Tagarchief: Herzegovina

Bosnië en Herzegovina – Genocid u Srebrenici / Val van Srebrenica (1995)

Twee vlaggen vandaag. Vlag 1:

Vandaag is het dertig jaar geleden dat de Bosnische stad Srebrenica in handen viel van Bosnisch-Servische troepen onder bevel van generaal Ratko Mladić, een gebeurtenis die uiteindelijk leidde tot de genocide op ruim 8.000 moslim-jongens en -mannen.

Begraafplaats in Potočari, net buiten Srebrenica, waar inmiddels zo’n 7.000 slachtoffers van de genocide begraven liggen (publiek domein)

Tijdens de Joegoslavische Burgeroorlog, die in 1991 uitbrak na het uiteenvallen van de Joegoslavische federatie, was Srebrenica door de V.N. als veilige enclave aangewezen in een door Bosnische Serviërs gecontroleerd gebied.
Andere ‘veilige enclaves’ waren Tuzla, Sarajevo, Goražde en Žepa.

Locatie van Srebrenica in Bosnië-Herzegovina (© Nord68 / publiek domein)

In zowel Srebrenica als Tuzla waren zo’n 400 Nederlandse militairen (onder de naam Dutchbat) gelegerd, die onder de V.N-vlag humanitair werk deden. De V.N.-missie droeg de naam UNPROFOR (United Nations Protection Force).
Hoewel de Nederlanders slechts licht bewapend waren, ging de V.N. ervan uit dat Dutchbat de Serviërs ervan zou weerhouden de enclave aan te vallen: puur door hun aanwezigheid. Dit bleek echter een illusie.

Badge van UNPROFOR, de teksten luiden ‘VN Beschermingstroepen / Samen in de dienst van vrede’ (publiek domein)

In het V.N.-hoofdkwartier in Zagreb beval de Franse generaal Bernard Janvier de Nederlandse UNPROFOR-soldaten op 10 juli een defensieve blocking position in te nemen, om de toen nog oprukkende Bosnische Serviërs de weg te versperren. Dit bleek onsuccesvol.
Een eerste Nederlandse aanvraag voor luchtsteun werd eerst geweigerd, maar op 11 juli alsnog toegezegd. Twee Nederlandse F-16’s voerden een luchtaanval op twee tanks uit, vrijwel zonder enig effect.

Ongedateerde foto van Srebrenica (fotograaf onbekend)

Op 11 juli drongen Bosnisch-Servische troepen onder bevel van generaal Ratko Mladić, alsnog met tanks de stad binnen, dit alles in opdracht van toenmalig president Radovan Karadžić van de Republiek Servië (Republika Srpska).
Een met Mladić meereizende Servische televisieploeg registreerde hoe Bosnisch-Servische soldaten chocola uitdeelden aan kinderen en hoe Mladić zich ogenschijnlijk vriendelijk opstelde jegens hen. Hij beloofde de vluchtelingen op geruststellende toon dat ze snel weg mochten en dat hen niets zou overkomen.

Dat liet onverlet dat zowel Dutchbat-militairen alsook duizenden inwoners zich vervolgens terugtrokken in de nabijgelegen Dutchbat-basis Potočari.
In de de nacht van 11 op 12 juli vluchtten zo’n 15.000 Bosnische moslims (voor het merendeel mannen) uit de enclave de nabijgelegen bergen in.
Op 13 juli werden de Bosnische moslims die op de basis Potočari hun toevlucht hadden gezocht, door Mladić gedwongen in bussen te stappen om naar Tuzla te worden geëvacueerd, zo werd hen voorgehouden.

Screenshot uit een video waarin te zien hoe mannen van vrouwen worden gescheiden, later gebruikt in de rechtszaak van het Joegoslaviëtribunaal tegen Radovan Karadžić

Bosnisch-Servische soldaten hielden mannen tegen van militaire leeftijd die probeerden aan boord te klimmen. Af en toe werden ook jongere en oudere mannen tegengehouden, sommigen waren pas 14.
Volgens Mladić gebeurde dit zodat de mannen apart verhoord konden worden, maar dat ze later herenigd zouden worden met hun familie.

De bussen verlaten Potočari (screenshot)

Dutchbat was niet in een positie hier iets tegenin te brengen (en kon uiteraard ook niet vermoeden wat er vervolgens zou gebeuren) en assisteerde bij de bussen om de evacuatie ordelijk te laten verlopen.

Bosnische moslim-mannen deels zichtbaar achter een ballustrade van het “Witte Huis’ (screenshot)

De tegengehouden mannen en jongens werden naar een gebouw met de naam ‘Het Witte Huis’ gebracht.

Luchtfoto gemaakt door de U.S. National Geospatial Intelligence Agency van de militaire basis van Potočari en directe omgeving op 13 juli 1995, ook ‘het Witte Huis’ staat aangegeven (International Criminal Tribunal for Yugoslavia (ICTY))

Uit het zicht van Dutchbat werden later die dag de eerste Bosnische moslims gemarteld en geëxecuteerd. Een Nederlandse officier telde ’s middags gemiddeld 20 tot 40 schoten per uur. ’s Nachts gingen de executies door. De lichamen werden door bulldozers in een eerder gegraven massagraf gedumpt. Sommigen werden levend begraven.
Mannen en jongens werden ook naar andere plekken vervoerd om daar vermoord te worden, zoals Orahovac, Petkovci, Kozluk, Branjevo en Trnovo.

Herinneringstableau bij de begraafplaats in Potočari (fotograaf onbekend)

Uiteindelijk zouden meer dan 8.000 Bosnische moslim-jongens en -mannen worden vermoord. Het exacte aantal is niet bekend, maar het Bosnische herdenkingscentrum houdt het op 8.373 slachtoffers.
Tot juli 2012 zijn er 6.838 slachtoffers geïdentificeerd, o.a. met behulp van DNA.
‘Srebrenica’ wordt gezien als de ergste daad van genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.

Open zenuw in Nederland

De gebeurtenissen trokken niet alleen in de regio diepe sporen. Het zorgde ook voor een nationaal trauma in Nederland. Dutchbat-veteranen kwamen langere tijd negatief in het nieuws, omdat ze door sommigen als mede-verantwoordelijk werden gezien.

Het uit drie delen bestaande rapport “Srebrenica, een ‘veilig’ gebied” (foto: NIOD)

Het onderzoeksrapport uit 2002 met de titel “Srebrenica, een ‘veilig’ gebied”, zorgde voor een zodanige crisis in het tweede kabinet-Kok, dat de regering viel.
Kok zag ‘Srebrenica’ als het dieptepunt van zijn carrière. Hij liet weten dat hij openlijk “wel verantwoordelijkheid” voor de gebeurtenissen op zich had genomen, “maar niet de schuld”. Die moest volgens hem in breder, internationaler verband gezocht worden, niet het minst bij de Serviërs.

Het Draaginsigne Dutchbat III (publiek domein)

Ophef ontstond er opnieuw in 2006 toen minister van Defensie Henk Kamp het Draaginsinsigne Dutchbat III aan 470 militairen uitreikte “als symbool van erkenning voor de ongeveer 850 militairen die in moeilijke omstandigheden naar eer en geweten hebben gefunctioneerd en ten onrechte gedurende langere tijd in een negatief daglicht zijn gesteld”.
Hierop kwam de nodige kritiek van nabestaanden van de slachtoffers.

Nationale herdenking en plaatsmarkering

Sinds 11 juli 1996 wordt de ‘Val van Srebrenica’ jaarlijks in Den Haag met een ‘nationale herdenking’ gememoreerd onder het tweetalige motto: ‘Nooit vergeten – Nikad ne zaboraviti’.

Aanlondiging van de onthulling van de plaatsmarkering in Den Haag (© nmsg95.nl)

De herdenking van dit jaar wordt voorafgegaan door de ‘Vredesmars’, met de dubbele titel ‘Mars Mira Den Haag // Marš Mira Hag’.
Tussen 13.30 u en 14.00 u wordt op het Churchillplein, de locatie van het voormalige Joegoslaviëtribunaal, een ‘plaatsmarkering’ onthuld. Deze markering, in opdracht van het Nationaal Monument Srebrenica Genocide ’95 (NMSG), is volgens de organisatie “de eerste fysieke stap richting een definitief Nationaal Monument Srebrenica Genocide ’95 op het Churchillplein in Den Haag”.
Aansluitend gaat de tocht verder naar de nationale herdenking op het Lange Voorhout, gepland voor 15.30 uur.

Kaart van Bosnië en Herzegovina (© freeworldmaps.net)
bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina, de blauwe delen vormen de Republika Srpska (© gefira.org)

De vlag

Vlag van Bosnië en Herzegovina (1998-heden)

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Links: Het oorspronkelijke, lichtere ontwerp van de vlag van Bosnië en Herzegovina / Rechts: Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Vlag van de Republika Srpska

Vlag van de Republika Srpska (1992-heden)

Het landsdeel Republika Srpska heeft een eigen vlag, die een variatie is op de vlag van Servië. Net als die vlag is het een rood-blauw-witte horizontale driekleur, maar dan zonder wapen.
Wat ook afwijkt is de maatvoering, die is 1:2, dus extreem langwerpig.
Deze vlag werd aangenomen op 24 november 1992.

Bosnië en Herzegovina – Dan Nezavisnosti / Дан независности / Onafhankelijkheidsdag (1992)

Vier vlaggen vandaag. Vlag 1:

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië en Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde, waarna op 1 april de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.

Kaart van Bosnië en Herzegovina (© freeworldmaps.net)

Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina, de blauwe delen vormen de Republika Srpska (© gefira.org)

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden, maar los van deze verschillende data doemen er de laatste tijd grotere moeilijkheden op dan verschil van mening over een feestdag.

In de zomer van 2021 vaardigde de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië en Herzegovina een wet uit die de ontkenning van genocide strafbaar maakt.
Servische politici in het landsdeel Republika Srpska stonden vervolgens op hun achterste benen: ze voelden zich gebrandmerkt en daarmee, zo vonden ze “werd meteen ook het hele Servische volk meegesleurd in het moeras van de onterechte schuld”, hiermee doelend op de Srebrenica-genocide, waarbij 8.000 moslim-mannen en -jongens werden vermoord door Bosnisch-Servische troepen in 1995 tijdens de burgeroorlog.

Twee bekende Servische kopstukken, politiek leider Radovan Karadžić en generaal Ratko Mladić, werden voor dat bloedbad tot levenslang veroordeeld door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Maar heel wat Serviërs, en vooral hun politici, hebben nog altijd moeite om het label genocide of volkerenmoord te aanvaarden.

De drie leden van het presidentschap van Bosnië en Herzegovina, v.l.n.r.: Denis Bećirović (1975) voor de Bosniakken, Željka Cvijanović (1967) voor de Bosnische Serviërs en Željko Komšić (1964) voor de Kroaten (alle drie publiek domein)

Het presidentschap wordt door drie personen uitgeoefend: een Bosniak en een Kroaat (verkozen uit de Federatie) en een Serviër (verkozen uit de Republika Srpska). Alle drie hebben ze een termijn van vier jaar, waarbij het voorzitterschap elke acht maanden wisselt tussen de drie leden.
De drie leden zijn Denis Bećirović voor de Bosniakken (sinds 16 november 2022), Željka Cvijanović voor de Bosnische Serviërs (eveneens sinds 16 november 2022) en Željko Komšić voor de Kroaten (sinds 20 november 2018).
Željka Cvijanović bekleedt momenteel het voorzitterschap.

Leider van de Bosnische Serviërs in de Republika Srpska is Milorad Dodik, een groot bewonderaar van president Poetin van Rusland en de nationalistische premier van Hongarije, Viktor Orbán.
Hij liet het parlement van ‘zijn’ deelgebied Republika Srpska een boycot uitroepen van de nationale instellingen (dus op het niveau van de staat Bosnië-Herzegovina). En hij dreigde ermee om een reeks bevoegdheden naar “de entiteit” (lees: Republika Srpska) toe te trekken, onder meer op het vlak van de gerechtelijke organen, de fiscale diensten, én het leger.

De vlag

Vlag van Bosnië en Herzegovina (1998-heden)

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Links: Het oorspronkelijke, lichtere ontwerp van de vlag van Bosnië en Herzegovina / Rechts: Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Vlag van de Republika Srpska

Vlag van de Republika Srpska (1992-heden)

Het landsdeel Republika Srpska heeft een eigen vlag, die een variatie is op de vlag van Servië. Net als die vlag is het een rood-blauw-witte horizontale driekleur, maar dan zonder wapen.
Wat ook afwijkt is de maatvoering, die is 1:2, dus extreem langwerpig.
Deze vlag werd aangenomen op 24 november 1992.

Bosnië en Herzegovina – Dan Nezavisnosti / Дан независности / Onafhankelijkheidsdag (1992)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië en Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde, waarna op 1 april de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.

Kaart van Bosnië en Herzegovina (© freeworldmaps.net)

Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina, de blauwe delen vormen de Republika Srpska (© gefira.org)

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden, maar los van deze verschillende data doemen er de laatste tijd grotere moeilijkheden op dan verschil van mening over een feestdag.

In de zomer van 2021 vaardigde de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië en Herzegovina een wet uit die de ontkenning van genocide strafbaar maakt.
Servische politici in het landsdeel Republika Srpska stonden vervolgens op hun achterste benen: ze voelden zich gebrandmerkt en daarmee, zo vonden ze “werd meteen ook het hele Servische volk meegesleurd in het moeras van de onterechte schuld”, hiermee doelend op de Srebrenica-genocide, waarbij 8.000 moslim-mannen en -jongens werden vermoord door Bosnisch-Servische troepen in 1995 tijdens de burgeroorlog.

Twee bekende Servische kopstukken, politiek leider Radovan Karadžić en generaal Ratko Mladić, werden voor dat bloedbad tot levenslang veroordeeld door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Maar heel wat Serviërs, en vooral hun politici, hebben nog altijd moeite om het label genocide of volkerenmoord te aanvaarden.

De drie leden van het presidentschap van Bosnië en Herzegovina, v.l.n.r.: Denis Bećirović (1975) voor de Bosniakken, Željka Cvijanović (1967) voor de Bosnische Serviërs en Željko Komšić (1964) voor de Kroaten (alle drie publiek domein)

Het presidentschap wordt door drie personen uitgeoefend: een Bosniak en een Kroaat (verkozen uit de Federatie) en een Serviër (verkozen uit de Republika Srpska). Alle drie hebben ze een termijn van vier jaar, waarbij het voorzitterschap elke acht maanden wisselt tussen de drie leden.
De drie leden zijn Denis Bećirović voor de Bosniakken (sinds 16 november 2022), Željka Cvijanović voor de Bosnische Serviërs (eveneens sinds 16 november 2022) en Željko Komšić voor de Kroaten (sinds 20 november 2018).
Željka Cvijanović bekleedt momenteel het voorzitterschap.

Leider van de Bosnische Serviërs in de Republika Srpska is Milorad Dodik, een groot bewonderaar van president Poetin van Rusland en de nationalistische premier van Hongarije, Viktor Orbán.
Hij liet het parlement van ‘zijn’ deelgebied Republika Srpska een boycot uitroepen van de nationale instellingen (dus op het niveau van de staat Bosnië-Herzegovina). En hij dreigde ermee om een reeks bevoegdheden naar “de entiteit” (lees: Republika Srpska) toe te trekken, onder meer op het vlak van de gerechtelijke organen, de fiscale diensten, én het leger.

De vlag

Vlag van Bosnië en Herzegovina (1998-heden)

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Links: Het oorspronkelijke, lichtere ontwerp van de vlag van Bosnië en Herzegovina / Rechts: Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Vlag van de Republika Srpska

Vlag van de Republika Srpska (1992-heden)

Het landsdeel Republika Srpska heeft een eigen vlag, die een variatie is op de vlag van Servië. Net als die vlag is het een rood-blauw-witte horizontale driekleur, maar dan zonder wapen.
Wat ook afwijkt is de maatvoering, die is 1:2, dus extreem langwerpig.
Deze vlag werd aangenomen op 24 november 1992.

Bosnië en Herzegovina – Dan Nezavisnosti / Дан независности / Onafhankelijkheidsdag (1992)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië en Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde, waarna op 1 april de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.

Kaart van Bosnië en Herzegovina (© freeworldmaps.net)

Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina, de blauwe delen vormen de Republika Srpska (© gefira.org)

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden, maar los van deze verschillende data doemen er de laatste tijd grotere moeilijkheden op dan verschil van mening over een feestdag.

In de zomer van 2021 vaardigde de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië en Herzegovina een wet uit die de ontkenning van genocide strafbaar maakt.
Servische politici in het landsdeel Republika Srpska stonden vervolgens op hun achterste benen: ze voelden zich gebrandmerkt en daarmee, zo vonden ze “werd meteen ook het hele Servische volk meegesleurd in het moeras van de onterechte schuld”, hiermee doelend op de Srebrenica-genocide, waarbij 8.000 moslim-mannen en -jongens werden vermoord door Bosnisch-Servische troepen in 1995 tijdens de burgeroorlog.

Twee bekende Servische kopstukken, politiek leider Radovan Karadžić en generaal Ratko Mladić, werden voor dat bloedbad tot levenslang veroordeeld door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Maar heel wat Serviërs, en vooral hun politici, hebben nog altijd moeite om het label genocide of volkerenmoord te aanvaarden.

De drie leden van het presidentschap van Bosnië en Herzegovina, v.l.n.r.: Denis Bećirović (1975) voor de Bosniakken, Željka Cvijanović (1967) voor de Bosnische Serviërs en Željko Komšić (1964) voor de Kroaten (alle drie publiek domein)

Het presidentschap wordt door drie personen uitgeoefend: een Bosniak en een Kroaat (verkozen uit de Federatie) en een Serviër (verkozen uit de Republika Srpska). Alle drie hebben ze een termijn van vier jaar, waarbij het voorzitterschap elke acht maanden wisselt tussen de drie leden.
De drie leden zijn Denis Bećirović voor de Bosniakken (sinds 16 november 2022), Željka Cvijanović voor de Bosnische Serviërs (eveneens sinds 16 november 2022) en Željko Komšić voor de Kroaten (sinds 20 november 2018).
Željka Cvijanović bekleedt momenteel het voorzitterschap.

Leider van de Bosnische Serviërs in de Republika Srpska is Milorad Dodik, een groot bewonderaar van president Poetin van Rusland en de nationalistische premier van Hongarije, Viktor Orbán.
Hij liet het parlement van ‘zijn’ deelgebied Republika Srpska een boycot uitroepen van de nationale instellingen (dus op het niveau van de staat Bosnië-Herzegovina). En hij dreigde ermee om een reeks bevoegdheden naar “de entiteit” (lees: Republika Srpska) toe te trekken, onder meer op het vlak van de gerechtelijke organen, de fiscale diensten, én het leger.

De vlag

Vlag van Bosnië en Herzegovina (1998-heden)

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Links: Het oorspronkelijke, lichtere ontwerp van de vlag van Bosnië en Herzegovina / Rechts: Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Vlag van de Republika Srpska

Vlag van de Republika Srpska (1992-heden)

Het momenteel dwarsliggende landsdeel Republika Srpska heeft een eigen vlag, die een variatie is op de vlag van Servië. Net als die vlag is het een rood-blauw-witte horizontale driekleur, maar dan zonder wapen.
Wat ook afwijkt is de maatvoering, die is 1:2, dus extreem langwerpig.
Deze vlag werd aangenomen op 24 november 1992.

Bosnië en Herzegovina – Dan Nezavisnosti / Дан независности / Onafhankelijkheidsdag (1992)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië en Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde, waarna op 1 april de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.

Kaart van Bosnië en Herzegovina (© freeworldmaps.net)

Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina, de blauwe delen vormen de Republika Srpska (© gefira.org)

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden, maar los van deze verschillende data doemen er sinds een half jaar grotere moeilijkheden op dan verschil van mening over een feestdag.

Vorig jaar zomer vaardigde de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië en Herzegovina een wet uit die de ontkenning van genocide strafbaar maakt.
Servische politici in het landsdeel Republika Srpska stonden vervolgens op hun achterste benen: ze voelden zich gebrandmerkt en daarmee, zo vonden ze “werd meteen ook het hele Servische volk meegesleurd in het moeras van de onterechte schuld”, hiermee doelend op de Srebrenica-genocide, waarbij 8.000 moslim-mannen en -jongens werden vermoord door Bosnisch-Servische troepen in 1995 tijdens de burgeroorlog.

Twee bekende Servische kopstukken, politiek leider Radovan Karadžić en generaal Ratko Mladić, werden voor dat bloedbad tot levenslang veroordeeld door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Maar heel wat Serviërs, en vooral hun politici, hebben nog altijd moeite om het label genocide of volkerenmoord te aanvaarden.

De drie leden van het presidentschap van Bosnië en Herzegovina, v.l.n.r.: Šefik Džaferović (1957) voor de Bosniakken, Željiko Komšić (1964) voor de Kroaten en Milorad Dodik voor de Serven (1959) (alle drie publiek domein)

Leider van de Bosnische Serviërs in de Republika Srpska is Milorad Dodik, waarmee hij een van de drie leden van het collectieve presidentschap van Bosnië-Herzegovina is (naast een moslim en een Kroaat).
Hij liet het parlement van ‘zijn’ deelgebied Republika Srpska een boycot uitroepen van de nationale instellingen (dus op het niveau van de staat Bosnië-Herzegovina). En hij dreigde ermee om een reeks bevoegdheden naar “de entiteit” (lees: Republika Srpska) toe te trekken, onder meer op het vlak van de gerechtelijke organen, de fiscale diensten, én het leger.

Sinds die tijd bevindt Bosnië en Herzegovina zich feitelijk in een constitutionele crisis: de centrale instellingen (presidentschap, regering, parlement, ministeries) zijn zo goed als volledig geblokkeerd door de boycot.
De patstelling duurt nu al meer dan een half jaar en er lijkt vooralsnog geen beweging in te zitten.

De vlag

Vlag van Bosnië en Herzegovina (1998-heden)

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Links: Het oorspronkelijke, lichtere ontwerp van de vlag van Bosnië en Herzegovina / Rechts: Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Vlag van de Republika Srpska

Vlag van de Republika Srpska (1992-heden)

Het momenteel dwarsliggende landsdeel Republika Srpska heeft een eigen vlag, die een variatie is op de vlag van Servië. Net als die vlag is het een rood-blauw-witte horizontale driekleur, maar dan zonder wapen.
Wat ook afwijkt is de maatvoering, die is 1:2, dus extreem langwerpig.
Deze vlag werd aangenomen op 24 november 1992.

Bosnië en Herzegovina – Dan Nezavisnosti / Дан независности / Onafhankelijkheidsdag (1992)

Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië en Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde, waarna op 1 april de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.

Kaart van Bosnië en Herzegovina (© freeworldmaps.net)

Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina, de blauwe delen vormen de Republika Srpska (© gefira.org)

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden.

De vlag

Vlag van Bosnië en Herzegovina (1998-heden)

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Links: Het oorspronkelijke, lichtere ontwerp van de vlag van Bosnië en Herzegovina / Rechts: Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

Bosnië en Herzegovina – Dan nezavisnosti (Onafhankelijkheidsdag)

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde. Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

bosnie 01
Etnische verdeling van Bosnië-Herzegovina (© gefira.org)

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden.

De vlag

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

bosnie 02
De vlag van Bosnië-Herzegovina (1998-heden) / Carlos Westendorp Cabeza (1937), ontwerper van de vlag (© europarl.europa.eu)

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.

 

Bosnië en Herzegovina – Dan nezavisnosti (Onafhankelijkheidsdag)

Tweede vlag van vandaag

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde. Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag  op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden.

De vlag

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.

De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.

De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.