
Noord-Macedonië is sinds 12 februari 2019 de nieuwe naam voor het land wat tot die tijd officieel nogal omslachtig werd aangeduid als de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, hoewel dat gemakshalve natuurlijk gewoon Macedonië werd. Griekenland heeft altijd geprotesteerd tegen deze naam, omdat die al in gebruik is bij de regio in het noorden van Griekenland. Oorspronkelijk was dit hele gebied (inclusief het zuidwestelijke deel van Bulgarije) onderdeel van het Ottomaanse Rijk, maar raakte in de 20e eeuw verbrokkeld in verschillende Balkan-conflicten.
Hoewel het maar kantje boord was ging Griekenland begin 2018 uiteindelijk akkoord met de nieuwe naam Noord-Macedonië (153 stemmen voor, 146 tegen).

De dag van vandaag, herdenkt eigenijk twee gebeurtenissen, allereerst de Ilinden-Preobrazhenie Opstand van 2 augustus 1903, georganiseerd door de Binnenlandse Macedonische Revolutionaire Organisatie, die al sinds 1893 actief was tegen de overheersing van het Ottomaanse Rijk. Het leidde tot het uitroepen van de Republiek Kruševo, compleet met vlag. de republiek bestond slechts 10 dagen. Op 13 augustus was de opstand door de Ottomaanse machthebbers neergeslagen.

De tweede aanleiding is de oprichting op 2 augustus 1944, tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog, van het zogenaamde ASNOM, afkorting voor Antifašističko sobranie za narodno osloboduvanje na Makedonija (Anti-fascistische assemblee voor de nationale bevrijding van Macedonië), door Macedonische partizanen. De datum was niet toevallig gekozen, maar herinnerde aan de opstand uit 1903.

Het was niet het begin van onafhankelijkheid, omdat Joegoslavische partizanen het gebied onder controle kregen.

Met de aanstelling van Josip Broz ‘Tito’ als premier op 29 november 1945, werd (Noord)-Macedonië een van de socialistische deelrepublieken van Joegoslavië.

Met het uiteenvallen van Joegoslavië riep Macedonië op 8 september 1991 de onafhankelijkheid uit. Op 8 april 1993 werd het land officieel erkend door de Verenigde Naties.
De feestdag van vandaag wordt normaliter uitbundig gevierd met familiebijeenkomsten, barbecues, picknicks, concerten, militaire parades, sportwedstrijden en vuurwerk.

De vlag

Net als bij de naam Macedonië ontstond er gedoe rond de vlag van de nieuwe republiek. Op 15 juli 1992 werd hij ingevoerd: een rood veld met een gestileerde gouden zon met acht lange en acht korte stralen, de zogenaamde Zon van Vergina. Dit symbool komt voor op een in 1977 gevonden gouden kistje met het gebeente van Phillipus II van Macedonië (382 v. Chr.-336 v. Chr.), de vader van Alexander de Grote. Aangezien de Zon van Vergina als symbool gezien kan worden voor de hele regio Macedonië, maakte Griekenland hier bezwaar tegen.

De gemoederen liepen zó hoog op, dat Griekenland in april 1994 een economische boycot tegen Macedonië instelde en kreeg de Verenigde Naties zover dat de vlag niet in de vlaggenparade mocht wapperen. De blokkade werd opgeheven in oktober 1995 toen Macedonië beloofde de vlag te zullen aanpassen.
De nieuwe vlag werd een variatie op het thema en werd nog verder gestileerd. De kleuren bleven rood en goud , de zon in het midden heeft echter nu nog maar 8 stralen die nu niet langer in punten uitlopen, maar zich vanuit de zon verwijden naar de randen van de vlag. Het ontwerp was van Miroslav Grčev en werd op 5 oktober 1995 in het parlement aangenomen met 110 stemmen voor en 5 tegen.

In de praktijk ging de overgang niet zo makkelijk. Conservatieven en nationalisten bleven de oude vlag gebruiken, soms naast de nieuwe vlag, soms dat niet eens. De verdeeldheid bleek ook uit een volkspeiling: slechts 56,33% bleek voorstander van de nieuwe vlag. Sinds 1998 lijken de gemoederen wat bedaard te zijn en de vlag een breder draagvlak te hebben gekregen.