
Op 16 maart 1793 kwam er een einde aan het ruim twee weken durende beleg van Willemstad door het Franse leger onder het bevel van generaal Charles-François Dumouriez.

Deze eerste Franse invasie was te wijten aan de recente ontwikkelingen na de Franse Revolutie van 1789. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd door de Franse revolutionairen door het in stand houden van het stadhouderschap als vijand van het Franse vrijheidsstreven gezien.
Na een succesvolle verovering van de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België), probeerde generaal Dumouriez met een leger van 14.000 man in januari 1793 via Brabant naar het machtscentrum van de Republiek op te trekken.
De Fransen slaagden erin om Breda op 27 februari in te nemen, maar de belegering van het aan het Volkerak en Hollandsch Diep gelegen vestingstad Willemstad liep op een mislukking uit.

De Franse belegering door zo’n 8.000 man begon op 1 maart met hevige beschietingen.
Er werd uit zes batterijen tegelijk op de vestingstad geschoten. Naar schatting werden er tussen de 9.000 à 10.000 kanonskogels en rond de 500 bommen en houwitser-granaten op de stad afgevuurd, de materiële schade was gigantisch.
De stad, in de deels onder water gezette polder Ruigenhil, hield echter ruim twee weken stand, hoewel er tijdens het beleg niet meer dan zo’n 800 burgers in de stad aanwezig waren. Vanaf de ochtend van de 16e maart, vandaag 232 jaar geleden, trokken de Fransen zich stukje bij beetje terug.
Het beleg kostte vier burgers het leven, een vijfde overleed eind mei alsnog aan zijn opgelopen verwondingen.

En hoewel de Franse invasie van de Republiek in 1793 mislukte, was dat niet het einde: in de jaren 1794/95 werd Nederland alsnog door de Fransen veroverd.
Willemstad werd in 1794 bezet na de val van Bergen op Zoom. Het was het begin van de Franse tijd in Nederland.

Willemstad was tot 1 januari 1998 een zelfstandige gemeente, vanaf die datum valt het onder de gemeente Moerdijk, waarvan het gemeentehuis zich in Zevenbergen bevindt.
De vlag

De vlag van Willemstad werd per raadsbesluit op 12 april 1965 vastgesteld. De officiële beschrijving luidt:
Twee banen van wit en groen, met op de witte baan drie rode schuinkruisjes en op de groene baan drie witte maliën, in de zin van de vlag regelmatig verdeeld, en langs de broeking een zwarte verticale baan ter lengte van 3/16 van de hoogte van de vlag.
De kleuren en symbolen op de vlag zijn ontleend aan het stadswapen dat we hieronder zien.

Hoewel onderdelen op het wapen terug te voeren zijn naar 1585, toen prins Maurits stadsrechten verleende en het voormalige Ruigenhil werd omgedoopt tot Willemstad, is het wapen zoals we dat hierboven zien vastgesteld op 16 juli 1817, de officiële beschrijving uit dat jaar luidde als volgt:
Coupé, waarvan het eerste van sabel, beladen met een klimmende leeuw van goud, houdende het wapenschild van Bergen; het tweeden van zilver, beladen met 3 St. Andrieskruisen van keel. Het schild gedekt met eene kroon van goud.
Het wapen is dus horizontaal gedeeld (coupé), waarvan het bovenste deel in zwart (sabel), met een zogenaamde ‘klimmende’ leeuw, die een in drieën gedeeld wapen aan een goudkleurig lint vasthoudt.
Dit schild is afkomstig van de heren en markiezen van Bergen (markiezaat Bergen op Zoom), meer specifiek van het adelijke geslacht Van Glymes.
Op dit wapen zien we opnieuw een gouden klimmende leeuw (I), vier rode en drie gouden balken (II) en drie gouden maliën (holle ruiten) op een groen veld (III).
Het onderste deel van het wapen heeft drie rode (van keel) andreaskruizen op een veld van zilver.
Het schild wordt gedekt door een vijfbladige kroon.
Oorspronkelijk had het wapen een wapenspreuk op een banderol eronder met de tekst Fortitudo Mea Deus (Want Gij zijt de God mijner sterkte).
Sinds 1 januari 1998 is met de overgang naar de gemeente Moerdijk de vlag als gemeentevlag vervallen, maar als stadsvlag is het dundoek volop in het straatbeeld aanwezig.