Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:
Op de 1e maandag en de 1e dinsdag van juli heeft Zambia twee officiële feestdagen. Vandaag de eerste, Heroes’ Day, morgen gevolgd door Unity Day.
De onafhankelijkheid van Zambia in 1964 werd voorafgegaan door een periode van grote onrust, waarbij het Verenigd Koninkrijk zijn best deed om het streven naar zelfbestuur in de kiem te smoren door protesten hardhandig neer te slaan.
Op de 10e verjaardag van de onafhankelijkheid in 1974, onthulde president Kenneth Kaunda het Zambiaanse Vrijheidsbeeld in het centrum van Lusaka. Het is een standbeeld van Zanco Mpundu Mutembo. Hij was in 1963 tijdens een protestbijeenkomst voor de onafhankelijkheid gearresteerd. In de gevangenis werd hij geketend en werd hem verteld dat hij vrij zou komen als hij zijn ketenen zou verbreken en anders wachtte hem executie. Tot ieders verbazing lukte het hem los te komen, waardoor hij vrij kwam.
Het standbeeld aan Independence Avenue laat Mutembo zien op het moment dat hij zijn ketenen verbreekt.

Het standbeeld staat op Heroes’ Day altijd centraal bij plechtigheden, net als op Zambia’s Independence Day, op 24 oktober.
Overigens wordt Heroes’ Day inmiddels niet meer alleen aan Mutembo gekoppeld, maar wordt de dag breder getrokken, zoals de 18 spelers van het nationale Zambiaanse voetbalteam die op 27 april 1993 bij een vliegtuigongeluk in Gabon om het leven kwamen.

De vlag
De vlag van Zambia is groen met bovenin het uitwaaiende gedeelte een Afrikaanse zeearend (Haliaeetus vocifer) in oranje. Daaronder een rechthoek van drie verticale banen in rood-zwart-oranje.
De Zambiaanse vlag is daarmee nogal ongewoon. In ‘vlaggenland’ is het erg ongebruikelijk om de symbolen op een vlag aan de vluchtzijde te zetten. De reden daarvoor is eigenlijk vrij simpel: bij weinig wind is het uitwaaiende gedeelte van de vlag nauwelijks of niet te zien, daarom wordt er meestal gekozen voor de mastzijde of anders middenin.
De kleuren groen en oranje zijn overgenomen van de vlag van de al eerder genoemde United National Independence Party (UNIP), waarvan Kenneth Kaunda tussen 1960 en 1964 voorzitter van was.

Deze vlag had een groen veld, aan drie zijden omzoomd met een donkeroranje rand. Middenin de vlag is in zwart een Afrikaanse schoffel of hak afgebeeld.

Terug naar de nationale vlag. De kleur groen staat voor de natuurlijke rijkdommen van het land en de vegetatie, rood voor de vrijheidsstrijd, zwart voor de bevolking en oranje voor de rijkdom aan delfstoffen (waarvan koper de belangrijkste is).
De zeearend staat voor de vrijheid en voor het vermogen van de bevolking om over problemen heen te komen. Overigens komt de vogel ook op het staatswapen voor.
De vlag is een ontwerp van Gabriel Ellison, een Zambiaanse kunstenares die tussen de jaren ’60 en ’80 van de vorige eeuw ook veel postzegels ontwierp.

In 1996 kreeg de vlag een iets lichtere kleur groen.
De eerste vlag van Zambia was die van de British South Africa Company (BSAC), het eerder genoemde bedrijf voor het exploiteren van de minerale rijkdommen van Zuidelijk Afrika, opgericht in 1889 door Cecil Rhodes, een man waar later Noord- en Zuid-Rhodesië naar werden vernoemd.

De vlag is een Union Flag of Union Jack met middenin de badge met het logo van de BSAC. Op deze rood-omcirkelde badge zien we een op een rood-geel gekleurd koord ‘gaande’ Britse leeuw, die in zijn rechterpoot een slagtand van een olifant omklemt, met daaronder in kapitalen de letters “B.S.A.C.”. Deze vlag was in gebruik tussen 1890 en 1924.
Toen het land in 1924 een Britse kroonkolonie werd, onder de naam Noord-Rhodesië, moest er ook een koloniale vlag komen, een blue ensign met het wapen als badge in het uitwaaiende gedeelte.,

Het duurde echter nog tot 1927 voordat er een wapen was ontworpen. Officiële goedkeuring volgde in 1928. De bovenkant van het wapen laat de Afrikaanse zeearend met gespreide vleugels zien tegen een blauwe achtergrond, met een vis in de klauwen. De vogel is afgebeeld boven de Victoria-watervallen, die hier in de onderste helft van het schild worden afgebeeld in de vorm zwart-witte zigzag-lijnen.

Deze vlag bleef bestaan tot en met 1963, maar omdat Noord-Rhodesië tussen 1953 en 1963 tevens onderdeel werd van de Centraal-Afrikaanse Federatie, samen met Zuid-Rhodesië (Zimbabwe) en Nyasaland (Malawi), moest daar ook een vlag voor ontworpen worden.

En dat brengt ons bij de volgende blue ensign, één die delen van de drie wapens van de drie gebieden bovenop elkaar propte in de badge. Van boven naar beneden zien we een opkomende zon voor Nyasaland, een ‘gaande’ rode leeuw voor Zuid-Rhodesië en de Victoria-watervallen uit het wapen van Noord-Rhodesië.