

Sinds 4 augustus 1965 hebben de Cookeilanden een autonome status in een vrije associatie met Nieuw-Zeeland en sinds die tijd is Constitution Day, of in het Maori, Te Maevea Nui, een officiële feestdag.

Daarvoor vormden de eilanden sinds 1881 een protectoraat van het Verenigd Koninkrijk en vanaf 1901 van Nieuw-Zeeland. De Nieuw-Zeelandse regering neemt een deel van de buitenlandse zaken voor de Cookeilanden voor z’n rekening, net als defensie, maar voor de rest dopt men zijn eigen boontjes.

Koningin Elizabeth, als hoofd van het Gemenebest, waartoe zowel Nieuw-Zeeland als de Cookeilanden behoren, feliciteerde de eilandbewoners via een brief.


De vlag

De vlag van de Cookeilanden is er een uit de serie Britse blue ensigns (blauwe vaandels), die veelal gevoerd worden (of werden) door Britse overzeese gebiedsdelen.
Het gaat om een blauwe vlag met de Britse Union Flag of Union Jack in het kanton en 15 witte vijfpuntige sterren in een cirkel, symbool voor de 15 eilanden die samen de archipel vormen, de invoering was 4 augustus 1979.
De huidige vlag is de tweede die de archipel voert, de eerste was in gebruik tussen 1973 en 1979 en stond bekend als de ‘green ensign’.

Deze vlag kwam er na een ontwerpwedstrijd in 1972, uitgeschreven door een Flag Design Committee. Het curieuze is dat er een ander ontwerp uit de bus kwam rollen dan de vlag die we hierboven zien afgebeeld!
Van de 120 ingestuurde ontwerpen werd die van Len Staples, uit het zuidelijke district Titikaveka op het hoofdeiland Rarotonga, gekozen en die is hieronder afgebeeld:

Zoals we kunnen zien lijkt deze vlag op de huidige vlag van de Cookeilanden, alleen is het veld hier lichtblauw (symbool voor de blauwe lucht boven de archipel) en zijn de sterren geel.

De regering o.l.v. premier Albert Henry, besloot echter ‘enige aanpassingen’ in het winnende ontwerp uit te voeren, waardoor de vlag er anders uit kwam te zien: het lichtblauw werd veranderd in groen en de Britse vlag in het kanton verdween, alleen de gele sterren bleven.
Hoewel het nooit met zoveel woorden werd gezegd, leken veel Cookeilanders ervan overtuigd dat het groen door Henry zelf werd geïntroduceerd, omdat het ook de kleur was van de politieke partij Cook Islands Party (CIP), waarvan hij de leider was.

Hoe het ook zij: de vlag werd middels een Act of Parliament op 11 januari 1973 ingesteld en werd voor het eerst gehesen op 24 januari 1974.
De kleuren en sterren werden uitgebreid toegelicht, waarbij iedere verwijzing naar de CIP ontbrak.
Groen werd de “expressiefste kleur van het land” genoemd, tevens “een dynamische vertegenwoordiging van de vitaliteit van ons land en ons volk. Het is de kleur van leven en eeuwigdurende groei“.
Goud (of geel) werd als representatief gezien voor “ons volk”, voor “hun vriendelijkheid, hun hoop, geloof, toewijding, liefde en geluk”.
Een ster werd “het symbool van de hemel en ons geloof in God” genoemd. “Het staat voor de macht die ons volk doorheen de geschiedenis heeft geleid. Het zal ons inspireren tot hogere doelen”.
De cirkel van 15 gouden of gele sterren staat voor “saamhorigheid, kracht, eenheid van doel” en zijn ze “de uitdrukking van het formeren van onze 15 eilanden tot een verenigd land en volk”.
Groen, goud (of geel) en de sterren samen “vertegenwoordigen de elementen van aarde, lucht en leven – omvattende ons aller verleden, heden en toekomst” en die “ons inspireren als verenigde, vrije en toegewijde mensen“.
Fast forward naar 1978: premier Albert Henry hoopte op zijn herbenoeming bij de verkiezingen dat jaar, maar het liep anders. Henry werd na de verkiezingen verdacht van fraude.
Middels een zogenaamde “electorale petitie” werd hij schuldig bevonden en veroordeeld voor twee aanklachten voor samenzwering en één voor corruptie.
Hij moest aftreden en werd in 1980 gestript van zijn in 1974 verleende ridderschap, waardoor hij niet langer “Sir” Albert Henry was.

Of het ermee te maken heeft is moeilijk te achterhalen, maar met de komst van een nieuwe premier (Tom Davis), werd er besloten een nieuwe vlag in te voeren.
Er werd contact gezocht met Len Staples, de winnaar van de ontwerpwedstrijd uit 1972, om alsnog zijn ontwerp uit te voeren, maar dan wel met een donkerder blauw, zoals dat van een “blue ensign”, en witte in plaats van gele sterren.
Toevalligerwijs (?) waren blauw en wit ook de kleuren van Davis’ partij, de Democratic Party (DP).

De nieuwe (en huidige) vlag werd op 23 mei 1979 door een ‘koninklijk bevel’ door Koningin Elizabeth goedgekeurd, waarna het parlement van de Cookeilanden de vlag officieel goedkeurde op 22 juni 1979, waarna ze op 4 augustus voor het eerst officieel werd gehesen.

Daarmee zijn we er, zou je denken, maar niets is minder waar!
Het land is grotendeels autonoom in een vrije associatie met Nieuw-Zeeland, maar wil op termijn volledig onafhankelijk worden.
Mark Brown, de huidige premier, wil dan terug naar de groene vlag van de in 1978 van zijn voetstuk gevallen premier Albert Royle. De in 1982 overleden Royle werd in 2023 postuum gratie verleend.

Volgens premier Brown zou de groene vlag een betere weerspiegeling zijn van de nationale kleuren en soevereiniteit van de Cookeilanden. In januari van dit jaar opperde hij dat het besluit over de vlag middels een referendum zou kunnen worden voorgelegd aan de bevolking.
Kortom: wordt vervolgd!



Eerdere vlaggen
De hierboven beschreven vlaggenschiedenis werd overigens voorafgegaan door een aantal andere vlaggen, het gaat dan om vlaggen van de archipel onder de naam Koninkrijk Rarotonga, het (Britse) protectoraat van de Cookeilanden en de latere ‘overname’ door Nieuw-Zeeland.

De oudst bekende vlag is die van het Koninkrijk Rarotonga, het is een horizontale driekleur in rood-wit-rood met drie donkerblauwe vijfpuntige sturen op de witte baan.
Wanneer deze vlag precies werd ingevoerd is niet bekend, maar vlaggenkundige Michel Lupant houdt het erop dat de vlag rond 1850 al bekend was.

In de tweede helft van de negentiende eeuw waren Britse missionarissen actief op de eilanden, maar was de archipel nog steeds zelfstandig.
Dat veranderde in 1888, toen uit angst voor een Franse inname vanuit hun kolonie Tahiti (tegenwoordig Frans Polynesië), de Britten van de Cookeilanden een protectoraat maakten, waarmee ook de vlag veranderde.

In het kanton (de broekings- of linkerbovenhoek) werd op de vlag de Britse Union Flag of Union Jack gezet.
Bij gebrek aan fotografisch bewijs is niet exact bekend of de drie sterren daarbij op hun plek bleven (waardoor twee sterren gedeeltelijk bedekt werden) of dat ze verder naar de vlucht opschoven.

Drie jaar later, in 1891, werd het protectoraat omgevormd tot de Federation of the Cook Islands, waarbij de Britse unievlag in het midden werd voorzien van een badge met een palmboom.

Op 6 september 1900 werd er vanuit de archipel een petitie ingediend met het verzoek om de eilanden geannexeerd te laten worden als Brits grondgebied en dat gebeurde vervolgens ook.
Op 7 oktober 1900 werd de officiële proclamatie tot annexatie door het Britse Rijk door de Nieuw-Zeelandse gouverneur aan koningin Makea Takau Ariki voorgelezen, waarna op 8 en 9 oktober 1900 de zeven akten van overdracht van Rarotonga en andere eilanden werden ondertekend door hun opperhoofden.

In 1901 werden de eilanden opgenomen binnen de grenzen van de (eveneens Britse) kolonie Nieuw-Zeeland door een Order in Council onder de Colonial Boundaries Act, 1895 van het Verenigd Koninkrijk.
De wijziging werd van kracht op 11 juni 1901 en de Cookeilanden hebben sindsdien een formele relatie met Nieuw-Zeeland.

Dit zorgde ervoor dat voortaan de uit 1869 daterende Nieuw-Zeelandse vlag gebruikt werd, totdat de groene vlag van 1973 werd ingevoerd (zie boven).
Laatste regerende koningin
Ook na de annexatie door het Verenigd Koninkrijk en de formele associatie met Nieuw-Zeeland bleven de Cookeilanden in naam een koninkrijk, met de al sinds 1871 regerende koningin Makea Takau Ariki, officieel hoofd van de regering.

Dit bleef zo tot haar dood in 1911 en hoewel ze een opvolger had aangewezen, Rangi Makea, werd deze wel geïnstalleerd als ariki (‘stamhoofd’ of ‘hoogste leider’), maar werd hij niet benoemd als regeringsleider, waardoor hij net als andere ariki’s wel de opperhoofd-status had, maar dan wel van gelijke rang, waarmee praktisch gezien het koningschap ter ziele was.