Tagarchief: Nederlands-Indië

Cocoseilanden – Transfer of Power to Australia / Machtsoverdracht naar Australië (1955)

Deze dag markeert de overgang van de Cocoseilanden van Singapore naar Australië in 1955, vandaag dus 70 jaar geleden.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Australië (publiek domein)

Hoewel we de eilanden in het Nederlands als de Cocoseilanden kennen, wordt de archipel in het Engels officieel met twee namen aangeduid, waarvan één tussen haakjes, als ‘The Territory of the Cocos (Keeling) Islands’.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Indonesië (publiek domein)

Dit kleine Australische territorium ligt ten zuiden van het Indonesische eiland Sumatra, telt 27 eilanden en heeft een totale oppervlakte van 14,2 km², met een bevolking van slechts 593 inwoners (laatste telling uit 2021).

Kaart van de Cocoseilanden (CIA Indian Ocean Atlas, 1976 / publiek domein)

De zes grootste eilanden zijn West Island (Pulu Panjang), Home Island (Pulu Selma), South Island (Pulu Siput), Direction Island (Pulu Tikus), Horsburgh Island (Pulu Luar) en het een stuk noordelijker gelegen North Keeling Island (Pulu Keeling Utara). Slechts de twee eerstgenoemde eilanden zijn bewoond.

Van die twee is West Island het grootste eiland. Hier is het vliegveld gelegen, tevens dient het eiland als hoofdstad. De bevolking van ruim 100 bewoners is grotendeels van Europese afkomst.

Het zuidelijk deel van West Island (Pulu Panjang) met het vliegveld en direct daarnaast de hoofdstad (eveneens West Island geheten), met zijn ruim 100 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld (foto: NASA Earth Observatory, Jesse Allen & Robert Simmon / publiek domein)

Verreweg de meeste mensen (ruim 400, voornamelijk Aziaten) wonen echter aan de overkant van de lagune, in Bantam op Home Island.

Bantam op Home Island, de grootste plaats van de archipel op een postzegel uit 1984 (Australia Post)

Cocos/Keeling

De eilanden werden in 1609 ontdekt door de Britse kapitein William Keeling, die voor de East India Company voer.
Op de terugweg van zijn derde reis naar Zuidoost-Azië (1607-1609) stuitte hij met zijn schip de Red Dragon op de toen nog onbekende en onbewoonde eilanden, dicht begroeid met kokospalmen.

Kaart van de Cocoseilanden (met het noorden rechts) uit circa 1724, getiteld: Platte paskaart van de Cocus-Eylanden, diens Zuydelijks liggende op de Z.Br. van 12 gr. 15 min., en ’t Noordl. op de Z.Br. van 11 gr. 38 à 40 min., Lengte 118 gr., door Silo Godlob (Collectie Nationaal Archief)

Hoewel de eilanden vervolgens naar kapitein Keeling vernoemd werden, beklijfde de naam Cocos Islands in gelijke mate. Zodanig zelfs, dat de eilanden in het Engels nog steeds met twee namen door het leven gaan.

Links: Kapitein William Keeling (1577-1619) op een postzegel van 30 cent uit 1984 (Australia Post) / Rechts: Oceania House, de residentie van de familie Clunies-Ross op West Island, tegenwoordig een bed & breakfast (publiek domein)

Pas vanaf het begin van de 19e eeuw kwam er leven in de brouwerij met de vestiging van de Schotse zakenman John Clunies-Ross, die er een kopra-plantage stichtte. Zijn werkers haalde hij hij zowel uit Nederlands-Indië als Malaya (tegenwoordig Indonesië en Maleisië).
De huidige bevolking stamt van deze arbeiders af.

Vier postzegels uit 2020 waarop vier soorten van betaalmiddelen uitgegeven door de familie Clunies-Ross: papier (linksboven), ivoor (rechtsboven), plastic (linksonder) en metaal (rechtsonder), die laatste munten (uit 1977) waren de laatste uitgaven uit het Clunies-Ross-tijdperk – ontwerp postzegels: Stacey Rass (Australia Post)

In 1857 werden de eilanden voor de Engelse Kroon geclaimd en ingelijfd bij het Britse Imperium. Na eerst vanuit Ceylon nu Sri Lanka) bestuurd te zijn, werd dat later overgedragen aan Singapore (in eerste instantie toen nog onder de naam Straits Settlements).

Ongedateerde foto van een kopraplantage op de Cocoseilanden (publiek domein)

In de praktijk werden de eilanden echter bestuurd door de familie Clunies-Ross. In 1866 verzekerde Koningin Victoria de familie dat ze het recht hadden de eilanden ‘voor altijd’ te behouden.

Australië

De laatste ‘verhuizing’ was die van 23 november 1955, toen het (officiële) bestuur overging van de Kolonie Singapore naar het Gemenebest Australië. In de dagelijkse praktijk was vrijwel de hele archipel echter nog steeds privé-bezit van de familie Clunies-Ross, die de eilanden op een feodale manier bestuurden.

Kaart van de Cocoseilanden uit 1958 gezien vanuit het westen (publiek domein)

Australië kreeg hier in de jaren ’70 van de vorige eeuw zo genoeg van, dat ze de Clunies-Ross-clan dwongen de eilanden van de hand te doen. In 1978 betaalde de Australische regering 6.250.000 Australische dollars voor de acquisitie. Hoofd van het familiebedrijf (net als zijn voorvader John Clunies-Ross geheten) verhuisde daarna naar Perth, West-Australië, maar een aantal familieleden verkoos op de eilanden te blijven, nu als gewone burgers.

Referendum

Op 6 april 1984 werd er een zelfbeschikkings-referendum op de Cocoseilanden gehouden, waarbij men uit drie mogelijkheden kon kiezen: volledige onafhankelijkheid, vrije associatie of onderdeel van Australië worden. Alle 261 Cocoseilanders met stemrecht, waaronder de overgebleven leden van de Clunies-Ross-familie, brachten hun stem uit.
De uitslag was 229 stemmen voor volledige integratie met Australië, 21 voor vrije associatie en 9 voor onafhankelijkheid. Twee stembiljetten werden ongeldig verklaard.
Sindsdien zijn de Cocoseilanden administratief gezien onderdeel van de Australische deelstaat West-Australië.

Het onbewoonde North Keeling Island (Pulu Keeling Utara) (fotograaf onbekend)

De archipel heeft als ‘hoofd’ een Australische bewindvoerder, die overigens niet op de eilanden aanwezig is. Dezelfde bewindvoerder heeft ook Christmas Island onder zich. Beide gebieden samen vormen de Australian Indian Ocean Territories.
Bewindvoerder was tot voor kort de op 5 oktober 2017 aangestelde Natasha Griggs. Haar termijn liep af op 4 oktober 2022 ruim een jaar geleden, op dat moment was er nog geen nieuwe bewindvoerder benoemd en nam interim-bewindvoerder Sarah Vandenbroek de functie waar. Op 26 mei werd 2023 werd Farzian Zainal benoemd als bewindvoerder voor een termijn van drie jaar.

Farzian Zainal, sinds 26 mei 2023 bewindvoerder van de Cocoseilanden (fotograaf onbekend)
Isa Minkom, voorzitter van de Shire of Cocos (Keeling) Islands (© shire.cc)

Daarnaast is er ter plekke ook een soort gemeenteraad for lokale kwesties onder de naam Shire of Cocos (Keeling) Islands. Voorzitter van de Shire is sinds 2023 Isa Minkom, de termijn is drie jaar.

Het lokale bestuur (The Shire) bevindt zich op Home Island (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van de Cocoseilanden (2004-heden)

De vlag van de Cocoseilanden is groen met in het kanton een gele cirkel waarin een kokospalm in natuurlijke kleuren is geplaatst. Een gele halve maan in het midden van de vlag, ernaast in het uitwaaiende gedeelte het eveneens in geel afgebeelde sterrenbeeld Zuiderkruis.

Over de ouderdom van de vlag bestaat enige verwarring. Officieel wordt volgehouden dat de vlag in 2003 ontworpen werd door Cocoseilander Mohammed Minkom. Dat hij de vlag ontworpen heeft staat vast, maar de vlag is ouder dan 2003.
Ze werd reeds in 1995 ontworpen en wel voor de Taman Mudi Youth Group. Minkom heeft dit in 2019 zelf bevestigd in een gesprek met het Australische ABC Radio Perth. Wat ook vaststaat is dat de vlag op 6 april 2004 van jeugdgroepvlag ‘bevorderd’ werd naar territoriumvlag.

Mohammed Minkom met de door hem ontworpen vlag in 2019 (fotograaf onbekend)

Wat het ontwerp betreft: groen is de kleur van de islam (driekwart van de bevolking is moslim). De kleuren groen en geel samen worden in moederland Australië wel gezien als nationale (sport)kleuren.
De halve maan staat eveneens voor de islam, terwijl het sterrenbeeld Zuiderkruis is overgenomen van de Australische vlag.
De kokospalm kon natuurlijk niet ontbreken op de vlag van een archipel met de naam Cocos Islands. Kopra, het vruchtvlees van de kokosnoot, is altijd het belangrijkste exportproduct geweest.

Toeristenkaart van de Cocoseilanden (© Mapsland.com)

Tot slot nog iets over de kleur van de vlag: voor zover bekend zijn er nooit vlagspecificaties vastgesteld, waardoor sommige details, zoals kleur en afbeeldingen min of meer ‘volgevrij’ zijn.
Dat zien we bijvoorbeeld in de kleur groen van de vlag, die voorkomt in verschillende tinten, van helder naar donker.

Op de foto bij dit artikel van ontwerper Mohammed Minkom met zijn exemplaar van de vlag, zien we een duidelijk donkerder groen dan op de afbeeldingen die we doorgaans zien op internationale vlaggenoverzichten.
En ook de vlag in gebruik bij Vlagblog is van een heldergroene kleur.
Eenzelfde variatie zien we bij kokospalm in de broektop: die komt in allerlei versies voor!

Indonesië – Proklamasi Kemerdekaan Indonesia / Nationale Feestdag (1945)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Twee dagen na de capitulatie van Japan, op 17 augustus 1945, riep de bekendste vrijheidsstrijder (en latere president) Soekarno samen met zijn rechterhand Mohammed Hatta de onafhankelijke republiek Indonesië uit. Na een paar honderd jaar Nederlandse overheersing en de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog liet Soekarno er geen gras over groeien.
Nederland ging hier niet mee akkoord en wilde de klok terugdraaien naar de situatie vóór de Tweede Wereldoorlog. Maar de (vrijheids)geest was uit de fles en ging er niet meer in.

indonesie 05 soekarno vlag
Links: 17 augustus 1945, Soekarno leest de door Sayuti Melik uitgetypte proclamatie voor, ondertekend door Mohammed Hatta en hemzelf / Rechts: De Indonesische vlag op dezelfde 17e augustus

Een ingewikkelde situatie ontstond. Voordat Nederland in maart 1946 opnieuw een koloniaal bestuur onder leiding van luitenant gouverneur-generaal Hubertus van Mook installeerde, hadden troepen uit het Britse Gemenebest het bestuur tijdelijk waargenomen.

indonesie 06 soekarno hatta
Links: Soekarno, geboren als Koesno Sosrodihardjo (1901-1970) (© entoen.nu) / Rechts: Mohammed Hatta, geboren als Muhammad Athar (1902-1980) (© wikitree.com)

Omdat Nederland de door Soekarno en Hatta uitgeroepen onafhankelijkheid niet erkende, begonnen de twee partijen besprekingen, maar uiteindelijk strandden die, toen de uitkomsten daarvan door Nederland en zijn (voormalige) kolonie verschillend werden uitgelegd.

Nederland besloot hierna in de jaren 1947-1948 tot zogenaamde politionele acties (in de praktijk een eufemisme voor oorlog). De inheemse bevolking liet zich echter niet zo makkelijk weer onderdrukken. De Indonesische strijd had het karakter van een guerilla-oorlog. De verliezen aan beide kanten waren groot: circa 97.000 Indonesiërs lieten het leven, naast zo’n 4.750 Nederlanders.

indonesie 04 affiches
Propaganda-affiches voor beide kampen. Links: Een affiche van het Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid (© javapost.nl) / Rechts: Een anti-Nederland-affiche met de tekst Dapatkah kekejaman Belanda ini kita diamkan saja? (‘Kunnen we deze Nederlandse wreedheid gewoon laten doorgaan?’)

In december 1948 werd Soekarno door Nederland gevangen gezet. Het buitenland zag het met lede ogen aan, voerde de druk op Nederland op om de strijd te staken en uiteindelijk sprak de VN Veiligheidsraad zich ook tegen Nederland uit.

indonesie 08 postzegels
Postzegels voor Nederlands-Indië bleven gewoon verschijnen, zoals deze twee van 15 en 20 cent ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Juliana in 1948

Uiteindelijk kon Nederland de buitenlandse druk niet langer negeren. In mei 1949 werd er een akkoord tussen Nederland en de Republiek gesloten, dat voorzag in de vrijlating van Soekarno en andere Republikeinse leiders. Van Indonesische kant zou de guerilla-oorlog gestopt worden.

In de nacht van 10 op 11 augustus werd het staakt-het-vuren van kracht. Soekarno en zijn Republikeinse medestanders werden vrijgelaten.

Er kwamen onderhandelingen en vredesbesprekingen in Den Haag. Er werd o.a. overeengekomen dat Indonesië een federale republiek zou worden: de Verenigde Staten van Indonesië. Het land zou een speciale band met Nederland behouden d.m.v. de Nederlands-Indonesische Unie. Nederlands-Nieuw-Guinea zou buiten de soevereiniteitsoverdracht vallen.

indonesie 10 fotos
Soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949, v.l.n.r.: Premier Mohammed Hatta van de Verenigde Staten van Indonesië komt aan bij het Koninklijk Paleis / De Nederlandse premier Willem Drees houdt een toespraak, rechts van hem Marie Anne Tellegen, directeur van het Kabinet van de Koningin / Koningin Juliana en prins Bernhard komen de Burgerzaal binnen (screenshots Polygoonjournaal)

Op 27 december 1949 vond in het Paleis op de Dam in Amsterdam de soevereinteitsoverdracht plaats. Voor Nederland tekenden naast koningin Juliana, o.a. premier Willem Drees en voor de Verenigde Staten van Indonesië, premier Mohammed Hatta.

indonesie 11 fotos
Soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949, v.l.n.r.: Koningin Juliana tekent de akte, juffrouw Tellegen kijkt nauwgezet toe / Premier Hatta houdt zijn toespraak, koningin Juliana luistert aandachtig / Premier Hatta en koningin Juliana (screenshots Polygoonjournaal)

In de praktijk kwam er niet veel terecht van de speciale band tussen Nederland en Indonesië, in 1956 werd de stekker eruit getrokken. De federale staatsvorm van Indonesië was een nog korter leven beschoren: reeds in 1950 hield die op te bestaan en werd het land een eenheidsstaat.

Van harte ging het niet, maar in 2005 accepteerde Nederland de facto de datum van 17 augustus 1945 als de dag van de Indonesische onafhankelijkheid.

indonesie 07 palace widodo
Links: Het neo-klassieke Merdeka-paleis (Vrijheidspaleis) in Jakarta, gebouwd in 1877 als residentie voor de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië; het gebouw stond toen bekend als het Paleis te Koningsplein (© eagerexplorer.com) / Rechts: President Jojo Widodo (1961) op het bordes van het Merdeka-paleis tijdens de Nationale Feestdag (© nasional.republika.co.id)

In Indonesië is het deze dag feest met optochten, optredens, sportwedstrijden en etentjes. Van officiële zijde is er een ceremonie bij het presidentiële Merdeka Paleis (het voormalige paleis van de Nederlandse gouverneur-generaal) in Jakarta, waarbij de president en vice-president aanwezig zijn. De vlag wordt om 10.00 uur gehesen en de onafhankelijkheidsproclamatie uit 1945 wordt voorgelezen.

indonesie 09 festiviteiten
Links: Zakkenlopen op de Nationale Feestdag (© fabulousubud.com) / Rechts: Vlaggenparade op de Nationale Feestdag (© indonesia.travel)

De vlag

indonesie 01 vlag
De vlag van Indonesië (1945-heden)

De vlag van Indonesië is een horizontale tweekleur, rood boven, wit beneden.

De kleuren zijn afkomstig van het Majapahit-rijk, een hindoe-boeddhistische staat, die bestond tussen 1293 en circa 1500. Het centrum was Oost-Java, maar op zijn hoogtepunt bestond het tevens uit Midden-Java, Madoera en grote delen van Malakka (Maleisië), Borneo, Sumatra, Bali en Celebes (Sulawesi). Het land gebruikte vanaf de 13e eeuw een vlag van afwisselend negen horizontale rode en witte strepen.

Door naar onafhankelijkheid strevende Indische studenten van het in Leiden opgerichte Indonesisch Genootschap werd deze vlag in 1922 weer gebruikt. De nationalisten van de Indonesische Nationale Partij namen de kleuren ook over, maar vereenvoudigden die tot een tweekleur van rood en wit, die ze voor het eerst gebruikten in 1928. Illegaal, want de vlag werd door de Nederlanders verboden.

Het was dan ook geen toeval dat deze roodwitte vlag, die een belangrijk symbool was geworden, op 17 augustus 1945, bij het uitroepen van de Republiek in de Pegangsaan Timurstraat gehesen werd.

Indonesië heeft zijn vlag onveranderd behouden, ondanks officieel protest van Monaco, dat dezelfde vlag heeft, maar dan met een iets afwijkende ratio (4:5 voor Monaco, 2:3 voor Indonesië) en een iets andere tint rood. Monaco was echter (tot 1993) geen VN-lidstaat en klein genoeg om genegeerd te worden.

De kleuren rood en wit worden door veel Indonesiërs als heilige kleuren beschouwd: rood voor de suikerpalm en wit voor rijst. Symbolisch worden de kleuren als volgt uitgelegd: rood staat voor moed, het menselijk lichaam en het fysieke leven, wit voor puurheid, reinheid, de geest en het spirituele leven. De kleuren samen staan voor de complete mens.

De officiële naam van de vlag volgens Artikel 35 van de grondwet luidt Sang Sakah Merah Putih (‘De verheven rode en witte‘), maar de vlag heeft verder een aantal bijnamen: Sang Dwiwarna (‘De tweekleur’) en Bendera Merah Putih (‘Roodwitte vlag’).

Naast de tweekleur heeft Indonesië ook een geus, een vlag die gevoerd wordt op marineschepen. Niet toevalligerwijs is dat de roodwit gestreepte vlag van het Majapahit-rijk.

indonesie 02 geus
De geus van Indonesië

Tijdens de koloniale tijd had Indonesië geen eigen vlag. In de VOC-tijd (1602-1798) wapperde in de veroverde gebieden de vlag van deze handelsmaatschappij, zijnde de vlag van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, met in zwart het VOC-monogram op de witte baan.

indonesie 03 voc vlag nederland vlag
Links: De VOC-vlag (1602-1798) / Rechts: De vlag van Nederland

Nederlands-Indië als kolonie van Nederland is de periode hierna, tot de bezetting door Japan in 1942. Maar ook toen was er geen aparte vlag voor de archipel, alleen de Nederlandse vlag was in gebruik.

 

Nederland – Bevrijding Nederlands-Indië (1945)

Vier vlaggen vandaag. Vlag 4:

Vandaag wordt herdacht dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan. De afloop werd zeker bespoedigd door de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, waarbij zo’n 2.500 mensen omkwamen en honderdduizenden daarna aan stralingsziekte zouden bezwijken.

Kaart Ned.-Indië
Schoolkaart van Nederlands-Indië (© W.J. Thieme & Cie)

Aangezien Japan sinds maart 1941 ook Nederlands-Indië bezette, was het tevens voor deze kolonie de bevrijding. Nederlanders, die voor 1941 heer en meester waren geweest in het immense land, werden geïnterneerd in kampen en krijgsgevangenen werden tewerkgesteld bij de aanleg van de beruchte Birma-spoorlijn. 3.000 Nederlanders kwamen hierbij om, naast 7.000 Britten en 4.500 Australiërs.

Bevrijdingsposter Ned.-Indië
Propaganda-affiche om de koloniale macht te herstellen

Na de capitulatie werden boven Java strooibiljetten uitgeworpen om de bevolking op de hoogte te brengen. Interessant is dat in de tekst de naam Indonesia gebruikt wordt, de naam die gebruikt werd door de naar onafhankelijkheid strijdende inheemse bevolking.

Strooibiljet Ned.-Indië
Strooibiljet met de naam Indonesia rood onderstreept; de Maleise tekst Djepang soedah menjerah betekent Japan heeft zich overgegeven

Uiteindelijk was dit de opmaat naar Indonesische onafhankelijkheid, die na een lange vrijheidsstrijd in de jaren 1947-1948 uiteindelijk internationaal werd afgedwongen.

Het Indisch Monument in Den Haag (foto: Vlagblog)

De Nationale Herdenking van de Bevrijding van Nederlands-Indië wordt ieder jaar gehouden om 19.00 uur bij het Indisch Monument in Den Haag en wordt live op tv uitgezonden.
Dit jaar zal koning Willem-Alexander een toespraak houden.

Koning Willem-Alexander tijdens zijn toespraak bij het Indisch Monument (screenshot)

Het vlagprotocol schrijft voor dat de Nederlandse vlag in top gaat en dus niet halfstok, zoals bij de Dodenherdenking op 4 mei.

De vlag

Vlag van Nederland

De Nederlandse vlag stamt in oorsprong uit de 16e eeuwse vrijheidsstrijd onder Willem van Oranje tegen de Spaanse overheersers. De eerste versie is de Prinsenvlag, die verschillende verschijningsvormen kende, met een wisselend aantal strepen, maar in het begin bijna altijd met oranje in plaats van het nu gebruikte rood. De kleuren oranje, wit en blauw zelf zouden van de livreikleuren van Willem van Oranje kunnen komen, maar ook zijn er theorieën dat  de kleuren ontleend zijn aan het wapen van Zeeland.

Links: Prinsenvlag met 11 banen / Rechts: Nederlandse vlag met oranje baan

Zeker is in ieder geval, dat geleidelijk aan, tussen 1597 en 1630 het oranje steeds meer werd vervangen door het rood. De reden daarvoor is waarschijnlijk dat de oranje baan in de vlag de neiging had te snel te verkleuren en daarmee bijna onzichtbaar werd. Ook op zee was de oranje baan in de vlag vaak moeilijk te onderscheiden. Rood had dat probleem als ‘sprekender’ kleur niet.

Pas op 19 februari 1937 werden de kleuren van de Nederlandse vlag bij Koninklijk Besluit vastgelegd: De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw. Op 16 augustus 1948 werden de exacte kleuren ten behoeve van de marine iets exacter vastgesteld: helder vermiljoen, wit en kobaltblauw.

Vlag Spaanse Nederlanden

Om in het kort iets te zeggen over twee vlaggen die ook ooit nationale vlaggen waren in wat nu Nederland is:
Vóór de Nederlandse opstand tegen de Spaanse overheersing (de Tachtigjarige Oorlog, 1568-1648) stonden het tegenwoordige Nederland en België sinds 1482 bekend onder de naam Habsburgse of Spaanse Nederlanden.

Links: Vlag van de Habsburgse of Spaanse Nederlanden / Rechts: Kaart van de Spaanse Nederlanden (in oranje), donkerpaars: het Prins-bisdom Luik, roze: het Prinsdom van Stavelot-Malmédy, lichtpaars: het Prins-bisdom van Cambrésis

De vlag die toen gevoerd werd was wit met een rood Bourgondisch kruis, schuingeplaatst in de vorm van twee knoestige stokken. Het lijkt daarmee op het andreaskruis (dat kruis heeft echter geen knoesten).
Met de revolutie van de Noordelijke Nederlanden (nu Nederland) ging dit gebied stukje bij beetje over op het oranje-wit-blauw (zie ook boven).
De Zuidelijke Nederlanden (nu België) bleven de vlag met het kruis gebruiken tot aan 1715, toen dit gebied overging naar Oostenrijk onder de naam Oostenrijkse Nederlanden (met een andere vlag).

Kaart van de Bataafse Republiek in 1801 (door Joostik, gebaseerd op de “Groote historische schoolatlas ten gebruike bij het onderwijs in de vaderlandsche en algemene geschiedenis”, door H. Hattema, 1920) (publiek domein)

Vlag van de Bataafse Republiek

De andere vlag was die van de Bataafse Republiek en daarmee komen we in de tijd van Napoleon.
Daags nadat stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte (19 januari 1795) werd de Bataafse Republiek een feit. Hoewel het op papier een autonome republiek was, was het land in feite een vazalstaat van Frankrijk, eufemistisch een zusterrepubliek genoemd.
Het rood-wit-blauw van de vlag werd gehandhaafd maar in de broektop kwam een afbeelding te staan. Hoewel deze vlag oorspronkelijk als marinevlag werd ingevoerd, werd ze uiteindelijk ook aan land gevoerd.

Vlag van de Bataafse Republiek (1795-1806)

De afbeelding toont een zogenaamde Nederlandse of Bataafse maagd, ook wel de Vrijheidsmaagd genoemd. Haar gouden helm is getooid met veren in de kleur van de Nederlandse of Bataafse vlag. Naast haar zit de Nederlandse of Bataafse leeuw, die enigszins verbijsterd kijkt.
Beiden houden een speer vast, waar bovenop een vrijheidshoed balanceert.
De maagd houdt aan haar andere zijde een schild vast met daarop een Romeinse roedenbundel met bijlen (fasces).
Het hele tafereel is geplaatst op een groene ondergrond met struikgewas en gezien de wapperende sjaal, verentooi en leeuwenmanen lijkt het flink te waaien!

Afbeelding op de vlag van de Bataafse Republiek

De afbeelding op de rode baan kwam weer te vervallen in 1806 toen de Bataafse Republiek door Napoleon werd vervangen door het Koninkrijk Holland, waarbij hij zijn derde broer, Lodewijk Napoleon, op de troon zette.
Dit koninkrijk was maar een kort leven beschoren, Napoleon was ontevreden met zijn broer als koning, die hij ‘te Hollands’ vond worden. Hij zette Lodewijk Napoleon in 1810 af en lijfde Nederland bij zijn in 1804 gevormde Franse Keizerrijk in, waardoor de officiële vlag in Nederland de Franse tricolore werd.

Detail uit een kaart van het Franse Keizerrijk in 1810 na inlijving van Nederland (© Andrein, 2015)

Na een desastreus verlopen veldslag van Napoleon in Rusland, begon het keizerrijk te imploderen en verlieten de Fransen Nederland en werd door de geallieerde Europese machten (het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen) in 1813 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in het leven geroepen: Nederland, België en Luxemburg samen onder Koning Willem I, zoon van de laatste stadhouder Willem V.
En daarmee keerde de Nederlandse driekleur definitief terug.

Geuzen

Links: Geus van de Koninklijke Marine (‘dubbele of prinsengeus’) / Rechts: Geus van de watersport (‘enkele geus’ of ‘geusje’)

Tot slot een bekende verschijning op het water: de van de Nederlandse vlag afgeleide geus. Een geus is een vlag die op een schip gevoerd wordt.
We kennen in Nederland twee geuzen.

De eerste, de dubbele of prinsengeus wordt gebruikt door de Koninklijke Marine.
Het is een zogenaamde gegeerde vlag met twaalf segmenten in rood-wit-blauw, de kleuren van de nationale vlag, die krachtens Koninklijk Besluit 315 van 20 juli 1931 officieel werd vastgesteld, maar is terug te voeren tot de Tachtigjarige Oorlog.

De dubbele of prinsengeus wordt gebruikt als een schip op zon- en feestdagen voor anker of aan de kade ligt, als er een buitenlands marineschip in de haven ligt en als een Nederlands marineschip in een buitenlandse haven ligt, maar dus niet als een schip onderweg is.

Twee marineschepen aan de kade in Willemstad, Curaçao, van het linkerschip (de Hr.Ms. Karel Doorman) zien we de achtersteven met de Nederlandse vlag, het schip rechts voert de dubbele of prinsengeus op de boeg (fotograaf onbekend)

Het eenvoudiger ‘broertje’ van de dubbele of prinsengeus is de enkele geus of geusje, eveneens een gegeerde vlag in rood-wit-blauw, maar dan met acht segmenten in plaats van twaalf.
Deze geus wordt gebruikt binnen de watersport en wel door ronde- en platbodemjachten op de botteloef of kluiverboom en door kotters en andere traditioneel getuigde schepen en jachten op de boegspriet.
Ook motorjachten kunnen de enkele geus voeren en wel op het voorschip, maar alleen indien men eveneens de verenigingsstandaard of clubvlag in de top van een mast en hoger dan de geus heeft gezet.

De watersportetiquette in beeld met drie vlaggen: de Nederlandse vlag op de achtersteven, de verenigingsstandaard of clubvlag hoog aan de mast en de enkele geus of geusje op de boeg (fotograaf onbekend)

Cocoseilanden – Introduction Flag / Invoering Vlag (2004)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op deze dag is het 21 jaar geleden dat de eigen vlag van de Cocoseilanden werd ingevoerd.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Australië (publiek domein)

Hoewel we de eilanden in het Nederlands als de Cocoseilanden kennen, wordt de archipel in het Engels officieel met twee namen aangeduid, waarvan één tussen haakjes, als ‘The Territory of the Cocos (Keeling) Islands’.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Indonesië (publiek domein)

Dit kleine Australische territorium ligt ten zuiden van het Indonesische eiland Sumatra, telt 27 eilanden en heeft een totale oppervlakte van 14,2 km², met een bevolking van slechts 593 inwoners (laatste telling uit 2021).

Kaart van de Cocoseilanden (CIA Indian Ocean Atlas, 1976 / publiek domein)

De zes grootste eilanden zijn West Island (Pulu Panjang), Home Island (Pulu Selma), South Island (Pulu Siput), Direction Island (Pulu Tikus), Horsburgh Island (Pulu Luar) en het een stuk noordelijker gelegen North Keeling Island (Pulu Keeling Utara). Slechts de twee eerstgenoemde eilanden zijn bewoond.

Van die twee is West Island het grootste eiland. Hier is het vliegveld gelegen, tevens dient het eiland als hoofdstad. De bevolking van ruim 100 bewoners is grotendeels van Europese afkomst.

Het zuidelijk deel van West Island (Pulu Panjang) met het vliegveld en direct daarnaast de hoofdstad (eveneens West Island geheten), met zijn ruim 100 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld (foto: NASA Earth Observatory, Jesse Allen & Robert Simmon / publiek domein)

Verreweg de meeste mensen (ruim 400, voornamelijk Aziaten) wonen echter aan de overkant van de lagune, in Bantam op Home Island.

Bantam op Home Island, de grootste plaats van de archipel op een postzegel uit 1984 (Australia Post)

Cocos/Keeling

De eilanden werden in 1609 ontdekt door de Britse kapitein William Keeling, die voor de East India Company voer.
Op de terugweg van zijn derde reis naar Zuidoost-Azië (1607-1609) stuitte hij met zijn schip de Red Dragon op de toen nog onbekende en onbewoonde eilanden, dicht begroeid met kokospalmen.

Kaart van de Cocoseilanden (met het noorden rechts) uit circa 1724, getiteld: Platte paskaart van de Cocus-Eylanden, diens Zuydelijks liggende op de Z.Br. van 12 gr. 15 min., en ’t Noordl. op de Z.Br. van 11 gr. 38 à 40 min., Lengte 118 gr., door Silo Godlob (Collectie Nationaal Archief)

Hoewel de eilanden vervolgens naar kapitein Keeling vernoemd werden, beklijfde de naam Cocos Islands in gelijke mate. Zodanig zelfs, dat de eilanden in het Engels nog steeds met twee namen door het leven gaan.

Links: Kapitein William Keeling (1577-1619) op een postzegel van 30 cent uit 1984 (Australia Post) / Rechts: Oceania House, de residentie van de familie Clunies-Ross op West Island, tegenwoordig een bed & breakfast (publiek domein)

Pas vanaf het begin van de 19e eeuw kwam er leven in de brouwerij met de vestiging van de Schotse zakenman John Clunies-Ross, die er een kopra-plantage stichtte. Zijn werkers haalde hij hij zowel uit Nederlands-Indië als Malaya (tegenwoordig Indonesië en Maleisië).
De huidige bevolking stamt van deze arbeiders af.

Vier postzegels uit 2020 waarop vier soorten van betaalmiddelen uitgegeven door de familie Clunies-Ross: papier (linksboven), ivoor (rechtsboven), plastic (linksonder) en metaal (rechtsonder), die laatste munten (uit 1977) waren de laatste uitgaven uit het Clunies-Ross-tijdperk – ontwerp postzegels: Stacey Rass (Australia Post)

In 1857 werden de eilanden voor de Engelse Kroon geclaimd en ingelijfd bij het Britse Imperium. Na eerst vanuit Ceylon nu Sri Lanka) bestuurd te zijn, werd dat later overgedragen aan Singapore (in eerste instantie toen nog onder de naam Straits Settlements).

Ongedateerde foto van een kopraplantage op de Cocoseilanden (publiek domein)

In de praktijk werden de eilanden echter bestuurd door de familie Clunies-Ross. In 1866 verzekerde Koningin Victoria de familie dat ze het recht hadden de eilanden ‘voor altijd’ te behouden.

Australië

De laatste ‘verhuizing’ was die van 23 november 1955, toen het (officiële) bestuur overging van de Kolonie Singapore naar het Gemenebest Australië. In de dagelijkse praktijk was vrijwel de hele archipel echter nog steeds privé-bezit van de familie Clunies-Ross, die de eilanden op een feodale manier bestuurden.

Kaart van de Cocoseilanden uit 1958 gezien vanuit het westen (publiek domein)

Australië kreeg hier in de jaren ’70 van de vorige eeuw zo genoeg van, dat ze de Clunies-Ross-clan dwongen de eilanden van de hand te doen. In 1978 betaalde de Australische regering 6.250.000 Australische dollars voor de acquisitie. Hoofd van het familiebedrijf (net als zijn voorvader John Clunies-Ross geheten) verhuisde daarna naar Perth, West-Australië, maar een aantal familieleden verkoos op de eilanden te blijven, nu als gewone burgers.

Referendum

Op 6 april 1984 werd er een zelfbeschikkings-referendum op de Cocoseilanden gehouden, waarbij men uit drie mogelijkheden kon kiezen: volledige onafhankelijkheid, vrije associatie of onderdeel van Australië worden. Alle 261 Cocoseilanders met stemrecht, waaronder de overgebleven leden van de Clunies-Ross-familie, brachten hun stem uit.
De uitslag was 229 stemmen voor volledige integratie met Australië, 21 voor vrije associatie en 9 voor onafhankelijkheid. Twee stembiljetten werden ongeldig verklaard.
Sindsdien zijn de Cocoseilanden administratief gezien onderdeel van de Australische deelstaat West-Australië.

Het onbewoonde North Keeling Island (Pulu Keeling Utara) (fotograaf onbekend)

De archipel heeft als ‘hoofd’ een Australische bewindvoerder, die overigens niet op de eilanden aanwezig is. Dezelfde bewindvoerder heeft ook Christmas Island onder zich. Beide gebieden samen vormen de Australian Indian Ocean Territories.
Bewindvoerder sinds 5 oktober 2017 is Natasha Griggs.

Links: Natasha Griggs (1969), bewindvoerder van de Australian Indian Ocean Territories (publiek domein) / Rechts: Aindil Minkom, voorzitter van de Shire of Cocos (Keeling) Islands (publiek domein)

Daarnaast is er ter plekke ook een soort gemeenteraad for lokale kwesties onder de naam Shire of Cocos (Keeling) Islands. Voorzitter van de Shire is sinds dit jaar Aindil Minkom, de termijn is vier jaar.

Het lokale bestuur (The Shire) bevindt zich op Home Island (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van de Cocoseilanden (2004-heden)

De vlag van de Cocoseilanden is groen met in het kanton een gele cirkel waarin een kokospalm in natuurlijke kleuren is geplaatst. Een gele halve maan in het midden van de vlag, ernaast in het uitwaaiende gedeelte het eveneens in geel afgebeelde sterrenbeeld Zuiderkruis.

Over de ouderdom van de vlag bestaat enige verwarring. Officieel wordt volgehouden dat de vlag in 2003 ontworpen werd door Cocoseilander Mohammed Minkom. Dat hij de vlag ontworpen heeft staat vast, maar de vlag is ouder dan 2003.
Ze werd reeds in 1995 ontworpen en wel voor de Taman Mudi Youth Group. Minkom heeft dit in 2019 zelf bevestigd in een gesprek met het Australische ABC Radio Perth. Wat ook vaststaat is dat de vlag op 6 april 2004 van jeugdgroepvlag ‘bevorderd’ werd naar territoriumvlag.

Mohammed Minkom met de door hem ontworpen vlag in 2019 (fotograaf onbekend)

Wat het ontwerp betreft: groen is de kleur van de islam (driekwart van de bevolking is moslim). De kleuren groen en geel samen worden in moederland Australië wel gezien als nationale (sport)kleuren.
De halve maan staat eveneens voor de islam, terwijl het sterrenbeeld Zuiderkruis is overgenomen van de Australische vlag.
De kokospalm kon natuurlijk niet ontbreken op de vlag van een archipel met de naam Cocos Islands. Kopra, het vruchtvlees van de kokosnoot, is altijd het belangrijkste exportproduct geweest.

Toeristenkaart van de Cocoseilanden (© Mapsland.com)

Tot slot nog iets over de kleur van de vlag: voor zover bekend zijn er nooit vlagspecificaties vastgesteld, waardoor sommige details, zoals kleur en afbeeldingen min of meer ‘vogelvrij’ zijn.
Dat zien we bijvoorbeeld in de kleur groen van de vlag, die voorkomt in verschillende tinten, van helder naar donker.

Op de foto bij dit artikel van ontwerper Mohammed Minkom met zijn exemplaar van de vlag, zien we een duidelijk donkerder groen dan op de afbeeldingen die we doorgaans zien op internationale vlaggenoverzichten.
En ook de vlag in gebruik bij Vlagblog is van een heldergroene kleur.
Eenzelfde variatie zien we bij kokospalm in de broektop: die komt in allerlei versies voor!

Cocoseilanden – Transfer of Power to Australia / Machtsoverdracht naar Australië (1955)

Deze dag markeert de overgang van de Cocoseilanden van Singapore naar Australië in 1955, vandaag dus 69 jaar geleden.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Australië (publiek domein)

Hoewel we de eilanden in het Nederlands als de Cocoseilanden kennen, wordt de archipel in het Engels officieel met twee namen aangeduid, waarvan één tussen haakjes, als ‘The Territory of the Cocos (Keeling) Islands’.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Indonesië (publiek domein)

Dit kleine Australische territorium ligt ten zuiden van het Indonesische eiland Sumatra, telt 27 eilanden en heeft een totale oppervlakte van 14,2 km², met een bevolking van slechts 544 inwoners (laatste telling uit 2017).

Kaart van de Cocoseilanden (CIA Indian Ocean Atlas, 1976 / publiek domein)

De zes grootste eilanden zijn West Island (Pulu Panjang), Home Island (Pulu Selma), South Island (Pulu Siput), Direction Island (Pulu Tikus), Horsburgh Island (Pulu Luar) en het een stuk noordelijker gelegen North Keeling Island (Pulu Keeling Utara). Slechts de twee eerstgenoemde eilanden zijn bewoond.

Van die twee is West Island het grootste eiland. Hier is het vliegveld gelegen, tevens dient het eiland als hoofdstad. De bevolking van ruim 100 bewoners is grotendeels van Europese afkomst.

Het zuidelijk deel van West Island (Pulu Panjang) met het vliegveld en direct daarnaast de hoofdstad (eveneens West Island geheten), met zijn ruim 100 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld (foto: NASA Earth Observatory, Jesse Allen & Robert Simmon / publiek domein)

Verreweg de meeste mensen (ruim 400, voornamelijk Aziaten) wonen echter aan de overkant van de lagune, in Bantam op Home Island.

Bantam op Home Island, de grootste plaats van de archipel op een postzegel uit 1984 (Australia Post)

Cocos/Keeling

De eilanden werden in 1609 ontdekt door de Britse kapitein William Keeling, die voor de East India Company voer.
Op de terugweg van zijn derde reis naar Zuidoost-Azië (1607-1609) stuitte hij met zijn schip de Red Dragon op de toen nog onbekende en onbewoonde eilanden, dicht begroeid met kokospalmen.

Kaart van de Cocoseilanden (met het noorden rechts) uit circa 1724, getiteld: Platte paskaart van de Cocus-Eylanden, diens Zuydelijks liggende op de Z.Br. van 12 gr. 15 min., en ’t Noordl. op de Z.Br. van 11 gr. 38 à 40 min., Lengte 118 gr., door Silo Godlob (Collectie Nationaal Archief)

Hoewel de eilanden vervolgens naar kapitein Keeling vernoemd werden, beklijfde de naam Cocos Islands in gelijke mate. Zodanig zelfs, dat de eilanden in het Engels nog steeds met twee namen door het leven gaan.

Links: Kapitein William Keeling (1577-1619) op een postzegel van 30 cent uit 1984 (Australia Post) / Rechts: Oceania House, de residentie van de familie Clunies-Ross op West Island, tegenwoordig een bed & breakfast (publiek domein)

Pas vanaf het begin van de 19e eeuw kwam er leven in de brouwerij met de vestiging van de Schotse zakenman John Clunies-Ross, die er een kopra-plantage stichtte. Zijn werkers haalde hij hij zowel uit Nederlands-Indië als Malaya (tegenwoordig Indonesië en Maleisië).
De huidige bevolking stamt van deze arbeiders af.

Vier postzegels uit 2020 waarop vier soorten van betaalmiddelen uitgegeven door de familie Clunies-Ross: papier (linksboven), ivoor (rechtsboven), plastic (linksonder) en metaal (rechtsonder), die laatste munten (uit 1977) waren de laatste uitgaven uit het Clunies-Ross-tijdperk – ontwerp postzegels: Stacey Rass (Australia Post)

In 1857 werden de eilanden voor de Engelse Kroon geclaimd en ingelijfd bij het Britse Imperium. Na eerst vanuit Ceylon nu Sri Lanka) bestuurd te zijn, werd dat later overgedragen aan Singapore (in eerste instantie toen nog onder de naam Straits Settlements).

Ongedateerde foto van een kopraplantage op de Cocoseilanden (publiek domein)

In de praktijk werden de eilanden echter bestuurd door de familie Clunies-Ross. In 1866 verzekerde Koningin Victoria de familie dat ze het recht hadden de eilanden ‘voor altijd’ te behouden.

Australië

De laatste ‘verhuizing’ was die van 23 november 1955, toen het (officiële) bestuur overging van de Kolonie Singapore naar het Gemenebest Australië. In de dagelijkse praktijk was vrijwel de hele archipel echter nog steeds privé-bezit van de familie Clunies-Ross, die de eilanden op een feodale manier bestuurden.

Kaart van de Cocoseilanden uit 1958 gezien vanuit het westen (publiek domein)

Australië kreeg hier in de jaren ’70 van de vorige eeuw zo genoeg van, dat ze de Clunies-Ross-clan dwongen de eilanden van de hand te doen. In 1978 betaalde de Australische regering 6.250.000 Australische dollars voor de acquisitie. Hoofd van het familiebedrijf (net als zijn voorvader John Clunies-Ross geheten) verhuisde daarna naar Perth, West-Australië, maar een aantal familieleden verkoos op de eilanden te blijven, nu als gewone burgers.

Referendum

Op 6 april 1984 werd er een zelfbeschikkings-referendum op de Cocoseilanden gehouden, waarbij men uit drie mogelijkheden kon kiezen: volledige onafhankelijkheid, vrije associatie of onderdeel van Australië worden. Alle 261 Cocoseilanders met stemrecht, waaronder de overgebleven leden van de Clunies-Ross-familie, brachten hun stem uit.
De uitslag was 229 stemmen voor volledige integratie met Australië, 21 voor vrije associatie en 9 voor onafhankelijkheid. Twee stembiljetten werden ongeldig verklaard.
Sindsdien zijn de Cocoseilanden administratief gezien onderdeel van de Australische deelstaat West-Australië.

Het onbewoonde North Keeling Island (Pulu Keeling Utara) (fotograaf onbekend)

De archipel heeft als ‘hoofd’ een Australische bewindvoerder, die overigens niet op de eilanden aanwezig is. Dezelfde bewindvoerder heeft ook Christmas Island onder zich. Beide gebieden samen vormen de Australian Indian Ocean Territories.
Bewindvoerder was tot voor kort de op 5 oktober 2017 aangestelde Natasha Griggs. Haar termijn liep af op 4 oktober 2022 ruim een jaar geleden, maar er is tot op heden nog geen nieuwe bewindvoerder benoemd, het sollicitatieproces loopt nog, wel is er een interim-bewindvoerder benoemd: Sarah Vandenbroek.

Natasha Griggs (rechts) de vorige bewindvoerder van de de Australian Indian Ocean Territories, met haar interim-opvolgster Sarah Vandenbroek (foto: Natasha Griggs’ Facebook-pagina)
Aindil Minkom, voorzitter van de Shire of Cocos (Keeling) Islands (publiek domein)

Daarnaast is er ter plekke ook een soort gemeenteraad for lokale kwesties onder de naam Shire of Cocos (Keeling) Islands. Voorzitter van de Shire is sinds 2021 Aindil Minkom, de termijn is vier jaar.

Het lokale bestuur (The Shire) bevindt zich op Home Island (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van de Cocoseilanden (2004-heden)

De vlag van de Cocoseilanden is groen met in het kanton een gele cirkel waarin een kokospalm in natuurlijke kleuren is geplaatst. Een gele halve maan in het midden van de vlag, ernaast in het uitwaaiende gedeelte het eveneens in geel afgebeelde sterrenbeeld Zuiderkruis.

Over de ouderdom van de vlag bestaat enige verwarring. Officieel wordt volgehouden dat de vlag in 2003 ontworpen werd door Cocoseilander Mohammed Minkom. Dat hij de vlag ontworpen heeft staat vast, maar de vlag is ouder dan 2003.
Ze werd reeds in 1995 ontworpen en wel voor de Taman Mudi Youth Group. Minkom heeft dit in 2019 zelf bevestigd in een gesprek met het Australische ABC Radio Perth. Wat ook vaststaat is dat de vlag op 6 april 2004 van jeugdgroepvlag ‘bevorderd’ werd naar territoriumvlag.

Mohammed Minkom met de door hem ontworpen vlag in 2019 (fotograaf onbekend)

Wat het ontwerp betreft: groen is de kleur van de islam (driekwart van de bevolking is moslim). De kleuren groen en geel samen worden in moederland Australië wel gezien als nationale (sport)kleuren.
De halve maan staat eveneens voor de islam, terwijl het sterrenbeeld Zuiderkruis is overgenomen van de Australische vlag.
De kokospalm kon natuurlijk niet ontbreken op de vlag van een archipel met de naam Cocos Islands. Kopra, het vruchtvlees van de kokosnoot, is altijd het belangrijkste exportproduct geweest.

Toeristenkaart van de Cocoseilanden (© Mapsland.com)

Tot slot nog iets over de kleur van de vlag: voor zover bekend zijn er nooit vlagspecificaties vastgesteld, waardoor sommige details, zoals kleur en afbeeldingen min of meer ‘volgevrij’ zijn.
Dat zien we bijvoorbeeld in de kleur groen van de vlag, die voorkomt in verschillende tinten, van helder naar donker.

Op de foto bij dit artikel van ontwerper Mohammed Minkom met zijn exemplaar van de vlag, zien we een duidelijk donkerder groen dan op de afbeeldingen die we doorgaans zien op internationale vlaggenoverzichten.
En ook de vlag in gebruik bij Vlagblog is van een heldergroene kleur.
Eenzelfde variatie zien we bij kokospalm in de broektop: die komt in allerlei versies voor!

Nederland – Bevrijding Nederlands-Indië (1945)

Vier vlaggen vandaag. Vlag 4:

Vandaag wordt herdacht dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan. De afloop werd zeker bespoedigd door de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, waarbij zo’n 2.500 mensen omkwamen en honderdduizenden daarna aan stralingsziekte zouden bezwijken.

Kaart Ned.-Indië
Schoolkaart van Nederlands-Indië (© W.J. Thieme & Cie)

Aangezien Japan sinds maart 1941 ook Nederlands-Indië bezette, was het tevens voor deze kolonie de bevrijding. Nederlanders, die voor 1941 heer en meester waren geweest in het immense land, werden geïnterneerd in kampen en krijgsgevangenen werden tewerkgesteld bij de aanleg van de beruchte Birma-spoorlijn. 3.000 Nederlanders kwamen hierbij om, naast 7.000 Britten en 4.500 Australiërs.

Bevrijdingsposter Ned.-Indië
Propaganda-affiche om de koloniale macht te herstellen

Na de capitulatie werden boven Java strooibiljetten uitgeworpen om de bevolking op de hoogte te brengen. Interessant is dat in de tekst de naam Indonesia gebruikt wordt, de naam die gebruikt werd door de naar onafhankelijkheid strijdende inheemse bevolking.

Strooibiljet Ned.-Indië
Strooibiljet met de naam Indonesia rood onderstreept; de Maleise tekst Djepang soedah menjerah betekent Japan heeft zich overgegeven

Uiteindelijk was dit de opmaat naar Indonesische onafhankelijkheid, die na een lange vrijheidsstrijd in de jaren 1947-1948 uiteindelijk internationaal werd afgedwongen.

De Nationale Herdenking van de Bevrijding van Nederlands-Indië wordt ieder jaar gehouden om 19.00 uur bij het Indisch Monument in Den Haag en wordt live op tv uitgezonden.

Het Indisch Monument in Den Haag (foto: Vlagblog)

Het vlagprotocol schrijft voor dat de Nederlandse vlag in top gaat en dus niet halfstok, zoals bij de Dodenherdenking op 4 mei.

De vlag

Vlag van Nederland

De Nederlandse vlag stamt in oorsprong uit de 16e eeuwse vrijheidsstrijd onder Willem van Oranje tegen de Spaanse overheersers. De eerste versie is de Prinsenvlag, die verschillende verschijningsvormen kende, met een wisselend aantal strepen, maar in het begin bijna altijd met oranje in plaats van het nu gebruikte rood. De kleuren oranje, wit en blauw zelf zouden van de livreikleuren van Willem van Oranje kunnen komen, maar ook zijn er theorieën dat  de kleuren ontleend zijn aan het wapen van Zeeland.

Links: Prinsenvlag met 11 banen / Rechts: Nederlandse vlag met oranje baan

Zeker is in ieder geval, dat geleidelijk aan, tussen 1597 en 1630 het oranje steeds meer werd vervangen door het rood. De reden daarvoor is waarschijnlijk dat de oranje baan in de vlag de neiging had te snel te verkleuren en daarmee bijna onzichtbaar werd. Ook op zee was de oranje baan in de vlag vaak moeilijk te onderscheiden. Rood had dat probleem als ‘sprekender’ kleur niet.

Pas op 19 februari 1937 werden de kleuren van de Nederlandse vlag bij Koninklijk Besluit vastgelegd: De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw. Op 16 augustus 1948 werden de exacte kleuren ten behoeve van de marine iets exacter vastgesteld: helder vermiljoen, wit en kobaltblauw.

Vlag Spaanse Nederlanden

Om in het kort iets te zeggen over twee vlaggen die ook ooit nationale vlaggen waren in wat nu Nederland is:
Vóór de Nederlandse opstand tegen de Spaanse overheersing (de Tachtigjarige Oorlog, 1568-1648) stonden het tegenwoordige Nederland en België sinds 1482 bekend onder de naam Habsburgse of Spaanse Nederlanden.

Links: Vlag van de Habsburgse of Spaanse Nederlanden / Rechts: Kaart van de Spaanse Nederlanden (in oranje), donkerpaars: het Prins-bisdom Luik, roze: het Prinsdom van Stavelot-Malmédy, lichtpaars: het Prins-bisdom van Cambrésis

De vlag die toen gevoerd werd was wit met een rood Bourgondisch kruis, schuingeplaatst in de vorm van twee knoestige stokken. Het lijkt daarmee op het andreaskruis (dat kruis heeft echter geen knoesten).
Met de revolutie van de Noordelijke Nederlanden (nu Nederland) ging dit gebied stukje bij beetje over op het oranje-wit-blauw (zie ook boven).
De Zuidelijke Nederlanden (nu België) bleven de vlag met het kruis gebruiken tot aan 1715, toen dit gebied overging naar Oostenrijk onder de naam Oostenrijkse Nederlanden (met een andere vlag).

Kaart van de Bataafse Republiek in 1801 (door Joostik, gebaseerd op de “Groote historische schoolatlas ten gebruike bij het onderwijs in de vaderlandsche en algemene geschiedenis”, door H. Hattema, 1920) (publiek domein)

Vlag van de Bataafse Republiek

De andere vlag was die van de Bataafse Republiek en daarmee komen we in de tijd van Napoleon.
Daags nadat stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte (19 januari 1795) werd de Bataafse Republiek een feit. Hoewel het op papier een autonome republiek was, was het land in feite een vazalstaat van Frankrijk, eufemistisch een zusterrepubliek genoemd.
Het rood-wit-blauw van de vlag werd gehandhaafd maar in de broektop kwam een afbeelding te staan. Hoewel deze vlag oorspronkelijk als marinevlag werd ingevoerd, werd ze uiteindelijk ook aan land gevoerd.

Vlag van de Bataafse Republiek (1795-1806)

De afbeelding toont een zogenaamde Nederlandse of Bataafse maagd, ook wel de Vrijheidsmaagd genoemd. Haar gouden helm is getooid met veren in de kleur van de Nederlandse of Bataafse vlag. Naast haar zit de Nederlandse of Bataafse leeuw, die enigszins verbijsterd kijkt.
Beiden houden een speer vast, waar bovenop een vrijheidshoed balanceert.
De maagd houdt aan haar andere zijde een schild vast met daarop een Romeinse roedenbundel met bijlen (fasces).
Het hele tafereel is geplaatst op een groene ondergrond met struikgewas en gezien de wapperende sjaal, verentooi en leeuwenmanen lijkt het flink te waaien!

Afbeelding op de vlag van de Bataafse Republiek

De afbeelding op de rode baan kwam weer te vervallen in 1806 toen de Bataafse Republiek door Napoleon werd vervangen door het Koninkrijk Holland, waarbij hij zijn derde broer, Lodewijk Napoleon, op de troon zette.
Dit koninkrijk was maar een kort leven beschoren, Napoleon was ontevreden met zijn broer als koning, die hij ‘te Hollands’ vond worden. Hij zette Lodewijk Napoleon in 1810 af en lijfde Nederland bij zijn in 1804 gevormde Franse Keizerrijk in, waardoor de officiële vlag in Nederland de Franse tricolore werd.

Detail uit een kaart van het Franse Keizerrijk in 1810 na inlijving van Nederland (© Andrein, 2015)

Na een desastreus verlopen veldslag van Napoleon in Rusland, begon het keizerrijk te imploderen en verlieten de Fransen Nederland en werd door de geallieerde Europese machten (het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen) in 1813 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in het leven geroepen: Nederland, België en Luxemburg samen onder Koning Willem I, zoon van de laatste stadhouder Willem V.
En daarmee keerde de Nederlandse driekleur definitief terug.

Geuzen

Links: Geus van de Koninklijke Marine (‘dubbele of prinsengeus’) / Rechts: Geus van de watersport (‘enkele geus’ of ‘geusje’)

Tot slot een bekende verschijning op het water: de van de Nederlandse vlag afgeleide geus. Een geus is een vlag die op een schip gevoerd wordt.
We kennen in Nederland twee geuzen.

De eerste, de dubbele of prinsengeus wordt gebruikt door de Koninklijke Marine.
Het is een zogenaamde gegeerde vlag met twaalf segmenten in rood-wit-blauw, de kleuren van de nationale vlag, die krachtens Koninklijk Besluit 315 van 20 juli 1931 officieel werd vastgesteld, maar is terug te voeren tot de Tachtigjarige Oorlog.

De dubbele of prinsengeus wordt gebruikt als een schip op zon- en feestdagen voor anker of aan de kade ligt, als er een buitenlands marineschip in de haven ligt en als een Nederlands marineschip in een buitenlandse haven ligt, maar dus niet als een schip onderweg is.

Twee marineschepen aan de kade in Willemstad, Curaçao, van het linkerschip (de Hr.Ms. Karel Doorman) zien we de achtersteven met de Nederlandse vlag, het schip rechts voert de dubbele of prinsengeus op de boeg (fotograaf onbekend)

Het eenvoudiger ‘broertje’ van de dubbele of prinsengeus is de enkele geus of geusje, eveneens een gegeerde vlag in rood-wit-blauw, maar dan met acht segmenten in plaats van twaalf.
Deze geus wordt gebruikt binnen de watersport en wel door ronde- en platbodemjachten op de botteloef of kluiverboom en door kotters en andere traditioneel getuigde schepen en jachten op de boegspriet.
Ook motorjachten kunnen de enkele geus voeren en wel op het voorschip, maar alleen indien men eveneens de verenigingsstandaard of clubvlag in de top van een mast en hoger dan de geus heeft gezet.

De watersportetiquette in beeld met drie vlaggen: de Nederlandse vlag op de achtersteven, de verenigingsstandaard of clubvlag hoog aan de mast en de enkele geus of geusje op de boeg (fotograaf onbekend)

Cocoseilanden – Introduction Flag / Invoering Vlag (2004)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op deze dag is het 20 jaar geleden dat de eigen vlag van de Cocoseilanden werd ingevoerd.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Australië (publiek domein)

Hoewel we de eilanden in het Nederlands als de Cocoseilanden kennen, wordt de archipel in het Engels officieel met twee namen aangeduid, waarvan één tussen haakjes, als ‘The Territory of the Cocos (Keeling) Islands’.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Indonesië (publiek domein)

Dit kleine Australische territorium ligt ten zuiden van het Indonesische eiland Sumatra, telt 27 eilanden en heeft een totale oppervlakte van 14,2 km², met een bevolking van slechts 593 inwoners (laatste telling uit 2021).

Kaart van de Cocoseilanden (CIA Indian Ocean Atlas, 1976 / publiek domein)

De zes grootste eilanden zijn West Island (Pulu Panjang), Home Island (Pulu Selma), South Island (Pulu Siput), Direction Island (Pulu Tikus), Horsburgh Island (Pulu Luar) en het een stuk noordelijker gelegen North Keeling Island (Pulu Keeling Utara). Slechts de twee eerstgenoemde eilanden zijn bewoond.

Van die twee is West Island het grootste eiland. Hier is het vliegveld gelegen, tevens dient het eiland als hoofdstad. De bevolking van ruim 100 bewoners is grotendeels van Europese afkomst.

Het zuidelijk deel van West Island (Pulu Panjang) met het vliegveld en direct daarnaast de hoofdstad (eveneens West Island geheten), met zijn ruim 100 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld (foto: NASA Earth Observatory, Jesse Allen & Robert Simmon / publiek domein)

Verreweg de meeste mensen (ruim 400, voornamelijk Aziaten) wonen echter aan de overkant van de lagune, in Bantam op Home Island.

Bantam op Home Island, de grootste plaats van de archipel op een postzegel uit 1984 (Australia Post)

Cocos/Keeling

De eilanden werden in 1609 ontdekt door de Britse kapitein William Keeling, die voor de East India Company voer.
Op de terugweg van zijn derde reis naar Zuidoost-Azië (1607-1609) stuitte hij met zijn schip de Red Dragon op de toen nog onbekende en onbewoonde eilanden, dicht begroeid met kokospalmen.

Kaart van de Cocoseilanden (met het noorden rechts) uit circa 1724, getiteld: Platte paskaart van de Cocus-Eylanden, diens Zuydelijks liggende op de Z.Br. van 12 gr. 15 min., en ’t Noordl. op de Z.Br. van 11 gr. 38 à 40 min., Lengte 118 gr., door Silo Godlob (Collectie Nationaal Archief)

Hoewel de eilanden vervolgens naar kapitein Keeling vernoemd werden, beklijfde de naam Cocos Islands in gelijke mate. Zodanig zelfs, dat de eilanden in het Engels nog steeds met twee namen door het leven gaan.

Links: Kapitein William Keeling (1577-1619) op een postzegel van 30 cent uit 1984 (Australia Post) / Rechts: Oceania House, de residentie van de familie Clunies-Ross op West Island, tegenwoordig een bed & breakfast (publiek domein)

Pas vanaf het begin van de 19e eeuw kwam er leven in de brouwerij met de vestiging van de Schotse zakenman John Clunies-Ross, die er een kopra-plantage stichtte. Zijn werkers haalde hij hij zowel uit Nederlands-Indië als Malaya (tegenwoordig Indonesië en Maleisië).
De huidige bevolking stamt van deze arbeiders af.

Vier postzegels uit 2020 waarop vier soorten van betaalmiddelen uitgegeven door de familie Clunies-Ross: papier (linksboven), ivoor (rechtsboven), plastic (linksonder) en metaal (rechtsonder), die laatste munten (uit 1977) waren de laatste uitgaven uit het Clunies-Ross-tijdperk – ontwerp postzegels: Stacey Rass (Australia Post)

In 1857 werden de eilanden voor de Engelse Kroon geclaimd en ingelijfd bij het Britse Imperium. Na eerst vanuit Ceylon nu Sri Lanka) bestuurd te zijn, werd dat later overgedragen aan Singapore (in eerste instantie toen nog onder de naam Straits Settlements).

Ongedateerde foto van een kopraplantage op de Cocoseilanden (publiek domein)

In de praktijk werden de eilanden echter bestuurd door de familie Clunies-Ross. In 1866 verzekerde Koningin Victoria de familie dat ze het recht hadden de eilanden ‘voor altijd’ te behouden.

Australië

De laatste ‘verhuizing’ was die van 23 november 1955, toen het (officiële) bestuur overging van de Kolonie Singapore naar het Gemenebest Australië. In de dagelijkse praktijk was vrijwel de hele archipel echter nog steeds privé-bezit van de familie Clunies-Ross, die de eilanden op een feodale manier bestuurden.

Kaart van de Cocoseilanden uit 1958 gezien vanuit het westen (publiek domein)

Australië kreeg hier in de jaren ’70 van de vorige eeuw zo genoeg van, dat ze de Clunies-Ross-clan dwongen de eilanden van de hand te doen. In 1978 betaalde de Australische regering 6.250.000 Australische dollars voor de acquisitie. Hoofd van het familiebedrijf (net als zijn voorvader John Clunies-Ross geheten) verhuisde daarna naar Perth, West-Australië, maar een aantal familieleden verkoos op de eilanden te blijven, nu als gewone burgers.

Referendum

Op 6 april 1984 werd er een zelfbeschikkings-referendum op de Cocoseilanden gehouden, waarbij men uit drie mogelijkheden kon kiezen: volledige onafhankelijkheid, vrije associatie of onderdeel van Australië worden. Alle 261 Cocoseilanders met stemrecht, waaronder de overgebleven leden van de Clunies-Ross-familie, brachten hun stem uit.
De uitslag was 229 stemmen voor volledige integratie met Australië, 21 voor vrije associatie en 9 voor onafhankelijkheid. Twee stembiljetten werden ongeldig verklaard.
Sindsdien zijn de Cocoseilanden administratief gezien onderdeel van de Australische deelstaat West-Australië.

Het onbewoonde North Keeling Island (Pulu Keeling Utara) (fotograaf onbekend)

De archipel heeft als ‘hoofd’ een Australische bewindvoerder, die overigens niet op de eilanden aanwezig is. Dezelfde bewindvoerder heeft ook Christmas Island onder zich. Beide gebieden samen vormen de Australian Indian Ocean Territories.
Bewindvoerder sinds 5 oktober 2017 is Natasha Griggs.

Links: Natasha Griggs (1969), bewindvoerder van de Australian Indian Ocean Territories (publiek domein) / Rechts: Aindil Minkom, voorzitter van de Shire of Cocos (Keeling) Islands (publiek domein)

Daarnaast is er ter plekke ook een soort gemeenteraad for lokale kwesties onder de naam Shire of Cocos (Keeling) Islands. Voorzitter van de Shire is sinds dit jaar Aindil Minkom, de termijn is vier jaar.

Het lokale bestuur (The Shire) bevindt zich op Home Island (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van de Cocoseilanden (2004-heden)

De vlag van de Cocoseilanden is groen met in het kanton een gele cirkel waarin een kokospalm in natuurlijke kleuren is geplaatst. Een gele halve maan in het midden van de vlag, ernaast in het uitwaaiende gedeelte het eveneens in geel afgebeelde sterrenbeeld Zuiderkruis.

Over de ouderdom van de vlag bestaat enige verwarring. Officieel wordt volgehouden dat de vlag in 2003 ontworpen werd door Cocoseilander Mohammed Minkom. Dat hij de vlag ontworpen heeft staat vast, maar de vlag is ouder dan 2003.
Ze werd reeds in 1995 ontworpen en wel voor de Taman Mudi Youth Group. Minkom heeft dit in 2019 zelf bevestigd in een gesprek met het Australische ABC Radio Perth. Wat ook vaststaat is dat de vlag op 6 april 2004 van jeugdgroepvlag ‘bevorderd’ werd naar territoriumvlag.

Mohammed Minkom met de door hem ontworpen vlag in 2019 (fotograaf onbekend)

Wat het ontwerp betreft: groen is de kleur van de islam (driekwart van de bevolking is moslim). De kleuren groen en geel samen worden in moederland Australië wel gezien als nationale (sport)kleuren.
De halve maan staat eveneens voor de islam, terwijl het sterrenbeeld Zuiderkruis is overgenomen van de Australische vlag.
De kokospalm kon natuurlijk niet ontbreken op de vlag van een archipel met de naam Cocos Islands. Kopra, het vruchtvlees van de kokosnoot, is altijd het belangrijkste exportproduct geweest.

Toeristenkaart van de Cocoseilanden (© Mapsland.com)

Tot slot nog iets over de kleur van de vlag: voor zover bekend zijn er nooit vlagspecificaties vastgesteld, waardoor sommige details, zoals kleur en afbeeldingen min of meer ‘vogelvrij’ zijn.
Dat zien we bijvoorbeeld in de kleur groen van de vlag, die voorkomt in verschillende tinten, van helder naar donker.

Op de foto bij dit artikel van ontwerper Mohammed Minkom met zijn exemplaar van de vlag, zien we een duidelijk donkerder groen dan op de afbeeldingen die we doorgaans zien op internationale vlaggenoverzichten.
En ook de vlag in gebruik bij Vlagblog is van een heldergroene kleur.
Eenzelfde variatie zien we bij kokospalm in de broektop: die komt in allerlei versies voor!

Cocoseilanden – Transfer of Power to Australia / Machtsoverdracht naar Australië (1955)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 2:

Deze dag markeert de overgang van de Cocoseilanden van Singapore naar Australië in 1955, vandaag dus 68 jaar geleden.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Australië (publiek domein)

Hoewel we de eilanden in het Nederlands als de Cocoseilanden kennen, wordt de archipel in het Engels officieel met twee namen aangeduid, waarvan één tussen haakjes, als ‘The Territory of the Cocos (Keeling) Islands’.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Indonesië (publiek domein)

Dit kleine Australische territorium ligt ten zuiden van het Indonesische eiland Sumatra, telt 27 eilanden en heeft een totale oppervlakte van 14,2 km², met een bevolking van slechts 544 inwoners (laatste telling uit 2017).

Kaart van de Cocoseilanden (CIA Indian Ocean Atlas, 1976 / publiek domein)

De zes grootste eilanden zijn West Island (Pulu Panjang), Home Island (Pulu Selma), South Island (Pulu Siput), Direction Island (Pulu Tikus), Horsburgh Island (Pulu Luar) en het een stuk noordelijker gelegen North Keeling Island (Pulu Keeling Utara). Slechts de twee eerstgenoemde eilanden zijn bewoond.

Van die twee is West Island het grootste eiland. Hier is het vliegveld gelegen, tevens dient het eiland als hoofdstad. De bevolking van ruim 100 bewoners is grotendeels van Europese afkomst.

Het zuidelijk deel van West Island (Pulu Panjang) met het vliegveld en direct daarnaast de hoofdstad (eveneens West Island geheten), met zijn ruim 100 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld (foto: NASA Earth Observatory, Jesse Allen & Robert Simmon / publiek domein)

Verreweg de meeste mensen (ruim 400, voornamelijk Aziaten) wonen echter aan de overkant van de lagune, in Bantam op Home Island.

Bantam op Home Island, de grootste plaats van de archipel op een postzegel uit 1984 (Australia Post)

Cocos/Keeling

De eilanden werden in 1609 ontdekt door de Britse kapitein William Keeling, die voor de East India Company voer.
Op de terugweg van zijn derde reis naar Zuidoost-Azië (1607-1609) stuitte hij met zijn schip de Red Dragon op de toen nog onbekende en onbewoonde eilanden, dicht begroeid met kokospalmen.

Kaart van de Cocoseilanden (met het noorden rechts) uit circa 1724, getiteld: Platte paskaart van de Cocus-Eylanden, diens Zuydelijks liggende op de Z.Br. van 12 gr. 15 min., en ’t Noordl. op de Z.Br. van 11 gr. 38 à 40 min., Lengte 118 gr., door Silo Godlob (Collectie Nationaal Archief)

Hoewel de eilanden vervolgens naar kapitein Keeling vernoemd werden, beklijfde de naam Cocos Islands in gelijke mate. Zodanig zelfs, dat de eilanden in het Engels nog steeds met twee namen door het leven gaan.

Links: Kapitein William Keeling (1577-1619) op een postzegel van 30 cent uit 1984 (Australia Post) / Rechts: Oceania House, de residentie van de familie Clunies-Ross op West Island, tegenwoordig een bed & breakfast (publiek domein)

Pas vanaf het begin van de 19e eeuw kwam er leven in de brouwerij met de vestiging van de Schotse zakenman John Clunies-Ross, die er een kopra-plantage stichtte. Zijn werkers haalde hij hij zowel uit Nederlands-Indië als Malaya (tegenwoordig Indonesië en Maleisië).
De huidige bevolking stamt van deze arbeiders af.

Vier postzegels uit 2020 waarop vier soorten van betaalmiddelen uitgegeven door de familie Clunies-Ross: papier (linksboven), ivoor (rechtsboven), plastic (linksonder) en metaal (rechtsonder), die laatste munten (uit 1977) waren de laatste uitgaven uit het Clunies-Ross-tijdperk – ontwerp postzegels: Stacey Rass (Australia Post)

In 1857 werden de eilanden voor de Engelse Kroon geclaimd en ingelijfd bij het Britse Imperium. Na eerst vanuit Ceylon nu Sri Lanka) bestuurd te zijn, werd dat later overgedragen aan Singapore (in eerste instantie toen nog onder de naam Straits Settlements).

Ongedateerde foto van een kopraplantage op de Cocoseilanden (publiek domein)

In de praktijk werden de eilanden echter bestuurd door de familie Clunies-Ross. In 1866 verzekerde Koningin Victoria de familie dat ze het recht hadden de eilanden ‘voor altijd’ te behouden.

Australië

De laatste ‘verhuizing’ was die van 23 november 1955, toen het (officiële) bestuur overging van de Kolonie Singapore naar het Gemenebest Australië. In de dagelijkse praktijk was vrijwel de hele archipel echter nog steeds privé-bezit van de familie Clunies-Ross, die de eilanden op een feodale manier bestuurden.

Kaart van de Cocoseilanden uit 1958 gezien vanuit het westen (publiek domein)

Australië kreeg hier in de jaren ’70 van de vorige eeuw zo genoeg van, dat ze de Clunies-Ross-clan dwongen de eilanden van de hand te doen. In 1978 betaalde de Australische regering 6.250.000 Australische dollars voor de acquisitie. Hoofd van het familiebedrijf (net als zijn voorvader John Clunies-Ross geheten) verhuisde daarna naar Perth, West-Australië, maar een aantal familieleden verkoos op de eilanden te blijven, nu als gewone burgers.

Referendum

Op 6 april 1984 werd er een zelfbeschikkings-referendum op de Cocoseilanden gehouden, waarbij men uit drie mogelijkheden kon kiezen: volledige onafhankelijkheid, vrije associatie of onderdeel van Australië worden. Alle 261 Cocoseilanders met stemrecht, waaronder de overgebleven leden van de Clunies-Ross-familie, brachten hun stem uit.
De uitslag was 229 stemmen voor volledige integratie met Australië, 21 voor vrije associatie en 9 voor onafhankelijkheid. Twee stembiljetten werden ongeldig verklaard.
Sindsdien zijn de Cocoseilanden administratief gezien onderdeel van de Australische deelstaat West-Australië.

Het onbewoonde North Keeling Island (Pulu Keeling Utara) (fotograaf onbekend)

De archipel heeft als ‘hoofd’ een Australische bewindvoerder, die overigens niet op de eilanden aanwezig is. Dezelfde bewindvoerder heeft ook Christmas Island onder zich. Beide gebieden samen vormen de Australian Indian Ocean Territories.
Bewindvoerder was tot voor kort de op 5 oktober 2017 aangestelde Natasha Griggs. Haar termijn liep af op 4 oktober 2022 ruim een jaar geleden, maar er is tot op heden nog geen nieuwe bewindvoerder benoemd, het sollicitatieproces loopt nog, wel is er een interim-bewindvoerder benoemd: Sarah Vandenbroek.

Natasha Griggs (rechts) de vorige bewindvoerder van de de Australian Indian Ocean Territories, met haar interim-opvolgster Sarah Vandenbroek (foto: Natasha Griggs’ Facebook-pagina)
Aindil Minkom, voorzitter van de Shire of Cocos (Keeling) Islands (publiek domein)

Daarnaast is er ter plekke ook een soort gemeenteraad for lokale kwesties onder de naam Shire of Cocos (Keeling) Islands. Voorzitter van de Shire is sinds vorig jaar Aindil Minkom, de termijn is vier jaar.

Het lokale bestuur (The Shire) bevindt zich op Home Island (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van de Cocoseilanden (2004-heden)

De vlag van de Cocoseilanden is groen met in het kanton een gele cirkel waarin een kokospalm in natuurlijke kleuren is geplaatst. Een gele halve maan in het midden van de vlag, ernaast in het uitwaaiende gedeelte het eveneens in geel afgebeelde sterrenbeeld Zuiderkruis.

Over de ouderdom van de vlag bestaat enige verwarring. Officieel wordt volgehouden dat de vlag in 2003 ontworpen werd door Cocoseilander Mohammed Minkom. Dat hij de vlag ontworpen heeft staat vast, maar de vlag is ouder dan 2003.
Ze werd reeds in 1995 ontworpen en wel voor de Taman Mudi Youth Group. Minkom heeft dit in 2019 zelf bevestigd in een gesprek met het Australische ABC Radio Perth. Wat ook vaststaat is dat de vlag op 6 april 2004 van jeugdgroepvlag ‘bevorderd’ werd naar territoriumvlag.

Mohammed Minkom met de door hem ontworpen vlag in 2019 (fotograaf onbekend)

Wat het ontwerp betreft: groen is de kleur van de islam (driekwart van de bevolking is moslim). De kleuren groen en geel samen worden in moederland Australië wel gezien als nationale (sport)kleuren.
De halve maan staat eveneens voor de islam, terwijl het sterrenbeeld Zuiderkruis is overgenomen van de Australische vlag.
De kokospalm kon natuurlijk niet ontbreken op de vlag van een archipel met de naam Cocos Islands. Kopra, het vruchtvlees van de kokosnoot, is altijd het belangrijkste exportproduct geweest.

Toeristenkaart van de Cocoseilanden (© Mapsland.com)

Tot slot nog iets over de kleur van de vlag: voor zover bekend zijn er nooit vlagspecificaties vastgesteld, waardoor sommige details, zoals kleur en afbeeldingen min of meer ‘volgevrij’ zijn.
Dat zien we bijvoorbeeld in de kleur groen van de vlag, die voorkomt in verschillende tinten, van helder naar donker.

Op de foto bij dit artikel van ontwerper Mohammed Minkom met zijn exemplaar van de vlag, zien we een duidelijk donkerder groen dan op de afbeeldingen die we doorgaans zien op internationale vlaggenoverzichten.
En ook de vlag in gebruik bij Vlagblog is van een heldergroene kleur.
Eenzelfde variatie zien we bij kokospalm in de broektop: die komt in allerlei versies voor!

Nederland – Bevrijding Nederlands-Indië (1945)

Vijf vlaggen vandaag. Vlag 5:

Vandaag wordt herdacht dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan. De afloop werd zeker bespoedigd door de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, waarbij zo’n 2.500 mensen omkwamen en honderdduizenden daarna aan stralingsziekte zouden bezwijken.

Kaart Ned.-Indië
Schoolkaart van Nederlands-Indië (© W.J. Thieme & Cie)

Aangezien Japan sinds maart 1941 ook Nederlands-Indië bezette, was het tevens voor deze kolonie de bevrijding. Nederlanders, die voor 1941 heer en meester waren geweest in het immense land, werden geïnterneerd in kampen en krijgsgevangenen werden tewerkgesteld bij de aanleg van de beruchte Birma-spoorlijn. 3.000 Nederlanders kwamen hierbij om, naast 7.000 Britten en 4.500 Australiërs.

Bevrijdingsposter Ned.-Indië
Propaganda-affiche om de koloniale macht te herstellen

Na de capitulatie werden boven Java strooibiljetten uitgeworpen om de bevolking op de hoogte te brengen. Interessant is dat in de tekst de naam Indonesia gebruikt wordt, de naam die gebruikt werd door de naar onafhankelijkheid strijdende inheemse bevolking.

Strooibiljet Ned.-Indië
Strooibiljet met de naam Indonesia rood onderstreept; de Maleise tekst Djepang soedah menjerah betekent Japan heeft zich overgegeven

Uiteindelijk was dit de opmaat naar Indonesische onafhankelijkheid, die na een lange vrijheidsstrijd in de jaren 1947-1948 uiteindelijk internationaal werd afgedwongen.

De Nationale Herdenking van de Bevrijding van Nederlands-Indië wordt ieder jaar gehouden om 19.00 uur bij het Indisch Monument in Den Haag en wordt live op tv uitgezonden.

Het Indisch Monument in Den Haag (foto: Vlagblog)

Het vlagprotocol schrijft voor dat de Nederlandse vlag in top gaat en dus niet halfstok, zoals bij de Dodenherdenking op 4 mei.

De vlag

Vlag van Nederland

De Nederlandse vlag stamt in oorsprong uit de 16e eeuwse vrijheidsstrijd onder Willem van Oranje tegen de Spaanse overheersers. De eerste versie is de Prinsenvlag, die verschillende verschijningsvormen kende, met een wisselend aantal strepen, maar in het begin bijna altijd met oranje in plaats van het nu gebruikte rood. De kleuren oranje, wit en blauw zelf zouden van de livreikleuren van Willem van Oranje kunnen komen, maar ook zijn er theorieën dat  de kleuren ontleend zijn aan het wapen van Zeeland.

Links: Prinsenvlag met 11 banen / Rechts: Nederlandse vlag met oranje baan

Zeker is in ieder geval, dat geleidelijk aan, tussen 1597 en 1630 het oranje steeds meer werd vervangen door het rood. De reden daarvoor is waarschijnlijk dat de oranje baan in de vlag de neiging had te snel te verkleuren en daarmee bijna onzichtbaar werd. Ook op zee was de oranje baan in de vlag vaak moeilijk te onderscheiden. Rood had dat probleem als ‘sprekender’ kleur niet.

Pas op 19 februari 1937 werden de kleuren van de Nederlandse vlag bij Koninklijk Besluit vastgelegd: De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw. Op 16 augustus 1948 werden de exacte kleuren ten behoeve van de marine iets exacter vastgesteld: helder vermiljoen, wit en kobaltblauw.

Vlag Spaanse Nederlanden

Om in het kort iets te zeggen over twee vlaggen die ook ooit nationale vlaggen waren in wat nu Nederland is:
Vóór de Nederlandse opstand tegen de Spaanse overheersing (de Tachtigjarige Oorlog, 1568-1648) stonden het tegenwoordige Nederland en België sinds 1482 bekend onder de naam Habsburgse of Spaanse Nederlanden.

Links: Vlag van de Habsburgse of Spaanse Nederlanden / Rechts: Kaart van de Spaanse Nederlanden (in oranje), donkerpaars: het Prins-bisdom Luik, roze: het Prinsdom van Stavelot-Malmédy, lichtpaars: het Prins-bisdom van Cambrésis

De vlag die toen gevoerd werd was wit met een rood Bourgondisch kruis, schuingeplaatst in de vorm van twee knoestige stokken. Het lijkt daarmee op het andreaskruis (dat kruis heeft echter geen knoesten).
Met de revolutie van de Noordelijke Nederlanden (nu Nederland) ging dit gebied stukje bij beetje over op het oranje-wit-blauw (zie ook boven).
De Zuidelijke Nederlanden (nu België) bleven de vlag met het kruis gebruiken tot aan 1715, toen dit gebied overging naar Oostenrijk onder de naam Oostenrijkse Nederlanden (met een andere vlag).

Kaart van de Bataafse Republiek in 1801 (door Joostik, gebaseerd op de “Groote historische schoolatlas ten gebruike bij het onderwijs in de vaderlandsche en algemene geschiedenis”, door H. Hattema, 1920) (publiek domein)

Vlag van de Bataafse Republiek

De andere vlag was die van de Bataafse Republiek en daarmee komen we in de tijd van Napoleon.
Daags nadat stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte (19 januari 1795) werd de Bataafse Republiek een feit. Hoewel het op papier een autonome republiek was, was het land in feite een vazalstaat van Frankrijk, eufemistisch een zusterrepubliek genoemd.
Het rood-wit-blauw van de vlag werd gehandhaafd maar in de broektop kwam een afbeelding te staan. Hoewel deze vlag oorspronkelijk als marinevlag werd ingevoerd, werd ze uiteindelijk ook aan land gevoerd.

Vlag van de Bataafse Republiek (1795-1806)

De afbeelding toont een zogenaamde Nederlandse of Bataafse maagd, ook wel de Vrijheidsmaagd genoemd. Haar gouden helm is getooid met veren in de kleur van de Nederlandse of Bataafse vlag. Naast haar zit de Nederlandse of Bataafse leeuw, die enigszins verbijsterd kijkt.
Beiden houden een speer vast, waar bovenop een vrijheidshoed balanceert.
De maagd houdt aan haar andere zijde een schild vast met daarop een Romeinse roedenbundel met bijlen (fasces).
Het hele tafereel is geplaatst op een groene ondergrond met struikgewas en gezien de wapperende sjaal, verentooi en leeuwenmanen lijkt het flink te waaien!

Afbeelding op de vlag van de Bataafse Republiek

De afbeelding op de rode baan kwam weer te vervallen in 1806 toen de Bataafse Republiek door Napoleon werd vervangen door het Koninkrijk Holland, waarbij hij zijn derde broer, Lodewijk Napoleon, op de troon zette.
Dit koninkrijk was maar een kort leven beschoren, Napoleon was ontevreden met zijn broer als koning, die hij ‘te Hollands’ vond worden. Hij zette Lodewijk Napoleon in 1810 af en lijfde Nederland bij zijn in 1804 gevormde Franse Keizerrijk in, waardoor de officiële vlag in Nederland de Franse tricolore werd.

Detail uit een kaart van het Franse Keizerrijk in 1810 na inlijving van Nederland (© Andrein, 2015)

Na een desastreus verlopen veldslag van Napoleon in Rusland, begon het keizerrijk te imploderen en verlieten de Fransen Nederland en werd door de geallieerde Europese machten (het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen) in 1813 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in het leven geroepen: Nederland, België en Luxemburg samen onder Koning Willem I, zoon van de laatste stadhouder Willem V.
En daarmee keerde de Nederlandse driekleur definitief terug.

Geuzen

Links: Geus van de Koninklijke Marine (‘dubbele of prinsengeus’) / Rechts: Geus van de watersport (‘enkele geus’ of ‘geusje’)

Tot slot een bekende verschijning op het water: de van de Nederlandse vlag afgeleide geus. Een geus is een vlag die op een schip gevoerd wordt.
We kennen in Nederland twee geuzen.

De eerste, de dubbele of prinsengeus wordt gebruikt door de Koninklijke Marine.
Het is een zogenaamde gegeerde vlag met twaalf segmenten in rood-wit-blauw, de kleuren van de nationale vlag, die krachtens Koninklijk Besluit 315 van 20 juli 1931 officieel werd vastgesteld, maar is terug te voeren tot de Tachtigjarige Oorlog.

De dubbele of prinsengeus wordt gebruikt als een schip op zon- en feestdagen voor anker of aan de kade ligt, als er een buitenlands marineschip in de haven ligt en als een Nederlands marineschip in een buitenlandse haven ligt, maar dus niet als een schip onderweg is.

Twee marineschepen aan de kade in Willemstad, Curaçao, van het linkerschip (de Hr.Ms. Karel Doorman) zien we de achtersteven met de Nederlandse vlag, het schip rechts voert de dubbele of prinsengeus op de boeg (fotograaf onbekend)

Het eenvoudiger ‘broertje’ van de dubbele of prinsengeus is de enkele geus of geusje, eveneens een gegeerde vlag in rood-wit-blauw, maar dan met acht segmenten in plaats van twaalf.
Deze geus wordt gebruikt binnen de watersport en wel door ronde- en platbodemjachten op de botteloef of kluiverboom en door kotters en andere traditioneel getuigde schepen en jachten op de boegspriet.
Ook motorjachten kunnen de enkele geus voeren en wel op het voorschip, maar alleen indien men eveneens de verenigingsstandaard of clubvlag in de top van een mast en hoger dan de geus heeft gezet.

De watersportetiquette in beeld met drie vlaggen: de Nederlandse vlag op de achtersteven, de verenigingsstandaard of clubvlag hoog aan de mast en de enkele geus of geusje op de boeg (fotograaf onbekend)

Cocoseilanden – Introduction Flag / Invoering Vlag (2004)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op deze dag is het 19 jaar geleden dat de eigen vlag van de Cocoseilanden werd ingevoerd.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Australië (publiek domein)

Hoewel we de eilanden in het Nederlands als de Cocoseilanden kennen, wordt de archipel in het Engels officieel met twee namen aangeduid, waarvan één tussen haakjes, als ‘The Territory of the Cocos (Keeling) Islands’.

Ligging van de Cocoseilanden ten opzichte van Indonesië (publiek domein)

Dit kleine Australische territorium ligt ten zuiden van het Indonesische eiland Sumatra, telt 27 eilanden en heeft een totale oppervlakte van 14,2 km², met een bevolking van slechts 593 inwoners (laatste telling uit 2021).

Kaart van de Cocoseilanden (CIA Indian Ocean Atlas, 1976 / publiek domein)

De zes grootste eilanden zijn West Island (Pulu Panjang), Home Island (Pulu Selma), South Island (Pulu Siput), Direction Island (Pulu Tikus), Horsburgh Island (Pulu Luar) en het een stuk noordelijker gelegen North Keeling Island (Pulu Keeling Utara). Slechts de twee eerstgenoemde eilanden zijn bewoond.

Van die twee is West Island het grootste eiland. Hier is het vliegveld gelegen, tevens dient het eiland als hoofdstad. De bevolking van ruim 100 bewoners is grotendeels van Europese afkomst.

Het zuidelijk deel van West Island (Pulu Panjang) met het vliegveld en direct daarnaast de hoofdstad (eveneens West Island geheten), met zijn ruim 100 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld (foto: NASA Earth Observatory, Jesse Allen & Robert Simmon / publiek domein)

Verreweg de meeste mensen (ruim 400, voornamelijk Aziaten) wonen echter aan de overkant van de lagune, in Bantam op Home Island.

Bantam op Home Island, de grootste plaats van de archipel op een postzegel uit 1984 (Australia Post)

Cocos/Keeling

De eilanden werden in 1609 ontdekt door de Britse kapitein William Keeling, die voor de East India Company voer.
Op de terugweg van zijn derde reis naar Zuidoost-Azië (1607-1609) stuitte hij met zijn schip de Red Dragon op de toen nog onbekende en onbewoonde eilanden, dicht begroeid met kokospalmen.

Kaart van de Cocoseilanden (met het noorden rechts) uit circa 1724, getiteld: Platte paskaart van de Cocus-Eylanden, diens Zuydelijks liggende op de Z.Br. van 12 gr. 15 min., en ’t Noordl. op de Z.Br. van 11 gr. 38 à 40 min., Lengte 118 gr., door Silo Godlob (Collectie Nationaal Archief)

Hoewel de eilanden vervolgens naar kapitein Keeling vernoemd werden, beklijfde de naam Cocos Islands in gelijke mate. Zodanig zelfs, dat de eilanden in het Engels nog steeds met twee namen door het leven gaan.

Links: Kapitein William Keeling (1577-1619) op een postzegel van 30 cent uit 1984 (Australia Post) / Rechts: Oceania House, de residentie van de familie Clunies-Ross op West Island, tegenwoordig een bed & breakfast (publiek domein)

Pas vanaf het begin van de 19e eeuw kwam er leven in de brouwerij met de vestiging van de Schotse zakenman John Clunies-Ross, die er een kopra-plantage stichtte. Zijn werkers haalde hij hij zowel uit Nederlands-Indië als Malaya (tegenwoordig Indonesië en Maleisië).
De huidige bevolking stamt van deze arbeiders af.

Vier postzegels uit 2020 waarop vier soorten van betaalmiddelen uitgegeven door de familie Clunies-Ross: papier (linksboven), ivoor (rechtsboven), plastic (linksonder) en metaal (rechtsonder), die laatste munten (uit 1977) waren de laatste uitgaven uit het Clunies-Ross-tijdperk – ontwerp postzegels: Stacey Rass (Australia Post)

In 1857 werden de eilanden voor de Engelse Kroon geclaimd en ingelijfd bij het Britse Imperium. Na eerst vanuit Ceylon nu Sri Lanka) bestuurd te zijn, werd dat later overgedragen aan Singapore (in eerste instantie toen nog onder de naam Straits Settlements).

Ongedateerde foto van een kopraplantage op de Cocoseilanden (publiek domein)

In de praktijk werden de eilanden echter bestuurd door de familie Clunies-Ross. In 1866 verzekerde Koningin Victoria de familie dat ze het recht hadden de eilanden ‘voor altijd’ te behouden.

Australië

De laatste ‘verhuizing’ was die van 23 november 1955, toen het (officiële) bestuur overging van de Kolonie Singapore naar het Gemenebest Australië. In de dagelijkse praktijk was vrijwel de hele archipel echter nog steeds privé-bezit van de familie Clunies-Ross, die de eilanden op een feodale manier bestuurden.

Kaart van de Cocoseilanden uit 1958 gezien vanuit het westen (publiek domein)

Australië kreeg hier in de jaren ’70 van de vorige eeuw zo genoeg van, dat ze de Clunies-Ross-clan dwongen de eilanden van de hand te doen. In 1978 betaalde de Australische regering 6.250.000 Australische dollars voor de acquisitie. Hoofd van het familiebedrijf (net als zijn voorvader John Clunies-Ross geheten) verhuisde daarna naar Perth, West-Australië, maar een aantal familieleden verkoos op de eilanden te blijven, nu als gewone burgers.

Referendum

Op 6 april 1984 werd er een zelfbeschikkings-referendum op de Cocoseilanden gehouden, waarbij men uit drie mogelijkheden kon kiezen: volledige onafhankelijkheid, vrije associatie of onderdeel van Australië worden. Alle 261 Cocoseilanders met stemrecht, waaronder de overgebleven leden van de Clunies-Ross-familie, brachten hun stem uit.
De uitslag was 229 stemmen voor volledige integratie met Australië, 21 voor vrije associatie en 9 voor onafhankelijkheid. Twee stembiljetten werden ongeldig verklaard.
Sindsdien zijn de Cocoseilanden administratief gezien onderdeel van de Australische deelstaat West-Australië.

Het onbewoonde North Keeling Island (Pulu Keeling Utara) (fotograaf onbekend)

De archipel heeft als ‘hoofd’ een Australische bewindvoerder, die overigens niet op de eilanden aanwezig is. Dezelfde bewindvoerder heeft ook Christmas Island onder zich. Beide gebieden samen vormen de Australian Indian Ocean Territories.
Bewindvoerder sinds 5 oktober 2017 is Natasha Griggs.

Links: Natasha Griggs (1969), bewindvoerder van de Australian Indian Ocean Territories (publiek domein) / Rechts: Aindil Minkom, voorzitter van de Shire of Cocos (Keeling) Islands (publiek domein)

Daarnaast is er ter plekke ook een soort gemeenteraad for lokale kwesties onder de naam Shire of Cocos (Keeling) Islands. Voorzitter van de Shire is sinds dit jaar Aindil Minkom, de termijn is vier jaar.

Het lokale bestuur (The Shire) bevindt zich op Home Island (fotograaf onbekend)

De vlag

Vlag van de Cocoseilanden (2004-heden)

De vlag van de Cocoseilanden is groen met in het kanton een gele cirkel waarin een kokospalm in natuurlijke kleuren is geplaatst. Een gele halve maan in het midden van de vlag, ernaast in het uitwaaiende gedeelte het eveneens in geel afgebeelde sterrenbeeld Zuiderkruis.

Over de ouderdom van de vlag bestaat enige verwarring. Officieel wordt volgehouden dat de vlag in 2003 ontworpen werd door Cocoseilander Mohammed Minkom. Dat hij de vlag ontworpen heeft staat vast, maar de vlag is ouder dan 2003.
Ze werd reeds in 1995 ontworpen en wel voor de Taman Mudi Youth Group. Minkom heeft dit in 2019 zelf bevestigd in een gesprek met het Australische ABC Radio Perth. Wat ook vaststaat is dat de vlag op 6 april 2004 van jeugdgroepvlag ‘bevorderd’ werd naar territoriumvlag.

Mohammed Minkom met de door hem ontworpen vlag in 2019 (fotograaf onbekend)

Wat het ontwerp betreft: groen is de kleur van de islam (driekwart van de bevolking is moslim). De kleuren groen en geel samen worden in moederland Australië wel gezien als nationale (sport)kleuren.
De halve maan staat eveneens voor de islam, terwijl het sterrenbeeld Zuiderkruis is overgenomen van de Australische vlag.
De kokospalm kon natuurlijk niet ontbreken op de vlag van een archipel met de naam Cocos Islands. Kopra, het vruchtvlees van de kokosnoot, is altijd het belangrijkste exportproduct geweest.

Toeristenkaart van de Cocoseilanden (© Mapsland.com)

Tot slot nog iets over de kleur van de vlag: voor zover bekend zijn er nooit vlagspecificaties vastgesteld, waardoor sommige details, zoals kleur en afbeeldingen min of meer ‘vogelvrij’ zijn.
Dat zien we bijvoorbeeld in de kleur groen van de vlag, die voorkomt in verschillende tinten, van helder naar donker.

Op de foto bij dit artikel van ontwerper Mohammed Minkom met zijn exemplaar van de vlag, zien we een duidelijk donkerder groen dan op de afbeeldingen die we doorgaans zien op internationale vlaggenoverzichten.
En ook de vlag in gebruik bij Vlagblog is van een heldergroene kleur.
Eenzelfde variatie zien we bij kokospalm in de broektop: die komt in allerlei versies voor!