Deze nationale feestdag in Servië herdenkt het uitbreken van de Servische revolutie. Servië maakte in die tijd deel uit van het Ottomaanse Rijk. Deze revolutie resulteerde uiteindelijk in erkenning van Servië als onafhankelijke staat door de Ottomaanse machthebbers, formeel in 1817, maar in de praktijk pas vanaf 1830.
De vlag
Het Servië zoals we het nu kennen, ontstaat op 3 juni 2006, het moment waarop Montenegro, de laatste satellietstaat uit het vroegere Joegoslavië, uit het verbond met Servië treedt, na een referendum over onafhankelijkheid. Op 5 juni roept het Servische parlement het land officieel uit tot ‘opvolger’ van Joegoslavië en de Unie van Staten (het landenverbond van Servië en Montenegro, 2003-2006).
De vlaggen van zowel Servië als Montenegro waren in de periode 2003-2006 gelijk: drie horizontale banen rood, blauw en wit. Alleen de vlagverhoudingen verschilden, waarbij die van Montenegro uitzonderlijk lang en smal was. Als eenheidsstaat van Servië en Montenegro samen (de Unie van Staten) werd de Joegoslavische vlag gebruikt (maar nu zonder rode ster), een horizontale driekleur in blauw, wit en rood. Na de scheiding van de twee landen in 2006 kiest Montenegro voor een iets aangepaste versie van zijn vlag uit de laat 19e eeuw, met een dubbelhoofdige adelaar.
Servië houdt het bij zijn rood-blauw-witte driekleur voor burgergebruik, maar voor staatsgebruik wordt het staatswapen op de vlag geplaatst, iets dichter bij de broekingszijde dan de vlucht. In de praktijk wordt de ‘staatsversie’ echter ook volop door de bevolking zelf gebruikt.
De driekleur wordt in verschillende verschijningsvormen (zoals koninklijk wapen en socialistische rode ster) al gebruikt sinds 1835.
Het wapen op de vlag verschilt iets van de versie die gebruikt werd tussen 2004 en 2011 (dit was hetzelfde wapen zoals in gebruik in het koninkrijk Servië, tussen 1882 en 1918).
De nieuwe, iets gestileerdere versie van het wapen werd ontworpen door professor Ljubodrag Grujić, en is in gebruik sinds 2011.