Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Vandaag is het 62 jaar geleden dat Trinidad en Tobago de onafhankelijkheid verworven.

Hoewel beide eilanden al bevolkt werden door verschillende Caribische volken en stammen, wordt Christoffel Columbus als ‘ontdekker’ gezien, tijdens zijn derde reis naar de West.
Op 31 augustus 1498 kwamen beide eilanden in zicht. Trinidad werd vernoemd naar de Heilige Drie-eenheid of Triniteit (Trinidad in het Spaans), Tobago kreeg de naam Bella Forma, een naam die uiteindelijk niet beklijfde.
Terwijl de Spanjaarden Trinidad koloniseerden, veranderde Tobago (de naam is wellicht ontleent aan het woord ‘tabak’) nogal eens van kolonisator, midden zeventiende eeuw wisselden Engeland, Nederland en Koerland (nu Letland) elkaar af.

Zo was het eiland tussen 1654 en 1662 Nederlands, meer specifiek Zeeuws.
De Vlissingse reders Cornelis en Adriaan Lampsins (bij wie Michiel de Ruyter zijn leertijd doorbracht) vestigden zich op de zuidkust van (het inmiddels ontvolkte) Tobago, dat Nieuw Walcheren werd genoemd. De nederzetting die gebouwd werd kreeg de naam Lampsinsburg, het huidige Scarborough. Daarnaast verrees er een fortificatie, Fort Vlissingen.

Omdat Engeland van mening was dat het ook aanspraak kon maken op het eiland, vroegen de Lampsins de Staten Generaal om militaire bijstand. Toen daar niet op gereageerd werd, werd er via de Franse consul bij koning Lodewijk XIV om hulp gevraagd.
Zo kwam het eiland in 1662 onder Frans gezag, werd het tot baronie verheven en kreeg Cornelis Lampsins (na een fikse betaling!) de titel van Baron van Tobago.

Hierna wisselde Tobago met enige regelmaat van kolonisator, tot begin 19e eeuw ruim dertig keer! Zo was het eiland Brits tussen 1762 en 1781, waarna het door de Fransen werd heroverd, die het in 1793 weer moesten afstaan aan Engeland.
Trinidad bleef Spaans tot 1797, hoewel er hoofdzakelijk Fransen neerstreken. Vanaf dat jaar was ook Trinidad Engels.
Uiteindelijk werden de twee eilanden in 1889 samengevoegd tot de kolonie Trinidad en Tobago.

Zoals overal in de wereld nam het verlangen naar onafhankelijkheid na de Tweede Wereldoorlog sterk toe.
Die kwam er getrapt, zouden we kunnen zeggen. Het Verenigd Koninkrijk besloot een hele trits Britse Caribische gebiedsdelen tot een politieke unie samen te voegen, die uiteindelijk naar een onafhankelijke staat moesten leiden: de West-Indische Federatie.

De unie bestond van 3 januari 1958 tot 31 mei 1962. Naast Trinidad en Tobago bestond het uit Antigua en Barbuda, Barbados, Dominica, Grenada, Jamaica (waar de Kaaimaneilanden en de Turks- en Caicoseilanden ressorteerden), Montserrat, Saint Christopher, Nevis en Anguilla (het huidige Saint Kitts en Nevis en Anguilla), Saint Lucia en Saint Vincent en de Grenadines.

In eerste instantie was er steun voor en vreugde over de Federatie (die uiteraard ook z’n eigen vlag kreeg), maar dat duurde niet lang.
De federale regering van dit gebied werd al snel overheerst door de grote eilanden Jamaica en Trinidad, wat tot vijandigheid met en tussen de kleine eilanden leidde.
Premier Norman Manley van Jamaica besloot daarop in 1961 een volksreferendum te houden over onafhankelijkheid zonder alle andere eilanden. De uitkomst was dat 54% van de bevolking zich uitspraak voor het verlaten van de Federatie, waarna er een domino-effect ontstond: Trinidad en Tobago wilden er ook uit, waardoor weldra de West-Indische Federatie vroegtijdig tot een einde kwam en de verschillend eilanden allemaal apart onafhankelijk werden.



Voor Trinidad en Tobago kwam dat moment op 31 augustus 1962, waarbij koningin Elizabeth II nog formeel staatshoofd bleef, totdat het land in 1976 een republiek werd (maar wel lid bleef van het Britse Gemenebest).
De vlag

De vlag van Trinidad en Tobago is rood met een wit omzoomde diagonale zwarte balk van de broektop nar de onderkant van de vluchtzijde.
De vlag van Trinidad en Tobago werd aangenomen na de onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk op 31 augustus 1962.
Het ontwerp werd gekozen door de onafhankelijkheidscommissie uit 1962, ontwerper was Carlisle Chang.

De kleuren rood, wit en zwart samen symboliseren de elementen vuur, water en aarde en daarmee verleden, heden en toekomst.
Daarnaast staat het rood symbool voor de vitaliteit van het land, de moed van de mensen en de warmte en energie van de zon.
Wit staat voor de zee, waardoor de eilanden omringd zijn. Tevens vertegenwoordigt deze kleur de gelijkheid van alle mensen en de zuiverheid van de nationale doelstellingen.
Het zwart tenslotte staat voor kracht, eenheid en de natuurlijke rijkdommen van het land, zoals olie en aardgas.
Eerdere vlaggen
Vóór de onafhankelijkheid in 1962 hadden Trinidad en Tobago twee koloniale vlaggen, waarvan de tweede maar kort bestaan heeft.
We zien ze hieronder:

Zoals we kunnen zien waren dit de gebruikelijke vlaggen van Britse overzeese gebieden: een blue ensign (blauw vaandel), met de Union Flag of Union Jack in het kanton.
De eerste vlag werd ingevoerd in 1889 en had een zogenaamde badge in de vlucht. Het laat een haventafereel zien met een grote geelkleurige berg op de achtergrond.

Er zijn drie driemasters te zien, twee ervan voeren een white ensign (de derde waarschijnlijk ook maar dat kunnen we niet zien). Een roeiboot met zes bemanningsleden, waarvan er vier roeien, zien we op de voorgrond.
Naast een havengebouw zien we een fors uitgevallen blue ensign.
De Latijnse tekst onderin luidt: Miscerique probat populos et fœdera jungi (Ze is tevreden met het verenigen van naties en het sluiten van verdragen).
In 1958 werd de badge op de vlag vervangen door een schild met dezelfde afbeelding. Het Latijnse motto werd op een sierlijke banderol onder het schild geplaatst.
Deze vlag bestond dus naast de overkoepelende van de West-Indische Federatie (zie boven), heeft net als die vlag maar vier jaar bestaan en werd opgevolgd door de huidige nationale vlag.