Tagarchief: Turkije

Turkije – Cumhuriyet Bayramı / Dag van de Republiek (1923)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

De 29e oktober is een officiële feestdag in Turkije. Op deze dag in 1923 werd door Mustafa Kemal Atatürk de Turkse Republiek opgericht, waarvan hij de eerste president werd.

Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938), die na zijn aantreden als president in 1923 nog drie maal werd herkozen en de functie tot aan zijn dood bekleedde, foto uit de jaren ’30 (fotograaf onbekend / publiek domein)

De staatkundige voorloper van Turkije was het Ottomaanse sultanaat, dat na de Eerste Wereldoorlog in 1918 tot de verliezers behoorde.
Mustafa Kemal was de belangrijkste figuur in de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog (1919-1923) die daarna uitbrak en onder zijn leiding werd het sultanaat op 23 oktober 1923 afgeschaft, Hierna nam hij de naam Atatürk (‘vader van de Turken’) aan.

Mehmet VI (1861-1926), de laatste sultan (1918-1922) van het Ottomaanse Rijk (foto: Library of Congress / publiek domein)

Mehmet VI, de laatste sultan ging vervolgens in ballingschap en overleed drie jaar later in het Italiaanse San Remo. Hij werd begraven in Damascus, de hoofdstad van Syrië.

Affiche voor de Dag van de Republiek

De Dag v an de Republiek wordt altijd uitbundig gevierd met parades, lezingen, culturele elementen en veel vlagvertoon.

Een zee van vlaggen op de Dag van de Republiek (fotograaf onbekend)
Kaart van Turkije (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag. van Turkije (1936-heden)

De vlag van Turkije is rood met een wassende maan met een vijfpuntige ster in wit en behoort zonder enige twijfel tot een van de herkenbaarste nationale vlaggen in de wereld door haar eenvoud en kleur.

Tekening met de maatvoering van de symbolen op de Turkse vlag

De Turkse Republiek werd uitgeroepen op 1 november 1922, toen het parlement een einde maakte aan het Ottomaanse Rijk, waarvan het huidige Turkije het centrum was.

Sjeikh ul-Islam Mustafa Hayri (1867-1921) (de belangrijkste islamitische rechtsgeleerde van het Ottomaanse Rijk) deelt de oorlogsverklaring (jihad) van sultan Mehmed V mee in Constantinopel (het huidige Istanboel), november 1914, vanaf een podium behangen met een hele verzameling Ottomaanse vlaggen met een duidelijk kloeker formaat maan (publiek domein)

Dit voormalige wereldrijk verloor in de 19e eeuw gaandeweg steeds meer gebied en behoorde aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 samen met de keizerrijken Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tot de verliezers.

Vlag van het Ottomaanse Rijk (1844-1923), waarbij het verschil met de huidige vlag van Turkije moeilijk waarneembaar is (de wassende maan is iets groter)

De nieuwe republiek handhaafde de Ottomaanse vlag, die veertien jaar later dus gestandaardiseerd werd.
Het interessante is dus dat de vlag van het Ottomaanse Rijk nog steeds in gebruik is, zij het niet langer als vlag van een sultanaat.
Hoewel we weten dat de Ottomaanse vlag werd ingevoerd in 1844, werd ze waarschijnlijk al in de tweede helft van de 18e eeuw gebruikt.

Origineel exemplaar van een Ottomaanse vlag (220 x 150 cm) (fotograaf onbekend)

Vóór die tijd werden in het Ottomaanse Rijk (± 1299-1922) overigens ook al langere tijd rode vlaggen gebruikt.

Hoewel we de wassende maan tegenwoordig met de islam identificeren, heeft het symbool op de Turkse vlag van oorsprong geen religieuze betekenis.
De vlag staat bekend onder drie namen: ay yıldız, al bayrak en al sancak (respectievelijk maan-ster, de rode vlag en het rode vaandel).

Vlag van de president

Vlag van de president van Turkije

De vlag van de president van Turkije is een variatie op de nationale vlag en werd ingevoerd in 1923. In de top van de broekzijde van de vlag is het goudkleurige presidentiële symbool toegevoegd: een zon met acht lange en acht korte stralen met daaromheen zestien vijfpuntige sterren.

Het presidentiële symbool van Turkije

De zon staat symbool voor de oneindigheid van Turkije, de zestien sterren symboliseren de zestien historische Turkse rijken, inclusief het Ottomaanse Rijk.

Albullah Gül (1950), president van Turkije van 2007 tot en met 2014 poseert voor de presidentiële vlag van Turkije, met achter hem een portret van Kemal Atatürk, de eerste president en grondlegger van de Turkse republiek (fotograaf onbekend)

Cyprus – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1960)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Screenshot

Na het einde van de Russisch-Turkse oorlog in 1878, kwam Cyprus onder Brits bestuur te staan. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918, werd het eiland officieel door het Verenigd Koninkrijk geannexeerd. Heel veel Grieks-Cyprioten hadden als ideaal één staat te vormen met Griekenland en vanaf 1955 kwam er een guerilla-campagne op gang door de EOKA (Ethniki Organosis Kyprion Agoniston – Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders). Deze guerilla-oorlog duurde vier jaar. In oktober 1959 werd in Zürich een vredesovereenkomst gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Turkije.

Het tekenen van de onafhankelijkheid van Cyprus, 16 augustus 1960. Zittend v.l.n.r.: President en aartsbisschop Makarios III (1913-1977), Sir Hugh Mackintosh Foot, de laatste gouverneur van Cyprus (1907-1990) en vice-president Fazil Küçük (1906-1984) ( (© Press and Information Office of the Republic of Cyprus)

Op 16 augustus 1960 werd Cyprus een onafhankelijke staat, waarbij de macht verdeeld werd tussen de grote Grieks-Cypriotische meerderheid en de Turks-Cypriotische minderheid. Op 20 september werd het nieuwe land lid van de Verenigde Naties en van het Britse Gemenebest. Op 1 oktober werd het dan nog eens extra officieel toen de Britse gouverneur van Cyprus, Sir Hugh Mackintosh Foot, een proclamatie voorlas die de onafhankelijkheid officieel bevestigde.

Kaart van Cyprus met de groene zone van de Verenigde Naties die de republieken Cyprus en Noord-Cyprus van elkaar scheidt. In paars en rood de Britse militaire bases Dhekelia en Akrotiri

Zoals we inmiddels weten is het niet bij eenheid gebleven, maar viel het land in 1974 in twee delen uiteen, een Turks-Cypriotisch deel in het noordoosten en een Grieks-Cypriotisch deel in het zuidwesten. Het Turks-Cypriotische deel wordt enkel door Turkije als onafhankelijk land erkend, de rest van de wereld beschouwt het als bezet gebied van de republiek Cyprus. Pogingen om tot een hereniging te komen zijn tot nu toe telkens mislukt.

Kaart van Cyprus (© freeworldmaps.net)

NB: Het Verenigd Koninkrijk heeft tot op heden nog steeds een militaire aanwezigheid op Cyprus: twee bases: Akrotiri en Dhekelia. Tezamen staan ze bekend onder de naam British Forces Cyprus.

De vlag

Vlag van Cyprus (1960-heden, met kleine wijziging in 2006)

De huidige vlag van Cyprus werd voor het eerst gehesen op 16 augustus 1960. De vlag is geheel wit en middenin zijn de contouren van het eiland in okergeel geplaatst, waaronder twee deels gekruiste olijftakken in groen. Het wit en de olijftakken verwijzen naar de vrede (die er helaas in de praktijk dus niet is). De okergele kleur van de landkaart van het eiland verwijst naar de rijke kopermijnen, waaraan Cyprus ook zijn naam dankt (Kypros).

V.l.n.r.: Ismet Güney (1923-2009) / President en aartsbisschop Makarios III, geboren als Michael Christodoulou Mouskos (1913-1977) / Vice-president Fazıl Küçük (1906-1984)

Het ontwerp van de vlag is gebaseerd op een voorstel van de Turks-Cypriotische tekenleraar Ismet Güney. De eerste president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III, keurde het voorstel goed, met toestemming van zijn vice-president Fazil Küçük. In april 2006 werden er een paar kleine wijzigingen doorgevoerd, de okergele koper-kleur kreeg een ander Pantone-nummer, net als het groen van de olijftakken, die tevens iets van vorm veranderden.

Tijdens de Britse bezetting (1878-1960) had Cyprus twee opeenvolgende blue ensigns, waarvan de eerste ietwat curieus is. Ze was in gebruik tussen 1881 en 1922 en had op het uitwaaiende gedeelte, waar normaliter de zogenaamde badge staat (het symbool voor het gebied), een witte cirkel met daarin drie kapitalen in zwart: CHC. Dit stond voor Cyprus High Commissioner en was dus eigenlijk alleen bedoeld voor de Britse Hoge Commissaris.

Drie historische vlaggen van Cyprus, v.l.n.r.: blue ensign met CHC-badge (1881-1922), blue ensign met leeuwen (1922-1960), red ensign (koopvaardijvlag) met leeuwen (1922-1960)

De tweede blue ensign (1922-1960) draagt wél een badge die symbool staat voor Cyprus, zij het zonder cirkel eromheen. De afbeelding zelf, twee zogenaamde ‘gaande’ leeuwen in rood, boven elkaar, was al ontworpen in 1905, maar kwam pas in 1922 op de vlag terecht.
De leeuwen verwijzen naar Richard Leeuwenhart, die tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192) in 1191 op Cyprus landde na schipbreuk te hebben geleden. Hij ging niet zitten sikkeneuren, maar veroverde het eiland. Het was per slot van rekening strategisch gelegen ten opzichte van het Heilige Land.
Van deze blue ensign-versie bestond ook een red ensign-variatie, een koopvaardijvlag, waarbij de rode leeuwen wat kleiner werden afgebeeld in een witte badge.

Noord-Cyprus en Verenigd Cyprus

De onofficiële Turkse Republiek Noord-Cyprus voert sinds 1984 een eigen vlag. Oorspronkelijk werd de Turkse vlag gebruikt met boven- en onderin twee horizontale witte strepen. In het huidige ontwerp zijn de kleuren omgedraaid, zodat de vlag nu wit met rood is, in plaats van rood met wit.

Links: Vlag van Noord-Cyprus (ook bekend als Turks-Cyprus) (1984-heden) / Rechts: Ontwerp uit 2004 voor een vlag van Verenigd Cyprus

In de loop der jaren zijn er volop pogingen gedaan om tot een federale Cypriotische republiek te komen, met de Griekse en Turkse gebieden verenigd. Hoewel het (tot nu toe) nooit zover is gekomen, waren er al plannen voor een vlag voor zo’n republiek. De Verenigde Naties hielden een ontwerp-competitie in 2004.

De vlag die uit de bus kwam rollen was een horizontale driekleur in blauw-okergeel-rood. De blauwe en rode banen waren niet veel breder dan stroken, terwijl het okergeel het grootste gedeelte van de vlag vulde. De kleuren werden van elkaar gescheiden door twee smalle witte lijnen.
Het blauw stond symbool voor de Grieken, het rood voor de Turken, terwijl het geel opnieuw voor het koper van het eiland staat (net als de huidige vlag). Hoewel er officieel niets over de witte lijnen bekend werd gemaakt, werd er vanuit gegaan dat die de vrede representeerden.

Hoewel de Turks-Cyprioten met 64,9% ‘ja’ zeiden tegen de vlag, moesten de Grieks-Cyprioten er niets van hebben: 75,8% stemde tegen. Exit vlagontwerp.
Mocht er ooit een verenigd Cyprus komen, dan zal men terug moeten naar de tekentafel!

Britse bases

Op de twee Britse bases Akrotiri en Dhekelia (British Forces Cyprus) wordt de nationale Britse vlag (Union Flag of Union Jack) gebruikt.

Cyprus vanuit de lucht (© reunitingcyprus.com)

Turkije – Vlag officieel vastgesteld (1936)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Hoewel de Turkse vlag ouder is dan 1936, was het op 29 mei van dat jaar dat de vlag voor het eerst officieel gestandaardiseerd werd.

Kaart van Turkije (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag. van Turkije (1936-heden)

De vlag van Turkije is rood met een wassende maan met een vijfpuntige ster in wit en behoort zonder enige twijfel tot een van de herkenbaarste nationale vlaggen in de wereld door haar eenvoud en kleur.

Tekening met de maatvoering van de symbolen op de Turkse vlag

De Turkse Republiek werd uitgeroepen op 1 november 1922, toen het parlement een einde maakte aan het Ottomaanse Rijk, waarvan het huidige Turkije het centrum was.

Sjeikh ul-Islam Mustafa Hayri (1867-1921) (de belangrijkste islamitische rechtsgeleerde van het Ottomaanse Rijk) deelt de oorlogsverklaring (jihad) van sultan Mehmed V mee in Constantinopel (het huidige Istanboel), november 1914, vanaf een podium behangen met een hele verzameling Ottomaanse vlaggen met een duidelijk kloeker formaat maan (publiek domein)

Dit voormalige wereldrijk verloor in de 19e eeuw gaandeweg steeds meer gebied en behoorde aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 samen met de keizerrijken Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tot de verliezers.

Vlag van het Ottomaanse Rijk (1844-1923), waarbij het verschil met de huidige vlag van Turkije moeilijk waarneembaar is (de wassende maan is iets groter)

De nieuwe republiek handhaafde de Ottomaanse vlag, die veertien jaar later dus gestandaardiseerd werd.
Het interessante is dus dat de vlag van het Ottomaanse Rijk nog steeds in gebruik is, zij het niet langer als vlag van een sultanaat.
Hoewel we weten dat de Ottomaanse vlag werd ingevoerd in 1844, werd ze waarschijnlijk al in de tweede helft van de 18e eeuw gebruikt.

Origineel exemplaar van een Ottomaanse vlag (220 x 150 cm) (fotograaf onbekend)

Vóór die tijd werden in het Ottomaanse Rijk (± 1299-1922) overigens ook al langere tijd rode vlaggen gebruikt.

Hoewel we de wassende maan tegenwoordig met de islam identificeren, heeft het symbool op de Turkse vlag van oorsprong geen religieuze betekenis.
De vlag staat bekend onder drie namen: ay yıldız, al bayrak en al sancak (respectievelijk maan-ster, de rode vlag en het rode vaandel).

Vlag van de president

Vlag van de president van Turkije

De vlag van de president van Turkije is een variatie op de nationale vlag en werd ingevoerd in 1923. In de top van de broekzijde van de vlag is het goudkleurige presidentiële symbool toegevoegd: een zon met acht lange en acht korte stralen met daaromheen zestien vijfpuntige sterren.

Het presidentiële symbool van Turkije

De zon staat symbool voor de oneindigheid van Turkije, de zestien sterren symboliseren de zestien historische Turkse rijken, inclusief het Ottomaanse Rijk.

Albullah Gül (1950), president van Turkije van 2007 tot en met 2014 poseert voor de presidentiële vlag van Turkije, met achter hem een portret van Kemal Atatürk, de eerste president en grondlegger van de Turkse republiek (fotograaf onbekend)

Libanon – عيد الشهداء / Martelaarsdag (1916)

Martelaarsdag is een nationale dag in Libanon en Syrië ter herdenking van de Libanese en Syrische Arabische nationalisten, zowel moslims als christenen, die op 6 mei 1916 in Beiroet en Damascus werden geëxecuteerd door Jamal Pasha, ook bekend als Al Jazzar of De Slager de Ottomaanse wāli (gouverneur) van Groot-Syrië.
Ze werden geëxecuteerd op zowel het Burjplein in Beiroet als op het Marjehplein in Damascus. Beide pleinen heten sindsdien Plein der Martelaren.

Jamal Pasha (1872-1922), wāli van Groot-Syrië (© Cassowary Colorizations / publiek domein)

Groot-Syrië

Het Ottomaanse Rijk, waarvan eigenlijk alleen het huidige Turkije nog over is (maar dus niet meer onder dezelfde naam), was bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog allang niet meer zo groot als het ooit was.
Op de kaart hieronder zien we het gebied weergegeven.

Het gebied dat als Groot-Syrië bekend stond, omvatte delen van het huidige Syrië, Jordanië, Israël (toen nog Palestina) en heel Libanon.
Deze delen van het rijk stonden al sinds 1516 onder Ottomaanse controle.

Kaart uit 1851 van Groot-Syrië als onderdeel van het Ottomaanse Rijk, door Henry Warren (1794-1879) (© davidrumsey.com / publiek domein)

Jonge Turken

De opkomst van de politieke hervormingsbeweging van de zogenaamde Jonge Turken in 1908, die zich tegen de absolute monarchie in het sultanaat keerde en een constitutionele regering eiste, luidde het begin in van het einde van het Ottomaanse Rijk.
Door middel van een staatsgreep werd sultan Abdülhamit II van het Ottomaanse Rijk door de Jonge Turken aan de kant geschoven.
Hij werd weliswaar opgevolgd door zijn broer Mehmet V, maar deze was niet meer dan een symbolisch staatshoofd.

Sultan Mehmet V (1844-1918) op een portret uit 1916 door een onbekende schilder (publiek domein)

Het zorgde er voor dat ook in andere delen van het rijk, zoals in Groot Syrië, de roep voor meer zelfstandigheid sterker werd.
In eerste instantie waren de eisen van de Arabieren van reformistische aard en beperkten zich in het algemeen tot meer autonomie, gebruik van het Arabisch in het onderwijs en wijzigingen in de dienstplicht.
Arabisch nationalisme was echter nog geen massabeweging. Bij veel Arabieren lag hun primaire loyaliteit bij hun religie of sekte, hun stam of hun eigen lokale bestuur.

Naarmate echter het nationalisme in het Turkse deel van het rijk tussen 1908 en 1913 verder toenam, werd de roep voor meer autonomie en zelfs zelfstandigheid van de Arabische delen van het Ottomaanse Rijk ook groter. Er ontstonden diverse groepen die deze doelen nastreefden, zowel christelijke als islamitische.
Libanon werd een semi-autonome status toegestaan.

Eerste Wereldoorlog en Triple Entente

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 luidde het definitieve einde van het Ottomaanse Rijk in.
Het land sloot zich aan bij het Duitse Rijk en vormde de Ottomaans-Duitse Alliantie.
Dit bindende bondgenootschap leidde er uiteindelijk toe dat het Ottomaanse Rijk in augustus 1914 aan de zijde van de Centrale Mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije) de Eerste Wereldoorlog inging, in een strijd tegen de Triple Entente, de geallieerde strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland, waar de Verenigde Staten zich later bij aansloten.

Russische afbeelding uit 1914 met de verpersoonlijking van de Triple Entente, met Rusland in het midden, met een orthodox kruis, symbool voor geloof en vertrouwen, links de Franse Marianne met Frygische muts en een hart, symbool voor liefde en liefdadigheid en rechts Britannia met een anker, symbool voor de marine, maar ook voor hoop, de titel СОГЛАСІЕ betekent zoveel als ‘overeenkomst’ of ‘verdrag’ (publiek domein)

Jamal Pasha

De Ottomaanse regering schafte de semi-autonome status van Libanon weer af en en benoemde Jamal Pasha, destijds minister van Marine, tot opperbevelhebber van de Turkse strijdkrachten in Groot-Syrië, met zoveel bevoegdheden als hij zelf nodig achtte.
Bekend om zijn hardvochtigheid kreeg Jamal Pasha de bijnaam Al Jazzar, oftewel De Slager. Hij bezette Libanon en doodde indirect een kwart van de bevolking door uithongering van 1915 tot 1918.

Ongedateerde foto van slachtoffers van de hongersnood in Libanon (publiek domein)

In februari van dat jaar, gefrustreerd door zijn mislukte aanval op de Britse troepen die het Suezkanaal beschermden, begon Jamal Pasha een blokkade van de gehele oostelijke Middellandse Zeekust om te voorkomen dat voorraden zijn vijanden bereikten.
Libanon leed meer dan welke andere Ottomaanse provincie dan ook. De blokkade leidde tot een ernstig voedseltekort deels het gevolg van sprinkhanenzwermen die Libanon binnenvielen. Het resultaat was hongersnood, gevolgd door de pest, die meer dan een kwart van de bevolking doodde.

Kaart van Libanon circa 1900 (www.midafternoonmap.com / publiek domein)

Nationalisten in Groot-Syrië zochten uiteindelijk in het geheim hun heil bij Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Met het doel het Ottomaanse Rijk te verzwakken hadden die twee landen daar wel oren naar.
De Franse consul beloofde, in overleg met de Britse autoriteiten, steun, munitie en toekomstige soevereiniteit aan de Arabische nationalisten, mits ze in opstand zouden komen.

Ontvangst in Damascus van Ali bin Hoessein, premier van de sjarief van Mekka (Hussein bin Ali), door Jamal Pasha, april 1917 (publiek domein)

Geheime overeenkomst

Intussen correspondeerden de Britse autoriteiten ook in het geheim met de sjarif van Mekka, Hussein bin Ali.
In hun correspondentie moedigden de Britten de Arabieren aan om in opstand te komen in het Ottomaanse Rijk en beloofden in ruil daarvoor de erkenning van de Arabische onafhankelijkheid na de overwinning van de geallieerden. Dat de Britten en de Fransen dat echter in werkelijkheid helemaal niet van plan waren, werd angstvallig geheim gehouden.

Er werd vervolgens een geheime overeenkomst gesloten tussen de regeringen van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, waarin ze overeenkwamen de Arabische provincies van het Ottomaanse Rijk (met uitzondering van het Arabisch Schiereiland) op te splitsen in gebieden die in de toekomst onder Britse en Franse controle of invloed zouden komen.
De overeenkomst werd bekend als de Sykes-Picot-overeenkomst, die van kracht zou worden als de Triple Entente erin zou slagen het Ottomaanse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog te verslaan.
De voorwaarden werden onderhandeld door de Franse diplomaat François Georges-Picot en de Brit Sir Mark Sykes.

De twee naamgevers van de Sykes-Picot-overeenkomst, links Sir Mark Sykes (1879-1919) en rechts François Georges-Picot (1870-1951) (publiek domein)

In een plan waarbij de Franse consul vluchtte uit Beiroet, zouden de Fransen opzettelijk bewijs hebben achtergelaten van de correspondentie van de Arabische nationalisten met het Franse consulaat, zodat de Ottomaanse autoriteiten het konden vinden. Het Franse consulaat zou alle diplomatieke documenten hebben vernietigd, behalve de specifieke brieven van de Arabische nationalisten.

Martelaarsdag

En zo geschiedde: de Ottomaanse autoriteiten vonden bewijs van de Arabisch-Franse correspondentie. De genoemde Arabische nationalisten werden beschuldigd van verraad tegen het Ottomaanse Rijk.

Herdenkingsaffiche voor Martelaarsdag (© Return Collective Facebook)

Op 6 mei 1916, vandaag 109 jaar gelden, liet Jamal Pasha in het openbaar veertien Arabieren in Beiroet en zeven Arabieren in Damascus tegelijk doden door ophanging, wegens vermeende pro-Triple Entente-activiteiten. De datum van 6 mei wordt in zowel Libanon als Syrië jaarlijks herdacht als Martelaarsdag, en de plek in Beiroet is bekend geworden als het Plein der Martelaren.

Het Martelaarsmonument op het Plein der Martelaren in Beiroet (© BlingBling / publiek domein)

Mandaatgebieden

Het Ottomaanse Rijk hoorde in 1918 bij de de verliezers van de Eerste Wereldoorlog. De geallieerden van de Triple Entente bezetten het rijk, dat in naam nog bestond tot 1922, toen de Republiek Turkije werd uitgeroepen na de succesvolle onafhankelijkheidsoorlog onder Mustafa Kemal Atatürk

Het Frans mandaatgebied in het Midden-Oosten na de Eerste Wereldoorlog, Libanon in het groen (© Don-kun, TUBS. NordNordWest / publiek domein)

Met toestemming van de Volkenbond werd het bestuur over het nu voormalige Groot-Syrië overgedragen aan de twee landen die hier al hun zinnen op hadden gezet: Libanon en Syrië kwamen onder Frans bestuur, terwijl het Verenigd Koninkrijk Mesopotamië (het huidige Irak), Palestina (het huidige Israël) en Transjordanië (het huidige Jordanië) onder zijn beheer kreeg, wat in de loop van de twintigste en eenentwintigste eeuw tot een enorme hoeveelheid aan verwikkelingen zou leiden, die echter buiten de gebeurtenissen vallen die met deze specifieke dag van doen hebben.

Kaart van Libanon (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag van Libanon (1943-heden)

De vlag van Libanon is een horizontale rood-wit-rode driekleur, waarbij de witte baan dubbel zo breed is als de twee rode, waardoor het een verhouding van 1:2:1 heeft.
Midden op de witte baan staat een afbeelding van een Libanese ceder (Cedrus libani) in groen, waarvan de top en de wortels de rode banen raken. De boom neemt eenderde van de witte baan in.

De Libanese ceder (Cedrus libani) is het nationale symbool van Libanon en kan tot zo’n 40 meter hoog worden (foto genomen in het centrale district Barouk door Olivier Bezes / publiek domein)

De vlag werd zestien dagen na de onafhankelijkheid van Libanon op 22 november 1943 ingevoerd: op 7 december 1943.
De rode strepen staan symbool voor het bloed dat is vergoten door degenen die voor Libanon vochten.
De brede witte streep staat voor puurheid, vrede en de met sneeuw bedekte bergen van Libanon.
De ceder op de vlag staat voor de burgers van Libanon.

De vlag van het Ottomaanse Rijk, waar Libanon tot 1920 onderdeel van uitmaakte, officieel ingevoerd in 1844 en in gebruik tot het einde van het rijk in 1922, het werd vanaf 1923 de nationale vlag van Turkije, gestandaardiseerd in 1936 en tot op heden in gebruik

Hoewel de vlag zelf een ontwerp is van de Libanese politicus en zakenman Henri Philippe Pharaoun, gaat het symbool op de vlag al langer mee.
In 1913, toen Libanon dus nog onderdeel van het Ottomaanse Rijk was, voerden de Libanese Bond van Vooruitgang en de Administratieve Raad van het Libanongebergte voor eigen gebruik een witte vlag in, waarop we de ceder al tegenkomen. Deze vlag was in gebruik tot 1920.

Eerste vlag met de ceder (1913-1920)

Zoals we boven al zagen was Libanon tussen 1920 en 1943 een mandaatgebied van Frankrijk.
In aanloop naar deze politieke constructie ontwierp Naoum Mokarzel, president van de Libanese Renaissance-beweging, in mei 1919 een nieuwe Libanese vlag: de ceder werd op de witte baan van de Franse tricolore geplaatst. Deze vlag werd tussen 1920 en 1943 gebruikt, hoewel hij pas in 1926 officieel werd ingevoerd.

Vlag van het Franse mandaatgebied Libanon (1920-1943)

De vlag viel bij sommige christelijke groeperingen niet in goed aarde, zoals in de ten noorden van Beiroet gelegen districten Batroun en Keserwan, waar de witte vlag geprolongeerd werd.

Foto uit 1938 van Libanon als Frans mandaatgebied, waarop we president Émile Eddé (1886-1949) een ereteken aan de vlag zien vastmaken op het Plein der Martelaren (Sahat al Shouhada) in Beiroet, met naast hem, met een fez op het hoofd, premier Emir Khaled Chehab (1886-1978) (fotograaf onbekend / publiek domein)

Uiteraard diende er een nieuwe vlag te komen bij de onafhankelijkheid van Libanon in 1943.

Henri Pharaon (1901-1993), ontwerper van de Libanese vlag / (© Red Phoenician / publiek domein)

Kort daarvoor werd de vlag zoals we haar nu kennen, voor het eerst getekend door parlementslid Henri Pharaon op bezoek in het huis van zijn collega Saeb Salam uit de Kamer van Afgevaardigden, in de Beiroetse wijk Mousaitbeh.

Originele tekening van de Libanese vlag door Henri Pharaon (publiek domein)

De vlag werd op 7 december 1943 aangenomen tijdens een bijeenkomst in het parlement, waar artikel 5 van de Libanese Grondwet werd gewijzigd.

Het Libanese parlementsgebouw, een ontwerp uit 1934 van de Amerikaans-Libanese architect Mardiros Altounian (1889-1958), op een foto uit 1947, het gebouw doet nog steeds dienst als eenkamer-parlement (fotograaf onbekend / publiek domein)

De vlag werd tot nu toe nooit gestandaardiseerd en komt dus voor in verschillende varianten. De afbeelding hieronder laat zo’n variant zien, waarbij de ceder tweekleurig is afgebeeld en die tot 1995 veel werd gebruikt.

Variant van de Libanese vlag, in gebruik tussen 1943 en 1995

Cyprus – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1960)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Na het einde van de Russisch-Turkse oorlog in 1878, kwam Cyprus onder Brits bestuur te staan. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918, werd het eiland officieel door het Verenigd Koninkrijk geannexeerd. Heel veel Grieks-Cyprioten hadden als ideaal één staat te vormen met Griekenland en vanaf 1955 kwam er een guerilla-campagne op gang door de EOKA (Ethniki Organosis Kyprion Agoniston – Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders). Deze guerilla-oorlog duurde vier jaar. In oktober 1959 werd in Zürich een vredesovereenkomst gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Turkije.

Het tekenen van de onafhankelijkheid van Cyprus, 16 augustus 1960. Zittend v.l.n.r.: President en aartsbisschop Makarios III (1913-1977), Sir Hugh Mackintosh Foot, de laatste gouverneur van Cyprus (1907-1990) en vice-president Fazil Küçük (1906-1984) ( (© Press and Information Office of the Republic of Cyprus)

Op 16 augustus 1960 werd Cyprus een onafhankelijke staat, waarbij de macht verdeeld werd tussen de grote Grieks-Cypriotische meerderheid en de Turks-Cypriotische minderheid. Op 20 september werd het nieuwe land lid van de Verenigde Naties en van het Britse Gemenebest. Op 1 oktober werd het dan nog eens extra officieel toen de Britse gouverneur van Cyprus, Sir Hugh Mackintosh Foot, een proclamatie voorlas die de onafhankelijkheid officieel bevestigde.

Kaart van Cyprus met de groene zone van de Verenigde Naties die de republieken Cyprus en Noord-Cyprus van elkaar scheidt. In paars en rood de Britse militaire bases Dhekelia en Akrotiri

Zoals we inmiddels weten is het niet bij eenheid gebleven, maar viel het land in 1974 in twee delen uiteen, een Turks-Cypriotisch deel in het noordoosten en een Grieks-Cypriotisch deel in het zuidwesten. Het Turks-Cypriotische deel wordt enkel door Turkije als onafhankelijk land erkend, de rest van de wereld beschouwt het als bezet gebied van de republiek Cyprus. Pogingen om tot een hereniging te komen zijn tot nu toe telkens mislukt.

NB: Het Verenigd Koninkrijk heeft tot op heden nog steeds een militaire aanwezigheid op Cyprus: twee bases: Akrotiri en Dhekelia. Tezamen staan ze bekend onder de naam British Forces Cyprus.

De vlag

Vlag van Cyprus (1960-heden, met kleine wijziging in 2006)

De huidige vlag van Cyprus werd voor het eerst gehesen op 16 augustus 1960. De vlag is geheel wit en middenin zijn de contouren van het eiland in okergeel geplaatst, waaronder twee deels gekruiste olijftakken in groen. Het wit en de olijftakken verwijzen naar de vrede (die er helaas in de praktijk dus niet is). De okergele kleur van de landkaart van het eiland verwijst naar de rijke kopermijnen, waaraan Cyprus ook zijn naam dankt (Kypros).

V.l.n.r.: Ismet Güney (1923-2009) / President en aartsbisschop Makarios III, geboren als Michael Christodoulou Mouskos (1913-1977) / Vice-president Fazıl Küçük (1906-1984)

Het ontwerp van de vlag is gebaseerd op een voorstel van de Turks-Cypriotische tekenleraar Ismet Güney. De eerste president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III, keurde het voorstel goed, met toestemming van zijn vice-president Fazil Küçük. In april 2006 werden er een paar kleine wijzigingen doorgevoerd, de okergele koper-kleur kreeg een ander Pantone-nummer, net als het groen van de olijftakken, die tevens iets van vorm veranderden.

Tijdens de Britse bezetting (1878-1960) had Cyprus twee opeenvolgende blue ensigns, waarvan de eerste ietwat curieus is. Ze was in gebruik tussen 1881 en 1922 en had op het uitwaaiende gedeelte, waar normaliter de zogenaamde badge staat (het symbool voor het gebied), een witte cirkel met daarin drie kapitalen in zwart: CHC. Dit stond voor Cyprus High Commissioner en was dus eigenlijk alleen bedoeld voor de Britse Hoge Commissaris.

Drie historische vlaggen van Cyprus, v.l.n.r.: blue ensign met CHC-badge (1881-1922), blue ensign met leeuwen (1922-1960), red ensign (koopvaardijvlag) met leeuwen (1922-1960)

De tweede blue ensign (1922-1960) draagt wél een badge die symbool staat voor Cyprus, zij het zonder cirkel eromheen. De afbeelding zelf, twee zogenaamde ‘gaande’ leeuwen in rood, boven elkaar, was al ontworpen in 1905, maar kwam pas in 1922 op de vlag terecht.
De leeuwen verwijzen naar Richard Leeuwenhart, die tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192) in 1191 op Cyprus landde na schipbreuk te hebben geleden. Hij ging niet zitten sikkeneuren, maar veroverde het eiland. Het was per slot van rekening strategisch gelegen ten opzichte van het Heilige Land.
Van deze blue ensign-versie bestond ook een red ensign-variatie, een koopvaardijvlag, waarbij de rode leeuwen wat kleiner werden afgebeeld in een witte badge.

Noord-Cyprus en Verenigd Cyprus

De onofficiële Turkse Republiek Noord-Cyprus voert sinds 1984 een eigen vlag. Oorspronkelijk werd de Turkse vlag gebruikt met boven- en onderin twee horizontale witte strepen. In het huidige ontwerp zijn de kleuren omgedraaid, zodat de vlag nu wit met rood is, in plaats van rood met wit.

Links: Vlag van Noord-Cyprus (ook bekend als Turks-Cyprus) (1984-heden) / Rechts: Ontwerp uit 2004 voor een vlag van Verenigd Cyprus

In de loop der jaren zijn er volop pogingen gedaan om tot een federale Cypriotische republiek te komen, met de Griekse en Turkse gebieden verenigd. Hoewel het (tot nu toe) nooit zover is gekomen, waren er al plannen voor een vlag voor zo’n republiek. De Verenigde Naties hielden een ontwerp-competitie in 2004.

De vlag die uit de bus kwam rollen was een horizontale driekleur in blauw-okergeel-rood. De blauwe en rode banen waren niet veel breder dan stroken, terwijl het okergeel het grootste gedeelte van de vlag vulde. De kleuren werden van elkaar gescheiden door twee smalle witte lijnen.
Het blauw stond symbool voor de Grieken, het rood voor de Turken, terwijl het geel opnieuw voor het koper van het eiland staat (net als de huidige vlag). Hoewel er officieel niets over de witte lijnen bekend werd gemaakt, werd er vanuit gegaan dat die de vrede representeerden.

Hoewel de Turks-Cyprioten met 64,9% ‘ja’ zeiden tegen de vlag, moesten de Grieks-Cyprioten er niets van hebben: 75,8% stemde tegen. Exit vlagontwerp.
Mocht er ooit een verenigd Cyprus komen, dan zal men terug moeten naar de tekentafel!

Britse bases

Op de twee Britse bases Akrotiri en Dhekelia (British Forces Cyprus) wordt de nationale Britse vlag (Union Flag of Union Jack) gebruikt.

Cyprus vanuit de lucht (© reunitingcyprus.com)

Cyprus – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1960)

Na het einde van de Russisch-Turkse oorlog in 1878, kwam Cyprus onder Brits bestuur te staan. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918, werd het eiland officieel door het Verenigd Koninkrijk geannexeerd. Heel veel Grieks-Cyprioten hadden als ideaal één staat te vormen met Griekenland en vanaf 1955 kwam er een guerilla-campagne op gang door de EOKA (Ethniki Organosis Kyprion Agoniston – Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders). Deze guerilla-oorlog duurde vier jaar. In oktober 1959 werd in Zürich een vredesovereenkomst gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Turkije.

Het tekenen van de onafhankelijkheid van Cyprus, 16 augustus 1960. Zittend v.l.n.r.: President en aartsbisschop Makarios III (1913-1977), Sir Hugh Mackintosh Foot, de laatste gouverneur van Cyprus (1907-1990) en vice-president Fazil Küçük (1906-1984) ( (© Press and Information Office of the Republic of Cyprus)

Op 16 augustus 1960 werd Cyprus een onafhankelijke staat, waarbij de macht verdeeld werd tussen de grote Grieks-Cypriotische meerderheid en de Turks-Cypriotische minderheid. Op 20 september werd het nieuwe land lid van de Verenigde Naties en van het Britse Gemenebest. Op 1 oktober werd het dan nog eens extra officieel toen de Britse gouverneur van Cyprus, Sir Hugh Mackintosh Foot, een proclamatie voorlas die de onafhankelijkheid officieel bevestigde.

Kaart van Cyprus met de groene zone van de Verenigde Naties die de republieken Cyprus en Noord-Cyprus van elkaar scheidt. In paars en rood de Britse militaire bases Dhekelia en Akrotiri

Zoals we inmiddels weten is het niet bij eenheid gebleven, maar viel het land in 1974 in twee delen uiteen, een Turks-Cypriotisch deel in het noordoosten en een Grieks-Cypriotisch deel in het zuidwesten. Het Turks-Cypriotische deel wordt enkel door Turkije als onafhankelijk land erkend, de rest van de wereld beschouwt het als bezet gebied van de republiek Cyprus. Pogingen om tot een hereniging te komen zijn tot nu toe telkens mislukt.

NB: Het Verenigd Koninkrijk heeft tot op heden nog steeds een militaire aanwezigheid op Cyprus: twee bases: Akrotiri en Dhekelia. Tezamen staan ze bekend onder de naam British Forces Cyprus.

De vlag

Vlag van Cyprus (1960-heden, met kleine wijziging in 2006)

De huidige vlag van Cyprus werd voor het eerst gehesen op 16 augustus 1960. De vlag is geheel wit en middenin zijn de contouren van het eiland in okergeel geplaatst, waaronder twee deels gekruiste olijftakken in groen. Het wit en de olijftakken verwijzen naar de vrede (die er helaas in de praktijk dus niet is). De okergele kleur van de landkaart van het eiland verwijst naar de rijke kopermijnen, waaraan Cyprus ook zijn naam dankt (Kypros).

V.l.n.r.: Ismet Güney (1923-2009) / President en aartsbisschop Makarios III, geboren als Michael Christodoulou Mouskos (1913-1977) / Vice-president Fazıl Küçük (1906-1984)

Het ontwerp van de vlag is gebaseerd op een voorstel van de Turks-Cypriotische tekenleraar Ismet Güney. De eerste president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III, keurde het voorstel goed, met toestemming van zijn vice-president Fazil Küçük. In april 2006 werden er een paar kleine wijzigingen doorgevoerd, de okergele koper-kleur kreeg een ander Pantone-nummer, net als het groen van de olijftakken, die tevens iets van vorm veranderden.

Tijdens de Britse bezetting (1878-1960) had Cyprus twee opeenvolgende blue ensigns, waarvan de eerste ietwat curieus is. Ze was in gebruik tussen 1881 en 1922 en had op het uitwaaiende gedeelte, waar normaliter de zogenaamde badge staat (het symbool voor het gebied), een witte cirkel met daarin drie kapitalen in zwart: CHC. Dit stond voor Cyprus High Commissioner en was dus eigenlijk alleen bedoeld voor de Britse Hoge Commissaris.

Drie historische vlaggen van Cyprus, v.l.n.r.: blue ensign met CHC-badge (1881-1922), blue ensign met leeuwen (1922-1960), red ensign (koopvaardijvlag) met leeuwen (1922-1960)

De tweede blue ensign (1922-1960) draagt wél een badge die symbool staat voor Cyprus, zij het zonder cirkel eromheen. De afbeelding zelf, twee zogenaamde ‘gaande’ leeuwen in rood, boven elkaar, was al ontworpen in 1905, maar kwam pas in 1922 op de vlag terecht.
De leeuwen verwijzen naar Richard Leeuwenhart, die tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192) in 1191 op Cyprus landde na schipbreuk te hebben geleden. Hij ging niet zitten sikkeneuren, maar veroverde het eiland. Het was per slot van rekening strategisch gelegen ten opzichte van het Heilige Land.
Van deze blue ensign-versie bestond ook een red ensign-variatie, een koopvaardijvlag, waarbij de rode leeuwen wat kleiner werden afgebeeld in een witte badge.

Noord-Cyprus en Verenigd Cyprus

De onofficiële Turkse Republiek Noord-Cyprus voert sinds 1984 een eigen vlag. Oorspronkelijk werd de Turkse vlag gebruikt met boven- en onderin twee horizontale witte strepen. In het huidige ontwerp zijn de kleuren omgedraaid, zodat de vlag nu wit met rood is, in plaats van rood met wit.

Links: Vlag van Noord-Cyprus (ook bekend als Turks-Cyprus) (1984-heden) / Rechts: Ontwerp uit 2004 voor een vlag van Verenigd Cyprus

In de loop der jaren zijn er volop pogingen gedaan om tot een federale Cypriotische republiek te komen, met de Griekse en Turkse gebieden verenigd. Hoewel het (tot nu toe) nooit zover is gekomen, waren er a plannen voor een vlag voor zo’n republiek. De Verenigde Naties hielden een ontwerp-competitie in 2004.

De vlag die uit de bus kwam rollen was een horizontale driekleur in blauw-okergeel-rood. De blauwe en rode banen waren niet veel breder dan stroken, terwijl het okergeel het grootste gedeelte van de vlag vulde. De kleuren werden van elkaar gescheiden door twee smalle witte lijnen.
Het blauw stond symbool voor de Grieken, het rood voor de Turken, terwijl het geel opnieuw voor het koper van het eiland staat (net als de huidige vlag). Hoewel er officieel niets over de witte lijnen bekend werd gemaakt, werd er vanuit gegaan dat die de vrede representeerden.

Hoewel de Turks-Cyprioten met 64,9% ‘ja’ zeiden tegen de vlag, moesten de Grieks-Cyprioten er niets van hebben: 75,8% stemde tegen. Exit vlagontwerp.
Mocht er ooit een verenigd Cyprus komen, dan zal men terug moeten naar de tekentafel!

Britse bases

Op de twee Britse bases Akrotiri en Dhekelia (British Forces Cyprus) wordt de nationale Britse vlag (Union Flag of Union Jack) gebruikt.

Cyprus vanuit de lucht (© reunitingcyprus.com)

Cyprus – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1960)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Na het einde van de Russisch-Turkse oorlog in 1878, kwam Cyprus onder Brits bestuur te staan. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918, werd het eiland officieel door het Verenigd Koninkrijk geannexeerd. Heel veel Grieks-Cyprioten hadden als ideaal één staat te vormen met Griekenland en vanaf 1955 kwam er een guerilla-campagne op gang door de EOKA (Ethniki Organosis Kyprion Agoniston – Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders). Deze guerilla-oorlog duurde vier jaar. In oktober 1959 werd in Zürich een vredesovereenkomst gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Turkije.

Het tekenen van de onafhankelijkheid van Cyprus, 16 augustus 1960. Zittend v.l.n.r.: President en aartsbisschop Makarios III (1913-1977), Sir Hugh Mackintosh Foot, de laatste gouverneur van Cyprus (1907-1990) en vice-president Fazil Küçük (1906-1984) ( (© Press and Information Office of the Republic of Cyprus)

Op 16 augustus 1960 werd Cyprus een onafhankelijke staat, waarbij de macht verdeeld werd tussen de grote Grieks-Cypriotische meerderheid en de Turks-Cypriotische minderheid. Op 20 september werd het nieuwe land lid van de Verenigde Naties en van het Britse Gemenebest. Op 1 oktober werd het dan nog eens extra officieel toen de Britse gouverneur van Cyprus, Sir Hugh Mackintosh Foot, een proclamatie voorlas die de onafhankelijkheid officieel bevestigde.

Kaart van Cyprus met de groene zone van de Verenigde Naties die de republieken Cyprus en Noord-Cyprus van elkaar scheidt. In paars en rood de Britse militaire bases Dhekelia en Akrotiri

Zoals we inmiddels weten is het niet bij eenheid gebleven, maar viel het land in 1974 in twee delen uiteen, een Turks-Cypriotisch deel in het noordoosten en een Grieks-Cypriotisch deel in het zuidwesten. Het Turks-Cypriotische deel wordt enkel door Turkije als onafhankelijk land erkend, de rest van de wereld beschouwt het als bezet gebied van de republiek Cyprus. Pogingen om tot een hereniging te komen zijn tot nu toe telkens mislukt.

NB: Het Verenigd Koninkrijk heeft tot op heden nog steeds een militaire aanwezigheid op Cyprus: twee bases: Akrotiri en Dhekelia. Tezamen staan ze bekend onder de naam British Forces Cyprus.

De vlag

Vlag van Cyprus (1960-heden, met kleine wijziging in 2006)

De huidige vlag van Cyprus werd voor het eerst gehesen op 16 augustus 1960. De vlag is geheel wit en middenin zijn de contouren van het eiland in okergeel geplaatst, waaronder twee deels gekruiste olijftakken in groen. Het wit en de olijftakken verwijzen naar de vrede (die er helaas in de praktijk dus niet is). De okergele kleur van de landkaart van het eiland verwijst naar de rijke kopermijnen, waaraan Cyprus ook zijn naam dankt (Kypros).

V.l.n.r.: Ismet Güney (1923-2009) / President en aartsbisschop Makarios III, geboren als Michael Christodoulou Mouskos (1913-1977) / Vice-president Fazıl Küçük (1906-1984)

Het ontwerp van de vlag is gebaseerd op een voorstel van de Turks-Cypriotische tekenleraar Ismet Güney. De eerste president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III, keurde het voorstel goed, met toestemming van zijn vice-president Fazil Küçük. In april 2006 werden er een paar kleine wijzigingen doorgevoerd, de okergele koper-kleur kreeg een ander Pantone-nummer, net als het groen van de olijftakken, die tevens iets van vorm veranderden.

Tijdens de Britse bezetting (1878-1960) had Cyprus twee opeenvolgende blue ensigns, waarvan de eerste ietwat curieus is. Ze was in gebruik tussen 1881 en 1922 en had op het uitwaaiende gedeelte, waar normaliter de zogenaamde badge staat (het symbool voor het gebied), een witte cirkel met daarin drie kapitalen in zwart: CHC. Dit stond voor Cyprus High Commissioner en was dus eigenlijk alleen bedoeld voor de Britse Hoge Commissaris.

Drie historische vlaggen van Cyprus, v.l.n.r.: blue ensign met CHC-badge (1881-1922), blue ensign met leeuwen (1922-1960), red ensign (koopvaardijvlag) met leeuwen (1922-1960)

De tweede blue ensign (1922-1960) draagt wél een badge die symbool staat voor Cyprus, zij het zonder cirkel eromheen. De afbeelding zelf, twee zogenaamde ‘gaande’ leeuwen in rood, boven elkaar, was al ontworpen in 1905, maar kwam pas in 1922 op de vlag terecht.
De leeuwen verwijzen naar Richard Leeuwenhart, die tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192) in 1191 op Cyprus landde na schipbreuk te hebben geleden. Hij ging niet zitten sikkeneuren, maar veroverde het eiland. Het was per slot van rekening strategisch gelegen ten opzichte van het Heilige Land.
Van deze blue ensign-versie bestond ook een red ensign-variatie, een koopvaardijvlag, waarbij de rode leeuwen wat kleiner werden afgebeeld in een witte badge.

Noord-Cyprus en Verenigd Cyprus

De onofficiële Turkse Republiek Noord-Cyprus voert sinds 1984 een eigen vlag. Oorspronkelijk werd de Turkse vlag gebruikt met boven- en onderin twee horizontale witte strepen. In het huidige ontwerp zijn de kleuren omgedraaid, zodat de vlag nu wit met rood is, in plaats van rood met wit.

Links: Vlag van Noord-Cyprus (ook bekend als Turks-Cyprus) (1984-heden) / Rechts: Ontwerp uit 2004 voor een vlag van Verenigd Cyprus

In de loop der jaren zijn er volop pogingen gedaan om tot een federale Cypriotische republiek te komen, met de Griekse en Turkse gebieden verenigd. Hoewel het (tot nu toe) nooit zover is gekomen, waren er a plannen voor een vlag voor zo’n republiek. De Verenigde Naties hielden een ontwerp-competitie in 2004.

De vlag die uit de bus kwam rollen was een horizontale driekleur in blauw-okergeel-rood. De blauwe en rode banen waren niet veel breder dan stroken, terwijl het okergeel het grootste gedeelte van de vlag vulde. De kleuren werden van elkaar gescheiden door twee smalle witte lijnen.
Het blauw stond symbool voor de Grieken, het rood voor de Turken, terwijl het geel opnieuw voor het koper van het eiland staat (net als de huidige vlag). Hoewel er officieel niets over de witte lijnen bekend werd gemaakt, werd er vanuit gegaan dat die de vrede representeerden.

Hoewel de Turks-Cyprioten met 64,9% ‘ja’ zeiden tegen de vlag, moesten de Grieks-Cyprioten er niets van hebben: 75,8% stemde tegen. Exit vlagontwerp.
Mocht er ooit een verenigd Cyprus komen, dan zal men terug moeten naar de tekentafel!

Cyprus vanuit de lucht (© reunitingcyprus.com)

Cyprus – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1960)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 1:

Na het einde van de Russisch-Turkse oorlog in 1878, kwam Cyprus onder Brits bestuur te staan. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918, werd het eiland officieel door het Verenigd Koninkrijk geannexeerd. Heel veel Grieks-Cyprioten hadden als ideaal één staat te vormen met Griekenland en vanaf 1955 kwam er een guerilla-campagne op gang door de EOKA (Ethniki Organosis Kyprion Agoniston – Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders). Deze guerilla-oorlog duurde vier jaar. In oktober 1959 werd in Zürich een vredesovereenkomst gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Turkije.

Het tekenen van de onafhankelijkheid van Cyprus, 16 augustus 1960. Zittend v.l.n.r.: President en aartsbisschop Makarios III (1913-1977), Sir Hugh Mackintosh Foot, de laatste gouverneur van Cyprus (1907-1990) en vice-president Fazil Küçük (1906-1984) ( (© Press and Information Office of the Republic of Cyprus)

Op 16 augustus 1960 werd Cyprus een onafhankelijke staat, waarbij de macht verdeeld werd tussen de grote Grieks-Cypriotische meerderheid en de Turks-Cypriotische minderheid. Op 20 september werd het nieuwe land lid van de Verenigde Naties en van het Britse Gemenebest. Op 1 oktober werd het dan nog eens extra officieel toen de Britse gouverneur van Cyprus, Sir Hugh Mackintosh Foot, een proclamatie voorlas die de onafhankelijkheid officieel bevestigde.

Kaart van Cyprus met de groene zone van de Verenigde Naties die de republieken Cyprus en Noord-Cyprus van elkaar scheidt. In paars en rood de Britse militaire bases Dhekelia en Akrotiri

Zoals we inmiddels weten is het niet bij eenheid gebleven, maar viel het land in 1974 in twee delen uiteen, een Turks-Cypriotisch deel in het noordoosten en een Grieks-Cypriotisch deel in het zuidwesten. Het Turks-Cypriotische deel wordt enkel door Turkije als onafhankelijk land erkend, de rest van de wereld beschouwt het als bezet gebied van de republiek Cyprus. Pogingen om tot een hereniging te komen zijn tot nu toe telkens mislukt.

NB: Het Verenigd Koninkrijk heeft tot op heden nog steeds een militaire aanwezigheid op Cyprus: twee bases: Akrotiri en Dhekelia. Tezamen staan ze bekend onder de naam British Forces Cyprus.

De vlag

Vlag van Cyprus (1960-heden, met kleine wijziging in 2006)

De huidige vlag van Cyprus werd voor het eerst gehesen op 16 augustus 1960. De vlag is geheel wit en middenin zijn de contouren van het eiland in okergeel geplaatst, waaronder twee deels gekruiste olijftakken in groen. Het wit en de olijftakken verwijzen naar de vrede (die er helaas in de praktijk dus niet is). De okergele kleur van de landkaart van het eiland verwijst naar de rijke kopermijnen, waaraan Cyprus ook zijn naam dankt (Kypros).

V.l.n.r.: Ismet Güney (1923-2009) / President en aartsbisschop Makarios III, geboren als Michael Christodoulou Mouskos (1913-1977) / Vice-president Fazıl Küçük (1906-1984)

Het ontwerp van de vlag is gebaseerd op een voorstel van de Turks-Cypriotische tekenleraar Ismet Güney. De eerste president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III, keurde het voorstel goed, met toestemming van zijn vice-president Fazil Küçük. In april 2006 werden er een paar kleine wijzigingen doorgevoerd, de okergele koper-kleur kreeg een ander Pantone-nummer, net als het groen van de olijftakken, die tevens iets van vorm veranderden.

Tijdens de Britse bezetting (1878-1960) had Cyprus twee opeenvolgende blue ensigns, waarvan de eerste ietwat curieus is. Ze was in gebruik tussen 1881 en 1922 en had op het uitwaaiende gedeelte, waar normaliter de zogenaamde badge staat (het symbool voor het gebied), een witte cirkel met daarin drie kapitalen in zwart: CHC. Dit stond voor Cyprus High Commissioner en was dus eigenlijk alleen bedoeld voor de Britse Hoge Commissaris.

Drie historische vlaggen van Cyprus, v.l.n.r.: blue ensign met CHC-badge (1881-1922), blue ensign met leeuwen (1922-1960), red ensign (koopvaardijvlag) met leeuwen (1922-1960)

De tweede blue ensign (1922-1960) draagt wél een badge die symbool staat voor Cyprus, zij het zonder cirkel eromheen. De afbeelding zelf, twee zogenaamde ‘gaande’ leeuwen in rood, boven elkaar, was al ontworpen in 1905, maar kwam pas in 1922 op de vlag terecht.
De leeuwen verwijzen naar Richard Leeuwenhart, die tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192) in 1191 op Cyprus landde na schipbreuk te hebben geleden. Hij ging niet zitten sikkeneuren, maar veroverde het eiland. Het was per slot van rekening strategisch gelegen ten opzichte van het Heilige Land.
Van deze blue ensign-versie bestond ook een red ensign-variatie, een koopvaardijvlag, waarbij de rode leeuwen wat kleiner werden afgebeeld in een witte badge.

Noord-Cyprus en Verenigd Cyprus

De onofficiële Turkse Republiek Noord-Cyprus voert sinds 1984 een eigen vlag. Oorspronkelijk werd de Turkse vlag gebruikt met boven- en onderin twee horizontale witte strepen. In het huidige ontwerp zijn de kleuren omgedraaid, zodat de vlag nu wit met rood is, in plaats van rood met wit.

Links: Vlag van Noord-Cyprus (ook bekend als Turks-Cyprus) (1984-heden) / Rechts: Ontwerp uit 2004 voor een vlag van Verenigd Cyprus

In de loop der jaren zijn er volop pogingen gedaan om tot een federale Cypriotische republiek te komen, met de Griekse en Turkse gebieden verenigd. Hoewel het (tot nu toe) nooit zover is gekomen, waren er a plannen voor een vlag voor zo’n republiek. De Verenigde Naties hielden een ontwerp-competitie in 2004.

De vlag die uit de bus kwam rollen was een horizontale driekleur in blauw-okergeel-rood. De blauwe en rode banen waren niet veel breder dan stroken, terwijl het okergeel het grootste gedeelte van de vlag vulde. De kleuren werden van elkaar gescheiden door twee smalle witte lijnen.
Het blauw stond symbool voor de Grieken, het rood voor de Turken, terwijl het geel opnieuw voor het koper van het eiland staat (net als de huidige vlag). Hoewel er officieel niets over de witte lijnen bekend werd gemaakt, werd er vanuit gegaan dat die de vrede representeerden.

Hoewel de Turks-Cyprioten met 64,9% ‘ja’ zeiden tegen de vlag, moesten de Grieks-Cyprioten er niets van hebben: 75,8% stemde tegen. Exit vlagontwerp.
Mocht er ooit een verenigd Cyprus komen, dan zal men terug moeten naar de tekentafel!

Cyprus vanuit de lucht (© reunitingcyprus.com)

Griekenland – Onafhankelijkheidsdag (Εικοστή Πέμπτη Μαρτιου) + Annunciatie (Ευαγγελισμός της Θεοτόκου)

Veel heeft Griekenland de laatste tijd niet te vieren, maar toch is het weer 25 maart, de dag waarop de Grieken eigenlijk twee dagen in één vieren. De 25e maart refereert aan de start van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog in 1821. Op die dag hees bisschop Germanos van Patras een revolutionaire vlag op het klooster van Agia Lavra. Het betekende het begin van een lange strijd tegen het Ottomaanse (Turkse) Rijk.

De strijd verliep in eerste instantie niet ongunstig voor de Grieken, in 1822 werd Athene ingenomen, maar de Turken lieten zich niet zomaar verdrijven en in 1827 hadden ze Athene heroverd, evenals de meeste Griekse eilanden. De Griekse vrijheidsstrijd kon echter op sympathie rekenen van Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland en toen deze landen zich ook met de strijd gingen bemoeien was het relatief snel bekeken en moest het Ottomaanse Rijk zijn nederlaag erkennen. In het Verdrag van Adrianopel (ook wel het Verdrag van Edirne genoemd) van 14 september 1829 werd Griekenland officieel een soevereine staat.

De tweede aanleiding voor een feestdag is een religieuze: vandaag is het Annunciatie, de dag waarop aartsengel Gabriël aan Maria verscheen en haar vertelde dat zij de Zoon van God zou baren. Negen maanden er bij op tellen en we zitten aan Eerste Kerstdag, de geboorte van Jezus Christus.

De vlag
De vlag heeft in een kanton een wit kruis op een blauw vlak. De rest van het veld wordt ingenomen door vijf blauwe en vier witte horizontale strepen, om en om. Op 15 maart 1822 werd deze vlag ingevoerd, maar was toen alleen nog maar te zien op schepen.

Als nationale vlag is hij ingevoerd in 1833. Het kruis in de vlag herinnert aan het christelijke geloof, de kleuren gaan terug op de eerste Griekse koning Otto I. De strepen worden op verschillende manieren uitgelegd. Ze staan voor de lucht en de zee (blauw) en de rechtvaardigheid van de vrijheidsstrijd (wit). Dat er negen stepen zijn  verwijst naar de vrijheidsleus van toen, Vrijheid of dood, die in het Grieks negen lettergrepen heeft. Het duidt ook op de negen jaar die de vrijheidsstrijd duurde. Als laatste link zou Achilles negen strepen op zijn schild gehad hebben.