versloeg de troepen van Milla op 11 november in de Batalla de la Trinidad (Slag van La Trinidad), zuidelijk van Tegucigalpa.

De slag van La Trinidad op een Hondurees bankbiljet van 5 lempira

Toen Morazán vervolgens op verzoek van El Salvador ook daar een opstand neersloeg, steeg zijn populariteit en faam tot grote hoogte. Uiteindelijk leidde dit tot zijn verkiezing tot president van de federale republiek van de vijf landen.
Onder zijn leiding werd een groot aantal hervormingen doorgevoerd: invoering van de vrije meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van godsdienst, gelijkheid voor iedereen en een rechtssysteem met jury.

In 1839, aan het einde van zijn tweede ambtstermijn, brak er een burgeroorlog uit in de federatie, zodat nieuwe verkiezingen niet mogelijk waren. Hij werd later dat jaar wel president van El Salvador en probeerde vanuit die positie in maart 1840 de federatie te herstellen, maar dat liep op niets uit, waarna hij in ballingschap naar Colombia vertrok.

In 1842, toen de federatie al uiteengevallen was, dook hij opnieuw op in Midden-Amerika en wel in Costa Rica. Hier wierp hij zich op als leider van de oppositie tegen de nationale leider (de titel van president bestond toen nog niet in Costa Rica) Braulio Carillo, die zichzelf tot ‘leider voor het leven’ had uitgeroepen.
Morazán versloeg Carillo en nam zijn plaats in als leider van Costa Rica. Vanuit die positie probeerde hij opnieuw de federatie nieuw leven in te blazen, maar het was een gepasseerd station. De bevolking keerde zich tegen hem. Het leidde tot zijn arrestatie en die van generaal Vicente Villaseñor. Beiden werden geëxecuteerd op het centrale plein in San José op 15 september 1842.
Morazán’s laatste boodschap was tot Villaseñor vlak voor de executie: “Querido amigo, la posteridad nos hará justicia” (“Beste vriend, het nageslacht zal ons recht doen”). Daarna sloeg hij een kruis, waarna hij zelf het commando tot vuren gaf.

Een zogenaamde “artist’s impression” van de executie van Francisco Morazán

Na zijn dood zou Morazán uitgroeien tot een martelaar. Zijn constante streven om de vijf landen van de uiteengevallen federatie weer te verenigen is nog steeds actueel. Er is het CA-4 samenwerkingsverband tussen Honduras, Guatemala, El Salvador en Nicaragua, waarin gestreefd wordt tot verdere integratie. Het vijfde land, Costa Rica, moet hier echter niets van weten.

El Salvador was in maart 1887 het eerste Midden-Amerikaanse land wat Morazán eerde door de naam van het departement Gotera te vervangen door Morazán.
Guatemala volgde kort daarna, op 15 november 1887, met het besluit om de stad Tocoy Tzimá om te dopen tot Morazán.
Honduras veranderde in 1943 de naam van het departement Tegucigalpa in Francisco Morazán.
In Nicaragua werd in 1945 Port Morazán gesticht.
Costa Rica, waar hij de dood vond, noemde een park in San José naar hem.

Links: Morazán op een Salvadoreense munt van 25 centavos uit 1944 / Rechts: Buste van Morazán in Marcala, La Paz, Honduras (© Kes47)

Talloze standbeelden en bustes van Morazán zijn te vinden in Midden-Amerika, maar ook in Spanje, Chili, de Verenigde Staten. Een groot ruiterstandbeeld van Morazán is te vinden in zijn eigen stad Tegucigalpa.
Begraven ligt hij in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador.

Links: Grafmonument van Morazán in San Salvador, El Salvador / Rechts: Ruiterstandbeeld van Morazán op het Plaza Morazán in Tegucigalpa, Honduras

De geboortedag van Morazán is een officiële feestdag in Honduras. Overheidsinstanties, postkantoren, scholen, maar ook veel winkels zijn deze dag gesloten.
De dag staat tevens bekend als Día de Soldado (Dag van de Soldaten).

Aankondiging voor de feestdag met het ruiterstandbeeld van Morazán

De vlag

De vlag van Honduras is een horizontale driekleur in blauw-wit-blauw met in het midden van de witte baan vijf blauwe achtpuntige sterren, waarvan er één precies in het midden staat, links en rechts geflankeerd door de andere, onder elkaar geplaatste sterren.

Honduras vlag
Vlag van Honduras (1949-heden)

Net als de andere vier Midden-Amerikaanse landen, is de vlag van Honduras gebaseerd op die van de ‘superstaat’ die tussen 1823 en 1841 bestond, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika) geheten. De vlag van deze staat was op zijn beurt weer gebaseerd op die van Argentinië.

honduras 01
De vlaggen van Argentinië en de Federale Republiek van Centraal Amerika, ook wel de Verenigde Provincies van Centraal Amerika

Na het opdoeken van de superstaat behield Honduras wel de horizontale banen en de kleur blauw, maar dan een stuk donkerder, de witte baan bleef ‘leeg’. De vlag veranderde opnieuw in 1866: het blauw werd weer een paar tinten lichter en kreeg de vijf sterren op de vlag die het nu nog heeft en daarmee in feite de vlag was zoals we hem nu nóg kennen, ware het niet dat de sterren hier op hun punt staan. Ook werd er af en toe met de sterren geschoven. Zo komt de vlag in de 19e eeuw ook voor met de vijf sterren in een halve cirkel.

honduras 01 vlaggen drie
Historische vlaggen van Honduras, v.l.n.r.: 1839-1866, 1866-1898, 1866-1898 (alternatieve versie)

Tussen 1898 en 1949 staan de sterren weer netjes op hun vertrouwde plek, maar nu in goud. Vanaf dat jaar veranderen ze terug naar blauw en worden ze iets gekanteld, waardoor ze nu op twee punten staan.

Honduras vlag 1898-1949
Vlag van Honduras (1898-1948)

De twee blauwe banen symboliseren de twee oceanen waaraan Honduras grenst: de Atlantische en de Stille Oceaan, maar staan tevens voor de blauwe hemel en voor broederschap.
De vijf sterren herinneren aan de gezamenlijke geschiedenis van de vijf Midden-Amerikaanse landen.

Honduras marinevlag
Vlag van de Hondurese marine

Een aparte vlag is er voor de Fuerza Naval de Honduras, de Hondurese marine. Hier zijn de donkerder kleuren behouden die de vlag tussen 1833 en 1866 had. Op de witte baan is het staatswapen aangebracht, met daaronder de vijf sterren in een halve cirkel.

Het wapen van Honduras is -voorzichtig uitgedrukt- een hele toestand! Hieronder extra groot afgebeeld om de vele details te kunne waarnemen.

Honduras wapen
Het wapen van Honduras, ingevoerd in 1838, officieel erkend in 1866 en licht gewijzigd in 1935

In het midden een ovalen wapenschild met in gouden kapitalen het randschrift REPUBLICA DE HONDURAS, LIBRE, SOBERANA E INDEPENDENTE en in een iets kleinere letter 15 DE SEPTIEMBRE DE 1821 (REPUBLIEK HONDURAS, VRIJ, SOEVEREIN EN ONAFHANKELIJK – 15 SEPTEMBER 1821).

Op het schild staan verschillende elementen die ook bij de andere Midden-Amerikaanse landen zijn te vinden en die teruggaan op het wapen van de ‘superstaat’, de República Federal de Centroamérica (Federale Republiek van Centraal Amerika), ook wel Provincias Unidas del Centro de América (Verenigde Provincies van Centraal Amerika).

Centraal staat een gemetselde piramide, symbool voor recht en gelijkberechtigheid. Twee torens staan vóór de piramide: zij staan voor de bereidheid het grondgebied te verdedigen. Tussen de torens een vulkaan met daarboven een rode zon met gele gloed en daarachter een regenboog. De onderkant van het wapen wordt ingenomen door de oceaan en de bovenkant door een blauwe lucht met witte wolken.

Boven het wapenschild steekt een pijlenkoker met zeven gevederde pijlen in verschillende kleuren, symbool voor de oorspronkelijke inheemse bevolking. Aan weerszijden hiervan, langs het schild naar beneden afhangend, twee gouden hoornen van overvloed met bloemen en vruchten. De hoornen zijn aan hun bovenkanten verbonden middels een touw.

Het wapenschild rust aan de onderkant op een heuvelachtig landschap in naturalistische kleuren, met eiken- en pijnbomen en land- en mijnbouwgereedschap en twee mijningangen, symbool voor de rijkdom van het land.

Zuid-Korea – 개천절 / Gaecheonjeol / Stichtingsdag (2333 v. Chr.)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Zuid- én Noord-Korea vieren vandaag Gaecheonjeol, oftewel Stichtingsdag. Die stichting zou volgens een legende hebben plaatsgevonden in het verre, verre verleden en wel in 2333 v. Chr.

Legende

Het hoeft geen betoog dat dit niet meer te achterhalen valt. De oudste ‘bron’ waarin het stichtingsverhaal staat beschreven dateert uit de 13e eeuw na Chr. en is getiteld Samguk Yusa, een verzameling van legendes, volksverhalen, liederen, biografieën en historische verslagen
De legende verhaalt dat Korea (toen Gojoseon genaamd) gesticht werd door Dangun, zoon van de god Hwang Un.

De Samguk Yusa uit de 13e eeuw, geschreven in klassiek Chinees schrift (publiek domein)

Deze Hwang Un zou aan zijn vader, de oppergod Hwang In, toestemming hebben gevraagd om naar de aarde af te dalen om de dolende mensheid te redden. Hwang In gaf toestemming, waarna Hwang Un op 3 oktober 2457 v. Chr. op aarde neerdaalde, in gezelschap van Pungsa, Usa en Unsa, de goden van wind, regen en wolken, plus drieduizend volgelingen.
Zo begon zijn heerschappij, waarin hij besliste over leven, dood, ziekten, gezondheid en oogsten.

Hwang un met de berin en de tijger (© ancient-origins.net)

De legende beschrijft verder dat er in de Myohyangbergen (in het tegenwoordige Noord-Korea) een berin en tijger leefden die Hwang Un smeekten om in een mens te mogen veranderen. De berin en de tijger, die een koppel vormden, werd dit toegestaan. Om in mensen te veranderen moesten ze gewijd voedsel tot zich nemen en honderd dagen uit de zon blijven. Helaas slaagde alleen de berin hierin, waarna ze veranderde in een mooie jonge vrouw. Maar zonder tijger had ze nu geen partner meer, waarmee ze graag een kind had willen krijgen.
Hwang Un had zoveel medelijden met haar dat hij tijdelijk zelf een mensengedaante aannam, met haar trouwde en een zoon verwekte, Dangun (ook wel Tangun) genaamd.

Links: Oppergod Hwang In, de ‘opa’ van Dangun, uitgehouwen in een rotswand bij het Samseong (Paleis van de Drie Wijzen), Zuid-Korea (© Steve46814) / Rechts: Dangun (publiek domein)

En dan zijn we terug bij de aanleiding voor deze dag. Toen Dangun eenmaal volwassen was stichtte hij in 2333 v. Chr. Gojoseon (nu Korea). De legende beschrijft verder hoe godenzoon Dangun tot 1122 v. Chr. regeerde, waarna hij werd door een Chinese burggraaf. Tot zover de legende!

Feestdag

Op 15 januari 1909 werd Gaecheonjeol als officiële feestdag ingesteld, één jaar voor de annexatie van Korea door Japan, die tot en met 1945 zou duren.
3 oktober is een vrije dag voor de Zuid-Koreanen, waarbij men veelal op familiebezoek gaat en de dag wordt meestal afgesloten met vuurwerk.
In Noord-Korea is het geen officiële feestdag, maar wel is er op deze dag altijd een ceremonie bij het Mausoleum van Dangun (of Tangun) in Kangdong, niet ver van de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang. Het is de plek waar hij begraven zou zijn. In 1994 is er een trap-pyramide van 22 m gebouwd.

Het Mausoleum van Dangun (of Tangun)n in Kangdong, Noord-Korea

De vlag

zuid korea deze
T’aegukgi, de vlag van Zuid-Korea

De Zuid-Koreaanse vlag staat bekend onder de naam T’aegukgi (T’aeguk-vlag). Hij werd -in iets gewijzigde vorm- ontworpen in 1882, en ingevoerd op 27 januari 1883, toen het toen nog verenigde Korea een keizerrijk was.

Vlag Korea 1882
Oude versie van de vlag van Zuid-Korea

De vlag heeft een wit veld met middenin een cirkelvormig rood-blauw symbool, de T’aeguk, de vier hoeken bevatten zwarte symbolen bestaande uit balken en balkjes. De kleur wit is een traditionele Koreaanse kleur en staat voor de zuiverheid en de vrede.

De T’aeguk  bestaat uit in een twee delen gesneden schijf, de bovenkant rood, de onderkant blauw. Het zijn de yin (de blauwe onderkant) en de yang (de rode bovenkant). Het is een oeroude symboolcombinatie voor de kosmos en zijn tegenstellingen, zoals goed en kwaad, dag en nacht, droogte en vocht, licht en duisternis, mannelijk en vrouwelijk, actief en passief, enzovoort. De centrale gedachte hierbij op de vlag is dat er een voortdurende beweging in het universum is, maar dat er tegelijkertijd harmonie en balans is.

T'aeguk Zuid-Korea
T’aeguk-symbool (yin en yang)

De balkjessymbolen in de hoeken zijn zogenaamde trigrammen. Linksboven drie doorlopende balken, dit symbool heet de geon en staat voor de hemel, de lente, het oosten, de menselijkheid, vader, de hemel en gerechtigheid. Linksonder twee doorlopende balken en één gedeelde, dit is de ri, het staat voor de zon, de herfst, het zuiden, juistheid, dochter, vuur en vervulling.

Zuid Korea Trigrammen
De vier trigrammen van de vlag: v.l.n.r.: 건 (geon) / 리 (ri) / 감 (gam) / 곤 (gon)

Rechtsboven één doorlopende balk en twee gedeelde, dit is gam, en die staat voor de maan, de winter, het noorden, intelligentie, zoon, water en wijsheid. Rechtsonder tenslotte is gon, drie gedeelde balken, met als betekenis de aarde, zomer,het westen, beleefdheid, moeder, grond en vitaliteit. Net als de T’aeguk en de yin en yang  symboliseren de trigrammen het evenwicht.

Sinds 15 augustus 1948 is dit de officiële vlag van Zuid-Korea, Noord-Korea heeft op 9 september 1948 zijn eigen vlag ingevoerd.

Vlag Noord-Korea
Vlag van Noord-Korea (1948-heden)

Duitsland – Tag der Deutschen Einheit / Dag van de Duitse Eenheid (1990)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Na een jarenlange scheiding in West-Duitsland en Oost-Duitsland, werden beide landen opnieuw verenigd op 3 oktober 1990. Vandaag viert Duitsland dus z’n 30-jarige jubileum als eenheidsstaat.

3 oktober 1990, een juichende en vlaggenzwaaiende mensenmassa voor het Duitse Parlement, de Reichstag

Het jaar daarvoor was de Berlijnse Muur ‘gevallen’ en was het bestaansrecht van Oost-Duitsland na ‘die Wende’ eigenlijk verdwenen.

De Berlijnse Muur valt, 11 oktober 1989 (foto: Gerard Malie)

De vlag

Vlag van Duitsland (1949-heden)

De kleuren van de Duitse vlag stammen uit de Napoleontische vrijheidstrijd en kwamen voor in uniformen (en sommige vlaggen), zoals die van het Lützower Studentischen Freiwilligenkorps.

Kaart van de Duitse Bond, de federatie van 40 verschillende Duitse staten en staatjes (1815-1866), een ware lappendeken! (© Historischer Weltatlas, 89.Auflage, 1965)

De huidige driekleur in zwart, rood en geel werd officieel door de Duitse Bond ingesteld in 1848.

Links: Vlag van de Duitse Bond tussen 1815 en 1867 / Rechts: Otto von Bismarck (1815-1898), minister-president van Pruisen (1862-1890), bondskanselier van de Noord-Duitse Bond (1867-1871), rijkskanselier van het Duitse Keizerrijk (1871-1890)

In 1867, onder Otto von Bismarck, de bondskanselier van de Noord-Duitse Bond en minister-president van Pruisen, werd de vlag echter al weer verboden. Hij wilde een combinatie van de Pruisische (zwart-wit) en de Brandenburgse (rood-wit) vlaggen en dat werd dus een zwart-wit-rode vlag. Tijdens de Weimarrepubliek werd op 11 augustus 1919 de zwart-rood-gele vlag weer in ere hersteld.

V.l.n.r.: Vlag van Pruisen / Vlag van Brandenburg / Vlag van het Duitse Keizerrijk (1871-1918)

In 1933, toen de nazi’s van de NSDAP aan de macht kwamen, werd de vlag opnieuw afgeschaft en in eerste instantie vervangen door de zwart-wit-rode vlag. De rode partijvlag met het hakenkruis (swastika) werd aangeduid als tweede nationale vlag.

V.l.n.r.: Vlag van het Duitse Rijk (de Weimarrepubliek) (1919-1933) / Vlag van het Duitse Rijk (1933-1935) / Vlag van het Duitse Rijk (1935-1945), ook bekend als hakenkruisvlag of Nazivlag

Op 15 september 1935 werd de hakenkruisvlag uitgeroepen tot officiële Duitse vlag, de zwart-wit-rode vlag werd als ‘te reactionair’ gezien. Hoewel de swastika al sinds 1920 door de NSDAP als symbool werd gebruikt, ook op vlaggen, was het Adolf Hitler die in 1925 de definitieve vlag ontwierp: een zwarte naar rechts wijzende swastika in een witte cirkel op een rood veld, opnieuw de Duitse kleuren zwart-wit-rood dus.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de hakenkruisvlag ook in de bezette gebieden gebruikt en werd ze een gehaat symbool, de representatie voor onderdrukking, angst en terreur.

Duitsland verdeeld in bezettingszones: Frans (blauw), Brits (groen), Amerikaans (oranje) en Russisch (rood). Inzet: Het eveneens in vieren opgedeelde Berlijn

Na de Duitse nederlaag in de Tweede Wereldoorlog werden het land en de hoofdstad Berlijn in vieren verdeeld, in Franse, Britse, Amerikaanse en Russische bezettingszones, waar dus ook de desbetreffende vlaggen werden gebruikt.
Alleen voor gebruik op zee werd er een tijdelijke Duitse scheepsvlag ontworpen. Deze vlag werd ingevoerd op 12 december 1946. De vlag was gelijk aan de internationale seinvlag voor de letter C, maar dan ingehoekt. De keuze was niet zozeer vanwege de C, maar had te maken met de kleuren.
De C-seinvlag is een horizontale vijfkleur in blauw-wit-rood-wit-blauw en bevatte daarmee de nationale kleuren van de vier bezettingsmachten: Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie.

Links: Internationale seinvlag, letter C (ontwerp uit 1855) / Rechts: De Duitse koopvaardijvlag (1946-1950), de zogenaamde Doppelstander

Deze ingehoekte versie van seinvlag stond bekend als de C-Doppelstander en was in gebruik tot 14 augustus 1950. Deze koopvaardijvlag mocht door andere schepen niet gegroet worden, er mocht deze vlag dus geen eer worden bewezen.

In augustus 1948 begonnen de voorbereidingen voor nieuwe Duitse symbolen. Na veel discussies werd men het er uiteindelijk over eens dat de Bondsrepubliek Duitsland als opvolger van de Weimarrepubliek (1919-1933) gezien moest worden en dus keerde men terug naar de zwart-rood-gele vlag.
Met de invoering van de nieuwe Duitse Grondwet op 23 mei 1949 werd ook de oude vlag gerehabiliteerd. Dit was tevens de dag dat de westelijke bezettingszones opgingen in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD/West-Duitsland).


In de Sovjet-bezettingszone had men zich tijdens het Tweede Volkscongres in 1948 uitgesproken voor terugkeer naar de zwart-wit-rode vlag, die tussen 1867 en 1918 en opnieuw kortstondig tussen 1933 en 1935 in gebruik was als vlag van het Duitse Rijk, maar op voorspraak van Friedrich Ebert Jr., lid van het Centraal Comité van de SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands), comformeerde het oostelijk deel van Duitsland zich aan de keuze van het grotere westelijke deel van het land. Het enige verschil was dat de kleurspecificaties van het rood en geel iets afweken.
De stichting van de Duitse Democratische Republiek (DDR/Oost-Duitsland) volgde een paar maanden na die van de BRD, op 7 oktober 1949, waarbij het grondgebied geheel samenviel met dat van de Russische bezettingszone.

Een uitzondering was er voor hoofdstad Berlijn, middenin de DDR gelegen, die op zijn beurt in vier bezettingszones was opgedeeld. Hier bleven de bezettingsmachten actief aanwezig. Voor de DDR bleef (Oost)-Berlijn de hoofdstad, de BRD verhuisde zijn regering en overheidsapparaat naar Bonn, in Noordrijn-Westfalen.

Kaart van West- en Oost-Duitsland met daarin de grenzen van de deelstaten

Hamer en passer

Met het verder uit elkaar groeien van West-Duitsland (BRD) en Oost-Duitsland (DDR) nam in de communistische DDR de behoefte aan onderscheiding met de BRD toe. Zodoende werd in 1959 het staatswapen midden op de vlag geplaatst.

De drie versies van het DDR-wapen, v.l.n.r.: 1950-1953, 1953-1955, 1955-1990

Dit wapen werd op 12 januari 1950 ingevoerd en symboliseert de boeren en de arbeidersklasse. Deze eerste versie had slechts een hamer en een ring van rogge-aren.
Op 28 mei 1953 werd een tweede versie geïntroduceerd: de hamer kreeg gezelschap van een passer en de roggering was behoorlijk uitgedijd. De Duitse driekleur werd toegevoegd en rond de onderkant van de rogge gewikkeld.
De derde versie werd ingevoerd op 23 september 1955, waarbij het witte veld achter hamer en passer communistisch rood werd.

Links: Vlag van de DDR (1959-1990) / Rechts: Handelsvlag van de DDR (1959-1973)


Op 1 oktober 1959 werd het embleem vervolgens ‘bevorderd’ en op de vlag geplaatst.
Tegelijkertijd werd er een handelsvlag ingevoerd, waarbij het wapen verkleind in het kanton geplaatst werd. Deze vlag was in gebruik tot 1973.

Maar, en dat is natuurlijk wat er vandaag gevierd wordt, sinds 1990 is men weer samen onder één en dezelfde vlag.
Al in juni 1990, vooruitlopend op de datum van 3 oktober, verdween de DDR-vlag van het toneel en werd ingeruild voor die van de BRD, van een Verenigd Duitsland.
Bonn werd als hoofdstad verlaten en Berlijn werd opnieuw de ongedeelde hoofdstad.

Overig

Tot slot twee varianten van de Duitse vlag: de dienstvlag, in gebruik bij overheid en leger en de marinevlag.

Links: Dienstvlag van Duitsland (1950-heden), in gebruik bij de overheid en het leger / Rechts: Marinevlag van Duitsland (1956-heden)

De dienstvlag uit 1950 heeft het Duitse wapen, een gestileerde zwarte adelaar met rode snavel en klauwen op een geel veld, in de Duitse kleuren dus, midden op de Duitse driekleur.
De marinevlag is identiek aan de dienstvlag, maar dan ingehoekt. Deze vlag werd op 25 mei 1956 ingevoerd.