
Terreinwinst in Koersk voor Oekraïne
Sinds kort zit er weer beweging in het front in de deels door Oekraïne bezette Russische oblast Koersk.
Oekraïne viel tot ieders verbazing op 6 augustus vorig jaar de Russische oblast binnen en het offensief was succesvol, zodat binnen een paar weken een deel van de oblast onder Oekraïense controle stond.
De afgelopen maanden slaagde Rusland erin ongeveer de helft van het bezette gebied weer terug te veroveren, de laatste weken met hulp van zo’n 11.000 Noord-Koreaanse militairen. De samenwerking tussen de verschillende bongenoten verloopt echter niet op rolletjes, vanwege taalproblemen en een gebrek aan Noord-Koreaanse gevechtservaring.

Volgens de Oekraïense president Zelensky verloor het Russische leger tijdens gevechten bij het dorp Machnovka een heel bataljon Noord-Koreaanse infanteristen en Russische parachutisten. Een bataljon bestaat doorgaans al gauw uit enkele honderden manschappen.

Het nieuwe Oekraïense offensief zou op drie verschillende plekken gaande zijn. Het voornaamste doel lijkt de weg ten noordoosten van Sudzha te zijn, die naar de hoofdstad Koersk leidt.
Het lijkt erop dat Oekraïne zoveel mogelijk extra terrein in Koersk wil veroveren dan wel heroveren voordat Donald Trump op 20 januari opnieuw president van de Verenigde Staten wordt, zodat het bezette gebied als een soort wisselgeld kan dienen bij eventuele toekomstige vredesbesprekingen.
Trump heeft al aangekondigd dat hij de oorlog snel gaat beëindigen.
Rusland verovert Kurakhove
Bij het front in de grotendeels door Rusland bezette Donbas-regio in het oosten van Oekraïne gaat het juist de ander kant op: de laatste weken doet het Russische leger verwoede pogingen de stad Pokrovsk te bereiken. En hoewel de opmars niet erg opschiet en gepaard gaat met grote verliezen, wordt er stukje bij beetje terreinwinst geboekt.

Begin deze week slaagden de Russen erin de stad Kurakhove te veroveren, 35 kilometer ten zuiden van Pokrovsk.
Oekraïne heeft de val van de stad nog niet bevestigd, maar militaire analisten hebben inmiddels beelden geverifieerd van Russische militairen voorzien van vlaggen in de buitenwijken van Kurakhove.
De stad telt normaliter ruim 20.000 inwoners, maar velen hebben de komst van de Russen niet afgewacht en hebben huis en haard inmiddels verlaten.

De vlag

De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.

De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.

Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992.
De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.



Symbool
Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.
