Barbados – Independence Day / Onafhankelijkheidsdag (1966)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Deze officiële Barbadiaanse feestdag verwijst naar twee verschillende momenten in de geschiedenis van het Caribische eiland, die beiden op 30 november plaatsvonden, waarover zo meer.

Excentrisch

Als we naar de locatie van het eiland op onderstaande kaart van het Caribisch gebied kijken, dan zien we Barbados in de rode cirkel.

Kaart van het Caribisch gebied met de locatie van Barbados in de rode cirkel (© TUBS / publiek domein)

En inzoomend op de lange rij noord-zuid gelegen Kleine Antillen op de kaart hieronder, valt onmiddellijk op dat Barbados een beetje buiten de boot valt wat locatie betreft, namelijk 160 km ten oosten van Saint Vincent and the Grenadines.

Kaart van de Kleine Antillen, waarbij goed te zien is dat Barbados nogal excentrisch ten opzichte van de andere eilanden is gelegen

Het eiland werd bewoond door stammen van de Arawaks en Cariben, toen het voor het eerst werd aangedaan door Spaanse ontdekkingsreizigers eind 15e eeuw.

Naam

De Ficus citrifolia met zijn luchtwortels (fotograaf onbekend)

Het was de Portugese zeevaarder Pedro a Campos die het eiland Os Barbados (De Baardachtigen) noemde, naar wordt aangenomen vanwege de toen voor Europeanen onbekende Ficus citrifolia, een boom die luchtwortels vanuit zijn takken naar beneden laat groeien, die er enigszins als baardachtige aangroeisels uit zien.

Spaanse kaart van Barbados (Isla del Barbado) uit 1632, afkomstig uit het boek met de indrukwekkende titel “Descripciones geográficas e hidrográficas de muchas tierras y mares del Norte y Sur en las Indias, en especial del descubrimiento del Reino de la California” door kapitein Nicolás de Cardona, die het gebied bezocht in 1614 (Collectie Biblioteca Nacional de España /publiek domein)

Hoewel Spanje het eiland geclaimd had, werd het niet gekoloniseerd, integendeel: de autochtone inwoners van het eiland werden begin 15e eeuw door de Spanjaarden als slaaf weggevoerd, waardoor de bevolking van het eiland in rap tempo achteruitging. Velen vluchtten het bergachtige binnenland in.

Brits

Van 1532 tot circa 1620 was het eiland Portugees, hoewel het eiland nog steeds niet gekoloniseerd was. Dat veranderde met de komst van de Engelsen tussen (waarschijnlijk) 1620 en 1625, die het claimden voor koning James I.
In 1627 kwamen de eerste 60 kolonisten en 6 Afrikaanse slaven met het schip de William and James, onder bevel van kapitein John Powell, aan op Barbados.
In de jaren daarna werden meerdere Caribische eilanden door Engeland geclaimd: Saint Kitts (1623), Nevis (1628), Montserrat (1632) en Antigua (1632).

Links: Een postzegel van $1 Barbadiaanse dollar uit 1975 met het portret van kapitein en eerste gouverneur John Powell ter nagedachtenis aan de “first settlement”, 350 jaar daarvoor / Rechts: Een postzegel van één Barbadiaanse penny uit 1905 met daarop het Engelse schip Olive Blossom, waarvan de officieren volgens verschillende bronnen òf in 1605, òf in 1608, òf in 1625 het eiland Barbados voor koning James I claimden, onduidelijkheid is er ook over de exacte naam van het schip: naast Olive Blossom, komen we ook Oliph Blossom, Olive Plant en Olive Branch tegen (publiek domein)

De kolonie werd een zogenaamde proprietary colony, waarbij de Kroon het bestuur in handen gaf van een proprietor, die vervolgens zelf de autoriteit had om gouverneurs en mensen in verschillende koloniale overheidsdiensten te benoemen. Zo benoemde hij de eerder genoemde kapitein John Powell als zijn gouverneur op Barbados.

Great Barbados Robbery

In het geval van Barbados werd het eiland als wingewest gebruikt door koopman Sir William Courten, die indirect tot aan 1629 flink investeerde in tabakplantages die door de slaven van zijn ‘huurders’ op het eiland werden aangelegd.
De eerder genoemde 60 kolonisten werden al snel gevolgd door 1.850 andere, wat goed de verhouding aangeeft, waarin er werd opgeschaald.

Links: James Hay, 1e Earl van Carlisle, door François-Germain Aliamet, naar een gravure van Sir Anthony Van Dyck, waarschijnlijk midden tot eind 18e eeuw (Collectie National Portrait Gallery, Londen / publiek domein) / Rechts: Kaart van de Kleine Antillen met als titel “Carte des Iles Antilles ou du Vent, avec la partie orientale des Iles sous le Vent”, uit de “Atlas de Toutes les Parties Connues du Globe Terrestre” door Guillaume Raynal, cartograaf: Charles Marie Rigobert Bonne, uitgave J.L. Pellet, Genève, 1780 (publiek domein)

Zijn investeringen gingen in 1629 in rook op toen James Hay, de eerste Earl van Carlisle, claimde eigenaar te zijn van alle Caribische eilanden die tussen de breedtegraden tien en twintig liggen (Barbados ligt op dertien graden).
Hij stuurde twee schepen naar Barbados met Henry Hawley als zijn gezant, die na aankomst gouverneur Powell afzette om vervolgens bezit te nemen van het eiland, waarna hijzelf gouverneur werd.
De hele affaire werd al gauw de Great Barbados Robbery genoemd.

Carlisle liet een nederzetting bouwen die zijn eigen naam droeg, Carlisle Bay, een plaats die later van naam veranderde (Bridgeport) en nu de hoofdstad van het eiland is.
In 1639 was de bevolking gegroeid naar 8.700.

Kaart van Barbados uit 1657, “A topographicall Description and Admeasurement of the YLAND of BARBADOS in the West INDYAES with the mxs names of the seuerall plantacons”, behorend bij het boek “A True & Exact History of the Island of Barbadoes”, door Richard Ligon, uitgave Humphrey Mosely, Londen; Carlisle Bay (nu Bridgeport) ligt aan de grote baai in het zuiden (publiek domein)

Suikerriet

Barbados werd wat tabaksproduktie betreft al snel overvleugeld door de Engelse kolonie van Chesapeake Bay op het Amerikaanse vasteland.
In de jaren na 1640 werd daarom overgeschakeld op aanleg en productie van suikerriet, naar het voorbeeld van de de kolonie Nederlands-Brazilië,
plantages werden groter, waardoor de kleinere verdwenen.

Suikerriet (Saccharum officinarum) (fotograaf onbekend)

In 1655 was het aantal blanke kolonisten 43.000, tegen 20.000 uit Afrika afkomstige slaven. Door de grote afname van kleine planters en toename van zwarte slaven waren de verhoudingen al snel totaal anders: in 1684 waren er nog een kleine 20.000 kolonisten over, tegen 46.500 slaven.

“Slaves in Barbadoes”, plaat uit “A voyage in the West Indies: containing various observations made during a residence In Barbadoes and several of the Leeward Islandsdoor chirurg John Augustine Waller, 1820, uitgave Sir Richard Phillips and Co. (publiek domein)

De suikerindustrie was zakelijk gezien bijzonder succesvol, begin 18e eeuw behoorde de hoofdstad Bridgetown tot de drie grootste steden in Engels Amerika, naast Boston, Massachusetts en Port Royal, Jamaica.

Bridgetown in 1848, illustratie door William Louis Walton, naar een schets van W.S. Hedges, afkomstig uit het boek “The history of Barbados: comprising a geographical and statistical description of the island; a sketch of the historical events since the settlement; and an account of its geology and natural productions” door Robert Hermann Schomburgk, uitgave Longman, Brown, Green and Longmans, 1848 (publiek domein)

Einde slavernij

Engeland verbood de slavenhandel in 1807, maar voor hen die al slaafgemaakten waren veranderde er niets. Het duurde tot 1834 voordat iedere slaaf een vrij man of vrouw was.

Barbadiaanse suikerrietplantage met werkers, begin 20e eeuw (publiek domein)

Tot in de jaren ’30. van de vorige eeuw waren het plantage-eigenaars en handelaars van Engelse afkomst, die het voor het zeggen hadden, terwijl ze nog geen 30% van de bevolking uitmaakten.
Rond die tijd begon de strijd om meer zeggenschap en kwam er een beweging op gang voor inspraak.
Grantley Adams richtte in 1938 de Barbados Progressive League op, die later zou uitgroeien tot de Barbados Labour Party (BLP).

Een Barbadiaans bankbiljet van $100 met het portret van Sir Grantley Adams (1898-1971)

Adams en zijn partij eisten meer rechten voor de armen en het volk. Vooruitgang in de richting van een democratischer regering op Barbados werd geboekt in 1942, toen de exclusieve inkomenskwalificatie werd verlaagd en vrouwen stemrecht kregen.
In 1949 werd de regeringscontrole de planters ontnomen en in 1954 werd Adams premier en minister van Financiën van Barbados, waarbij het eiland nog steeds een Brits overzees gebied bleef.

Bridgetown (fotograaf onbekend)

West-Indische Federatie

Op 3 januari 1958 bracht het Verenigd Koninkrijk het bestuur van een groot aantal Caribische gebieden bij elkaar, met de oprichting van de West Indies Federation (West-Indische Federatie), waarvan Barbados deel uitmaakte, tezamen met Antigua & Barbuda, Dominica, Grenada, Jamaica (inclusief de Kaaimaneianden en de Turks- en Caicoseilanden), Montserrat, Saint Kitts, Nevis, Anguilla, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines en Trinidad en Tobago.

Vlag van de West-indische Federatie (1958-1962)

Premier Grantley Adams van Barbados werd de premier van deze verzamelstaat (hij werd op Barbados zelf opgevolgd door Hugh Gordon Cummins). Het bleek echter geen succes en de nogal omslachtige constructie werd na vier jaar later, op 31 mei 1962 al weer ontbonden.

Onafhankelijkheid

Errol Barrow (1920-1987), premier tussen 1961 en 1976 en opnieuw tussen 1986 en 1987 (fotograaf onbekend)

Errol Barrow, in 1955 een van de oprichters van de links-georiënteerde Democratic Labour Party (DLP), won de verkiezingen in 1961. De partij streefde naar volledige onafhankelijkheid, die een paar jaar later, op 30 november 1966 (vandaag 58 jaar geleden) verleend werd.
Wel bleef Barbados lid van het Britse Gemenebest en behielden ze koningin Elizabeth als symbolisch staatshoofd, waarbij ze op het eiland gerepresenteerd werd door een gouverneur-generaal.
Errol Barrow bleef op zijn post en was dus de eerste premier van het onafhankelijke Barbados.

Republiek

President Sandra Mason (1949) van Barbados tijdens een televisie-toespraak in 2021 (screenshot)

Op 30 november 2021 (vandaag dus 3 jaar geleden) zegde Barbados deze constructie op, waardoor het een republiek werd en werd de rol van ceremonieel staatshoofd overgenomen door een president.
Tot op heden is dat Dame Sandra Mason.

Kaart van Barbados (© freeworldmaps.net)

Barbados telt momenteel zo’n 282.00 inwoners, waarvan hoofdstad Bridgetown er 110.000 binnen de grenzen heeft.

Viering

Onafhankelijkheidsvieringen vinden de hele maand november plaats en omvatten sportcompetities, beurzen, gemeenschapsevenementen en religieuze vieringen.
Op Onafhankelijkheidsdag zelf wordt er een grote parade gehouden, meestal op de Garrison Savannah Racetrack, de locatie van de oorspronkelijke onafhankelijkheidsceremonie in 1966.

Affiche voor de nationale feestdag (publiek domein)

Hoogtepunten van de onafhankelijkheidsvieringen zijn de decoratieve verlichting van de parlementsgebouwen, Independence Square, de Independence Arch en bedrijven in de hoofdstad Bridgetown, met behulp van blauwe en goudkleurige lampen (de nationale kleuren). Ook rotondes op de snelwegen zijn verlicht, waardoor er ’s avonds een bijzonder uitzicht ontstaat.

De in de nationale kleuren verlichte Independence Arch (1987) in Bridgetown (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van Barbados (1966-heden)

De vlag van Barbados is een verticale driekleur in ultramarijn-oker (goud)-ultramarijn, met op de middelste baan de bovenkant van een zwarte drietand.

Ontwerpwedstrijd

Grantley W. Prescod (1926-2003), ontwerper van de vlag van Barbados (fotograaf onbekend)

In aanloop naar de onafhankelijkheid in 1966 werd er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor een nationale vlag, die 1.029 inzendingen opleverde.
Een zevenkoppige jury koos voor het ontwerp van Grantley W. Prescod, die kunst had gestudeerd aan de Temple University in Philadelphia en die op Barbados les gaf aan de Parkinson Secondary School.

Symbolisme

Het diepblauwe ultramarijn staat voor de lucht en de zee, het oker (of goud) voor de stranden.
De (gebroken) drietand verwijst naar Britannia, een vrouwelijke figuur die sinds de 18e eeuw symbool staat voor het Britse Rijk en ook aanwezig op de koloniale vlag van het eiland (zie verderop).
Dat de drietand gebroken is, laat zien dat Barbados de koloniale overheersing heeft beëindigd.

Prent van Britannia, symbool voor het Britse Rijk met de Britse leeuw aan haar ene zijde en een schild met de Union Flag of Union Jack aan haar andere zijde en de drietand van Neptunus (god van de zee), overgedragen aan Britannia, als symbool voor het heersen over de zee door de Britten (publiek domein)

Premier Errol Barrow deed Prescod als winnaar van de wedstrijd vervolgens een persoonlijk verzoek om de eerste vlaggen zelf te maken. Hij stemde toe en maakte zeven grootformaat vlaggen van stoffen gekocht bij een warenhuis, waarbij hij geholpen werd door een buurvrouw die de verschillende delen aan elkaar naaide.

30 november 1966

Onafhankelijkheidsdag, 30 november 1966: premier Errol Barrow vlak voor de ondertekening van het officiële document, links van hem in uniform staat gouverneur-generaal Sir John Montague Stow (screenshot)

De vlag werd op onafhankelijkheidsdag. 30 november 1966, voor het eerst gehesen tijdens een ceremonie door luitenant Hartley Dottin van het Barbados Regiment.

Links: Terwijl de oude koloniale vlag van Barbados van de vlaggenmast gehaald wordt, wordt de nieuwe vlag door luitenant Hartley Dottin (links) gehesen (fotograaf onbekend) / Rechts: Gouverneur-generaal Sir Joh Montague Stow en premier Errol Barrow lijken een vreugdedansje uit te voeren (fotograaf onbekend)

De ceremonie werd gehouden op de Garrison Savannah Racetrack, net buiten Bridgeport. De hertog en hertogin van Kent waren vanuit het Verenigd Koninkrijk overgekomen als vertegenwoordigers van koningin Elizabeth.

Prins Edward, Duke of Kent (1935), een volle neef van koningin Elizabeth, feliciteert premier Errol Barrow, rechts Katharine, Duchess of Kent (screenshot)

Ook aanwezig, de nieuw benoemde gouverneur-generaal Sir John Montague Stow, maar de belangrijkste gast was natuurlijk premier Errol Barrow.

Debuut van de vlag van Barbados op 30 november 1966 (screenshot)

De 30e november 1966 luidde een week van optredens, vieringen en diverse activiteiten in, waarbij ok grote namen zoals Diana Ross & The Supremes.

Diana Ross & The Supremes tijdens hun optreden ter gelegenheid van de Barbadiaanse onafhankelijkheid (fotograaf onbekend)
De Barbadiaanse krant The Advocate pakt groot uit met het nieuws van de onafhankelijkheid (publiek domein)

Koloniale vlag

Koloniale vlag van Barbados (1885-1958/1962-1966)

Van 1885 tot en met 1966 voerde Barbados bovenstaande vlag, een Britse blue ensign met badge op het uitwaaiende gedeelte, vier jaar lang (1958-1962) onderbroken door de constructie van de West-Indische Federatie.
Op de badge zien we Britannia met haar drietand afgebeeld (en een glazen bol), maar niet zoals te doen gebruikelijk met haar schild en de Britse leeuw: ze bevindt zich dan ook niet aan land, maar op zee, staand op een schelp, die wordt voortgetrokken door twee hippocampussen (mythologische zeepaarden).
Onderaan de badge in kapitalen BARBADOS.

Links: Penny uit 1792 van Barbados waarop koning George III met drietand / Rechts: Koloniale badge van Barbados, gebruikt op de vlag tussen 1885 en 1958 en van 1962 tot en met 1966

Deze afbeelding lijkt te zijn afgeleid van een Barbadiaanse munt, een penny uit 1792.
Op de keerzijde (achterkant) zien we een voorstelling die bijna gelijk is, echter met één groot verschil: in plaats van Britannia is de gekroonde koning George III van het Verenigd Koninkrijk afgebeeld, mét drietand.
De naam Barbados is in de vroeger veelal gebruikelijke spelling: Barbadoes.

Marinevlag

Marinevlag van Barbados (1966-heden)

De marinevlag van Barbados is gebaseerd op die van het Verenigd Koninkrijk, zijnde een white ensign, een witte vlag met een rood Sint-Joriskruis, met de nationale vlag van Barbados in de broektop.

Voormalige Koninklijke Standaard

Zoals we eerder zagen, behield Barbados vanaf de onafhankelijkheid in 1966 tot aan 2021, toen het een republiek werd, de Britse koningin Elizabeth II als ceremonieel staatshoofd.

De Koninklijke Standaard was geel met in het midden een blauwe badge met een gekroonde E voor Elizabeth, waarmee het dus een persoonlijke standaard was, in plaats van een algemene, zoals die van het Verenigd Koninkrijk.
De badge is omringd door de groene bladeren en bruine luchtwortels van de Ficus citrifolia (waar Barbados zijn naam aan dankte, zie inleiding).
In beide hoeken zien we in rood de nationale bloem van Barbados, de pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima).

Koningin Elizabeth kijkt naar een Royal Salute bij haar vertrek van Barbados, we zien haar Barbadiaanse standaard in mini-vorm uit het raampje bij de piloot steken (foto: Craig Burleigh)

De Barbadiaanse Koninklijke Standaard zal niet veel ‘wapper-uren’ hebben gemaakt, maar kwam bijvoorbeeld in actie tijdens het bezoek van koningin Elizabeth in november 1977, tijdens haar Silver Jubilee Tour.

De standaard in volle glorie, kort voor het vertrek van de koningin, haar eerste vlucht per Concorde (foto: Craig Burleigh)

Vlaggen premier en president

Zowel de premier als de president voeren een eigen vlag, waarbij die van de premier ouder is dan die van de president, daar Barbados pas sinds 2021 een republiek is.

Vlag. van de premier van Barbados (1966-heden)

De vlag van de premier is door een touw diagonaal gedeeld van de top van de broeking naar de onderzijde van de vlucht, oker (goud) boven, ultramarijn onder.
Het zwart-witte touw vormt in het midden een cirkel, waarin tegen een witte achtergrond het wapen van Barbados is geplaatst.

Vlag van de president van Barbados (2021-heden)

De vlag van de president is marineblauw met het wapen van Barbados in het midden, omkranst door bladeren en bloemen in goud van de pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima).
Onder de banderol van het wapen zien we de drietand van de nationale vlag terug.

Wapen

Tot slot het nationale wapen dat zowel door de president als de premier gevoerd wordt.

Het wapen van Barbados werd in aanloop naar de onafhankelijkheid ingevoerd op 14 februari 1966.
Centraal staat het gele (of gouden) schild met een Ficus citrifolia en bovenaan twee rode pauwenbloemen (Caesalpinia pulcherrima).

Postzegel van 25 cent uit 1971 met het Barbadiaanse wapen (publiek domein)

Bovenop het schild is een zilveren helm geplaatst, versierd met rood-gele (gouden) dekkleden. Daarbovenuit torent een gestrekte arm met twee gekruiste rietsuikerstengels.
De twee schildhouders bestaan uit een dolfijn links (heraldisch rechts) en een pelikaan rechts (heraldisch links).
Het geheel rust op een rood-gele (gouden) banderol met daarop in zwarte kapitalen de wapenspreuk PRIDE AND INDUSTRY (“Trots en nijverheid”).

Schotland – Là Naomh Aindrea / Saint Andrew’s Day / Sint-Andreasdag

Drie vlaggen vandaag. Vlaggen 1 en 2:

30 november is de naamdag van Saint Andrew (Sint Andreas). Andreas was één van de discipelen van Jezus en sinds de 11e eeuw bekend als beschermheilige van Schotland (hij is dit ook van Griekenland, Roemenië, Rusland, Polen en Oekraïne).

Sint Andreas (tussen 5 en 10 v. Chr.-60 na Chr.) op een 19e eeuwse ansichtkaart

Sinds 2006 is St. Andrew’s Day (Là Naomh Aindrea in het Schots Keltisch) een officiële feestdag en dient de Schotse vlag te wapperen van ‘alle gebouwen met een vlaggenstok’. Voorheen werd er ook al gevlagd, maar dat was met de Britse vlag, de zgn. Union Flag of Union Jack.

Kaart van Schotland (freeworldmaps,net)

De vlag(gen)

Vlag van Schotland (1540-heden)

De Schotse vlag is blauw met een wit andreaskruis, Saint Andrew’s cross of Saltire genaamd. De Schotse vlag heeft een lange geschiedenis, waarvan verschillende vermeldingen in legendes, maar de oudste op schrift stamt uit 1165. Na een gedaanteverwisseling van een wit andreaskruis op een rode vlag naar een blauwe vlag, is het dundoek sinds 1540 onveranderd gebleven. De Schotse vlag is nu tevens onderdeel van de Britse unievlag, Union flag of Union Jack, die heel ingenieus de vlaggen van Schotland, Engeland en Noord-Ierland (maar niet Wales!) verenigt.

Lion Rampant of Scotland

Naast de Saltire is er nog een nationale vlag in gebruik, die zowel door officiële instanties als door de bevolking gebruikt wordt (in dit laatste geval is het aan bepaalde regels gebonden).

Lion Rampant of Scotland

Het is de vlag die we hierboven zien afgebeeld: de vlag is geel met een rode ‘klimmende’ leeuw (‘lion rampant’), blauw getongd en genageld, binnen een dubbel uitgevoerde rode sierrand, voorzien van fleur-de-lys.

Het is de Koninklijke Standaard van Schotland, die bekend staat als The Lion Rampant of Scotland of Banner of the King of Scots.
Voordat het Koninkrijk Schotland met dat van Engeland en Ierland werd samengevoegd was dit de koninklijke banier van de Schotse koningen en koninginnen (maar dan vierkant).
In 1603 werd James Charles Stuart koning van Engeland en Ierland onder de naam James I en koning van Schotland als James VI, waardoor er een koninklijke standaard ontstond die in vakken werd verdeeld om de verschillende symbolen er op weer te geven.

De huidige Koninklijke Standaard van een Britse monarch (onveranderd sinds het aantreden van Koningin Victoria in 1837) kent twee versies: één voor gebruik in Engeland, Wales en Noord-Ierland en één voor gebruik in Schotland. We zien ze hieronder:

Links: Koninklijke Standaard van Engeland, Wales en Noord-Ierland / Rechts: Koninklijke Standaard van Schotland

De linkerversie is die voor Engeland, Wales en Noord-Ierland en de rechterversie die voor Schotland.
Versie één laat tweemaal het Engelse wapen zien (drie ‘gaande’ leeuwen), eenmaal het Schotse (de ‘klimmende’ leeuw) en eenmaal Ierland (de harp).
Versie twee echter heeft tweemaal de ‘klimmende’ leeuw van Schotland en slechts eenmaal de drie Engelse leeuwen.

De kist met het lichaam van Koningin Elizabeth II (1926-2022), gedekt met de Schotse Koninklijke Standaard, arriveert bij haar paleis in Edinburgh, opgewacht door o.a. The Princess Royal (Prinses Anne) en haar echtgenoot Sir Timothy Laurence (screenshot)

De Schotse Koninklijke Standaard kwam ook prominent in beeld na het overlijden van Koningin Elizabeth op 8 september 2022. Omdat zij in Schotland overleed werd de kist met haar lichaam, gedekt met deze koninklijke vlag, naar The Palace of Holyroodhouse in Edinburgh overgebracht.

Gebruik Lion Rampant

Nu zou het in de lijn der verwachting liggen dat daarmee de eerste Schotse Koninklijke Standaard (de gele vlag) van het toneel zou verdwijnen, maar dat gebeurde niet.
Zodoende zijn er nu eigenlijk twee koninklijke standaarden voor Schotland. Er is echter wel degelijk verschil in gebruik!

De vlag met de vier kwartieren wordt alleen door een Britse vorst gebruikt bij verblijf in Schotland en wappert doorgaans boven de desbetreffende residentie als hij of zij daar aanwezig is. In de praktijk zijn dit The Palace of Holyroodhouse in Edinburgh en Balmoral Castle in Aberdeenshire.
De monarch kan echter ook voor de geelrode Lion Rampant kiezen, zoals we op de foto hieronder zien.

Balmoral Castle in Aberdeenshire met de Lion Rampant in top (fotograaf onbekend)

Deze vlag wordt in officiële vorm verder gebruikt door vertegenwoordigers van de monarch in Schotland: de Lord High Commissioner to the General Assembly of the Church of Scotland, de Lord Lyon King of Arms, de Keeper of the Great Seal (de officiële naam van de eerste minister van Schotland) en de Lord Lieutenants of the Counties.

Processie bij de opening in 2019 van de General Assembly of the Church of Scotland, de Lord High Commissioner zien we achter de man met de staf, vóór hem de Lion Rampant-vlag en ook de Saltire maakt haar opwachting (screenshot)

Vanaf 1934 echter mag de vlag ook gebruikt worden door ‘het volk’. Bij de voorbereiding van het Zilveren Jubileum (in 1935) van Koning George V, werd er een koninklijk besluit uitgevaardigd dat de Schotse bevolking toestemming gaf om de Lion Rampant te gebruiken als teken van trouw en (feest)viering, maar wel op de voorwaarde dat de vlag bij gebruik door een particulier persoon of een vereniging, niet van een vlaggenmast wappert, maar in de hand gehouden dient te worden.

Schotse voetbalfans temidden van een zee van vlaggen, zowel de Saltire als de Lion Rampant (fotograaf onbekend)

Deze regel geldt ook heden ten dage nog, waardoor naast de blauw-witte Saltire ook de geel-rode Lion Rampant te zien is bij festiviteiten en sportwedstrijden.

Links: William I (William the Lion) (1142-1214), koning van Schotland van 1165 tot en met 1214, ongedateerd portret door een onbekende artiest (publiek domein) / Rechts: Alexander II (1198-1249), koning van Schotland van 1214 tot en met 1249, 18e eeuwse gravure van John Hall English (1739-1797) (Collectie Scottish National Portrait Gallery, Edinburgh)

Tot slot: wat de ouderdom van deze vlag betreft: ze werd waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door Koning William I (William the Lion) (circa 1142-1214) of door zijn zoon Koning Alexander II (1198-1249) en heeft dus inmiddels een respectabele leeftijd!

Trotse Schot met de Lion Rampant (fotograaf onbekend)