
Ternopil onder vuur
De westelijk gelegen stad Ternopil (ruim 200.000 inwoners) lag twee achtereenvolgende nachten onder vuur.

In de nacht van zondag op maandag boorde een Russische aanvalsdrone zich in een appartementsgebouw, waarbij één dode en drie gewonden vielen. Het gebouw raakte danig beschadigd, net als een nabijgelegen school en twintig auto’s.
Honderd inwoners dienden geëvacueerd te worden.

In de nacht van maandag op dinsdag was het opnieuw raak in Ternopil: een Russisch projectiel trof een energie-infrastructuur faciliteit, waardoor een deel van de stad zonder stroom kwam te zitten.
Burgemeester Serhii Nadal liet weten dat energietechnici en reddingswerkers bezig zijn met de nasleep van de aanval en raadde inwoners van zijn stad aan water in te slaan en hun telefoons -voor zover mogelijk- op te laden.

Viacheslav Nehoda, hoofd van de militaire administratie van de gelijknamige oblast Ternopil, zei dat er als gevolg van de aanval brand was uitgebroken in de energiecentrale en dat brandweerlieden de brand inmiddels hadden geblust.
Ook in de noordwestelijke stad Rivne werd een energiecentrale geraakt, maar niet zodanig dat er stroomuitval was.
Neergehaalde drones
Zoals te doen gebruikelijk bij Russische luchtaanvallen bleef het niet bij één doelwit, ook andere Oekraïense steden kwamen onder vuur te liggen, onder meer door middel van de veelvuldig ingezette Shahed-drones van Iraanse makelij.

Oekraïense luchtafweer slaagde erin tweeëntwintig (van de achtentwintig) drones neer te halen boven de oblasten Kiev, Tsjernihiv, Vinnytsja, Soemy, Odessa, Mikolajiv en Dnipropetrovsk.
Nieuw Amerikaans pakket
In zijn nadagen van het hoogste Amerikaanse ambt, heeft president Biden nieuwe militaire steun aan Oekraïne verleend via de zogenaamde Presidential Drawdown Authority (Presidentiële Opname-Autoriteit), waarmee reserves van het ministerie van Defensie kunnen worden ingezet. Het gaat om een bedrag van 725 miljoen dollar.

Het militaire pakket omvat Stinger-raketten, anti-dronewapens, HIMARS-munitie, 155 mm en 105 mm artillerie-munitie, drones, anti-personeelmijnen, Javelin- en AT-4-anti-tanksystemen, TOW-anti-tankraketten, handvuurwapens met munitie, sloopuitrusting en munitie, en benodigdheden om kritieke nationale infrastructuur te beschermen.
De vlag

De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.

De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.

Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992.
De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.


Symbool
Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.
