Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Deze officiële Barbadiaanse feestdag verwijst naar twee verschillende momenten in de geschiedenis van het Caribische eiland, die beiden op 30 november plaatsvonden, waarover zo meer.
Excentrisch
Als we naar de locatie van het eiland op onderstaande kaart van het Caribisch gebied kijken, dan zien we Barbados in de rode cirkel.

En inzoomend op de lange rij noord-zuid gelegen Kleine Antillen op de kaart hieronder, valt onmiddellijk op dat Barbados een beetje buiten de boot valt wat locatie betreft, namelijk 160 km ten oosten van Saint Vincent and the Grenadines.

Het eiland werd bewoond door stammen van de Arawaks en Cariben, toen het voor het eerst werd aangedaan door Spaanse ontdekkingsreizigers eind 15e eeuw.
Naam

Het was de Portugese zeevaarder Pedro a Campos die het eiland Os Barbados (De Baardachtigen) noemde, naar wordt aangenomen vanwege de toen voor Europeanen onbekende Ficus citrifolia, een boom die luchtwortels vanuit zijn takken naar beneden laat groeien, die er enigszins als baardachtige aangroeisels uit zien.

Hoewel Spanje het eiland geclaimd had, werd het niet gekoloniseerd, integendeel: de autochtone inwoners van het eiland werden begin 15e eeuw door de Spanjaarden als slaaf weggevoerd, waardoor de bevolking van het eiland in rap tempo achteruitging. Velen vluchtten het bergachtige binnenland in.
Brits
Van 1532 tot circa 1620 was het eiland Portugees, hoewel het eiland nog steeds niet gekoloniseerd was. Dat veranderde met de komst van de Engelsen tussen (waarschijnlijk) 1620 en 1625, die het claimden voor koning James I.
In 1627 kwamen de eerste 60 kolonisten en 6 Afrikaanse slaven met het schip de William and James, onder bevel van kapitein John Powell, aan op Barbados.
In de jaren daarna werden meerdere Caribische eilanden door Engeland geclaimd: Saint Kitts (1623), Nevis (1628), Montserrat (1632) en Antigua (1632).

De kolonie werd een zogenaamde proprietary colony, waarbij de Kroon het bestuur in handen gaf van een proprietor, die vervolgens zelf de autoriteit had om gouverneurs en mensen in verschillende koloniale overheidsdiensten te benoemen. Zo benoemde hij de eerder genoemde kapitein John Powell als zijn gouverneur op Barbados.
Great Barbados Robbery
In het geval van Barbados werd het eiland als wingewest gebruikt door koopman Sir William Courten, die indirect tot aan 1629 flink investeerde in tabakplantages die door de slaven van zijn ‘huurders’ op het eiland werden aangelegd.
De eerder genoemde 60 kolonisten werden al snel gevolgd door 1.850 andere, wat goed de verhouding aangeeft, waarin er werd opgeschaald.

Zijn investeringen gingen in 1629 in rook op toen James Hay, de eerste Earl van Carlisle, claimde eigenaar te zijn van alle Caribische eilanden die tussen de breedtegraden tien en twintig liggen (Barbados ligt op dertien graden).
Hij stuurde twee schepen naar Barbados met Henry Hawley als zijn gezant, die na aankomst gouverneur Powell afzette om vervolgens bezit te nemen van het eiland, waarna hijzelf gouverneur werd.
De hele affaire werd al gauw de Great Barbados Robbery genoemd.
Carlisle liet een nederzetting bouwen die zijn eigen naam droeg, Carlisle Bay, een plaats die later van naam veranderde (Bridgeport) en nu de hoofdstad van het eiland is.
In 1639 was de bevolking gegroeid naar 8.700.

Suikerriet
Barbados werd wat tabaksproduktie betreft al snel overvleugeld door de Engelse kolonie van Chesapeake Bay op het Amerikaanse vasteland.
In de jaren na 1640 werd daarom overgeschakeld op aanleg en productie van suikerriet, naar het voorbeeld van de de kolonie Nederlands-Brazilië,
plantages werden groter, waardoor de kleinere verdwenen.

In 1655 was het aantal blanke kolonisten 43.000, tegen 20.000 uit Afrika afkomstige slaven. Door de grote afname van kleine planters en toename van zwarte slaven waren de verhoudingen al snel totaal anders: in 1684 waren er nog een kleine 20.000 kolonisten over, tegen 46.500 slaven.

De suikerindustrie was zakelijk gezien bijzonder succesvol, begin 18e eeuw behoorde de hoofdstad Bridgetown tot de drie grootste steden in Engels Amerika, naast Boston, Massachusetts en Port Royal, Jamaica.

Einde slavernij
Engeland verbood de slavenhandel in 1807, maar voor hen die al slaafgemaakten waren veranderde er niets. Het duurde tot 1834 voordat iedere slaaf een vrij man of vrouw was.

Tot in de jaren ’30. van de vorige eeuw waren het plantage-eigenaars en handelaars van Engelse afkomst, die het voor het zeggen hadden, terwijl ze nog geen 30% van de bevolking uitmaakten.
Rond die tijd begon de strijd om meer zeggenschap en kwam er een beweging op gang voor inspraak.
Grantley Adams richtte in 1938 de Barbados Progressive League op, die later zou uitgroeien tot de Barbados Labour Party (BLP).

Adams en zijn partij eisten meer rechten voor de armen en het volk. Vooruitgang in de richting van een democratischer regering op Barbados werd geboekt in 1942, toen de exclusieve inkomenskwalificatie werd verlaagd en vrouwen stemrecht kregen.
In 1949 werd de regeringscontrole de planters ontnomen en in 1954 werd Adams premier en minister van Financiën van Barbados, waarbij het eiland nog steeds een Brits overzees gebied bleef.

West-Indische Federatie
Op 3 januari 1958 bracht het Verenigd Koninkrijk het bestuur van een groot aantal Caribische gebieden bij elkaar, met de oprichting van de West Indies Federation (West-Indische Federatie), waarvan Barbados deel uitmaakte, tezamen met Antigua & Barbuda, Dominica, Grenada, Jamaica (inclusief de Kaaimaneianden en de Turks- en Caicoseilanden), Montserrat, Saint Kitts, Nevis, Anguilla, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines en Trinidad en Tobago.

Premier Grantley Adams van Barbados werd de premier van deze verzamelstaat (hij werd op Barbados zelf opgevolgd door Hugh Gordon Cummins). Het bleek echter geen succes en de nogal omslachtige constructie werd na vier jaar later, op 31 mei 1962 al weer ontbonden.
Onafhankelijkheid

Errol Barrow, in 1955 een van de oprichters van de links-georiënteerde Democratic Labour Party (DLP), won de verkiezingen in 1961. De partij streefde naar volledige onafhankelijkheid, die een paar jaar later, op 30 november 1966 (vandaag 58 jaar geleden) verleend werd.
Wel bleef Barbados lid van het Britse Gemenebest en behielden ze koningin Elizabeth als symbolisch staatshoofd, waarbij ze op het eiland gerepresenteerd werd door een gouverneur-generaal.
Errol Barrow bleef op zijn post en was dus de eerste premier van het onafhankelijke Barbados.
Republiek

Op 30 november 2021 (vandaag dus 3 jaar geleden) zegde Barbados deze constructie op, waardoor het een republiek werd en werd de rol van ceremonieel staatshoofd overgenomen door een president.
Tot op heden is dat Dame Sandra Mason.

Barbados telt momenteel zo’n 282.00 inwoners, waarvan hoofdstad Bridgetown er 110.000 binnen de grenzen heeft.
Viering
Onafhankelijkheidsvieringen vinden de hele maand november plaats en omvatten sportcompetities, beurzen, gemeenschapsevenementen en religieuze vieringen.
Op Onafhankelijkheidsdag zelf wordt er een grote parade gehouden, meestal op de Garrison Savannah Racetrack, de locatie van de oorspronkelijke onafhankelijkheidsceremonie in 1966.

Hoogtepunten van de onafhankelijkheidsvieringen zijn de decoratieve verlichting van de parlementsgebouwen, Independence Square, de Independence Arch en bedrijven in de hoofdstad Bridgetown, met behulp van blauwe en goudkleurige lampen (de nationale kleuren). Ook rotondes op de snelwegen zijn verlicht, waardoor er ’s avonds een bijzonder uitzicht ontstaat.

De vlag

De vlag van Barbados is een verticale driekleur in ultramarijn-oker (goud)-ultramarijn, met op de middelste baan de bovenkant van een zwarte drietand.
Ontwerpwedstrijd

In aanloop naar de onafhankelijkheid in 1966 werd er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor een nationale vlag, die 1.029 inzendingen opleverde.
Een zevenkoppige jury koos voor het ontwerp van Grantley W. Prescod, die kunst had gestudeerd aan de Temple University in Philadelphia en die op Barbados les gaf aan de Parkinson Secondary School.
Symbolisme
Het diepblauwe ultramarijn staat voor de lucht en de zee, het oker (of goud) voor de stranden.
De (gebroken) drietand verwijst naar Britannia, een vrouwelijke figuur die sinds de 18e eeuw symbool staat voor het Britse Rijk en ook aanwezig op de koloniale vlag van het eiland (zie verderop).
Dat de drietand gebroken is, laat zien dat Barbados de koloniale overheersing heeft beëindigd.

Premier Errol Barrow deed Prescod als winnaar van de wedstrijd vervolgens een persoonlijk verzoek om de eerste vlaggen zelf te maken. Hij stemde toe en maakte zeven grootformaat vlaggen van stoffen gekocht bij een warenhuis, waarbij hij geholpen werd door een buurvrouw die de verschillende delen aan elkaar naaide.
30 november 1966

De vlag werd op onafhankelijkheidsdag. 30 november 1966, voor het eerst gehesen tijdens een ceremonie door luitenant Hartley Dottin van het Barbados Regiment.

De ceremonie werd gehouden op de Garrison Savannah Racetrack, net buiten Bridgeport. De hertog en hertogin van Kent waren vanuit het Verenigd Koninkrijk overgekomen als vertegenwoordigers van koningin Elizabeth.

Ook aanwezig, de nieuw benoemde gouverneur-generaal Sir John Montague Stow, maar de belangrijkste gast was natuurlijk premier Errol Barrow.

De 30e november 1966 luidde een week van optredens, vieringen en diverse activiteiten in, waarbij ok grote namen zoals Diana Ross & The Supremes.


Koloniale vlag

Van 1885 tot en met 1966 voerde Barbados bovenstaande vlag, een Britse blue ensign met badge op het uitwaaiende gedeelte, vier jaar lang (1958-1962) onderbroken door de constructie van de West-Indische Federatie.
Op de badge zien we Britannia met haar drietand afgebeeld (en een glazen bol), maar niet zoals te doen gebruikelijk met haar schild en de Britse leeuw: ze bevindt zich dan ook niet aan land, maar op zee, staand op een schelp, die wordt voortgetrokken door twee hippocampussen (mythologische zeepaarden).
Onderaan de badge in kapitalen BARBADOS.

Deze afbeelding lijkt te zijn afgeleid van een Barbadiaanse munt, een penny uit 1792.
Op de keerzijde (achterkant) zien we een voorstelling die bijna gelijk is, echter met één groot verschil: in plaats van Britannia is de gekroonde koning George III van het Verenigd Koninkrijk afgebeeld, mét drietand.
De naam Barbados is in de vroeger veelal gebruikelijke spelling: Barbadoes.
Marinevlag

De marinevlag van Barbados is gebaseerd op die van het Verenigd Koninkrijk, zijnde een white ensign, een witte vlag met een rood Sint-Joriskruis, met de nationale vlag van Barbados in de broektop.
Voormalige Koninklijke Standaard
Zoals we eerder zagen, behield Barbados vanaf de onafhankelijkheid in 1966 tot aan 2021, toen het een republiek werd, de Britse koningin Elizabeth II als ceremonieel staatshoofd.

De Koninklijke Standaard was geel met in het midden een blauwe badge met een gekroonde E voor Elizabeth, waarmee het dus een persoonlijke standaard was, in plaats van een algemene, zoals die van het Verenigd Koninkrijk.
De badge is omringd door de groene bladeren en bruine luchtwortels van de Ficus citrifolia (waar Barbados zijn naam aan dankte, zie inleiding).
In beide hoeken zien we in rood de nationale bloem van Barbados, de pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima).

De Barbadiaanse Koninklijke Standaard zal niet veel ‘wapper-uren’ hebben gemaakt, maar kwam bijvoorbeeld in actie tijdens het bezoek van koningin Elizabeth in november 1977, tijdens haar Silver Jubilee Tour.

Vlaggen premier en president
Zowel de premier als de president voeren een eigen vlag, waarbij die van de premier ouder is dan die van de president, daar Barbados pas sinds 2021 een republiek is.

De vlag van de premier is door een touw diagonaal gedeeld van de top van de broeking naar de onderzijde van de vlucht, oker (goud) boven, ultramarijn onder.
Het zwart-witte touw vormt in het midden een cirkel, waarin tegen een witte achtergrond het wapen van Barbados is geplaatst.

De vlag van de president is marineblauw met het wapen van Barbados in het midden, omkranst door bladeren en bloemen in goud van de pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima).
Onder de banderol van het wapen zien we de drietand van de nationale vlag terug.
Wapen
Tot slot het nationale wapen dat zowel door de president als de premier gevoerd wordt.

Het wapen van Barbados werd in aanloop naar de onafhankelijkheid ingevoerd op 14 februari 1966.
Centraal staat het gele (of gouden) schild met een Ficus citrifolia en bovenaan twee rode pauwenbloemen (Caesalpinia pulcherrima).

Bovenop het schild is een zilveren helm geplaatst, versierd met rood-gele (gouden) dekkleden. Daarbovenuit torent een gestrekte arm met twee gekruiste rietsuikerstengels.
De twee schildhouders bestaan uit een dolfijn links (heraldisch rechts) en een pelikaan rechts (heraldisch links).
Het geheel rust op een rood-gele (gouden) banderol met daarop in zwarte kapitalen de wapenspreuk PRIDE AND INDUSTRY (“Trots en nijverheid”).



































