Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Een nationale feestdag in Mexico en Latijns-Amerika: Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe. Het gaat terug op een verschijning van de Maagd Maria tussen 9 en 12 december 1531 aan Juan Diego Cuauhtlatoatzin, een tot het katholicisme bekeerde Azteek in het dorp Tlatilolco, tegenwoordig in Mexico-Stad gelegen.

De mantel van Cuauhtlatoatzin wordt bewaard in de Basiliek van Guadalupe in Mexico-Stad. Hieruit groeide een verering voor Maria in de verschijningsvorm van de Maagd van Guadalupe. In 1737 werd ze de patroonheilige van de stad, in 1895 van het hele land en vanaf 1945 beschermheilige van Latijns-Amerika.

In Mexico wordt een hele week voorafgaand aan de 12e december feest gevierd en pelgrims trekken naar de Basiliek van Guadalupe.

De vlag

De Mexicaanse vlag vindt zijn oorsprong in 1821. Het was net als nu een verticale driekleur, maar dan met de kleuren omgekeerd, dus: rood, wit, groen. Het wapen ontbrak toen nog. De vlag werd ingesteld door generaal Augustín de Itúrbide (de latere Mexicaanse keizer Augustín I). De oorsprong ligt in de zogenaamde Drie-Garantiën Vlag uit de vrijheidsoorlog tegen Spanje.

Wit staat voor de godsdienst, groen voor de vrijheid en rood voor het samengaan van de Mexicaanse staten. Na nog geen jaar als keizer, waarbij hij zich ontpopte als een tiran, trad Augustín I af in 1823. Hierna werd de kleurenvolgorde in de vlag omgedraaid en het staatswapen op de witte baan toegevoegd.
Het staatswapen laat een oude Azteekse legende zien en illustreert de stichting van de Azteekse hoofdstad Tenochtitlan, het huidige Mexico-Stad. Het volk zou daar een stad stichten waar het een adelaar vond, die een slang verslindt, gezeten op een schijfcactus, groeiend op een eilandje in een meer. De onderste helft van het wapen is gevat in een guirlande van eikenbladeren links en laurierbladeren rechts.

Het embleem is sinds 1823 nogal aan kleine aanpassingen onderhevig geweest. De laatste en (voorlopig definitieve?) versie werd ingesteld op 17 augustus 1968.