Drie vlaggen vandaag. Vlag 3:

Op 29 februari en 1 maart 1992 werd er in Bosnië en Herzegovina een referendum gehouden met de vraag of de bevolking een onafhankelijke staat wilde vormen na het uiteenvallen van de Joegoslavische Republiek. 63,6% van de bevolking bracht zijn stem uit, waarbij 99,7% voor onafhankelijkheid stemde, waarna op 1 april de onafhankelijkheid werd uitgeroepen.

Het referendum werd grotendeels geboycot door de Servische Bosniërs. Op 1 maart 1995 werd Onafhankelijkheidsdag voor het eerst gevierd en op 7 april van hetzelfde jaar erkende de EU Bosnië Herzegovina als onafhankelijke staat.

De dag is alleen een feestdag in de federatie van Bosnië en Herzegovina, het andere deel van het land, de Republika Srpska (Servische Republiek) boycot de viering, zij hebben hun eigen Onafhankelijkheidsdag op 9 januari. De deelrepublieken hebben er zich bij neergelegd dat ze verschillende data aanhouden, maar los van deze verschillende data doemen er sinds een half jaar grotere moeilijkheden op dan verschil van mening over een feestdag.
Vorig jaar zomer vaardigde de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië en Herzegovina een wet uit die de ontkenning van genocide strafbaar maakt.
Servische politici in het landsdeel Republika Srpska stonden vervolgens op hun achterste benen: ze voelden zich gebrandmerkt en daarmee, zo vonden ze “werd meteen ook het hele Servische volk meegesleurd in het moeras van de onterechte schuld”, hiermee doelend op de Srebrenica-genocide, waarbij 8.000 moslim-mannen en -jongens werden vermoord door Bosnisch-Servische troepen in 1995 tijdens de burgeroorlog.
Twee bekende Servische kopstukken, politiek leider Radovan Karadžić en generaal Ratko Mladić, werden voor dat bloedbad tot levenslang veroordeeld door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Maar heel wat Serviërs, en vooral hun politici, hebben nog altijd moeite om het label genocide of volkerenmoord te aanvaarden.

Leider van de Bosnische Serviërs in de Republika Srpska is Milorad Dodik, waarmee hij een van de drie leden van het collectieve presidentschap van Bosnië-Herzegovina is (naast een moslim en een Kroaat).
Hij liet het parlement van ‘zijn’ deelgebied Republika Srpska een boycot uitroepen van de nationale instellingen (dus op het niveau van de staat Bosnië-Herzegovina). En hij dreigde ermee om een reeks bevoegdheden naar “de entiteit” (lees: Republika Srpska) toe te trekken, onder meer op het vlak van de gerechtelijke organen, de fiscale diensten, én het leger.
Sinds die tijd bevindt Bosnië en Herzegovina zich feitelijk in een constitutionele crisis: de centrale instellingen (presidentschap, regering, parlement, ministeries) zijn zo goed als volledig geblokkeerd door de boycot.
De patstelling duurt nu al meer dan een half jaar en er lijkt vooralsnog geen beweging in te zitten.
De vlag

De vlag is het resultaat van vele jaren ontwerpen, accepteren, weigeren en ruziën. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ontwerp dat alle ethniciteits-verwijzingen en nationale en regionale symbolen achterwege liet. Het ontwerp is van de Spaanse diplomaat en Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië, Carlos Westendorp Cabeza.

Het is een vlag in donkerblauw en geel. Het originele ontwerp had oorspronkelijk het lichte blauw van de vlag van de Verenigde Naties, maar is in het uiteindelijk goedgekeurde ontwerp het donkerder blauw van de Europese Unie geworden. Ook de kleur geel is aan de Europese vlag ontleend.
De vlag heeft een blauwe balk aan de vluchtzijde, de overige ruimte wordt diagonaal gedeeld in twee driehoeken, één in geel, één in blauw, waarbij de blauwe driehoek (aan de broekingszijde) z’n bovenste punt mist. Langs de diagonaal zijn in het blauwe vlak negen witte sterren geplaatst, waarbij de bovenste en onderste maar half zichtbaar zijn.
De gele driehoek symboliseert ruwweg de vorm van het land. De driehoeksvormen verwijzen naar de drie bevolkingsgroepen in het land, Bosniakken, Kroaten en Serviërs. De sterren staan voor Europa. Op 4 februari 1998, drie jaar na de burgeroorlog, werd de vlag door het parlement goedgekeurd.
Vlag van de Republika Srpska

Het momenteel dwarsliggende landsdeel Republika Srpska heeft een eigen vlag, die een variatie is op de vlag van Servië. Net als die vlag is het een rood-blauw-witte horizontale driekleur, maar dan zonder wapen.
Wat ook afwijkt is de maatvoering, die is 1:2, dus extreem langwerpig.
Deze vlag werd aangenomen op 24 november 1992.