
President Zelensky kwam op dinsdag uitgebreid aan het woord tijdens een twee uur durende persconferentie in Kiev, waarvoor zowel binnenlandse als buitenlandse journalisten voor waren uitgenodigd.
Tijd en locatie waren zorgvuldig geheim gehouden tot vlak voor de persconferentie van start ging.

Hij kreeg een breed scala aan vragen voorgelegd. Een belangrijk onderwerp was mobilisatie: de president onthulde dat de militaire staf had voorgesteld om nog eens 450.000 tot 500.000 mannen te mobiliseren.

Zelensky was er nog niet uit, hij vond het een “zeer serieus aantal” en wilde zich nog niet committeren.
Hij liet weten dat hij eerst meer details en specifieke uitwerking nodig had, zoals een doordacht plan waarin tevens duidelijk wordt gemaakt hoe dat zich verhoudt tot de mannen die het land tot nu toe verdedigd hebben, waarbij ook rotatie en verlof meegewogen moeten worden.
Wel liet hij weten dat vrouwen niet zouden worden opgeroepen.

De president blikte terug op 2023 en keek vooruit naar een voor Oekraïne onzeker 2024.
Ondanks recente tegenslagen bij het tegenoffensief, herhaalde hij dat er hoop is op een overwinning. Op de vraag of Oekraïne op een kantelpunt beland was, waarbij het uiteindelijk de oorlog zou kunnen verliezen, kwam dan ook een krachtig ‘nee’.
“Ik denk niet dat ons verlies is begonnen, we hebben in moeilijkere situaties gezeten, maar hij voegde eraan toe dat het land wel eensgezind en veerkrachtig moet blijven.

Op de vraag of de geruchten kloppen dat hij niet langer met opperbevelhebber Valerii Zaluzhnyi door één deur kan, na diens uitlatingen in The Economist in november dat de oorlog in een impasse verkeerde, liet de president weten dat hij een ‘werkrelatie’ met Zaluzhnyi heeft en van plan is de samenwerking te continueren, ondanks dat Zelensky het niet eens is met diens mening over een impasse.

Uiteraard sprak de president de hoop uit dat er blijvende steun zal zijn vanuit de V.S., Canada en de EU, zowel financieel, materieel als moreel.
Tevens liet hij weten dat de verwachting is dat Oekraïne volgend jaar in staat zal zijn 1 miljoen drones te produceren en inzetten.

Orbán ligt (deels) dwars
Zoals verwacht lag de Hongaarse pro-Russische premier Orbán (deels) dwars bij de afgelopen EU-top, waar het zowel over een toekomstige toetreding van Oekraïne tot de EU ging, als om een nieuw financieel steunpakket. Voor beide diende een unaniem besluit genomen te worden door alle 27 EU-landen.
Toetreding tot de EU is een langdurig traject waarbij onderweg nog talloze malen aan de rem kan worden getrokken en hier liet Orbán zich overhalen tot een plannetje van de Duitse bondskanselier Olaf Scholz, om tijdens de stemming even de zaal te verlaten, waardoor de overgebleven 26 landen unaniem vóór stemden en Orbán in eigen land kan volhouden dat hij níét vóór gestemd heeft.

Anders lag het bij het financiële steunpakket voor Oekraïne van 50 miljard euro, waarvan 17 miljard aan giften en 33 miljard aan leningen waarmee Oekraïense overheidsdiensten overeind gehouden moeten worden.
De inmiddels teruggekeerde Orbán sprak hierover zijn veto uit.
Regeringsleiders lieten weten in januari verder te onderhandelen over de steun aan Oekraïne.
Volgens demissionair premier Rutte “hebben we nog tijd” en zit Oekraïne niet binnen enkele weken zonder geld.

Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, zei dat hij “zelfverzekerd en optimistisch” is over de belofte aan Oekraïne om de financiële steun alsnog te verwezenlijken.
En ook de Belgische premier De Croo liet zich hoopvol uit; “De boodschap aan Oekraïne is: we zullen er zijn om u te steunen, we moeten alleen samen een paar details uitzoeken”.

De vlag

De vlag van Oekraïne bestaat uit twee even brede horizontale banen van blauw en geel.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat de kleuren blauw en geel van de vlag ver terug gaan, zelfs tot de 15e eeuw. De kleuren gaan er echter pas echt toe doen wanneer de twee keizerrijken waar Oekraïne onderdeel van uitmaakte (het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse), ophouden te bestaan.

De West-Oekraïense Nationale Republiek gebruikt tussen 1918 en 1919 de blauw-gele vlag. De vlag wordt gecontinueerd bij het samengaan van de twee Oekraïnes tot de Oekraïense Staat.
Tot aan 1949 heeft Oekraïne als Russische sovjet-republiek verschillende variaties van egaal rode vlaggen met de letters YCCP (Ukrayinskaya Sotsialisticheskaya Sovetskaya Respublika – oftewel Socialistische Sovjet Republiek Oekraïne) erop.
In 1949 krijgen alle Russische republieken een vlag-‘make-over’, variaties op de vlag van de Sovjet-Unie met eigen accenten. Die van Oekraïne heeft een blauwe balk aan de onderkant.

Vanaf 1990, dus nog vóór de onafhankelijkheid, wordt de blauw-gele vlag her en der al aarzelend waargenomen. Met het opnieuw zelfstandig worden, wordt de vlag officieel ingevoerd. Wettelijke status krijgt de vlag op 28 januari 1992.
De eerste vlag die ooit boven het Verchovna Rada (het Oekraïnse parlement) wapperde is nu in het parlementsmuseum te zien.
Het blauw in de vlag symboliseert de hemel, het geel de uitgestrekte tarwevelden.


Symbool
Sinds het begin van de Oekraïense oorlog op 20 februari 2022, is de nationale vlag een symbool van hoop en verzet geworden.
