
De datum van 27 oktober voor de viering van 750 jaar Amsterdam is te wijten aan de oudste vermelding van de stad die bewaard is gebleven.
In het document van 27 oktober 1275 verleent graaf Floris V ‘Amestelledamme’ tolvrijheid.

De Latijnse tekst van het tolprivilege luidt: “Florentius, comes Hollandie, universis presentes literas inspecturis salutem. Noverit uuiversitas vestra, quod nos homines, manentes apud Amestelledamme, in restitutionem damnorum, que nos et homines nostri ipsis fecimus, abhinc deinceps ab omni exaclione nostri telonii cum bonis suis propriis, que deduceid seu eleclueunt per totam terram nostram, duximus eximendos. In cujus rei testimonium presens scriptum sigillo nosiro fecimus communiri. Datum apud Leyden Dominica ante diem Symonis et Jude apostolorum, anno Domini MCC… ducentesimo septuagesimo quirdo.”

Vertaling: “Floris, graaf van Holland, maakt hierbij aan alle mensen bekend dat wij onze mensen van Amestelledamme, vanwege de schade die wij en onze troepen hun hebben toegebracht, vrijstelling van tol geven. Zij mogen met hun eigen goederen tolvrij door ons land varen of terugkeren. Tot getuigenis hiervan hebben wij dit geschrift van ons zegel voorzien. Gegeven te Leiden op zondag, de dag vóór het feest van de apostelen Simon en Judas, in het jaar des Heren 1275.”
Met het verlenen van tolprivilege konden handelaren nu bijvoorbeeld hun eigen goederen voordeliger vervoeren over de Hollandse wateren. Als bewijs dat de kooplieden uit Amsterdam kwamen en dus geen tol hoefden te betalen, kregen ze een afschrift van het tolprivilege mee. De gunstige tolvrijstelling bleef van kracht toen Amsterdam in 1300 (of kort daarna) stadsrechten kreeg.

Hoewel de viering van 750 jaar Amsterdam gevierd wordt, is de stad in werkelijkheid ouder. Rond het jaar 1000 werden de oevers van de rivier de Amstel waarschijnlijk al bewoond. Geschat wordt dat tussen 1250 en 1275 bij de monding van de Amstel in het IJ een dam met sluizen werd aangelegd, waar de stad zijn naam aan ontleend.

Zoals hierboven al vermeldt is niet exact bekend wanneer Amsterdam stadsrechten kreeg, maar het zou kunnen dat de Utrechtse bisschop Gwijde van Avesnes die stadsrechten verleende rond 1300-1301 omdat hij in een handvest uit die tijd spreekt over ‘onsen poiteren van Aemstelredamme’ (Onze poorters van Amsterdam). Hij noemt de burgers nadrukkelijk ‘poorters’, hetgeen erop wijst dat er stadsrechten waren verleend.

Gedurende de Gouden Eeuw (een term die vanwege de slavernij bij sommigen tegenwoordig negatieve gevoelens oproept), die min of meer samenvalt met de 17e eeuw, groeide de stad uit tot de machtigste van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en een van de belangrijkste haven- en handelssteden ter wereld.

Tussen 1794 en 1813 werd Nederland bezet door Frankrijk. Toen Napoleon’s broer Lodewijk Napoleon als koning van het land werd aangesteld (Het Koninkrijk Holland), verklaarde deze bij zijn intrede op 23 juni 1806 in Den Haag, dat Amsterdam voortaan de hoofdstad zou zijn.

Vanaf 1813, als de zoon van de laatste stadhouder Willem V terugkeert, blijft het land een koninkrijk en wordt het samengevoegd met België en Luxemburg als het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (onder koning Willem I), waarbij Amsterdam de rol van hoofdstad voortaan diende te delen met Brussel. Na de afscheiding van België in 1830, is Amsterdam opnieuw de enige hoofdstad, hoewel regering en hof in Den Haag zouden blijven.

De viering
Met de eigenlijke ‘verjaardag’ van vandaag wordt het jubileumjaar ‘Amsterdam 750’ officieel afgesloten.

De dag begint’s morgens vroeg al met een taart van 75 meter lengte, die om 7.50 uur op de Dam zal worden aangesneden door burgemeester Halsema. De in totaal 7.500 punten worden vervolgens op diverse plekken in de stad uitgedeeld.

De ‘Nationale Viering’ (zeg maar de grote finale) is ’s avonds op het Museumplein in aanwezigheid van het koninklijk paar en de prinses van Oranje.
Het zal bestaan uit een ‘gevarieerd muziekprogramma van klassiek tot pop en van Nederlandstalig tot dance’. Het moet een ode worden ‘van bekende Nederlandse artiesten aan de jarige stad’.
Onder de optredende artiesten zijn onder meer Bente, Roxeanne Hazes, Yves Berendse, Remy van Kesteren, Karsu, Kris Kross Amsterdam, Maan, Willeke Alberti en Wibi Soerjadi. Er zal in ‘verrassende duo’s’ worden opgetreden, ‘waarbij steeds één artiest optreedt op het podium van een grote koepeltent op het Museumplein en een andere artiest vanaf een iconische plek in de stad’.
Als ceremonieel einde van de viering ontsteekt de koning na afloop van de optredens symbolisch het licht van Amsterdam.
De vlag

De vlag van Amsterdam is een horizontale driekleur van rood-zwart-rood, met in de middelste baan drie korte, witte Andreaskruisen, ze werd officieel aangenomen op 5 februari 1975, hoewel de vlag al veel langer meegaat.
De kleur rood stamt van het wapen van Amsterdam, dat rond 1280 werd ingevoerd en dat door de eeuwen heen heel wat gedaanteverwisselingen heeft gehad, maar waarbij het wapen zelf altijd gelijk bleef, op de dikte van de kruisen na.

Het wapenschild is in feite een verticale versie van de vlag. De officiële beschrijving van de Hoge Raad van Adel luidt:
In keel* een pal van sabel*, beladen met drie verkorte St. Andrieskruisen van zilver*, paalsgewijze gerangschikt. Het schild gedekt met de Rudolphinische Keizerlijke kroon en van weêrszijden vastgehouden door twee van keel* getongde leeuwen in natuurlijke kleur, staande op een piedestal of console, vergezeld van het devies Heldhaftig Vastberaden Barmhartig.
*de heraldische termen keel, sabel en zilver staan voor rood, zwart en wit

De kruisen
Hoewel het niet te bewijzen valt, gaan veel historici ervan uit dat de drie andreaskruisen afkomstig zijn van het wapen van de familie Persijn.
Zo moet Jan Persijn († 1283) bij de prille geschiedenis van Amsterdam betrokken zijn geweest en wordt hij als stichter van “die plaatse” (de huidige Dam) genoemd.

Amstelveen en Ouder-Amstel, die ook bezit waren van de familie Persijn, hebben vergelijkbare wapens en vlaggen.

Er zijn ook andere theorieën: zo zouden de kruisen kunnen staan voor drie doorwaadbare plaatsen in de Amstel. Of voor de drie plagen waar de stad gedurende de geschiedenis mee te kampen had: vuur, water en de pest (maar deze theorie is op het merendeel van dorpen en steden in de Lage Landen van toepassing).
Verschijningsvormen
De vlag heeft nogal wat verschijningsvormen gehad, hieronder staan een aantal varianten:



En hoewel de vlag dus pas in 1975 officieel werd vastgesteld, was het de rood-zwarte-rode versie die gedurende de 20e eeuw de standaardversie werd.

De vlag is uitermate populair en is dan ook overal in Amsterdam aan te treffen en is op ontelbare souvenirs en T-shirts afgebeeld en de andreaskruisen zijn niet weg te denken op de bekende amsterdammertjes.












