Tagarchief: Duits-Nieuw-Guinea

Noordelijke Marianen – Constitution Day / Grondwetdag

Deze officiële dag op de Noordelijke Marianen wordt op 8 december gevierd, tenzij die datum op een zondag valt, in dat geval schuift de viering door naar de daarop volgende maandag.

De Noordelijke Marianen (Northern Mariana Islands) vormen een groep van 14 eilanden in de noordelijke Grote Oceaan, ten noorden van het eiland Guam.
De archipel is een overzees territorium van de Verenigde Staten, de officiële naam van het gebied is Commonwealth of the Northern Mariana Islands (Gemenebest van de Noordelijke Marianen).

Kaart van de regio Micronesië, die een reeks van archipels omvat, de Noordelijke Marianen zien we in het noordwesten op deze kaart (© Jon Harald Søby / publiek domein)

Gezien het ‘noordelijke’ in de naam van het territorium dringt de vraag zich op of er ook Zuidelijke Marianen zijn: en die zijn er, maar er is er maar één: het (eveneens Amerikaanse) eiland Guam, dat een apart territorium is.
Tezamen vormen ze dus de Marianen en zijn ze tevens onderdeel van de veel grotere regio Micronesië, waarvan ze het noordelijkste deel zijn.

Kaart van de Noordelijke Marianen (© Ras67 / publiek domein)

Van de 14 eilanden hebben Saipan en Tinian de belangrijkste havens. Saipan fungeert als hoofdeiland, het regeringscentrum, Capitol Hill genaamd, ligt in het midden van het eiland.

Regeringscentrum van de Noordelijke Marianen in Capitol Hill op het eiland Saipan, met de vlaggen van de Verenigde Staten en de Noordelijke Marianen (© Northern Marianas Commonwealth Legislature / fotograaf onbekend)

Van de ruim 55.000 inwoners van de Noordelijke Marianen woont 90% op Saipan, dat ook een aparte gemeente is.

Topografische kaart van Saipan (© United States Geological Survey / publiek domein)

De andere drie gemeenten zijn de eilanden Tinian en Rota en de overige 11 eilanden tezamen onder de naam Northern Islands Municipality, waar slechts een klein aantal mensen woont.

Portret van Ferdinand Magellaan (Fernão de Magalhães) (±1480-1521), portret uit de periode 1550-1625, door een onbekende schilder (Collectie
The Mariner’s Museum Collection, Newport News, VA
/ publiek domein)

De eilanden waren al bewoond door de Chamorro’s, toen Spanje het in 1565 als kolonie in bezit nam. De plaatselijke bevolking werd niets gevraagd, zoals in die tijd gebruikelijk.
De archipel, was in 1521 al eens aangedaan door de voor Spanje opererende Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellaan. Hij had ze de weinig flatterende naam Islas de los Ladrones (Dieveneilanden) gegeven.

De Spaanse missionaris Diego Luis de San Vitores (1627-1672) veranderde de naam van de archipel van Islas de los Ladrones in de Marianas; deze specifieke prent toont de moord op San Vitores op het eiland Guam door een Chamorro-stamoudste, genaamd Matå’pang (?-1680), rechts op de afbeelding, met links zijn kompaan Hurao, eveneens een Chamorro-chef (Napolitaanse gravure uit 1686 / publiek domein)

Die naam veranderde in Las Marianas in 1668, toen de Spaanse priester Diego Luis de San Vitores besloot de archipel te vernoemen naar de Spaanse koningin Mariana de Austria (Maria Anna van Oostenrijk).

Mariana de Austria (1634-1696), aartshertogin van Oostenrijk en koningin-gemalin van Spanje (getrouwd met koning Filips IV), de Marianen werden naar haar vernoemd, detail uit een levensgroot portret (1652/1653) van de hand van Diego Velázquez (1599-1660), collectie Museo del Prado, Madrid

Na de door Spanje verloren Spaans-Amerikaanse Oorlog van 1898, werd middels het Verdrag van Parijs het belangrijkste eiland Guam aan de Verenigde Staten toegewezen.

Kaart uit 1920 van de Duitse ex-bezittingen in de Grote Oceaan, waarvan het noordoostelijke deel van Nieuw-Guinea (Kaiser Wilhelmsland geheten) het grootste gebiedsdeel was, de Noordelijke Marianen zien we links bovenaan op de kaart, direct naast de titel (© Verlag von Quelle & Meyer, Leipzig / ub.bildarchiv-dkg.uni-frankfurt.de)

In 1899 verkocht Spanje de overgebleven Noordelijke Marianen (plus de zuidelijker gelegen Carolinen) aan Duitsland, voor het bedrag van 17 miljoen Duitse mark.
De eilanden werden toen onderdeel van de Duitse kolonie Duits-Nieuw-Guinea.

Duitsland gaf aparte postzegels uit voor zijn Marianen-kolonie, serie uit 1901 (publiek domein)

De Duitsers gebruikten de eilanden voor de productie van kopra (gedroogde kokos, voor de productie van margarine).
Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918), werden de Noordelijke Marianen door de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) ondergebracht in het zogenaamde Zuid-Pacifisch Mandaatgebied, onder bestuur van Japan.
Dit gebied omvatte naast de Marianen ook Palau, Micronesia (het land, niet te verwarren met de regio Micronesië) en de Marshalleilanden.

Locatie en omvang van het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied (1919-1947), dat bestuurd werd door Japan en waarvan de Noordelijke Marianen een onderdeel waren (publiek domein)

De Japanners waren niet geïnteresseerd in kopra en gebruikten de Marianen voor het verbouwen van suikerriet, bedoeld voor de productie van suiker en alcohol.
Er waren zoveel plantagewerkers nodig dat er tot aan de Tweede Wereldoorlog tien maal zoveel Japanners op de eilanden woonden, dan Chamorro’s.

De Japanse suikerraffinaderij Nan’yō Kōhatsu op Saipan in 1932 (publiek domein)

Direct na de Japanse aanvallen op Pearl Harbor (op Oahu, Hawaii) op 8 december 1941, waardoor de V.S. bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte, bezette Japan het Amerikaanse eiland Guam.

Slag om Saipan

Het duurde tot juni 1944 voordat een groot Amerikaans invasieleger zowel Guam alsook de Noordelijke Marianen veroverde.

Amerikaanse schepen vuren salvo’s af voor de kust van Saipan (screenshot)

De slag om Saipan, waar op dat moment tienduizenden Japanners woonden, was heftig.

Een enorme rookwolk stijgt op boven Saipan (screenshot)

In een luchtoorlog verloren de V.S. en Japan respectievelijk 50 en 402 vliegtuigen. Na uitschakeling van de Japanse luchtmacht brandde de strijd op Saipan zelf los, waarbij 3.500 Amerikanen en 400 Saipanezen het leven lieten.

De Slag om Saipan koste veel Amerikanen het leven, onder de Japanners waren de verliezen nog vele malen groter (screenshot)

Onder de Japanners, die zich weigerden over te geven, vielen 30.000 doden.
Op 9 juli 1944 was Saipan bevrijd, de overige eilanden volgden kort erna.

Amerikaanse soldaten tonen na de strijd een buitgemaakte Japanse vlag (screenshots)

Zuid-Pacifisch Mandaatgebied

In 1947 riepen de Verenigde Naties het voormalige door Japan bestuurde Zuid-Pacifisch Mandaatgebied uit tot het Trustschap van de Pacifische Eilanden, onder bestuur van de Verenigde Staten.
In 1975 maakten de Noordelijke Marianen zich als eerste los uit het trustschap, door te kiezen voor een individuelere staatsvorm als een Amerikaans Gemenebest-gebied, wat inhield dat er intern zelfbestuur kwam.

Een verscholen baai op het eiland Tinian (fotograaf onbekend)

Het trustgebied zou in de jaren daarna verder uit elkaar vallen en hield in 1986 op te bestaan.
In datzelfde jaar werden de inwoners van de Noordelijk Marianen officieel Amerikaans staatsburger. De Verenigde Staten verzorgen de buitenlandse betrekkingen van de archipel en defensie valt ook onder de Amerikaanse verantwoordelijkheid.
De huidige gouverneur van de Noordelijke Marianen is David Apatang, in functie sinds 23 juli 2025.

David Apatang (1948), de 11e gouverneur van de Noordelijke Marianen, met rechts achter hem de vlag van de archipel, links de Amerikaanse Stars and Stripes (© Government of the Northern Mariana Islands / U.S. Dept. of the Interior / publiek domein)

Grondwetdag

Landen met een Constitution Day (Grondwetdag) zijn niet bepaald zeldzaam, waarbij normaliter verwezen wordt naar de datum waarop de betreffende Grondwet werd ingevoerd.
Bij de Noordelijke Marianen is dat echter niet het geval, de dag is die van de verering van de beschermheilige van de Noordelijke Marianen en Guam: Santa Maria Kamalen (of: Our Lady of Camarin).

Het beeld van Santa Maria Kamelen, beschermheilige van Guam en de Noordelijke Marianen, in de Minor Basilica of the Most Sweet Name of Mary op het eiland Guam (fotograaf onbekend)

De datum van 8 december verwijst in dit geval naar het bombardement en de daaropvolgende verovering van het eiland Guam door Japan op die datum in 1941; op diezelfde dag bombardeerde Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor, op Oahu, Hawaii, waardoor de V.S. bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte.
Op deze dag ontsnapte het in de Dulce Nombre de María tentoongestelde beeld van de heilige, aan het Japanse bombardement.

De Dulce Nombre de María in Hagåtña op Guam na het Japanse bombardement van 8 december 1941 (fotograaf onbekend / Collectie Guam Preservation Trust)

Onbekende oorsprong

Zoals bij wel meer heilige objecten is de herkomst van het beeld in nevelen gehuld.
Volgens de legende zou het beeld door Spanjaarden meegebracht zijn met het galjoen Nuestra Señora del Pilar de Zaragoza y Santiago, dat op 2 juni 1690 schipbreuk leed en daarna verging bij het voor de kust van Guam liggende Cocos Island.

Spaans galjoen uit de periode dat de Nuestra Señora del Pilar de Zaragoza y Santiago bij Cocos Island verging (publiek domein)

Krabben

Volgens het verhaal ontdekte een visser het beeld aan de zuidkust bij Merizo. Hij zag het beeld liggen in gezelschap van twee krabben die ieder een brandende offerkaars tussen hun scharen hielden, wat door de inheemse bevolking in het gebied als een wonder werd beschouwd.
Het beeld kreeg in de taal van de Chamorro de titel ‘Kamalen’, wat letterlijk ‘schuur’ betekent, omdat het beeld na de vondst werd opgeslagen in de schuur van het in aanbouw zijnde Presidio-kazernecomplex van de lokale burgerwacht, de Dotación genaamd.

Artist’s impression van het beeld van Santa María Kamalen bij haar vondst, in gezelschap van twee krabben met ieder een offerkaars, in dit geval op hun schilden geplaatst, in plaats van in hun scharen (onbekende tekenaar / publiek domein)

De Dotación

Ze werd toen geadopteerd als beschermvrouwe van de Dotación en toen het Presidio in 1736 werd voltooid, werd ze in de kapel geplaatst.
De Dotación vierde het feest van hun beschermvrouwe op 8 december en dit ging zo door totdat de burgerwacht in 1884 werd ontbonden, nadat verschillende leden betrokken waren bij de moord op de Spaanse gouverneur, Don Angel de Pazos Vela-Hidalgo.
Het beeld van Santa Marian Kamalen werd toen in de kerk van Dulce Nombre de María in de hoofdstad Hagåtña geplaatst, die later basiliek werd.

Ongedateerde foto van de Dulce Nombre de María (publiek domein)

Aardbeving

Eén van de bekendste verhalen is die van de grote aardbeving van 1902, waarbij de Dulce Nombre de María ernstig beschadigd raakte. Veel van de beelden van de kerk waren gebroken, maar niet die van Santa María Kamalen, die de pastoor, VaderJosé Palomo, intact op de grond vond.

Ongedateerde, maar oudere foto van het beeld van Santa María Kamalen (publiek domein)

WOII en restauratie

Gedurende de Japanse bezetting van Guam werd het beeld op een geheime plaats bewaard. Op 8 december 1945 werd het opnieuw in de basiliek geïnstalleerd tijdens het Feest van de Onbevlekte Ontvangenis.
Bij een restauratie van het beeld in de Filipijnen in 1948 werd vastgesteld dat het beeld is gemaakt van ivoor en hout van de molave, een boom die van oorsprong alleen voorkomt op de Filipijnen.

De in 1959 gereedgekomen Minor Basilica of the Most Sweet Name of Mary in Hagåtña, de hoofdstad van Guam (© Abasaa / publiek domein)

Diefstallen

Het beeld werd in de naoorlogse periode maar liefst drie keer gestolen: op 19 mei 1968, 3 mei 1971 en 28 december 1992; maar dook telkens weer op.
Een replica van het beeld is voor openbare verering in de hoofdkerk geplaatst, terwijl het originele ivoren beeld boven het hoogaltaar is geplaatst.
Elk jaar op 8 december wordt Santa María Kamalen geëerd met een processie in Hagåtña waarbij een beeld van de beschermheilige op een kar wordt voortgetrokken.

Daarnaast wordt op 8 december dus ook Grondwetdag gevierd, met zoals de voorlaatste gouverneur Ralph Torres het uitdrukte, “…de voortdurende vooruitgang die we als Gemenebest hebben geboekt in de politieke unie met de Verenigde Staten”.

De vlag

Vlag van de Noordelijke Marianen (1989-heden)

De vlag van de Noordelijke Marianen is blauw met in het midden drie elkaar overlappende symbolen: een witte vijfpuntige ster, een latte-steen in grijs en wit en een mwarmwar, een traditionele bloemenkrans.

De ster staat voor de Verenigde Staten.
De latte-steen, (ook latde, latti of latdi), is een pilaar gedekt door een halfbolvormig stenen kapiteel, met de platte kant naar boven.

Latte-stenen (fotograaf onbekend)

Ze werden door het oude Chamorro-volk gebruikt als ondersteuning bij de bouw van daken en zijn op de meeste Marianen te vinden.
In de huidige tijd wordt de latte-steen gezien als een teken van de Chamorro-identiteit.

De latte-stenen dienden als steunpilaren voor de daken van huizen van Chamorro’s met het nodige aanzien (publiek domein)

De mwarmwar (bloemenkrans) staat symbool voor de Carolinen, een bevolkingsgroep die van de gelijknamige Carolinen-archipel afkomstig is en dat bestaat uit de onafhankelijke staten Palau (in het westen) en Micronesia (midden en oosten), waarvandaan velen de afgelopen eeuwen zich op de Marianen vestigden.

Links Cananga odorata / Rechts: Plumeria alba (beiden publiek domein)
Links: Caesalpinia pulherrima / Rechts: Ocimum tenuiflorum (beiden publiek domein)

De krans bestaat uit de groene Cananga odorata, de witte Plumeria alba, de rode bloemen van de Caesalpinia pulcherrima (pauwenbloem) en het roze van Ocimum tenuiflorum (heilige basilicum).

Verwarring

De eerste versie van de huidige vlag van de Noordelijke Marianen met een lichtblauw veld (1976 -1989)

In aanloop naar de status van Amerikaans gemenebest in 1985, werd de blauwe vlag die de Noordelijke Marianen al sinds 1972 gebruikten en die toen nog alleen de latte-steen en de ster liet zien (een ontwerp van Vito Calvo, een student van het eiland Rota), op enig moment uitgebreid werd met de bloemenkrans, hoewel bronnen het er niet over eens zijn wanneer dat precies gebeurde.
Het is ook mogelijk dat die eerste vlag (afbeelding hieronder) nog enige tijd samen gebruikt is met de eerste (lichtblauwe) versie van de huidige vlag (afbeelding hierboven).

Eerste vlag van de Noordelijke Marianen (1972-1981)

Voor zover na te gaan lijkt de bovenstaande eerste vlag onofficieel gebruikt te zijn tussen 1972 en 1976 en officieel tussen 1976 en 1981, maar is er dus een overlap met de lichtblauwe vlag die waarschijnlijk zijn intrede deed in 1976.

Trustschap

Vóór 1972 gebruikten de Noordelijke Marianen de vlag (afbeelding hieronder) van het Trustschap van de Pacifische Eilanden, dat tussen 1947 en 1994 bestond, maar waar de archipel zich in 1975 van los maakte, waarna de unie steeds verder uit elkaar viel.

Vlag van het Trustschap van de Pacifische Eilanden (1965-1980)

De vlag van dit trustschap was “Verenigde Naties”-blauw met zes witte sterren. Iedere ster stond voor één van de deelgebieden: de Noordelijke Marianen, de Marshall Islands, Yap, Chuuk, Pohnpei (inclusief Kosrae) en Palau.

Duits-Nieuw-Guinea

Zoals we in de inleiding al zagen waren de Noordelijke Marianen tussen 1899 en 1918 onderdeel van de Duitse kolonie Duits-Nieuw-Guinea. Kort voor de Eerste Wereldoorlog waren er vergevorderde plannen om alle toenmalige Duitse kolonies eigen vlaggen te geven.
De ontwerpen werden gemaakt door Wilhelm Solf, sinds 1911 staatssecretaris van het Ministerie van Koloniën en goedgekeurd door keizer Wilhelm II.

Wilhelm Solf (1862-1936) op een foto uit 1911 (Allgemeiner Deutscher Nachrichtendienst – Zentralbild – Bild 183 / publiek domein)

Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd de invoering op de lange baan geschoven. Na vier jaar oorlog verloor Duitsland in 1918 echter niet alleen de oorlog, maar daarmee ook al zijn koloniën.
Na jarenlang zoek te zijn geweest, werden alle ontwerpen in 2010 in het Bundesarchiv in Koblenz teruggevonden, zodat we sindsdien weten hoe die vlag eruit gezien zou hebben.

Ontwerp voor de vlag van Duits-Nieuw-Guinea (1914)

Alle negen vlaggen hadden als basis de zwart-wit-rode vlag van het Duitse Rijk met daaroverheen een schild met een symbool behorend bij de desbetreffende kolonie.
In het geval van Duits-Nieuw-Guinea was dat de paradijsvogel (Paradisaeidae), ook heden ten dage nog hét symbool van Nieuw-Guinea.
Hij is hier in het geel (met blauwe accenten) afgebeeld op een groen schild.

Een paradijsvogel (fotograaf onbekend)

De vlag zou, als hij ooit ingevoerd was, een enigszins vreemde eend in de bijt geweest zijn op de Noordelijke Marianen, want de paradijsvogel komt daar niet voor.

Nauru – Angam Day / Angamdag (1932/1949)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Nauru is een eilandstaat in de Grote Oceaan en is met een oppervlakte van 21 km² een van de kleinste landen ter wereld (ter vergelijking: Waddeneiland Schiermonnikoog is met 40.5 km² een keer zo groot).

Kaart van Oceanië, Nauru zien hier iets links van het midden onder Micronesia (© freeworldmaps.net)

Slechts twee landen zijn nog kleiner dan Nauru: Monaco en Vaticaanstad.
Het ligt zo’n 56 km ten zuiden van de evenaar.

Kaart van Nauru (© Tschubby / publiek domein)

Het eiland werd relatief laat ‘ontdekt’ door de Britse zee- en walvisvaarder John Fearn, op 8 november 1798, hij noemde het eiland Pleasant Island.*
De bevolking op het afgelegen eiland bestond uit Polynesiërs en Melanesiërs.
In tegenstelling tot de meeste eilanden in de Grote Oceaan werd Nauru hierna niet gekoloniseerd. De dagelijkse leiding was in handen van de verschillende stamhoofden, van wie er één als leider fungeerde.

*Hoewel het een sympathieke naam is, beklijfde deze benaming niet en bleef de inheemse naam Nauru in gebruik

Kapitein John Fearn (±1768-?), de Britse ontdekker van Nauru (fantasieportret), met links zijn schip de Snow Hunter, op een herdenkingspostzegel uit 1998

Duits, Japans en Australisch bestuur

Toch kon ook Nauru uiteindelijk niet aan kolonisatie ontkomen en wel door Duitsland, dat zich pas na de Duitse unificatie van 1871 ging inlaten met het zich toe-eigenen van gebieden in Afrika en de Grote Oceaan.

Kaart uit 1920 van de Duitse bezittingen in de Grote Oceaan, waarvan het noordoostelijke deel van Nieuw-Guinea (Kaiser Wilhelmsland geheten) het grootste gebiedsdeel was, Nauru is als ‘los’ eiland moeilijk op de kaart terug te vinden, maar het ligt net onder de letter N van STILLER OZEAN) (© Verlag von Quelle & Meyer, Leipzig / ub.bildarchiv-dkg.un-frankfurt.de)

In 1884 werd de kolonie Duits-Nieuw-Guinea een feit, dat toen nog bestond uit het noordoostelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea, inclusief de Bismarck-archipel (New Britain, New Ireland en verschillende kleinere eilanden), ten noorden van Nieuw-Guinea.
De noordelijke Salomonseilanden werden in 1885 tot Duits protectoraat verklaard.
Het gebied werd steeds verder uitgebreid: zo werden in 1899 de Carolinen, Palau en de Marianen (behalve Guam) van Spanje gekocht.
In 1906 annexeerde Duits-Nieuw-Guinea het (sinds 1888) afzonderlijke Duitse protectoraat van de Marshalleilanden, waartoe ook Nauru behoorde.

Koning Aweida (± 1850-1821), in het midden van een groep landgenoten op 3 oktober 1888, op de dag dat Nauru een Duits protectoraat werd, poserend voor de vlag van het Rijkskoloniaal Ministerie, de zwart-wit-rode vlag van het Duitse Keizerrijk met de Duitse adelaar in het midden (publiek domein)

Duitsland liet het systeem van stamhoofden met één prominente leider intact. Die leider was op dat moment Aweida, die vanaf 1906 de titel ‘koning van Nauru’ gebruikte.
Aweida was als leider aangetreden rond circa 1875.

Koning Aweida in 1916 met aan zijn zijde de koninklijke pandanus (schroefpalmfruit) drager (foto van Thomas John McMahon (1864-1933 / Collectie National Archives of Australia / publiek domein)

Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918) verloor Duitsland zijn kolonies. Vanaf 1920 werd het eiland beheerd door Australië.
Kort daarna overleed koning Aweida, waarna de monarchie werd afgeschaft.

Amerikaans bombardement op het door Japan bezette Nauru door Liberator bommenwerpers van de Seventh Air Force, 1943 (© Collectie Library of Congress – catalog number: 55-60002 / publiek domein)

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Nauru door Japan bezet, van 26 augustus 1942 tot 13 september 1945. Vanaf die tijd nam Australië het bestuur weer over.
In 1947 werd een overeenkomst gesloten met de Verenigde Naties waarin werd bepaald dat Nauru in 1968 zelfstandig zou worden, tot die tijd zou de soevereiniteit rouleren tussen Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk. In de praktijk kwam daar niets van terecht en bleef Australië Nauru’s zaken beheren tot het eiland op 31 januari 1968 een onafhankelijk eilandstaat werd.

Fosfaat

Normaliter zou zo’n klein eiland als staat nauwelijks bestaansrecht hebben, ware het niet dat vanaf het begin van de twintigste eeuw werd begonnen met het ontginnen van fosfaten op het eiland.
Dit bleek dermate lucratief dat het industrieel werd aangepakt, het zorgde ervoor dat Nauru zeer welvarend werd.
Vrijwel het hele binnenland van Nauru had fosfaatafzettingen en die werden in dagbouw ontgonnen.
Maar gezien de grootte van het eiland kon dit niet eeuwig duren: in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw bleek het einde in zicht, de voorraad raakte uitgeput en de resterende reserves waren economisch niet rendabel voor winning.

Het grootste deel van het binnenland van Nauru is veranderd in een troosteloos landschap (fotograaf onbekend)

Het binnenland van Nauru is door deze jarenlange ontginning inmiddels in een maanlandschap veranderd, waardoor alleen de kuststrook bewoond wordt.
Een trust, opgericht om de verzamelde mijnbouwrijkdommen van het eiland te beheren, voor het moment dat de reserves uitgeput zouden raken, daalde in waarde. Om toch inkomsten te genereren, werd Nauru korte tijd een belastingparadijs en een illegaal witwas-centrum.

Nauru vanuit de lucht: het binnenland is een doodse woestenij geworden (screenshot)

Maar liefst 23% van de bevolking (van in totaal ruim 12.000 inwoners) is werkloos (in Nederland is dat cijfer 3,6%). 95% van de mensen die wél een baan hebben, werkt voor de overheid.

Vrijwel alle Nauranen wonen in de kuststrook (screenshot)

Asielzoekerscentrum

Wat ook geld in het laatje brengt is een door Australië opgezet en uitgebaat peperduur asielzoekerscentrum, dat enige jaren gesloten is geweest, maar in 2012 weer werd heropend.
Nauru krijgt in ruil van Australië een bedrag van 1,7 miljard Australische dollar (ruim 1 miljard euro), wat in 2012 in een vermeerdering van het Nauruaanse BNP met een factor 450 resulteerde.
Nauru is het land dat het hoogste aantal asielprocedures afhandelt voor een ander land.

Het overvolle interieur van het asielzoekerscentrum op Nauru (screenshot)

Er is internationaal kritiek op deze constructie vanwege de slechte omstandigheden in het centrum en omdat Australië hiermee haar verantwoordelijkheid zou afschuiven, de asielzoekers in eigen land op te vangen. Ook in het Australische parlement heeft dit tot hoogoplopende discussies geleid.
Een delegatie van Amnesty International die het kamp in 2012 bezocht, beschreef het als een ramp voor de mensenrechten.

Arenibek ligt aan de Buada Lagoon (© foto Lorrie Graham / publiek domein)

Bijna iedereen op Nauru woont in de kuststrook van het ovaalvormige eiland, op Arenibek na, dat als een groene oase in het afgegraven fosfaatlandschap ligt.

Het parlementsgebouw van Nauru met vlag en staatswapen (fotograaf onbekend)

Nauru heeft geen hoofdstad, maar het parlement is te vinden in het district Yaren, in het zuiden van het eiland, bij het internationale vliegveld.

Nauru International Airport, links van de start- en landingsbaan bevinden zich de overheidsgebouwen (© Cedric Favero / publiek domein)

Nauru heeft een éénkamer-parlement met 19 parlementsleden, waarvan er één fungeert als president en regeringsleider tegelijk. Die functie wordt sinds 30 oktober 2023 uitgeoefend door David Adeang, wiens vader Kennan Adeang maar liefst drie termijnen als president volmaakte.
Adean junior is de 17e president van de eilandstaat.

President en regeringsleider van Nauru, David Adeang (1969), poseert hier met de vlag (fotograaf onbekend)

Angam Day

Angam Day is een officiële feestdag op Nauru.
Het Nauruaanse woord “angam” betekent “gejubel”, “viering”, “over alle ontberingen gezegevierd” of “een bepaald doel bereikt hebben” of “thuiskomen”.

Aankondiging voor Angam Day (publiek domein)

Angam Day is een feestdag en een tijd van bezinning voor het Nauruaanse volk. Twee keer in zijn geschiedenis daalde de bevolking onder de 1.500, en werd de Nauruaanse etnische groep met uitsterven bedreigd.
Bij beide gelegenheden (1932 en 1949) herstelde de bevolking zich. Nadat het bevolkingscijfer boven de 1.500 mensen uitkwam (een aantal dat werd beschouwd als het minimum aantal mensen dat nodig was om het bestaan op het eiland te waarborgen), werd Angam Day als feestdag ingesteld.

De vlag

Vlag van Nauru (1968-heden)

De vlag van Nauru werd ingevoerd bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid op 31 januari 1968.
De vlag heeft een koningsblauw veld met een gele (of gouden) streep in het midden en een witte ster met twaalf punten aan de broekingszijde onder de streep.

Debuut van de vlag op Nauru’s onafhankelijkheidsdag, 31 januari 1968, op de foto vertegenwoordigers van de drie trustee-landen van Nauru – v.l.n.r: D. J. Carter (een Nieuw-Zeelandse parlementaire ondersecretaris), Charles Barnes (Australische minister van Territoria) en Charles Johnson (Verenigd Koninkrijk) en Hammer DeRoburt (1922-1992), eerste president van het nieuwe onafhankelijke Nauru (fotograaf onbekend)

De vlag was het resultaat van een ontwerpwedstrijd. De naam van de ontwerper zelf is vooralsnog niet terug te vinden, het enige dat we weten is dat het ging om een inwoner van Nauru die werkte voor de Australische vlaggenfabrikant Evans.
Het winnende ontwerp symboliseert de locatie van Nauru in de Stille Oceaan ten opzichte van de evenaar, slechts één graad bezuiden de denkbeeldige lijn.

De heren nogmaals en in kleur (fotograaf onbekend)

Het blauw staat voor de Stille Oceaan, de gele streep voor de evenaar en de witte ster voor Nauru zelf. Het wit werd gekozen vanwege de (toen nog) rijke fosfaatafzettingen op het eiland.
De twaalf punten van de ster symboliseren de traditionele twaalf stammen: Deiboe, Eamwidara, Eamwit, Eamwitmwit, Eano, Eaoru, Emangum, Emea, Irutsi, Iruwa, Iwi en Ranibok.

De weg langs het vliegveld met een woud aan Nauru-vlaggen, met eronder afbeeldingen van de landenvlaggen van de mede-Oceaniërs (screenshot)

Palau – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1994)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Screenshot

Van veel Stille Zuidzee-eilandengroepen weten de meesten onder ons niet precies waar ze liggen. Heel gek is dat natuurlijk niet, gezien de vaak kleine totaal-oppervlaktes van de archipels in de gigantische Stille Oceaan.
Palau ligt aan de zuidwestkant van de oceaan, ten zuidoosten van de Filipijnen en ten noordwesten van Nieuw-Guinea.

Palau locatie map
Locatie van Palau op de kaart (© wherenig.com)

Om het nog wat ingewikkelder te maken: de ongeveer 340 eilanden waaruit Palau bestaat, zijn onderdeel van een veel grotere eilandengroep, die bekend staat onder de naam Carolinen. Palau vormt het westelijke deel van de Carolinen, terwijl de ‘buurstaat’ Micronesië het centrale en oostelijke deel van deze archipel inneemt.

Palau map
Kaart van de Palau-archipel (© ontheworldmap.com)

Een korte historie is wel op zijn plaats. Na eeuwenlang met rust te zijn gelaten, werden de eilanden na de verovering van de Filipijnen door de Spanjaarden in 1565 ingelijfd als onderdeel van deze kolonie, onder de naam Capitanía General de las Filipinas. In 1899 werd de Palau-archipel, samen met andere archipels in de regio door Spanje verkocht aan Duitsland, waarmee het tot 1914 onderdeel werd van Duits-Nieuw-Guinea.

palau-1
V.l.n.r.: de vlaggen van de Capitanía General de las Filipinas, Duits-Nieuw-Guinea en de marine- en oorlogsvlag van Japan

Duitsland raakte na het einde van de Eerste Wereldoorlog zijn koloniën kwijt. Tot 1919 werd Palau bezet door de Japanse marine. Vanaf dat jaar bleven de eilanden onder Japans bestuur, maar wel onder toezicht van de Volkerenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) in het zogeheten South Pacific Mandate. Naast de Palau-archipel betrof dit ook de Noordelijke Marianen, Micronesië en de Marshalleilanden.

palau-2
V.l.n.r.: de vlaggen van de South Pacific Mandate, de Verenigde Staten en de Trust Territory of the Pacific Islands

Met de Tweede Wereldoorlog ging Japan na zijn aanval op marinebasis Pearl Harbor in Hawaii over tot verovering van verschillende Pacifische eilanden, waaronder Kiribati, Guam, Nauru en Wake Island. Na het verslaan van Japan in de Pacifische Oorlog kwam Palau van 1944 tot 1947 onder Amerikaanse bezetting.

Vanaf 1947 tot de onafhankelijkheid in 1981 kwam Palau met zijn ‘buren’ opnieuw onder de paraplu van de Verenigde Naties met de Trust Territory of the Pacific Islands, vergelijkbaar met de situatie tussen de twee wereldoorlogen, maar nu onder leiding van de Verenigde Staten.

Palau Capitool
Het Capitool van Palau (2006) in de administratieve hoofdstad Ngerulmud (© palauhelicopters.com)

In 1979 ‘fuseerden’ vier van de Micronesische districten (Yep, Chuuk, Pohnpei en Kosrae) onder de naam Federale Staten van Micronesië, de opmaat naar onafhankelijkheid in 1986De Marshalleilanden en Palau hadden het jaar daarvoor al te kennen gegeven op termijn onafhankelijke staten te willen worden. De Marshalleilanden bereikten die status in 1986 en Palau in 1981. Al deze eilanden deden dat in een vrije associatie met de Verenigde Staten. Dit land zorgt voor de defensie, financiering en sociale diensten.

Daarmee was Palau de facto onafhankelijk, maar de ‘vrije associatie” met de V.S. hield wel in dat de Amerikanen in ruil voor honderden miljoenen aan schadevergoeding militaire bases kon blijven gebruiken waarop ook nucleaire wapens konden worden geplaatst als de V.S. zijn bases op de Filipijnen zou kwijtraken.
De Palauers waren hier geen voorstander van en hoopten dat het nooit   tot plaatsing zou komen. Het zat de eilanders mee: met het einde van de Koude Oorlog in 1991 kwam het nooit tot daadwerkelijke plaatsing.
Uiteindelijk werd de overeenkomst, de zogenaamde Compact of Association zodanig gewijzigd dat de Amerikaanse militaire zeggenschap terug werd gebracht naar eenderde van het grondgebied, waarna Palau van de Verenigde Staten officieel toestemming kreeg om nu echt onafhankelijk te worden. Dat gebeurde uiteindelijk op 1 oktober 1994 en daarmee hebben we de datum van vandaag!

De vlag

Vlag van Palau (1980-heden)

Met de onafhankelijkheid in het vooruitzicht, leek het de autoriteiten in 1979 een goed idee een ontwerpwedstrijd voor een eigen vlag te organiseren. Dat leverde ruim 430 inzendingen op (sommige bronnen spreken van ruim 1000 inzendingen, andere over slechts 20!). De vlag die we hierboven zien was echter niet de winnaar van de wedstrijd, maar de nummer twee! Het winnende ontwerp (waarvan ik na lang spitten niet één afbeelding ben tegengekomen!) was dat van een blauw veld met daarop een traditionele bijl in geel in een rode cirkel met daaromheen zestien witte sterren. De witte sterren stonden voor de zestien gemeentes die Palau telde (sinds 1984 zijn dat ‘staten’).

Koror, de voormalige hoofdstad van Palau en grootste stad van het land, deels op het gelijknamige eiland gelegen en tevens is het de naam van een van de zestien staten (fotograaf onbekend)

De reden om uiteindelijk toch voor de nummer twee te kiezen zou zijn geweest dat dit ontwerp eenvoudiger was. Hoe het ook zij: vanaf 18 september 1980 werd deze vlag bij wet vastgesteld en vanaf 22 oktober 1981 ook goedgekeurd door vice-Hoge Commissaris Juan Sablan.

De vlag is blauw met een gele cirkel iets links van het midden, richting de broekingszijde. Het blauw staat voor de Stille Oceaan en de overgang naar onafhankelijkheid. De gele cirkel of schijf staat voor de volle maan. In de Palause cultuur wordt de volle maan gezien als de beste tijd voor visvangst, zaaien, oogsten, feestelijkheden en voor het snijden en bewerken van traditionele kano’s. Verder is het het symbool voor vrede, rust en liefde. Het ontwerp van de vlag is van Blau J. Skebong.

Blau J. Skebong (1935), ontwerper van de vlag van Palau (© canpanblog)

Qua ontwerp lijkt de vlag op die van Japan en Bangladesh. Dit bracht de Japanse professor in internationale relaties, Futaranosuke Nagoshi, tot de veronderstelling dat de vlag van Palau een eerbetoon is aan die van Japan en dat het de vriendschap tussen de twee landen bevestigt. Toenmalig president Kuniwo Nakamura van Palau reageerde daarop droogjes: “Zo kun je het ook bekijken”.

palau
De vlaggen van Japan en Bangladesh

Palau – Constitution Day / Grondwetdag (1981)

Vandaag wordt in Palau gevierd dat op 9 juli 1981 de grondwet werd aangenomen, nadat de eilandstaat op 1 januari hetzelfde jaar onafhankelijk was geworden.

Van veel Stille Zuidzee-eilandengroepen weten de meesten onder ons niet precies waar ze liggen. Heel gek is dat natuurlijk niet, gezien de vaak kleine totaal-oppervlaktes van de archipels in de gigantische Stille Oceaan.
Palau ligt aan de zuidwestkant van de oceaan, ten zuidoosten van de Filipijnen en ten noordwesten van Nieuw-Guinea.

Palau locatie map
Locatie van Palau op de kaart (© wherenig.com)

Om het nog wat ingewikkelder te maken: de ongeveer 340 eilanden waaruit Palau bestaat, zijn onderdeel van een veel grotere eilandengroep, die bekend staat onder de naam Carolinen. Palau vormt het westelijke deel van de Carolinen, terwijl de ‘buurstaat’ Micronesië het centrale en oostelijke deel van deze archipel inneemt.

Palau map
Kaart van de Palau-archipel (© ontheworldmap.com)

Capitanía de las Filipinas & Duits-Nieuw-Guinea

Een korte historie is wel op zijn plaats. Na eeuwenlang met rust te zijn gelaten, werden de eilanden na de verovering van de Filipijnen door de Spanjaarden in 1565 ingelijfd als onderdeel van deze kolonie, onder de naam Capitanía General de las Filipinas. In 1899 werd de Palau-archipel, samen met andere archipels in de regio door Spanje verkocht aan Duitsland, waarmee het tot 1914 onderdeel werd van Duits-Nieuw-Guinea.

palau-1
V.l.n.r.: de vlaggen van de Capitanía General de las Filipinas, Duits-Nieuw-Guinea en de marine- en oorlogsvlag van Japan

Duitsland raakte na het einde van de Eerste Wereldoorlog zijn koloniën kwijt. Tot 1919 werd Palau bezet door de Japanse marine. Vanaf dat jaar bleven de eilanden onder Japans bestuur, maar wel onder toezicht van de Volkerenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) in het zogeheten South Pacific Mandate. Naast de Palau-archipel betrof dit ook de Noordelijke Marianen, Micronesië en de Marshalleilanden.

palau-2
V.l.n.r.: de vlaggen van de South Pacific Mandate, de Verenigde Staten en de Trust Territory of the Pacific Islands

Met de Tweede Wereldoorlog ging Japan na zijn aanval op marinebasis Pearl Harbor in Hawaii over tot verovering van verschillende Pacifische eilanden, waaronder Kiribati, Guam, Nauru en Wake Island. Na het verslaan van Japan in de Pacifische Oorlog kwam Palau van 1944 tot 1947 onder Amerikaanse bezetting.

Trust Territory of the Pacific Islands

Vanaf 1947 tot de onafhankelijkheid in 1981 kwam Palau met zijn ‘buren’ opnieuw onder de paraplu van de Verenigde Naties met de Trust Territory of the Pacific Islands, vergelijkbaar met de situatie tussen de twee wereldoorlogen, maar nu onder leiding van de Verenigde Staten.

Palau Capitool
Het Capitool van Palau (2006) in de administratieve hoofdstad Ngerulmud (© palauhelicopters.com)

Federated States of Micronesia

In 1979 ‘fuseerden’ vier van de Micronesische districten (Yep, Chuuk, Pohnpei en Kosrae) onder de naam Federated States of Micronesia (Federale Staten van Micronesië), de opmaat naar onafhankelijkheid in 1986De Marshalleilanden en Palau hadden het jaar daarvoor al te kennen gegeven op termijn onafhankelijke staten te willen worden. De Marshalleilanden bereikten die status in 1986 en Palau in 1981. Al deze eilanden deden dat in een vrije associatie met de Verenigde Staten. Dit land zorgt voor de defensie, financiering en sociale diensten.

De gebieden die een vrije associatie met de V.S. aangingen, met links in het westen Palau (© U.S. Accountibility Office)

Compact of Association

Daarmee was Palau de facto onafhankelijk, maar de ‘vrije associatie” met de V.S. hield wel in dat de Amerikanen in ruil voor honderden miljoenen aan schadevergoeding militaire bases kon blijven gebruiken waarop ook nucleaire wapens konden worden geplaatst als de V.S. zijn bases op de Filipijnen zou kwijtraken.
De Palauers waren hier geen voorstander van en hoopten dat het nooit   tot plaatsing zou komen. Het zat de eilanders mee: met het einde van de Koude Oorlog in 1991 kwam het nooit tot daadwerkelijke plaatsing.
Uiteindelijk werd de overeenkomst, de zogenaamde Compact of Association zodanig gewijzigd dat de Amerikaanse militaire zeggenschap terug werd gebracht naar eenderde van het grondgebied, waarna Palau van de Verenigde Staten officieel toestemming kreeg om nu echt onafhankelijk te worden. Dat gebeurde uiteindelijk op 1 oktober 1994.

Postzegelblok uitgegeven n.a.v. de definitieve onafhankelijkheid in 1994, in het midden zien we president Kuniwo Nakamura (1943-2020) van Palau samen met president Bill Clinton (1946) van de Verenigde Staten, onderaan staat de bladmuziek van het Palause volkslied “Balau rekid” (op het blok verkeerd gespeld als “Balau er kid”), wat zoveel betekent als “Ons Palau” (auteur onbekend), op muziek van Ymesei O. Ezekiel (1926-1984), ingevoerd in 1980 (ontwerp: Karl Tanner) (© Republic of Palau Postal Service)

De vlag

Vlag van Palau (1980-heden)

Met de onafhankelijkheid in het vooruitzicht, leek het de autoriteiten in 1979 een goed idee een ontwerpwedstrijd voor een eigen vlag te organiseren. Dat leverde ruim 430 inzendingen op (sommige bronnen spreken van ruim 1000 inzendingen, andere over slechts 20!). De vlag die we hierboven zien was echter niet de winnaar van de wedstrijd, maar de nummer twee! Het winnende ontwerp (waarvan ik na lang spitten niet één afbeelding ben tegengekomen!) was dat van een blauw veld met daarop een traditionele bijl in geel in een rode cirkel met daaromheen zestien witte sterren. De witte sterren stonden voor de zestien gemeentes die Palau telde (sinds 1984 zijn dat ‘staten’).

Koror, de voormalige hoofdstad van Palau en grootste stad van het land, deels op het gelijknamige eiland gelegen en tevens is het de naam van een van de zestien staten (fotograaf onbekend)

De reden om uiteindelijk toch voor de nummer twee te kiezen zou zijn geweest dat dit ontwerp eenvoudiger was. Hoe het ook zij: vanaf 18 september 1980 werd deze vlag bij wet vastgesteld en vanaf 22 oktober 1981 ook goedgekeurd door vice-Hoge Commissaris Juan Sablan.

De vlag is blauw met een gele cirkel iets links van het midden, richting de broekingszijde. Het blauw staat voor de Stille Oceaan en de overgang naar onafhankelijkheid. De gele cirkel of schijf staat voor de volle maan. In de Palause cultuur wordt de volle maan gezien als de beste tijd voor visvangst, zaaien, oogsten, feestelijkheden en voor het snijden en bewerken van traditionele kano’s. Verder is het het symbool voor vrede, rust en liefde. Het ontwerp van de vlag is van Blau J. Skebong.

Blau Skebong
Blau J. Skebong (1935), ontwerper van de vlag van Palau (© canpanblog)

Qua ontwerp lijkt de vlag op die van Japan en Bangladesh. Dit bracht de Japanse professor in internationale relaties, Futaranosuke Nagoshi, tot de veronderstelling dat de vlag van Palau een eerbetoon is aan die van Japan en dat het de vriendschap tussen de twee landen bevestigt. Toenmalig president Kuniwo Nakamura van Palau reageerde daarop droogjes: “Zo kun je het ook bekijken”.

palau
De vlaggen van Japan en Bangladesh

Palau – President’s Day / Dag van de President

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vandaag is het President’s Day in Palau, een officiële vrije dag in de archipel. Het is een dag waarbij de president, die zowel staatshoofd als hoofd van de regering is, in het zonnetje gezet wordt.

En wie staat er vandaag dan wel in het zonnetje? Dat is president Surangel Whipps, Jr., die de taak als staatshoofd op 21 januari 2021 overnam van zijn zwager Thomas Remensegau, Jr.

Surangel Whipps, Jr. (1968), president van Palau, geflankeerd door twee nationale vlaggen, tijdens zijn ‘troonrede’ op 25 april 2024 (screenshot)

Palau is een van de weinige landen (11 in totaal, 2 minder dan een jaar geleden) die Taiwan als onafhankelijk land erkennen. China beschouwt de eilandnatie als een afvallige provincie.

Wat meer over Palau:
Van veel Stille Zuidzee-eilandengroepen weten de meesten onder ons niet precies waar ze liggen. Heel gek is dat natuurlijk niet, gezien de vaak kleine totaal-oppervlaktes van de archipels in de gigantische Stille Oceaan.
Palau ligt aan de zuidwestkant van de oceaan, ten zuidoosten van de Filipijnen en ten noordwesten van Nieuw-Guinea.

Palau locatie map
Locatie van Palau op de kaart (© wherenig.com)

Om het nog wat ingewikkelder te maken: de ongeveer 340 eilanden waaruit Palau bestaat, zijn onderdeel van een veel grotere eilandengroep, die bekend staat onder de naam Carolinen. Palau vormt het westelijke deel van de Carolinen, terwijl de ‘buurstaat’ Micronesia het centrale en oostelijke deel van deze archipel inneemt.

Palau map
Kaart van de Palau-archipel (© ontheworldmap.com)

Een korte historie is wel op zijn plaats. Na eeuwenlang met rust te zijn gelaten, werden de eilanden na de verovering van de Filipijnen door de Spanjaarden in 1565 ingelijfd als onderdeel van deze kolonie, onder de naam Capitanía General de las Filipinas. In 1899 werd de Palau-archipel, samen met andere archipels in de regio door Spanje verkocht aan Duitsland, waarmee het tot 1914 onderdeel werd van Duits-Nieuw-Guinea.

palau-1
V.l.n.r.: de vlaggen van de Capitanía General de las Filipinas, Duits-Nieuw-Guinea en de marine- en oorlogsvlag van Japan

Duitsland raakte na het einde van de Eerste Wereldoorlog zijn koloniën kwijt. Tot 1919 werd Palau bezet door de Japanse marine. Vanaf dat jaar bleven de eilanden onder Japans bestuur, maar wel onder toezicht van de Volkerenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) in het zogeheten South Pacific Mandate. Naast de Palau-archipel betrof dit ook de Noordelijke Marianen, Micronesië en de Marshalleilanden.

palau-2
V.l.n.r.: de vlaggen van de South Pacific Mandate, de Verenigde Staten en de Trust Territory of the Pacific Islands

Met de Tweede Wereldoorlog ging Japan na zijn aanval op marinebasis Pearl Harbor in Hawaii over tot verovering van verschillende Pacifische eilanden, waaronder Kiribati, Guam, Nauru en Wake Island. Na het verslaan van Japan in de Pacifische Oorlog kwam Palau van 1944 tot 1947 onder Amerikaanse bezetting.

Vanaf 1947 tot de onafhankelijkheid in 1981 kwam Palau met zijn ‘buren’ opnieuw onder de paraplu van de Verenigde Naties met de Trust Territory of the Pacific Islands, vergelijkbaar met de situatie tussen de twee wereldoorlogen, maar nu onder leiding van de Verenigde Staten.

Palau Capitool
Het Capitool van Palau (2006) in de administratieve hoofdstad Ngerulmud op het hoofdeiland Babeldaob (© palauhelicopters.com)
Het Capitool (Olbiil Era Kekulau) van Palau in de hoofdstad Ngerulmud, wat door een lening van Taiwan gebouwd kon worden (© Abasaa)

In 1979 ‘fuseerden’ vier van de Micronesische districten (Yep, Chuuk, Pohnpei en Kosrae) onder de naam Federale Staten van Micronesië, de opmaat naar onafhankelijkheid in 1986De Marshalleilanden en Palau hadden het jaar daarvoor al te kennen gegeven op termijn onafhankelijke staten te willen worden. De Marshalleilanden bereikten die status in 1986 en Palau in 1981. Al deze eilanden deden dat in een vrije associatie met de Verenigde Staten. Dit land zorgt voor de defensie, financiering en sociale diensten.

Koror, de grootste ‘stad’ van Palau, strekt zich uit over verschillende eilanden en telt ruim 11.000 inwoners (fotograaf onbekend)

Daarmee was Palau de facto onafhankelijk, maar de ‘vrije associatie” met de V.S. hield wel in dat de Amerikanen in ruil voor honderden miljoenen aan schadevergoeding militaire bases kon blijven gebruiken waarop ook nucleaire wapens konden worden geplaatst als de V.S. zijn bases op de Filipijnen zou kwijtraken.
De Palauers waren hier geen voorstander van en hoopten dat het nooit   tot plaatsing zou komen. Het zat de eilanders mee: met het einde van de Koude Oorlog in 1991 kwam het nooit tot daadwerkelijke plaatsing.
Uiteindelijk werd de overeenkomst, de zogenaamde Compact of Association zodanig gewijzigd dat de Amerikaanse militaire zeggenschap terug werd gebracht naar eenderde van het grondgebied, waarna Palau van de Verenigde Staten officieel toestemming kreeg om nu echt onafhankelijk te worden. Dat gebeurde uiteindelijk op 1 oktober 1994.

De vlag

Vlag van Palau (1980-heden)

Met de onafhankelijkheid in het vooruitzicht, leek het de autoriteiten in 1979 een goed idee een ontwerpwedstrijd voor een eigen vlag te organiseren. Dat leverde ruim 430 inzendingen op (sommige bronnen spreken van ruim 1000 inzendingen). De vlag die we hierboven zien was echter niet de winnaar van de wedstrijd, maar de nummer twee! Het winnende ontwerp (waarvan ik na lang spitten niet één afbeelding ben tegengekomen!) was dat van een blauw veld met daarop een traditionele bijl in geel in een rode cirkel met daaromheen zestien witte sterren. De witte sterren stonden voor de zestien gemeentes die Palau telde (sinds 1984 zijn dat ‘staten’).

De reden om uiteindelijk toch voor de nummer twee te kiezen zou zijn geweest dat dit ontwerp eenvoudiger was. Hoe het ook zij: vanaf 18 september 1980 werd deze vlag bij wet vastgesteld en vanaf 22 oktober 1981 ook goedgekeurd door vice-Hoge Commissaris Juan Sablan.

De vlag is blauw met een gele cirkel iets links van het midden, richting de broekingszijde. Het blauw staat voor de Stille Oceaan en de overgang naar onafhankelijkheid. De gele cirkel of schijf staat voor de volle maan. In de Palause cultuur wordt de volle maan gezien als de beste tijd voor visvangst, zaaien, oogsten, feestelijkheden en voor het snijden en bewerken van traditionele kano’s. Verder is het het symbool voor vrede, rust en liefde. Het ontwerp van de vlag is van Blau J. Skebong.

Blau Skebong
Blau J. Skebong, ontwerper van de vlag van Palau (© canpanblog)

Qua ontwerp lijkt de vlag op die van Japan en Bangladesh. Dit bracht de Japanse professor in internationale relaties, Futaranosuke Nagoshi, tot de veronderstelling dat de vlag van Palau een eerbetoon is aan die van Japan en dat het de vriendschap tussen de twee landen bevestigt. Toenmalig president Kuniwo Nakamura van Palau reageerde daarop droogjes: “Zo kun je het ook bekijken”.

palau
De vlaggen van Japan en Bangladesh

Nauru – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1968)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Nauru is een eilandstaat in de Grote Oceaan en is met een oppervlakte van 21 km² een van de kleinste landen ter wereld (ter vergelijking: Waddeneiland Schiermonnikoog is met 40.5 km² een keer zo groot).

Kaart van Oceanië, Nauru zien hier iets links van het midden onder Micronesia (© freeworldmaps.net)

Slechts twee landen zijn nog kleiner dan Nauru: Monaco en Vaticaanstad.
Het ligt zo’n 56 km ten zuiden van de evenaar.

Kaart van Nauru (© Tschubby / publiek domein)

Het eiland werd relatief laat ‘ontdekt’ door de Britse zee- en walvisvaarder John Fearn, op 8 november 1798, hij noemde het eiland Pleasant Island.*
De bevolking op het afgelegen eiland bestond uit Polynesiërs en Melanesiërs.
In tegenstelling tot de meeste eilanden in de Grote Oceaan werd Nauru hierna niet gekoloniseerd. De dagelijkse leiding was in handen van de verschillende stamhoofden, van wie er één als leider fungeerde.

*Hoewel het een sympathieke naam is, beklijfde deze benaming niet en bleef de inheemse naam Nauru in gebruik

Kapitein John Fearn (±1768-?), de Britse ontdekker van Nauru (fantasieportret), met links zijn schip de Snow Hunter, op een herdenkingspostzegel uit 1998

Duits, Japans en Australisch bestuur

Toch kon ook Nauru uiteindelijk niet aan kolonisatie ontkomen en wel door Duitsland, dat zich pas na de Duitse unificatie van 1871 ging inlaten met het zich toe-eigenen van gebieden in Afrika en de Grote Oceaan.

Kaart uit 1920 van de Duitse bezittingen in de Grote Oceaan, waarvan het noordoostelijke deel van Nieuw-Guinea (Kaiser Wilhelmsland geheten) het grootste gebiedsdeel was, Nauru is als ‘los’ eiland moeilijk op de kaart terug te vinden, maar het ligt net onder de letter N van STILLER OZEAN) (© Verlag von Quelle & Meyer, Leipzig / ub.bildarchiv-dkg.un-frankfurt.de)

In 1884 werd de kolonie Duits-Nieuw-Guinea een feit, dat toen nog bestond uit het noordoostelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea, inclusief de Bismarck-archipel (New Britain, New Ireland en verschillende kleinere eilanden), ten noorden van Nieuw-Guinea.
De noordelijke Salomonseilanden werden in 1885 tot Duits protectoraat verklaard.
Het gebied werd steeds verder uitgebreid: zo werden in 1899 de Carolinen, Palau en de Marianen (behalve Guam) van Spanje gekocht.
In 1906 annexeerde Duits-Nieuw-Guinea het (sinds 1888) afzonderlijke Duitse protectoraat van de Marshalleilanden, waartoe ook Nauru behoorde.

Koning Aweida (± 1850-1821), in het midden van een groep landgenoten op 3 oktober 1888, op de dag dat Nauru een Duits protectoraat werd, poserend voor de vlag van het Rijkskoloniaal Ministerie, de zwart-wit-rode vlag van het Duitse Keizerrijk met de Duitse adelaar in het midden (publiek domein)

Duitsland liet het systeem van stamhoofden met één prominente leider intact. Die leider was op dat moment Aweida, die vanaf 1906 de titel ‘koning van Nauru’ gebruikte.
Aweida was als leider aangetreden rond circa 1875.

Koning Aweida in 1916 met aan zijn zijde de koninklijke pandanus (schroefpalmfruit) drager (foto van Thomas John McMahon (1864-1933 / Collectie National Archives of Australia / publiek domein)

Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918) verloor Duitsland zijn kolonies. Vanaf 1920 werd het eiland beheerd door Australië.
Kort daarna overleed koning Aweida, waarna de monarchie werd afgeschaft.

Amerikaans bombardement op het door Japan bezette Nauru door Liberator bommenwerpers van de Seventh Air Force, 1943 (© Collectie Library of Congress – catalog number: 55-60002 / publiek domein)

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Nauru door Japan bezet, van 26 augustus 1942 tot 13 september 1945. Vanaf die tijd nam Australië het bestuur weer over.
In 1947 werd een overeenkomst gesloten met de Verenigde Naties waarin werd bepaald dat Nauru in 1968 zelfstandig zou worden, tot die tijd zou de soevereiniteit rouleren tussen Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk. In de praktijk kwam daar niets van terecht en bleef Australië Nauru’s zaken beheren tot het eiland op 31 januari 1968 een onafhankelijk eilandstaat werd, vandaag 57 jaar geleden.

Fosfaat

Normaliter zou zo’n klein eiland als staat nauwelijks bestaansrecht hebben, ware het niet dat vanaf het begin van de twintigste eeuw werd begonnen met het ontginnen van fosfaten op het eiland.
Dit bleek dermate lucratief dat het industrieel werd aangepakt, het zorgde ervoor dat Nauru zeer welvarend werd.
Vrijwel het hele binnenland van Nauru had fosfaatafzettingen en die werden in dagbouw ontgonnen.
Maar gezien de grootte van het eiland kon dit niet eeuwig duren: in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw bleek het einde in zicht, de voorraad raakte uitgeput en de resterende reserves waren economisch niet rendabel voor winning.

Het grootste deel van het binnenland van Nauru is veranderd in een troosteloos landschap (fotograaf onbekend)

Het binnenland van Nauru is door deze jarenlange ontginning inmiddels in een maanlandschap veranderd, waardoor alleen de kuststrook bewoond wordt.
Een trust, opgericht om de verzamelde mijnbouwrijkdommen van het eiland te beheren, voor het moment dat de reserves uitgeput zouden raken, daalde in waarde. Om toch inkomsten te genereren, werd Nauru korte tijd een belastingparadijs en een illegaal witwas-centrum.

Nauru vanuit de lucht: het binnenland is een doodse woestenij geworden (screenshot)

Maar liefst 23% van de bevolking (van in totaal ruim 12.000 inwoners) is werkloos (in Nederland is dat cijfer 3,6%). 95% van de mensen die wél een baan hebben, werkt voor de overheid.

Vrijwel alle Nauranen wonen in de kuststrook (screenshot)

Asielzoekerscentrum

Wat ook geld in het laatje brengt is een door Australië opgezet en uitgebaat peperduur asielzoekerscentrum, dat enige jaren gesloten is geweest, maar in 2012 weer werd heropend.
Nauru krijgt in ruil van Australië een bedrag van 1,7 miljard Australische dollar (ruim 1 miljard euro), wat in 2012 in een vermeerdering van het Nauruaanse BNP met een factor 450 resulteerde.
Nauru is het land dat het hoogste aantal asielprocedures afhandelt voor een ander land.

Het overvolle interieur van het asielzoekerscentrum op Nauru (screenshot)

Er is internationaal kritiek op deze constructie vanwege de slechte omstandigheden in het centrum en omdat Australië hiermee haar verantwoordelijkheid zou afschuiven, de asielzoekers in eigen land op te vangen. Ook in het Australische parlement heeft dit tot hoogoplopende discussies geleid.
Een delegatie van Amnesty International die het kamp in 2012 bezocht, beschreef het als een ramp voor de mensenrechten.

Arenibek ligt aan de Buada Lagoon (© foto Lorrie Graham / publiek domein)

Bijna iedereen op Nauru woont in de kuststrook van het ovaalvormige eiland, op Arenibek na, dat als een groene oase in het afgegraven fosfaatlandschap ligt.

Het parlementsgebouw van Nauru met vlag en staatswapen (fotograaf onbekend)

Nauru heeft geen hoofdstad, maar het parlement is te vinden in het district Yaren, in het zuiden van het eiland, bij het internationale vliegveld.

Nauru International Airport, links van de start- en landingsbaan bevinden zich de overheidsgebouwen (© Cedric Favero / publiek domein)

Nauru heeft een éénkamer-parlement met 19 parlementsleden, waarvan er één fungeert als president en regeringsleider tegelijk. Die functie wordt sinds 30 oktober 2023 uitgeoefend door David Adeang, wiens vader Kennan Adeang maar liefst drie termijnen als president volmaakte.
Adean junior is de 17e president van de eilandstaat.

President en regeringsleider van Nauru, David Adeang (1969), poseert hier met de vlag (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van Nauru (1968-heden)

De vlag van Nauru werd ingevoerd bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid op 31 januari 1968.
De vlag heeft een koningsblauw veld met een gele (of gouden) streep in het midden en een witte ster met twaalf punten aan de broekingszijde onder de streep.

Debuut van de vlag op Nauru’s onafhankelijkheidsdag, 31 januari 1968, op de foto vertegenwoordigers van de drie trustee-landen van Nauru – v.l.n.r: D. J. Carter (een Nieuw-Zeelandse parlementaire ondersecretaris), Charles Barnes (Australische minister van Territoria) en Charles Johnson (Verenigd Koninkrijk) en Hammer DeRoburt (1922-1992), eerste president van het nieuwe onafhankelijke Nauru (fotograaf onbekend)

De vlag was het resultaat van een ontwerpwedstrijd. De naam van de ontwerper zelf is vooralsnog niet terug te vinden, het enige dat we weten is dat het ging om een inwoner van Nauru die werkte voor de Australische vlaggenfabrikant Evans.
Het winnende ontwerp symboliseert de locatie van Nauru in de Stille Oceaan ten opzichte van de evenaar, slechts één graad bezuiden de denkbeeldige lijn.

De heren nogmaals en in kleur (fotograaf onbekend)

Het blauw staat voor de Stille Oceaan, de gele streep voor de evenaar en de witte ster voor Nauru zelf. Het wit werd gekozen vanwege de (toen nog) rijke fosfaatafzettingen op het eiland.
De twaalf punten van de ster symboliseren de traditionele twaalf stammen: Deiboe, Eamwidara, Eamwit, Eamwitmwit, Eano, Eaoru, Emangum, Emea, Irutsi, Iruwa, Iwi en Ranibok.

De weg langs het vliegveld met een woud aan Nauru-vlaggen, met eronder afbeeldingen van de landenvlaggen van de mede-Oceaniërs (screenshot)

Noordelijke Marianen – Constitution Day / Grondwetdag

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Deze officiële dag op de Noordelijke Marianen wordt normaliter op 8 december gevierd, tenzij die datum op een zondag valt en dat is dit jaar het geval.
De dag verschuift dan naar de maandag, vandaag dus.

De Noordelijke Marianen (Northern Mariana Islands) vormen een groep van 14 eilanden in de noordelijke Grote Oceaan, ten noorden van het eiland Guam.
De archipel is een overzees territorium van de Verenigde Staten, de officiële naam van het gebied is Commonwealth of the Northern Mariana Islands (Gemenebest van de Noordelijke Marianen).

Kaart van de regio Micronesië, die een reeks van archipels omvat, de Noordelijke Marianen zien we in het noordwesten op deze kaart (© Jon Harald Søby / publiek domein)

Gezien het ‘noordelijke’ in de naam van het territorium dringt de vraag zich op of er ook Zuidelijke Marianen zijn: en die zijn er, maar er is er maar één: het (eveneens Amerikaanse) eiland Guam, dat een apart territorium is.
Tezamen vormen ze dus de Marianen en zijn ze tevens onderdeel van de veel grotere regio Micronesië, waarvan ze het noordelijkste deel zijn.

Kaart van de Noordelijke Marianen (© Ras67 / publiek domein)

Van de 14 eilanden hebben Saipan en Tinian de belangrijkste havens. Saipan fungeert als hoofdeiland, het regeringscentrum, Capitol Hill genaamd, ligt in het midden van het eiland.

Regeringscentrum van de Noordelijke Marianen in Capitol Hill op het eiland Saipan, met de vlaggen van de Verenigde Staten en de Noordelijke Marianen (© Northern Marianas Commonwealth Legislature / fotograaf onbekend)

Van de ruim 55.000 inwoners van de Noordelijke Marianen woont 90% op Saipan, dat ook een aparte gemeente is.

Topografische kaart van Saipan (© United States Geological Survey / publiek domein)

De andere drie gemeenten zijn de eilanden Tinian en Rota en de overige 11 eilanden tezamen onder de naam Northern Islands Municipality, waar slechts een klein aantal mensen woont.

Portret van Ferdinand Magellaan (Fernão de Magalhães) (±1480-1521), portret uit de periode 1550-1625, door een onbekende schilder (Collectie
The Mariner’s Museum Collection, Newport News, VA
/ publiek domein)

De eilanden waren al bewoond door de Chamorro’s, toen Spanje het in 1565 als kolonie in bezit nam. De plaatselijke bevolking werd niets gevraagd, zoals in die tijd gebruikelijk.
De archipel, was in 1521 al eens aangedaan door de voor Spanje opererende Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellaan. Hij had ze de weinig flatterende naam Islas de los Ladrones (Dieveneilanden) gegeven.

De Spaanse missionaris Diego Luis de San Vitores (1627-1672) veranderde de naam van de archipel van Islas de los Ladrones in de Marianas; deze specifieke prent toont de moord op San Vitores op het eiland Guam door een Chamorro-stamoudste, genaamd Matå’pang (?-1680), rechts op de afbeelding, met links zijn kompaan Hurao, eveneens een Chamorro-chef (Napolitaanse gravure uit 1686 / publiek domein)

Die naam veranderde in Las Marianas in 1668, toen de Spaanse priester Diego Luis de San Vitores besloot de archipel te vernoemen naar de Spaanse koningin Mariana de Austria (Maria Anna van Oostenrijk).

Mariana de Austria (1634-1696), aartshertogin van Oostenrijk en koningin-gemalin van Spanje (getrouwd met koning Filips IV), de Marianen werden naar haar vernoemd, detail uit een levensgroot portret (1652/1653) van de hand van Diego Velázquez (1599-1660), collectie Museo del Prado, Madrid

Na de door Spanje verloren Spaans-Amerikaanse Oorlog van 1898, werd middels het Verdrag van Parijs het belangrijkste eiland Guam aan de Verenigde Staten toegewezen.

Kaart uit 1920 van de Duitse ex-bezittingen in de Grote Oceaan, waarvan het noordoostelijke deel van Nieuw-Guinea (Kaiser Wilhelmsland geheten) het grootste gebiedsdeel was, de Noordelijke Marianen zien we links bovenaan op de kaart, direct naast de titel (© Verlag von Quelle & Meyer, Leipzig / ub.bildarchiv-dkg.uni-frankfurt.de)

In 1899 verkocht Spanje de overgebleven Noordelijke Marianen (plus de zuidelijker gelegen Carolinen) aan Duitsland, voor het bedrag van 17 miljoen Duitse mark.
De eilanden werden toen onderdeel van de Duitse kolonie Duits-Nieuw-Guinea.

Duitsland gaf aparte postzegels uit voor zijn Marianen-kolonie, serie uit 1901 (publiek domein)

De Duitsers gebruikten de eilanden voor de productie van kopra (gedroogde kokos, voor de productie van margarine).
Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918), werden de Noordelijke Marianen door de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) ondergebracht in het zogenaamde Zuid-Pacifisch Mandaatgebied, onder bestuur van Japan.
Dit gebied omvatte naast de Marianen ook Palau, Micronesia (het land, niet te verwarren met de regio Micronesië) en de Marshalleilanden.

Locatie en omvang van het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied (1919-1947), dat bestuurd werd door Japan en waarvan de Noordelijke Marianen een onderdeel waren (publiek domein)

De Japanners waren niet geïnteresseerd in kopra en gebruikten de Marianen voor het verbouwen van suikerriet, bedoeld voor de productie van suiker en alcohol.
Er waren zoveel plantagewerkers nodig dat er tot aan de Tweede Wereldoorlog tien maal zoveel Japanners op de eilanden woonden, dan Chamorro’s.

De Japanse suikerraffinaderij Nan’yō Kōhatsu op Saipan in 1932 (publiek domein)

Direct na de Japanse aanvallen op Pearl Harbor (op Oahu, Hawaii) op 8 december 1941, waardoor de V.S. bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte, bezette Japan het Amerikaanse eiland Guam.

Slag om Saipan

Het duurde tot juni 1944 voordat een groot Amerikaans invasieleger zowel Guam alsook de Noordelijke Marianen veroverde.

Amerikaanse schepen vuren salvo’s af voor de kust van Saipan (screenshot)

De slag om Saipan, waar op dat moment tienduizenden Japanners woonden, was heftig.

Een enorme rookwolk stijgt op boven Saipan (screenshot)

In een luchtoorlog verloren de V.S. en Japan respectievelijk 50 en 402 vliegtuigen. Na uitschakeling van de Japanse luchtmacht brandde de strijd op Saipan zelf los, waarbij 3.500 Amerikanen en 400 Saipanezen het leven lieten.

De Slag om Saipan koste veel Amerikanen het leven, onder de Japanners waren de verliezen nog vele malen groter (screenshot)

Onder de Japanners, die zich weigerden over te geven, vielen 30.000 doden.
Op 9 juli 1944 was Saipan bevrijd, de overige eilanden volgden kort erna.

Amerikaanse soldaten tonen na de strijd een buitgemaakte Japanse vlag (screenshots)

Zuid-Pacifisch Mandaatgebied

In 1947 riepen de Verenigde Naties het voormalige door Japan bestuurde Zuid-Pacifisch Mandaatgebied uit tot het Trustschap van de Pacifische Eilanden, onder bestuur van de Verenigde Staten.
In 1975 maakten de Noordelijke Marianen zich als eerste los uit het trustschap, door te kiezen voor een individuelere staatsvorm als een Amerikaans Gemenebest-gebied, wat inhield dat er intern zelfbestuur kwam.

Een verscholen baai op het eiland Tinian (fotograaf onbekend)

Het trustgebied zou in de jaren daarna verder uit elkaar vallen en hield in 1986 op te bestaan.
In datzelfde jaar werden de inwoners van de Noordelijk Marianen officieel Amerikaans staatsburger. De Verenigde Staten verzorgen de buitenlandse betrekkingen van de archipel en defensie valt ook onder de Amerikaanse verantwoordelijkheid.
De huidige gouverneur van de Noordelijke Marianen is Arnold Palacios, in functie sinds 9 januari 2023.

Arnold Palacios (1955), de 10e gouverneur van de Noordelijke Marianen, met rechts achter hem de vlag van de archipel, links de Amerikaanse Stars and Stripes (© Government of the Northern Mariana Islands / U.S. Dept. of the Interior / publiek domein)

Grondwetdag

Landen met een Constitution Day (Grondwetdag) zijn niet bepaald zeldzaam, waarbij normaliter verwezen wordt naar de datum waarop de betreffende Grondwet werd ingevoerd.
Bij de Noordelijke Marianen is dat echter niet het geval, de dag is die van de verering van de beschermheilige van de Noordelijke Marianen en Guam: Santa Maria Kamalen (of: Our Lady of Camarin).

Het beeld van Santa Maria Kamelen, beschermheilige van Guam en de Noordelijke Marianen, in de Minor Basilica of the Most Sweet Name of Mary op het eiland Guam (fotograaf onbekend)

De datum van 8 december verwijst in dit geval naar het bombardement en de daaropvolgende verovering van het eiland Guam door Japan op die datum in 1941; op diezelfde dag bombardeerde Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor, op Oahu, Hawaii, waardoor de V.S. bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte.
Op deze dag ontsnapte het in de Dulce Nombre de María tentoongestelde beeld van de heilige, aan het Japanse bombardement.

De Dulce Nombre de María in Hagåtña op Guam na het Japanse bombardement van 8 december 1941 (fotograaf onbekend / Collectie Guam Preservation Trust)

Onbekende oorsprong

Zoals bij wel meer heilige objecten is de herkomst van het beeld in nevelen gehuld.
Volgens de legende zou het beeld door Spanjaarden meegebracht zijn met het galjoen Nuestra Señora del Pilar de Zaragoza y Santiago, dat op 2 juni 1690 schipbreuk leed en daarna verging bij het voor de kust van Guam liggende Cocos Island.

Spaans galjoen uit de periode dat de Nuestra Señora del Pilar de Zaragoza y Santiago bij Cocos Island verging (publiek domein)

Krabben

Volgens het verhaal ontdekte een visser het beeld aan de zuidkust bij Merizo. Hij zag het beeld liggen in gezelschap van twee krabben die ieder een brandende offerkaars tussen hun scharen hielden, wat door de inheemse bevolking in het gebied als een wonder werd beschouwd.
Het beeld kreeg in de taal van de Chamorro de titel ‘Kamalen’, wat letterlijk ‘schuur’ betekent, omdat het beeld na de vondst werd opgeslagen in de schuur van het in aanbouw zijnde Presidio-kazernecomplex van de lokale burgerwacht, de Dotación genaamd.

Artist’s impression van het beeld van Santa María Kamalen bij haar vondst, in gezelschap van twee krabben met ieder een offerkaars, in dit geval op hun schilden geplaatst, in plaats van in hun scharen (onbekende tekenaar / publiek domein)

De Dotación

Ze werd toen geadopteerd als beschermvrouwe van de Dotación en toen het Presidio in 1736 werd voltooid, werd ze in de kapel geplaatst.
De Dotación vierde het feest van hun beschermvrouwe op 8 december en dit ging zo door totdat de burgerwacht in 1884 werd ontbonden, nadat verschillende leden betrokken waren bij de moord op de Spaanse gouverneur, Don Angel de Pazos Vela-Hidalgo.
Het beeld van Santa Marian Kamalen werd toen in de kerk van Dulce Nombre de María in de hoofdstad Hagåtña geplaatst, die later basiliek werd.

Ongedateerde foto van de Dulce Nombre de María (publiek domein)

Aardbeving

Eén van de bekendste verhalen is die van de grote aardbeving van 1902, waarbij de Dulce Nombre de María ernstig beschadigd raakte. Veel van de beelden van de kerk waren gebroken, maar niet die van Santa María Kamalen, die de pastoor, VaderJosé Palomo, intact op de grond vond.

Ongedateerde, maar oudere foto van het beeld van Santa María Kamalen (publiek domein)

WOII en restauratie

Gedurende de Japanse bezetting van Guam werd het beeld op een geheime plaats bewaard. Op 8 december 1945 werd het opnieuw in de basiliek geïnstalleerd tijdens het Feest van de Onbevlekte Ontvangenis.
Bij een restauratie van het beeld in de Filipijnen in 1948 werd vastgesteld dat het beeld is gemaakt van ivoor en hout van de molave, een boom die van oorsprong alleen voorkomt op de Filipijnen.

De in 1959 gereedgekomen Minor Basilica of the Most Sweet Name of Mary in Hagåtña, de hoofdstad van Guam (© Abasaa / publiek domein)

Diefstallen

Het beeld werd in de naoorlogse periode maar liefst drie keer gestolen: op 19 mei 1968, 3 mei 1971 en 28 december 1992; maar dook telkens weer op.
Een replica van het beeld is voor openbare verering in de hoofdkerk geplaatst, terwijl het originele ivoren beeld boven het hoogaltaar is geplaatst.
Elk jaar op 8 december wordt Santa María Kamalen geëerd met een processie in Hagåtña waarbij een beeld van de beschermheilige op een kar wordt voortgetrokken.

Daarnaast wordt op 8 december dus ook Grondwetdag gevierd, met zoals de vorige gouverneur Ralph Torres het uitdrukte, “…de voortdurende vooruitgang die we als Gemenebest hebben geboekt in de politieke unie met de Verenigde Staten”.

De vlag

Vlag van de Noordelijke Marianen (1989-heden)

De vlag van de Noordelijke Marianen is blauw met in het midden drie elkaar overlappende symbolen: een witte vijfpuntige ster, een latte-steen in grijs en wit en een mwarmwar, een traditionele bloemenkrans.

De ster staat voor de Verenigde Staten.
De latte-steen, (ook latde, latti of latdi), is een pilaar gedekt door een halfbolvormig stenen kapiteel, met de platte kant naar boven.

Latte-stenen (fotograaf onbekend)

Ze werden door het oude Chamorro-volk gebruikt als ondersteuning bij de bouw van daken en zijn op de meeste Marianen te vinden.
In de huidige tijd wordt de latte-steen gezien als een teken van de Chamorro-identiteit.

De latte-stenen dienden als steunpilaren voor de daken van huizen van Chamorro’s met het nodige aanzien (publiek domein)

De mwarmwar (bloemenkrans) staat symbool voor de Carolinen, een bevolkingsgroep die van de gelijknamige Carolinen-archipel afkomstig is en dat bestaat uit de onafhankelijke staten Palau (in het westen) en Micronesia (midden en oosten), waarvandaan velen de afgelopen eeuwen zich op de Marianen vestigden.

Links Cananga odorata / Rechts: Plumeria alba (beiden publiek domein)
Links: Caesalpinia pulherrima / Rechts: Ocimum tenuiflorum (beiden publiek domein)

De krans bestaat uit de groene Cananga odorata, de witte Plumeria alba, de rode bloemen van de Caesalpinia pulcherrima (pauwenbloem) en het roze van Ocimum tenuiflorum (heilige basilicum).

Verwarring

De eerste versie van de huidige vlag van de Noordelijke Marianen met een lichtblauw veld (1976 -1989)

In aanloop naar de status van Amerikaans gemenebest in 1985, werd de blauwe vlag die de Noordelijke Marianen al sinds 1972 gebruikten en die toen nog alleen de latte-steen en de ster liet zien (een ontwerp van Vito Calvo, een student van het eiland Rota), op enig moment uitgebreid werd met de bloemenkrans, hoewel bronnen het er niet over eens zijn wanneer dat precies gebeurde.
Het is ook mogelijk dat die eerste vlag (afbeelding hieronder) nog enige tijd samen gebruikt is met de eerste (lichtblauwe) versie van de huidige vlag (afbeelding hierboven).

Eerste vlag van de Noordelijke Marianen (1972-1981)

Voor zover na te gaan lijkt de bovenstaande eerste vlag onofficieel gebruikt te zijn tussen 1972 en 1976 en officieel tussen 1976 en 1981, maar is er dus een overlap met de lichtblauwe vlag die waarschijnlijk zijn intrede deed in 1976.

Trustschap

Vóór 1972 gebruikten de Noordelijke Marianen de vlag (afbeelding hieronder) van het Trustschap van de Pacifische Eilanden, dat tussen 1947 en 1994 bestond, maar waar de archipel zich in 1975 van los maakte, waarna de unie steeds verder uit elkaar viel.

Vlag van het Trustschap van de Pacifische Eilanden (1965-1980)

De vlag van dit trustschap was “Verenigde Naties”-blauw met zes witte sterren. Iedere ster stond voor één van de deelgebieden: de Noordelijke Marianen, de Marshall Islands, Yap, Chuuk, Pohnpei (inclusief Kosrae) en Palau.

Duits-Nieuw-Guinea

Zoals we in de inleiding al zagen waren de Noordelijke Marianen tussen 1899 en 1918 onderdeel van de Duitse kolonie Duits-Nieuw-Guinea. Kort voor de Eerste Wereldoorlog waren er vergevorderde plannen om alle toenmalige Duitse kolonies eigen vlaggen te geven.
De ontwerpen werden gemaakt door Wilhelm Solf, sinds 1911 staatssecretaris van het Ministerie van Koloniën en goedgekeurd door keizer Wilhelm II.

Wilhelm Solf (1862-1936) op een foto uit 1911 (Allgemeiner Deutscher Nachrichtendienst – Zentralbild – Bild 183 / publiek domein)

Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd de invoering op de lange baan geschoven. Na vier jaar oorlog verloor Duitsland in 1918 echter niet alleen de oorlog, maar daarmee ook al zijn koloniën.
Na jarenlang zoek te zijn geweest, werden alle ontwerpen in 2010 in het Bundesarchiv in Koblenz teruggevonden, zodat we sindsdien weten hoe die vlag eruit gezien zou hebben.

Ontwerp voor de vlag van Duits-Nieuw-Guinea (1914)

Alle negen vlaggen hadden als basis de zwart-wit-rode vlag van het Duitse Rijk met daaroverheen een schild met een symbool behorend bij de desbetreffende kolonie.
In het geval van Duits-Nieuw-Guinea was dat de paradijsvogel (Paradisaeidae), ook heden ten dage nog hét symbool van Nieuw-Guinea.
Hij is hier in het geel (met blauwe accenten) afgebeeld op een groen schild.

Een paradijsvogel (fotograaf onbekend)

De vlag zou, als hij ooit ingevoerd was, een enigszins vreemde eend in de bijt geweest zijn op de Noordelijke Marianen, want de paradijsvogel komt daar niet voor.

Micronesia – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1986)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 2:

Micronesia (met een a op het eind) is een onafhankelijke staat van 607 eilanden in de Grote Oceaan. Het land vormt samen met Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen de regio Micronesië (met een e op het eind). Die twee bijna gelijke namen maken het een beetje verwarrend, officieel heet het land dan ook Federatieve Staten van Micronesia (Federated States of Micronesia).
Die federatieve staten (of deelstaten) waar het land uit bestaat, zijn Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae.

Micronesia map
Kaart van de Federatieve Staten van Micronesia / Inzet: Het gebied ten opzichte van de regio (public domain)

Het totale landoppervlak is 702 km², verspreid over zo’n 2.900 km. De bevolking bedroeg bij een schatting uit 2016 104.937 inwoners.

micronesie03
Links: Parlementsgebouw van Micronesia in Palikir (Pohnpei) (© Sven Mueller) / Rechts: Vliegveld van Pohnpei (© Mike LaMonaca)

De hoofdstad is Palikir op het eiland Pohnpei (4.645 inwoners), maar de grootste plaats is Weno (zo’n 14.000 inwoners) op het gelijknamige eiland, onderdeel van deelstaat Chuuk.

SONY DSC
De hoofdstraat in Weno (Chuuk) (© Chris B.)

De complete regio Micronesië kent een roerige geschiedenis. De eersten die de rust in de uitgestrekte archipel kwamen verstoren waren de Portugezen in de 16e eeuw, op zoek naar kruideneilanden. De Spanjaarden kwamen hierna en zij claimden het gebied in 1574 en maakten het onderdeel van het Kapiteinschap Generaal van de Filipijnen. Eeuwenlang bleef dit zo, totdat Spanje na zijn nederlaag in de Spaans-Amerikaanse oorlog (1898) de Micronesische eilanden in 1899 verkocht aan Duitsland. Dit land voegde het gebied toe aan zijn kolonie Duits-Nieuw-Guinea.

Duits Micronesië map
Kaart uit 1905 van de Duits-Micronesische archipel (© public domain)

Lang duurde dit niet, want in 1914, tijdens de Eerste Wereldoorlog, werden de eilanden veroverd door Japan. Deze situatie bleef zo tot 1919, waarna de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) er een speciaal gebied van maakte: het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied onder bestuur van het Japanse Keizerrijk.

In 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, vond in dit gebied de Amerikaanse Operation Hailstone plaats, een van de belangrijkste zeeslagen. Een belangrijk deel van de Japanse vloot lag namelijk in de Truk Lagoon (tegenwoordig Chuuk Lagoon) . De twee dagen durende slag had als resultaat dat er een flink aantal bevoorradings- en vrachtschepen werd vernietigd en -niet onbelangrijk- tevens zo’n 250 gevechtsvliegtuigen buiten gevecht werden gesteld. Ook (haven)installaties en een duikboot-basis werden vernield. De Amerikanen bezetten de eilanden in deze regio vervolgens.

Truk Lagoon
Operation Hailstone: Amerikaanse bommenwerper boven het eiland Truk (nu: Chuuk), midden rechts zijn rookwolken zichtbaar boven Truk Lagoon, februari 1944 (© public domain)

Na de Tweede Wereldoorlog (1947) werd de archipel opnieuw een mandaatgebied, nu namens de Verenigde Naties, onder de naam Trust Territory of the Pacific Islands. Het bestuur was in handen van de Verenigde Staten.
Op 10 mei 1979 ondertekenden vier van de zeven eilandgebieden, Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae, een nieuwe grondwet, waarbij ze zich verenigden tot Federatieve Staten van Micronesia (Federated States of Micronesia of FSM). Zoals hiervoor al aangehaald: Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen sloten zich hier niet bij aan.

Net als Palau en de Marshalleilanden tekenden de FSM de Compact of Free Association (Verbond van Vrije Samenwerking) met de Verenigde Staten. Dit leidde op zijn beurt tot onafhankelijkheid op 3 november 1986, zij het nog steeds in associatie met de Verenigde Staten. Dit land is verantwoordelijk voor defensie van de FSM.

De enige andere archipel uit de Trust Territory of the Pacific Islands van 1947, die nog niet zelfstandig is, is die van de Noordelijke Marianen. Dit is een afzonderlijk, niet-onafhankelijk territorium (gemenebest) van de Verenigde Staten, met de naam The Commonwealth of the Northern Mariana Islands (CNMI).

De vlag

Micronesia vlag
Vlag van Micronesia (1978-heden)

De vlag van Micronesia is een schoolvoorbeeld van eenvoud. De vlag is hemelsblauw met vier witte vijfpuntige sterren, die elk naar een windrichting wijzen.
Het blauw staat voor de Grote Oceaan (en is niet toevallig hetzelfde blauw als dat van de Verenigde Naties), de vier sterren staan symbool voor de vier federatieve staten Yap, Chuuk, Pohnpei en Kosrae. 

Trust Territory of the Pacific Islands vlag
Vlag van de Trust Territory of the Pacific Islands (1962-1978)

De vlag vloeide eigenlijk voort uit die van de Trust Territory of the Pacific Islands, die een dergelijke vlag had, maar dan een iets donkerder blauw en met zes sterren. Dit was een ontwerp uit 1962 van de toen 22-jarige Gonzalo Santos uit Saipan (Noordelijke Marianen), maar geboren in Yap. Hij won er een ontwerpwedstrijd mee en verdiende daarmee een prijs van $250,-.

Micronesië - Gonzalo Santos
Ontwerper van de vlag van de Trust Territory of the Pacific Islands, Gonzalo Santos, voor zijn winnende ontwerp. Hij wordt gefeliciteerd door de voorzitter van de Council of Micronesia, Dwight Heine. Rechts naast Santos is de Hoge Commisaris voor het Trust-gebied, Maurice Wilfred Goding. (© nava.org)

Kosrae, nu een aparte deelstaat, was toen onderdeel van Pohnpei en zij deelden dus één ster op deze vlag. De overige vijf sterren waren voor Yap, Chuuk, Palau, de Marshalleilanden en de Noordelijke Marianen. De vlag werd goedgekeurd door de Verenigde Staten in 1965, hoewel hij al voor het eerst gehesen werd op 24 oktober 1962. De oorspronkelijke symboliek was: de kleur blauw voor vrijheid en trouw, het wit van de sterren vrede.
Deze vlag was in gebruik tot en met 1978.

Omdat de huidige vlag van Micronesia duidelijk voortkomt uit die van het voormalige Trust-gebied, is Gonzalo Santos in feite ook de ‘vader’ van deze vlag.

Uiteraard hebben ook de vier federatieve staten elk hun eigen vlag:

micronesie01
Links: Vlag van Yap, een ontwerp van John Gilinung uit 1981 / Rechts: Vlag van Chuuk, een ontwerp van Ophin Reselap uit 1979
micronesie02
Links: Vlag van Pohnpei, een ontwerp van Rosendo Alex uit 1977 / Rechts: Vlag van Kosrae, een ontwerp van Nena T. Lonno uit 1981

Nauru – Angam Day / Angamdag (1932/1949)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Nauru is een eilandstaat in de Grote Oceaan en is met een oppervlakte van 21 km² een van de kleinste landen ter wereld (ter vergelijking: Waddeneiland Schiermonnikoog is met 40.5 km² een keer zo groot).

Kaart van Oceanië, Nauru zien hier iets links van het midden onder Micronesia (© freeworldmaps.net)

Slechts twee landen zijn nog kleiner dan Nauru: Monaco en Vaticaanstad.
Het ligt zo’n 56 km ten zuiden van de evenaar.

Kaart van Nauru (© Tschubby / publiek domein)

Het eiland werd relatief laat ‘ontdekt’ door de Britse zee- en walvisvaarder John Fearn, op 8 november 1798, hij noemde het eiland Pleasant Island.*
De bevolking op het afgelegen eiland bestond uit Polynesiërs en Melanesiërs.
In tegenstelling tot de meeste eilanden in de Grote Oceaan werd Nauru hierna niet gekoloniseerd. De dagelijkse leiding was in handen van de verschillende stamhoofden, van wie er één als leider fungeerde.

*Hoewel het een sympathieke naam is, beklijfde deze benaming niet en bleef de inheemse naam Nauru in gebruik

Kapitein John Fearn (±1768-?), de Britse ontdekker van Nauru (fantasieportret), met links zijn schip de Snow Hunter, op een herdenkingspostzegel uit 1998

Duits, Japans en Australisch bestuur

Toch kon ook Nauru uiteindelijk niet aan kolonisatie ontkomen en wel door Duitsland, dat zich pas na de Duitse unificatie van 1871 ging inlaten met het zich toe-eigenen van gebieden in Afrika en de Grote Oceaan.

Kaart uit 1920 van de Duitse bezittingen in de Grote Oceaan, waarvan het noordoostelijke deel van Nieuw-Guinea (Kaiser Wilhelmsland geheten) het grootste gebiedsdeel was, Nauru is als ‘los’ eiland moeilijk op de kaart terug te vinden, maar het ligt net onder de letter N van STILLER OZEAN) (© Verlag von Quelle & Meyer, Leipzig / ub.bildarchiv-dkg.un-frankfurt.de)

In 1884 werd de kolonie Duits-Nieuw-Guinea een feit, dat toen nog bestond uit het noordoostelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea, inclusief de Bismarck-archipel (New Britain, New Ireland en verschillende kleinere eilanden), ten noorden van Nieuw-Guinea.
De noordelijke Salomonseilanden werden in 1885 tot Duits protectoraat verklaard.
Het gebied werd steeds verder uitgebreid: zo werden in 1899 de Carolinen, Palau en de Marianen (behalve Guam) van Spanje gekocht.
In 1906 annexeerde Duits-Nieuw-Guinea het (sinds 1888) afzonderlijke Duitse protectoraat van de Marshalleilanden, waartoe ook Nauru behoorde.

Koning Aweida (± 1850-1821), in het midden van een groep landgenoten op 3 oktober 1888, op de dag dat Nauru een Duits protectoraat werd, poserend voor de vlag van het Rijkskoloniaal Ministerie, de zwart-wit-rode vlag van het Duitse Keizerrijk met de Duitse adelaar in het midden (publiek domein)

Duitsland liet het systeem van stamhoofden met één prominente leider intact. Die leider was op dat moment Aweida, die vanaf 1906 de titel ‘koning van Nauru’ gebruikte.
Aweida was als leider aangetreden rond circa 1875.

Koning Aweida in 1916 met aan zijn zijde de koninklijke pandanus (schroefpalmfruit) drager (foto van Thomas John McMahon (1864-1933 / Collectie National Archives of Australia / publiek domein)

Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918) verloor Duitsland zijn kolonies. Vanaf 1920 werd het eiland beheerd door Australië.
Kort daarna overleed koning Aweida, waarna de monarchie werd afgeschaft.

Amerikaans bombardement op het door Japan bezette Nauru door Liberator bommenwerpers van de Seventh Air Force, 1943 (© Collectie Library of Congress – catalog number: 55-60002 / publiek domein)

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Nauru door Japan bezet, van 26 augustus 1942 tot 13 september 1945. Vanaf die tijd nam Australië het bestuur weer over.
In 1947 werd een overeenkomst gesloten met de Verenigde Naties waarin werd bepaald dat Nauru in 1968 zelfstandig zou worden, tot die tijd zou de soevereiniteit rouleren tussen Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk. In de praktijk kwam daar niets van terecht en bleef Australië Nauru’s zaken beheren tot het eiland op 31 januari 1968 een onafhankelijk eilandstaat werd.

Fosfaat

Normaliter zou zo’n klein eiland als staat nauwelijks bestaansrecht hebben, ware het niet dat vanaf het begin van de twintigste eeuw werd begonnen met het ontginnen van fosfaten op het eiland.
Dit bleek dermate lucratief dat het industrieel werd aangepakt, het zorgde ervoor dat Nauru zeer welvarend werd.
Vrijwel het hele binnenland van Nauru had fosfaatafzettingen en die werden in dagbouw ontgonnen.
Maar gezien de grootte van het eiland kon dit niet eeuwig duren: in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw bleek het einde in zicht, de voorraad raakte uitgeput en de resterende reserves waren economisch niet rendabel voor winning.

Het grootste deel van het binnenland van Nauru is veranderd in een troosteloos landschap (fotograaf onbekend)

Het binnenland van Nauru is door deze jarenlange ontginning inmiddels in een maanlandschap veranderd, waardoor alleen de kuststrook bewoond wordt.
Een trust, opgericht om de verzamelde mijnbouwrijkdommen van het eiland te beheren, voor het moment dat de reserves uitgeput zouden raken, daalde in waarde. Om toch inkomsten te genereren, werd Nauru korte tijd een belastingparadijs en een illegaal witwas-centrum.

Nauru vanuit de lucht: het binnenland is een doodse woestenij geworden (screenshot)

Maar liefst 23% van de bevolking (van in totaal ruim 12.000 inwoners) is werkloos (in Nederland is dat cijfer 3,6%). 95% van de mensen die wél een baan hebben, werkt voor de overheid.

Vrijwel alle Nauranen wonen in de kuststrook (screenshot)

Asielzoekerscentrum

Wat ook geld in het laatje brengt is een door Australië opgezet en uitgebaat peperduur asielzoekerscentrum, dat enige jaren gesloten is geweest, maar in 2012 weer werd heropend.
Nauru krijgt in ruil van Australië een bedrag van 1,7 miljard Australische dollar (ruim 1 miljard euro), wat in 2012 in een vermeerdering van het Nauruaanse BNP met een factor 450 resulteerde.
Nauru is het land dat het hoogste aantal asielprocedures afhandelt voor een ander land.

Het overvolle interieur van het asielzoekerscentrum op Nauru (screenshot)

Er is internationaal kritiek op deze constructie vanwege de slechte omstandigheden in het centrum en omdat Australië hiermee haar verantwoordelijkheid zou afschuiven, de asielzoekers in eigen land op te vangen. Ook in het Australische parlement heeft dit tot hoogoplopende discussies geleid.
Een delegatie van Amnesty International die het kamp in 2012 bezocht, beschreef het als een ramp voor de mensenrechten.

Arenibek ligt aan de Buada Lagoon (© foto Lorrie Graham / publiek domein)

Bijna iedereen op Nauru woont in de kuststrook van het ovaalvormige eiland, op Arenibek na, dat als een groene oase in het afgegraven fosfaatlandschap ligt.

Het parlementsgebouw van Nauru met vlag en staatswapen (fotograaf onbekend)

Nauru heeft geen hoofdstad, maar het parlement is te vinden in het district Yaren, in het zuiden van het eiland, bij het internationale vliegveld.

Nauru International Airport, links van de start- en landingsbaan bevinden zich de overheidsgebouwen (© Cedric Favero / publiek domein)

Nauru heeft een éénkamer-parlement met 19 parlementsleden, waarvan er één fungeert als president en regeringsleider tegelijk. Die functie wordt sinds 30 oktober 2023 uitgeoefend door David Adeang, wiens vader Kennan Adeang maar liefst drie termijnen als president volmaakte.
Adean junior is de 17e president van de eilandstaat.

President en regeringsleider van Nauru, David Adeang (1969), poseert hier met de vlag (fotograaf onbekend)

Angam Day

Angam Day is een officiële feestdag op Nauru.
Het Nauruaanse woord “angam” betekent “gejubel”, “viering”, “over alle ontberingen gezegevierd” of “een bepaald doel bereikt hebben” of “thuiskomen”.

Aankondiging voor Angam Day (publiek domein)

Angam Day is een feestdag en een tijd van bezinning voor het Nauruaanse volk. Twee keer in zijn geschiedenis daalde de bevolking onder de 1.500, en werd de Nauruaanse etnische groep met uitsterven bedreigd.
Bij beide gelegenheden (1932 en 1949) herstelde de bevolking zich. Nadat het bevolkingscijfer boven de 1.500 mensen uitkwam (een aantal dat werd beschouwd als het minimum aantal mensen dat nodig was om het bestaan op het eiland te waarborgen), werd Angam Day als feestdag ingesteld.

De vlag

Vlag van Nauru (1968-heden)

De vlag van Nauru werd ingevoerd bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid op 31 januari 1968.
De vlag heeft een koningsblauw veld met een gele (of gouden) streep in het midden en een witte ster met twaalf punten aan de broekingszijde onder de streep.

Debuut van de vlag op Nauru’s onafhankelijkheidsdag, 31 januari 1968, op de foto vertegenwoordigers van de drie trustee-landen van Nauru – v.l.n.r: D. J. Carter (een Nieuw-Zeelandse parlementaire ondersecretaris), Charles Barnes (Australische minister van Territoria) en Charles Johnson (Verenigd Koninkrijk) en Hammer DeRoburt (1922-1992), eerste president van het nieuwe onafhankelijke Nauru (fotograaf onbekend)

De vlag was het resultaat van een ontwerpwedstrijd. De naam van de ontwerper zelf is vooralsnog niet terug te vinden, het enige dat we weten is dat het ging om een inwoner van Nauru die werkte voor de Australische vlaggenfabrikant Evans.
Het winnende ontwerp symboliseert de locatie van Nauru in de Stille Oceaan ten opzichte van de evenaar, slechts één graad bezuiden de denkbeeldige lijn.

De heren nogmaals en in kleur (fotograaf onbekend)

Het blauw staat voor de Stille Oceaan, de gele streep voor de evenaar en de witte ster voor Nauru zelf. Het wit werd gekozen vanwege de (toen nog) rijke fosfaatafzettingen op het eiland.
De twaalf punten van de ster symboliseren de traditionele twaalf stammen: Deiboe, Eamwidara, Eamwit, Eamwitmwit, Eano, Eaoru, Emangum, Emea, Irutsi, Iruwa, Iwi en Ranibok.

De weg langs het vliegveld met een woud aan Nauru-vlaggen, met eronder afbeeldingen van de landenvlaggen van de mede-Oceaniërs (screenshot)

Noordelijke Marianen – Commonwealth Cultural Day / Gemenebest Cultuurdag

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

De Noordelijke Marianen (Northern Mariana Islands) vormen een groep van 14 eilanden in de noordelijke Grote Oceaan, ten noorden van het eiland Guam.
De archipel is een overzees territorium van de Verenigde Staten, de officiële naam van het gebied is Commonwealth of the Northern Mariana Islands (Gemenebest van de Noordelijke Marianen).

Kaart van de regio Micronesië, die een reeks van archipels omvat, de Noordelijke Marianen zien we in het noordwesten op deze kaart (© Jon Harald Søby / publiek domein)

Gezien het ‘noordelijke’ in de naam van het territorium dringt de vraag zich op of er ook Zuidelijke Marianen zijn: en die zijn er, maar er is er maar één: het (eveneens Amerikaanse) eiland Guam, dat een apart territorium is.
Tezamen vormen ze dus de Marianen en zijn ze tevens onderdeel van de veel grotere regio Micronesië, waarvan ze het noordelijkste deel zijn.

Kaart van de Noordelijke Marianen (© Ras67 / publiek domein)

Van de 14 eilanden hebben Saipan en Tinian de belangrijkste havens. Saipan fungeert als hoofdeiland, het regeringscentrum, Capitol Hill genaamd, ligt in het midden van het eiland.

Regeringscentrum van de Noordelijke Marianen in Capitol Hill op het eiland Saipan, met de vlaggen van de Verenigde Staten en de Noordelijke Marianen (© Northern Marianas Commonwealth Legislature / fotograaf onbekend)

Van de ruim 55.000 inwoners van de Noordelijke Marianen woont 90% op Saipan, dat ook een aparte gemeente is.

Topografische kaart van Saipan (© United States Geological Survey / publiek domein)

De andere drie gemeenten zijn de eilanden Tinian en Rota en de overige 11 eilanden tezamen onder de naam Northern Islands Municipality, waar slechts een klein aantal mensen woont.

Portret van Ferdinand Magellaan (Fernão de Magalhães) (±1480-1521), portret uit de periode 1550-1625, door een onbekende schilder (Collectie
The Mariner’s Museum Collection, Newport News, VA
/ publiek domein)

De eilanden waren al bewoond door de Chamorro’s, toen Spanje het in 1565 als kolonie in bezit nam. De plaatselijke bevolking werd niets gevraagd, zoals in die tijd gebruikelijk.
De archipel, was in 1521 al eens aangedaan door de voor Spanje opererende Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellaan. Hij had ze de weinig flatterende naam Islas de los Ladrones (Dieveneilanden) gegeven.

De Spaanse missionaris Diego Luis de San Vitores (1627-1672) veranderde de naam van de archipel van Islas de los Ladrones in de Marianas; deze specifieke prent toont de moord op San Vitores op het eiland Guam door een Chamorro-stamoudste, genaamd Matå’pang (?-1680), rechts op de afbeelding, met links zijn kompaan Hurao, eveneens een Chamorro-chef (Napolitaanse gravure uit 1686 / publiek domein)

Die naam veranderde in Las Marianas in 1668, toen de Spaanse priester Diego Luis de San Vitores besloot de archipel te vernoemen naar de Spaanse koningin Mariana de Austria (Maria Anna van Oostenrijk).

Mariana de Austria (1634-1696), aartshertogin van Oostenrijk en koningin-gemalin van Spanje (getrouwd met koning Filips IV), de Marianen werden naar haar vernoemd, detail uit een levensgroot portret (1652/1653) van de hand van Diego Velázquez (1599-1660), collectie Museo del Prado, Madrid

Na de door Spanje verloren Spaans-Amerikaanse Oorlog van 1898, werd middels het Verdrag van Parijs het belangrijkste eiland Guam aan de Verenigde Staten toegewezen.

Kaart uit 1920 van de Duitse ex-bezittingen in de Grote Oceaan, waarvan het noordoostelijke deel van Nieuw-Guinea (Kaiser Wilhelmsland geheten) het grootste gebiedsdeel was, de Noordelijke Marianen zien we links bovenaan op de kaart, direct naast de titel (© Verlag von Quelle & Meyer, Leipzig / ub.bildarchiv-dkg.uni-frankfurt.de)

In 1899 verkocht Spanje de overgebleven Noordelijke Marianen (plus de zuidelijker gelegen Carolinen) aan Duitsland, voor het bedrag van 17 miljoen Duitse mark.
De eilanden werden toen onderdeel van de Duitse kolonie Duits-Nieuw-Guinea.

Duitsland gaf aparte postzegels uit voor zijn Marianen-kolonie, serie uit 1901 (publiek domein)

De Duitsers gebruikten de eilanden voor de productie van kopra (gedroogde kokos, voor de productie van margarine).
Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918), werden de Noordelijke Marianen door de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) ondergebracht in het zogenaamde Zuid-Pacifisch Mandaatgebied, onder bestuur van Japan.
Dit gebied omvatte naast de Marianen ook Palau, Micronesia (het land, niet te verwarren met de regio Micronesië) en de Marshalleilanden.

Locatie en omvang van het Zuid-Pacifisch Mandaatgebied (1919-1947), dat bestuurd werd door Japan en waarvan de Noordelijke Marianen een onderdeel waren (publiek domein)

De Japanners waren niet geïnteresseerd in kopra en gebruikten de Marianen voor het verbouwen van suikerriet, bedoeld voor de productie van suiker en alcohol.
Er waren zoveel plantagewerkers nodig dat er tot aan de Tweede Wereldoorlog tien maal zoveel Japanners op de eilanden woonden, dan Chamorro’s.

De Japanse suikerraffinaderij Nan’yō Kōhatsu op Saipan in 1932 (publiek domein)

Direct na de Japanse aanval op Pearl Harbor (op Oahu, Hawaii) op 8 december 1941, waardoor de V.S. bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte, bezette Japan het Amerikaanse eiland Guam.

Slag om Saipan

Het duurde tot juni 1944 voordat een groot Amerikaans invasieleger zowel Guam alsook de Noordelijke Marianen veroverde.

Amerikaanse schepen vuren salvo’s af voor de kust van Saipan (screenshot)

De slag om Saipan, waar op dat moment tienduizenden Japanners woonden, was heftig.

Een enorme rookwolk stijgt op boven Saipan (screenshot)

In een luchtoorlog verloren de V.S. en Japan respectievelijk 50 en 402 vliegtuigen. Na uitschakeling van de Japanse luchtmacht brandde de strijd op Saipan zelf los, waarbij 3.500 Amerikanen en 400 Saipanezen het leven lieten.

De Slag om Saipan koste veel Amerikanen het leven, onder de Japanners waren de verliezen nog vele malen groter (screenshot)

Onder de Japanners, die zich weigerden over te geven, vielen 30.000 doden.
Op 9 juli 1944 was Saipan bevrijd, de overige eilanden volgden kort erna.

Amerikaanse soldaten tonen na de strijd een buitgemaakte Japanse vlag (screenshots)

Zuid-Pacifisch Mandaatgebied

In 1947 riepen de Verenigde Naties het voormalige door Japan bestuurde Zuid-Pacifisch Mandaatgebied uit tot het Trustschap van de Pacifische Eilanden, onder bestuur van de Verenigde Staten.
In 1975 maakten de Noordelijke Marianen zich als eerste los uit het trustschap, door te kiezen voor een individuelere staatsvorm als een Amerikaans Gemenebest-gebied, wat inhield dat er intern zelfbestuur kwam.

Een verscholen baai op het eiland Tinian (fotograaf onbekend)

Het trustgebied zou in de jaren daarna verder uit elkaar vallen en hield in 1986 op te bestaan.
In datzelfde jaar werden de inwoners van de Noordelijk Marianen officieel Amerikaans staatsburger. De Verenigde Staten verzorgen de buitenlandse betrekkingen van de archipel en defensie valt ook onder de Amerikaanse verantwoordelijkheid.
De huidige gouverneur van de Noordelijke Marianen is Arnold Palacios, in functie sinds 9 januari 2023.

Arnold Palacios (1955), de 10e gouverneur van de Noordelijke Marianen, met rechts achter hem de vlag van de archipel, links de Amerikaanse Stars and Stripes (© Government of the Northern Mariana Islands / U.S. Dept. of the Interior / publiek domein)

Commonwealth Cultural Day is een officiële feestdag in de Noordelijke Marianen. De meeste mensen hebben een vrije dag en er zijn de nodige manifestaties.

Affiche voor de feestdag van vandaag (publiek domein)

Zoals de voorlaatste gouverneur Ralph Torres het uitdrukte: “Elke Commonwealth Cultural Day vieren we de vele culturen die ons verbinden en de tradities die zijn doorgegeven door onze voorouders.
We vieren de mensen uit alle lagen van de bevolking van hier en over de hele wereld, die onze gemeenschap vertegenwoordigen. Deze feestdag herinnert ons aan de vooruitgang die we samen hebben geboekt als een meer accepterende gemeenschap”.

De vlag

Vlag van de Noordelijke Marianen (1989-heden)

De vlag van de Noordelijke Marianen is blauw met in het midden drie elkaar overlappende symbolen: een witte vijfpuntige ster, een latte-steen in grijs en wit en een mwarmwar, een traditionele bloemenkrans.

De ster staat voor de Verenigde Staten.
De latte-steen, (ook latde, latti of latdi), is een pilaar gedekt door een halfbolvormig stenen kapiteel, met de platte kant naar boven.

Latte-stenen (fotograaf onbekend)

Ze werden door het oude Chamorro-volk gebruikt als ondersteuning bij de bouw van daken en zijn op de meeste Marianen te vinden.
In de huidige tijd wordt de latte-steen gezien als een teken van de Chamorro-identiteit.

De latte-stenen dienden als steunpilaren voor de daken van huizen van Chamorro’s met het nodige aanzien (publiek domein)

De mwarmwar (bloemenkrans) staat symbool voor de Carolinen, een bevolkingsgroep die van de gelijknamige Carolinen-archipel afkomstig is en dat bestaat uit de onafhankelijke staten Palau (in het westen) en Micronesia (midden en oosten), waarvandaan velen de afgelopen eeuwen zich op de Marianen vestigden.

Links Cananga odorata / Rechts: Plumeria alba (beiden publiek domein)
Links: Caesalpinia pulherrima / Rechts: Ocimum tenuiflorum (beiden publiek domein)

De krans bestaat uit de groene Cananga odorata, de witte Plumeria alba, de rode bloemen van de Caesalpinia pulcherrima (pauwenbloem) en het roze van Ocimum tenuiflorum (heilige basilicum).

Verwarring

De eerste versie van de huidige vlag van de Noordelijke Marianen met een lichtblauw veld (1976 -1989)

In aanloop naar de status van Amerikaans gemenebest in 1985, werd de blauwe vlag die de Noordelijke Marianen al sinds 1972 gebruikten en die toen nog alleen de latte-steen en de ster liet zien (een ontwerp van Vito Calvo, een student van het eiland Rota), op enig moment uitgebreid werd met de bloemenkrans, hoewel bronnen het er niet over eens zijn wanneer dat precies gebeurde.
Het is ook mogelijk dat die eerste vlag (afbeelding hieronder) nog enige tijd samen gebruikt is met de eerste (lichtblauwe) versie van de huidige vlag (afbeelding hierboven).

Eerste vlag van de Noordelijke Marianen (1972-1981)

Voor zover na te gaan lijkt de bovenstaande eerste vlag onofficieel gebruikt te zijn tussen 1972 en 1976 en officieel tussen 1976 en 1981, maar is er dus een overlap met de lichtblauwe vlag die waarschijnlijk zijn intrede deed in 1976.

Trustschap

Vóór 1972 gebruikten de Noordelijke Marianen de vlag (afbeelding hieronder) van het Trustschap van de Pacifische Eilanden, dat tussen 1947 en 1994 bestond, maar waar de archipel zich in 1975 van los maakte, waarna de unie steeds verder uit elkaar viel.

Vlag van het Trustschap van de Pacifische Eilanden (1965-1980)

De vlag van dit trustschap was “Verenigde Naties”-blauw met zes witte sterren. Iedere ster stond voor één van de deelgebieden: de Noordelijke Marianen, de Marshall Islands, Yap, Chuuk, Pohnpei (inclusief Kosrae) en Palau.

Duits-Nieuw-Guinea

Zoals we in de inleiding al zagen waren de Noordelijke Marianen tussen 1899 en 1918 onderdeel van de Duitse kolonie Duits-Nieuw-Guinea. Kort voor de Eerste Wereldoorlog waren er vergevorderde plannen om alle toenmalige Duitse kolonies eigen vlaggen te geven.
De ontwerpen werden gemaakt door Wilhelm Solf, sinds 1911 staatssecretaris van het Ministerie van Koloniën en goedgekeurd door keizer Wilhelm II.

Wilhelm Solf (1862-1936) op een foto uit 1911 (Allgemeiner Deutscher Nachrichtendienst – Zentralbild – Bild 183 / publiek domein)

Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd de invoering op de lange baan geschoven. Na vier jaar oorlog verloor Duitsland in 1918 echter niet alleen de oorlog, maar daarmee ook al zijn koloniën.
Na jarenlang zoek te zijn geweest, werden alle ontwerpen in 2010 in het Bundesarchiv in Koblenz teruggevonden, zodat we sindsdien weten hoe die vlag eruit gezien zou hebben.

Ontwerp voor de vlag van Duits-Nieuw-Guinea (1914)

Alle negen vlaggen hadden als basis de zwart-wit-rode vlag van het Duitse Rijk met daaroverheen een schild met een symbool behorend bij de desbetreffende kolonie.
In het geval van Duits-Nieuw-Guinea was dat de paradijsvogel (Paradisaeidae), ook heden ten dage nog hét symbool van Nieuw-Guinea.
Hij is hier in het geel (met blauwe accenten) afgebeeld op een groen schild.

Een paradijsvogel (fotograaf onbekend)

De vlag zou, als hij ooit ingevoerd was, een enigszins vreemde eend in de bijt geweest zijn op de Noordelijke Marianen, want de paradijsvogel komt daar niet voor.