Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Nauru is een eilandstaat in de Grote Oceaan en is met een oppervlakte van 21 km² een van de kleinste landen ter wereld (ter vergelijking: Waddeneiland Schiermonnikoog is met 40.5 km² een keer zo groot).

Slechts twee landen zijn nog kleiner dan Nauru: Monaco en Vaticaanstad.
Het ligt zo’n 56 km ten zuiden van de evenaar.

Het eiland werd relatief laat ‘ontdekt’ door de Britse zee- en walvisvaarder John Fearn, op 8 november 1798, hij noemde het eiland Pleasant Island.*
De bevolking op het afgelegen eiland bestond uit Polynesiërs en Melanesiërs.
In tegenstelling tot de meeste eilanden in de Grote Oceaan werd Nauru hierna niet gekoloniseerd. De dagelijkse leiding was in handen van de verschillende stamhoofden, van wie er één als leider fungeerde.
*Hoewel het een sympathieke naam is, beklijfde deze benaming niet en bleef de inheemse naam Nauru in gebruik

Duits, Japans en Australisch bestuur
Toch kon ook Nauru uiteindelijk niet aan kolonisatie ontkomen en wel door Duitsland, dat zich pas na de Duitse unificatie van 1871 ging inlaten met het zich toe-eigenen van gebieden in Afrika en de Grote Oceaan.

In 1884 werd de kolonie Duits-Nieuw-Guinea een feit, dat toen nog bestond uit het noordoostelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea, inclusief de Bismarck-archipel (New Britain, New Ireland en verschillende kleinere eilanden), ten noorden van Nieuw-Guinea.
De noordelijke Salomonseilanden werden in 1885 tot Duits protectoraat verklaard.
Het gebied werd steeds verder uitgebreid: zo werden in 1899 de Carolinen, Palau en de Marianen (behalve Guam) van Spanje gekocht.
In 1906 annexeerde Duits-Nieuw-Guinea het (sinds 1888) afzonderlijke Duitse protectoraat van de Marshalleilanden, waartoe ook Nauru behoorde.

Duitsland liet het systeem van stamhoofden met één prominente leider intact. Die leider was op dat moment Aweida, die vanaf 1906 de titel ‘koning van Nauru’ gebruikte.
Aweida was als leider aangetreden rond circa 1875.

Na de voor Duitsland desastreus verlopen Eerste Wereldoorlog (1914-1918) verloor Duitsland zijn kolonies. Vanaf 1920 werd het eiland beheerd door Australië.
Kort daarna overleed koning Aweida, waarna de monarchie werd afgeschaft.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Nauru door Japan bezet, van 26 augustus 1942 tot 13 september 1945. Vanaf die tijd nam Australië het bestuur weer over.
In 1947 werd een overeenkomst gesloten met de Verenigde Naties waarin werd bepaald dat Nauru in 1968 zelfstandig zou worden, tot die tijd zou de soevereiniteit rouleren tussen Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk. In de praktijk kwam daar niets van terecht en bleef Australië Nauru’s zaken beheren tot het eiland op 31 januari 1968 een onafhankelijk eilandstaat werd.
Fosfaat
Normaliter zou zo’n klein eiland als staat nauwelijks bestaansrecht hebben, ware het niet dat vanaf het begin van de twintigste eeuw werd begonnen met het ontginnen van fosfaten op het eiland.
Dit bleek dermate lucratief dat het industrieel werd aangepakt, het zorgde ervoor dat Nauru zeer welvarend werd.
Vrijwel het hele binnenland van Nauru had fosfaatafzettingen en die werden in dagbouw ontgonnen.
Maar gezien de grootte van het eiland kon dit niet eeuwig duren: in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw bleek het einde in zicht, de voorraad raakte uitgeput en de resterende reserves waren economisch niet rendabel voor winning.

Het binnenland van Nauru is door deze jarenlange ontginning inmiddels in een maanlandschap veranderd, waardoor alleen de kuststrook bewoond wordt.
Een trust, opgericht om de verzamelde mijnbouwrijkdommen van het eiland te beheren, voor het moment dat de reserves uitgeput zouden raken, daalde in waarde. Om toch inkomsten te genereren, werd Nauru korte tijd een belastingparadijs en een illegaal witwas-centrum.

Maar liefst 23% van de bevolking (van in totaal ruim 12.000 inwoners) is werkloos (in Nederland is dat cijfer 3,6%). 95% van de mensen die wél een baan hebben, werkt voor de overheid.

Asielzoekerscentrum
Wat ook geld in het laatje brengt is een door Australië opgezet en uitgebaat peperduur asielzoekerscentrum, dat enige jaren gesloten is geweest, maar in 2012 weer werd heropend.
Nauru krijgt in ruil van Australië een bedrag van 1,7 miljard Australische dollar (ruim 1 miljard euro), wat in 2012 in een vermeerdering van het Nauruaanse BNP met een factor 450 resulteerde.
Nauru is het land dat het hoogste aantal asielprocedures afhandelt voor een ander land.

Er is internationaal kritiek op deze constructie vanwege de slechte omstandigheden in het centrum en omdat Australië hiermee haar verantwoordelijkheid zou afschuiven, de asielzoekers in eigen land op te vangen. Ook in het Australische parlement heeft dit tot hoogoplopende discussies geleid.
Een delegatie van Amnesty International die het kamp in 2012 bezocht, beschreef het als een ramp voor de mensenrechten.

Bijna iedereen op Nauru woont in de kuststrook van het ovaalvormige eiland, op Arenibek na, dat als een groene oase in het afgegraven fosfaatlandschap ligt.

Nauru heeft geen hoofdstad, maar het parlement is te vinden in het district Yaren, in het zuiden van het eiland, bij het internationale vliegveld.

Nauru heeft een éénkamer-parlement met 19 parlementsleden, waarvan er één fungeert als president en regeringsleider tegelijk. Die functie wordt sinds 30 oktober 2023 uitgeoefend door David Adeang, wiens vader Kennan Adeang maar liefst drie termijnen als president volmaakte.
Adean junior is de 17e president van de eilandstaat.

Angam Day
Angam Day is een officiële feestdag op Nauru.
Het Nauruaanse woord “angam” betekent “gejubel”, “viering”, “over alle ontberingen gezegevierd” of “een bepaald doel bereikt hebben” of “thuiskomen”.

Angam Day is een feestdag en een tijd van bezinning voor het Nauruaanse volk. Twee keer in zijn geschiedenis daalde de bevolking onder de 1.500, en werd de Nauruaanse etnische groep met uitsterven bedreigd.
Bij beide gelegenheden (1932 en 1949) herstelde de bevolking zich. Nadat het bevolkingscijfer boven de 1.500 mensen uitkwam (een aantal dat werd beschouwd als het minimum aantal mensen dat nodig was om het bestaan op het eiland te waarborgen), werd Angam Day als feestdag ingesteld.
De vlag

De vlag van Nauru werd ingevoerd bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid op 31 januari 1968.
De vlag heeft een koningsblauw veld met een gele (of gouden) streep in het midden en een witte ster met twaalf punten aan de broekingszijde onder de streep.

De vlag was het resultaat van een ontwerpwedstrijd. De naam van de ontwerper zelf is vooralsnog niet terug te vinden, het enige dat we weten is dat het ging om een inwoner van Nauru die werkte voor de Australische vlaggenfabrikant Evans.
Het winnende ontwerp symboliseert de locatie van Nauru in de Stille Oceaan ten opzichte van de evenaar, slechts één graad bezuiden de denkbeeldige lijn.

Het blauw staat voor de Stille Oceaan, de gele streep voor de evenaar en de witte ster voor Nauru zelf. Het wit werd gekozen vanwege de (toen nog) rijke fosfaatafzettingen op het eiland.
De twaalf punten van de ster symboliseren de traditionele twaalf stammen: Deiboe, Eamwidara, Eamwit, Eamwitmwit, Eano, Eaoru, Emangum, Emea, Irutsi, Iruwa, Iwi en Ranibok.























