Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Het is vandaag 209 jaar geleden dat Napoleon als gevangene op het eiland Sint Helena arriveerde, waar hij zijn laatste jaren als banneling zou verblijven. Verderop zullen we zien hoe die reis verliep.
Sint Helena vormt samen met de eilanden Ascension en Tristan da Cunha een Brits overzees gebiedsdeel. En alhoewel alle drie de eilanden in de zuidelijke Atlantische Oceaan liggen, liggen ze niet bepaald bij elkaar in de buurt, zoals op de kaart hieronder te zien is.

Het toen nog onbewoonde eiland werd waarschijnlijk ‘ontdekt’ door de Portugese zeevaarder João da Nova in 1502. Met volop bomen en vers water, werd het voor de Portugezen een verversingsstation op hun reizen naar Azië.
Ze brachten er vee, fruitbomen en groenten, en bouwden een kapel en een paar huizen, waar zieke bemanningsleden konden recupereren.

Ook de Spanjaarden en Engelsen, waaronder de ontdekkingsreiziger Sir Francis Drake, begonnen het eiland in de 16e eeuw aan te doen, waarbij Portugese schepen op hun retourreizen soms werden aangevallen.
Schepen van de sterk opkomende Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden lieten het eiland ook niet links liggen en claimden het in 1633, maar nadat de Republiek in 1652 Kaap de Goede Hoop stichtte, keerde men er niet meer terug.
In 1657 verleende Oliver Cromwell de Britse East India Company (EIC) een charter om Sint Helena te besturen. Het jaar daarop besloot het bedrijf het eiland te versterken en te bevolken met plantagehouders en slaven.
In 1659 arriveerde de eerste gouverneur op het eiland en vanaf die tijd begon men met het bouwen van een nederzetting, de tegenwoordige hoofdstad Jamestown in een nauwe vallei tussen twee hoge kliffen.

Het was moeilijk kolonisten te vinden die zich op het afgelegen eiland wilden settelen. In 1670 bedroeg de bevolking slechts 66 personen. Ontbossing en de daar uit voortvloeiende erosie hielpen niet.
Gouverneur Isaac Pyke suggereerde in 1715 zelfs dat de bevolking misschien beter naar Mauritius kon worden verplaatst, maar daar werd geen gevolg aan gegeven.
De EIC bleef de gemeenschap subsidiëren vanwege de strategische ligging van het eiland.
Bij een volkstelling in 1723 was de bevolking flink gegroeid en werden er 1.110 inwoners geregistreerd, waaronder 610 slaven.

Achttiende-eeuwse gouverneurs probeerden de problemen van het eiland op te lossen door herbebossings-programma’s, het verbeteren van vestingwerken, het bestrijden van corruptie en het bouwen van een ziekenhuis.
Daarnaast werd de verwaarlozing van gewassen en vee aangepakt, werd de inname van alcohol ingedamd en werden er juridische hervormingen doorgevoerd. Het eiland kende vanaf ongeveer 1770 een lange periode van welvaart.
Zoals in al zijn overzeese gebieden importeerden de Britten tot slaafgemaakten uit Afrika, voor Sint Helena waren dat er circa 25.000. En hoewel de import van slaven op Sint Helena in 1792 werd verboden, duurde het nog tot 1839 voor de slavernij werd afgeschaft.
Napoleon
Zonder enige twijfel was Napoleon Bonaparte de bekendste inwoner van Sint Helena, hoewel dit verblijf niet uit eigen wil was. Hij werd als gevangene na zijn nederlaag bij de Slag van Waterloo op 18 juni 1815 naar het geïsoleerde eiland verbannen.

Aan die verbanning ging een behoorlijke omweg vooraf.
Na zijn abdicatie als keizer van Frankrijk op 22 juni 1815, vertrok hij drie dagen later uit Parijs, naar het ten westen van de hoofdstad gelegen Kasteel Malmaison, waar zijn moeder Maria Laetitia Ramolino op dat moment nog woonde.
Toen hij hoorde dat Pruisische troepen Parijs vanuit het noorden waren genaderd, werd het hem te heet onder voeten, zeker toen hij hoorde dat de Pruisen hem dood of levend in handen wilden krijgen.

Hij vertrok naar de Franse marinehaven Rochefort, waar hij hoopte in te schepen op een schip met bestemming de Verenigde Staten.
Eenmaal daar, bleek dat dit niet aan de orde was: het door de Franse voorlopige regering beloofde paspoort werd niet verleend en bovendien blokkeerden Britse schepen de haven van Rochefort.

Napoleon zag in dat er niet veel anders op zat dan zich aan de Britten over te geven. Op 15 juli gaf hij zich, samen met zijn staf, over aan schout-bij-nacht Sir Frederick Lewis Maitland aan boord van de HMS Bellerophon.

Op 24 juli arriveerde de Bellerophon in de baai bij Torquay. In afwachting van verdere orders bleef het schip daar twee weken, tot groot vermaak en nieuwsgierigheid van de Britten, die zich in kleine bootjes verzamelden om zo dichtbij mogelijk te komen, in de hoop een glimp op te vangen van de gevallen keizer.

Van hogerhand werd op 31 juli besloten dat Napoleon verbannen zou worden naar het afgelegen Sint Helena. Hij mocht drie officieren, zijn chirurg en twaalf bedienden meenemen. Napoleon, die had gehoopt zich rustig in Engeland te mogen vestigen, was bitter teleurgesteld door het besluit.

Op 6 augustus voer de Bellerophon naar Berry Head, aan de andere kant van de Baai van Torbay, waar Napoleon en zijn staf op 8 augustus werden overgezet op de HMS Northumberland, omdat de inmiddels bijna dertig jaar oude Bellerophon niet geschikt geacht werd voor de lange reis.
De Northumberland vertrok op 9 augustus en zette koers naar Sint Helena.

Na een reis van 67 dagen arriveerde de Northumberland op 15 oktober bij Sint Helena.
De Britse marine-arts William Warden schreef over de aankomst in zijn in 1816 uitgegeven “Letters Written on Board His Majesty’s Ship the Northumberland and at Saint Helena”:
“De ochtend was aangenaam en de wind was gelijkmatig: bij zonsopgang waren we voldoende dichtbij om de zwarte top van Sint Helena te aanschouwen. Tussen acht en negen waren we vlak onder de Sugar Loaf Hill.
Alle Fransen hadden hun hutten verlaten, met uitzondering van Napoleon.”
“We zagen Napoleon pas toen het schip voor de stad voor anker lag. Rond elf uur maakte hij zijn opwachting. Hij klom op het achterdek en stond daar, terwijl hij met zijn kijker de talrijke kanonnen bestudeerde die in zijn gezichtsveld stonden….”
“Terwijl hij daar stond, bekeek ik zijn gelaat met grote aandacht en het verraadde geen bijzondere gemoedstoestand. Hij zag eruit zoals iedere andere man zou kijken naar een plek die hij voor de eerste keer zag.”

Nadat er voorlopige accommodatie was gevonden voor Napoleon en zijn gevolg van 27 personen, zette hij op 17 oktober, de datum van vandaag, vervolgens voet aan wal (op zijn verzoek werd er gewacht tot het donker was) en nam zijn intrek in Briars Pavillion, net ten zuiden van de hoofdstad Jamestown.

Vanwege de gebrekkige communicatie met het afgelegen Sint Helena hadden de toen ongeveer 5.000 inwoners (waaronder meer dan 1.000 slaven) nog niets vernomen over de ontsnapping van Napoleon van het eiland Elba (zijn eerste verbanningsoord) eerder dat jaar, noch van de Slag bij Waterloo, laat staan van de keuze om de voormalige keizer op hun eiland te huisvesten.
Slechts een paar dagen vóór de aankomst van Napoleon hoorden de eilanders het nieuws via de Havannah, Icarus en Ferret, schepen die Engeland samen met de Northumberland hadden verlaten, maar eerder waren aangekomen.

De beroemde gevangene werd bewaakt door een garnizoen van 2.100 soldaten, terwijl een squadron van 10 schepen voortdurend door de wateren patrouilleerde om ontsnapping te voorkomen.
En hoewel er in de daaropvolgende jaren geruchten gingen over ontsnappingsplannen, werden geen serieuze pogingen ondernomen.

Na een verblijf van twee maanden verhuisden Napoleon en zijn hofhouding naar Longwood House, gelegen op een winderige vlakte op het midden van het eiland.
Het grote huis was voor 1815 gebruikt als buitenverblijf voor de plaatsvervangend gouverneur.

Hier sleet Napoleon zijn laatste jaren. In 1817 ging zijn gezondheid achteruit en er werd hepatitis bij hem vastgesteld.

In november 1818 kreeg hij te horen dat hij tot aan zijn dood gevangen zou blijven op het eiland, wat hem deprimeerde.
Op 5 mei 1821 stierf hij aan maagkanker.

Hoewel hij begraven werd op Sint Helena, gaven de Britse autoriteiten in 1840 gevolg aan een verzoek van de Franse koning Louis Philippe I om zijn lichaam naar Frankrijk te repatriëren.

Op 15 december 1840 werd Napoleon in Parijs met een staatsbegrafenis herbegraven, waar zo’n 700.000 tot 1.000.000 mensen op af kwamen.
Napoleon’s enorme sarcofaag rust in een speciaal daarvoor gebouwde crypte onder de koepel van de Dôme des Invalides.

Na Napoleon
In 1833, twaalf jaar na de dood van Napoleon, ging het bezit van Sint Helena over van de EIC naar de Britse Kroon.
Toen in 1869 het Suezkanaal in Egypte werd geopend, verbleekte de bevoorrechte positie van Sint Helena op de handelsroutes. Daling van het aantal schepen dat het eiland aandeed, daalde spectaculair: van 1.100 in 1855 naar slechts 288 in 1889.

De British Nationality Act 1981 classificeerde Sint Helena en 14 andere kroonkolonies over heel de wereld als British Dependent Territories.
De grondwet van Sint Helena werd in 1989 van kracht en bepaalde dat het eiland zou worden bestuurd door een gouverneur, een opperbevelhebber en een gekozen uitvoerende en wetgevende raad.

In 2002 verleende de British Overseas Territories Act 2002 het volledige Britse staatsburgerschap aan de eilandbewoners en werden de afhankelijke gebieden (inclusief Sint-Helena) omgedoopt tot de British Overseas Territories.

Op 1 september 2009, verleende de St. Helena, Ascension en Tristan da Cunha Constitution Order 2009 alle drie de eilanden dezelfde status; het Britse overzeese gebied werd omgedoopt tot Sint Helena, Ascension en Tristan da Cunha.

Tot aan de opening van Saint Helena Airport in 2017, was het eiland alleen per schip bereikbaar en zeer geïsoleerd: het ligt 2.000 km ten westen van de Afrikaanse kust.

Sint Helena heeft 4.439 inwoners, de hoofdstad Jamestown had bij de laatste telling 629 inwoners, met de buitenwijk Half Tree Hollow erbij in totaal 1.614.
De vlag

De vlag van Sint Helena stamt weliswaar uit 2019, maar scheelt eigenlijk nauwelijks van die van 1984, terwijl de oorsprong van de vlag al in 1874 te vinden is. Hoe zit dat?
Allereerst de beschrijving: de vlag van Sint Helena is een blue ensign (Brits blauw vaandel), dat voor de meeste Britse overzeese gebieden in gebruik is, met op de vlucht het wapen van het eiland.

Het wapen heeft een schildvorm en is horizontaal in tweeën gedeeld, in de verhouding 1:2.
Bovenin is tegen een bruingroene achtergrond de nationale vogel van Sint Helena afgebeeld: de Sint Helena-plevier (Charadrius sanctaehelenae), een vogel die alleen op Sint Helena voorkomt en lokaal “wire bird” genoemd wordt.

Tweederde van het schild wordt gevuld met een kusttafereel van het eiland, een driemaster die de vlag van Engeland voert, het bergachtige eiland zien we aan de linkerkant.
Zoals gezegd: de vlag verschilt nauwelijks van haar voorgangster. Hieronder zien we die vlag.

Het enige verschil zit ‘m in de plevier (en de gele achtergrond), die volgens kenners niet correct was afgebeeld.
Deze vlag was ook in gebruik bij de ‘zustereilanden” Tristan da Cunha en Ascension, totdat die hun eigen vlag kregen, in respectievelijk 2002 en 2013.
Deze vlag (en daarmee ook die van 2019) borduurde voort op de allereerste vlag van 1874, zie hieronder:

We zien hetzelfde tafereel met de Oost-Indiëvaarder, de vlag van Engeland en de rotskust van Sint Helena, maar nog geen plevier.
Het wapen is op de vlag in een sierrand gevat, met een rood lint langs de bovenzijde.
De vlag werd tegelijk met het wapen ingevoerd, alhoewel dat laatste al als zegel van het eiland bekend was.























