Tussen 1868 en 1965 voerde Canada als vlag een red ensign, een rode vlag met in het kanton de Britse Union Flag of Union Jack. Op het uitwaaiende gedeelte was het Canadese wapen afgebeeld. In totaal waren er drie versies van deze vlag, omdat zowel in 1921 als in 1957 het wapen gewijzigd werd, waardoor dus ook de vlag aangepast diende te worden.
De drie Canadese red ensigns, van links naar rechts: 1868-1921, 1921-1957 en 1957-1965 (zoek de verschillen!)
Vanaf 1963 kwam er een discussie op gang om het Britse model te vervangen voor een eigen ontwerp. In 1964 culmineerde dit in het zogenaamde Great Flag Debate. Een belangrijk punt van aandacht waren de te gebruiken symbolen: moest de Britse Unievlag er opnieuw bij? Of de fleur-de-lys voor de Franstalige Canadezen? Men wilde liever geen Frans-Canadese en Engels-Canadese sentimenten aanwakkeren. Uiteindelijk werd er voor een symbool gekozen dat in alle versies van het staatswapen voorkwam: de maple leaf (esdoornblad) en waar de meesten zich in konden vinden. In het wapen kwam (en komt nog steeds) de maple leaf voor met drie bladeren. Voor de vlag werd voor een enkel blad gekozen.
Na 6 maanden van discussies en 33 politieke debatten werd uit de ruim 4000 ontwerpen die van historicus en schrijver George Stanley op 15 december 1964 goedgekeurd in het Canadese House of Commons, met 163 stemmen voor en 78 tegen.
Als officieel staatshoofd van Canada had Koningin Elizabeth II het laatste woord, hoewel dat strikt genomen niet meer dan een formaliteit was. Op 28 januari 1965 echter werd de koninklijke goedkeuring gegeven.
Shetland, ook wel bekend onder de naam Shetlandeilanden, is een Schotse archipel op de grens van de Noordzee en de Noorse Zee, ten noordoosten van de Orkneyeilanden, die op hun beurt weer ten noorden van het Schotse vasteland liggen.
Shetland omvat zo’n 100 eilanden, waarvan er 15 bewoond zijn. Het grootste eiland is het centraal gelegen Mainland, dat bijna 19.000 inwoners telt. Ook de hoofdstad Lerwick (ruim 7.000 inwoners) is hier gelegen. De totale bevolking bedraagt ruim 23.000.
De archipel werd in eerste instantie bevolkt door de Picten, totdat de Vikingen in de 7e of 8e eeuw binnenvielen en de eilanden koloniseerden. En hoewel zowel Shetland als Orkney in 1472 overgingen naar de Schotse Kroon, bleef het van het Oudnoors afgeleide Noors tot in de 18e eeuw de voertaal op de eilanden, totdat het Engels uiteindelijk de boventoon ging voeren.
Up Helly Aa
Up Helly Aa is de ietwat mysterieus aandoende naam van de belangrijkste feestdag van Shetland, die altijd op de laatste dinsdag van januari valt. De oorsprong van de naam Up Helly Aa is niet geheel duidelijk, maar komt deels waarschijnlijk uit het Oudnoors. De naam (en het feest) houden in ieder geval verband met het einde van de joelperiode, het slot van de van oorsprong Scandinavische midwintervieringen.
‘Up’ betekent in dit geval dus ‘op’, in de zin van ‘einde van’, ‘helly’ is ‘heilig’, samengevoegd met ‘aa’ (‘helly aa’ dus), zou het ‘heiligendag’ (‘holy day’) kunnen betekenen. Vrij vertaald kom je dan tot ‘einde van de heilige dagen’.
Brandende teervaten
Up Helly Aa is een uitbundig volksfeest, waarvan de grootste viering in hoofdstad Lerwick plaatsvindt. In de 19e eeuw bestond het feest eruit dat jongemannen brandende vaten met teer door de straten droegen of op sledes voorttrokken, daarbij zoveel mogelijk herrie veroorzakend door middel van hoorns, trommels en luid gezang. De autoriteiten hadden gedurende die tijd de nodige zorgen aangaande de veiligheid (de brandende vaten met teer) in samenhang met de openbare dronkenschap. De locale Total Abstinence Society (Totale Onthoudingsvereniging) speelde een rol in het tegengaan daarvan.
Voor zover bekend het oudste document (1877) waar Up Helly Aa wordt genoemd (met een andere spelling: Uphelly ‘a) (publiek domein)
Vanaf 1874 groeide het verzet tegen deze vorm van feestvieren en vanaf 1880 werd het verboden en vervangen door fakkeloptochten, waarvan de eerste in 1881 plaatsvond.
Guizers
De daaropvolgende jaren werd de oude Vikingtijd steeds meer in het feest geïntegreerd, wat in 1889 leidde tot het bouwen van een replica vikingschip dat als hoogtepunt van Up Helly Aa in brand werd gestoken en dat tot op de dag van vandaag onderdeel van het feest is.
Up Helly Aa Vikingen in 1906 (publiek domein)
Daarmee werd het ook een verkleedfeest: mannen die in de stoet meeliepen (de zogenaamde ‘guizers’) begonnen zich steeds vaker als Vikingen te verkleden en tegenwoordig is dat de standaard. Uit de gelederen werd een hoofdguizer benoemd die de benaming jarl kreeg, een titel die in het Engels bekend is als earl. De eerste jarl werd in 1882 benoemd.
Jarl John Nicholson, in de rol van Thorstein Egilsson, en zijn assistent, bij het Up Helly Aa-plakkaat in Lerwick, in 2019 (screenshot)
Vanaf 1889 wordt er aan het Market Cross, in het centrum van Lerwick, ’s morgens om zes uur een plakkaat opgehangen. Oorspronkelijk stonden hier instructies op, maar na verloop van jaren kwam er steeds meer bij, waaronder Up Helly Aa-liedteksten, maar ook grappige verhalen. De guizers marcheren rond half negen door de stad, daarna wordt er ontbeten. Hierna gaat men het plakkaat bij het Market Cross lezen. Doorgaans staan er dan een ontvangst op het stadhuis en een bezoek aan het Shetland Museum op het programma.
De fakkeloptocht in Lerwick (screenshot)
Zodra het tegen vijven donker is, gaat de fakkeloptocht met het vikingschip van start. Aan het einde van de processie worden de fakkels in het schip geworpen, waarna het in vlammen opgaat.
Het replica-vikingschip trekt door de straten (screenshot)
Na de processie bezoeken de guizers lokaliteiten zoals scholen, sportfaciliteiten en hotels, waar privéfeesten worden gehouden. Op iedere locatie voert een groep guizers een act op, wat een parodie kan zijn op een populaire tv-show of film, een sketch over lokale evenementen, of zang of dans.
Bij het eindpunt aangekomen verzamelt de menigte zich rond het schip (screenshot)
Up Helly Aa wordt niet alleen in Lerwick gevierd, over de eilanden verspreid zijn er nog tien festivals, maar dan aanzienlijk kleiner. Het zijn juist die kleinere festivals waar voor het eerst vrouwen als guizers werden toegelaten, zoals vanaf 2015 in South Mainland. Sinds 2023 kunnen vrouwen ook in Lerwick deelnemen.
De fakkels verdwijnen in het schip, dat vervolgens in vlammen opgaat (screenshot)
De vlag
Vlag van Shetland (1969/2005-heden)
De vlag van Shetland is blauw met een wit Scandinavisch kruis. Ze werd in 1969 ontworpen door twee studenten, Roy Grønneberg en Bill Adams. De aanleiding was de 500e verjaardag van de overgang van de Scandinavische heerschappij naar de Schotse Kroon, die de facto inderdaad in 1469 plaatsvond, maar pas officieel in 1472.
Links: Roy Grønneberg (1947-1997) / Rechts: Bill Adams (fotograaf onbekend)
Gezien de Scandinavische roots van Shetland is het niet verwonderlijk dat er juist voor het Scandinavische kruis werd gekozen. De gebruikte kleuren echter, blauw en wit, symboliseren de verbondenheid met Schotland. Sinds 1540 gebruikt Schotland als vlag een wit andreaskruis op een blauw veld.
Vlag van Schotland (1540-heden)
De eilandvlag was onmiddellijk populair en was (hoewel toen nog niet officieel goedgekeurd) al gauw zowel op land als op zee overal te zien. In 2005 werd de vlag na 36 jaar officieel goedgekeurd en vastgesteld door de Lord Lyon King of Arms, de heraldische autoriteit van Schotland. Twee jaar later stelde de eilandraad een speciale vlagdag in op 21 juni, de langste dag van het jaar, een dag die door een ander noordelijk gebied, Groenland, gebruikt wordt als nationale dag.
Gelijkenis met Hvítbláinn
De vlag van Shetland is exact gelijk aan de eerste (onofficiële) IJslandse vlag, die bekend staat als Hvítbláinn(‘de wit-blauwe’). Als overzees gebiedsdeel gebruikte IJsland vroeger de Deense vlag, de Dannebrog. op 13 maart 1897 echter deed de dichter Einar Bendiktsson een voorstel in het dagblad Dagskrá om een eigen vlag in te voeren: een blauwe vlag met een wit Scandinavisch kruis, net als de kleuren van het IJslandse wapen.
Ongedateerde foto van Einar Benediktsson (1864-1940) (publiek domein)
Het voorstel voor deze vlag sloeg aan bij de bevolking, zeker bij groepen die onafhankelijkheid van Denemarken nastreefden, maar de Deense Koning Christiaan IX verzette zich tegen dit ontwerp, dat volgens hem teveel leek op de marinevlag van Griekenland. De Hvítbláinn leidde een min of meer ondergronds bestaan, totdat de koning in 1913 per Koninklijk Besluit bekend liet maken dat IJsland het recht had om een vlag te voeren en dat het ontwerp door hem goedgekeurd diende te worden.
Vlag van IJsland (1913/1915-heden)
Daarmee viel het doek voor de wit-blauwe vlag: in 1915 keurde de koning het nieuwe ontwerp uit 1913 goed, waarbij er een smaller rood Scandinavisch kruis aan het blauw-witte ontwerp werd toegevoegd.