Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Sinds 19 oktober 2003, toen Moeder Teresa zalig werd verklaard, is deze datum een officiële feestdag in Albanië.
Ze werd geboren op 26 augustus 1910 als Anjezë Gonxhe Bojaxhiu in Skopje, toen onderdeel van het Ottomaanse Rijk, nu de hoofdstad van Noord-Macedonië. Haar familie was Kosovaars-Albanees.

Toen ze 18 was, vertrok ze voor een jaar naar Ierland, naar de Sisters of Loreto, om ervaring op te doen in het klooster en om Engels te leren. Op haar 19e vertrok ze naar Darjeeling in India. Ze leerde er Bengaals en ging aan het werk in de missie en ging het onderwijs in. Op 24 mei 1931 deed ze haar eerste religieuze geloften, waarbij ze de naam Teresa aannam, naar Thérèse de Lisieux, de beschermheilige van de missionarissen. Daar er in het klooster al een Thérèse was, koos ze voor de Spaanse variant Teresa.
Haar eeuwige geloftes legde ze af op 14 mei 1937. Inmiddels gaf ze toen les in Loreto, in het oosten van Calcutta (het tegenwoordige Kolkata). In 1944 werd ze schoolhoofd. Op 10 september 1946, onderweg van Calcutta naar Darjeeling, voor haar jaarlijkse rustperiode, hoorde zij een innerlijke stem die haar opriep het klooster te verlaten en tussen de armen van Calcutta te gaan leven en ze te helpen. Aldus geschiedde. In 1948 begon ze met haar missiewerk voor de arme bevolking. Ze deed een basistraining ziekenzorg en werd Indiaas staatsburger. Ze stichtte een school en kreeg in 1949 hulp van een aantal jonge vrouwen. Op 7 oktober 1950 kreeg ze toestemming van het Vaticaan om een congregatie op te richten, die uiteindelijk uitgroeide tot de Missionarissen van Naastenliefde.
In 1952 opende ze het eerste hospice, er zouden er nog vele volgen, waaronder verschillende voor lepralijders. Haar werk vond navolging in heel India en vanaf de jaren ’60 over de hele wereld. Weeshuizen volgden, opvang voor thuislozen, zorg voor AIDS-patiënten. In 1997 waren er 610 missies in 123 landen.

In haar laatste jaren begon Moeder Teresa met haar gezondheid te kwakkelen en op 5 september 1997 overleed ze. Ze kreeg een staatsbegrafenis.
De vlag

Shqipëria noemen de Albanezen hun land, “Land van de adelaars”, en dat is ook gelijk het symbool van het land, in dit geval een tweekoppige adelaar. Op de egaal rode vlag is deze vogel afgebeeld.
De adelaar wordt voor het eerst gebruikt door de nationale held van de Albanezen, Skanderberg (eigenlijke naam: Gjergj Kastrioti), die in de 15e eeuw tegen de Ottomanen streed. Bij de onafhankelijkheid in 1912 werd dit symbool dan ook prominent op de nieuwe vlag geplaatst.
De vlag is in de loop der jaren op details na (zoals een toegevoegde ster, een helm, bliksemschichten in de klauwen van de adelaar) onveranderd gebleven. De adelaar bleef waar hij was. Sinds 1992 is de vlag niet meer aangepast.

De vlag wordt aangeduid als Flamuri Kombëtar (Nationale Vlag).