Tagarchief: British Virgin Islands

Amerikaanse Maagdeneilanden – Transfer Day / Overgangsdag (1917)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Een officiële feestdag op de Amerikaanse Maagdeneilanden. Tot 1917 stonden deze drie eilanden bekend onder de naam Deens-West-Indië en (zoals de naam al aangeeft) was het een Deense kolonie.
In 1917 verkocht Denemarken de kolonie aan de Verenigde Staten. De overdracht was op 31 maart dat jaar en die dag staat nu bekend als Transfer Day.

Kaart van de Amerikaanse (groen) en Britse (roze) Maagdeneilanden uit 1935 (publiek domein)

De naam ‘Amerikaanse Maagdeneilanden’ suggereert dat er nog andere Maagdeneilanden zijn en dat is dan ook zo.
Naast de drie Amerikaanse eilanden Saint Croix, Saint John en Saint Thomas (plus zo’n vijftig kleinere), zijn er nog de Britse Maagdeneilanden, die ook uit meer dan vijftig eilanden en eilandjes bestaan, de vier belangrijkste zijn Tortola, Virgin Gorda, Anegada en Jost van Dyke (vernoemd naar de Nederlandse piraat Joost van Dyk).

Ter oriëntatie een kaart met alle Maagdeneilanden: in groen de Spaanse Maagdeneilanden (ook wel de Puerto Rico Maagdeneilanden), in rood de Amerikaanse Maagdeneilanden en in blauw de Britse Maagdeneilanden (de landmassa geheel links is het eiland Puerto Rico) (kaart: かぬま / publiek domein)

Tot slot zijn daar ook nog de Spaanse Maagdeneilanden, die ook wel de Puerto Ricaanse Maagdeneilanden genoemd worden, omdat ze bestuurd worden door Puerto Rico, wat zelf ook een Amerikaans gebied is. Hier zijn de belangrijkste eilanden Culebra en Vieques.
Een hele hoop Maagdeneilanden dus, maar vandaag verdiepen we ons in de Amerikaanse.

Kaart van de Amerikaanse Maagdeneilanden (© freeworldmaps.net)

Saint Croix

De Amerikaanse Maagdeneilanden zijn sinds hun ‘ontdekking’ door Columbus, tijdens zijn tweede ontdekkingsreis in 1493, een speelbal van verschillende kolonisators geweest, zoals de meeste Caribische eilanden trouwens, hoofdrolspelers in dit gebied waren doorgaans Spanje, Engeland, Frankrijk en Nederland.
Omdat de lokale bevolking (de Cariben) de Spanjaarden vijandig benaderden, verklaarde Spanje hen de oorlog en een eeuw later was er van de oorspronkelijke bewoners niemand meer over.

Deense kaart van Saint Croix uit 1754, getekend door Jens Michelsen Beck en gegraveerd door Odvardt Helmondt de Lode in Kopenhagen, bovenin twee plattegronden, links die van Friderichstæd en rechts Christenstæd (publiek domein)

Vanaf het begin van de 17e eeuw werd Saint Croix door zowel Engelsen als Nederlanders gekoloniseerd: de Engelsen in het westen en de Nederlanders (Zeeuwen) in het oosten.*

*Verschillende Vlissingers waren in de 17e eeuw betrokken bij de kolonisatie van een aantal Caribische eilanden waaronder Saint Croix (Sint Kruis), Tobago, Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba. Het zorgde ervoor dat in een in 1956 aangelegde wijk straten vernoemd werden naar deze eilanden, waardoor Vlissingen dus een Sint Kruislaan heeft.

Straatnaambord van de Sint Kruislaan in Vlissingen, vernoemd naar het eiland Saint Croix (foto: Vlagblog)

In 1645 ontstond er een conflict tussen de Engelsen en Nederlanders, waarna de Nederlandse kolonisten naar Sint Eustatius vertrokken.
De Engelsen werden op hun beurt in 1650 door de Spanjaarden verdreven. Een jaar later werden zij op hun beurt weer verdreven door de Fransen.
Omdat de kolonisatie niet echt vlotten wilde, gaf de Franse koning Lodewijk XIV, het eiland vervolgens in beheer bij de Orde van Malta, maar in 1665 werd het verkocht aan de Franse West-Indische Compagnie. Door ziekte en droogte kwam de eerst zo succesvolle kolonisatie tot stilstand en vanaf 1695 was Saint Croix vrijwel onbewoond.

“Christiansted paa St. Croix, tagen fra Peter Farms Flagstang” een werk uit 1831 van de Duitse schilder Johann Friedrich Fritz (1798-1870) (Collectie Det Kongelige Bibliotek, billedsamling / publiek domein)

Saint Thomas

Ondertussen waren in 1666 (bijna dertig jaar eerder dus) de Denen in het gebied opgedoken, die zich eerst concentreerden op het eiland Saint Thomas. Dit eiland was in eerste instantie in gebruik als schuilplaats voor piraten, vanaf 1657 hadden Nederlandse kolonisten zich er gevestigd, negen jaar later dus gevolgd door de Denen.

Nederlandse kaart van Saint Thomas uit een maritieme atlas, de tekst in de cartouche linksboven luidt: “Nieuwe en aldereerste Afteekening van ’t Eyland St. Thomas met alle desselfs Havenen, Ankerplaatse en geleegentheden, is geleegen beoosten I. Porto Rico in Westindie, behoorende aan syn Koninklyke Majestyt van Denemarken, dit Eyland geeft Catoen, Zuyker, Cret of Schilpadt; daar word ook genogotieert in Indigo, Cacau en andere Westindise waaren. Hier omtrent wayen meest Oostelijke winden. NB. Van dit Eyland heeft voor deese nooyt enige kaart int ligt geweest met Previlegie 1719” / Kaart rechtsboven: De baai van Saint Thomas met het Fort Christian / Kaart rechtsonder: Coral Bay op Saint John (Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)

In 1671 werd het eiland als Sankt Thomas geclaimd door de Deense West-Indische en Guineese Compagnie.
Vanaf 1673 werden door de Denen Afrikaanse slaven aangevoerd en suikerrietplantages aangelegd, waar ze te werk werden gesteld.

Saint John

Het derde eiland, Saint John, werd vanaf 1680 door Denemarken gekoloniseerd en vanaf 1694 geclaimd door de Deense handelscompagnie, maar na schermutselingen met de Engelsen, die het eiland ook claimden, trokken de Denen hun kolonisten terug, om er in 1718 weer terug te keren.

Deense kaart van Saint John uit 1780 van de hand van Peter Lotharius Oxholm (1753-1827) (Dansk Rigsarkivet / publiek domein)

Deense Maagdeneilanden/Deens-West-Indië

Toen Frankrijk in 1733 Saint Croix aan de Deense West-Indische en Guineese Compagnie verkocht, waren alle drie de eilanden in Deense handen, onder de gezamenlijke naam Jomfruøerne, maar internationaal als Deense Maagdeneilanden of Deens-West-Indië.
In 1754 werd de archipel een Deense kroonkolonie.

Christiansted op het eiland Saint Croix met Fort Christiansværn, lithografie uit 1839 naar een tekening van Thomas Christian Sabroe (Collectie Det Kongelige Bibliotek / publiek domein)

Op de eilanden werden veel suikerrietplantages aangelegd, waar slaven het werk verrichtten. In de 18e en begin 19e eeuw was dit economisch zeer lucratief, maar toen gouverneur Peter von Scholten op 3 juli 1848 de slavernij afschafte, was het gedaan met de plantages, die dan ook snel in verval raakten.
Een groot deel van de bevolking keerde tussen 1850 en 1870 de eilanden de rug toe.

Bankbiljet van 5 francs uit Deens-West-Indië/Deense Maagdeneilanden uit 1905 met het portret van koning Christiaan IX (1818-1906) (publiek domein)

Verkoop

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) benaderde de V.S. Denemarken over de verkoop van de eilanden, bang als men was, dat Duitsland de eilanden in de onderzeebootoorlog zou veroveren en er een duikbootbasis zou vestigen.

Links: Lang niet iedereen was het eens met de verkoop van de eilanden, zoals deze afbeelding laat zien: “Sælg ikke vore Vestindiske öere” (“Verkoop ons West-Indië niet”) (publiek domein) / Rechts: Het tijdschrift Klods-Hans plaatste een cartoon van Alfred Schmidt (1858-1938) op de voorpagina, waar toen nog maar weinigen aanstoot aan namen, maar die anno nu absoluut niet meer zou kunnen, we zien de Amerikaanse president Woodrow Wilson met drie zwarte jongetjes (de drie Amerikaanse Maagdeneilanden) die hij zojuist heeft gekocht van “boer Denemarken”, die zijn zak geld naar binnen draagt, terwijl “moeder Denemarken” bittere tranen schreit; de tekst onder de illustratie luidt: “Den rige mister Wilson (som har adopteret børnene for en pæn sum en gang for alle) – Kom nu boys, saa gar vi henof kø jer en fin ny dragt og et gulduhr med kæde”, vertaald: “De rijke meneer Wilson (die de kinderen voor eens en voor altijd voor een mooi bedrag heeft geadopteerd) – Kom op, jongens, dan kopen we een mooi nieuw pak en een gouden horloge met ketting voor jullie” (Danish National Archive / publiek domein)

Denemarken had hier, ondanks protesten van de Conservatieve Volkspartij, wel oren naar. In een referendum over de kwestie sprak 64% van de Denen zich uit voor verkoop.

Een postzegel uit 1916 van Deens-West-Indië met de tekst: “Protest mod salget” (“Protesteer tegen de verkoop”)

In januari 1917 kon men het eens worden over de prijs: 25 miljoen dollar, toen een exorbitant hoog bedrag.
De uiteindelijke overgangsdatum werd bepaald op 31 maart datzelfde jaar en vond plaats in de hoofdstad Charlotte Amalie op het eiland Saint Thomas.

Overhandiging van de cheque van 25 miljoen dollar aan de Deense ambassadeur in de V.S., Constantin Brun (in het midden), de overige (Amerikaanse) heren zijn van links naar rechts: minister van Marine Josephus Daniels, admiraal James H. Oliver (die de eerste Amerikaanse militaire gouverneur van de eilanden zou worden), minister van Buitenlandse Zaken Robert Lansing en minister van Financiën William McAdoo, Washington, D.C. (Collectie Library of Congress / publiek domein)
De cheque van 25 miljoen dollar (publiek domein)
Reçu van de betaling, ondertekend door ambassadeur Constantin Brun (publiek domein)

Overgang

De Amerikaanse kruiser U.S.S. Hancock ankerde in de haven, waarna de manschappen ’s middags aan land gingen en zich opstelden voor de ceremonie op het paradeterrein voor Fort Christian op het eiland Saint Thomas.

Transfer Day, 31 maart 1917: op het paradeterrein bij Fort Christian in Charlotte Amalie, Saint Thomas, wordt de Deense vlag neergehaald (foto: John Lee / publiek domein)

Deense militairen hadden zich tegenover de Amerikanen opgesteld. Om 16.48 u werd het Deense volkslied (Der er et yndigt land) gespeeld en klonken er 21 saluutschoten, terwijl de Deense vlag (de Dannebrog) langzaam werd neergehaald.

Van de ceremonie bestaat zelfs filmbeeld: hier een screenshot van de (ingehoekte) Dannebrog die voor het laatst wordt neergelaten (publiek domein)

Om 16.53 u was het de beurt aan de Amerikanen: het Amerikaanse volkslied (The Star-Spangled Banner) weerklonk en terwijl er opnieuw kanonnen bulderden, werd de Amerikaanse vlag gehesen, waarna de Deense Maagdeneilanden ineens de Amerikaanse Maagdeneilanden waren.

De ceremonie komt ten einde: de Amerikaanse vlag is gehesen (foto: John Lee / publiek domein)

Hoewel het gebied dus onder Amerikaans bestuur staat, maakt het geen deel uit van de V.S., het is een unincorporated territory (een niet-geïncorporeerd gebied), een term die voor meerdere gebieden geldt, zoals bijvoorbeeld ook Guam, Puerto Rico, Amerikaans Samoa en de Noordelijke Marianen.

Kaart uit 1920 van de drie hoofdeilanden van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Saint Thomas, Saint John en Saint Croix, op de inzet linksonder zien we de positie van de eilanden ten opzichte van elkaar (Kaart uit “Putnam‘s Handy Atlas of the World”, Perry-Castañeda Library Map Collection, University of Texas at Austin / publiek domein)
Nog vóór de overname in 1917 verscheen dit artikel van de Amerikaanse journalist Maurice Becker (op de foto linksboven te paard afgebeeld) in The World Magazine, met de titel “Getting acquainted with our new West Indian fellow citizens”, de inwoners werden gedurende de eerste jaren echter niet bepaald als “fellow citizens” behandeld, de houding van zowel de Denen als de Amerikanen was op z’n minst neerbuigend en op z’n ergst racistisch te noemen (een gangbare houding van de koloniale tijd), pas vanaf 1970 kunnen de inwoners van de Amerikaanse Maagdeneilanden hun eigen gouverneur kiezen (The World Magazine van 22 juli 1916, Collectie Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)
Uitvergroting van een van de illustraties uit The World Magazine, de tekst bij het plaatje luidt: “Colored citizens of St. Thomas pay their compliments to Uncle Sam by kissing the Stars and Stripes” (“Gekleurde inwoners van St. Thomas betuigen hun respect tegenover Uncle Sam door de Stars and Stripes te kussen”) (The World Magazine van 22 juli 1916, Collectie Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)

Festiviteiten

Transfer Day is een dag die uitgebreid gevierd wordt op de eilanden met optochten, feesten en het naspelen van de ceremonie uit 1917.

Affiche voor de viering van Transfer Day, met een nogal bruin uitgevallen versie van de adelaar op de vlag (publiek domein)

De vlag

Vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden (1921-heden)

De vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden is wit met een ietwat uitgeklede versie van het Amerikaanse staatswapen: een adelaar met gespreide vleugels in geel met een Amerikaans hartschild eroverheen, in de ene klauw een lauriertak in groen, in de andere drie pijlen in blauw, de adelaar wordt geflankeerd door twee kapitale letters in blauw, een V en een I (voor Virgin Islands).

Het Amerikaanse staatswapen

Wat verschillen betreft: de adelaar heeft een andere kleur dan die in het Amerikaanse wapen en het dier heeft in plaats van dertien pijlen (symbool voor de oorspronkelijke staten van de V.S.) slechts drie pijlen in zijn klauw, symbool voor de drie hoofdeilanden.
Verder ontbreekt de banderol met de wapenspreuk en het ronde schild erboven en heeft het hartschild een andere vorm.

Ontwerp

De eerste paar jaar na de aankoop was de Amerikaanse vlag op de eilanden in gebruik.
Het was tijdens de termijn (1921-1922) van de derde militaire gouverneur van de Amerikaanse Maagdeneilanden, schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950), dat het idee voor een eigen vlag ontstond.

Links: Gouverneur schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950) (Collectie Library of Congress / publiek domein) / Rechts: Kapitein William Russell White (1858-1944) (publiek domein)

Gouverneur Kittelle benaderde zijn stafchef kapitein William Russell White (1858-1944) van de USS Grebe, die vervolgens zijn administrateur (en tevens tekenaar) Percival Wilson Sparks, om suggesties vroeg voor een ontwerp.
Sparks kwam met het idee om het Amerikaanse staatswapen voor de eilanden aan te passen. Zijn getekende ontwerp bracht hij over op een katoenen doek, waarna hij zijn vrouw Grace Joseph Sparks (1897-?) en zijn zuster Blanche Joseph Sasso (1899-2005) vroeg om het ontwerp erop te borduren.

Ontwerper van de vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Percival Wilson Sparks, geflankeerd door zijn vrouw Grace Joseph Sparks en haar zus Blanche Joseph Sasso (die maar liefst 105 jaar oud werd), die de afbeelding van het wapen op de allereerste vlag borduurden (publiek domein)

Het witte veld staat symbool voor zuiverheid, de drie pijlen (zoals gezegd) voor de eilanden Saint Croix, Saint Thomas en Saint John, de lauriertak voor vrede en overwinning en de adelaar met wapenschild voor de verbinding met de Verenigde Staten.

De vlaggen van de Verenigde Staten en de Amerikaanse Maagdeneilanden gebroederlijk bij elkaar op een strand (fotograaf onbekend)

Koloniaal symbool?

Zoals wel meer symbolen die met koloniale geschiedenis te maken hebben, is het voorheen probleemloze bestaan van de vlag, de laatste tijd iets meer onder druk komen te staan.
Zo schreef auteur en uitgever Mario Picayo een artikel over welke koloniale symbolen op de Maagdeneilanden hij graag zou zien verdwijnen of zou zien aangepast (zoals bijvoorbeeld geschiedenisboeken of het borstbeeld van de Deense koning Christiaan IX middenin het Emancipation Park op Saint Thomas).
Voor wat dit laatste betreft, kregen hij -en talloze andere tegenstanders van het koloniale borstbeeld-, al snel hun zin: op 30 maart 2021 werd het beeld van de koning van zijn sokkel gelicht en verhuisd naar Fort Christian.
De lege plek is ingenomen door de “Conch shell blower”, een beeld uit 1998 van een bevrijde slaaf die op een schelp blaast en dat vóór zijn verhuizing genoegen moest nemen met een plekje aan de rand van het park. Nu neemt het de centrale plaats in.

Links: 31 maart 2021 – het uit 1909 daterende borstbeeld van koning Christiaan IX hangt in de takels vóór zijn verhuizing van Emancipation Park naar Fort Christian (fotograaf onbekend) / Rechts: Op dezelfde plek is nu de “Conch shell blower” uit 1998 geplaatst, dat een bevrijde slaaf voorstelt die na het afschaffen van de slavernij op 3 juli 1848, op een schelp blaast (fotograaf onbekend)

Ook de vlag hoort volgens hem in dat rijtje thuis. Hij stelt dat het begrijpelijk is dat sommigen een sentimentele waarde toekennen aan de vlag, zeker bij de afstammelingen van de mensen die haar ontwierpen.
Hij betoogt dat de vlag werd ontworpen in een tijd dat de eilanden onder een geheel blank marine-bestuur stonden tijdens een van de meest racistische periodes van de 20e eeuw.
De vlag werd aangenomen, zo gaat hij verder, zonder enige inbreng van de lokale bevolking: opgelegd, maar niet gekozen.

Mario Picayo (1957), voorstander van een nieuwe vlag (publiek domein)

Vooralsnog zijn er echter geen plannen om de vlag te vervangen.

Charlotte Amalie, hoofdstad van de Amerikaanse Maagdeneilanden op het eiland Saint Thomas met zijn grote natuurlijke haven, de stad telt bijna 15.000 inwoners (fotograaf onbekend)

Blåflaget: fantoomvlag?

Zoals we in de inleiding konden zien, was het de Dannebrog, de vlag van Denemarken, die op Transfer Day 1917 het veld ruimde voor de Amerikaanse.
Wie echter een beetje rondstruint op internet, stuit al ras op een alternatieve vlag die in de Deens-Caribische tijd gebruikt zou zijn. We zien die hieronder.

Blåflaget: gebruikt in de Deense kolonie?

Het is een helderblauwe vlag met de Dannebrog in het kanton, qua ontwerp gelijkend op blauwe ‘ensign’-vlaggen, zoals in gebruik bij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Links: Britse blue ensign / Rechts: Vlag van de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF)

Het Britse vaandel wordt ‘leeg’ (zoals hierboven) gebruikt als dienstvlag ter zee en ‘beladen’ met een symbool, wapen of badge op het uitwaaiende gedeelte, als vlag voor talloze Britse overzeese gebieden of overheidsdiensten.
Het Franse vaandel is zeldzamer dan het Britse en wordt gebruikt voor de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF), of in een rode versie voor de vlag van Wallis en Futuna.

Links: Henning Henningsen (1911-2005) (publiek domein) / Rechts: Jan Henrik Munksgaard (1943) (fotograaf onbekend)

Wat de Deense versie betreft: in de vlaggenwereld wordt er door diverse onderzoekers verschillend tegenaan gekeken.
Allereerst de belangrijkste vraag: bestond de vlag eigenlijk wel? En daarna: werd ze als vlag voor de West-Indische kolonie gebruikt?
Het vaandel komt -voor zover bekend- niet op foto’s voor, maar wel op vlaggenkaarten en schilderijen.
Volgens de Deense vlaggenkenner Henning Henningsen werd de vlag tussen 1798 en 1842 (maar wellicht langer) in de archipel gebruikt.
Zijn Noorse collega Jan Henrik Munksgaard ging op zoek naar afbeeldingen en kwam op tien tekeningen, drie vlaggenboeken/manuscripten en een aantal schilderijen.

Links: Afbeelding van de vlag in het handgeschreven/getekende manuscript van admiraal Gabriel Hesselberg, wat waarschijnlijk tussen 1802 en 1808 werd gemaakt (Collectie M/S Museet for Søfart, Helsingør / publiek domein) / Rechts: Admiraal Gabriel Hesselberg (1789-1877) (publiek domein)

Bovenstaande afbeelding komt uit een handgeschreven vlaggenmanuscript van 22 pagina’s van admiraal Gabriel Hesselberg, waarin 249 vlaggen te zien zijn, waaronder de blauwe vlag met Dannebrog. Onder de afbeelding staat “Dansk i Vestindien” (“Deens in West-Indië”) te lezen.
Het manuscript is pas sinds 1964 in wijdere kring bekend, toen het werd aangekocht door het Maritiem Museum in Helsingør.

Op deze (herdruk als poster uit 2022) van een 19e eeuwse vlaggenkaart van Deense en Noorse vlaggen, duikt de vlag opnieuw op en blijkt ze plotseling een naam te hebben: “Blåflaget” (“De blauwe vlag”), daaronder staat te lezen dat het de handelsvlag is van de Westindisch-Guineese Compagnie en dat de vlag tussen 1531 en 1671 gebruikt werd; direct daaronder wordt het nog gecompliceerder, daar treffen we “Vestindiens blåflag” (“De blauwe vlag van West-Indië”) aan, die volgens de verklaring eronder de vlag is van de Deense kolonie (na opheffing van de handelscompagnie), vanaf 1671 tot heden (“nutid”): de vlag is dan veranderd in een zwaluwstaart en is beladen met het koninklijk wapen (© Mio Malling & Sofia Hjoeth)

Uit bovenstaande kaart zouden we de conclusie kunnen trekken dat de Blåflaget en Vestindiens blåflag elkaar opvolgden als gebruikte vlaggen op de Deense Maagdeneilanden, maar daarvoor werd door de eerder genoemde vlaggenkenner Munksgaard geen enkel bewijs gevonden.

Op dit schilderij uit 1806 zien we de blauwe vlag (Blåflaget) in actie op de voorste mast van de King Assinthe voor de kust van Marseille, maar met bestemming Saint Thomas, in het blauwe veld staan (in spiegelbeeld) de initialen IL, voor Isaac Leth, de reder van het schip (publiek domein)

Allereerst kon hij geen enkel historisch document vinden waarin de invoering van deze vlag(gen) wordt vermeld. De maritieme schilderijen waarop de vlag aan boord te zien is, tonen Deense schepen in Scandinavische en Europese wateren waardoor het dus niet bewezen is dat deze vlag exclusief in de Caribische gebieden gebruikt werd.
De vlag werd doorgaans geschilderd wapperend vanaf de voorste mast, met de Dannebrog als nationale vlag vanaf de voor- of achtersteven.
Volgens Munksgaard was het gebruikelijk dat vlaggen aan de voorste mast ófwel die van de reder waren, ófwel die van de bestemming van het schip (of een combinatie van de twee zoals op de afbeelding hierboven).

Een pleziervaartuig in Sandviken bij Bergen (Noorwegen) met een Dannebrog-wimpel met blauwe punt, deze specifieke wimpels werden in de 19e eeuw veel gebruikt en wimpels zijn nog steeds populair in Scandinavië (Collectie Bergenmuseum, Universiteit van Bergen / publiek domein)

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, bestond er eveneens een afgeleide van de vlag in de vorm van een wimpel, zoals op de afbeelding hierboven, maar ook die kan niet exclusief aan de Deense kolonie gelinkt worden.

Concluderend kunnen we dus niet zeggen dat de Blåflaget de koloniale vlag van de drie eilanden van Deens-West-Indië was, daar is geen bewijs voor.

Saint John (fotograaf onbekend)

Britse Maagdeneilanden – Introduction Flag / Invoering Vlag (1960)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Het is vandaag 64 jaar geleden dat de Britse Maagdeneilanden hun vlag invoerden.

De naam ‘Britse Maagdeneilanden’ suggereert dat er nog andere Maagdeneilanden zijn en dat is dan ook zo.
Naast de drie Britse eilanden Tortola, Virgin Gorda, Anegada en Jost Van Dyke (vernoemd naar de Nederlandse piraat Joost van Dyk), plus zo’n vijftig kleinere, zijn er nog de Amerikaanse Maagdeneilanden, die ook uit meer dan vijftig eilanden en eilandjes bestaan, de drie belangrijkste zijn Saint Croix, Saint John en Saint Thomas.

Ter oriëntatie een kaart met alle Maagdeneilanden: in groen de Spaanse Maagdeneilanden (ook wel de Puerto Rico Maagdeneilanden), in rood de Amerikaanse Maagdeneilanden en in blauw de Britse Maagdeneilanden (de landmassa geheel links is het eiland Puerto Rico) (kaart: かぬま / publiek domein)

Tot slot zijn daar ook nog de Spaanse Maagdeneilanden, die ook wel de Puerto Ricaanse Maagdeneilanden genoemd worden, omdat ze bestuurd worden door Puerto Rico, wat zelf ook een Amerikaans gebied is. Hier zijn de belangrijkste eilanden Culebra en Vieques.
Een hele hoop Maagdeneilanden dus, maar vandaag verdiepen we ons in de Britse.

Route van de tweede verkenningsreis van Columbus in 1493, waarbij hij ook de Maagdeneilanden aandeed (© Keith Pickering, 2011 / publiek domein)

Het was Columbus die tijdens zijn tweede reis naar het westen (in 1493) de archipel voor het eerst in het oog kreeg. Hij noemde de eilanden Santa Úrsula y las Once Mil Vírgenes (Sint Ursula en de Elfduizend Maagden, naar de Sint Ursula-legende) een naam die later werd afgekort tot Maagdeneilanden.
Voor de Europeanen waren de eilanden weliswaar ‘nieuw’, maar dat gold uiteraard niet voor de lokale bevolking die er leefde, de Cariben (ook wel Eilandcariben), hoewel ze zichzelf doorgaans Kalinago noemden.

Een Kalinago- of Carib-familie ‘naar het leven geschilderd’ tussen 1770 en 1790 door Agostino Brunias (±1730-1796) (publiek domein)

Hoewel Spanje de archipel als zijn grondgebied beschouwde, werden de eilanden in eerste instantie niet gekoloniseerd. Andere landen sprongen in dat gat, zodat het gehele gebied een speelbal werd van Europese kolonisators: de verschillende eilanden wisselden nogal eens van ‘eigenaar’, zoals te doen gebruikelijk in die tijd werd de autochtone bevolking niets gevraagd.
Gedurende de 16e eeuw beconcurreerden Britten, Nederlanders, Fransen, Denen en Spanjaarden elkaar in de regio.

Voor wat de huidige hoofdeilanden van de Britse Maagdeneilanden betreft: Tortola werd in 1648 gekoloniseerd door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar in 1672 werd het eiland veroverd door de Engelsen.

Virgin Gorda (fotograaf onbekend)

Hetzelfde gebeurde met Virgin Gorda, waar in 1631 een Nederlandse handelspost van de  West-Indische Compagnie (WIC) was gevestigd. De nederzetting is nu bekend als Little Dix, een verbastering van Dyk.

Kaart van Tortola uit 1798 door Robert Wilkinson (±1768-1825), naar gegevens van George King (uitgave Robert Wilkinson, Londen)


Net als Tortola werd het eiland in 1672 veroverd door de Britten en in 1680 definitief aan Engeland toegekend,
Hetzelfde gebeurde met Anegada, dat in 1627 geclaimd was door de Britten, maar in 1680 definitief Brits werd.
Souvereiniteit over Jost Van Dyke, het kleinste van de vier hoofdeilanden, was lange tijd onduidelijk, maar het werd uiteindelijk net als Tortola, Virgin Gorda en Anegada in 1680 bij het Britse Imperium ingelijfd.

Kaart van de Maagdeneilanden uit 1775, Tortola, Virgin Gorda en Anegada zien we hier in het midden van de kaart (door cartograaf Thomas Jefferys (±1719-1771), uitgave Sayer & Bennett / publiek domein)

Net als elders in het Caribische gebied werden er suikerrietplantages op de eilanden aangelegd, waar slaafgemaakten uit Afrika werkten, tot aan de afschaffing van de slavernij in 1834.
Vanaf 1833 tot aan 1958 waren de de Britse Maagdeneilanden onderdeel van de Britse kolonie British Leeward Islands (Britse Benedenwindse Eilanden), waartoe ook Antigua, Barbuda, Montserrat, Anguilla en Dominica behoorden – dit laatste eiland werd in 1936 overgeheveld naar de British Windward Islands (Britse Bovenwindse Eilanden).

Vlag van de West-Indische Federatie, die slechts kortstondig bestond tussen 1958 en 1962

Deze administratieve indeling werd opgevolgd door de West Indies Federation (West-Indische Federatie), die tussen 1958 en 1962 bestond, maar waar de Britse Maagdeneilanden niet aan deelnamen.
In 1960 werden de eilanden een officiële zelfstandige Britse kolonie.
Beperkt autonomie volgde in 1967.

Postzegel van 25 cent uit 1967 ter gelegenheid van de grotere autonomie, naast koningin Elizabeth II zien we de landkaart van de archipel (publiek domein)

In 2002 werd de archipel een van de veertien Britse overzeese gebieden. Een grotere autonomie en een eigen Grondwet kregen de eilanden in 2007.
De Britse Maagdeneilanden werden in de tweede helft van de 20e eeuw dankzij offshore-bankieren een belastingparadijs. De archipel profiteert daarnaast ook van toerisme.

Road Town op Tortola is met zijn 15.000 inwoners de hoofdstad van de Britse Maagdeneilanden (fotograaf onbekend)

Op de Britse Maagdeneilanden wonen zo’n 38.000 mensen, waarvan het merendeel (ruim 23.000) op het grootste eiland Tortola, waar ook de hoofdstad Road Town is gelegen.

Kaart van de Britse Maagdeneilanden (© freeworldmaps.net)

De vlag

Vlag van de Britse Maagdeneilanden (1960-heden)

De vlag van de Britse Maagdeneilanden is er een uit de grote familie van Britse blue ensigns (blauwe vaandels), waarbij de Union Flag of Union Jack in het kanton is geplaatst.
In het uitwaaiende gedeelte van de vlag is het uit het begin van de 19e eeuw daterende schildvormige wapen van de Britse Maagdeneilanden geplaatst: het toont Sint Ursula in een wit (zilver) gewaad tegen een groene achtergrond met in haar hand een brandende gelen (gouden) olielamp, omringd door nog eens elf gele (gouden) lampen, die symbool staan voor haar 11.000 maagdelijke volgelingen.

Ursula vlak voor Atilla de Hun haar met een pijl doorboort, een van de panelen van de Ursulaschrijn, in 1489 geschilderd door de Vlaming Hans Memling (circa 1430/40-1494) (Collectie Oud Sint-Janshospitaal, Brugge / publiek domein)

Volgens de legende werden ze in de 4e eeuw of 5e eeuw gemarteld en daarna gedood door de Hunnen in Keulen in Germania Inferior (Neder Germanië).
Alleen Ursula bleef gespaard omwille van haar grote schoonheid, op voorwaarde dat ze de bruid zou worden van hun aanvoerder Atilla de Hun. Ursula weigerde en werd daarop door Atilla met een pijl doorboord.
Het is bij lange na niet zeker dat Ursula echt bestaan heeft, Atilla de Hun daarentegen wel.

Wapen van de Britse Maagdeneilanden

De eilanden werden door Columbus naar deze maagdelijke volgelingen vernoemd toen hij de eilanden in 1493 ‘ontdekte’, waarbij het grote aantal eilanden hem aan de talrijke volgelingen deed denken.
Het motto op een gele banderol onder het wapen luidt VIGILATE, Latijn voor ‘weest waakzaam’.
De vlag onderging een kleine wijziging in 1999, toen het schild werd vergroot en wit omlijnd.

Vlag British Leeward Islands

Zoals we in de inleiding al zagen waren de Britse Maagdeneilanden tussen 1833 en 1958 onderdeel van de Britse kolonie British Leeward Islands (Britse Benedenwindse Eilanden).
Deze kolonie had vanaf 1871 zijn eigen vlag en die zien we hieronder:

Ook dit was een Britse blue ensign met in het uitwaaiende gedeelte het wapen van de kolonie, in de vorm van een badge.

Op de badge zien we twee witte schepen die in tegengestelde richting door een zeestraat zeilen.
Op de voorgrond een ananas, met daarachter drie kleinere ananassen. De ananas was een belangrijk exportproduct. Bovenin zien we het wapen van het Verenigd Koninkrijk.

Sir Benjamin Pine (1809-1891), gouverneur van de Britse Benedenwindse Eilanden (1869-1891) (publiek domein)

Sir Benjamin Pine was gouverneur van het gebied toen de vlag werd ingevoerd. Er ging een gerucht rond dat de grote ananas (pineapple in het Engels) hem vertegenwoordigde en de drie kleinere zijn familie.

Overige vlaggen

Naast de blue ensign voeren de Britse Maagdeneilanden ook nog een red ensign (rood vaandel), die de civil ensign wordt genoemd.
Deze vlag is op de kleur na gelijk aan de blauwe vlag.

Civil ensign van de Britse Maagdeneilanden (2001-heden)

Deze vlag wordt gebruikt aan boord van schepen die zijn geregistreerd op de Britse Maagdeneilanden of door schepen die de Britse Maagdeneilanden bezoeken en werd ingevoerd in 2001.

Zoals te doen gebruikelijk hebben ook gouverneurs van Britse overzeese gebieden een eigen vlag als vertegenwoordiger van de monarch.

Vlag van de gouverneur van de Britse Maagdeneilanden

De gouverneursvlag bestaat uit de Britse Union Flag of Union Jack met het wapen van de Britse Maagdeneilanden in het midden geplaatst.
Gouverneur sinds 29 januari 2024 is Daniel Pruce.
De vlag wordt gebruikt bij zijn officiële residentie (Government House) en in mini-vorm als autovlaggetje.

Daniel Pruce (1966), gouverneur van de Britse Maagdeneilanden, in april gefotografeerd na behandeling voor een ontwrichte schouder, voor zijn officiële dienstauto met kroontje en autovlaggetje (Virgin Islands News Online / fotograaf onbekend)

Sint Maarten – Orkaan Irma (2017)

Vandaag is het zeven jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof.
De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika.
Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2  (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.

Cariben map
Het Caribisch gebied (© nationsonline.org)

Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).

Orkaan Irma
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico

Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.

Kleine Antillen
De Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen (© nationsonline.org)

Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.

Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers).
Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).

d170906ge2070
Sint-Maarten, 6 september 2017 foto: Gerben van Es (© Mediacentrum Defensie, Ministerie van Defensie)

De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).

Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.

Kaart van Sint Maarten/Saint-Martin (© FrreMapViewer)

Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep.
Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme daarna natuurlijk ook nog een knauw van de corona-pandemie kreeg.
Dat is anno 2023 grotendeels genormaliseerd (zeker voor toeristen), maar er zijn nog steeds particulieren die bijvoorbeeld kampen met nog te repareren daken.

De vlag

De vlag van Sint Maarten (1985-heden)

Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)

De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.

Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)

In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg.
Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver.

Twee van de onderdelen uit het wapen van Sint Maarten (en daarmee ook van de vlag): Het Constitutioneel Hof (Courthouse) In Philipsburg, gebouwd in 1793, oorspronkelijk het kantoor van John Philips (1688-1746), een (Schotse) commandeur in Nederlandse dienst, waar de hoofdstad naar vernoemd is, plus rechts het silhouet van een pelikaan (foto links: Richie Diesterheft / foto rechts: publiek domein)

Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht.
Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.
De vlag werd ontworpen door de toen 17-jarige Roselle Richardson.

Roselle Richardson (1968), ontwerpster van de vlag van Sint Maarten, foto uit 2020 (fotograaf onbekend)

Saint-Martin

Om nog kort iets te zeggen over de Franse kant van het eiland: de officiële vlag hier is de Franse tricolore. Lokaal wordt er een onofficiële logo-vlag gevoerd.

De Franse tricolore en de logo-vlag van Saint-Martin

Op het internet circuleert verder een vlag die, hoewel zeker niet officieel is, inmiddels her en der op het Franse Saint-Martin wordt aangetroffen. Waarschijnlijk heeft iemand zich vexillologisch vermaakt met het ontwerpen van een vlag.

Vlag Saint Martin
Een hoax?

Vlaggen-afficionado Hernán Bustelo had de volgende theorie in 2012 over deze mysterieuze vlag: “Het vlagontwerp lijkt op een wit martini-glas tegen een blauwe achtergrond met daarin een rode vloeistof en een schijfje citroen erboven. Ik vermoed dat iemand met de naam (Saint)-Martin en Martini speelde en zo met een eigen ontwerp kwam.”

De bewuste vlag in actie! (publiek domein)

Amerikaanse Maagdeneilanden – Transfer Day / Overgangsdag (1917)

Een officiële feestdag op de Amerikaanse Maagdeneilanden. Tot 1917 stonden deze drie eilanden bekend onder de naam Deens-West-Indië en (zoals de naam al aangeeft) was het een Deense kolonie.
In 1917 verkocht Denemarken de kolonie aan de Verenigde Staten. De overdracht was op 31 maart dat jaar en die dag staat nu bekend als Transfer Day.

Kaart van de Amerikaanse (groen) en Britse (roze) Maagdeneilanden uit 1935 (publiek domein)

De naam ‘Amerikaanse Maagdeneilanden’ suggereert dat er nog andere Maagdeneilanden zijn en dat is dan ook zo.
Naast de drie Amerikaanse eilanden Saint Croix, Saint John en Saint Thomas (plus zo’n vijftig kleinere), zijn er nog de Britse Maagdeneilanden, die ook uit meer dan vijftig eilanden en eilandjes bestaan, de vier belangrijkste zijn Tortola, Virgin Gorda, Anegada en Jost van Dyke (vernoemd naar de Nederlandse piraat Joost van Dyk).

Ter oriëntatie een kaart met alle Maagdeneilanden: in groen de Spaanse Maagdeneilanden (ook wel de Puerto Rico Maagdeneilanden), in rood de Amerikaanse Maagdeneilanden en in blauw de Britse Maagdeneilanden (de landmassa geheel links is het eiland Puerto Rico) (kaart: かぬま / publiek domein)

Tot slot zijn daar ook nog de Spaanse Maagdeneilanden, die ook wel de Puerto Ricaanse Maagdeneilanden genoemd worden, omdat ze bestuurd worden door Puerto Rico, wat zelf ook een Amerikaans gebied is. Hier zijn de belangrijkste eilanden Culebra en Vieques.
Een hele hoop Maagdeneilanden dus, maar vandaag verdiepen we ons in de Amerikaanse.

Kaart van de Amerikaanse Maagdeneilanden (© freeworldmaps.net)

Saint Croix

De Amerikaanse Maagdeneilanden zijn sinds hun ‘ontdekking’ door Columbus, tijdens zijn tweede ontdekkingsreis in 1493, een speelbal van verschillende kolonisators geweest, zoals de meeste Caribische eilanden trouwens, hoofdrolspelers in dit gebied waren doorgaans Spanje, Engeland, Frankrijk en Nederland.
Omdat de lokale bevolking (de Cariben) de Spanjaarden vijandig benaderden, verklaarde Spanje hen de oorlog en een eeuw later was er van de oorspronkelijke bewoners niemand meer over.

Deense kaart van Saint Croix uit 1754, getekend door Jens Michelsen Beck en gegraveerd door Odvardt Helmondt de Lode in Kopenhagen, bovenin twee plattegronden, links die van Friderichstæd en rechts Christenstæd (publiek domein)

Vanaf het begin van de 17e eeuw werd Saint Croix door zowel Engelsen als Nederlanders gekoloniseerd: de Engelsen in het westen en de Nederlanders (Zeeuwen) in het oosten.*

*Verschillende Vlissingers waren in de 17e eeuw betrokken bij de kolonisatie van een aantal Caribische eilanden waaronder Saint Croix (Sint Kruis), Tobago, Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba. Het zorgde ervoor dat in een in 1956 aangelegde wijk straten vernoemd werden naar deze eilanden, waardoor Vlissingen dus een Sint Kruislaan heeft.

Straatnaambord van de Sint Kruislaan in Vlissingen, vernoemd naar het eiland Saint Croix (foto: Vlagblog)

In 1645 ontstond er een conflict tussen de Engelsen en Nederlanders, waarna de Nederlandse kolonisten naar Sint Eustatius vertrokken.
De Engelsen werden op hun beurt in 1650 door de Spanjaarden verdreven. Een jaar later werden zij op hun beurt weer verdreven door de Fransen.
Omdat de kolonisatie niet echt vlotten wilde, gaf de Franse koning Lodewijk XIV, het eiland vervolgens in beheer bij de Orde van Malta, maar in 1665 werd het verkocht aan de Franse West-Indische Compagnie. Door ziekte en droogte kwam de eerst zo succesvolle kolonisatie tot stilstand en vanaf 1695 was Saint Croix vrijwel onbewoond.

“Christiansted paa St. Croix, tagen fra Peter Farms Flagstang” een werk uit 1831 van de Duitse schilder Johann Friedrich Fritz (1798-1870) (Collectie Det Kongelige Bibliotek, billedsamling / publiek domein)

Saint Thomas

Ondertussen waren in 1666 (bijna dertig jaar eerder dus) de Denen in het gebied opgedoken, die zich eerst concentreerden op het eiland Saint Thomas. Dit eiland was in eerste instantie in gebruik als schuilplaats voor piraten, vanaf 1657 hadden Nederlandse kolonisten zich er gevestigd, negen jaar later dus gevolgd door de Denen.

Nederlandse kaart van Saint Thomas uit een maritieme atlas, de tekst in de cartouche linksboven luidt: “Nieuwe en aldereerste Afteekening van ’t Eyland St. Thomas met alle desselfs Havenen, Ankerplaatse en geleegentheden, is geleegen beoosten I. Porto Rico in Westindie, behoorende aan syn Koninklyke Majestyt van Denemarken, dit Eyland geeft Catoen, Zuyker, Cret of Schilpadt; daar word ook genogotieert in Indigo, Cacau en andere Westindise waaren. Hier omtrent wayen meest Oostelijke winden. NB. Van dit Eyland heeft voor deese nooyt enige kaart int ligt geweest met Previlegie 1719” / Kaart rechtsboven: De baai van Saint Thomas met het Fort Christian / Kaart rechtsonder: Coral Bay op Saint John (Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)

In 1671 werd het eiland als Sankt Thomas geclaimd door de Deense West-Indische en Guineese Compagnie.
Vanaf 1673 werden door de Denen Afrikaanse slaven aangevoerd en suikerrietplantages aangelegd, waar ze te werk werden gesteld.

Saint John

Het derde eiland, Saint John, werd vanaf 1680 door Denemarken gekoloniseerd en vanaf 1694 geclaimd door de Deense handelscompagnie, maar na schermutselingen met de Engelsen, die het eiland ook claimden, trokken de Denen hun kolonisten terug, om er in 1718 weer terug te keren.

Deense kaart van Saint John uit 1780 van de hand van Peter Lotharius Oxholm (1753-1827) (Dansk Rigsarkivet / publiek domein)

Deense Maagdeneilanden/Deens-West-Indië

Toen Frankrijk in 1733 Saint Croix aan de Deense West-Indische en Guineese Compagnie verkocht, waren alle drie de eilanden in Deense handen, onder de gezamenlijke naam Jomfruøerne, maar internationaal als Deense Maagdeneilanden of Deens-West-Indië.
In 1754 werd de archipel een Deense kroonkolonie.

Christiansted op het eiland Saint Croix met Fort Christiansværn, lithografie uit 1839 naar een tekening van Thomas Christian Sabroe (Collectie Det Kongelige Bibliotek / publiek domein)

Op de eilanden werden veel suikerrietplantages aangelegd, waar slaven het werk verrichtten. In de 18e en begin 19e eeuw was dit economisch zeer lucratief, maar toen gouverneur Peter von Scholten op 3 juli 1848 de slavernij afschafte, was het gedaan met de plantages, die dan ook snel in verval raakten.
Een groot deel van de bevolking keerde tussen 1850 en 1870 de eilanden de rug toe.

Bankbiljet van 5 francs uit Deens-West-Indië/Deense Maagdeneilanden uit 1905 met het portret van koning Christiaan IX (1818-1906) (publiek domein)

Verkoop

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) benaderde de V.S. Denemarken over de verkoop van de eilanden, bang als men was, dat Duitsland de eilanden in de onderzeebootoorlog zou veroveren en er een duikbootbasis zou vestigen.

Links: Lang niet iedereen was het eens met de verkoop van de eilanden, zoals deze afbeelding laat zien: “Sælg ikke vore Vestindiske öere” (“Verkoop ons West-Indië niet”) (publiek domein) / Rechts: Het tijdschrift Klods-Hans plaatste een cartoon van Alfred Schmidt (1858-1938) op de voorpagina, waar toen nog maar weinigen aanstoot aan namen, maar die anno nu absoluut niet meer zou kunnen, we zien de Amerikaanse president Woodrow Wilson met drie zwarte jongetjes (de drie Amerikaanse Maagdeneilanden) die hij zojuist heeft gekocht van “boer Denemarken”, die zijn zak geld naar binnen draagt, terwijl “moeder Denemarken” bittere tranen schreit; de tekst onder de illustratie luidt: “Den rige mister Wilson (som har adopteret børnene for en pæn sum en gang for alle) – Kom nu boys, saa gar vi henof kø jer en fin ny dragt og et gulduhr med kæde”, vertaald: “De rijke meneer Wilson (die de kinderen voor eens en voor altijd voor een mooi bedrag heeft geadopteerd) – Kom op, jongens, dan kopen we een mooi nieuw pak en een gouden horloge met ketting voor jullie” (Danish National Archive / publiek domein)

Denemarken had hier, ondanks protesten van de Conservatieve Volkspartij, wel oren naar. In een referendum over de kwestie sprak 64% van de Denen zich uit voor verkoop.

Een postzegel uit 1916 van Deens-West-Indië met de tekst: “Protest mod salget” (“Protesteer tegen de verkoop”)

In januari 1917 kon men het eens worden over de prijs: 25 miljoen dollar, toen een exorbitant hoog bedrag.
De uiteindelijke overgangsdatum werd bepaald op 31 maart datzelfde jaar en vond plaats in de hoofdstad Charlotte Amalie op het eiland Saint Thomas.

Overhandiging van de cheque van 25 miljoen dollar aan de Deense ambassadeur in de V.S., Constantin Brun (in het midden), de overige (Amerikaanse) heren zijn van links naar rechts: minister van Marine Josephus Daniels, admiraal James H. Oliver (die de eerste Amerikaanse militaire gouverneur van de eilanden zou worden), minister van Buitenlandse Zaken Robert Lansing en minister van Financiën William McAdoo, Washington, D.C. (Collectie Library of Congress / publiek domein)
De cheque van 25 miljoen dollar (publiek domein)
Reçu van de betaling, ondertekend door ambassadeur Constantin Brun (publiek domein)

Overgang

De Amerikaanse kruiser U.S.S. Hancock ankerde in de haven, waarna de manschappen ’s middags aan land gingen en zich opstelden voor de ceremonie op het paradeterrein voor Fort Christian op het eiland Saint Thomas.

Transfer Day, 31 maart 1917: op het paradeterrein bij Fort Christian in Charlotte Amalie, Saint Thomas, wordt de Deense vlag neergehaald (foto: John Lee / publiek domein)

Deense militairen hadden zich tegenover de Amerikanen opgesteld. Om 16.48 u werd het Deense volkslied (Der er et yndigt land) gespeeld en klonken er 21 saluutschoten, terwijl de Deense vlag (de Dannebrog) langzaam werd neergehaald.

Van de ceremonie bestaat zelfs filmbeeld: hier een screenshot van de (ingehoekte) Dannebrog die voor het laatst wordt neergelaten (publiek domein)

Om 16.53 u was het de beurt aan de Amerikanen: het Amerikaanse volkslied (The Star-Spangled Banner) weerklonk en terwijl er opnieuw kanonnen bulderden, werd de Amerikaanse vlag gehesen, waarna de Deense Maagdeneilanden ineens de Amerikaanse Maagdeneilanden waren.

De ceremonie komt ten einde: de Amerikaanse vlag is gehesen (foto: John Lee / publiek domein)

Hoewel het gebied dus onder Amerikaans bestuur staat, maakt het geen deel uit van de V.S., het is een unincorporated territory (een niet-geïncorporeerd gebied), een term die voor meerdere gebieden geldt, zoals bijvoorbeeld ook Guam, Puerto Rico, Amerikaans Samoa en de Noordelijke Marianen.

Kaart uit 1920 van de drie hoofdeilanden van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Saint Thomas, Saint John en Saint Croix, op de inzet linksonder zien we de positie van de eilanden ten opzichte van elkaar (Kaart uit “Putnam‘s Handy Atlas of the World”, Perry-Castañeda Library Map Collection, University of Texas at Austin / publiek domein)
Nog vóór de overname in 1917 verscheen dit artikel van de Amerikaanse journalist Maurice Becker (op de foto linksboven te paard afgebeeld) in The World Magazine, met de titel “Getting acquainted with our new West Indian fellow citizens”, de inwoners werden gedurende de eerste jaren echter niet bepaald als “fellow citizens” behandeld, de houding van zowel de Denen als de Amerikanen was op z’n minst neerbuigend en op z’n ergst racistisch te noemen (een gangbare houding van de koloniale tijd), pas vanaf 1970 kunnen de inwoners van de Amerikaanse Maagdeneilanden hun eigen gouverneur kiezen (The World Magazine van 22 juli 1916, Collectie Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)
Uitvergroting van een van de illustraties uit The World Magazine, de tekst bij het plaatje luidt: “Colored citizens of St. Thomas pay their compliments to Uncle Sam by kissing the Stars and Stripes” (“Gekleurde inwoners van St. Thomas betuigen hun respect tegenover Uncle Sam door de Stars and Stripes te kussen”) (The World Magazine van 22 juli 1916, Collectie Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)

Festiviteiten

Transfer Day is een dag die uitgebreid gevierd wordt op de eilanden met optochten, feesten en het naspelen van de ceremonie uit 1917.

Affiche voor de viering van Transfer Day, met een nogal bruin uitgevallen versie van de adelaar op de vlag (publiek domein)

De vlag

Vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden (1921-heden)

De vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden is wit met een ietwat uitgeklede versie van het Amerikaanse staatswapen: een adelaar met gespreide vleugels in geel met een Amerikaans hartschild eroverheen, in de ene klauw een lauriertak in groen, in de andere drie pijlen in blauw, de adelaar wordt geflankeerd door twee kapitale letters in blauw, een V en een I (voor Virgin Islands).

Het Amerikaanse staatswapen

Wat verschillen betreft: de adelaar heeft een andere kleur dan die in het Amerikaanse wapen en het dier heeft in plaats van dertien pijlen (symbool voor de oorspronkelijke staten van de V.S.) slechts drie pijlen in zijn klauw, symbool voor de drie hoofdeilanden.
Verder ontbreekt de banderol met de wapenspreuk en het ronde schild erboven en heeft het hartschild een andere vorm.

Ontwerp

De eerste paar jaar na de aankoop was de Amerikaanse vlag op de eilanden in gebruik.
Het was tijdens de termijn (1921-1922) van de derde militaire gouverneur van de Amerikaanse Maagdeneilanden, schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950), dat het idee voor een eigen vlag ontstond.

Links: Gouverneur schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950) (Collectie Library of Congress / publiek domein) / Rechts: Kapitein William Russell White (1858-1944) (publiek domein)

Gouverneur Kittelle benaderde zijn stafchef kapitein William Russell White (1858-1944) van de USS Grebe, die vervolgens zijn administrateur (en tevens tekenaar) Percival Wilson Sparks, om suggesties vroeg voor een ontwerp.
Sparks kwam met het idee om het Amerikaanse staatswapen voor de eilanden aan te passen. Zijn getekende ontwerp bracht hij over op een katoenen doek, waarna hij zijn vrouw Grace Joseph Sparks (1897-?) en zijn zuster Blanche Joseph Sasso (1899-2005) vroeg om het ontwerp erop te borduren.

Ontwerper van de vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Percival Wilson Sparks, geflankeerd door zijn vrouw Grace Joseph Sparks en haar zus Blanche Joseph Sasso (die maar liefst 105 jaar oud werd), die de afbeelding van het wapen op de allereerste vlag borduurden (publiek domein)

Het witte veld staat symbool voor zuiverheid, de drie pijlen (zoals gezegd) voor de eilanden Saint Croix, Saint Thomas en Saint John, de lauriertak voor vrede en overwinning en de adelaar met wapenschild voor de verbinding met de Verenigde Staten.

De vlaggen van de Verenigde Staten en de Amerikaanse Maagdeneilanden gebroederlijk bij elkaar op een strand (fotograaf onbekend)

Koloniaal symbool?

Zoals wel meer symbolen die met koloniale geschiedenis te maken hebben, is het voorheen probleemloze bestaan van de vlag, de laatste tijd iets meer onder druk komen te staan.
Zo schreef auteur en uitgever Mario Picayo een artikel over welke koloniale symbolen op de Maagdeneilanden hij graag zou zien verdwijnen of zou zien aangepast (zoals bijvoorbeeld geschiedenisboeken of het borstbeeld van de Deense koning Christiaan IX middenin het Emancipation Park op Saint Thomas).
Voor wat dit laatste betreft, kregen hij -en talloze andere tegenstanders van het koloniale borstbeeld-, al snel hun zin: op 30 maart 2021 werd het beeld van de koning van zijn sokkel gelicht en verhuisd naar Fort Christian.
De lege plek is ingenomen door de “Conch shell blower”, een beeld uit 1998 van een bevrijde slaaf die op een schelp blaast en dat vóór zijn verhuizing genoegen moest nemen met een plekje aan de rand van het park. Nu neemt het de centrale plaats in.

Links: 31 maart 2021 – het uit 1909 daterende borstbeeld van koning Christiaan IX hangt in de takels vóór zijn verhuizing van Emancipation Park naar Fort Christian (fotograaf onbekend) / Rechts: Op dezelfde plek is nu de “Conch shell blower” uit 1998 geplaatst, dat een bevrijde slaaf voorstelt die na het afschaffen van de slavernij op 3 juli 1848, op een schelp blaast (fotograaf onbekend)

Ook de vlag hoort volgens hem in dat rijtje thuis. Hij stelt dat het begrijpelijk is dat sommigen een sentimentele waarde toekennen aan de vlag, zeker bij de afstammelingen van de mensen die haar ontwierpen.
Hij betoogt dat de vlag werd ontworpen in een tijd dat de eilanden onder een geheel blank marine-bestuur stonden tijdens een van de meest racistische periodes van de 20e eeuw.
De vlag werd aangenomen, zo gaat hij verder, zonder enige inbreng van de lokale bevolking: opgelegd, maar niet gekozen.

Mario Picayo (1957), voorstander van een nieuwe vlag (publiek domein)

Vooralsnog zijn er echter geen plannen om de vlag te vervangen.

Charlotte Amalie, hoofdstad van de Amerikaanse Maagdeneilanden op het eiland Saint Thomas met zijn grote natuurlijke haven, de stad telt bijna 15.000 inwoners (fotograaf onbekend)

Blåflaget: fantoomvlag?

Zoals we in de inleiding konden zien, was het de Dannebrog, de vlag van Denemarken, die op Transfer Day 1917 het veld ruimde voor de Amerikaanse.
Wie echter een beetje rondstruint op internet, stuit al ras op een alternatieve vlag die in de Deens-Caribische tijd gebruikt zou zijn. We zien die hieronder.

Blåflaget: gebruikt in de Deense kolonie?

Het is een helderblauwe vlag met de Dannebrog in het kanton, qua ontwerp gelijkend op blauwe ‘ensign’-vlaggen, zoals in gebruik bij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Links: Britse blue ensign / Rechts: Vlag van de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF)

Het Britse vaandel wordt ‘leeg’ (zoals hierboven) gebruikt als dienstvlag ter zee en ‘beladen’ met een symbool, wapen of badge op het uitwaaiende gedeelte, als vlag voor talloze Britse overzeese gebieden of overheidsdiensten.
Het Franse vaandel is zeldzamer dan het Britse en wordt gebruikt voor de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF), of in een rode versie voor de vlag van Wallis en Futuna.

Links: Henning Henningsen (1911-2005) (publiek domein) / Rechts: Jan Henrik Munksgaard (1943) (fotograaf onbekend)

Wat de Deense versie betreft: in de vlaggenwereld wordt er door diverse onderzoekers verschillend tegenaan gekeken.
Allereerst de belangrijkste vraag: bestond de vlag eigenlijk wel? En daarna: werd ze als vlag voor de West-Indische kolonie gebruikt?
Het vaandel komt -voor zover bekend- niet op foto’s voor, maar wel op vlaggenkaarten en schilderijen.
Volgens de Deense vlaggenkenner Henning Henningsen werd de vlag tussen 1798 en 1842 (maar wellicht langer) in de archipel gebruikt.
Zijn Noorse collega Jan Henrik Munksgaard ging op zoek naar afbeeldingen en kwam op tien tekeningen, drie vlaggenboeken/manuscripten en een aantal schilderijen.

Links: Afbeelding van de vlag in het handgeschreven/getekende manuscript van admiraal Gabriel Hesselberg, wat waarschijnlijk tussen 1802 en 1808 werd gemaakt (Collectie M/S Museet for Søfart, Helsingør / publiek domein) / Rechts: Admiraal Gabriel Hesselberg (1789-1877) (publiek domein)

Bovenstaande afbeelding komt uit een handgeschreven vlaggenmanuscript van 22 pagina’s van admiraal Gabriel Hesselberg, waarin 249 vlaggen te zien zijn, waaronder de blauwe vlag met Dannebrog. Onder de afbeelding staat “Dansk i Vestindien” (“Deens in West-Indië”) te lezen.
Het manuscript is pas sinds 1964 in wijdere kring bekend, toen het werd aangekocht door het Maritiem Museum in Helsingør.

Op deze (herdruk als poster uit 2022) van een 19e eeuwse vlaggenkaart van Deense en Noorse vlaggen, duikt de vlag opnieuw op en blijkt ze plotseling een naam te hebben: “Blåflaget” (“De blauwe vlag”), daaronder staat te lezen dat het de handelsvlag is van de Westindisch-Guineese Compagnie en dat de vlag tussen 1531 en 1671 gebruikt werd; direct daaronder wordt het nog gecompliceerder, daar treffen we “Vestindiens blåflag” (“De blauwe vlag van West-Indië”) aan, die volgens de verklaring eronder de vlag is van de Deense kolonie (na opheffing van de handelscompagnie), vanaf 1671 tot heden (“nutid”): de vlag is dan veranderd in een zwaluwstaart en is beladen met het koninklijk wapen (© Mio Malling & Sofia Hjoeth)

Uit bovenstaande kaart zouden we de conclusie kunnen trekken dat de Blåflaget en Vestindiens blåflag elkaar opvolgden als gebruikte vlaggen op de Deense Maagdeneilanden, maar daarvoor werd door de eerder genoemde vlaggenkenner Munksgaard geen enkel bewijs gevonden.

Op dit schilderij uit 1806 zien we de blauwe vlag (Blåflaget) in actie op de voorste mast van de King Assinthe voor de kust van Marseille, maar met bestemming Saint Thomas, in het blauwe veld staan (in spiegelbeeld) de initialen IL, voor Isaac Leth, de reder van het schip (publiek domein)

Allereerst kon hij geen enkel historisch document vinden waarin de invoering van deze vlag(gen) wordt vermeld. De maritieme schilderijen waarop de vlag aan boord te zien is, tonen Deense schepen in Scandinavische en Europese wateren waardoor het dus niet bewezen is dat deze vlag exclusief in de Caribische gebieden gebruikt werd.
De vlag werd doorgaans geschilderd wapperend vanaf de voorste mast, met de Dannebrog als nationale vlag vanaf de voor- of achtersteven.
Volgens Munksgaard was het gebruikelijk dat vlaggen aan de voorste mast ófwel die van de reder waren, ófwel die van de bestemming van het schip (of een combinatie van de twee zoals op de afbeelding hierboven).

Een pleziervaartuig in Sandviken bij Bergen (Noorwegen) met een Dannebrog-wimpel met blauwe punt, deze specifieke wimpels werden in de 19e eeuw veel gebruikt en wimpels zijn nog steeds populair in Scandinavië (Collectie Bergenmuseum, Universiteit van Bergen / publiek domein)

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, bestond er eveneens een afgeleide van de vlag in de vorm van een wimpel, zoals op de afbeelding hierboven, maar ook die kan niet exclusief aan de Deense kolonie gelinkt worden.

Concluderend kunnen we dus niet zeggen dat de Blåflaget de koloniale vlag van de drie eilanden van Deens-West-Indië was, daar is geen bewijs voor.

Saint John (fotograaf onbekend)

Amerikaanse Maagdeneilanden – David Hamilton Jackson Day / Liberty Day / David Hamilton Jackson-dag / Vrijheidsdag (1915/1981)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Een officiële feestdag op de Amerikaanse Maagdeneilanden. Tot 1917 stonden deze drie eilanden bekend onder de naam Deens-West-Indië en (zoals de naam al aangeeft) was het een Deense kolonie.
In 1917 verkocht Denemarken de kolonie aan de Verenigde Staten. De overdracht was op 31 maart dat jaar en die dag staat nu bekend als Transfer Day.
De feestdag van vandaag wordt sinds 1981 gevierd, maar grijpt terug naar het jaar 1915 en herdenkt vrijheidsstrijder en vakbondsman David Hamilton Jackson.

Kaart van de Amerikaanse (groen) en Britse (roze) Maagdeneilanden uit 1935 (publiek domein)

Eerst iets over de eilanden zelf: de naam ‘Amerikaanse Maagdeneilanden’ suggereert dat er nog andere Maagdeneilanden zijn en dat is dan ook zo. Naast de drie Amerikaanse eilanden Saint Croix, Saint John en Saint Thomas (plus zo’n vijftig kleinere), zijn er nog de Britse Maagdeneilanden, die ook uit meer dan vijftig eilanden en eilandjes bestaan, de vier belangrijkste zijn Tortola, Virgin Gorda, Anegada en Jost van Dyke (vernoemd naar de Nederlandse piraat Joost van Dyk).

Ter oriëntatie een kaart met alle Maagdeneilanden: in groen de Spaanse Maagdeneilanden (ook wel de Puerto Rico Maagdeneilanden), in rood de Amerikaanse Maagdeneilanden en in blauw de Britse Maagdeneilanden (de landmassa geheel links is het eiland Puerto Rico) (kaart: かぬま / publiek domein)

Tot slot zijn daar ook nog de Spaanse Maagdeneilanden, die ook wel de Puerto Ricaanse Maagdeneilanden genoemd worden, omdat ze bestuurd worden door Puerto Rico, wat zelf ook een Amerikaans gebied is. Hier zijn de belangrijkste eilanden Culebra en Vieques.
Een hele hoop Maagdeneilanden dus, maar vandaag verdiepen we ons in de Amerikaanse.

Kaart van de Amerikaanse Maagdeneilanden (© freeworldmaps.net)

David Hamilton Jackson

Dan naar de dag van vandaag: David Hamilton Jackson was een pleitbezorger voor arbeidsrechten in Deens West-Indië, later de Amerikaanse Maagdeneilanden.
Jackson was een belangrijke figuur in de strijd voor meer burgerrechten en arbeidsrecht op de eilanden. Hij beijverde zich voor persvrijheid en organiseerde de eerste vakbond van het eiland.
Na de overdracht van het gebied aan de V.S. in 1917, lobbyde hij voor het Amerikaanse staatsburgerschap voor de eilandbewoners.

David Hamilton Jackson (1884-1946), ongedateerde foto (publiek domein)

Jackson werkte als onderwijzer en later als boekhouder en klerk voordat hij betrokken raakte bij de politiek van Deens-West-Indië.
Met de hulp van zijn rechterhand Ralph Bough, organiseerde Jackson in 1913 de eerste vakbond in Deens-West-Indië, de St. Croix Labour Union.

David Hamilton Jackson hield tijdens zijn verblijf in Denemarken ook goed bezochte openbare redevoeringen, zoals hier op het Grønttorvet in Kopenhagen (publiek domein)

In 1915 reisde hij naar Denemarken en diende met succes een petitie in voor de intrekking van een wet uit 1779, die onafhankelijke kranten verbood en alle andere publicaties in het gebied streng censureerde.
Bij thuiskomst richtte hij op 1 november 1915 de eerste gratis krant op, The Herald (hoewel het eerste nummer geantidateerd werd op 29 september).

Het eerste nummer van The Herald, waarbij “D. Hamilton Jackson” wordt genoemd als voorzitter en redacteur (publiek domein)

Daarmee hebben we dan de datum van vandaag te pakken, die op de Amerikaanse Maagdeneilanden sinds 1981 wordt gevierd als een jaarlijkse feestdag, die bekend staat als David Hamilton Jackson Day, maar tevens bekend staat als Liberty Day.

De dag heeft zelfs een inmiddels wat naar de achtergrond verdwenen derde naam: Bull and Bread Day, een knipoog naar de traditionele maaltijd van rosbief en versgebakken brood waar de lokale bevolking traditioneel van geniet tijdens de viering.

Hierna lobbyde hij voor de overdracht van de eilanden aan de V.S.
Na zijn bezoek aan Denemarken was een meerderheid van de Folketing, de Deense volksvertegenwoordiging, ervan overtuigd dat er een einde moest komen aan de Deense heerschappij over de eilanden.
De Amerikanen hadden wel oren naar een overname en die kwam op 31 maart 1917 tot stand, waardoor ook de 31e maart een officiële feestdag op de eilanden is, onder de naam Transfer Day (Overgangsdag).
Na de verkoop aan de V.S. werd Jackson een prominent lid van de lokale gemeenschap in St. Croix.

Borstbeeld van David Hamilton Jackson in St. Croix, links op de foto zien we de vlaggen van de Amerikaanse Maagdeneilanden en de Verenigde Staten (fotograaf onbekend)

Na zijn dood in 1946 werd hij veelal ‘Black Moses’ genoemd.
Doorgaans worden er op deze dag activiteiten gepland in Estate Grove Place in St. Croix, bij het borstbeeld van Jackson.

De vlag

Vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden (1921-heden)

De vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden is wit met een ietwat uitgeklede versie van het Amerikaanse staatswapen: een adelaar met gespreide vleugels in geel met een Amerikaans hartschild eroverheen, in de ene klauw een lauriertak in groen, in de andere drie pijlen in blauw, de adelaar wordt geflankeerd door twee kapitale letters in blauw, een V en een I (voor Virgin Islands).

Het Amerikaanse staatswapen

Wat verschillen betreft: de adelaar heeft een andere kleur dan die in het Amerikaanse wapen en het dier heeft in plaats van dertien pijlen (symbool voor de oorspronkelijke staten van de V.S.) slechts drie pijlen in zijn klauw, symbool voor de drie hoofdeilanden.
Verder ontbreekt de banderol met de wapenspreuk en het ronde schild erboven en heeft het hartschild een andere vorm.

Ontwerp

De eerste paar jaar na de aankoop was de Amerikaanse vlag op de eilanden in gebruik.
Het was tijdens de termijn (1921-1922) van de derde militaire gouverneur van de Amerikaanse Maagdeneilanden, schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950), dat het idee voor een eigen vlag ontstond.

Links: Gouverneur schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950) (Collectie Library of Congress / publiek domein) / Rechts: Kapitein William Russell White (1858-1944) (publiek domein)

Gouverneur Kittelle benaderde zijn stafchef kapitein William Russell White (1858-1944) van de USS Grebe, die vervolgens zijn administrateur (en tevens tekenaar) Percival Wilson Sparks, om suggesties vroeg voor een ontwerp.
Sparks kwam met het idee om het Amerikaanse staatswapen voor de eilanden aan te passen. Zijn getekende ontwerp bracht hij over op een katoenen doek, waarna hij zijn vrouw Grace Joseph Sparks (1897-?) en zijn zuster Blanche Joseph Sasso (1899-2005) vroeg om het ontwerp erop te borduren.

Ontwerper van de vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Percival Wilson Sparks, geflankeerd door zijn vrouw Grace Joseph Sparks en haar zus Blanche Joseph Sasso (die maar liefst 105 jaar oud werd), die de afbeelding van het wapen op de allereerste vlag borduurden (publiek domein)

Het witte veld staat symbool voor zuiverheid, de drie pijlen (zoals gezegd) voor de eilanden Saint Croix, Saint Thomas en Saint John, de lauriertak voor vrede en overwinning en de adelaar met wapenschild voor de verbinding met de Verenigde Staten.

De vlaggen van de Verenigde Staten en de Amerikaanse Maagdeneilanden gebroederlijk bij elkaar op een strand (fotograaf onbekend)

Koloniaal symbool?

Zoals wel meer symbolen die met koloniale geschiedenis te maken hebben, is het voorheen probleemloze bestaan van de vlag, de laatste tijd iets meer onder druk komen te staan.
Zo schreef auteur en uitgever Mario Picayo een artikel over welke koloniale symbolen op de Maagdeneilanden hij graag zou zien verdwijnen of zou zien aangepast (zoals bijvoorbeeld geschiedenisboeken of het borstbeeld van de Deense koning Christiaan IX middenin het Emancipation Park op Saint Thomas).
Voor wat dit laatste betreft, kregen hij -en talloze andere tegenstanders van het koloniale borstbeeld-, al snel hun zin: op 30 maart 2021 werd het beeld van de koning van zijn sokkel gelicht en verhuisd naar Fort Christian.
De lege plek is ingenomen door de “Conch shell blower”, een beeld uit 1998 van een bevrijde slaaf die op een schelp blaast en dat vóór zijn verhuizing genoegen moest nemen met een plekje aan de rand van het park. Nu neemt het de centrale plaats in.

Links: 31 maart 2021 – het uit 1909 daterende borstbeeld van koning Christiaan IX hangt in de takels vóór zijn verhuizing van Emancipation Park naar Fort Christian (fotograaf onbekend) / Rechts: Op dezelfde plek is nu de “Conch shell blower” uit 1998 geplaatst, dat een bevrijde slaaf voorstelt die na het afschaffen van de slavernij op 3 juli 1848, op een schelp blaast (fotograaf onbekend)

Ook de vlag hoort volgens hem in dat rijtje thuis. Hij stelt dat het begrijpelijk is dat sommigen een sentimentele waarde toekennen aan de vlag, zeker bij de afstammelingen van de mensen die haar ontwierpen.
Hij betoogt dat de vlag werd ontworpen in een tijd dat de eilanden onder een geheel blank marine-bestuur stonden tijdens een van de meest racistische periodes van de 20e eeuw.
De vlag werd aangenomen, zo gaat hij verder, zonder enige inbreng van de lokale bevolking: opgelegd, maar niet gekozen.

Mario Picayo (1957), voorstander van een nieuwe vlag (publiek domein)

Vooralsnog zijn er echter geen plannen om de vlag te vervangen.

Charlotte Amalie, hoofdstad van de Amerikaanse Maagdeneilanden op het eiland Saint Thomas met zijn grote natuurlijke haven, de stad telt bijna 15.000 inwoners (fotograaf onbekend)

Blåflaget: fantoomvlag?

Zoals we in de inleiding konden zien, was het de Dannebrog, de vlag van Denemarken, die op Transfer Day 1917 het veld ruimde voor de Amerikaanse.
Wie echter een beetje rondstruint op internet, stuit al ras op een alternatieve vlag die in de Deens-Caribische tijd gebruikt zou zijn. We zien die hieronder.

Blåflaget: gebruikt in de Deense kolonie?

Het is een helderblauwe vlag met de Dannebrog in het kanton, qua ontwerp gelijkend op blauwe ‘ensign’-vlaggen, zoals in gebruik bij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Links: Britse blue ensign / Rechts: Vlag van de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF)

Het Britse vaandel wordt ‘leeg’ (zoals hierboven) gebruikt als dienstvlag ter zee en ‘beladen’ met een symbool, wapen of badge op het uitwaaiende gedeelte, als vlag voor talloze Britse overzeese gebieden of overheidsdiensten.
Het Franse vaandel is zeldzamer dan het Britse en wordt gebruikt voor de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF), of in een rode versie voor de vlag van Wallis en Futuna.

Links: Henning Henningsen (1911-2005) (publiek domein) / Rechts: Jan Henrik Munksgaard (1943) (fotograaf onbekend)

Wat de Deense versie betreft: in de vlaggenwereld wordt er door diverse onderzoekers verschillend tegenaan gekeken.
Allereerst de belangrijkste vraag: bestond de vlag eigenlijk wel? En daarna: werd ze als vlag voor de West-Indische kolonie gebruikt?
Het vaandel komt -voor zover bekend- niet op foto’s voor, maar wel op vlaggenkaarten en schilderijen.
Volgens de Deense vlaggenkenner Henning Henningsen werd de vlag tussen 1798 en 1842 (maar wellicht langer) in de archipel gebruikt.
Zijn Noorse collega Jan Henrik Munksgaard ging op zoek naar afbeeldingen en kwam op tien tekeningen, drie vlaggenboeken/manuscripten en een aantal schilderijen.

Links: Afbeelding van de vlag in het handgeschreven/getekende manuscript van admiraal Gabriel Hesselberg, wat waarschijnlijk tussen 1802 en 1808 werd gemaakt (Collectie M/S Museet for Søfart, Helsingør / publiek domein) / Rechts: Admiraal Gabriel Hesselberg (1789-1877) (publiek domein)

Bovenstaande afbeelding komt uit een handgeschreven vlaggenmanuscript van 22 pagina’s van admiraal Gabriel Hesselberg, waarin 249 vlaggen te zien zijn, waaronder de blauwe vlag met Dannebrog. Onder de afbeelding staat “Dansk i Vestindien” (“Deens in West-Indië”) te lezen.
Het manuscript is pas sinds 1964 in wijdere kring bekend, toen het werd aangekocht door het Maritiem Museum in Helsingør.

Op deze (herdruk als poster uit 2022) van een 19e eeuwse vlaggenkaart van Deense en Noorse vlaggen, duikt de vlag opnieuw op en blijkt ze plotseling een naam te hebben: “Blåflaget” (“De blauwe vlag”), daaronder staat te lezen dat het de handelsvlag is van de Westindisch-Guineese Compagnie en dat vlag tussen 1531 en 1671 gebruikt werd; direct daaronder wordt het nog gecompliceerder, daar treffen we “Vestindiens blåflag” (“De blauwe vlag van West-Indië”) aan, die volgens de verklaring eronder de vlag is van de Deense kolonie (na opheffing van de handelscompagnie), vanaf 1671 tot heden (“nutid”): de vlag is dan veranderd in een zwaluwstaart en is beladen met het koninklijk wapen (© Mio Malling & Sofia Hjoeth)

Uit bovenstaande kaart zouden we de conclusie kunnen trekken dat de Blåflaget en Vestindiens blåflag elkaar opvolgden als gebruikte vlaggen op de Deense Maagdeneilanden, maar daarvoor werd door de eerder genoemde vlaggenkenner Munksgaard geen enkel bewijs gevonden.

Op dit schilderij uit 1806 zien we de blauwe vlag (Blåflaget) in actie op de voorste mast van de King Assinthe voor de kust van Marseille, maar met bestemming Saint Thomas, in het blauwe veld staan (in spiegelbeeld) de initialen IL, voor Isaac Leth, de reder van het schip (publiek domein)

Allereerst kon hij geen enkel historisch document vinden waarin de invoering van deze vlag(gen) wordt vermeld. De maritieme schilderijen waarop de vlag aan boord te zien is, tonen Deense schepen in Scandinavische en Europese wateren waardoor het dus niet bewezen is dat deze vlag exclusief in de Caribische gebieden gebruikt werd.
De vlag werd doorgaans geschilderd wapperend vanaf de voorste mast, met de Dannebrog als nationale vlag vanaf de voor- of achtersteven.
Volgens Munksgaard was het gebruikelijk dat vlaggen aan de voorste mast ófwel die van de reder waren, ófwel die van de bestemming van het schip (of een combinatie van de twee zoals op de afbeelding hierboven).

Een pleziervaartuig in Sandviken bij Bergen (Noorwegen) met een Dannebrog-wimpel met blauwe punt, deze specifieke wimpels werden in de 19e eeuw veel gebruikt en wimpels zijn nog steeds populair in Scandinavië (Collectie Bergenmuseum, Universiteit van Bergen / publiek domein)

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, bestond er eveneens een afgeleide van de vlag in de vorm van een wimpel, zoals op de afbeelding hierboven, maar ook die kan niet exclusief aan de Deense kolonie gelinkt worden.

Concluderend kunnen we dus niet zeggen dat de Blåflaget de koloniale vlag van de drie eilanden van Deens-West-Indië was, daar is geen bewijs voor.

Saint John (fotograaf onbekend)

Sint Maarten – Orkaan Irma (2017)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Vandaag is het zes jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof.
De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika.
Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2  (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.

Cariben map
Het Caribisch gebied (© nationsonline.org)

Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).

Orkaan Irma
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico

Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.

Kleine Antillen
De Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen (© nationsonline.org)

Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.

Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers).
Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).

d170906ge2070
Sint-Maarten, 6 september 2017 foto: Gerben van Es (© Mediacentrum Defensie, Ministerie van Defensie)

De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).

Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.

Kaart van Sint Maarten/Saint-Martin (© FrreMapViewer)

Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep.
Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme daarna natuurlijk ook nog een knauw van de corona-pandemie kreeg.
Dat is anno 2023 grotendeels genormaliseerd (zeker voor toeristen), maar er zijn nog steeds particulieren die bijvoorbeeld kampen met nog te repareren daken.

De vlag

De vlag van Sint Maarten (1985-heden)

Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)

De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.

Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)

In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg.
Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver.

Twee van de onderdelen uit het wapen van Sint Maarten (en daarmee ook van de vlag): Het Constitutioneel Hof (Courthouse) In Philipsburg, gebouwd in 1793, oorspronkelijk het kantoor van John Philips (1688-1746), een (Schotse) commandeur in Nederlandse dienst, waar de hoofdstad naar vernoemd is, plus rechts het silhouet van een pelikaan (foto links: Richie Diesterheft / foto rechts: publiek domein)

Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht.
Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.

Saint-Martin

Om nog kort iets te zeggen over de Franse kant van het eiland: de officiële vlag hier is de Franse tricolore. Lokaal wordt er een onofficiële logo-vlag gevoerd.

De Franse tricolore en de logo-vlag van Saint-Martin

Op het internet circuleert verder een vlag die, hoewel zeker niet officieel is, inmiddels her en der op het Franse Saint-Martin wordt aangetroffen. Waarschijnlijk heeft iemand zich vexillologisch vermaakt met het ontwerpen van een vlag.

Vlag Saint Martin
Een hoax?

Vlaggen-afficionado Hernán Bustelo had de volgende theorie in 2012 over deze mysterieuze vlag: “Het vlagontwerp lijkt op een wit martini-glas tegen een blauwe achtergrond met daarin een rode vloeistof en een schijfje citroen erboven. Ik vermoed dat iemand met de naam (Saint)-Martin en Martini speelde en zo met een eigen ontwerp kwam.”

De bewuste vlag in actie! (publiek domein)

Amerikaanse Maagdeneilanden – Transfer Day / Overgangsdag (1917)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Een officiële feestdag op de Amerikaanse Maagdeneilanden. Tot 1917 stonden deze drie eilanden bekend onder de naam Deens-West-Indië en (zoals de naam al aangeeft) was het een Deense kolonie.
In 1917 verkocht Denemarken de kolonie aan de Verenigde Staten. De overdracht was op 31 maart dat jaar en die dag staat nu bekend als Transfer Day.

Kaart van de Amerikaanse (groen) en Britse (roze) Maagdeneilanden uit 1935 (publiek domein)

De naam ‘Amerikaanse Maagdeneilanden’ suggereert dat er nog andere Maagdeneilanden zijn en dat is dan ook zo. Naast de drie Amerikaanse eilanden Saint Croix, Saint John en Saint Thomas (plus zo’n vijftig kleinere), zijn er nog de Britse Maagdeneilanden, die ook uit meer dan vijftig eilanden en eilandjes bestaan, de vier belangrijkste zijn Tortola, Virgin Gorda, Anegada en Jost van Dyke (vernoemd naar de Nederlandse piraat Joost van Dyk).

Ter oriëntatie een kaart met alle Maagdeneilanden: in groen de Spaanse Maagdeneilanden (ook wel de Puerto Rico Maagdeneilanden), in rood de Amerikaanse Maagdeneilanden en in blauw de Britse Maagdeneilanden (de landmassa geheel links is het eiland Puerto Rico) (kaart: かぬま / publiek domein)

Tot slot zijn daar ook nog de Spaanse Maagdeneilanden, die ook wel de Puerto Ricaanse Maagdeneilanden genoemd worden, omdat ze bestuurd worden door Puerto Rico, wat zelf ook een Amerikaans gebied is. Hier zijn de belangrijkste eilanden Culebra en Vieques.
Een hele hoop Maagdeneilanden dus, maar vandaag verdiepen we ons in de Amerikaanse.

Kaart van de Amerikaanse Maagdeneilanden (© freeworldmaps.net)

Saint Croix

De Amerikaanse Maagdeneilanden zijn sinds hun ‘ontdekking’ door Columbus, tijdens zijn tweede ontdekkingsreis in 1493, een speelbal van verschillende kolonisators geweest, zoals de meeste Caribische eilanden trouwens, hoofdrolspelers in dit gebied waren doorgaans Spanje, Engeland, Frankrijk en Nederland.
Omdat de lokale bevolking (de Cariben) de Spanjaarden vijandig benaderden, verklaarde Spanje hen de oorlog en een eeuw later was er van de oorspronkelijke bewoners niemand meer over.

Deense kaart van Saint Croix uit 1754, getekend door Jens Michelsen Beck en gegraveerd door Odvardt Helmondt de Lode in Kopenhagen, bovenin twee plattegronden, links die van Friderichstæd en rechts Christenstæd (publiek domein)

Vanaf het begin van de 17e eeuw werd Saint Croix door zowel Engelsen als Nederlanders gekoloniseerd: de Engelsen in het westen en de Nederlanders (Zeeuwen) in het oosten.*

*Verschillende Vlissingers waren in de 17e eeuw betrokken bij de kolonisatie van een aantal Caribische eilanden waaronder Saint Croix (Sint Kruis), Tobago, Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba. Het zorgde ervoor dat in een in 1956 aangelegde wijk straten vernoemd werden naar deze eilanden, waardoor Vlissingen dus een Sint Kruislaan heeft.

Straatnaambord van de Sint Kruislaan in Vlissingen, vernoemd naar het eiland Saint Croix (foto: Vlagblog)


In 1645 ontstond er een conflict tussen de Engelsen en Nederlanders, waarna de Nederlandse kolonisten naar Sint Eustatius vertrokken.
De Engelsen werden op hun beurt in 1650 door de Spanjaarden verdreven. Een jaar later werden zij op hun beurt weer verdreven door de Fransen.
Omdat de kolonisatie niet echt vlotten wilde, gaf de Franse koning Lodewijk XIV, het eiland vervolgens in beheer bij de Orde van Malta, maar in 1665 werd het verkocht aan de Franse West-Indische Compagnie. Door ziekte en droogte kwam de eerst zo succesvolle kolonisatie tot stilstand en vanaf 1695 was Saint Croix vrijwel onbewoond.

“Christiansted paa St. Croix, tagen fra Peter Farms Flagstang” een werk uit 1831 van de Duitse schilder Johann Friedrich Fritz (1798-1870) (Collectie Det Kongelige Bibliotek, billedsamling / publiek domein)

Saint Thomas

Ondertussen waren in 1666 (bijna dertig jaar eerder dus) de Denen in het gebied opgedoken, die zich eerst concentreerden op het eiland Saint Thomas. Dit eiland was in eerste instantie in gebruik als schuilplaats voor piraten, vanaf 1657 hadden Nederlandse kolonisten zich er gevestigd, negen jaar later dus gevolgd door de Denen.

Nederlandse kaart van Saint Thomas uit een maritieme atlas, de tekst in de cartouche linksboven luidt: “Nieuwe en aldereerste Afteekening van ’t Eyland St. Thomas met alle desselfs Havenen, Ankerplaatse en geleegentheden, is geleegen beoosten I. Porto Rico in Westindie, behoorende aan syn Koninklyke Majestyt van Denemarken, dit Eyland geeft Catoen, Zuyker, Cret of Schilpadt; daar word ook genogotieert in Indigo, Cacau en andere Westindise waaren. Hier omtrent wayen meest Oostelijke winden. NB. Van dit Eyland heeft voor deese nooyt enige kaart int ligt geweest met Previlegie 1719” / Kaart rechtsboven: De baai van Saint Thomas met het Fort Christian / Kaart rechtsonder: Coral Bay op Saint John (Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)

In 1671 werd het eiland als Sankt Thomas geclaimd door de Deense West-Indische en Guineese Compagnie.
Vanaf 1673 werden door de Denen Afrikaanse slaven aangevoerd en suikerrietplantages aangelegd, waar ze te werk werden gesteld.

Saint John

Het derde eiland, Saint John, werd vanaf 1680 door Denemarken gekoloniseerd en vanaf 1694 geclaimd door de Deense handelscompagnie, maar na schermutselingen met de Engelsen, die het eiland ook claimden, trokken de Denen hun kolonisten terug, om er in 1718 weer terug te keren.

Deense kaart van Saint John uit 1780 van de hand van Peter Lotharius Oxholm (1753-1827) (Dansk Rigsarkivet / publiek domein)

Deense Maagdeneilanden/Deens-West-Indië

Toen Frankrijk in 1733 Saint Croix aan de Deense West-Indische en Guineese Compagnie verkocht, waren alle drie de eilanden in Deense handen, onder de gezamenlijke naam Jomfruøerne, maar internationaal als Deense Maagdeneilanden of Deens-West-Indië.
In 1754 werd de archipel een Deense kroonkolonie.

Christiansted op het eiland Saint Croix met Fort Christiansværn, lithografie uit 1839 naar een tekening van Thomas Christian Sabroe (Collectie Det Kongelige Bibliotek / publiek domein)

Op de eilanden werden veel suikerrietplantages aangelegd, waar slaven het werk verrichtten. In de 18e en begin 19e eeuw was dit economisch zeer lucratief, maar toen gouverneur Peter von Scholten op 3 juli 1848 de slavernij afschafte, was het gedaan met de plantages, die dan ook snel in verval raakten.
Een groot deel van de bevolking keerde tussen 1850 en 1870 de eilanden de rug toe.

Bankbiljet van 5 francs uit Deens-West-Indië/Deense Maagdeneilanden uit 1905 met het portret van koning Christiaan IX (1818-1906) (publiek domein)

Verkoop

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) benaderde de V.S. Denemarken over de verkoop van de eilanden, bang als men was, dat Duitsland de eilanden in de onderzeebootoorlog zou veroveren en er een duikbootbasis zou vestigen.

Links: Lang niet iedereen was het eens met de verkoop van de eilanden, zoals deze afbeelding laat zien: “Sælg ikke vore Vestindiske öere” (“Verkoop ons West-Indië niet”) (publiek domein) / Rechts: Het tijdschrift Klods-Hans plaatste een cartoon van Alfred Schmidt (1858-1938) op de voorpagina, waar toen nog maar weinigen aanstoot aan namen, maar die anno nu absoluut niet meer zou kunnen, we zien de Amerikaanse president Woodrow Wilson met drie zwarte jongetjes (de drie Amerikaanse Maagdeneilanden) die hij zojuist heeft gekocht van “boer Denemarken”, die zijn zak geld naar binnen draagt, terwijl “moeder Denemarken” bittere tranen schreit; de tekst onder de illustratie luidt: “Den rige mister Wilson (som har adopteret børnene for en pæn sum en gang for alle) – Kom nu boys, saa gar vi henof kø jer en fin ny dragt og et gulduhr med kæde”, vertaald: “De rijke meneer Wilson (die de kinderen voor eens en voor altijd voor een mooi bedrag heeft geadopteerd) – Kom op, jongens, dan kopen we een mooi nieuw pak en een gouden horloge met ketting voor jullie” (Danish National Archive / publiek domein)

Denemarken had hier, ondanks protesten van de Conservatieve Volkspartij, wel oren naar. In een referendum over de kwestie sprak 64% van de Denen zich uit voor verkoop.

Een postzegel uit 1916 van Deens-West-Indië met de tekst: “Protest mod salget” (“Protesteer tegen de verkoop”)

In januari 1917 kon men het eens worden over de prijs: 25 miljoen dollar, toen een exorbitant hoog bedrag.
De uiteindelijke overgangsdatum werd bepaald op 31 maart datzelfde jaar en vond plaats in de hoofdstad Charlotte Amalie op het eiland Saint Thomas.

Overhandiging van de cheque van 25 miljoen dollar aan de Deense ambassadeur in de V.S., Constantin Brun (in het midden), de overige (Amerikaanse) heren zijn van links naar rechts: minister van Marine Josephus Daniels, admiraal James H. Oliver (die de eerste Amerikaanse militaire gouverneur van de eilanden zou worden), minister van Buitenlandse Zaken Robert Lansing en minister van Financiën William McAdoo, Washington, D.C. (Collectie Library of Congress / publiek domein)
De cheque van 25 miljoen dollar (publiek domein)
Reçu van de betaling, ondertekend door ambassadeur Constantin Brun (publiek domein)

Overgang

De Amerikaanse kruiser U.S.S. Hancock ankerde in de haven, waarna de manschappen ’s middags aan land gingen en zich opstelden voor de ceremonie op het paradeterrein voor Fort Christian op het eiland Saint Thomas.

Transfer Day, 31 maart 1917: op het paradeterrein bij Fort Christian in Charlotte Amalie, Saint Thomas, wordt de Deense vlag neergehaald (foto: John Lee / publiek domein)

Deense militairen hadden zich tegenover de Amerikanen opgesteld. Om 16.48 u werd het Deense volkslied (Der er et yndigt land) gespeeld en klonken er 21 saluutschoten, terwijl de Deense vlag (de Dannebrog) langzaam werd neergehaald.

Van de ceremonie bestaat zelfs filmbeeld: hier een screenshot van de (ingehoekte) Dannebrog die voor het laatst wordt neergelaten (publiek domein)

Om 16.53 u was het de beurt aan de Amerikanen: het Amerikaanse volkslied (The Star-Spangled Banner) weerklonk en terwijl er opnieuw kanonnen bulderden, werd de Amerikaanse vlag gehesen, waarna de Deense Maagdeneilanden ineens de Amerikaanse Maagdeneilanden waren.

De ceremonie komt ten einde: de Amerikaanse vlag is gehesen (foto: John Lee / publiek domein)

Hoewel het gebied dus onder Amerikaans bestuur staat, maakt het geen deel uit van de V.S., het is een unincorporated territory (een niet-geïncorporeerd gebied), een term die voor meerdere gebieden geldt, zoals bijvoorbeeld ook Guam, Puerto Rico, Amerikaans Samoa en de Noordelijke Marianen.

Kaart uit 1920 van de drie hoofdeilanden van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Saint Thomas, Saint John en Saint Croix, op de inzet linksonder zien we de positie van de eilanden ten opzichte van elkaar (Kaart uit “Putnam‘s Handy Atlas of the World”, Perry-Castañeda Library Map Collection, University of Texas at Austin / publiek domein)
Nog vóór de overname in 1917 verscheen dit artikel van de Amerikaanse journalist Maurice Becker (op de foto linksboven te paard afgebeeld) in The World Magazine, met de titel “Getting acquainted with our new West Indian fellow citizens”, de inwoners werden gedurende de eerste jaren echter niet bepaald als “fellow citizens” behandeld, de houding van zowel de Denen als de Amerikanen was op z’n minst neerbuigend en op z’n ergst racistisch te noemen (een gangbare houding van de koloniale tijd), pas vanaf 1970 kunnen de inwoners van de Amerikaanse Maagdeneilanden hun eigen gouverneur kiezen (The World Magazine van 22 juli 1916, Collectie Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)
Uitvergroting van een van de illustraties uit The World Magazine, de tekst bij het plaatje luidt: “Colored citizens of St. Thomas pay their compliments to Uncle Sam by kissing the Stars and Stripes” (“Gekleurde inwoners van St. Thomas betuigen hun respect tegenover Uncle Sam door de Stars and Stripes te kussen”) (The World Magazine van 22 juli 1916, Collectie Rigsarkivet, Kopenhagen / publiek domein)

Festiviteiten

Transfer Day is een dag die uitgebreid gevierd wordt op de eilanden met optochten, feesten en het naspelen van de ceremonie uit 1917.

Affiche voor de viering van Transfer Day, met een nogal bruin uitgevallen versie van de adelaar op de vlag (publiek domein)

De vlag

Vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden (1921-heden)

De vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden is wit met een ietwat uitgeklede versie van het Amerikaanse staatswapen: een adelaar met gespreide vleugels in geel met een Amerikaans hartschild eroverheen, in de ene klauw een lauriertak in groen, in de andere drie pijlen in blauw, de adelaar wordt geflankeerd door twee kapitale letters in blauw, een V en een I (voor Virgin Islands).

Het Amerikaanse staatswapen

Wat verschillen betreft: de adelaar heeft een andere kleur dan die in het Amerikaanse wapen en het dier heeft in plaats van dertien pijlen (symbool voor de oorspronkelijke staten van de V.S.) slechts drie pijlen in zijn klauw, symbool voor de drie hoofdeilanden.
Verder ontbreekt de banderol met de wapenspreuk en het ronde schild erboven en heeft het hartschild een andere vorm.

Ontwerp

De eerste paar jaar na de aankoop was de Amerikaanse vlag op de eilanden in gebruik.
Het was tijdens de termijn (1921-1922) van de derde militaire gouverneur van de Amerikaanse Maagdeneilanden, schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950), dat het idee voor een eigen vlag ontstond.

Links: Gouverneur schout-bij-nacht Sumner Ely Wetmore Kittelle (1867-1950) (Collectie Library of Congress / publiek domein) / Rechts: Kapitein William Russell White (1858-1944) (publiek domein)

Gouverneur Kittelle benaderde zijn stafchef kapitein William Russell White (1858-1944) van de USS Grebe, die vervolgens zijn administrateur (en tevens tekenaar) Percival Wilson Sparks, om suggesties vroeg voor een ontwerp.
Sparks kwam met het idee om het Amerikaanse staatswapen voor de eilanden aan te passen. Zijn getekende ontwerp bracht hij over op een katoenen doek, waarna hij zijn vrouw Grace Joseph Sparks (1897-?) en zijn zuster Blanche Joseph Sasso (1899-2005) vroeg om het ontwerp erop te borduren.

Ontwerper van de vlag van de Amerikaanse Maagdeneilanden, Percival Wilson Sparks, geflankeerd door zijn vrouw Grace Joseph Sparks en haar zus Blanche Joseph Sasso (die maar liefst 105 jaar oud werd), die de afbeelding van het wapen op de allereerste vlag borduurden (publiek domein)

Het witte veld staat symbool voor zuiverheid, de drie pijlen (zoals gezegd) voor de eilanden Saint Croix, Saint Thomas en Saint John, de lauriertak voor vrede en overwinning en de adelaar met wapenschild voor de verbinding met de Verenigde Staten.

De vlaggen van de Verenigde Staten en de Amerikaanse Maagdeneilanden gebroederlijk bij elkaar op een strand (fotograaf onbekend)

Koloniaal symbool?

Zoals wel meer symbolen die met koloniale geschiedenis te maken hebben, is het voorheen probleemloze bestaan van de vlag, de laatste tijd iets meer onder druk komen te staan.
Zo schreef auteur en uitgever Mario Picayo een artikel over welke koloniale symbolen op de Maagdeneilanden hij graag zou zien verdwijnen of zou zien aangepast (zoals bijvoorbeeld geschiedenisboeken of het borstbeeld van de Deense koning Christiaan IX middenin het Emancipation Park op Saint Thomas).
Voor wat dit laatste betreft, kregen hij -en talloze andere tegenstanders van het koloniale borstbeeld-, al snel hun zin: op 30 maart 2021 werd het beeld van de koning van zijn sokkel gelicht en verhuisd naar Fort Christian.
De lege plek is ingenomen door de “Conch shell blower”, een beeld uit 1998 van een bevrijde slaaf die op een schelp blaast en dat vóór zijn verhuizing genoegen moest nemen met een plekje aan de rand van het park. Nu neemt het de centrale plaats in.

Links: 31 maart 2021 – het uit 1909 daterende borstbeeld van koning Christiaan IX hangt in de takels vóór zijn verhuizing van Emancipation Park naar Fort Christian (fotograaf onbekend) / Rechts: Op dezelfde plek is nu de “Conch shell blower” uit 1998 geplaatst, dat een bevrijde slaaf voorstelt die na het afschaffen van de slavernij op 3 juli 1848, op een schelp blaast (fotograaf onbekend)

Ook de vlag hoort volgens hem in dat rijtje thuis. Hij stelt dat het begrijpelijk is dat sommigen een sentimentele waarde toekennen aan de vlag, zeker bij de afstammelingen van de mensen die haar ontwierpen.
Hij betoogt dat de vlag werd ontworpen in een tijd dat de eilanden onder een geheel blank marine-bestuur stonden tijdens een van de meest racistische periodes van de 20e eeuw.
De vlag werd aangenomen, zo gaat hij verder, zonder enige inbreng van de lokale bevolking: opgelegd, maar niet gekozen.

Mario Picayo (1957), voorstander van een nieuwe vlag (publiek domein)

Vooralsnog zijn er echter geen plannen om de vlag te vervangen.

Charlotte Amalie, hoofdstad van de Amerikaanse Maagdeneilanden op het eiland Saint Thomas met zijn grote natuurlijke haven, de stad telt bijna 15.000 inwoners (fotograaf onbekend)

Blåflaget: fantoomvlag?

Zoals we in de inleiding konden zien, was het de Dannebrog, de vlag van Denemarken, die op Transfer Day 1917 het veld ruimde voor de Amerikaanse.
Wie echter een beetje rondstruint op internet, stuit al ras op een alternatieve vlag die in de Deens-Caribische tijd gebruikt zou zijn. We zien die hieronder.

Blåflaget: gebruikt in de Deense kolonie?

Het is een helderblauwe vlag met de Dannebrog in het kanton, qua ontwerp gelijkend op blauwe ‘ensign’-vlaggen, zoals in gebruik bij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Links: Britse blue ensign / Rechts: Vlag van de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF)

Het Britse vaandel wordt ‘leeg’ (zoals hierboven) gebruikt als dienstvlag ter zee en ‘beladen’ met een symbool, wapen of badge op het uitwaaiende gedeelte, als vlag voor talloze Britse overzeese gebieden of overheidsdiensten.
Het Franse vaandel is zeldzamer dan het Britse en wordt gebruikt voor de Franse Zuidelijke en Arctische Gebieden (TAAF), of in een rode versie voor de vlag van Wallis en Futuna.

Links: Henning Henningsen (1911-2005) (publiek domein) / Rechts: Jan Henrik Munksgaard (1943) (fotograaf onbekend)

Wat de Deense versie betreft: in de vlaggenwereld wordt er door diverse onderzoekers verschillend tegenaan gekeken.
Allereerst de belangrijkste vraag: bestond de vlag eigenlijk wel? En daarna: werd ze als vlag voor de West-Indische kolonie gebruikt?
Het vaandel komt -voor zover bekend- niet op foto’s voor, maar wel op vlaggenkaarten en schilderijen.
Volgens de Deense vlaggenkenner Henning Henningsen werd de vlag tussen 1798 en 1842 (maar wellicht langer) in de archipel gebruikt.
Zijn Noorse collega Jan Henrik Munksgaard ging op zoek naar afbeeldingen en kwam op tien tekeningen, drie vlaggenboeken/manuscripten en een aantal schilderijen.

Links: Afbeelding van de vlag in het handgeschreven/getekende manuscript van admiraal Gabriel Hesselberg, wat waarschijnlijk tussen 1802 en 1808 werd gemaakt (Collectie M/S Museet for Søfart, Helsingør / publiek domein) / Rechts: Admiraal Gabriel Hesselberg (1789-1877) (publiek domein)

Bovenstaande afbeelding komt uit een handgeschreven vlaggenmanuscript van 22 pagina’s van admiraal Gabriel Hesselberg, waarin 249 vlaggen te zien zijn, waaronder de blauwe vlag met Dannebrog. Onder de afbeelding staat “Dansk i Vestindien” (“Deens in West-Indië”) te lezen.
Het manuscript is pas sinds 1964 in wijdere kring bekend, toen het werd aangekocht door het Maritiem Museum in Helsingør.

Op deze (herdruk als poster uit 2022) van een 19e eeuwse vlaggenkaart van Deense en Noorse vlaggen, duikt de vlag opnieuw op en blijkt ze plotseling een naam te hebben: “Blåflaget” (“De blauwe vlag”), daaronder staat te lezen dat het de handelsvlag is van de Westindisch-Guineese Compagnie en dat vlag tussen 1531 en 1671 gebruikt werd; direct daaronder wordt het nog gecompliceerder, daar treffen we “Vestindiens blåflag” (“De blauwe vlag van West-Indië”) aan, die volgens de verklaring eronder de vlag is van de Deense kolonie (na opheffing van de handelscompagnie), vanaf 1671 tot heden (“nutid”): de vlag is dan veranderd in een zwaluwstaart en is beladen met het koninklijk wapen (© Mio Malling & Sofia Hjoeth)

Uit bovenstaande kaart zouden we de conclusie kunnen trekken dat de Blåflaget en Vestindiens blåflag elkaar opvolgden als gebruikte vlaggen op de Deense Maagdeneilanden, maar daarvoor werd door de eerder genoemde vlaggenkenner Munksgaard geen enkel bewijs gevonden.

Op dit schilderij uit 1806 zien we de blauwe vlag (Blåflaget) in actie op de voorste mast van de King Assinthe voor de kust van Marseille, maar met bestemming Saint Thomas, in het blauwe veld staan (in spiegelbeeld) de initialen IL, voor Isaac Leth, de reder van het schip (publiek domein)

Allereerst kon hij geen enkel historisch document vinden waarin de invoering van deze vlag(gen) wordt vermeld. De maritieme schilderijen waarop de vlag aan boord te zien is, tonen Deense schepen in Scandinavische en Europese wateren waardoor het dus niet bewezen is dat deze vlag exclusief in de Caribische gebieden gebruikt werd.
De vlag werd doorgaans geschilderd wapperend vanaf de voorste mast, met de Dannebrog als nationale vlag vanaf de voor- of achtersteven.
Volgens Munksgaard was het gebruikelijk dat vlaggen aan de voorste mast ófwel die van de reder waren, ófwel die van de bestemming van het schip (of een combinatie van de twee zoals op de afbeelding hierboven).

Een pleziervaartuig in Sandviken bij Bergen (Noorwegen) met een Dannebrog-wimpel met blauwe punt, deze specifieke wimpels werden in de 19e eeuw veel gebruikt en wimpels zijn nog steeds populair in Scandinavië (Collectie Bergenmuseum, Universiteit van Bergen / publiek domein)

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, bestond er eveneens een afgeleide van de vlag in de vorm van een wimpel, zoals op de afbeelding hierboven, maar ook die kan niet exclusief aan de Deense kolonie gelinkt worden.

Concluderend kunnen we dus niet zeggen dat de Blåflaget de koloniale vlag van de drie eilanden van Deens-West-Indië was, daar is geen bewijs voor.

Saint John (fotograaf onbekend)

Sint Maarten – Orkaan Irma (2017)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vandaag is het vijf jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof.
De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika.
Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2  (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.

Cariben map
Het Caribisch gebied (© nationsonline.org)

Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).

Orkaan Irma
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico

Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.

Kleine Antillen
De Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen (© nationsonline.org)

Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.

Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers).
Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).

d170906ge2070
Sint-Maarten, 6 september 2017 foto: Gerben van Es (© Mediacentrum Defensie, Ministerie van Defensie)

De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).

Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.

Kaart van Sint Maarten/Saint-Martin (© FrreMapViewer)

Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep.
Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme daarna natuurlijk ook nog een knauw van de corona-pandemie kreeg.

De vlag

De vlag van Sint Maarten (1985-heden)

Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)

De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.

Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)

In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg.
Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver.

Twee van de onderdelen uit het wapen van Sint Maarten (en daarmee ook van de vlag): Het Constitutioneel Hof (Courthouse) In Philipsburg, gebouwd in 1793, oorspronkelijk het kantoor van John Philips (1688-1746), een (Schotse) commandeur in Nederlandse dienst, waar de hoofdstad naar vernoemd is, plus rechts het silhouet van een pelikaan (foto links: Richie Diesterheft / foto rechts: publiek domein)

Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht.
Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.

Saint-Martin

Om nog kort iets te zeggen over de Franse kant van het eiland: de officiële vlag hier is de Franse tricolore. Lokaal wordt er een onofficiële logo-vlag gevoerd.

De Franse tricolore en de logo-vlag van Saint-Martin

Op het internet circuleert verder een vlag die, hoewel zeker niet officieel is, inmiddels her en der op het Franse Saint-Martin wordt aangetroffen. Waarschijnlijk heeft iemand zich vexillologisch vermaakt met het ontwerpen van een vlag.

Vlag Saint Martin
Een hoax?

Vlaggen-afficionado Hernán Bustelo had de volgende theorie in 2012 over deze mysterieuze vlag: “Het vlagontwerp lijkt op een wit martini-glas tegen een blauwe achtergrond met daarin een rode vloeistof en een schijfje citroen erboven. Ik vermoed dat iemand met de naam (Saint)-Martin en Martini speelde en zo met een eigen ontwerp kwam.”

De bewuste vlag in actie! (publiek domein)

Sint Maarten – Orkaan Irma (2017)

Vandaag is het vier jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof.
De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika.
Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2  (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.

Cariben map
Het Caribisch gebied (© nationsonline.org)

Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).

Orkaan Irma
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico

Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.

Kleine Antillen
De Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen (© nationsonline.org)

Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.

Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers).
Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).

d170906ge2070
Sint-Maarten, 6 september 2017 foto: Gerben van Es (© Mediacentrum Defensie, Ministerie van Defensie)

De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).

Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.

Sint Maarten map
Sint Maarten/Saint-Martin (© frenchcarribean.com)

Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep.
Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme een nieuwe klap heeft gekregen door het coronavirus.
De drie jaar daarvoor zwaar gehavende Princess Juliana International Airport, het grootste vliegveld in deze regio, is weer in gebruik. (Aan de Franse zijde was het veel kleinere vliegveld Aérodrome de Grand-Case Espérance na de ramp nog wel bruikbaar).

De vlag

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)

Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.

Sint Maarten vlag
De vlag van Sint Maarten (1985-heden)

De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.

Wapen St Maarten.png
Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)

In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg.
Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver.
Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht.
Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.

Sint Maarten – Orkaan Irma (2017)

Vandaag is het drie jaar geleden dat orkaan Irma het eiland Sint Maarten trof.
De orkaan ontstond op 30 augustus uit een tropische storing in de buurt van Kaapverdië, de archipel ten westen van Afrika.
Eén etmaal later was de westwaarts trekkende orkaan al uitgegroeid tot een categorie-2  (op een schaal van 1 tot en met 5) en niet veel later tot een categorie-3.

Cariben map
Het Caribisch gebied (© nationsonline.org)

Op 5 september was Irma inmiddels tot een levensgevaarlijke categorie-5-orkaan gegroeid. De koers van de orkaan was richting de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee. Op 6 september trok het centrum van de orkaan over de eilanden Barbuda, Sint Maarten en Tortola (één van de Britse Maagdeneilanden).

Orkaan Irma
Orkaan Irma boven de Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen, links het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en in het midden Puerto Rico

Ook de nabijgelegen eilanden Saba, Sint Eustatius, Anguilla, Saint-Barthélemy en de overige (negen) Maagdeneilanden kregen een veeg uit de pan.

Kleine Antillen
De Bovenwindse Eilanden of Kleine Antillen (© nationsonline.org)

Na de Britse Maagdeneilanden trok Irma verder langs de noordkusten van Puerto Rico, Hispaniola (Dominicaanse Republiek en Haïti) en Cuba en vervolgens langs de westkust van Florida. Op 13 september loste de inmiddels tot een tropische storm afgezwakte orkaan boven het vasteland van de Verenigde Staten op.

Het uiteindelijke dodental na passage van Irma bedroeg 134, waarvan maar liefst 92 in de Verenigde Staten (10 directe en 82 indirecte slachtoffers).
Sint Maarten had 4 slachtoffers te betreuren. Saint-Martin (de Franse kant van het eiland) telde 8 doden, Saint-Barthélemy 3. Meerder slachtoffers vielen verder o.a. op de Britse Maagdeneilanden (4), Cuba (10), Barbuda (3), Puerto Rico (3) en de Amerikaanse Maagdeneilanden (4).

d170906ge2070
Sint-Maarten, 6 september 2017 foto: Gerben van Es (© Mediacentrum Defensie, Ministerie van Defensie)

De materiële schade was gigantisch: voor alle gebieden samen het astronomisch hoge bedrag van ruim 70 miljard euro. Alleen voor Sint Maarten was het bedrag al 2,7 miljard euro (de Franse zijde niet meegerekend).

Door de algehele verwoesting op het eiland werd er na het wegtrekken van de orkaan geplunderd en waren er gewapende overvallen op hotels. Het duurde even voordat de hulp echt op gang kwam. Nederlandse mariniers hielpen met de ordehandhaving en de assistentie van hulpdiensten en -goederen.

Sint Maarten map
Sint Maarten/Saint-Martin (© frenchcarribean.com)

Hoewel Nederland met miljoenen over de brug kwam, was de wederopbouw een jaar na de ramp nog niet ver gevorderd, wat tot de nodige kritiek leidde, waardoor de geldstroom vertraging opliep.
Nu, is er inmiddels veel gebeurd, waardoor het eiland weer grotendeels klaar is voor het de aantallen toeristen die het vóór de ramp trok, zij het dat het toerisme een nieuwe klap heeft gekregen door het coronavirus.
De drie jaar daarvoor zwaar gehavende Princess Juliana International Airport, het grootste vliegveld in deze regio, is weer in gebruik. (Aan de Franse zijde was het veel kleinere vliegveld Aérodrome de Grand-Case Espérance na de ramp nog wel bruikbaar).

De vlag

Vlaggen Antillen
De twee versies van de vlag van de Nederlandse Antillen. Links met zes sterren (1959-1986) en rechts met vijf sterren na de uittreding van Aruba (1986-2010)

Tot 13 juni 1985 werd de vlag van de Nederlandse Antillen op Sint Maarten gebruikt. Vanaf die datum werd er een eigen vlag ingevoerd. Na de omvorming tot een land binnen het koninkrijk werd de vlag gehandhaafd.

Sint Maarten vlag
De vlag van Sint Maarten (1985-heden)

De vlag is een horizontale tweekleur in rood en blauw, met een witte driehoek aan de broekingszijde. De kleuren rood, wit en blauw geven de verbondenheid weer met Nederland.

Wapen St Maarten.png
Het wapen van Sint Maarten (1982-heden)

In de witte driehoek is het wapen van Sint Maarten afgebeeld. Het is een blauw schild, oranje omzoomd (het oranje symboliseert de verbondenheid met het Huis van Oranje-Nassau). Op het schild is een gebouw in zilver afgebeeld: het voormalige Paleis van Justitie in de hoofdstad Philipsburg.
Twee symbolen zijn boven het gebouw afgebeeld: links een boeket van de wisselbloem (lantana camara) in goud (de nationale bloem van Sint Maarten) en rechts het monument van de Frans-Nederlandse vriendschap in zilver.
Boven het schild is een ondergaande zon te zien met daarvoor een bruine pelikaan in vlucht.
Een gouden banderol omkranst de onderkant van het schild met daarop in groene kapitalen de wapenspreuk van Sint Maarten: Semper progrediens (Altijd op weg). Het wapen werd vastgesteld op 17 november 1982.